Het Huwelijk van Lady Tancred.
s
fi
ji
TWEEDE BLAD.
öeestelifk Leven.
Het aanstaande huwelijk
van den Duke of York,
FEUILLETON.
den in e«n onder lond bnlp «n fttxm g« waarborgt
werd. o
Voor een goed deel zijn deze deugden te verklaren
uit hare noodzakelijkheid onder de economische ver
houdingen, waaronder ze zijn ontstaan. De moderne
maatschappij met hare uiterste gecompliceerdheid
En hlarbij in rmvorWddalijk noodig, dot. we was
kritisch durven te plaatsen tegenover alles wat ons
overgeleverd is en wat wij tot dusverre als geheiligd
en wMr hebben beschouwd. Meer dan ooit is dié
thans noodig, omdat we beseffen dat de oude waar<
den ons gaan ontvallen. Nu komt het er op aan om
Zaterdag 3 Maart 1923.
66ste Jaargang. No. 7190.
en geweldig internationaal verkeer heeft er geen be- te durven aanvaarden wat uit het beginsel der men-
hoefte meer aan dat de gastvrijheid beoefend wordt, schenliefde voortvloeit. Daartoe moeten wij ons per-
En de trouw aan het. woord is vervangen door het
gezegelde contract! t
Nu gaan wij eens met elkander redeneeren oveT
„goed" en „kwaad".
En dan wijs ik u allereerst op de noodzakelijkheid
om stevig in 't oog te houden, dat de mensch steeds
het onderscheid heeft gemaakt tusschen „goed" en
„kwaad", maar dat tegelijkertijd de opvatting om
trent „goed" en „kwaad" zich voortdurend wijzigt.
Zoodra de mensch gaat denken, begint hij ook te
waardeeren. D.w.z. hij gaat oordeelen over wat hij
oi>dervindt, wat van buiten af tot hem komt. En hij
schrijft, wanneer hij nog in het eerste stadium' van
ontwikkeling is. alles, b.v. ook ziekten en kwalen
toe aan inwerking van buiten hem staande mach
ten. Als hij deze machten niet ziet met z'n lichame
lijk oog. dan schept hij zich deze door middel van
zijn fantasie. En hij gaat gelooven in geesten, dae-
monen on saters, die hem kunnen verderven of
helpen.
Dit waardeeren staat geheel1 onder den invloed van
het persoonlijk welbehagen. Dat wil zeggen: de oor
spronkelijke mench .vindt goed wat hem aangenaam,
voordeolig, nuttig is, hij vindt kwaad wat hem pijn
doet, schade berokkent.
Er is nog geen sprake van dat wij bij hem iets vin
den wat gelijkt op waardeeren naai- hoogeren maat
staf. Dit komt eerst veel later wanneer ook het gees
telijk ieven 'bij den mensch zijn eischen gaat stellen
cn men dus ook geestelijk gekwetst kan worden, b.v.
door beleediging.
In den aanvang geven bij de waardeering derhalve
de persoonlijke belangen den doorslag.
Ik vestig hierbij de aandacht op het merkwaardi
ge feit. dat na zoo vele eeuwen van menschelijke
•ontwikkeling, deze opvatting nog nawerkt en zeer
duidelijk bespeurbaar is bij duizenden menschen.
Het is waarlijk geen uitzondering te vernemen, dat
men iemand goed noemt, als een goed mensch be
stempelt, enkel en alleen omdat men van hem aan
gename, voordeeüge dingen ondervindt. Terwijl die
„iemand" daarbij heel best een minderwaardig
mensch kan zijn!
Wanneer wij nu vasthouden aan den oorsprong van
de begrippen goed en kwaad uit het persoonlijk
elbohagen, dan gaan wij trachten te verklaren, hoe
aaiuit. allengs zich ontwikkelt'wat wij noemen „mo-
-ial" (zedenleer; leer der plichten en deugden)
Hierbij moeten wij bedenken, dat de mensch niet
alleen met zich zelf en met eigen belang te maken
heeft, maar ook met. de groep waartoe hij behoort
en waarin hij leeft. Hij treedt in betrekking tot an
dore menschen. Hij verlangt onbewust dat die ande
ren hem niet hinderen, kwellen. Maar aan de ande
re zijde verlangen de anderen dit ook van hem. Zoo
wordt het gemeenschapsbesef geboren.
