ROMMELKRUID. Si m m m» m m m m m m m m m DAMRUBRIEIi. IS H® Even laehen. Immers hebben over meer dan 30 jaaren liee- onzen dronken broeder. Ie oude Menschen gesproken, die my verhaal- Langzaam ging het vrachtje mee de hoogte den, dat haare Ouders en Voorzaten meenig- in en weldra bungelden man en takkenbos tus- maal op die wateragtige Cagen lagen met Laar schen hemel en aarde. Toen werd den dronken lange Lynen, om de wilde Vogels die op de kerel wakker. Bang, dat hij naar beneden te Waart buiten Dyk in de Wier waren asende, pletter zou vallen, werkte hij zich met moeite en van daar na het binnen water quamen te omhoog en ging recht overeind staan tusschen drinken, als dan wierde gevangen, welk water de hoornen van de maan. Den takkenbos nam nu tegen woordig beheid zynde, al tot droog hij op zijn nek. Over een paar üren, als de Land is geworden, cn zoo nieenen zommige dat maan weer onder ging, zou hij doodkalm van den naam uit dj"'n oorzaak van ouds is gege- de maan weer op de aarde stappen, ven, als dat n>«n nu in plaats van Cagen, met- Maar het is hem nooit mogen gelukken. En ter tyd m« I>y voeginge van den S. in de spel- jaar in jaar uit staat hij met zijn takkenbos ling genaamt heeft Cagen, Scageu, en daar na op den nek in de maan. Hij is gedoemd daar Sc hagen. Ig van ouJs In zyn beginzel ieer ge- eeuwig te blijven staan, tot schrik van alle ring geweest, zoo h er en daar mei Tenten op- dronkaards. geslagen, dog bevindende t zelfde van een In Gelderland weet men weer wat anders te goed verblyf en gelegentheid, zoo is het van vertellen. Daar zegt men, dat een arme drom- tyd tot tyd, en met de vermeerderde magt van mei eens op Kerstnacht met zijn hond uit ging de Geslagten, en door het toevloeyen der Men- met het doel een takkenbos te stelen. Op Kerst- schen van buiten, met de Timmeringe hoe lan- nacht! Dat was wel het ergste, wat men zich ger hoe meerder aangebouwd: en niet tegen- voorstellen kon. En omdat hij den nacht van staande, het in die oude tyden veele verwoes- den hoogsten feestdag ontheiligde, werd hij tot tinge en overvallingen heeft geleden; zoo zyn straf met zijn hond en takkenbos op de maan nógtans die verwoeste puinhoopen wederom geplaatst. En hij is gedoemd daar eeuwig te herbouwt, en is tegenwoordig binnen zig zei- blijven. ven Stads gewys, digt aan een getimmert, niet Dat mannetje in de maan staat wel overal alleen met veele gemeene, maar ook met by- slecht aangeschreven, ook vroeger reeds. Een zondere schoone en kostelyke Huizen, is Stada oud spreekwoord luidt: ,,'k Heb er netsoveul gewys bet geheel© Dorp gans door bestraat, deel an as de man in de maen." werd bewatert met redelijke Slooten ofte Grag-Dit blijkt ondermeer ook nog uit een gedicht ten, die ter wederzyden betimmert staan, en van Huygene: bewoontwerden, het heeft een groot ruim M&rkt-Velt, van daar afgaande in drie dnbbe- Een jeughdig Capiteyn van 't schip de'Volle le Buurten ofte Uitgangen, zoo dat het ten dien Maen, aanzien driehoekig genaamd mag werden, tot Hadd' menigmael met Neel zijn willetje het inkomen als weder uitkeeren. Zoo ten Oos- j gedaen, ten als ten Westen, ten Zuiden als ten Noor-i Maar Koeckoeck wierd jaloers, en wou 't haer den, heeft het zeer passabele en bequame we- overstrijden, gen, en van buiten is deze Plaats omcingelt Neen, sei sy, hertjelief, dat sal ick noyt belijden met Buurten, alle als Dorps gewyse betimmert, De Mannen hef ft sieh noyt met Neel, uw wijf, staande de Huizen zoo hier en daar van mal-ontgaen, kander gescheiden, dog de eene buurt grooter Ja niet meer, f o men seght, als de Mann in dan de andere, ten getalle van wel in de twin' tig toe, waar men meest tot alle heeft bestrate