Alitniu Nicivs-
DE LANGE DE MDRAAZ,
DE WILDE JACHT
Donderdag 26 October 1922.
65ste Jaargang. No. 7119.
Uitgeversi N.V. v.h. TKAPMAN Co, Schagen
Arrondissements Ktcïitbank
te Alkmaar.
FEUILLETON.
DEPOSITO'S,
binnenlandseh Nieuws.
S CHAG E
GODRAIII
Dit blad verschijnt viermaal pen week: Dinsdag» Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 'b morgens 8 *ur, worden Adver-
tentiön nog zooveel mogelijk In hot eerstultkomend nummer geplaatst»
POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF no. 20
Prijs per 9 maanden 11.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTRN*
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Zitting van Maandag 23 October 1922.
Kermsihandigheld.
In den eersten kcrmisnacht van de kermis te Bcnning-
brorik, gem. Sijbekarspel, van Zondag 30 op Maandag 31
Juli n.1. was Klaas Molenaar gestald" met zijn öfets
In de stalling van den caféhouder Simon Oudt in de
Molenbuurt. Iets wat zoovele kermisbezoekers doen.
Maar de lantaarn van Molenaar's kftrreti© wcr.d ge
gapt. Dat flikten Gerprdus Broersen en Gerrit Visser
hem. Deze twee faeeren werden gevonnisd met f 25 boete
of 25 dagen elk, een straf Idie ook in den eisch was
genoemd.
Er was dien nacht nog meer gebeurd. De bekende
kermismuzikant' van Meurs uit Hoorn maakte deel uit
van het groepje musici dat de Benningbroeker dans-
lustigen en eventueele dansminnenden uit den omtrek op
schooue Wals— en Polka melodieën onthaalde en had
zijn fiets met lantaarn ook bij „Simon jn den stal"
ondergebracht. Terwijl op de bovenzaal de dans vreugd
rustig en lustig haar gang ging, had Nico Tromp do vxnj-
moooighcid om van Meurs rijwiellantaarn te stelen.
Tegen den dief werd f 25 of 25 'dagen gevorderd.
'Vonnis dito.
Den örtenpikker.
Evert Steenbergen te Schagen was den 26 Augustus j.1,
jjzüoo boos op een andermans eend. die in zijn erwten
op ongowenschte manier huishield, dat hij den niets
kwaads vermoedenden zwemvogel een gevoeligen schop
tegen zijn gevederd lichaam gafT Eisch f 20 oi 20 dagpn
zitten. Vonnis f 15 of 15 dagen.
Nog temperament genoeg.
Klaas Kwcldam van Twisk is wel al 73 jaar oud,
maar zijn vurig temperament is nog als dat van een
die een halve eeuw jonger is dan hij.
Ouwe Klaas, slager van beroep, dreigde een dorps
genoot, Piet Spijker, met een slagermes, dat misschien
20 jaar geleden nieuw was, tusschen zijn ribben te
kietelen. Piet zei, pijnlijk getroffen tc zijn door het
mes. Maar slager Klaas zei, hem absoluut niet met
het mes te helmen geraakt. Geen sprake van.
Eisch on vonnis tegen Klaas f20 of 20 dagen
brommen.
Een lastig hoer.
W. Kraakman uit Zuid-Scharwoude was m den nacht
van 5 op! 6 Augustus j.1. te Kalverdijk te kermis in het
café van Boon aan den driesprong. Willem werd zoo
druk cn lastig in de lokaliteit, dat hij cr door rijksveld
wachter Schouten, gcmeente-veldwathter Homan en nog
een politieman moest worden uitgezet. En toen heftig
verzet. Do eisch tegen Wim was f 100 boete, subs.
100 dagen hechtenis. Het vonnis werd een week uitgesteld
Gevonden voorworpen.
het geldbeursje gevonden te hebben. Gcëischt werd f t>
of 5 dagen. Vonnis kctzcltde.
De bokkeprulk op.