liet loven in vereeniging met anderen voort daar
toe. Daaruit ontstaat ook een. gemeenschappelijke
opvatting van goed en kwaad. Het i3 niet meer al
leen hot belang van den enkeling waarom het gaat,
neen, maar vóór alles het belang van de gomecn-
Mchap. .Immers in en door de gemeenschap is alleen
het loven mogelijk en verzekerd. Zóó vormen zich
vaste regels en gewoonten, ongeschreven wetten, die
eeuwen lang van kracht, zijngeweest voor men-
schengemeenschappen ovor de ganseho wereld ver-
sproid. En wij, menschen van de 20ste eeuw, wij kun
nen in vele opzichten met heimwee terug denken
aan wat de mensch in het verleden 'bozat aan mora
liteit. Zeker hij was ons in uiterlijke beschaving ten
achter, hij was ruwer, wreedor, maar kon toch trotsch
zijn op sommige deugden, welke thans slechts spo
radisch schijnen voor te komen. Ik wijs hierbij ou
twee dingen, Ten eerste op den trouw aan hot woord.
Vóór ulles werd verlangd, dat niemand ooit zijn eens
gegeven woord zou breken De belofte, de afspraak,
was heilig. Het is te begrijpen van boe groote beteo-
kenis dit was voor den mer»sch in het verleden en
wij vinden in sagen en legenden deze trouw aan het
woord op vaak treffende wijze bezongen en verheer
lijkt. Ten tweede wijs ik op de hoogc eer, waarin de
gastvrijheid stond en op wat. inen noemt het yast-
reetat. Hot was een geheiligde gewoonte om aan
vreemdelingen onderdak, voedsel en bulp te verico-
'nen. En niemand zou zelfs zijn vijand, wanneer de
ze een beroep deed op de gastvrijheid, één haar kren
ken. Zeer lang hoeft deze gastvrijheid zich gehand
haafd ou bij do patriarchaal levende Oostersche vol-
kon vinden wij haar thans nog. t'lt deze gastvrijheid
ontwikkolde zich het gastrecht, waarbij aan vroem-
De gemeenschappelijke opvatting omtrent goed en
kwaad is evenmin aan zich zelf gelijkblijvend, als
de persoonlijke het zou kunnen zijn. De ontwikkeling
brengt met zich mede een voortdurende wijziging.
Wij kunnen, wanneer wij onze aandacht daaraan
schenken, bij ons zelf deze verandering zeer goed
controleeren, evenals bij onze medemenschen. Hoe lutionnaire beteekenis als het
zijn, om iets te noemen, in een tijdperk van 30 a 40 naasten lief als uzelf 1
jaren, die achter ons liggen, de begrippen veranderd.
Hoe ander^ beoordeelen vrij thans den „misdadiger",
hoe anders staan wij tegenover het huwelijk, hoe an
ders is geworden onze waardeering van den arbeid
en den arbeider, enz. Wie zich de moeite getroost
sooniijk belang durven uitschakelen en ons los ma
ken van alle mogelijke klasse- en standsvooroor-
■deelen
Hebt eens den moed, lezers, om rustig te overden
ken wat de eischen der menschenliefde zijn. Gij zult
tot verrassende resultaten komon en bespeuren dat
heel veel, wat wordt goed geacht, kwaad is en om
gekeerd.
Daar is eigenlijk geen woord van zóó groote revo-
bekende: hebt uw
De erkenning van deze formule als uitgangspunt
onzer moraal moet ons voeren tot oen herziening
van onze meening omtrent goed en kwaad.
