Alltlltl Bitlis-
Mmtiitit- LuUiifllil
L,abor
Raad Oude Niedorp.
De TABAK die U zoek! is
10.,
ÜEERENKLEEDING
HET WITTE HUIS.
HLtKEN- en KINOEKKLEEDING.
DE WILDE JACHT
Zaterdag 7 Oct"x!6r 1922
65ste Jaargang. No. 7104.
Uitgevers i N.V. v.h. TRAPMAN CoSchagen
E R S T L BLAD.
99
99
FEUILLETON.
Onze gepatenteerde Dorschmachines
SGHAEER
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 'e morgens 8 uur, worden Adver-
lentiën nog zooveel mogelijk in hot eerstultkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. no. 20
Prijs por 3 msandon 11.85. Losso numraors 8 eont. ADVERTEN-
TI8N van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewljsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT DH B Et', DEK.
Vergadering van den Raad der gemeente Oude Niedorp
gehouden op Donderdag 5 October 1922, des namiddag#
ten 4 ure.
Voorzitter Burgemeester Nagelhout.
Allen present.
Voorzitter heet de hceren welkom en opent de ver
gadering, waarna de notulen worden gelezen, die onver
anderd worden goedgekeurd.
Voorzitter doet naar aanleiding van de notulen mede
decling, dat is ingekomen een schrijven van de Handel
drijvende en Industrioele Middenstandsvereeniging te
Schagen. In dat schrijven wordt er op gewezen, dat vol
gens hel verslag van de raadsvergadering te Oudo
Niedorp, 8 Spt. j.ï, gehouden tn voorkomende in de
Schager Courant, geen enkele lccriirig uit Oude Niedorp
den cursus op de Handelsavondschool zou bezoeken.
Intusschcn is die cursus bezocht door Adriaan Bij-
waard en P. van Trienen, beide te 't Veld, Oude Niedorp
Mochten zij uiet in do gemeente Oude Niedorp woon
achtig zijn, dan wordt gaarne daarvan bericht verzocht.
Voorz. zegt, ter vorige vergadering op een vraag van
den heer Fluister te nebben geantwoord, dat er geon
•"iVkcle leerling hier vandaan deelnam.
In het verslag van den cursus over 1921 staat dan ook
«een enkele naam van menschen uit onze gemeente,
die deelnamen. Spr. wil graag toegeven, dat de twee
genoemde jongelui uit onze gemeente dien cursus wel
zullen hebnen bezocht, doch dit niet met voldoenden
uilslag deden en dat zij daardoor niet in het verslag
voorkwamen.
Voorzitter is gaarne bereid op het schrijven te ant
woorden en de hier gedane mededecling in dat ant
woord vermelden. Algemeen goedgevonden.
Voorts doet Voorzitter mededecling, dat bij de jongst
gehouden kasvorificatie bij den öemcente-ontvangcr over
eenkomstig boeken en bescheiden in kas is bevonden
f 4O97.30Vs.
liet ingekomen rapport betreflende kanullsatie van
West-Friesland zal cireulccren.
Van Ged, Staten is vanmorgen een schrijven ingeko
men, dat de zomertijd met ingang van 8 October a.s.,
voorin, ten 3 ure zal eindigen.
Voorts is ingekomen een schrijven van Gedeputeerden,
waarin mededeeling wordt gedaan, dat het besluit tot
onderhnndsehe aanbesteding van het laagspanningsnet
aan do „Heemaf' door den raad behoort te worden
genomen en niet door Burgemeester en Wethouders.
H. en W. stellen den raad voor om het besluit in
dien zin tc wijzigen. Voorz. verklaart te hebben ge
meend, dat B. en W. door den raad gemachtigd waren
osn het besluit tot die aanbesteding te nemen.
Maar God. Staten denken er anders over.
Algemeen wordt goedgevonden hot besluit in den
van de N.V. Tabaksfabriek J. GRUNU,
Groningen.
PRIJS per pond per ons
ZWART MERK 40 Cf 86 Cf.
GROEN 45 Cf. 16 cf.
BLAUW 55 Cf. 22 ct.