Een '15-jarig visseher uit Hoorn. Willem Worms-
becker genaamd, heeft den 31stcn Augustus rim stad-
stadgenoot Anthonie Woltering mishandeld. Dat ge
beurde bij den Hoofdtoren, waar Anthonie er nogal'
van langs kreeg. Wim.. was geweldig boos en zelfs nu
bij de berechting van zaakje, een paar maanden na
'VüictiLL weer erg kriegelig, nu 't
dato alweer, werd Wij w w
geval ter sprake kwam/ Do eisch tegen hem was f 30 of
30 dagen zitten. Het vonnis was iels milder en gaf aan
f 25 of 25 dagen.
naar hot Amorikaonsch door ZANE GREY,
Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr.
37.
H'dlley liep zóó hard, dat hij bijna draafde. Een paar
honderd yards in het saliofeld bleef hij staan en knielde
weer neer. Bostil1 en de pikeurs snelden toe.
„Achteruit. Niet zoo dichtbij." beval Holley. Dan
zocht hij als iemand, die in zand en gras naar een ver
loren goudstuk zoekt, den grond at Het scheen Bostil
een eeuw toe vóór Holley Maar was. Toen hij opstond,
verried zijn gezicht een vrees el'jke zekerheid, waardoor
Bostil wist, dat Lucy het ergste overkomen was.
„Vier mustangs en twee mannen gistervond," zeide
Holley vlug. „Hier is Lucy gaan zittenHier is
zij opgestegen........ En hier is 'het spoor van een der
den manmaar dat is van vanochtend".
Bostil richtte zich op en keek, als verwachtte hij
den genadeslag, Ilolley aan. „Die laatste sporen zijn
zeker van Slone?"
„Ja, ik herken ze."
„En die andere sporen? Van wien zijn die?"
„Van Creec.h en zijn zoon!"
Bostil voelde zich als weggevaagd door een don
kere, dwarrelende vlam. En toen deze voorbij was,
lag hij, in de schaduw van de schuur, voorover op
het geurige hooi. Zijn kracht en zijn woede waren
uitgeput. Een doffe pijnbleef slochts over. Zijn
geest was gebrokon. En hij koek neer in den don
keren afgrond, die zijn eigen ziel was.
De pikeurs kwamen bij hem, lichtten hem op en
brachten hem naar, buiten. Hi| schudde ze van zich
af en stond langzaam adem tc halen. De frissche
lucht verkoelde zijn warm, vermoeid brein. Het ver-
wonderde hem niet Joel Creech, die achter Holley1
wegkroop, daar te zien. i
Bostil maakte een handgebaar, dat iemand zou i
spreken. Holley kwam naar voren. Zijn gelaat was i
nog verwilderd, maar de doodelijke bleekheid was
verdwenen. Hot was, alsof hij met tegenzin sprak,
als was hij bang» nog meer pijn te doen.
„Bost,dl', begon hij heesch, „je moet den Kt-ng
en Sarch en Ben en Twq Face en Plume stu
ren als losprijs voor LucylAls je het niet doet
dan zal Creech haar aan Cordts verkoopent"
Welk oen vreemde blik kwam er op de gezichten
der pikeurs. Dachten zij, dat hij meer gaf om paar
den dan onj zijn eigen vleesch en bloed?
„Stuur den King en alles wat hij vraagt...... En
laat aan Creech zeggen, dat hij naar den Ford te
rugkom©Zeg hem, dat ik gezegd heb dat mijn
zenden aan mij bezocht zijn!"
Tevens uitsmijter
Jan Roos uit. Wijdcnes stond op 29 Augustus in het
café van D, Rol xop dc Oostwoudcr kennis met dans-
kaartjes e.n was dus „bureaulist", 'n Aardig baantje,
maar..,, je moet geen ruzie krijgen. Dan is t mooi er
totaal- af. Jan kreeg echter wel mot en hobbelde een
wanbetaler het heiligdom der danslievenden uit. 'n Ka
meraad trok partij en kreeg ook ransel van den gootigen
deurbewaker. Jan werd nu opgeknapt met f o boete
of 5 dagen zitten als eisch en vonnis.
Beleediggi*.
