Raad OudkarspeL Voltallige vergadering van den Raad dezer ge meente op Maandag 20 November., 's avonds 7 uur. Na opening door den voorzitter worden! de notulen gelezen er onveranderd vastgesteld. Naar aanleiding van de notulen merkt de beer Bakke op, dat in do vorige vergadering door den voorzitter woorden gebezigd zijn, die voor enkele leden een beloediging inhouden. Da woorden: als B. en W. een zoodanig voorstel gedaan hadden1, zouden jullie er tegen gestemd hebben, doch nu het door den heer Schrieken gedaan wordt, stemmen jullie voor, waren van allen grond ontbloot. Als een voor stel of opmerking voor ons aannemelijk is, doet hot niet ter zake door wien het voorgesteld wordt. We wenschen afgescheiden van eiken persoon onze hou ding te bepalen. Van den heer Mosk is de mededeeling ingekomen, dat hij zijn. herbenoeming als lid van het Burgerl. Armbestuur aanneemt. Van Ged. Staten is de goedkeuring ingekomen op do suppl. hegrootiug. Van KL Volkers is een schrijven ingekomen, waar in hij solliciteert rasj de betrekking van gemeente veldwachter. Hij is daarmee in de war, want als er oproeping gedaan wordt., dient een zoodanig schrij ver bij den Burgemeester in te komen. Ingekomen is een brief van den gem.-veld wacht er Prijs, welke door wethouder Van Exter aan den voorzitter wordt overhandigd. Waar dit naar alle waarschijnlijkheid in verband zal staan met een in cident, dat zich voor enkele dagen ter secretarie heeft \oorgedaan werd besproken of het niet beter was, deze zaak bij de rondvraag te behandelen. De heer Paarlberg deelt mede, dat hij in verhand met die kwestie een vraag wenscht te stellen en het doel was, dit hij de rondvraag te doen. Wordt dit schrijven nu behandeld, zal het goed zijn, deze zaak tevens geheel af te wikkelen. Voorlezing wordt nu gedaan van den brief, waarin op de meest ui" gebreide wijze wordt uiteengezet, boe zich het incident heeft ontwikkeld, met het gevolg dat ajn hem geen werkzaamheden meer werden op gedragen, met de mededeeling van vacantie tot Nieuwjaar, den tijd waarop het pensioen ingaat. De inhoud van den brief komt hierop neer: De dcehier van den Burgemeester, die ter secretarie in particulieren dienst van den voorzitter schrijfwerk verricht, had aan Prijs opgedragen een sleutel van den Rijksveldwachter te halen, omdat de aanwezige sleutel stuk was. Een stuk van de sleutel zat in hot slot en opensluiting van die deur, behoefd© niet di rect noodzakelijk te zijn. Prijs, die op dat mument voel werk had, ging naar Geluk in den loop van zijn werk en had tegen de juffrouw, dïe zich volgens hot schrijven niet behoorlijk, uitliet, gezegd: ik heb nie's met je noodig. Dit gebeurde op Zaterdag 11 Novem ber en Maandagsmorgens werd Prijs door den Bur gemeester onderhouden, mot het gevolg, dat gezegd werd: je heb vacantie tot Nieuwjaar. Prijs schreef, dat hij. als een kwajongen is weggejaagd, wat hem ontzettend grieft. Hij verlangt nu niet meer naar do secretarie terug te keeren. Wethouder Van Exter merkt op, dat dit een on verkwikkelijke geschiedenis is. De kwestie is niet serieus opgevat. Ik heb den indruk, dt uw dochter zich driftig gemaakt heeft en u ook. De heer Paarlberg stelt in dit verband de volgen de vraag: Is het waar, dat onze gemecnte-veldwach- tor-bode om een klein incident van zeer onderge schikt belang den toegang tot het raadhuis ont zegd is en hem geen werkzaamheden meer worden opgedragen? Zoo ja, behoort het tot de competentie van den Raad om te vernemen, wat u mijnheer de voorzitter bewogen heeft, zoodanig op te treden tégen een ambtenaar die gedurende meer dan 30 jaar den dienst in de gomeente verricht heeft en met ingang van 