ROOD
VERKRIJGBAAR
Anna Paulowna
Anna Paulowna
I Barsingerhorn
Callantsoog
I Dirkshorn
Van Ewijcksluis:
Julianadorp
Kleine Sluis:
Koegras
1 Noordscharwoude
I Oudkarspel
St. Maarten
St. Maartensbrug:
St. Maanensvlotbrug
Schagen
Schagerbrug
Schoorl
Valkoog
Warmenhuizen
Winkel;
't Zand
62'A» cf. 25 ct.
bij onderstaande adressen:
C. DE BOER.
Fa. F. NEUVEL.
J. MIDDELBEEK.
M. HOEK.
P. DEKKER.
J. VELDMAN.
M. NOOT.
G. DS JONG.
A. VAN STIPKIAAN.
H. KRAAKMAN.
P. BERKHOUT.
C. KROON Ca.
Fa. H..HART Mzn.
G. BAKKER Jac.an.
VV. H. ROGGEVEEN.
G. VEUGER Hzn.
K. VEUGER Hzn.
'Fa.Tb. MOLENAARGrossier
Wed. C. THOMAS.
H.J. LIJNBACH.
A. BUIK.
P. PASTOOR Czn.
COöP. „DE TIJDGEEST".
Wed. N. P. KEIJZEK.
En aan het salaris mogen we toch niet tornen, voor
zoover het den tegen woord igen functionaris betreft, dus
kunnen wc ook wel het advies der commissie afwachten, j
De lieer Tromp: Maar zou het niet goed zijn om er
bij Ged. Staten op aan te dringen of we het salaris van
den tegenwoordigen Ontvanger wel ïnogeu verminderen, j
Er wordt aangegeven dat we daaraan met mo^en tornen
en aan den anderen kant krijg je aanschrijving dat er
bezuinigd moet worden. We zouden het toch eens kun
nen probeeren. Als wij maar alles moeten aanvaarden
van Ged. Staten, dan kunnen we als raadsleden ook
wel naar huis toe. Zou er, om den Gemeente-ontvanger
ander werk op te dragen nog kans van slagen zijn,
vraagt spr.
Voorzitter zegt daaromtrent nog niet veel te kunnen j
medcdeelen. Wat het salaris van den gemeente-ontvanger i
betreft, dat is vastgesteld. En al nam de raad een besluit
tot verlaging van het salaris, zou dat toch geen goed
keuring bij Ged. Staten verwerven. De raad van Hoog
woud heeft het geprobeerd en verkreeg stiet de goed
keuring van Gedeputeerden, die het volle bedrag toen op
de begrooting hebben geplaatst. Aan het salaris van den
tegenwoordigen gemeente-ontvanger mag toch niet^ ge
tornd worden, al is algemeen het idéé dat het satari3
te hoog is in verband met de verminderde werkzaam
heden.
De heer TrompTe Hoogwoud kon men zich met het
salaris van Burgemeester en secretaris vereenigen, maar
dat van de gemeente-ontvanger vond men te hoog. En
hetzelfde salaris, dat onder protest is aangenomen, moet
je nu maar handhaven.
Voorzitter: Ik zou op 't -oogenblik geen kans zien om
het ie wijzigen. Zullen we eerst Jtiet rapport der oom
missie afwaenten?
Allen vinden dat goed.
Algemeen wordt verder goedgevonden om aan de
wijkverpleging te N. Niêdorp op haar verzoek f 320
subsidie te verleenen.
De begrooting dier Wijkverpleging is ingekomen, slui
tende op f 2748.32 in ontvangst en uitgaaf met f 16.32
voor onvoorzien. Wordt goedgekeurd.
Voorzitter stelt daarna aan de orde de begrooting van
het Burgerlijk Armbestuur, die f 3088.32 aangeeft in
ontv en uitg., met f 356.32 voor onvoorzien.
Wordt op deze cijfers vastgesteld.
Nu is aan de beurt de Gemeentebegrooting voor het
GEMAAKT EN NAAR MAAT
CT BETERE GENRE).
PRIMA STOFFEN en VOERING.
Dorste klasse beworkina.
H. S. CLOECK, Alkmaar.
naar het Amerlkaansoh door ZAND GRF.Y,
Bewerkt door W. J. A. HO LD ANUS Jr.
31.