Aaltje Kwcldam, een vrouwtie uit Sijbekarspel heeft
daar aen 7den Augustus» j.1. haren dorpsgenoot, den
zuivelconsulent Jetze vaö der Bijl eeuige heftig beleedi-
gende woorden toegevoegd. Dat lokte heden een eiacb
uit tot f 25 boete of 2o klagen hechtenis, terwijl het
vonnis neeridraaido op f 20 of 20 dagen do doos ln.
Een dnre opzanlker.
Jan Meurs, een Öpperdoezer landman, kreeg het
te Twisk in den nacht van 21 .op 22 Augustus in
in een café met zekeren J. de Vries te doen en heeft bij
die gelegenheid de Vries met een bierglas op z'n
kop getimmerd. De eisch was niet malschéén maand
gev. Gelukkig voor Jan was het vonnis wat gunstiger,
n.1. f 50 of oO dagen. Toch een duur grapje, jongen.
Flaawe aardigheid.
Goinelis Berkhout had de Oudorp tijdens de kermis
aldaar, in den nacht van. 8 op 9 Augtistus j.1. de „aar
digheid'5 om eeri in den timmerwinkel van Kees Iiooê-
zaad staande kachel1 te vernielen. Wat nu tot gevolg had
dat hij- met f 25 of 25 Idagen hecht, als strai werd
bedacht.
Ook niet lollig.
In den nacht van 15 op 16 Augustus j.1., den laatsten
nacht der kermis te Hauwert, had de landman K. Haker
aldaar een minder prettig avontuur. Hij werd n.1. door
een ruwen kermisbezoeker, Johan Klein uit Zwaagjüjk
tegen een stijl van de stal bij het café van P. Baas
gedrukt. Dit gaf een min of meer pijnlijke gewaar
wording voor den zwaarlijvigen Haker. Tegen Klein
werd gcëischt f 60 boete of 60 dagen zitten. Bij vonnfs-
wijzing liep het nog met een sisser af en draaide het
uit op f 20 of 20 dagen zitten.
To veel smoesje».
Kees Gootjes, een schippersknecht die te A.kmaar
in den nacnt van 1 opt 2j Augustus een g'aasken te veel
geconsumeerd had. riep een nachtveiligheidsdienst-in
specteur eenige beleedigingen toe en liep «daarmee 115
boete of 15 dagen zitten op.
Onder rijkscontrole of boete.
Johannes Beers, een koopman uit Enkhuizen, ha*l
mét adverteeren laten plaatsen, dat de door hem aange-
„Melange" onder rijkscontrole staat. Wat niet het geval
was .Beklaagde was wel van meening dat hij met zijn
wijze van adverteeren geeft menseh had benadeeld, maar
hij liep toch f 100 boete 'of 50 dagen hechtenis op.
Geen verduistering,
Een bewoner van het eiland Wieringen, Jan Nieuwen
burg genaamd, heeft in Augustus j.1. opzettelijk een
valöche aangifte gedaan van verduistering van vodden
ALKMAAR.
Te SCHAGEN Uomirrdnu* in tittel Vrrdtlusl.
ten rijnen nadeelc. F.n die vodden waren niet verduis
terd. Wat hij drommel?» goed wist. Geëischt werd een
tientje boete of 10 dagen zitten, maar hij vonniswijzing
werd sinjeur vrijgesproken.'
Gelijk had zei
G. Lont, ook van Wieringen, heeft de ambtenaressé
ter secretarie aldaar Betsij Wagenmaker, beleedigd. Dét
vond plaats pp 11 Augustus. Door de tegen haar geuite
woorden was Betsij zoo uit haar humeur, dat rij
aangifte deed. Eisch f 30 ot 30 dagen Vonnis dito.
Al te moorddadig.
Een Ursemer veehouder, met name Jan Wildeboer,
had den likten Augiutu» j.1 3 eenden van Klaas Leeg-,
water doodg6mept. Dat liep leeiijk vast Klaas was er
„kwaad oom' en er groeide een rechtszaakje van. De
eisch was f 20 of 'ÜO dagen, het vonnis f 10 of 10 dagen
hechtenis.
Te veel babbels.
Jan Makelaar te Den Helder maakte het in, den nacnt
van 13 op 14 Augustus j.1. wel wat bont door den
politieagent Beukers met niet minder dan vier onwel-
klinkende scheldnamen te betitelen. Jan werd gestraft
met f 20 boete of 20 dagen.