Ik begrijp heel goed, wat hiertegen wordt inge
bracht door menïgen lezer. Nietwaar, velen uwer
om een vergelijking te maken tusschen nu en bv. 40 als zij dit lezen, zullen zeggen: maar die menschen-
jaar geleden, zal verbaasd staan over de ideeënver- liefde i9 immers al eeuwen lang gepredikt, dit is niets
andering ook op zedelijk gebied. Welnu, die veran- nieuws. En dan is mijn antwoord: zeker, er is een
dering moge nu intenser zijn dan in gewone tijden, tijd geweest, dat die menschenliefde gepredikt werd:
omdat wij thans een periode van overgang doorma- het was in de eerste dagen van het Christendom,
ken en daardoor van sterkere ontbinding van het maar hoe spoedig was het gedaan! Dan blijft het
oude naast krachtiger ontwaking en groei van het woord wel behouden, maar de diepe zin is er aan ont-
Diouwe zo is er toch niettemin steeds geweest, al nomen. En wij zien hoe de christelijke kerken van
ging bet dan in langzamer tempo..Deze overweging liefde liefdadigheid maken. Dit artikel zou te lang
moet den denkenden mensch ongetwijfeld de over- worden, wanneer ik hierop uitvoerig inging. Ik wil
tuiging schenken dat de opvatting omtrent goed en sr alleen van zeggen, dat het een tragische rol is ge-
kwaad zich steeds zal verfijnen. En dat, wanneer weest, wélke de christelijke leiders in de wereld hell
et n bepaalde opvatting niet meer past bij de ontwik- "ben gespeeld: inplaats van fier en krachtig den eisch
koling, een ander zal opkomen. Met andere woorden der liefde in volle consequentie te prediken, hebben
de menschheid zal telkens weer haar moreele be-"zij wanverhoudingen goed gepraat en ongerechtig-
grippen herzien. Ook in dit opzicht kunnen we zeg- held gesanctioneerd. En zoo is de massa op 'n dwaal-
gen dat er niets bestendigs is op aarde. spoor gekomen en zij meent dat 't onchristelijk (dus:
Want: zonder moreele begrippen is het leven niet tegen het. liefdesbeginsel) is ontevreden te zijn met
mogelijk. Elke gemeenschap verlangt op straffe van de bestaande toestanden!
endergang een gemeenschapsmoraal. Door deze mo
raal zal worden voorgeschreven wat goed is en ver
oordeeld wat kwaad is.
Een oude beschouwing geeft aan de moraal een
bovennatuurlijken oorsprong; zij leeraart dat de
mensch het goede moet doen en het kwade nalaten.
Nu komt het er op aan om in onzen tijd dat oude
beginsel in z'n volheid te prediken.
Wij hebben ons éón te gevoelen met de gansche
menschheid. Dus haar materieel en haar geestelijk
belang moet door ons gediend worden.
De nieuwe zedelijke normen, welke wordende zijn,
omdat God dit eisebt. Deze beschouwing heeft geen'nullen derhalve ten doel hebben voor ons te bepalen
recht van bestaan en zii is daarbij hoogst gevabrlijk. wat goed cn wat kwaad is. Mijn plan is niet om een
Het gevaarlijke is hierin gelegen dat uit naam vanf moraal te gevon, welke daarop is gebaseerd of liever
God de niet, denkende massa gevoerd wordt tot, han-: ik wil 'niet mijne inzichten omtrent goed en kwaad
dèlingen, die het uit eigen aandrift niet zou doen, ja geven Daarover moet gfcj zelf durven nadenken,
zelfs afkeurt! j Waar het op aan komt is, dat wij erkennen als goed
De moraal is een levensnoodwendigheid zonder alles wat in bet belang (stoffelijk en geostelijk) der
haar kan geen gemeenschap bestaan. Daarom is zij: gansche menschheid is en als slecht, wat dit belang
erl i schaadt.
Het gevoel van solidariteit, hot gevoel van sympa-.'1 Ten slotte nog een enkele opmerking: wij hebben
thio van de leden dor gemeenschap onderling, do be-| niet alleen te doen met onze verhouding tegenover
hoefte om als gemeenschap zoo krachtig mogelijk de menschheid of misschien juister gezegd: tegen-
zich.to voelen in het leven, wordt de bron waaruit over. dat deel der menschheid, waarmede wij maat-
de moraal voortkomt. schappelijk verbanden zijn, maar ook met onze ver-
De bekende econoom Adam Smith, die wel eens de. houding tegenover den enkeling. En nu zou ik als
vader der moderne staathuishoudkunde is genoemd, consequentie van het liefdebeginsel willen noemen
schreef in 1759 een boek „Theory of moral senti-i 1°- waarheid, 2o. gerechtigheid. Deze beide moeten
ments", waarin hij de sympathie tot den grondslag zoowel onze verhouding tegenover den enkeling als
van de moraal maakte. Hierin logt hij den nadruk op i tegenover de gemeenschap bepalen. Past dit nu eens
hot medelijden, dat gevoel, hetwelk ons het lijden toe op u zelf en op uwe medemenschen, waarde le-
van anderen doet meegevoelen. zers! Ik twijfel er geen seconde aan of gij zult ver-
Nu moeten wij één zaak nimmer uit het oog ver- j baasd staan over de werkelijkheid, waarin gij leeft,
liezen. N.l. dit: er komt een tijd in de historie der i
ASTOB.