Dien avond hoorde hij, dat Bostii met een paar
pikeurs naar Durango vertrokken was. Die tocht ver
baasde Slone en gat hem levens een gevoel van ver
lichting, want Dunango was meer dan tweehonderd mijl
weg cn een reis daarheen kostte zelfs onvermoeibaréjn
ruiters dagen.
„Hij heeft geen orders voor mij achtergelaten," zeide
Lucy; behalve dat ik me goed moet gedragenEn
doe ik dat nou?" fluisterde zij, terwijl zij zich dicht
tegen Slone aan nesteldie. „Maar hij heeft voor Holley
orders achtergelaten om met mij te rijden en op mij te
letten. Is het niet grappig? Die arme oude Holley. Hij
vindt het zoo naar vader te misleiden, zegt hij'.
„Ik ben blij, dat Holley op je moet letten" zeijcfc
Slone. „Gisteren heb ik je op Sarch het salieveld in zien
gploppeeren. Ik heb me toen afgevraagd, Lucy, wat
je doen zou, als Cordts of die idioot van een Creech je te
pakken kregen."
„Ik zou vechten."
„Maar dat is onzin kind. Je zoütit met geen van bei
den kunnen vechten."
„Niet?' Bost, hoor! Ik ik zou Cordts doodschie
ten. En ik zou Joel Creech met mijn zweep slaan, j
En als hij me dan toch bleef volgen, zou ik hem door
Sarch onder den voet laten loopen. Sarch haat hem".
„Jo bent een dappere lieveling", peinsde Slone.
„Maar stel, dat je gevangen wordt en je niet weg
kon komen. Zou je dan op de een of andere ma
nier een spoor achterlaten
„Dat zou ik zeker.*'
„Lucy, ik ben een wilde-paardenjager", ging hij,
peinzend, alsof hij tot zichzelf sprk, voort. „Ik ben
nooit een spoor bijster geraakt. Ik zou je over kale
rotsen kunnen volgen."
,.Lin, ik zal een spoor achterlaten, wees dus maar
niet bang", zeide zij. „Maar maak je niet onnoodig
bezorgd, Je bent altijd bang voor mij. Kijk ook oene
naar de vroolijke zijde. Vader schijnt je vergeten te
hebben. Misschien) is het niet zoo erg als we gedacht
hebben. O, ik hoop het zoo!.... Hoe is het met mijn
paard Wildfire? Ik verlang er zoo naar hem nog
eens te rijden. Ik kan me nauwelijks bedwingen eens l
3?.«m ta gaan kijken." I
zin als door Ged. Staten wordt verzocht, te wijzigen.
De heer Tromp zou betreffende het laagspanningsnet
op spoed willen aandringen.
Voorzitter zal daarvan nota nemen.
Ingekomen is verder een circulaire van Ged. Staten,
aangaande salarisregeling voor den gemeente-ontvanger,
waar diens werkzaamheden belangrijk verminderen, aan
gezien hij voor een belangrijk deel van zijn werk wordt
ontheven. Met het oog hierop zal gaarne worden verno
men of herziening van de jaarwedde van den Gem.
Ontv. wenschelijk wordt geoordeeld cn op welk bedrag
die den behoort te worden gesteld, naar het inzicht van
den raad. Als herziening noodig wordt geacht, mag die
echter voor den tegenwoordigen titularis in geen geval
financieel© achteruitgong beteekenen. Ged. Staten hebben
geen bezwaar dat in evenredigheid met het salaris andere
werkzaamheden die met het werk des Gemeente-ont
vangers rechtstreeks of zijdelings verband houden, aan
dezen worden afgedragen.
Voorzitter zegt, dat door de verecniging van Burge
meesters cn Secretarissen in het kanton Schagen eert
commissie is ingesteld (bestaande uit de heeren Koster,
Burgemeester fallnntsoog; Haringhuizen, gemeente
secretaris N. Niedorp en Bronder, gemeente-secretaris
Barsingerhorn). Deze commissie zou rapport uitbrengen),
doch heeft mededeeling gedaan, nog geen gelegenheid tot
het doen ..van rapport tc hebben gehad,
i B. en W. stellen voor, zooals Voorzitter verder mede
deelt om het advies der oommissie eerst af te wachten,
dat zij eerst kennis van dat advies zullen nemen,
alvorens den raad een voorstel te doen.
De heer iieuipt vindt, dat er niet zoo'n haast bij is.