toegangen, en met Wagens en Schuiten kan af en aan komen. de Maen. Er wordt o k verteld, dat 't mannetje in de maan door j Dge dames wordt begluurd, die i hantstochteli naar hem verlangen, zoolang Wordt vervolgd, j zij nog geen vrijer hebben. Zij turen naar den man en trachten hem met haar oogen weg te pinken. De dichter Brederode zegt, dat het geen man is, maar een mooi meisje, Angeniet, die goden en menschen in 't ootje nam. Voor straf werd zij toen door Jupiler in de maan geplaatst. Ook wordt het maanmannetje in verband gebracht met den bijbel en wel met de verzen 32—36, hoofdstuk XV van Nummert Het is een HET MAANMANNETJU. man, die op Sabbath hout had gesprokkeld en tot straf door Mozea naar de maan werd ver- Aan het mannetje in de maan. dat men met platst, veel fantasie kan ontdekken in de donkere Volgens Pante is het mannetje Kaïn. De tnk- schaduwplekken op de zilverwitte maan, zijn jtenbos stelt het hout van zijn offer voor. Maar allerlei verhaaltjes ontleend. God nam bet offer niet aan en het werd met Op de helling van een heuvel lag een dron- den offeraar naar de maan geworpen, ken man te slapen met het hoofd op een tak- Zoo ziet men, dat de donkere maanvlekken kenbos. De maan was afnemende en dus sik- wel op de fantasie der menschen hebben ge- kelvormig Zij kwam boven den horizon en werkt. Door alle verhalen heen zweeft de ge haakte met de punt in het touw van den tak- dachte aan straf, die als vergelding voor be- kenbos en tegelijkertijd in den broekzak van dreven kwaad wordt toegediend. M. Sc hagen plaizand In 't Noord-Holland, Is gelegen. Een Dorp zeer oud Is al gebouwd Doen men 334. schreven. Dit oude vermaarde Adelyke en Heerlyke Dorp. 8CHAGEN. Leid omtrent twee uuren gaans van de Noord-Zee, heeft tot zyn naast gelegen Steden liedenhlik, de oudste Hoofd-Stad der West- Vriezen, omtrent vier uuren gaans ten Oosten. "Alkmaar de uiterste grensplaats van Kenne- merland, omtrent vier uuren gaans ten Zuid- Westen; is ten Noorden helend met een swaa- Tt> Aardendyk, tot bescherming van de Zee, en werd tegenwoordig nu genaamd den West Vriezen Zee-dyk, hoewel hy nu maar diend na de bedykinge van 't Land van de Zype, tot separeeringe en scheidinge van dien. Ten Zuiden is het belend met den Zydwind, of anders genaamd den Tolker-dyk, en ten Oosten een gedelte van den opgemelden Zyd wind, en een gedeelte van den ouden Burg- bornder-dyk, zig verbindende of vastmakende aar den ouden West-Vriezendyk, in 't geheel in zig begry pende omtrent 5193 Geersen, of 1731 Morgen, Schager mate. Behalven de Krven daar de Huizen op getimmert staan, waar van alle jaren over de Verpondinge, voor iedermaal moet gecontribueert werden aan het Gemeene-Land. behalven de Dyken, gemeene Huizen, en tiende van den Edel Heere van Schager, een zomma van 13724 10 0 Van waar dat Schagen zyn naam heeft ge kregen, is dit 't gevoel, dat den oorsprong des naams afkomt wegens de meenigvuMige Ca gen die onder het District van het Dorp Scha gen leggen. XXX. C A C EK. 1 Sehing-Caag. 2 Ooster-Caag. 3 Wester-Caag. 4 Oude Nesch-Caag. 5 Nieuwe Nesch-Caag. 6 Ooster Nesch-Caag. 7 lage Dyker-Caag. 8 Mussel-Caag. 9 Oude Caag. 10 Crelinger-Caag. 11 Hanne Caag. 12 Yse-Caag. 13 Oldrians-Caag. 14 Ooster Quartel-Caag. 15 Wester Quartel-Caag. 16 De Neer-Caag. 17 Wester Meer-Caag. Want het staat te noteeren, dat het van ouds ia geweest een wateragtig en poelig Land, 1 welk te met door den arbeid der menschen ia omringt met Keven en Binnen-dykxkèna, t zy da' het was om *t water tot Land te maken, of ke: water te betemmer dat het zelve hei Hoog- gerland niet beschadigde. Jdimr zouden zij t wel willen?" vroeg Jan, die naderbij gekomen was. „Wie bedoel