1 Januari e.k. op verzoek eervol ontslag ver- loend is. De voorzitter wenscht op deze vraag en het schrij ven niet te antwoorden, doch de bescheiden aan den "Commissaris voor te leggen. De heer Paarlberg: Dus deze zaak moet in het ge heim afgewikkeld worden? De voorzitter: Dit kan ik wel zeggen, dat we ons geen van beiden boosgemaakt hebben. Hij wenschte niet naar Geluk te gaan, daar, het tbch niet uitmaak te of Gluk de sleutel bracht, of Prijs hem baalde. Daarop heeft mijn dochter gezegd, dat dit toch niet het werk van Geluk was. Toen is Prijs opgestoven. Maandagmorgen heb ik hem eerst over het werk ge sproken en toen gevraagd: Prijs, wat was dat met dien sleutel.? Prijs zegt toen: Zoo, heeft uw dochter dat overgobrieft, dan heb jij dat niet goed1 onder zocht. Zij had, mij echter niet anders meegedeeld, dan dat Prijs den sleutel niet wenschte te halen. Toen Prijs zei, dat hem het leven hier zoo zuur ge maakt werd, heb ik hem, meegedeeld, dat ik dat volstrekt niet wenschte en gaf hem verlof tot Nieuw jaar. Ik heb hom gezegd, dat hem geen boodschap pen meer zouden worden opgedragen. De heer. Van Exter: Die mededeolingi was toch niet gepast. De voorzitter: Moet ik dan alles voor zoete koek opnemen? De heer Van Exter: Ik vermoed, dat allen zich wat driftig gemaakt hebben. De heer Schrieken heeft ook iets over deze zaak gehoord en toen de opmerking gemaakt, dat zoo de zaak van een kant bekeken is. Er komt nu toch wel even een andere lezing van het geval. Het is juist daardQor, dat het zoo moeilijk voor ons is een oor deel te vellen. Er waren natuurlijk geen getuigen bij. Wij kunnen niet zeggen, -die spreekt de waarheid en die liegt. De heer Bakker spreekt zijn leedwezen uit, dat zoo'n onverkwikkelijke zaak ter tafel moet komen. Lievèr had hij gezien, dat dit incident zich niet had voorgedaan. Er zal van beide kanten wel schuld zijn Hij had den sleutel moeten halen, l'och geloof :k niet dat hij uw dochter heeft te gehoorzamen Dok gelooft hij dat de verhouding hier geen prettige is. Als je 31 jaar in een gemeente bent, begin je je thuis te gevoelen en dan wordt wel eens wat gezegd, dat bij nadere beschouwing niet door den heugel kan. Mij heeft hij meegedeeld, dat hij meestal gepasseerd wordt. Dat u 14 dagen met verlof naar het buiten land ging, werd aan Prijs niets meegedeeld, doch wol aan den Rijksveldwachter Geluk. De voorzitter: Dat is een groote leugen. De heer Bakker: Zelfs de loco-Burgemeester was met het vertrek niet eens in kennis gesteld. De heer Van Exter: Wat mijl betreft, is dit een ver keerde voorstelling geweest. Voorzittor: Deze besprekingen verbazen me. Ik weet nergens van. De heer Bakker: Het spijt me, doch Prijs heeft het me meegedeeld. Voorzitter: Als u Prijs gelooft en mij niet. De heer Bakker: Ik meen, dat ik zooiets ook van wethouder Van Exter vernomen heb. De hoer Van Exter: Dat was in laatste instantie- Voorzitter: Den dag dat ik wegging, was Van Ex ter niet huis.1 De hoer Bakker: Ik wil niet graag persoonlijk zijn en niet alleen voor den zegsman doorgaan. Wethou- dort Hart heeft zich ook in dien geest in afkeuren den zin uitgelaten,, waar de heer Schrieken bij was. Hart heeft toen zelfs gezegd: dus de gemeentebelan gen moeten aan Geluk worden overgelaten. De hoer Hart: Wethouder Van Exter heeft ook tegen mij gezegd, dat de Burgemeester hem zijn ver trok niet heeft meegedeeld. De lieer Schrieken: Het zal beter zijn, de discus sies te sluiten. Het komt me voor, dat dit ten slotte een persoonlijke zaak tusschen Van Exter en den Burgemeester is. Als er gepasseerd is, ligt de groot ste schuld bij den wethouder zelf.'Als de Burgemees ter de gemeente