(Nederlandsch fabrikaat)
in ENGELAND en DUITSCHLAND met de
HOOGSTE ONDERSCHEIDINGEN bekroond,
worden tegen prijzen verkocht, die met de
IDUITSCHE VALUTA-MACHINES
CONCURREEREN.
Benut deze gelegenheid om van
de ERKENDE VOORDEELEN
te profiteeren I
Zendt Uwe
HEDEN aan
aanvrage NOG
dienstjaar 1923, waarvan door Voorzitter de verschillende
posten van uitgaven en tiaar na van ontvangsten worden
voorgelezen.
Bij den uitgaafpost malariabestrijding (f 63) vraagt
de heer Tromp of die bestrijding wel nut heeft gehad.
Voorz. acht het wel een nuttig werk.
De heer TrompAls het maar niet gaat er mee
zooals in de gemeente Sint Pancras, dat men niet kon
constateeren waar de bestrijders geweest waren.
De heer Rempt is van meening, dat de bestrijding niet
zoo is, dat men die afdoende mag achten. Ze wordt niet
nauwkeurig overal waar rich de muggen in een perceel
bevinden toegepast, want er worden n.L wel eens gedeel
ten van een perceel niet bewerkt, waar zich wel muggen
bevinden. Deze toch komen tot binnen tegen de daken
nog voor in een boerenbehuizing.
De heer Jong: Er wordt wel geklaagd over de orga
nisatie en over het werk wat de m alar ia bes trijdipft
betreft. Ik zou er voor zijn, als men het doet, dan goed
doen. Ik twijfel1 wet. of hst geld, dat er aan besteed
wordt, nuttig besteed is.
Voorzitter: Ik durf het niet zoo sterk verdedigen,
omdat ik er niet zoo erg mee pp de hoogte ben. Maar
naar hetgeen ik er van hoor, moet de bestrijding toch
erg haar goede zij hebben.
De heer JongTheoretisch opgezet lijkt het wel goed.
,Maar de practische resultaten, daar twijfel ik aan.
VoorzitterIk zou wel willen, dat men er mededeeling
van deod als de resultaten niet goed zijn. Dan zou
'ik er den Burgemeester van Hoogwoud op kunnen
wijzen, dat er geklaagd wordt, waar wij voor de be
strijding onder het ressort Hoogwoud behooren. Wat
mij verder betreft, ik zou er toch voor zijn om den
Ct voor malariabestrijding op de begrooting te be
iden.
De heer Bakker: Of de malariamuggen ook in daken
van boerenhuizen verblijf houden, zou ik niet kunnen
zeggen. Maar de bestrijders kan men voor hun werk
toch krijgen in elk gedeelte van een gebouw waar men
ze hebben wil.
De resultaten der bestrijding zijn mijns inziens eerst na
jaren te constateeren. Maar wanneer verschillende ge
meenten de bestrijding maar eindigen, dan gaat het met
goed. Dan komt het in Verval. En we moeten juist
volhouden.
Dc heer TrompHoe is het met die bestrijding, wordt
dat verzocht of is het verplichtend.
Voorzitter: Ze komen rond tot het doen van be
strijding.
De heer Rempt: Ze kwamen bij mij voor de be
strijding en gingen aan het bespuiten boven de
koeien. Ik wees er op, dat achter do koeien ook nog
bespuiting moest plaatsvinden en toen is dat ook
gebeurd. In de varkensstallen is de bestrijding hee-
lemaal niet voldoende. Ik ben er voor om den post
maar te gaan schrappen.
De heer Tromp: Dat wil ik steunen.
De heer Pluister denkt er anders over en wil den
post behouden,
Stemming volgt nu over hot voorstel-Rempt om
den post te schrappen. Voor dat voorstel stemmen:
Jong. Rempt, Tromp en Ligtliart. Er tegen: Pluister,
Over en Bakker. Dus met 4 voor en 3 tegen tot
En 7oo fluisterden /.ij, terwijl de minuten oiiel
voorbij vlogen.
Vroeg- op den middag van den volgenden dag hoor
de Slone hot geklikklak van onbeslagen ponlee en
ging hij naar buiten. Een gedeelte van de laan kon
hij duidelijk zien en dat strompelde Joel Creech op,
de magerste poules, die Slone ooit gezien had, voort
trekkend. Een man, even mager als de ponies,
strompelde er achter.