Het is'alweer een tijd geleden, dat Engeland verrast
menschheid, waarin het groepsleven (het leven- in
stammen, in kleine gemeenschappen) overgaat tot
meer algemeen! gemeenschapsleven. Dit is thansxvoar
de zoogenaamd beschaafde menschheid een voldon
gen feit.. De kleine groep is grooter geworden, heeft
zich met verwanten samengevoegd, is geworden tot
natie; de natiën gaan op in do staten én wij zijn
thans gekomen in het stadium dat de staten niet
meer buiten elkaar kunnen bestaan. D
Wij leven in den tijd1 der wereldhuishouding. Daar- werd door bericht, dat de Duke of Yoik, de tweede
medo moét de heerschende moraal rekening houden zoon van den Engelschen Koning verloofd ,was met
en zii moet daarom van groepsmoraal worden tot Lady Elisabeth Bowes—Lyon.
menschheidsmoraal. En nu voelen wij ineens het kan er gerust aan toevoegen het was een zeer
geniale van de groote levenshelden in het verleden, aangename verrassing.
die vóór vele eeuwen reeds toonden boven alle bc- Gedurende den oorlog werd steeds duidelijker
perking te zijn uitgestogei> en daarom een moraal dowr Britoche volk den wensch geuit om zooveel
hebben gepredikt, die voor alle menschen ter we- m°gehjk voor het Engelsche Kóningshtiis huwelijken
reldi gold. Nu leeren wij bewonderen heroën als Boe- me* Duitsche vorsten en vorstinnen te vermijden,
dha, als Christus. Zij durfden in hunne dagen pre- D® £uits.ch,e 113111611 verdwenen allemaal aan het
diken de universeeie menschenliefde. En wat dit be- Engelsche hol. T
duidt, begrijpen we pas recht goed, wanneer we nu pn°® L?018 Bottenberg werd Earl of Milford Haven
nog opmerken, hoe op verscheidene dorpen zelfs'in den van Lord Mount Batten Voor den erfge-
het vooruitstrevende Noord-Holland bij velen nog 1133111
een bekrompen dorpsgeest heerscht, die er angstval- De Prins van Teek werd Earl of Atthone. He Ko-
lig voor waakt om toch b.v. het geld, waarover men .nmgshuis dab nog steeds heette het huis van Hannover
beschikt, op het dorp te laten blijven én vooral niet nuJl- Huis Windsor.
.voor buiten-dorpsche belangen te gebruiken. .en Pnn66SS Mary, de •®®nige docruer van den
Het is deze universeeie menschenliefde welke moet Koning van Engeland einde 1921 verloofd werd met
worden de maatstaf bij de booordeeiing van goed en deI) f^genaam van een aanzienlijk adelijk Engelsch
kwaad geslacht, met den zoon van den Earl of Harewood, mei
Alles' wat uil deze liefde voortvloeit is goed, alles den schatrijken Viscount l.ascclles werd die verloving met
wr.i tegen haar Indruischt is kwaad. 8™°"; "«"8^ ?ü,orhhct ,E"8clfcfl6 v°lk begroet
Dit la de aliremoen voldenrte revel Fn nn hnnirt dodelijk na het huwelijk gingen toen geruchten der
hè. af van onze persoonlijke inzichten tot welke com «««taande verloving van don Prins of Wales de ronde
sequentie wij zullen komen.
doen.
Naar het Engelsch van ELINOR GLYN.
16.