je?" zei Wim. „De leden van B. M T", zei Jan. „Nou, laat dat maar aan mij over", ant woordde Wim Gerritse. ,-Dat zal ik wel voor mekaar brengen. En dan: waarom zouden ze 1 niet willen? Het is toch maar niet effentjes leusachtig om zoo*n reisje te maken! Dal vin den jongens uit de stad heerlijk!" BALT. sterk?" vroeg Henk. „t Eerst elftal speelt in de 3e klasse van den Nederland ^hen bond', was Wim's antwoord. rJ6, dat is toch niks voor ons," zei Willem. JDat verliezen wij glad!" „Ben je mal?" zei Wim. „We moeten ook Biet het eers*e elftal vragen, maar Jiet 8e of te!" „Ileeft B.MT. dan zooveel elftallen?" vroeg Jan. „Wel eer. stuk of tien", zei Wim. „En in welk elftal speelde jij dan?" vroeg Henk. „In *t negende. Daar was ik keeper. Eén keer heb ik in *t zesde meegedaan. Toen waren de keepers van t zesde, zevende en achtste elftal Mek. zoodat ik moest invallen!" „Maar hoe zullen we ze *t nu vragen?" „Per brief", zei Wim. „Daar heb ik al over nagedacht. We doen zoo: v.e zenden een brief aan rï bestuur van B.M.T., met *t verzoek, of 't laten we zeggen, 't negende elftal genegen zou zijn een vriendschappelijke wedstrijd te spe len tegen V.W. Zal ik een brief opstellen?" ..C-ned", zeiden de anderen. Ze vonden 't best, dat Wim dat deed. Die had meer verstand van al dat soort van dingen. Zij wisten niet zoo pre cies, boe ze dat allemaal moesten inpikken. En dan: Wim was lid geweest van die vereenigir.g Hij kende zijn mannetjes nog wel van vroeger. „Als we dit nu eens schreven", zei Wim na een poosje. „Luister, dan zal ik *t jullie voor lezenEr staat boven: geachte heeren." ..Heeren?" zei Jan. ,.'t Zijn toch jongens, net a's wij?" „*t Elftal wel, maar *t bestuur niet. Dat zijn deftige heeren", ze» Wim. - Zoo", zei Jan Hij vond *t. geloof fk. we! een beetje raar. En ÏTerk en Willem ook. Maar Wim Gerritse zon 't wel weten, dacht hij. ..Geachte heeren", vervolgde Wim. „Namens de voetbalvereeniging Vlugheid Wint te Rijn dorp hebben wij de eer. U te verzoeken, of het negende elftal van B.M.T. een vriendschappe lijke wedstrijd tegen V.W. zon mogen spelen, op een dag. die wij aan U overlaten. Hoogach tenden dan de namen van *t bestuur van V.W. Viadt jullie *t zoo goed?" vroeg Wim. „Best", zei Henk. En de anderen vonden *t ook. „Dan zullen we den brief maar meteen over schrijven en weg3luren", zei Wim. Hij schreef de heele boe! netjes over. Henk. Willem en hij zetten er hun namen onder, de molenaar gaf ze een postzegel en de bri.ef ging In de bus. Na een raar dagen kwam *t antwoord: Den h^er IL Nïeuwenhuizen, Voorzit ter der voetbal vefeeniging V. W„ te Rijndorp. Kn in den brief stond: Aan *t bestuur der voetbal vereeniging V.W. Geachte hoeren. Zeer gaarne zal het negende elftal van onze voetbal vereeriging B.M.T. een vriendschapoe- li'ke wedstrijd tegen Uw eerste elftal spelen. Indien 't U schikt liefst op Zaterdagmiddag 28 April a s.. om drie uur des middags. Hoogachtend. Uw dw_dn-. P. Brugman Secretaris BALT. Wordt vervolgd. OOIEVAARS REIZEN. Waarheen gaan en van waar komen onze trekvogels? Naar en van het Zuiden. Dat is de algemeen gangbare leer, die ons reeds op de schoolbanken werd ingeprent. Nu is de contro" le niet zoo beel gemakkelijk, maar door ringen om de pooten der ooievaars heeft men toch een middel gevonden.. Een deel trekt Zuidoostwaarts, tot Honga rije. Hoe de weg uit Hongarije naar Oost-Afri- ka loopt, wordt aan de band van ringen van tal van andere langpooten verduidelijkt. Wij kumien hier slechts het resultaat mededeelen. Eerst gaat de reis langs den Donau naar de Zwarte Zee en verder over den Bosporus. Te Konstanlinopel is de ooievaar in den trektijd een zeer gewone, verschijning. Dan loopt de