Die aanblik deed Slone pijn: Joel Creech en zijn
vader! Slono had daar geen bewijs voor, omdatJhij
den ouden Creech nooit gezien had, maar toch wist
hij, dat hij het was. En bittere gedachten begonnen
döor zijn geest te flitsen. Creech zou hooren, wie er
van beschuldigd werd de boot te hebben laten weg
drijven. Wat zou hij zeggen? Als hij het geloofde,
zooals alle dorpelingen liet geloofden, dan zou bet
leven voor Lin Slone op Bostil's Ford onhoudbaar
worden. Waar waren do groote dravers Blue Roan
en Peg en de andere volbloeds?
„O, niet verloren niet dood!" prevelde hij. ,.Dat
zou de hel zijnl"
Toch geloofde hij juist, dat dat gebeurd was. Hoe
vreemd, dat hij nooit aan de mogelijkheid gedacht
had, dat Creech terug zou komen.
„Het lijkt me beter, dat ik naar hem toe ga, vóór
hij me ziet", zeide Slone.
Hij had slechts een oogenblik noodig om zijn gor
del met de revolvers aan te doen. Dan liep Slone het
pad af en ging naar de herberg van Brackton. Wat
vroeger Slone boven het hoofd gehangen had, was
niets vergeleken bij wat hem nu dreigde. Hij zou te
genover een man komen te staan - een man, die
volgens het verhaal rechtvaardig, maar streng was.
Vóór Slone bij de herberg kwam, zag bij plkeuis
naar buiten komen om do Creeches tegemoet te
gaan. Toevallig waren er meer pikeurs dan gewoon
lijk op dat uur bij Brackton. De oudo man kwam
naar buiten gestrompeld en hief zijn handen op. De
luide eri opgewonden stemmen dor pikeurs waren
goed hoorbaar. Slone kwam dichterbij en boe dich
ter hij er bij kwam, des te hardei* liep hij. Zijn in
stinct, zeide hem, dat hij de juisto laktiek volgde. Hij
wilde dezen man, van wiens ondergang men hem
beschuldigde, van aangezicht tot aangezicht zien. De
arme mustangs lieten hun koppen hangen.
„Vel over been", zeide een der pikeurs hardop.
En dan was Slone vlak bij den opgewonden
troep. Brackton stond in het midden; hij gesticuleer
de; zijn scherpe stem klonk doordringend.
„Creech, waar zijn Peg en de Roan God Almach
tig. je wilt toch niet zeggen, dat die scharminkels
alles is wat er van je grooten troep paarden over is?"
Er volgde een drukende stilte. Slone vestigde zijn
blikken op Creech. Hij zag een mager, uitgeteerd
gezicht, bijna zwart van, stof, met groote, sombere
oogen. Zijn lichaam was nat en modderig geweest en
nu inet. een koek van stof bedekt.
Creech bleef zwijgen als oen toonbeeld van wanhoop,
wat Slones' hart ineen deed krimpen. Zijn zwijgen
was zij nantwoord Joel Creech verbrak de spanning.
„Heb ik jullie allemaal niet gezegd, wat er gebeu
ren zou?" schreeuwde hij, „Versmacht van dorst en
gestorven!"
„Neen toch!" riepen de pikeurs in koor.
Brackton rilde over zijn heele lichaam. Tranen ver
duisterden zijn oogen tranen, waarvoor hij zich
niet schaamde. „God bewaar me hoe vroeeslijk!"
riep hij uit.
Slone had zichzelf in mogelijke onthullingen over
hem vergeten. Maar toen Holley vlak bij hem kwam
staan en hem een waarschuwenden blik toewierp,
begon Slone weer op zichzelf te letten. Hij voelde een
brandende, vlijmende woede in zich oprijzen tegen
den man, die Creech's paarden had kunnen redden.
En hij, evenals Brackton, voelde ook medelijden met
Creech. Deze paarden die stomme dieren trouw
en vol toewijding soms moesten lijden en den
hongerdood sterven ter wille van de zelfzucht van
eer: man.
„We zouden allemaal graag hooren wat er ge
beurd is, Creech, als het je tenminste niet te zwaar
valt het te vertellen", zeide Brackton.