verlaat, neemt de eerste wethou der do teugels in handen. De heer Van Exter: Ik heb er met den Burgemees ter over gesproken en wensch er hier niet meer van te zeggen. Voorzitter: Ik heb Geluk niets opgedragen: De heer Hart: U heb me zelf gezegd, dat u Geluk gesproken had. Voorzitter: Dat kan gemakkelijk. Ook andere rijks veldwachters spreek ik wel. eens. Het spijt me dat deze brief is ingekomen. j De heer Paarlberg: Uw optreden was toch te ver I gaand. Dat lijkt naar niets. Voorzitter: Hij had gezegd, dat hij bij ons geen le ven had, waarop ik gezegd heb: blijf dan weg tot Nieuwjaar. De heer Hart denkt aan een misverstand, dat uit den weg moet worden geruimd. Voorzitter: Het ia geen misverstand. De heer Van Exter: Ik vermoed, dat alle drie par tijen opgewonden waren. De keer-Schrieken: Do najaarsstemming. Aan de orde komt hierna een voorstel van B. en W. om voortaan 8M pet. van de pensioenbijdrage op de gemeente-ambtenaren te verhalen. De heer Paarlberg verklaart zich hiervoor prin cipieel tegenstander. Hij is er van overtuigd, dat al le pensioenen premievrij moeten zijn en aan ver kapte loonsverlaging wenscht hij niet mede te wer ken, ofschoon algemeen bekend is, dat hij ook enke le salarissen veel to hoog vindt. Als er salarisverla ging moet komen, dan zonder omwegen. De heer Van Exter merkt op, dat het er bij de ambtenaren best af kan. De algemeen© toestand is wol wat goedkooper geworden en de burgerij kan het bij dezen voortgang niet opbrengen. Ik zie, aldus spr., de toekomst donker in. De heer Hart: Bezuinigen is de eenige weg. De heer Bakker: Daarmee is de oplossing niet te vinden. Het stelsel deugt niet. Do heer Paarlberg: Het is nog een groot verschil op welke wijze bezuinigd wordt. De heer Van Exter: We moeten samenwerken om er zoo goed mogelijk door te komen. De heer Groen verklaart zich ot voor, omat de aan gegeven salarissen tamelijk hoog staan. Het is door de burgers niet te dragen. De heer Schrieken begrijpt de houding van de S.D. A.P.'ers iiiei. We hebben steeds ons best gedaan om de salarissen lager to krijgen, wat niet ir. mogen gu lukken. Nu er op deze wijze iets te bereiken is, ver klaart -men zich er tegen. Men kan principieel te genstander zijn, doch ten slotte is het alleen een kwestie van vorm om tot verlaging te komen. Ik ben voor betalen, omdat we ai jaren verlaging betracht hebben. Laten we nu dit middel ter hand nemen. De heer Bakker: De hoer Schrieken doet een aan val op de S.D.A.P.'or& Mot Van Exter en Hart. is hij hot volkomen eens, dat de toekomst donker is en de belastingen niet zijn op te brengen. Bezuiniging Is ten zoorste gewenscht. Met bezuiniging op dit gebied is echter niets te bereikon. Ook ik ben principieel te gen betaling van- pensioenpremie. Ik meen, dat hij die zijn krachten aan gemeente of zaak geeft, recht heeft, om zonder premie op Zekeren leeftijd van pen sioen'te genieten. De jongeren 'moeten dan in dit geval voor de ouden werken. Ik geef volkomen toe, dat het de landbou wende bevolking slecht gaat, doch ook zij hebben rcebt op pensioen al krijgen ze het niet. Gezien ech ter, dat de toestand niet best is, zou ik me er mee kunnen vereenigen, een tusschenvoorstol te aanvaar den, door op salarissen van f1800 en daarboven de bijdrage te verhalen. De lieer Van Exter: Het wordt toch begrepen, dat het doel is, voor alle ambtenaren, dus ook voor de gasfabriek. De heer Schrieken: Dan. is het den vorigen keer verkeerd gezegd. Toen heb ik het nog gevraagd en was dit niet het doeL Den voorzitter is het niet bekend, in hoeverre dit mogelijk is. Het beste zal zijn, daarnaar to Haarlem te informeeren. De heer Hart: Mijn voorstel in de vorige