Niet bewezen.
De lange Kees Peetoom van Sijbekarspel heen op
.23 Augustus j.1. akhar ouwe Willem Roos te grazen
gehad, door uien met het deksel van een melkvat te
komen. Groote Krelis zei, dal de ouwe hem bedreigde
met een sikkel. Roos sprak dat tegen e.n beweerde met
dat wejktuig dat hij toevallig in de hand had, absoluut
niets gedaan He hebben. De O.v.J. eiscihte tegen den reus
Peetoom f 3 of 3 dagen hechtenis. Vonnisbewijs
niet geleverd, ergo: vnjspraai.
Een zaak met gesloten deuren tot besluit.
Zitting van Dinsdag 24 October 1922.
Weer van het goede pad af.
Anthonius F. Hazes, een 32-jarig arbeider, geboren
en wonende te Alkmaar, heeft, behalve eenige veroor
deelingen door de rechtbank, al heel wat medegemaakt
Tengevolge van een zijner voroordeelingcn, die een
tamelijk lang verblijf in de rijkswerkinrichting te Veen-
huizen voor hem inhield, had hij aldaar allen tijd om
„nieuwe kennissen" op te doen. Hij maakte daar kennis
met haar. die hij later tot ega verkoos. En in hun
huwelijk neeft zijn vrouw hem in al de ellende, die ze
hebben meegen aakt, trouw ter rijde gestaan. Met de
opoffering, die men bij een oprecht minnende vrouw
meer aantreft, heeft zij getracht haar man op het goede
pad te houden.
Nadat Antoon drie jaar geleden rijn. Jongste vonnis
had gekregen, was het vrij goed gegaan. Tenminste in
zooverre, dat hij geen vonnissen meer opliep. Maar in
den laatsten tijd nad Hazes geen werk, raakte in moei
lijkheden enpleegde oneerlijkheid, 't Was op 21
September, juist met de intrede van den herts't, dat
A. Sijs te Heilio zijn rijwiel in een stal neerzette. Éven
tjes maar. Doch het vertrouwen dat hij in zijnen even-
mensch had gesteld, werd beschaamd. Toen Arie Sijs
even daarna weerom kwam om op zijn fiets te wippen
en huiswaarts te gaan, was het rijwiel verdwenen.
Anthonius Fransicus was er mee aan den haal en
belandde heel tc Burgerbrug. Daar heeft hij in eeu
herberg het gestolen vehikel voor 35 gulden van de
hand gedaan. Die centen heeft Antoon op een klein
bedragje na „frisch gemaakt" of te wel ten eigen „bate'
Bostil zag Joel Creech op den kin-j: de helling
oprijden, de andere voor zich uitdrijvend. Sage King
wilde galoppccren. Sarchedon was wild en koppig
Zij verdwenen uit het gezicht. Dati wendde Bostil
zich tot zijn zwijgende pikeurs.
„Jongens, den King weg zien gaan beteekende
nietsMaar de groote vraag is zal zij daardoor
terug komen?"
„Dat weet God alleen!" zeide Holley. „Misschien
niet ik ben bang van nietlMaar Bostil, je
vergeet, dat Slone Lucy na is. Hij is Joel een heel
eind voor. En Slone is de beste wilde-paardenjager
dien ik ooit gezien heb. Dacht je. dat Creech hem
op een dwaalspoor kan brengen? Hij zal C.reech doo-
den en Joel op zijn terugweg afwachten en hem
cioodenIk wed er al wat ik heb om, dat hij met
Lucy en den King terugkomt!"
..Ilolley, je -denkt toch niet, dat die roode hengst
van Slone harder loopt dan de King?"
Ilolley lachte, alsof Bostal's vraag het vreemdste
van heel dien pijnlijken dag was. „Neen. Slone zal
in hinderlaag gaan liggen en een lasso om hem
gooien net als hij met Dik Sears gedaan heeft".
„Holley, ik geloof, dat jij de zaak beter inziet
dan ik", zeide Bostil op klagendén toon. „Het lijkt
alsof ik vroeger nooit een harden klap gehad heb.
