Alicieii Hienws-
OE LANGE 4 DE IRMZ,
DE WILDE JMHÏ
Donderdag 19 October 1922.
65ste Jaargang. No. 7115.
Uitgeversj N.V. v.h. TRAPMAN Co, Schagen
Arrondissements Rechtbank
te AVnnaar.
HYPOTHEKEN.
FEUILLETON.
Gemengd Nieuws.
SCHAGEH
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal pez week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij Inzending tot 'b morgens 8 aur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eorstultkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF no. 20
Prijs per 3 maanden f 1.85. Losse nummers 8 cent. ADVBRTEN-
TïëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meez CO cent (bewljano.
Inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Zitting van Maandag 16 Octo-ber 1922.
Weggebleven.
De Bovenkarspeler landlieden Klaas Jonkman en
W. Brouwer, die jachtwetsovertreding hadden ge
pleegd, moesten het eerst terechtstaan. Geen van bei
den toonde belangstelling genoeg om te komen.
De eisch was togen elk f 50 of 50 -dagen brommen.
Na een, pleitrede van Mr. Zeilemaker luidde het
vonnis voor Klaas f 100, subs, 25 dagien en voor Brou
wer f 40 of 40 dagen.
Niet hoiielijk.
Antoon Romijn, een 32-jarige timmerman te West-
Graftdijk, had een dorpascboone uithet nabijgele
gen Akersloot heftig beleedigd. Het jonge deerntje,
Leentje Donker geheeten, was niet contenf met die
quaüficatiën. Tegen Toon werd 125 of 25 dagen zit
ten gevorderd en hij mag nog van geluk spreken,
dat hot vonnis maar f 20 of 20 daagjes aangaf.
Vervallen verklaard.
Voigen een tweetal verzetzaken van Hannes Kla
ver uit Alkmaar, die wegens absentie van gedaagde
allebei vervallen verklaard wordon.
Lastige klanten.
Geert Veeneman en zijn neefje Alle, Heldersche
burgers, met geen al te rustige natuur, hel>ben wé-
derspannighaid ern mishandeling gepleegd, ten aan
zien van .den politie-agent Klaas Hesman. Tegen
Geert werd een maand gev. gevorderd en hem werd
twee maanden opgelegd.
De eisch tegen Alle was f 40 boete of 40 dagen, het
vonnis nog f 10 of 10 dagen hooger.
Een oproerig drietaL
Kees Mienis uit Noordscharwoude, Arie Schrieken,
van Barsingerhorn en Wim Hoes uit Haarlem, volg
den nu „en corps". Ze waren in den nacht van Dins
dag 20 op Woensdag 21 Juni jl. op de kermis te Ver
laat, gemeente Oude Niedorp, om den laatsten ker-
misnacht aldaar in het cafó van Arie Mljts eens recht
„gemütlich' mee te maken. Maar, ijverig pimpe
lend, raakten zie zoo zoetjes aan in opgewonden
stemming en het „gemüliche" was er voor goed af.
Ze raakten In contact met de politie-; die door een
j.aar krachtige ambtenaren vertegenwoordigd was.
Toen or alle termen waren om Kees naar buiten te
hobbelen, gebeurde dat ondanks het verzet van Kees
die daarbij door zijn twee vriendjes geholpen werd.
Ze konden het met hun drieën lang niet tegen de
twee flinke politiemannen bezetten en bereikten
niet veel anders dan dat ze alle -drie geverbaliseerd
werden. Tegen Kees werd f30 of 30 dagen geëischt.
terwijl hij mot oen vonnis tot f25 of 25 dagen werd
opgeknapt,; tegen Ariie was de eisch f60 of 60 da
gen en- hijl kwam er met f 40 of 40 dagen af en tegen
Wim werd gevorderd f 30 of 30 dagen. Zijn vonhiB
was f 25 of 25 dagen de doos In.
Er mag niet gejut worden.
Jan Stolk van Texel eigende zich aldaar in Juli
jl. wederrechtelijk enkele aangespoelde schroten toe
Dat hout verkocht hij voor 'n krats aan een eiland-
genoot, Kees Halma geheeten.
