Het Huwelijk van Lady Tancred. s fi ji TWEEDE BLAD. öeestelifk Leven. Het aanstaande huwelijk van den Duke of York, FEUILLETON. den in e«n onder lond bnlp «n fttxm g« waarborgt werd. o Voor een goed deel zijn deze deugden te verklaren uit hare noodzakelijkheid onder de economische ver houdingen, waaronder ze zijn ontstaan. De moderne maatschappij met hare uiterste gecompliceerdheid En hlarbij in rmvorWddalijk noodig, dot. we was kritisch durven te plaatsen tegenover alles wat ons overgeleverd is en wat wij tot dusverre als geheiligd en wMr hebben beschouwd. Meer dan ooit is dié thans noodig, omdat we beseffen dat de oude waar< den ons gaan ontvallen. Nu komt het er op aan om Zaterdag 3 Maart 1923. 66ste Jaargang. No. 7190. en geweldig internationaal verkeer heeft er geen be- te durven aanvaarden wat uit het beginsel der men- hoefte meer aan dat de gastvrijheid beoefend wordt, schenliefde voortvloeit. Daartoe moeten wij ons per- En de trouw aan het. woord is vervangen door het gezegelde contract! t Nu gaan wij eens met elkander redeneeren oveT „goed" en „kwaad". En dan wijs ik u allereerst op de noodzakelijkheid om stevig in 't oog te houden, dat de mensch steeds het onderscheid heeft gemaakt tusschen „goed" en „kwaad", maar dat tegelijkertijd de opvatting om trent „goed" en „kwaad" zich voortdurend wijzigt. Zoodra de mensch gaat denken, begint hij ook te waardeeren. D.w.z. hij gaat oordeelen over wat hij oi>dervindt, wat van buiten af tot hem komt. En hij schrijft, wanneer hij nog in het eerste stadium' van ontwikkeling is. alles, b.v. ook ziekten en kwalen toe aan inwerking van buiten hem staande mach ten. Als hij deze machten niet ziet met z'n lichame lijk oog. dan schept hij zich deze door middel van zijn fantasie. En hij gaat gelooven in geesten, dae- monen on saters, die hem kunnen verderven of helpen. Dit waardeeren staat geheel1 onder den invloed van het persoonlijk welbehagen. Dat wil zeggen: de oor spronkelijke mench .vindt goed wat hem aangenaam, voordeolig, nuttig is, hij vindt kwaad wat hem pijn doet, schade berokkent. Er is nog geen sprake van dat wij bij hem iets vin den wat gelijkt op waardeeren naai- hoogeren maat staf. Dit komt eerst veel later wanneer ook het gees telijk ieven 'bij den mensch zijn eischen gaat stellen cn men dus ook geestelijk gekwetst kan worden, b.v. door beleediging. In den aanvang geven bij de waardeering derhalve de persoonlijke belangen den doorslag. Ik vestig hierbij de aandacht op het merkwaardi ge feit. dat na zoo vele eeuwen van menschelijke •ontwikkeling, deze opvatting nog nawerkt en zeer duidelijk bespeurbaar is bij duizenden menschen. Het is waarlijk geen uitzondering te vernemen, dat men iemand goed noemt, als een goed mensch be stempelt, enkel en alleen omdat men van hem aan gename, voordeeüge dingen ondervindt. Terwijl die „iemand" daarbij heel best een minderwaardig mensch kan zijn! Wanneer wij nu vasthouden aan den oorsprong van de begrippen goed en kwaad uit het persoonlijk elbohagen, dan gaan wij trachten te verklaren, hoe aaiuit. allengs zich ontwikkelt'wat wij noemen „mo- -ial" (zedenleer; leer der plichten en deugden) Hierbij moeten wij bedenken, dat de mensch niet alleen met zich zelf en met eigen belang te maken heeft, maar ook met. de groep waartoe hij behoort en waarin hij leeft. Hij treedt in betrekking tot an dore menschen. Hij verlangt onbewust dat die ande ren hem niet hinderen, kwellen. Maar aan de ande re zijde verlangen de anderen dit ook van hem. Zoo wordt het