Mijn geestkracht is gebroken. Ik kan niet hopen
Lucy is verloren!Is er niets te doen dan te wach
ten?"
„Dat is alles. Alleen wachten! Als we Joel volg
den, dan zouden we de kans, dat Creech eerlijk-
blijft, verminderen. En ook zouden we Slone in de
wielen rijdon. Ik zou niet graag willen, dat hij mij
op het spoor was."
HOOFDSTUK XVIII.
Den dag, dat de oude Creech zijn zoon verloochen
de, verliet Slone mot een onuitsprekelijk gevoel van
verlichting en zonder zelfs een woord tegen Holley
te zeggen, Brackton's herberg en lief» het pad »ar
zijn huisje op.
Nadat de eerste golf van blijdschap weggevloeid
was, voelde hij een vreemde stemming over zich
komen. Het was alsof alles niet zoo mooi was als
hij in den beginne gedacht had. Hij begon te peinzen
over dio vreemde gedrukte stemming: terug te den
ken. Wat was er gebeurd? Speet het hem, dat de een
voudige dorpsbewoners van zijn onschuld overtuigd
waren, omdat daardoor achterdocht gewekt werd te
gen Lucy's vader? Neen, het speet hem voor het
jonge meisje, maar niet voor Bostil.
Hij bracht zijn onbestemde voorgevoelens terug
tot een kleinen schok, dien hij gekregen had in zijn
laatsten blik op Creech's onheilspellend, somber ge
laat. Het was het gelaat van een Nemesis. Alles aan
Creech ademde stille, wraakgierige kracht. Slone
vroeg zich af, waarom dat feit hem moest terneer
uitlcgging van de omstandigheden waarin zijn cliënt had
verkeerd, voor bij deze verduistering pleegde. Pleiter
zou hét dienstig vinden, om Haf es nog eens kans te
geven, om riin hest te doen. Mr. de Groot acht termen
tot het berechten met inachtneming van clementie wel
aanwezig en zou de voorkeur aan voorwaardelijke straf
willen zien gegeven. Desnoods met zwaren proeftijd,
Verder wordt door spr. er op aangedrongen dat de
rechtbank door een in te stellen nader onderzoek zich
meer in bijzonderheden op de hoogte stelt van beklaag-
des omstandigheden.
Hazes geeft daarna zeil nog het een en ander ten
beste over de tegenspoeden, waarmee hij heeft moeten
kennismaken en betuigt, thans met berouw bezield te
zijn.
Volgen twee zaakjes met gesloten deuren, waai na de
zitting is geëidigd.
A.s. Dinsdag uitsprake.
:ide voor sinjeur een rechtszaak]e van.
aangewend.
Ér groei» HjH
De O.v.J. achtte dezén beschuldigde eigenlijk' iemand,
die niet in de maatschappij thuishoort, 't Is bij her
haling door de justitie met Hazes geprobeerd. Echter
haling door de justitie met Hazes geprobeerd. Echter
tevergeefs. Spreker requireerde een jaar gevangenisstraf.
Mr. de Groot, toegevoegd raadsman, geeft een breode
ANNA PAULOWNA.
Maandagavond hield de afdeeling Anna Paulowna
der S.D.A.P. eene openbare vergadering in Veer
borg,
Nadat de voorzitter, de heer K. Keuris, de aanwe
zigen welkom had geheeten, kreeg Dr. van der Waer-
den, lid van de 2e Kamer, het) woord voor zijn «onder
werp „Wat zal ons de toekomst brengen?"