Eisch f 25 of 25 dagen zitten., vonnis f 20 of 20 da
gen.
Dat zaakje had ook voor Kees Halma nog een bit
teren- nasmaak aangezien tegen hem wegens schuld
holing f20 of 20 dagen word. geroquireerd, waartoe
hij ook veroordeeld werd.
Dat is de manier niet.
De kastelein Sijpe Postma teHoorn, schold den 5
Augustus een klant, die niet best betalen wilde, uit
en liep daarmee een eisch tot f 10 of 10 dagen en een
vonnis tot f 5 of 5 dagen op.
Solidariteit.
L&urens Antbohlus Greve uit Alkmaar, belemmer
de aldaar op 7 Augustus JL de politie toen die zijn
vriend Singel enlberg opbracht,. Eisch f 30 of 30 dagen,
hechtenis, vonnis dito.
Met een ploertendooder.
Simon Petrus, een cementwerker uit Enkhuizen,
had op 13 Augustus iets tegen J. ,1. do Boer, aldaar
en gaf uiting aan zijn gevoelens door de Boer met
een ploertendooder op zijn kop te timmeren. Dat was
een amusement dat bij de wet niet. is toegelaten.
Dat bleek wel uit eisch en vonnis, die beiden f 50 of
50 dagen zitten aangaven.
Een dure mep.
De 19-jarige Tenin Vlam van Grootebroek, s.oeg Jan
Jong aldaar met een hierfleschje op zijn tronie. Dat
liep ook vast. De eisch was 2 maandjes voorwaarde
lijk met een proeftijd van een jaar, plus schadever
goeding ten bedrage van 'n goeie zestig gulden.
Eeni rarer liefhebberij.
Gerard Jozef Groot, een jongmensch uit den land
bouwenden stand te Grootebroek, amuseerde zich in
Augustus jl. ter gelegenheid van. de dorpskermis al
daar, door de politie brutaalweg allerlei scuekina-
men achterna te schreeuwen.
Eisch en vonnis: f20 of 20 dagen,
Eau h&idL
Gert Visser, inanufacturenkoopman te Grootbroek,
had ook mee Grootebroeker kermis gevierd- en toen
er roods aardig wat herrie was op die kermis, die
dit Jaar wat extra rommelig is gebleken te zijn, hit
ste hij de drukke kermisklanten nog dapper aan om
den boel maar kapot te slaan enz. Lef genoeg....
maar 't zal nu op „de büul" ankomine, Gert! Eisch
f 20 of 20 dagen, vonnis f 25 of 25 dagen. Zoek xnaar
'n geel briefje klaar, jongen!.
Als do katjes grauw zijn.
Piet Selderbeek te Helder drentelde met onbeken
de bedoelingen in een schoonen Augustusnacht de
vischrookerij van Kraan binnen. Maar er was perso
neel, dus hij kon er niet veel uitrichten. Vermoed
word, dat Piet zoo en passant gratis een. hartigheidje
had willen, meepikken.
Wegens- het in den voor -den. nacht bestemden tijd
zich begeven op andermans erf werd tegen Piet f 15
of 15 dagen brommen geöischt. Vonnis f20 of 20 da
gen. zitten.
Eeu drue dagi voorXees.
Kees Kossen, een Zijper koopman, had zijn dorps
genoot Westmeier op 14 Augustus -bij een twist ge
weldig afgerost en werd opgeknapt met een eisch
tot f50 of 50 dagen, terwijl het vonnis luidde f40 of
40 dagen, maarbeklaagde^ werd tevens veruor
deel-d om ruim f57 schadevergoeding te tehokken.
En dat is nog erger als het heele vonnis!
Mishandeling.
Bernard Henneman, van Bergen, heeft den 21
Augustus jl. nogal stevig er opgetimmerd, toen hij
zijn. dorpsgenoot H. de Jong1 mishandelde. Eisch en
vonnis kwamen voor hem neer op f20 of 20 dagon
hechtenis.
Dure boter.