Het look Francls Markrute toe, dat meer dan do
helft, van heel den Engelschen adel den volgenden
dag bijeen gekomen was in de St. George kerk op
liet Hannover Square', toen hij met de schoone
bruid aan zijn arm die kerk doorliep.
Zij droog een japon van matwit fluweel cn haar
gelaat had dezelfde tint onder Üc schaduw van een
prachtigen hoed van zwart fluweel en veeren.
Zij droeg geen andere juweelen dan de prachtige
parels, het geschenk van haar oom. Geen enkele
kleur was er aan haar, buiten hot vlammend rood
van heur haar en {haar rooden -mond.
Er ging eèn huivering van bewondering door de
menigte, toen zij de kerk doorliep. Zij leek de prin-
sos uit het sprookje, zoo juist ontwaakt.
Het orgel zweeg en nu wist zij, als in een droom,
dat zij naast Tristam knielde en dat de bisschop
hun handen ineengelegd hacL
Werktuigelijk zei ze met zachte, rustige stem de
belofte ria. Al wat tot haar hersenen doordrong, was
Tristams beslist uitgesproken verklaring: Ik, Tris
tam Lommer Guiscard, neem u, Zara Elinka, tot
mijn wettige vrouw.
En ten slotte was die plechtigheid ten einde en
lord en lady Tancred wandelden naar de sacristie
om daar hun namen te zetten in het trouwboek.
En toen Zara haar hand van den arm van haar
nieuwen echtgenoot© af liet glijden, boog hij zijn
hoofd voorover en kuste haar op de lippen; en ge
lukkig was de stoet van familieleden en- vrienden
nog achter hen, en keek de bisschop een anderen
kaïn op, anders zouden zij tot hun groote verwonde
ring de bruid hebben zien huiveren en de uitdruk
king van hevigen toorn hebben opgemerkt, die op
haar gelaat kwam.
Maar de bruidegom zag het en het gaf hem oen
'.eek in 't hart..
Toen kusten nog tal van anderen haAr: zijn moe
der en zijn zm ers, en lady Ethelrida en ten slotte
de hertog.
Ik eisch mijn privilegie als oud man op, zei hij
vroolijk. en ik heet u van ganscher harte welkom in
ons midden, mijn schoone nicht.
En Zara had geantwoord, maar had ternauwer
nood een glimlach over haar gelaat kunnen laten
glijden.
Én toen zij. na door de bewonderende menigte te
zijn gewandeld, in de fraaie, nieuwe auto,plaats
namen, was zij in een hoekje gekropen en ha'd haar
oogen half gsloten. Tristam, hovig bewogen en over-
spannen van opwinding, had niet geweten wat hij
ervan denken moest.
Maar haar trots deed zijn bruid haar rol verder
spelen, toen zij het huis van haar oom betrad.
Zij stond naast haar bruidegom en boog bevallig
voo'r de tallooze vrienden van haar oom, die voor
bij haar defileerden om haar geluk te wenschen.
En toen, al spoedig na haar komst, lady Tancred
mot haar. dochters on met Cyril binnenkwam, had zij
zelfs iieel even 'n lieven glimlach, toen die aardige
jongen op zijn teenen ging staan om haar oén har-
lelijken zoen te geven! Hij was heel klein voor zijn
leeftijd, maar had een heerlijke zekerheid van op
treden.
r Ik geloof dat je veel opgang maakt, Zara, zei
hij. Twee van onze jongens, neefs van me, die ook
in do kerk waren—hebben me erg gefeliciteerd. En
I ik hoop dat je nu gauw de bruidstaart zult gaan
verdoelen?
I Tristam vroeg zich af, waarom nu haar trotsehe
I mond beefde en haar oogen vochtig werden? Zij
dacht aan haar eigen broertje, dat zoo ver van haar
weg woonde, en zelfs heelemaal niets van een taart
afwist.
j Ten slotte hadden zij al de formaliteiten achter
I den rug en zaten ze weer alleen in hun auto; en
weer kroop zij in een hoek en sprak geen woord, en
hij wachtte geduldig tot zij in den treift zouden zit
ten.
Toen zij in hun gereserveerd compartiment zaten
en dc eerbiedige lakei het portier gesloten had. en
zij, langzaam hot station uitstoomend, de wuivende
vriendenschaar achterlieten, kwam hij naast haar
zitten en nam teeder haar grijsgehandschoend
handje.