Spreker begint met te verklaren dat het zelfs voor
de knapste koppen een onmogelijke opgave is, te
zeggen, wat ons de toekomst brengen zal. Maar „In 't
verleden Ligt het heden, In het Nu, wat worden
za!" en zoo zijn er toch wel duidelijke aanwijzingen
l om althans enkele lijnen te kunnen trekken omtrent
hetgeen ons te wachten staat. Wij beleven tegen-
woordig" een tijd van malaise, maar ook vroeger
heeft men meermalen een crisis gehad, als gevolg
i van een wanverhouding tusschen voortbrenging èn
verbruik. Ja, deze wanverhouding is zóózeer met het
heerschende kapitalistische stelsel verbonden, dat
men bijna wiskundig zeker voorspellen kan, wanneer
een crisis te wachten is. Immers, het eenig doel bij
het kapitalisme met betrekking tot voortbrenging
is, het maken van winst. Het vraagt zich niet af naar
een mogelijk te veel. En zoo heeft het maar steed9
geproduceerd en maar groote schepen gebouwd tot
dat de koopkracht op eenmaal te klein bleek en zie
daar het conflict. Dit kón niet uitblijven, maar de
wereldoorlog heeft gemaakt, dat de crisis ditmaal
veel ernstiger is dan vroeger, veel ernstiger ook dan
na de oorlogen van Napoleon, en den oorlog van 1870
I '71. Een groote kapitaalsvernietiging en geweldige
schuldenlast waren van den wereldoorlog het droe-*
ve gevolg. En wat heeft de vrede gebracht? De over
winnende landen kunnen hun schulden niet voldoen
omdat zij op Duitschland niets meer kunnen verha
len. In Duitschland zelf wordt geweldig geproduceerd
het overstroomt met zijn artikelen de grenzen, er is
bijna geen werkeloosheid, maar het lijdt aan onder
voeding en als afzetgebied voor andere landen is
het bijna volkomen uitgeschakeld. Vooral onze groen
tetelers ondervonden dat, voor wie Duitschland de
grootste afnemer was voorheen. Thans heerscht on
der onze tuinbouwers dan ook armoede en werke
loosheid, zooals die tegenwoordig in bijna alle bedrij
ven heerscht.
En de toekomst biedt nog bjeel weinig lichtpunten
Zeker, Amerika hoeft wel is waar zijn schuldenlast,
aanzienlijk weten te verminderen, maar dit, groote
land heeft den invoer van andere landen zoo goed
drukken, en het antwoord was. dat Creech, als hij
Bostil wilde treffen, hem treffen moest in Bostil's
paarden en zijn dochter.
Slone raadde dat als bij intuïtie raadde het
door de subtiele, intuïtieve kracht van zijn liefde
voor Lucy. Hij dacht niet meer aan zijn vermoeden
vói >r Creech's terugkomst dat Creech Bostil zou
doaden. De dood zou gpen wraak zijn. Creech was
van plan den King te stelen en hem van honger te
laten omkomen en hetzelfde of erger nog met Lucy
te doen. Dat dacht Slone bij de herinnering aian
Creech's gezicht.
Vüór het invallen der schemering zag Slone de
Creeches de laan uit het salieveld inrijden.-blijk
baar met de bedoeling den Ford te verlaten. Dat
was voor Slone een groote opluchting, doch slechts
voor een oogenblik. Wat de Creeches schenen te doen
zou niet van groote beteekei^is kunnen zijn. En hij
wist. dat, als zij in 'het dorp gebleven waren, hij
een wakend oogje op hen gehouden zou hebben als
had 'hij gedacht, dat zij van plan waren Wildfire te
stelen.
Ilij maakte zijn avondeten klaarn zorgde voor zijn
paarden en sloop bij het invallen der duisternis in
het boschje om op Lucy te wachten. Steeds deed
dat zijn hart kloppen en zijn zenuwen trillen, maar
dien avond was hij geagiteerder dan gewoonlijk. Het
boschje scheen vol bewegende schaduwen en in alles
meende hij Lucy te herkennen. Toen hij bij de bank
kwam, trachtte hij zich te dwingen, om kalm te
wachten. Maar de kalmte wilde niet komen. De
avond was stil, alleen de krekels en het zacht bla-
derengeritsel verbraken het doodsche zwijgen.
Slone had de ooren van een wild paar in zooverre
dat hij zich geluiden phantaseerde, die hij in wer
kelijkheid niet hoorde.
Hij wachtte. Lucy kwam niet. Zij was nog nooit
weggebleven cn hij wist, dat zij komen zou. Het
wachten begon hem moeilijk te vallen. Hij wilde
„eruggaan naar het huis haar tegemoet loopen.