gemeenschapsbesef geboren. liet loven in vereeniging met anderen voort daar toe. Daaruit ontstaat ook een. gemeenschappelijke opvatting van goed en kwaad. Het i3 niet meer al leen hot belang van den enkeling waarom het gaat, neen, maar vóór alles het belang van de gomecn- Mchap. .Immers in en door de gemeenschap is alleen het loven mogelijk en verzekerd. Zóó vormen zich vaste regels en gewoonten, ongeschreven wetten, die eeuwen lang van kracht, zijngeweest voor men- schengemeenschappen ovor de ganseho wereld ver- sproid. En wij, menschen van de 20ste eeuw, wij kun nen in vele opzichten met heimwee terug denken aan wat de mensch in het verleden 'bozat aan mora liteit. Zeker hij was ons in uiterlijke beschaving ten achter, hij was ruwer, wreedor, maar kon toch trotsch zijn op sommige deugden, welke thans slechts spo radisch schijnen voor te komen. Ik wijs hierbij ou twee dingen, Ten eerste op den trouw aan hot woord. Vóór ulles werd verlangd, dat niemand ooit zijn eens gegeven woord zou breken De belofte, de afspraak, was heilig. Het is te begrijpen van boe groote beteo- kenis dit was voor den mer»sch in het verleden en wij vinden in sagen en legenden deze trouw aan het woord op vaak treffende wijze bezongen en verheer lijkt. Ten tweede wijs ik op de hoogc eer, waarin de gastvrijheid stond en op wat. inen noemt het yast- reetat. Hot was een geheiligde gewoonte om aan vreemdelingen onderdak, voedsel en bulp te verico- 'nen. En niemand zou zelfs zijn vijand, wanneer de ze een beroep deed op de gastvrijheid, één haar kren ken. Zeer lang hoeft deze gastvrijheid zich gehand haafd ou bij do patriarchaal levende Oostersche vol- kon vinden wij haar thans nog. t'lt deze gastvrijheid ontwikkolde zich het gastrecht, waarbij aan vroem- De gemeenschappelijke opvatting omtrent goed en kwaad is evenmin aan zich zelf gelijkblijvend, als de persoonlijke het zou kunnen zijn. De ontwikkeling brengt met zich mede een voortdurende wijziging. Wij kunnen, wanneer wij onze aandacht daaraan schenken, bij ons zelf deze verandering zeer goed controleeren, evenals bij onze medemenschen. Hoe lutionnaire beteekenis als het zijn, om iets te noemen, in een tijdperk van 30 a 40 naasten lief als uzelf 1 jaren, die achter ons liggen, de begrippen veranderd. Hoe ander^ beoordeelen vrij thans den „misdadiger", hoe anders staan wij tegenover het huwelijk, hoe an ders is geworden onze waardeering van den arbeid en den arbeider, enz. Wie zich de moeite getroost sooniijk belang durven uitschakelen en ons los ma ken van alle mogelijke klasse- en standsvooroor- ■deelen Hebt eens den moed, lezers, om rustig te overden ken wat de eischen der menschenliefde zijn. Gij zult tot verrassende resultaten komon en bespeuren dat heel veel, wat wordt goed geacht, kwaad is en om gekeerd. Daar is eigenlijk geen woord van zóó groote revo- bekende: hebt uw De erkenning van deze formule als uitgangspunt onzer moraal moet ons voeren tot oen herziening van onze meening omtrent goed en kwaad. Ik begrijp heel goed, wat hiertegen wordt inge bracht door menïgen lezer. Nietwaar, velen uwer om een vergelijking te maken tusschen nu en bv. 40 als zij dit lezen, zullen zeggen: maar die menschen- jaar geleden, zal verbaasd staan over de ideeënver- liefde i9 immers al eeuwen lang gepredikt, dit is niets andering ook op zedelijk gebied. Welnu, die veran- nieuws. En dan is mijn antwoord: zeker, er is een dering moge nu intenser zijn dan in gewone tijden, tijd geweest, dat die menschenliefde gepredikt werd: omdat wij thans een periode van overgang doorma- het was in de eerste dagen van het Christendom, ken en daardoor van sterkere ontbinding van het maar hoe spoedig was het gedaan! Dan blijft het oude naast krachtiger ontwaking en groei van het woord wel behouden, maar de diepe zin is er aan ont- Diouwe zo is er toch niettemin steeds geweest, al nomen. En wij zien hoe de christelijke kerken van ging bet dan in langzamer tempo..Deze overweging liefde liefdadigheid maken. Dit artikel zou te lang moet den denkenden mensch ongetwijfeld de over- worden, wanneer ik hierop uitvoerig inging. Ik wil tuiging schenken dat de opvatting omtrent goed en sr alleen van zeggen, dat het een tragische rol is ge- kwaad zich steeds zal verfijnen. En dat, wanneer weest, wélke de christelijke leiders in de wereld hell et n bepaalde opvatting niet meer past bij de ontwik- "ben gespeeld: inplaats van fier en krachtig den eisch koling, een ander zal opkomen. Met andere woorden der liefde in volle consequentie te prediken, hebben de menschheid zal telkens weer haar moreele be-"zij wanverhoudingen goed gepraat en ongerechtig- grippen herzien. Ook in dit opzicht kunnen we zeg- held gesanctioneerd. En zoo is de massa op 'n dwaal- gen dat er niets bestendigs is op aarde. spoor gekomen en zij meent dat 't onchristelijk (dus: Want: zonder moreele begrippen is het leven niet tegen het. liefdesbeginsel) is ontevreden te zijn met mogelijk. Elke gemeenschap verlangt op straffe van de bestaande toestanden! endergang een gemeenschapsmoraal. Door deze mo raal zal worden voorgeschreven wat goed is en ver oordeeld wat kwaad is. Een oude beschouwing geeft aan de moraal een bovennatuurlijken oorsprong; zij leeraart dat de mensch het goede moet doen en het kwade nalaten. Nu komt het er op aan om in onzen tijd dat oude beginsel in z'n volheid te prediken. Wij hebben ons éón te gevoelen met de gansche menschheid. Dus haar materieel en haar geestelijk belang moet door ons gediend worden. De nieuwe zedelijke normen, welke wordende zijn, omdat God dit eisebt. Deze beschouwing heeft geen'nullen derhalve ten doel hebben voor ons te bepalen recht van bestaan en zii is daarbij hoogst gevabrlijk. wat goed cn wat kwaad is. Mijn plan is niet om een Het gevaarlijke is hierin gelegen dat uit naam vanf moraal te gevon, welke daarop is gebaseerd of liever God de niet, denkende massa gevoerd wordt tot, han-: ik wil 'niet mijne inzichten omtrent goed en kwaad dèlingen, die het uit eigen aandrift niet zou doen, ja geven Daarover moet gfcj zelf durven nadenken, zelfs afkeurt! j Waar het op aan komt is, dat wij erkennen als goed De moraal is een levensnoodwendigheid zonder alles wat in bet belang (stoffelijk en geostelijk) der haar kan geen gemeenschap bestaan. Daarom is zij: gansche menschheid is en als slecht, wat dit belang erl i schaadt. Het gevoel van solidariteit, hot gevoel van sympa-.'1 Ten slotte nog een enkele opmerking: wij hebben thio van de leden dor gemeenschap onderling, do be-| niet alleen te doen met onze verhouding tegenover hoefte om als gemeenschap zoo krachtig mogelijk de menschheid of misschien juister gezegd: tegen- zich.to voelen in het leven, wordt de bron waaruit over. dat deel der menschheid, waarmede wij maat- de moraal voortkomt. schappelijk verbanden zijn, maar ook met onze ver- De bekende econoom Adam Smith, die wel eens de. houding tegenover den enkeling. En nu zou ik als vader der moderne staathuishoudkunde is genoemd, consequentie van het liefdebeginsel willen noemen