Maar zij trok het aanstonds terug en ging wat
verderaf zitten, vóór hij zelfs nog iets kon zeggen.
Zara! zei hij smeekend.
Een buitensporig trotsche blik trof hem.
1 Kunt ge me niet een oogenblik met rust laten,
snauwde ze. Ik ben doodmoe.
En hij zag dat zij beefde en, hoe verliefd hij ook
wns en hoe wanhopig over die bejegening, hij liet
haar met rust en legde zelfs zwijgend de kussens
voor haar terecht. Zelf nam hij een courant en ging
in een leunstoel zitten, deed alsof hij los.
Zara staarde het raam uit; het hart sloeg haar in
de keel. Want zij wist dat dit slechts een uitstel
was; haar oom had haar gezegd dat de Engelsche
edellieden over het algemeen groote heeren waren
en haar man inzonderheid; in den trein zou hij dus
stellig geen scène maken, maar daarna zouden ze
in hun hotel komen, en als zo het diner doorgeko
men waren, zou ze alleen met hem zijn. Toen zij
daaraan dacht, werden haar lippen bleek.
Die afschuwelijke, vreeselijke mannen! Visioenen
van oogenblikken, uit haar eerste huwelijksdag met
I.adislaus kwamen haar voor den geest. Die had
haar nooit vijf minuten lang ontzien in haar le-
ven.
1 Alles in haar kwam in opstand. Zij kon niet rechi-
j vaardig zijn; zij geloofde met een schurk te doen
te hebben. Die man haar echtgenoot dien zij
in haar heele leven nog maai' vier maal ontmoet
had, was niet tevreden met de eerlijke overeen
komst, die bij toch heel goed begrepen moest heb-
ben, niet tevreden met haar fortuin, niet tevreden
met haar bereidwilligheid om zijn blazoen opnieuw
;ta vergulden hij wilde met alle geweld bevre-
digiug, voor zijn weerzinwekkende hartstocht, hij
verlangde haar te liefkozen, omdat zij een vrouw
was en schoon en de wet gaf hem daar het
recht toe, omdat ze zijn vrouw was.
Maar zij wilde zich daaraan niet onderwerpenZij
zou wel een middel vinden oiii er aan te ontsnap
pen.
Tot dusver had zij de bekoring, die er van Tristam
uitging dat zekere iets, hetwelk alle andere vrou
wen tot hem aantrok nog niet eens opgemerkt. Do
weinige malen, dat zij hem ontmoet had, had ssij
alleen maar gezien dat hij heel knap was maar
Ladislaus was ook een knap man geweest Mimo
was het ook en alle mannon waren egoistisch en
verdierlijkt.
.Zij was door haar geboorte half een Engelsche en
dat deel van haar het bedaarde, verstandige
deel zou later sterker in haar uitkomen, maar
voor het oogenblik werd het onderdrukt door haar
allesbeheerschende wrok.
Tristam bespiedde haar van achter zijn Evening
Standard, en de felle haat en wrok. al dö verschil
lende gevoelens, die haar bestormden en zich op
haar gelaat afteekenden, deden hem pijn.
Hij was buitengewoon gevoelig, in weerwil van
zijn onbezorgde vermetelheid en zijn trots. Zoolang
zij in dien toestand was, was het volslagen onmo
gelijk haar nog eens aan te spreken.
En zoo zat dit heerlijk jonge bruidspaar, dat
elkaar in 't minst niet begreep, zwijgend en gedwon
gen daar neer, inplaats van in eikaars armen te
sswc» van Lady M*ry Cambrid^a ou Lady
Mary Thynne werden daarbij herhaaldelijk genoemd.
Béiden waren hruidsjggigjé? van Princ^ss Mary.
Maar die geruchten hieven geruchten, Nu blijkt pibt-
seling dat de Hertog van York wel met, een der bruids
meisjes van zijn zuster geëngageerd ii en wel met Lady
Elizabeth Bowes—Lyon.
Meteen werd er bij gezegd, dat dc Prins van Wales
nooit zou trouwen.