Tedde die Haan van Winkel, was poortsluiter. Hij
heeft aldaar als bakkersknecht in de coöperatie „De
Tijdgeest" gewerkt (thans is hij daar niet meer) en
heeft to enop 18 Augustus jl. wederrechtelijk een pak
je boter uit de coöperatieve bakkerij meegenomen,
dat hij In zijn jas stopte. Dat is gezien. Eisch f50 of
50 dagen., vonnis f 60 of 60 dagen hechtenis.
ALKMAAR.
Ie SCHAGtN Uunderdaos In IIOlcl Viedelusl.
Zitting van Dinsdag 17 October 1922.
De gevonden portemonnaie.
De voormalige schippersknecht met. een op dat vak
zoo toepasselijker! naam. Dirk Schuit, in de registers
van den Burgerl, Stand ingeschreven, vroeger aan
de waterrijke streek Langedijk woonachtig, mocht
eerst, terechtstaan. Hij huist thans aan de Keins)
gem. Sehagen, is geen varensbec|iende meer. maar
laat in 't onderhoud van z'n gezin voornamelijk door
zijn vrouwtje voorzien, die als kelnerin verdienste in
brengt, Zoo deelde de President tot verwijt aan Dirk
heden mede.
Dirk had een pohteironnaie met geld gevonden te
Oudesluis en zich den buidel met inhoud wederrech
telijk toegeëigend. De helft van het geld dat er in
zat, gaf hij aan zekeren Kruin, die met hem fietste
op het moment van de vondst, die in totaal ruim
f55, bedroeg, dus voor elk een aardigheidje van dik
f27 opleverde.
De landbouwer H. C. Veltman. uit de Zijpe, had de
portemonnaie met geld verloren. Had Dirk het zaak
je maar stil laten liggen. Of anders er aangifte van
gedaan, dat hij de vondst deod. Met het feit dat 26
Juni ji. plaatsvond, haalde Dirk zich nu een eisch
tot een maand brommen op den hals.
Petrus Johaimes Krum. laatstelijk kaasmakers-
knecht In Sint Maarten. thans gedetineerd had
ruim f27 van de vondst van Dirk Schuit van zoo
even aangenomen en zich daardoor aan heling schul
dig gemaakt.. Deswege werd tegen hem ook een
maand gev. geëischt,
Mr. C. J. de Lange, pleiter, vroeg ontslag van rechts
vervolging. subs. voorwaardelijke veroordeeling.
Overtreding der stedelijke verordening.
Een 54-jarige melkverkooper in Den Helder, Si
mon Bremer genaamd, had de stedelijke verorde
ning overtreden bij het verkoopen van melk en was
door den Kantonrechter ontslagen van rechtsvervol
ging. Waarvan de Ambt. Openb. Min. in hooger be
roep ging. Dat nu behandeld werd.
Mr. Bnis uit Amsterdam vertegenwoordigde den
beklaagde cis gemachtigde. De O.v.J. vroeg f5 of
5 dagen hecht.
Mr. Buis daarna als pleiter een uitgebreid plei
dooi houdende, vroeg bekrachtiging van het kan
te nrechterlijk vonnis, waarbij zijn cliënt was ontsla'
gen van rechtsvervolging.
'n Helder oogenblik.
Jan Visser, een 38-jarige. knoestig, maar niet
schrander uitziende jeneverlievende stratenmaker
uit Hoorn, (gedetineerd) had te Schermerhorn een
onbeheerd rijwiel van Klaa9 Out gegapt. Het karre
tje deugde niet en een paar hondedr metef verder
Het Jan het vehikel weer doodleuk liggen. Zeker
vcor een anderen liefhebberdie er trouwens uok
niets aan zou hebbenJan bad intusschen daar
mee toch oneerlijkheid gepleegd.
De O.v.J. vorderde tegen Jan, in wien Z.E.Gestr.
een ouden bekende in de rechtspraak zag, een jaar
gevangenis.
Zoo dom was Jan nog niet. of hij had nog het benul
om een lichtere straf te vragen, 'n Helder oogen
blik!....