vergade ring was: alleen de ambtenaren in directe dienst van de gemeente. De heer Van Exter: In de vergadering van B. en W. is besloten voor allen. De heer Schrieken: Misschien is het voorstel to wijzigen. De heer Van Exter: Omdat we nu geen zekerheid hebben, hoever we met hot personeel van de gasfa briek kunnen gaan, kan ik me er wel moe vereeni gen. De heer Paarlberg meent te weten, dat het vroe ger wel door de gemeenten afzonderlijk geregeld kon worden, doch later alle stortingen voor rekening van het bedrijf zijn genomen. In dat licht bezien, zal er wel wijziging van de verordening noodig zijn. De heer Groen: Hoeveel ambtenaren betreft het? Is b.v. ook de keurmeester Wester er bij? De voorzitter: Er zijn er 14. Ook de keurmeester is er bij. De heer Groen: Dan is het voorstel-Bakker ook niet billijk. Want het inkomen van zoodanige perso nen is veel grooter. De heer Bakker: Dat heb ik ook overwogen. Mis schien zou het beter zijn, dan de belastingaanslag i als maatstaf te nemen. De heer Paarlberg: In verband met de opmerking van den heer Schrieken aan het adres van de S.D. A.P.'ers kan men ook zonder «oc.-dem. te zijn, voor stander wezen van pensioen, vrij van premie. Er zou misschoen nog iets voor zijn, wanner 't als tijdelijke maatregel in verband met de plaatselijke omstan digheden toegepast kon worden. Wanneer echter de ze osmtandigheden beter worden, zitten we aan de premiebetaling vast en komen we er niet zoo ge makkelijk meer af. Er is nog wat. Er zal vrij zeker van hooger band wel eens een voorstel of besluit komen om alle salarissen te verlagen. Zou het er dan ook makkelijk af kunnen? Als we dan, evenals destijds de oude Raad van oordeel zijn, dat de bezol diging te laag is, kunnen we moeilijk weer van de premiebetaling af. We weten, wat het in heeft om een vroeger besluit veranderd te krijgen, ook al zijn er alle motieven voor aan te voeren. De heer Groen: Daar kan dan toch weer in voor zien worden als we zien dat de ambtenaren in een ongunstige positie komen. De beer Paarlberg: Daar weten we in omgekeei- den zin alles van. Dé heer Paarlberg stelt hierna voor, de zaak te laten zoo ze is en geen pensioenbijdragen i.e ver halen, welk voorstel met 5—2 stemmen wordt ver- w jrpen. Voor de heeren Paarlberg en Bakker. Het voorstel van B. en W. wordt hierna mei 5—2 stemmen aangenomen. Aan de orde komt hierna een voorstel van de wet houders, om het salaris van den nieuw te benoemen veldwachter op f800 en vrij wonen te bepalen, mei het volgend jaar f 150 voor kleeding en volgende ja ren f75. De heer Bakker informeert naar hetgeen onder zocht is om geen nieuwe veldwachter te benoemen. De voorzitter deelt mede, dat deze zaak is afge sprongen. De heer Bakker. Dus de wethouders meenen, dat voor een veldwachter f 800 voldoende is, terwijl mon er op gesteld is, dat geen bijbaantjes verricht mo gen worden. Ik geloof, wel, dat er voor f800_ sollicitanten zullen komen, in verband met de beerschende werkloosheid, doch het zal toch niet hot doel van do wethuoders zijn, daarop te spe- culeeren. Als dat het doel is, laten ze het dan pro- beeren op f500. Ook dan zullen er sollicitanten ko en. Wethouder Hart: Het is ons doel om wel gelegen heid voor nevenbetrekkingen te geven. We zijn van oordeel, dat er zoo weinig werk voor een veldwach ter, is, dat hij er zonder bezwaar wat bij kan doen. Volle salarieering is te duur. In St. Pancras betalen ze f 600.—. De heer Schrieken: Ik ben het er volkomen mee eens, dat f800, te laag is. Er is echter zoo weinig' te doen en voor livreibediende voor den Burgemees ter is het salaris hoog genoeg en kan er zonder be zwaar wat bijgedaan worden. De voorzitter: Merci De heer Schrieken: Het is als compliment niet be doeld. Het zal wel zoo zijn, dat we een gem.