schreef in 1759 een boek „Theory of moral senti-i 1°- waarheid, 2o. gerechtigheid. Deze beide moeten ments", waarin hij de sympathie tot den grondslag zoowel onze verhouding tegenover den enkeling als van de moraal maakte. Hierin logt hij den nadruk op i tegenover de gemeenschap bepalen. Past dit nu eens hot medelijden, dat gevoel, hetwelk ons het lijden toe op u zelf en op uwe medemenschen, waarde le- van anderen doet meegevoelen. zers! Ik twijfel er geen seconde aan of gij zult ver- Nu moeten wij één zaak nimmer uit het oog ver- j baasd staan over de werkelijkheid, waarin gij leeft, liezen. N.l. dit: er komt een tijd in de historie der i ASTOB. Het is'alweer een tijd geleden, dat Engeland verrast menschheid, waarin het groepsleven (het leven- in stammen, in kleine gemeenschappen) overgaat tot meer algemeen! gemeenschapsleven. Dit is thansxvoar de zoogenaamd beschaafde menschheid een voldon gen feit.. De kleine groep is grooter geworden, heeft zich met verwanten samengevoegd, is geworden tot natie; de natiën gaan op in do staten én wij zijn thans gekomen in het stadium dat de staten niet meer buiten elkaar kunnen bestaan. D Wij leven in den tijd1 der wereldhuishouding. Daar- werd door bericht, dat de Duke of Yoik, de tweede medo moét de heerschende moraal rekening houden zoon van den Engelschen Koning verloofd ,was met en zii moet daarom van groepsmoraal worden tot Lady Elisabeth Bowes—Lyon. menschheidsmoraal. En nu voelen wij ineens het kan er gerust aan toevoegen het was een zeer geniale van de groote levenshelden in het verleden, aangename verrassing. die vóór vele eeuwen reeds toonden boven alle bc- Gedurende den oorlog werd steeds duidelijker perking te zijn uitgestogei> en daarom een moraal dowr Britoche volk den wensch geuit om zooveel hebben gepredikt, die voor alle menschen ter we- m°gehjk voor het Engelsche Kóningshtiis huwelijken reldi gold. Nu leeren wij bewonderen heroën als Boe- me* Duitsche vorsten en vorstinnen te vermijden, dha, als Christus. Zij durfden in hunne dagen pre- D® £uits.ch,e 113111611 verdwenen allemaal aan het diken de universeeie menschenliefde. En wat dit be- Engelsche hol. T duidt, begrijpen we pas recht goed, wanneer we nu pn°® L?018 Bottenberg werd Earl of Milford Haven nog opmerken, hoe op verscheidene dorpen zelfs'in den van Lord Mount Batten Voor den erfge- het vooruitstrevende Noord-Holland bij velen nog 1133111 een bekrompen dorpsgeest heerscht, die er angstval- De Prins van Teek werd Earl of Atthone. He Ko- lig voor waakt om toch b.v. het geld, waarover men .nmgshuis dab nog steeds heette het huis van Hannover beschikt, op het dorp te laten blijven én vooral niet nuJl- Huis Windsor. .voor buiten-dorpsche belangen te gebruiken. .en Pnn66SS Mary, de •®®nige docruer van den Het is deze universeeie menschenliefde welke moet Koning van Engeland einde 1921 verloofd werd met worden de maatstaf bij de booordeeiing van goed en deI) f^genaam van een aanzienlijk adelijk Engelsch kwaad geslacht, met den zoon van den Earl of Harewood, mei Alles' wat uil deze liefde voortvloeit is goed, alles den schatrijken Viscount l.ascclles werd die verloving met wr.i tegen haar Indruischt is kwaad. 8™°"; "«"8^ ?