Mr. Kusters. verdediger, vond een jaar gev. *n te
zware straf en verzocht een lichtere straf.
PedelartJ.
Dirk de Wit, een zwerver, zonder vaste woon
plaats. had in September jl. te Alkmaar gebedeld.
Tegen hem werd nu 3 dagen, hechtenis en 2 jaar en
R maanden rijkswerkinrichting gevorderd.
Twee zaakjes met geslot-on deuren/ tut besluit.
A s Dinsdag uitspraken.
naar het Amerikaansch door ZA.NE QREY,
Bewerkt door W. J. A. ROLBANU8 J*.
35.
Voor het avondeten ten einde was begreep Lucy dat
Creech somber en droefgeestig was, omdat hij besloten
had tot een offer, dat moeilijker te brengen was dan hij
in de eerste opwelling van zijn edel gevoei gedacht had.
Maar zij twijfelde niet langer aan hem. Zij was veilig.
De King zou teruggeven worden. Zij' zou haar vader
dwingen Creech paard voor paard te betalen. En
misschien zou de les, die Bos til kreeg, alle leed, alle
smart, die het haar gekost had, waard zijn-
Toen zij dien nacht lag te luisteren .naar het huilen
van den wind in de dennen, kwam een vreemd voorge
voel als een mysterieuso stem tot haar met de
zékerheid, dat Slone haar op het spoor was.
Den volgenden dag scheen Creech alle somberheid
van zich afgezet te hebben. Toch was hij niet spraak
zaam. Hij deed niet veel anders dan van den rand hf
kijken. -
Lucy begon zich uitgerust te voelen. Die lange tocht
met Creech had haar mager en sterk gemaakt. Uren
lang lag zij in de schaduw van een ceder op den rand,
die haar tegen zon en wind beschermde. De wind vooral
was iets vrccsolijks. Er blies een storm uit het Westen,
die door de dennentoppen huilde en het lange witte gras
neersloeg. Dien dag moest Creech rotsblóloten om het
kampvuur stapelen, om te verhinderen, dat het uitwoei.
En voortdurend areigde het gevaar, dat het gras in
brand zou raken.
Lucy vroeg aan Creech wat er in dat geval gebeuren
zou.
„Het gras zal, denk ik, zelfs tegen dezen wind in
terugbranden. Ik zou het vreeselijk vinden als de bos-
schen in brand raakten voor er regen kwam. Het is de
langste, droogste zomer dien ik ooit heb meegemaakt.
Zonder dat zouden mijn paarden Dit is een Westen
wind en hij zal wel regen meebrengen."
Don volgenden dag omstreeks twaalf uur, toen het
hard stormde en drukkend heet was, werd Lucy wakker
uit een sluimering. Creech stond naast haar. Toen hij
zijn blik van den canon afwendde, glimlachte hij'. Het
was een triomphantelijk en droevig glimlachje Iegelijk.
,Joel komt met de paarden."
Lucy sprong, bevend en zenuwachtig, op. Oh..., Waar,
waaTT*
Creech wees zorgvuldig niet gebogen hu na, precies
als een Indiaan, maar Lucy kon of de richting niet
volgen of niet ver genoeg zien.
„precies langs de helling van dien rooden rotsmuur.
Een rij paarden. Net een paar mieren.... En nu krui|>en
zij uit het gezicht."
„Ik kan ze niet zien," riep Lucy uit.. „Weet je Jiet
ze&er?"
„Positief zeker," antwoordde hij. „Joel komt. liet
zal niet lang meer duren of hij is iiier. Het zal hél beste
zijn hem hier te laten komen. Want hier is water en
gras. Eu beneden is er zoo goed als niets."
Het scheen Lucy een eeuw toe, voor zij paarden zag
zigzaggen door de kloven. Zij rilde, toen zij Sage King
en Sarchedon herkende. Dan verdwenen de paarden
weer. Creech ging verder met ^jn kampwerkzaamheden.
Zoolang zij hier waren, had hij altijd voor het middag
maai gezorgd.