route dicht langs west- en zuidkust van Klein Azië. Ten Noorden van Cyprus verdoelen zich de scharen: bet kleinste gedeelte zwengt zuid waarts over dit-jeiland om daarna in de buurt van Alexandrië Afrika binnen te komen. De overige houden den landweg over Syrië en Pa lestina (D&maskus en Jeruzalem zijn vindplaat sen). Ze trekken daarna westwaarts over de landengte van Ismailia naar den NijL waar beide gedeelten zich weer vereenigen. Eenige blijven aan den beneden-Nijl; doch de groot© meerderheid trekt zuidwaarts, steeds den Nijl volgende. Onderweg, ten zuiden van Dongola daar. waar de Nijl een groote bocht maakt, scheidt een gedeelte zich al en vliegt naar het westen tot in de nabijheid van het Tsadmeer. De overigen, de meesten veranderen hun koers niet, trekken langs en over de groote me ren Victoria-Nyanza, Taoganjika en Nyaasa, om zich nog later te verspreiden over Trans vaal tot in den Katahariw oestijn, Natal. Basoe- toland en Kaapland. Het zuidelijkste punt, waar een geringde ooievaar werd gevendea. was bij East-London in KaaolandL Deze vogel was in Juli 1910 bij Stallopönen in Goal-Prut sen gering en lag een jaar later dood in het zuidelijkste deel van Afrika. Dat uit Afrika zooveel berichten van gevutt- den ooievaars binnenkwamen, vindt zijn grond in het volgende: De bewoners trachten daar met succes op groote schaal de zwermen sptink hanen door vergif te dooden. De ooievaars eten massa's dier vergiftige sprinkhanen at ster ven eveneens. Wij vinden medegedeeld, dat in een streek waar deze plaag het ergst voorkwam op een vlakte van een vierkante kilometer tus schen rijf- en zesduizend ooievaars dool We ven. Uit Middel-Europa trekt *n andér gedeelte Zoidwestwa&rts; deze zijn echter heel wai ge ringer in aantal dan bovenbedoelde. Zij gaan door Frankrijk, over den ooetei ijken Pyreneeën pas, langs de oost- en zuidkust van Spanje, over de Straat van Gibraltar naar de Marok- kaansche bergen en vlakten, waar een groot aantal blijft. De verdere reisroute is nog onbe kend; maar zeker is, dat van begin December tot in Februari in (voormalig) Duitach Zuid west Afrika ooievaars aankomen in geze'sch&p van groote scharen milanen of sprinkhb*usiio- gels. In geen der berichten is iets te ontaekken van een regelrechte zuidwaarts gerichte reis ever Italië, Sicilië en Malta, met een kniebocht over bet geheele oostelijke bekken der k&ldei- l&ndsche Zee naar Egypte. Deze lange zeereis schijnt legendarisch te zuilen wonden. EEN DOELTREFFEND WOORD. Men zegt, dat de groote Amerikaan Washing ton. die zoo bekend stond sm rijn strakke ié en zijn ernst, maar één grapje getapt heeft in aeei zijn leven. Het was, toen er beraadslaagd werd over de sterkte van het toenmalige Amerikaan scne leger: 3000 man, besloot men. Washing ton verhief zich: Ik zou eraan toegevoegd'willen zien. zei hq droogweg, dat vijandelijke legers beslist niet sterker mogen zijn dan 20 WARE WOORDEN, Menschen zonder kop stooten dien het meest. Tegenover het gezag staat het recht van het kind. Gezag en vrijheid moeten tegen elkaar opwegen, geen gezagsmaniakken moeten wij zijn. Op deze twee pijlers steunt de opvoeding. De meeste menschen beleven de verwezen lijking van hun idealen slechts in anderen. Het gebed" is voor het hart wat de ventilatie is voor het vertrek. Dat een doel verkeerd was, ondervindt men meestal eerst, wanneer het bereikt is. De gewone soldaten leveren den slag en de officieren maken aanspraak op de overwinning Laat ons niet liefhebben met woorden, maar met de daad en in waarheid. HU WIST T. Agent in loten: Mijnheer een lot soms? „Welke prijzen zijn er zoo al?" Agent: Auto, motor, paard en rijtuig. „O, is het die loterij. Neen, dank