-veld- wachter moeten accepteeren; Het gaat echter niet van harte. Destijds heb ik voorgesteld tezamen met Noordscharwoude een veldwachter te benoemen.- Kunnen we nu na overleg niet dezelfde benoemen? In Noordscharwoude zullen ze er niet zoo voel be zwaren tegen kunnen hebben. Een Burgemeester kan het ook van twee gemeenten zijn en zelfs kan men Burgemeester en Kamerlid zijn. Voorzitter vermoedt, dat het niet aan te bevelen ia. Zoo'n veldwachter heeft dan twee bazen. De heer Schrieken: Ik zou het toch heel graag willen probeeren. Gaat het niet ,dan kan ik me met f800 veroeni- gen. Misschien krijgen we een onderofficier on die is gewoon onnut werk te verrichten. Ook de heer Bakker is er voor dit eerst te onder zoeken. De voorzitter: Het kan niet. De hoer Bakker: Och kom, kan niet is dood. De 'heer Hart merkt op, dat het salaris in Noord scharwoude bepaald is op f 1600. Combinatie zou dus geen voordeel geven. Voorzitter vreest, dat bij bepaling van een laag salaris, dit later toch weer verhoogd zal worden. Be ter is het, dan direct maar een hooger bedrag to ne men, dan heeft men tenminste moer zekerheid een goede te krijgen. Dan kan men iomand krijgen die ter zake kundig is. De heor Bakker: Zeer juist. Voorzitter: Bijbaantjes maakt verplichtingen. De heer Hart: Met vol salaris staan zij evenmin vrij. De heer Groen: Het valt wel zwaar om voor half werk vol salaris uit te betalen. De heer Paarlberg zou liever het salaris willen be palen nadat een benoemin" heeft plaats gehad. Komt er dan iemand met pensioen, kan met een lager salaris volstaan worden. Komt er niet een met pen sioen. dienen we voor 'het weinigije werk vol salaris te geven. Sinds Jaren is het wonochêlijtke voli een onafhankelijk veldwachter besprcii:n. Voorzitter acht uitstellen niet gewenscht. Tenslotte wordt met 25 stommen hot voorstel van de wethouders aangenomen. Tegen, stemden de hee ren Bakker en Paarlberg. Hierop volgt het voorstel van B. en W. tot op heffing van den reinigingsdienst. Voorzitter wijst er op, dat voor enkele personen een reinigingsdienst bestaat. Voor enkele personen, want door de bou wers wordt er geen gebruik van gemaakt, omdat ze hun afval elders deponeeren. Om de één of twee weken wordt de vuilnis opgehaald en door zeer wei nigen wordt van dezen dienst gebruik gemaakt. Ik meen. dat ze destijds ingesteld is in verband met de voel voorkomende typhusgevallen. Door de water leiding zullen de menschen echter meer van de stoe-: pen af 'kunnen blijven, zoodat de dienst nu niet meer aan het doel beantwoordt. Bij flink aanpakken zou het te veel kosten en een afdoende regeling wordt er toch niet mee bereikt. Gaat het niet, dan kunnen we er later weer op terug komen. De heer Paarlberg stelt de vraag of het waar is, dat de ontslagbrief in veiiband met dit punt reeds voor enkele weken terug is afgegeven en zoo jas wat is de reden, dat dit geschied is, voor het voor stel tot opheffing bij den Raad in behandeling komt. De voorzitter zegt dat dit gedaan is om de bo- trokkenen voor te bereiden. Het is mot de beste bedoelingen gedaan. De heer Paarlberg: Het is toch wel eigenaardig. Beter en meer zuiver zou het dan geweest zijn, wan neer de mededeeling was gedaan, dat een zoodanig voorstel aanhangig was. Nu geeft het een gek idée. De voorzitter erkent in deze wat voorbarig te heb ben gehandeld, doch het gedaan te hebben na be sprekingen in een comitévergadering. De .heer Paarlberg: ln die comitévergadering is zonder meer de mededeeling gedaan, zonder dat ei verder over gesproken is. Het