Luc zag de paarden het eerst weer. Zij gilde Jict
uit. Creech sprong naar haar toe.
Joel Creech, op Sage King en met Sarchedon aan den
teugel, kwam aangailoppeeren. De andere paarden volg
den. „Wat beteekent die haast?" vroeg Lucy. „Na uit
den canon geklommen te zjjn, moest Joel de paarden
niet zoo Jagen"
„Hij zal een flink, pak slaag krijgen, als ér geen reden
voor is," bromde Creech. „De paarden zijn nat."
„Kijk eens naar Sarch. Hij heeft Joel altijd gehaat."
,,Ik vertrouw het zaakje niet. Kijk eens naar Joel."
prevelde Creech. terwijl hij zijn zoon tegemoet liep.
Lucy vloog hem voorbij. Zij zag alleen Sage King.
Hij zag haar, herkende haar en hinnikte, zelfs terwijl
Joel hem inhield. Ditmaal toonde de King blij te zijn,
dat hij Lucy zag. Hij had het zwaar te verantwoorden
gehad Maar hij was niet uitgeput alleen warm en
nat Zjj vergewiste zich daarvan en ging dan den stei-
gcrenden Sarch kalmeeren. Hij werd dadelijk rustig en
auwde zijn grooten neus bijna in haar gezicht. Zij
streelde zijn langen, wannen nek. Hij beefde over al zijn
leden. Lucy hoorde de andere paarden aanstormen; zij
herkende Two Face's gehinnik; en in haar blijdschap
wilden zij ze tegemoet loopen, toen Creech's hee$cnc
stem haar tegenhield Het zien van Joei's gezicht deed
haar plotseling bang worden.
„Wat zeg je?" vroeg Creech.
„Ik had een goede reden om de paarden naar boven
te laten galoppeeren dat is allés."
„Vooruit ermee."
„Gordts en Iiutch."
EEN PROCES WEOENS GODSLASTERING.
Het eerste proces wegens godslastering sedert de
revolutie is dezer dagen te Berlijn gevoerd. De be
klaagden waren de schrijver Karl Eiristein en de uit-
„SVat?" brulde. Creech, de» bieeken Joel beetpakkend
en èaov öUtaar ftofcutidkuxl.
„Gordts en Hutch hebben mij gezien. En zij zijn vlak
achter ine."
Creech nam het vreemde gezicht van zijn zoon goed
op. Dan keerde hij zich ora.
„Help me pakken. En Jij ook. We moeten zoo gauw
mogelijk weg."
Lucy verzette zich tegen een flauwte, die haar nutte
loos dreigde te maken. Maar zij trachtte te helpen en
dat maakte haar flinker.
De Creeches hadden niet lang noodig om het kamp
op te breken. Maar het bijeenkrijgen der paarden dreigde
oponthoud te geven.7 barchedon had Dusty Ben en
Two Face meegelokt naar het gras. Toen Joel ze ging
halen, galoppeerden zij naar de bosschen. Joel kwam
gauw terug.
„Jij bent me ook een paardenkenner," riep Creech
minachtend uit.
„Wil ik ze met den King vangen?"
„Neen. Houd den King vast" Creech wilde Plume
gaan vangen, maar het zenuwachtige en slimme dier
ontsnapte hem. Creech gaf het op. ving zijn eigen
mustangs en haastte zich naar het kamp terug.
„Lucy, als Gordts jacht maakt op Sarch en de andere,
is net des te beter voor ons," zeide hij.
Weldra reden zij het bosch in. Creech voorop, Lucy
in het midden en Joel op den King in de achterhoede.
Twee ongezadelde mustangs niet de bagage werden voor-
uitgejaagd.
Een koude angst had Lucy's hart weer aangegrepen.
Wat zou het einde van deze vlucht zijn? De manier,
waarop Creech omkeek, maakte haar angst nog grooter.