ü,orhhct ,E"8clfcfl6 v°lk begroet Dit la de aliremoen voldenrte revel Fn nn hnnirt dodelijk na het huwelijk gingen toen geruchten der hè. af van onze persoonlijke inzichten tot welke com «««taande verloving van don Prins of Wales de ronde sequentie wij zullen komen. doen. Naar het Engelsch van ELINOR GLYN. 16. Het look Francls Markrute toe, dat meer dan do helft, van heel den Engelschen adel den volgenden dag bijeen gekomen was in de St. George kerk op liet Hannover Square', toen hij met de schoone bruid aan zijn arm die kerk doorliep. Zij droog een japon van matwit fluweel cn haar gelaat had dezelfde tint onder Üc schaduw van een prachtigen hoed van zwart fluweel en veeren. Zij droeg geen andere juweelen dan de prachtige parels, het geschenk van haar oom. Geen enkele kleur was er aan haar, buiten hot vlammend rood van heur haar en {haar rooden -mond. Er ging eèn huivering van bewondering door de menigte, toen zij de kerk doorliep. Zij leek de prin- sos uit het sprookje, zoo juist ontwaakt. Het orgel zweeg en nu wist zij, als in een droom, dat zij naast Tristam knielde en dat de bisschop hun handen ineengelegd hacL Werktuigelijk zei ze met zachte, rustige stem de belofte ria. Al wat tot haar hersenen doordrong, was Tristams beslist uitgesproken verklaring: Ik, Tris tam Lommer Guiscard, neem u, Zara Elinka, tot mijn wettige vrouw. En ten slotte was die plechtigheid ten einde en lord en lady Tancred wandelden naar de sacristie om daar hun namen te zetten in het trouwboek. En toen Zara haar hand van den arm van haar nieuwen echtgenoot© af liet glijden, boog hij zijn hoofd voorover en kuste haar op de lippen; en ge lukkig was de stoet van familieleden en- vrienden nog achter hen, en keek de bisschop een anderen kaïn op, anders zouden zij tot hun groote verwonde ring de bruid hebben zien huiveren en de uitdruk king van hevigen toorn hebben opgemerkt, die op haar gelaat kwam. Maar de bruidegom zag het en het gaf hem oen '.eek in 't hart.. Toen kusten nog tal van anderen haAr: zijn moe der en zijn zm ers, en lady Ethelrida en ten slotte de hertog. Ik eisch mijn privilegie als oud man op, zei hij vroolijk. en ik heet u van ganscher harte welkom in ons midden, mijn schoone nicht. En Zara had geantwoord, maar had ternauwer nood een glimlach over haar gelaat kunnen laten glijden. Én toen zij. na door de bewonderende menigte te zijn gewandeld, in de fraaie, nieuwe auto,plaats namen, was zij in een hoekje gekropen en ha'd haar oogen half gsloten. Tristam, hovig bewogen en over- spannen van opwinding, had niet geweten wat hij ervan denken moest. Maar haar trots deed zijn bruid haar rol verder spelen, toen zij het huis van haar oom betrad. Zij stond naast haar bruidegom en boog bevallig voo'r de tallooze vrienden van haar oom, die voor bij haar defileerden om haar geluk te wenschen. En toen, al spoedig na haar komst, lady Tancred mot haar. dochters on met Cyril binnenkwam, had zij zelfs iieel even 'n lieven glimlach, toen die aardige jongen op zijn teenen ging staan om haar oén har- lelijken zoen te geven! Hij was heel klein voor zijn leeftijd, maar had een heerlijke zekerheid van op treden. r Ik geloof dat je veel opgang maakt, Zara, zei hij. Twee van onze jongens, neefs van me, die ook in do kerk waren—hebben me erg gefeliciteerd. En I ik hoop dat je nu gauw de bruidstaart zult gaan verdoelen? I Tristam vroeg zich af, waarom nu haar trotsehe I mond beefde en haar oogen vochtig werden? Zij dacht aan haar eigen broertje, dat zoo ver van haar weg woonde, en zelfs heelemaal niets van een taart afwist. j Ten slotte hadden zij al de formaliteiten achter I den rug en zaten ze weer alleen in hun auto; en weer kroop zij in een hoek en sprak geen woord, en hij wachtte geduldig tot zij in den treift zouden zit ten. Toen zij in hun gereserveerd compartiment zaten