oordeel van den Raad is daar niet gevraagd. De heer Paarlberg erkent, dat de dienst zooals hij nu is, niets te beteekenen heeft. Beter zou het ech ter zjjn, er uitbreiding aan tc geven. In de politie verordening wordt verboden dat iets in het water wordt geworpen, doch na opheffing van dezen dienst moet alles door de vingers gezien worden. Men moet er toch een kant mee heen. Voorzitter merkt op, dat men dit toch op een mest hoop je kan verzamelen. De heer Paarlberg wil liever geen mesthoop in de onmiddellijke nabijheid en bovendien is lang niet elk daarvoor in de gelegenheid. De heer Hart: De reinigingsdienst levert weinig op. De boel wordt niet stipt opgehaald. We kunnen dit geld wel uitwinnen. Do slooten zijn toch vuil. Als de burgerij meehelpt is het wel te doen. De heer Paarlberg: De burgerij heeft met den vuil- nisdienst niet bewezen, dat op hunne medewerking gerekend kan worden. De heer Bakker is er voor, dat dan het betreffende artikel uit de politieverordening gelicht wordt. Er is toch do ha ui niet aan te houden, mei don heer Paarlberg is hij het volkomen oonc, dat het beter is, uit te broldea. Kan dat niet, dku is hit voor op heffing. De heer Paarlberg stelt voor de zaak voorloopig aan te houden om eerst eens te onderzoo ken, wat zoo mogelijk met 'medewerking van de andere gemeenten te bereiken is. Dit voorstol wordt met, 25 stemmen verworpen. Voor de heeren Bakker en Paarlberg. Hierna wordt het voorstel tot opheffing met al gemeen© stemmen aangenomen. De hoer Schrieken verklaarde zich tegen het voor- stel-Paarlberg, omdat hij er geen resultaat van ziet. Aan de orde komt hierna het voorstel van de gas- commissie, overgenomen door B. en W., tot wijzi ging van de gasprijzen. Dit voorstel komt hier op neer, dat de prijs 15 cent blijft, doch voor eiken meter die meer wordt gebruikt dan dezelfde maand van het vorig jaar, dit meerdere voor 8 ct. per M3. geleverd' wordt. Voor 'hen die het vorig jaar geen gas verbruikt hebben, wordt bepaald, dat zij eiken M3. boven de 25 voor 8 centen krijgen. Het voorstel wo^dt door den voorzitter nader toe gelicht. De heer Schrieken vindt dit een heel eigenaardig voorstel, waarom géén algeheele gasprijsverlaging. Voorzitter: Deze maatregel wordt in verschillende gemeenten en met succes toegepast, om het gebruik weer op te voeren. De heer Harf: Er wordt in de andere gemeenten een reuzenresultaat mee bereikt. Voor de gasfabriek brengt het geen risico, wat algeheele verlaging wel doet. De beer Schrieken: De bedoeling om het verbruik op te voeren is van.de gascommissie wel te waar- deeren. Het komt echter zeer onvoorbereid en ik heb door het ongelegen uur geen inzage kunnen nemen van de ingekomen stukken, waarom ik liever het voorstel aangehouden zag tot de volgende vergade ring. Bij oppervlakkige beschouwing lijkt het me beter tot algeheele verlaging over te gaan. Voorzitter: 1 cent verlaging brengt reeds een ver schil vanf 6000. Dat is te gewaagd. Bovendien is daarvan geen resultaat te verwachten. De heer Schrieken: Dan twee of drie. De heer Hart wijst er op, dat er iets moet ge beuren, vooral ook omdat de olieprijzen omlaag gaan. Het voorstel geeft voor de fabriek geen schade. De heer Paarlberg wijst er op, dat deze zaak reeds eenige maanden in de gascommissie aanhangig is. Eerst was er een voorstel om alle meerder verbruik voor 8 cent te leveren, doch daar kwamen enkele le den nogal vrij sterk tegen op, omdat dit een directe bevoorrechting zou zijn van hen, die het laatste jaar geen gas betrokken hebben. Daarna is het zoo ge wijzigd, dat voor hen een maatstaf van 25 M3. werd genomen. Ook ik heb in de gascommissie meege deeld, dat