Hoe vreeselijk zou het zijn, als Cordts uitvoerde, waar
hij altijd mede gedreigd had haar en den King ont
voeren. Lucy verloor haar vertrouwen in Creecch. Zij
keek niet meer naar Joel. Een keer was voldoende
geweest. Zij reed verder met een zwaar hart. Toch had
zij nooit meer gelet op haar omgeving. Het bosch wenl
al dichter en dichter. Den hemel kan zij slechts zien
door een groen gékriskas van loof, dat in het huilen
van den storm zwiepte.
Toen zij uit het bosch kwam en een zacht gooiende
grashclling afreden naar een opening in den canon,
herkende Lucy tot haar verbazing die plek. Wat hadden
zij het bosch gauw doorgereden.
Creech steeg af. „Stap af, Lucy. En jij, Joel, geef mij
fiuw dat kleine pak.... Ik neem Lucy en den King mede
ierheen. Jij gaat dien kant met de paarden en doet
alsof je het spoor verbergen wilt, maar je doet het niet.
Begrepen?"
geveErnst Ro^voblt. Einstein "had een boek ge
schreven, „De kwade boodschap", waarin, hij Christus
in onze moderne maatschappij Iaat. optreden. Chris
tus wordt geplaatst tegenover zakenlui, woekeraars
en speculanten. De aanklacht houdt in, dat het boek
een beschimping van den cbristelijken godsdienst is,
een vernedering van Christus, van de Moeder Gods
en do leor van de opstanding, en zondenvergeving.
Uit het- proces bleek, dat de fabrikant Schaufler, uit
Neutlingén, een klacht had ingediend. Hij had uit
artikelen in de Kreuzzeitung van het boek kennis
gekregen, en geoordeeld, dat het boek een beschim
ping van den christelijken godsdienst bevatta Hij
had daarop in de Kreuzzeitung een advertentie ge
plaatst, waarin hij her., die aan het boek aanstoot
namen, uitnoodigdë, zich bijt hem te vervoegen. Twee
personen hadden zich opgegeven, hij had toen het
boek gekocht en een aanklacht ingediend. De per
soon van Christus werd in het boek zóó naar beneden
gesleurd, dat het een slag in het gelaat van ieder
christenmensch was. Op een vraag van den verde
diger, Wolfgang Heine. of niet bij hem het gevoel
was opgekomen, dat daarmee slechts de slechtheid
van hen gekenschetst werd, die op deze wijze over
een zoo heilig mensch als Christus oordeelen, ant
woordde Schaufler, dat Christus de God der Duit-
s'chers is, de God van den Christel ijken staat. Het
was ongehoord, dat dergelijke dingen konden wordien
geschreven.
Als deskundige werd o.a. de predikant Mauff ge
hoord. De uitbeelding van deni persoon van Christus
aldus deze getuige was zoo vol smaad en laster
dat geen twijfel aan de bedoeling van godslastering
mogelijk was. Hij trachtte dat te bówijzen door ver
schillende gedeelten uit het boek aan te halen. De
christelijke kerk, haar instellingen en gebruiken,
het. wondergeloof, de Heilige Schrift, de opstanding
en de verlossing waren zóó geteekend, dat ze als be
schimping mopsten worden opgevat. Spot en hoon,
ironie en satyre -worden over Christus uitgestort, zóó,
dat orgieën van fanatieke bespotting van de Christe
lijke kerk moeten worden ontketend in kringen, die
elk contact met het christendom hadden verloren.
Hier stort zich het bolsjewisme op het christendom.
„Als het met dit streven zoo doorgaat, dan zijn wij
verloren, dan wordt elk gezag ons ontnomen." Tegen
over deze deskundigen traden anderen op.
De lector dr. Paul Meyer, Thomas Mann, prof.
Köster, prof. Tönniet gaven mondeling of schriftelijk
zeer waardeerende oordeelvellingen over het boek.