en dc eerbiedige lakei het portier gesloten had. en zij, langzaam hot station uitstoomend, de wuivende vriendenschaar achterlieten, kwam hij naast haar zitten en nam teeder haar grijsgehandschoend handje. Maar zij trok het aanstonds terug en ging wat verderaf zitten, vóór hij zelfs nog iets kon zeggen. Zara! zei hij smeekend. Een buitensporig trotsche blik trof hem. 1 Kunt ge me niet een oogenblik met rust laten, snauwde ze. Ik ben doodmoe. En hij zag dat zij beefde en, hoe verliefd hij ook wns en hoe wanhopig over die bejegening, hij liet haar met rust en legde zelfs zwijgend de kussens voor haar terecht. Zelf nam hij een courant en ging in een leunstoel zitten, deed alsof hij los. Zara staarde het raam uit; het hart sloeg haar in de keel. Want zij wist dat dit slechts een uitstel was; haar oom had haar gezegd dat de Engelsche edellieden over het algemeen groote heeren waren en haar man inzonderheid; in den trein zou hij dus stellig geen scène maken, maar daarna zouden ze in hun hotel komen, en als zo het diner doorgeko men waren, zou ze alleen met hem zijn. Toen zij daaraan dacht, werden haar lippen bleek. Die afschuwelijke, vreeselijke mannen! Visioenen van oogenblikken, uit haar eerste huwelijksdag met I.adislaus kwamen haar voor den geest. Die had haar nooit vijf minuten lang ontzien in haar le- ven. 1 Alles in haar kwam in opstand. Zij kon niet rechi- j vaardig zijn; zij geloofde met een schurk te doen te hebben. Die man haar echtgenoot dien zij in haar heele leven nog maai' vier maal ontmoet had, was niet tevreden met de eerlijke overeen komst, die bij toch heel goed begrepen moest heb- ben, niet tevreden met haar fortuin, niet tevreden met haar bereidwilligheid om zijn blazoen opnieuw ;ta vergulden hij wilde met alle geweld bevre- digiug, voor zijn weerzinwekkende hartstocht, hij verlangde haar te liefkozen, omdat zij een vrouw was en schoon en de wet gaf hem daar het recht toe, omdat ze zijn vrouw was. Maar zij wilde zich daaraan niet onderwerpenZij zou wel een middel vinden oiii er aan te ontsnap pen. Tot dusver had zij de bekoring, die er van Tristam uitging dat zekere iets, hetwelk alle andere vrou wen tot hem aantrok nog niet eens opgemerkt. Do weinige malen, dat zij hem ontmoet had, had ssij alleen maar gezien dat hij heel knap was maar Ladislaus was ook een knap man geweest Mimo was het ook en alle mannon waren egoistisch en verdierlijkt. .Zij was door haar geboorte half een Engelsche en dat deel van haar het bedaarde, verstandige deel zou later sterker in haar uitkomen, maar voor het oogenblik werd het onderdrukt door haar allesbeheerschende wrok. Tristam bespiedde haar van achter zijn Evening Standard, en de felle haat en wrok. al dö verschil lende gevoelens, die haar bestormden en zich op haar gelaat afteekenden, deden hem pijn. Hij was buitengewoon gevoelig, in weerwil van zijn onbezorgde vermetelheid en zijn trots. Zoolang zij in dien toestand was, was het volslagen onmo gelijk haar nog eens aan te spreken. En zoo zat dit heerlijk jonge bruidspaar, dat elkaar in 't minst niet begreep, zwijgend en gedwon gen daar neer, inplaats van in eikaars armen te sswc» van Lady M*ry Cambrid^a ou Lady Mary Thynne werden daarbij herhaaldelijk genoemd. Béiden waren hruidsjggigjé? van Princ^ss Mary. Maar die geruchten hieven geruchten, Nu blijkt pibt- seling dat de Hertog van York wel met, een der bruids meisjes van zijn zuster geëngageerd ii en wel met Lady Elizabeth Bowes—Lyon. Meteen werd er bij gezegd, dat dc Prins van Wales nooit zou trouwen. Dat is natuurlnk onzin. De Prins heeft Yijn keuze nog niet kunnen bepalen, maar ik hoorde onlangs nog van zijn adjudant fiat van een bepaalden tegenzin tegen het huwelijk geen sprake is. Inmiddels is Lady Elizabeth oen allerliefst én knap meisje. Zij woont met hare ouders op het oude landgoed St. Pauls Walden, tien Kilometer bij mij vandaan.