je. Dat is niets voor mij. Ik weet toch al wie het rijtuig zal trekken. Agent: Hoe zoo, mijnheer? „Wel. bet paard natuurlijkl" ONVERWACHT ANTWOORD. Dokter (in de wachtkamer kijkend, waar reeds enkele patiënten wachten): Wie wacht hier bet langst? Kleermaker: Ik, dokter. Ik heb u dat pak al drie jaar geleden geleverd. l ZOO KAN JE HET UITLEGGEN. Vreemdeling; Vreemde lui toch, die Hollan ders. Eerst gieten zij rum in een bowl om ster ken drank te hebben; dan doen zij er water bij. om hem zwak te maken; vervolgens knijpen zij er citroenen in om den drank zuur te met- ken en dan scheppen zij er suiker in om hem zoet te hebben. Tenslotte heffen zij het glas om hoog, zeggen: Op uw gezondheid! en drin ken het zelf uit. ZOO WA8 HET. Vrouw: Toen we pas getrouwd waren, noem de je mjj het licht van je leven, en nu.... Man: nu ben je altijd uitt WAAROM ZOOW DRUKTE. Gedurende een zeereis werd het emigranten schip docr een zwaren storm overvallen, en de landverhuizers scheeuwden en klaagden Een hunner stond op en riep luide om hulp en redding, een andere landverhuizer, kalmer, naderde hein en vroeg: „Wet is er aan de hand, kerel, waarom ga je zoo te keer?" „Waarom zou ik niet schreeuwen?" zei de man, „al# het schip naar den kelder gaat." „Wel, vroeg de ander, is 't dan jou schip?" GOED GEANTWOORD. Alles betreffende deze rubriek te zenden aan 0. Amels Wz, Winkel. Oplossing PROBLEEM Na. 20. Wit: 42—37 26—21 46—41 44—40 34 14 49—44 39 17 37—31 48—42 44 4 wint. Oplossing PROBLEEM No. 2L Wit: 27—22 36-31 37—31 24—20 30-24 28 18 42 2 2 7 28 8. PROBLEEM No. 24. Auteur C. Amels Wz, Winkel. ZWART. Stand 18 Stand 34 WIT. Zwart, 8 schijven, op: 4 8 12 13 20 21 24 «n dam op 50. Wit, 11 schijven, op: 23 25 28 Ï8 38 39 44 47 4a 14 32 PROBLEEM Na. 2S, Auteur I. Sterk, Hoogwoe* EWABT. Een jonee man, die een landfeouwcnrsns bad gevoljrd. bad een hoog idéé van zijn kennis evr vertelde den ouden, ervaren boer iets over kunstmest. Och. zei hij. je zult zien. dat het nog eens zoover komt. dat jc alle meststoffen toot een. bunder land in je jaszak steekt. En den geheeien oogst in den zei de boer. Vnlwni 1'Auto bestaat een fiets uit 1333 stuk ken en stukjes. Alleen een goede ketting telt reeds 59! onderdeelen. hoe gunstig steekt het oliespuitje daarbij af roet zijn 7 anderdeeltjes! Een man kwam bij den directeur van een ijzerfabriek en vroeg om werk „Ik kan wel iemand, gebruiken" zei deze, maar hij moet sterk zijn, Ben jij sterk?" „Ik ben sterk", antwoordde de man. En hij werd aangenomen. Twee dagen later kwam de man weer bij den directeur en vroeg: Kan u ook mijn broer ge bruiken?" „Is je broer sterk", vroeg de directeur. „Zeer sterk", was het antwoord. En ook de broer weid aangenomen. Weer gingen een paar dagen voorbij, toen de man den directeur wederom aansprak: „U zult me misschien wel vervelend vinden, maar hebt u soms een betrekking voor m'n vader?" ,Js je vader sterk?" „Zeer sterk", was het antwoord. 4 ..Maar je vader moet al een oude man zijn, H*j kan niet zoo sterk zijn als jij'." „Niet zoo sterk als ik", riep de man. „Hij is zoo sterk als ik en mijn broer te zamen „Goed", zei toen de directeur, dan kunnen jij en je broer Zaterdag wel gaan, en laat je dan Maandag maar hier komen." p ii 10 20 r-:. g 30 m m 40 30 wnr. Stand Zwart, 11 schijven, op: 6 11 tot 14 16 19 22 23 24 28. Stand Wit, 11 schijven, op: 28 30 31 34 36 37 42 43 47 48 '49. Goede oplossingen ontvangen van L. Schuite maker, Wognum, J. Sterk, Hoogwoud, P. de Groot, Warmenhuizen, K. C. Troostheide, Lut jewinkel, M. Grootes, Langere is. Wit speelt en wint geldt voor ieder probleem. Oplossingen steeds binnen 8 dagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 16