De beklaagden zelf ontkenden, dat het hun te doen
was om Christus te hoonen, ze wilden slechts de
diepe klové aanwijzen tusschen de huidige wereld en
Christus. „Christus zou aan de wereld van nu moe
ten tegronde gaan, omdat de liedenLdie zich christe
nen noemen, dat niet zijn. De psychiatrie, -die met
primitieve middelen werkt, zou Christus voor krank
zinnig verklaren. De titel wil geen tegenstelling tot
het Evangelie uitdrukken, maar alleen duidelijk ma
ken. dat uit de blijde boodschap niet veel geworden
is, dat men nog steeds moordt en kwaad doet
De officier van justitie was van ooreel, dat hier
van godslastering sprake was en eischte 6 maanden
gevangenisstraf.
Het geïncrimineerde boek is in beslag ogenomen,
nadat 250 exemplaren verkocht waren.
EEN EIGENAARDIGE VERVOLGING.
De magistraat van Marlborough Street heeft dezer
dagen oen 70-jarig heer wegens hinderlijk optreden
in ITyde Park veroordeeld tot het maximum der
daarop gestelde straf, een geldboete van 5 pond. De
Lngelsche bladen hebben uitvoerige verslagen gege
ven van dit geval, waarschijnlijk ook wel om de po
sitie van den veroordeelde, Sir Almeric Fitzroy, se
cretaris van den Privy CounciL De zaak komt in
het kort hierop neer, dat Sir Almeric afgesproken
had zijn vrouw 's avonds bij Hyde Park te ontmoe
ten en daar hij wat vroeg was vooraf een wand el in-
Joei xchudde zijn hoofd. Hij zag er gemelijk, vreemd
uit. Zijn vader herhaalde wat hij gezegd had.
„Wil je Gordts het spoor bijster doen worden?"
vroefi^Joel.
„Natuurlijk. Hij zal jou wel inhalen. Maar daar be
hoef jij niet bang voor te zijn."
„Ik doe het met."
Waarom niet?" vroeg Creech langzaam, maar met
verheffing van stem.
„Ik ga met jou mee. Wat is je bedoeling met dien
truc, vader? Je zal op die manier terug gaan nadr
den Ford. En we zullen veiliger zijn, als we den ande
ren weg nemen."
Creech trirhtte blijkbaar met inspanning van alle
krachten zijn zelfbeheersching te bewaren. „Ik breng
Lucy en den King naar Bostil terug."
Joel herhaalde de woorden, langzaam de beteekenis
begrijpend. „Allebei. Het meisje.... En den King terug
geven.
„Ja, allebei. Ik ben van besluit veranderd, Joel. En
—Jij
Maar Creech voltooide niet wat hij wilde zeggen. Joel
werd door een vreeselijke dolheid aangegrepen. Op dat
oogenblik brak misschien de laatste draad, die zijn
geest aan zijn denkvermogen bond. Zijn gezicht werd
groen. Zijn vreemde oogen puilden uit. Schuim stond
op zijn mond. Hij sprong, blijkbaar om bij zijn vader
te komen, maar hij sprong èen heel andere richting
uit. Toen hij zijn gezichtsvermogen teruggekregen had,
keerde hij zich om en maakte hij vreemdè gebaren,
steeds door onsamenhangend vloekend. Het gezicht van
zijn vader begon walging uit te drukken. Dan begon
Joel eenigszins begrijpelijke taal uit te slaan.
„Houd je mond,' brulde Creech plotseling.
„Dat doe ik niet," schreeuwde Joel. „En jij zal dat
meisje niet thuis brengen.... Ik zal haar meenemen....
En jij brengt de paarden thuis."
uJe bent gek," gilde Creech heesch. „Ze hebben het
altijd wel gezegd. Maar ik heb het pooit geloofd."
„En als ik gek ben, heeft die meid het me gemaakt...
Weet ie wat ik doen zal?.... Ik zal haar spiernaakt
uitkleeden en dan
Lucy zag den ouden Creech voorover buigen en
slaan. Zij hoorde den doffen slag. Joel vie! neer. Maar
hij krabbelde weer op; ziin oogen en "zijn mond deden
Lucy denken aan een dollen hond, dien zij eens gezien
had. Het feit, dat hij tweemaal naar zijn revolver voelde
en dien niet vinden kon, bewees, dat zijn geestvermogens
niet meer werkten.
Wordt vervolgd.