- Haar vader is the EarJ of Strathmorc and Kinghorne, haar moeder was Miss Niiia Cavendish Bcntinck van het geslacht der Hertogen van Portland, dus een afstam melinge van Bentinck, den vriend van den Koning- Stadhouder Willem III. Zij trouwde toen zij 19 jaar oud was met den toen- maligen Lord Gliunis (spreek uit Giaams), die pas in 1904, zijn vader in den titel van Earl ol' Strathmore and Kinghorne opvolgde. Gianiis Castle is het oude kasteel in het Noorden van Schotland, waar in 1921 de Koningin, Princess Mary} en de Duke of York de gasten waren van den Graaf en Gravin van Stratmore. Op Glamis Castle. spookt het. Nu spookt het bijna op elk Schotsch Kasteel. Maar in Glamis is er reden voor. Wie heeft niet de Macbeth van Shakespeare gelezen of gehoord? Welnu, Koning Duncan werd in Glamis Castle door Macbeth vermoord, en ik' ben er zeker van dat da geheime kamer, die in het kasteel fs, de kamer van de moord is. Slechts de graaf zelf, diens rentmeester en de oudste zoon als die meerderjarig wordt, kennen hel geheim van de kamer. Nooit wordt daar over gesproken. Wanneer de oudste zoon, de toekomstige graaf, me» derjarig wordt, dan geeft men een groot feest, waarbij fille pachters én ondergeschikten met hunne familie te genwoordig zijn. Gedurende het feest wordt de jarige door den rent meester uitgenoodigd hem tc volgen eri zij' gaan samen naar den Graaf. Het drietal verdwijnt en komt na een uur terug. De jarige jongeling ziet ernstig, hij is blijkbaar onder den indruk van wat hij gezien heeft Vau uit die geheime kamer spookt het, niet regelmatig gelukkig maar bij tijden. De Schotten zijn aan zulke dingen gewend en ons toekomstige hertoginnetje is er niet minder vroolijk om. Een paar jaar geleden toen de familie op hei Kasteel vertoefde, kwam een troep Amerikanen en vroeg om het kasteel 'te zien. Lady Elizabeth verkleedde zich als kamerkatje en leidde de vreemdelingen rond. De familie is bijna steeds op het buiten in Hertfords- hire, daar Glamis Castle te kostbaar is öm te bewonen. Hoe dat op den duur met die groote families in Eng^ land moet gaan is niet te voorspellen. Zij zijn bijna allen groot-grondbezitters en moeten van de opbrengst daarvan leven. Sterft nu de eigenaar dan gaat er 30 pet. of meer voor successierechten af. Om dat op te brengen, moet zooveel gedwongen verkocht worden, dat er een enonA verlies tc boeken komt Dan moet de nieuwe graaf óf hertog ruim 12 shilling van het Pond aan belasting opbrengen. De Duke of Bedford heeft Zaterdag betoogd dat hij, om 200 man op zijn goederen in dienst te hebbe^ 40000 Pond kasgeld moet hebben, waarvan de Staat 24,658 zou nemen, de arbeiders de rest n.l. S 15.600, terwijl hij moet wachten wat hij uit den gedanen arbeid terugkrijgt Ik celoolL^ciat het huidige belastingstelsel voor En geland een strop wordt, omdat het de kip met de gouden eieren gaat slachten. De huidige belastingen houden geen rekening met de typisch Engelsche omstandigheden. Zy mogen goed zijn voor het vasteland, maar deugen hier niet. Niet alleen verarmen de groote families, maar de landbouw zal meer en meer kwijnen en de landarbei ders werkeloos worden. Het