„Geef me een borrel", antwoordde Creech.
„Dut ik daar niet eerder aan gedacht heb!" riep
Brackton. „Ja, ik word oud. Komen jullie allemaal
binnen. We zijn blij Creech weer bij ons te hebben".
De pikeurs gingen na Brackton en de Creeches
naar binnen. Holley bleef op den achtergrond vlak
bij Slone staan.
„Ik hoorde dien nacht den vloed komen", zeide
Creech. „Ik hoorde hem mijlen ver in den canon. Het
gebulder was grooter dan bij iederen vorigen vloed.
Toevallig was ik alleen en het kostte me heel wat
tijd om do paarden bij elkaar te krijgen. Als ik een
Indiaan bij me gehad had of Joel maar dan mis
schien Zijn stem beefde even, hokte, en dan ging
hij voort:
?,En zelfs toen ik bij de overzetplaats kwam, zou
het niet te laat geweest zijn als iemand mij' maar
geboord had en was "komen helpen. Ik schreeuwde en
schooi Niemand hoorde het De rivier wies snel. En dat
gebulder deed mij de haren te berge rijzen. Het is net
of ik daar jaren gewacht hebDan kwam de vloed
zwart en donderend en vreesebjk. Het kostte mij' dui-
velsche moeite de paaiden terug j.e krijgen. Den vol
genden ochtend kwamen er twee Piute's. Zij hadden
mustang* op de rotsen verloren. Al bet voer bij mij was
op. Er zat niet anders op dan to probeeren eruit te
komen. De Piute's ZÓïden, dat het in het Noorden onmo
gelijk was geen gras geen water en daarom
Besloot ik in Zuidelijke richting te gaan en te probeeren
of wij over dien laatsten bergrug konden komen. Peg
brak toen haar been en ik ik moest haar dood
schieten. Maar met de rest lukte het. We trokken toen
vijf dagen naar het Westen, om de canons te vermijden.
Geen gras en maar heel weinig water, en nog brak
bovendien. Blue Roan was flink zooals ik nog nooit een
paard gezien heb. En toen begonnen de, Piute's niet
langer te probeeren om eruit te komen, maar te zien, of
zij nergens wat gras konden vinden. Ik wist niet, dat de
aarde zoo dor^ was. Een voor een vielen do paarden,
er bij neerEn eindelijk, ik kon ik kon Blue Roan
niet van gebrek zien omkomen ik kon hem niet voor
mijn oogen zien sterven heb ik hem doodgeschoten...i
En Wat mij nu het meeste pijn doet, is, dat ik den
moed niet gehad heb dat in den beginne te doen."
Er volgde een Lange pauze.
„De Piute's zal ik, wanneer ik daartoe ooit in staat
ben, goed betalen. Zonder hen zou ik zelf omgekomen
zijn. Dagen lang hebben wij in alle richtingen de canons
doorkruist, tot we eindelijk bij een zandigen oever
kwamen en daar vonden we Bostil's boot.'"
„Bostil's boot," riep Brackton uit. „Zeg, heeft Joel
je niets over 'die boot verteld?"
„,Neen, Joel heeft mij niets verteld," antwoordde
Creech. „Wat is er met die boot?"
„Die is losgesneden vóór de vloed kwam."
Blijkbaar verwachtte Brackton, dat Creech vreemd
op zou kijken. Maar deze toonde in het geheel geen
verbazing.
Er fc her een zékere Slonei, een wilde-paardenjager
ging Brcakton voort, „en Joel 'zweert, dat die SLone ae
de boot losgesneden heeft, om daardoor grootere kans te
hebben de race te winnen- Joel zweert, dat hij den kerel
nagegaan is."
Voor Slone was het oogenblik gekomen met vele
emotie», maar geen enkele daarvan was angst Hij' had
de plotselinge kracht van Holley's Sterke hand, die henr
naar voren duwde, niet noodig. Slome baande zich een
'jweg door de pikeurs en ging vlak'tegenover Greecb( staan,
„Het is niet waar. Ik heb die boot niet losgesneden,"
zeide hij met krachtige stem.
„Wie benje?" vroeg Creech.
„Mijn naam» is 6k>ne. Ik ben bier mót een wEd paard