Toch bleef hij op zijn post, kijkend, luisterend, met
een bezwaard hart. En hij trachtte zijn vreemde
vrees, zijn gevoel, dat hij zich haasten moest, weg
teredeneeren. Een tijdje slaagde hij daarin door
te droomen van Lucy's liefde, haar moed. Uren en
uren had hij in zulke droomen doorgebracht Eén
droom vooral bekoorde hem steeds weer, een droom
v/aarin hij het Jonge meisje Wildfire rijden zag in
een groote race om haar leven te winnen. Een an-
andere, even betooverend, maar zóó kwellend te
vens, dat hij dien steeds van zich schudde, was de
droom, waarin Lucy, alleen en in gevaar verkeerend,
vocht met Cordts of Joel Creech om meer dan haar
leven. Deze vage droomen waren Slone's opwekking
van het bloed en don geest en Lucy. Zij' w$s Bostil's
dochter. Zij kende geen vrees. Zij wilde vechten.
En hoewel Slone altijd trilde van trots, beefde hij
ook van angst.
Ten slotte waren zelfs hartstochtelijke droomen
over de oogenblikkcn, waarin Lucy zich gaan liet
als een wervelwind in de wildernis, om hem in al
haaV heerlijkheid te hullen,, niet in staat Slone's ge
duld te bedwingen. Hij begon onder den grooten
boom heen en weer te loopen. Hij wachtte en wacht
te. Wat kan haar opgehouden hebben? Slone lachte
inwendig om het denkbeeld, dat óf Holley óf tante
Jane in staat zouden zijn haar binnen te houdon,
wanneer zij naar hem toe wilde gaan. Toch had
Lucy altijd gezegd, dat er iets tusschenbeide zou
kunnen komen. Er bestond geen enkele reden, waar
om Slone zich ongerust zou maken. Hij hield zijn
ueagiteerdheid. zijn liefde on zijn teleurstelling voor
iets. waarin geen werkelijkheid was. Toch kon hij
er zich niet tegen verzetten. Hoe langer hij wach
ten moest, des te meer schaduwen slopen er onder
de katoenboomen, des te zwakker geluiden hoorde
hij.
Hij wachtte nog lang nadat hij tot de overtuiging
gekomen was. dat zij niet komen zou. Bij zijn te
rugkeer door het boschje kwam hi) bij een punt,
waar de onwerkelijke en phantastische waarnemin
gen plotseling verbroken werden. Hij hoorde een
stap. Hij bleef even doorloopen, om in een dichte
schaduw om te kijken. Hij zag zwak afgeteekend een
man. Een der pikeurs had hem nagegaan had
hem gevolgd! Slone had dat altijd verwacht. En
Lucy ook. En nu was het gebeurd. Maar Lucy was
hem te slim af geweest. Zij was niet gekomen. Slone
had reden om nog trotscher te zijn op Lucy en be-
bevrijd van verderen angst ging hij naar zijn hut
terug.
Voor hij naar bed ging, hoorde hij echter het
hoefgeklopper van een aantal paarden in de laan. Hik
kon hooren, dat het vermoeide paarden waren. Pi
keurs, die naar huis terugkeerden, dacht hjj, maar
onmiddellijk verbeterde hij zich, want pikeurs kwa
men zelden laat terug. En dan vermoedde hij, dat
Bostil misschien uit Durango thuis gekomen was,
en vervolgens, dat het de Creeches konden zijn. De
onaangename gedachten van het begin van den
avond kwamen terug. Maar zij beletten niet, dat hij
zich slaperig voelde. Hij nam zich voor, dat het
eerste wat hij den volgenden ochtend doen zou. was
de Creeches na te gaan, en vtel dan in slaap.
In den ochtend bracht het vroolijke, heldere dag-
j licht Slone in een heel andere stemming. Dingen,
die hem in het donker van den nacht terneer ge-
I drukt hadden, verdwenen in het licht van de zon.
'Toch bleef hij benieuwd naar de Creeches en nadat
hij zijn ochtendwerk gedaan had, ging hij uit om
te zien of hij hen vinden kon. Het was niet moeilijk
hen in de laan te volgen, want na de Creeches wa
ren er geen paarden in die richting gegaan.
Wordt vervolgd.