algemeeüe verlaging meer zuiver, was, doch omdat een cent geen resultaat zou geven en voor, grootere verlaging het risico te groot was, heb ik tenslotte van twee kwaden de beste gekozen en me er voor verklaard1 er een proef mee tc nemen. Er wordt op gerekend, dat door dezen maatregel do omzet zal toenemen, en door deze toename na eeni- gen tijd tot algemeene prijsverlaging kan worden overgegaan. Het eenige doel is geweest bet verbruik spoedig te doen toenemen on we hebben er geen beteren weg voor kunnen vinden. Een verlaging van 3 cent kan een mindere ontvangst te weeg brengen van f18000.Een verlies aan het bedrijf zou ton slotte toch door de gemeente gedekt moeten worden. Op deze wijze wordt gehoopt zonder risico de ge- wenschte gasprijsverlaging te kunnen 'bereiken. De lieer Hart wijst nog eens op het schitterend resultaat bij andere gemeenten. De hoer Bakker heeft met genoegen de bespreking van den heer Schrieken gevolgd. Het is beter den gasprijs belangrijk te verlagen. Zoo is het een eigen aardige toestand. Het beteekent en premie voor hen. die het gasbedrijf tijdelijk in den steek hebben ge laten. De bepaling va.n 25 M3. is in elk geval te laag. Hij begrijpt de houding in deze van zijn partijgenoot niet. De heer Paarlberg kan zich best begrijpen, dat zoo danige besprekingen in den Raad komen. Als hij niet in de gascommissie de besprekingen had bijgewoond en de beraadslagingen gevolgd had, zou bij waar schijnlijk in den Raad dezelfde houding hebben aan genomen. Een gemeentebedrijf moet echter zich zelve bedruipen en in een zoodanige commissie be kijkt men dé zaken wel eens van een meer zoko- lijk standpunt, Van zakelijk standpunt is het do voorzichtigste weg en er wordt moe verwacht, dat er voor de verbruikers het meeste mee te bereiken is. De heer Hart: Het is om de gas verbruikers weer terug te winnen. De heer Schrieken: Om ze om te koopen. De heer Hart: Als de proef slaagt, wordt het over het generaal goedkooper. De heer. Schrieken vindt het vreemd:. Hij 'kan er zich niet mee vereenigen. De heer Van Exter meent dat het de duurste ma nier voor de kleine menschen is. Als het echter het doel is, om daardoor tot algeheele prijsverlaging te komen, kan hij er zich 'mee vereenigen. De heer Bakker protesteert tegen dit besluit, dat gaat in het nadeel van hen die steeds gas gebruikt hebben. De heer Groen vraagt nog eenige inlichtingen, waarna de heer Schrieken meedeelt, zijn voorstel tot aanhouden in te trekken, omdat hij nu voldoende is ingelicht. Het voorstel wordt met de stemmen van de heeren Bakker en Schrieken tegen aangenomen. Besloten werd ontheffing van de bepaling van le vende keuring van varkens, schapen en geiten voor huisslachting bij den Minister aan te vragen. Vooral voor de gemeente Harenkarpsel levert deze bepa ling bezwaren op. Rondvraag. De heer Van Extor stelt voor om bij hfy ontslag van den heer Prijs aan hem een grati ficatie van f100 toe te kennen, in verband met zijn langdurigen dienst in de gemeente. De heer Paarlberg verklaar} zich hier vlak voor. Hij had na de vergadering in 'comité een voorstel in dien geest naar voren willen brengen. De heer Hart is er voor. Er is met meer perso neel een zoodanigen weg bewandeld. De heer Schrieken wil zich er niet tegen verkla ren, doch zou deze zaak liever in comité willen af wikkelen. Na eenige bespreking werd besloten, deze zaak in comité nader te bespreken. De heer Van Exter merkt op, dat hij deze week mandaten geteekend heeft, in verband waarmee la ter bij hom do vraag gerezen ie, of deze aangelogeiü- heid niet in den Baad besproken dient te worden. Spreker is van oordeel, dut bij vrije woningen vrij water