geslacht Bowes Lvon3 is van zeer ouden datum en een van de oudste Schotsche geslachten. De tegen woordige graaf is de 14e graaf en heeft verder nog als titels Viscount Lyon, Baron Glamis, Tannedyce Sidlaw en Strathditchie en als Engelsche titels Baron Bowes and 'Lunedale. Het, geslacht liet het eerst van zich spreken in dc dagen van Koning Robert 11, toen John LyoD of Forteviot, die Chamberlain van Schotland was, in 1382 gedood werd door Sir John Lindsay. Diens kleinzoon was de eerste Lord Glamis, die in 1424 door de Schotten aan de Engelschen als gijzelaar werd uitgeleverd. Hel graafschap Kinghorne dateert van 1606 en dat van Strathmore en Kinghorne van 1677. Do 5e graaf koos de partij van den Pretender en viel in den slag van Sherifmuir. De naam Bowes werd in 1767 aangenomen, toen de 9o graaf trouwde met de schatrijke erfgename van- George Bowes of Streatlom Castlo bij Durhnm. Men ziel dus, Prins Bertie, zoo wordt ds Duke o? York ook wel genoemd, trouwt au niet bepaald met d$ eerste de beste. In Schotland wordt het aanstaande huwelijk ook met liggen, en nog steeds in dezelfde stemming kwamen zij te Dover en in het Lord Warden Hotel aan. De bediende cn de kamenier waren er reeds en hun salon .stond vol bloemen en aJles was gereed voor het diner en voor den avond. We dineeren zeker om acht uur? zei Zara uit de hoogte en, nauwelijks hot antwoord afwachtend, verdween zij in de andere kamer en sloot de deur. Toen belde zij om haar kamenier en vryeg die haar hoed af te zetten. Wat een vreeaelijk zwaar ding, zei ze. Ge lukkig, hebben we nog een heel uur den tijd voor het eten, Henriette. Ik wou gaarne een bad nemen, dan kun je mijn haar uitborstelen, dat zal een genot zijn. De Fransche kamenier, die een opgetogen bewonde ring voor haar aan den dag legde, vroeg zich, ter wijl zij het bad klaar maakte, af, hoe mevroifw toch zoo minachtend en bedaard kon doen. Mon Dieu! als mylord mijn Raoul eens was, dan zou ik heel anders zijn, dacht zij. bij zichzelve, terwijl ?e het reukwater uitgoot. Kwart vóór achten was zij nog, bezig het lange, prachtig roode haar van haar meesteres zwijgend te borstelen, terwijl Zara in den spiegel tegenover haar staarde, met een strak gelaat en zonder iets te zien. Zij was weer te Bournemouth, en luisterde naar „Mama's lied". Dat was haar obsessie; het klonk; steeds door haar hoofd, en jtoch deed onderwijl een hevige opwinding haar bloed sneller jagen. Toen werd er op de deur getikt, en toen Henriette opendeed liep Tristam haar voorbij en betrad de kamer van zijn vrouw. Zara keerde zich om als een/ verschrikte ree cn toen veranderde de uitdrukking van haar gelaat eensklaps in een van toorn en trots. Hij was reeds gekleed voor het diner en hield een grooten ruiker gardenia's in de hand. Hij stond opeens stil, toeni hij de prachtige schilderij zag, die zii vormde en hield den adem in. Hij had nooit geweten dat haar zóó long kon zijn, had zich nooit verwezenlijkt, dat zij zóó mooi was. En zij w&s zijn vrouw Lieveling! riep hij, zelfs niet denkend aan. de kamenier, die zoo bescheiden was, zich ijlings in de badkamer terug te trekken, lieveling, wat ben je schoon. Je maakt me. dol! Zara stond rechtop bij de kaptafel, schier ineen gedoken als een panter gereed voor den sprong. Hoe durft ge zoo maar in mijn kamer komen! Ga heen! zeide ze. Het was alsof zij hem een slag. had gegeven. Hij ging achteruit en wierp de bloemen neer. Ik kwajn ,i alle.n. maar Mgcon dat liet din»r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5