Dat is natuurlnk onzin. De Prins heeft Yijn keuze
nog niet kunnen bepalen, maar ik hoorde onlangs nog
van zijn adjudant fiat van een bepaalden tegenzin tegen
het huwelijk geen sprake is.
Inmiddels is Lady Elizabeth oen allerliefst én knap
meisje.
Zij woont met hare ouders op het oude landgoed
St. Pauls Walden, tien Kilometer bij mij vandaan.-
Haar vader is the EarJ of Strathmorc and Kinghorne,
haar moeder was Miss Niiia Cavendish Bcntinck van
het geslacht der Hertogen van Portland, dus een afstam
melinge van Bentinck, den vriend van den Koning-
Stadhouder Willem III.
Zij trouwde toen zij 19 jaar oud was met den toen-
maligen Lord Gliunis (spreek uit Giaams), die pas in
1904, zijn vader in den titel van Earl ol' Strathmore and
Kinghorne opvolgde.
Gianiis Castle is het oude kasteel in het Noorden van
Schotland, waar in 1921 de Koningin, Princess Mary}
en de Duke of York de gasten waren van den Graaf en
Gravin van Stratmore.
Op Glamis Castle. spookt het. Nu spookt het bijna op
elk Schotsch Kasteel. Maar in Glamis is er reden
voor.
Wie heeft niet de Macbeth van Shakespeare gelezen
of gehoord?
Welnu, Koning Duncan werd in Glamis Castle door
Macbeth vermoord, en ik' ben er zeker van dat da
geheime kamer, die in het kasteel fs, de kamer van de
moord is. Slechts de graaf zelf, diens rentmeester en de
oudste zoon als die meerderjarig wordt, kennen hel
geheim van de kamer. Nooit wordt daar over gesproken.
Wanneer de oudste zoon, de toekomstige graaf, me»
derjarig wordt, dan geeft men een groot feest, waarbij
fille pachters én ondergeschikten met hunne familie te
genwoordig zijn.
Gedurende het feest wordt de jarige door den rent
meester uitgenoodigd hem tc volgen eri zij' gaan samen
naar den Graaf. Het drietal verdwijnt en komt na
een uur terug. De jarige jongeling ziet ernstig, hij
is blijkbaar onder den indruk van wat hij gezien heeft
Vau uit die geheime kamer spookt het, niet regelmatig
gelukkig maar bij tijden.
De Schotten zijn aan zulke dingen gewend en ons
toekomstige hertoginnetje is er niet minder vroolijk om.
Een paar jaar geleden toen de familie op hei Kasteel
vertoefde, kwam een troep Amerikanen en vroeg om
het kasteel 'te zien. Lady Elizabeth verkleedde zich als
kamerkatje en leidde de vreemdelingen rond.
De familie is bijna steeds op het buiten in Hertfords-
hire, daar Glamis Castle te kostbaar is öm te bewonen.
Hoe dat op den duur met die groote families in Eng^
land moet gaan is niet te voorspellen. Zij zijn bijna
allen groot-grondbezitters en moeten van de opbrengst
daarvan leven.
Sterft nu de eigenaar dan gaat er 30 pet. of meer
voor successierechten af. Om dat op te brengen, moet
zooveel gedwongen verkocht worden, dat er een enonA
verlies tc boeken komt
Dan moet de nieuwe graaf óf hertog ruim 12 shilling
van het Pond aan belasting opbrengen.
De Duke of Bedford heeft Zaterdag betoogd dat hij,
om 200 man op zijn goederen in dienst te hebbe^
40000 Pond kasgeld moet hebben, waarvan de Staat
24,658 zou nemen, de arbeiders de rest n.l. S 15.600,
terwijl hij moet wachten wat hij uit den gedanen
arbeid terugkrijgt
Ik celoolL^ciat het huidige belastingstelsel voor En
geland een strop wordt, omdat het de kip met de gouden
eieren gaat slachten. De huidige belastingen houden
geen rekening met de typisch Engelsche omstandigheden.
Zy mogen goed zijn voor het vasteland, maar deugen
hier niet. Niet alleen verarmen de groote families, maar
de landbouw zal meer en meer kwijnen en de landarbei
ders werkeloos worden.