behoort te .zijn, doch ten opzichte van de huur woningen zou een andere gedachte kunnen voor zitten. Voorzitter deelt mede, tot heden drie kwitanties ge had te hebben. Alle woningen zijn nog niet aange sloten. Beter zal het zijn. met het nemen van een besluit te wachten, tot alle gegevens bekend zijn. De heor Bakker is van oordeel, dat bij vrije wo ningen vrij water behoort te zijn, dooh ook hij huur woningen dient gezorgd te worden, dat voldoende goed water aanwezig is. De heer Hart: Dan zouden we ook wel vrij licht on warmte kunneA geven. De heer Schrieken denkt dat. het niet moeilijk is, in deze zaak een uitspraak te doen. De huiseigena ren worden voor betaling aangesproken, ten' oj>- zichte van do huurwoningen kan er een voorstel komen, doch zooals het nu staat, moet do gemeente betalen. Voorzitter: Alle gemeentegebouwen zijn nog niet aangesloten» Ik had liever het voorstel van Van Ex ter in de B. én W.ijvergadering gezien. We moeten wgchteni tot we weten, wat er voor elke woning af zonderlijk betaald wordt. Hot punt wordt aangehouden. Do heer Van Exter deelde mede, er later'pos over te bobben nagedacht. De heer Groen bespreekt het modd'erliad oan do Spoorstraat. HIJ heeft er menig maal op afgekeken. Het is vooral naast do straat treurig gesteld. De heer Bakker is het er volkomen mee eens, dat de toestand daar ondhoudbaar is. Het is al meer be sproken, doch .wij kunnen er zoo weinig aan doen. We hebben geen modezeggingschap. Het kan goed zijn, bericht naar Noordscharwoude to zenden, dat de toestand daar onhoudbaar is en hen verzoeken de zaak tot een oplossing te brengen. De heer Hart wijst op een ongeluk, dat daar nog juist bijtijds voorkomen werd. De oorzaak ligt echter bij het waterleidingbedrijf. Ook daarheen zouden we kunnen schrijven. Besloten wordt een schrijven tot Noordscharwoude te richten en zoo mogelijk een en ander gezamenlijk na te gaan. De heer Paarlberg had nog enkele vragen te stel len, ook in verband met de Spoorstraat. Dit is echter overbodig geworden. Een volgende vraag tot den voorzitter is de vol gende: Is het u bekend, dat besprekingen in de vorige comitévergadering gevoerd, reeds den volgen den dag'een publiek geheim waren en zoo ja, is u de oorsprong daarvan bekend en verdient het zoo. geen aanbeveling om geen comitévergaderingen meer te houden, of althans geen geheimhouding meer op te leggen. 2e. Wat is de reden, dat van de den laatsten tijd gevolgde goede gewoonte is afgeweken, door geen avonduur meer open te stellen voor het inzien van de ingekomen stukken. Omtrent de laatste vraag deelt de voorzitter mede, dat hij geen enkelen avond beschikbaar had en juist de Zondag de laatste dag voor de vergadering was. Voorzitter begrijpt niet dat een zoodanige vraag naar voren komt, daar het de eerste keer is. Er zal ver moedelijk wel meer achter zitten. De heer Paarlberg: Dat is weer een verdachtma king. Overigens, de Voorzitter is er anders ook nooit bij. doch het zal hem vermoedelijk ook in de kwestie- Prijs zitten. Het doet hem genoegen, dat het als een uitzondering op den regel beschouwd kan worden: Wat <le eerste vraag betreft., daaromtrent is den voorzitter niets lakend. Toen echter meegedeeld werd dat het betreft het onderzoek omtrent de mo gelijkheid geen gemeenteveldwachter te benoemen, doch te trachten met den Rijksveldwachter een re geling te treffen, deelt de Voorzitter mee, dnt de oorzaak er in moet liggen, dat anderen die bij het onderzoek betrokken zijn. zich heblien uitgelaten. Het zal waarschijnlijk uit Alkmaar vandaan gekomen zijn. Het zal echter niet den volgenden dag, doch

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 2