Het geslacht Bowes Lvon3 is van zeer ouden datum
en een van de oudste Schotsche geslachten. De tegen
woordige graaf is de 14e graaf en heeft verder nog als
titels Viscount Lyon, Baron Glamis, Tannedyce Sidlaw
en Strathditchie en als Engelsche titels Baron Bowes
and 'Lunedale.
Het, geslacht liet het eerst van zich spreken in dc dagen
van Koning Robert 11, toen John LyoD of Forteviot, die
Chamberlain van Schotland was, in 1382 gedood werd
door Sir John Lindsay.
Diens kleinzoon was de eerste Lord Glamis, die in
1424 door de Schotten aan de Engelschen als gijzelaar
werd uitgeleverd.
Hel graafschap Kinghorne dateert van 1606 en dat van
Strathmore en Kinghorne van 1677.
Do 5e graaf koos de partij van den Pretender en viel
in den slag van Sherifmuir.
De naam Bowes werd in 1767 aangenomen, toen de
9o graaf trouwde met de schatrijke erfgename van-
George Bowes of Streatlom Castlo bij Durhnm.
Men ziel dus, Prins Bertie, zoo wordt ds Duke o?
York ook wel genoemd, trouwt au niet bepaald met d$
eerste de beste.
In Schotland wordt het aanstaande huwelijk ook met
liggen, en nog steeds in dezelfde stemming kwamen
zij te Dover en in het Lord Warden Hotel aan.
De bediende cn de kamenier waren er reeds en hun
salon .stond vol bloemen en aJles was gereed voor het
diner en voor den avond.
We dineeren zeker om acht uur? zei Zara uit
de hoogte en, nauwelijks hot antwoord afwachtend,
verdween zij in de andere kamer en sloot de deur.
Toen belde zij om haar kamenier en vryeg die
haar hoed af te zetten.
Wat een vreeaelijk zwaar ding, zei ze. Ge
lukkig, hebben we nog een heel uur den tijd voor
het eten, Henriette. Ik wou gaarne een bad nemen,
dan kun je mijn haar uitborstelen, dat zal een genot
zijn.
De Fransche kamenier, die een opgetogen bewonde
ring voor haar aan den dag legde, vroeg zich, ter
wijl zij het bad klaar maakte, af, hoe mevroifw toch
zoo minachtend en bedaard kon doen.
Mon Dieu! als mylord mijn Raoul eens was, dan
zou ik heel anders zijn, dacht zij. bij zichzelve, terwijl
?e het reukwater uitgoot.
Kwart vóór achten was zij nog, bezig het lange,
prachtig roode haar van haar meesteres zwijgend
te borstelen, terwijl Zara in den spiegel tegenover
haar staarde, met een strak gelaat en zonder iets
te zien. Zij was weer te Bournemouth, en luisterde
naar „Mama's lied". Dat was haar obsessie; het
klonk; steeds door haar hoofd, en jtoch deed onderwijl
een hevige opwinding haar bloed sneller jagen.
Toen werd er op de deur getikt, en toen Henriette
opendeed liep Tristam haar voorbij en betrad de
kamer van zijn vrouw.
Zara keerde zich om als een/ verschrikte ree cn
toen veranderde de uitdrukking van haar gelaat
eensklaps in een van toorn en trots.
Hij was reeds gekleed voor het diner en hield
een grooten ruiker gardenia's in de hand. Hij stond
opeens stil, toeni hij de prachtige schilderij zag,
die zii vormde en hield den adem in.
Hij had nooit geweten dat haar zóó long kon zijn,
had zich nooit verwezenlijkt, dat zij zóó mooi was.
En zij w&s zijn vrouw
Lieveling! riep hij, zelfs niet denkend aan. de
kamenier, die zoo bescheiden was, zich ijlings in
de badkamer terug te trekken, lieveling, wat ben
je schoon. Je maakt me. dol!
Zara stond rechtop bij de kaptafel, schier ineen
gedoken als een panter gereed voor den sprong.
Hoe durft ge zoo maar in mijn kamer komen!
Ga heen! zeide ze.
Het was alsof zij hem een slag. had gegeven. Hij
ging achteruit en wierp de bloemen neer.
Ik kwajn ,i alle.n. maar Mgcon dat liet din»r