Het Huwelijk van Lady Tancred. TWEEDE BLAD. Abonnementegelden. UITERSTEN. FEUILLETON. De dingen om ons heen. Winnen zal ik Uw vertrouwen door steeds het beste !e leveren voor deo laagsten prijs. B. LENGHAUS, WINKEL. Zaterdag 21 April 1923. 66ste Jaargang. No. 7217. Aan onze lezers buiten de gemeente Schagen doen wi] bet verzoek het abonnementsgeld der Schager Courant over het eerste kwartaal 1923, ten bedrage van 11.65 (voor courant met Zondagsblad 1248), vóór 1 MEI a.s. aan ons Bureau te betalen, óf over te maken per postwissel oi over te laten schril ven op onze post rekening No. 23330. De laatste manier van vereffening raden wi) ten zeerste aan, daar dit slechts 5 cents kost; formu lieren zijn aan alle postkantoren een halven cent verkrijgbaar. Per postwissel daarentegen zijn de kosten 10.10. Na genoemden datum wordt beschikt met 10.14 verhooging, Toezenden is dus yoordeelig! Voor alle abonné's die gewoon zijn het couranten- geld aan onze Agenten (de plaatselijke kantoorhou ders) te betalen, geldt dit verzoek niet. Zij, die bi] ons op De Prins, Het Nieuwe Modeblad, Gracieuse, of Kinderkleeding enz. zijn geabonneerd, kunnen eveneens het abonnementsgeld le kwartaal 1923 op dezelfde wijze toezenden. Voor De Prins is het bedrag f2.33 Voor Het Nieuwe Modeblad f 1.25 Voor Gracieuse 12.15 Voor Kinderkleeding 10.95 Voor Panorama 12.50 Voor Het Leven 12.50 DE ADMINISTRATIE, Wie oen volk wil loeren kennen moet, naar mijne meening, onder moer zijne godsdienstoefeningen bij wonen. Toen ik in 1905 in 'Rusland reisde en daar later de eerste revolutie meemaakte, kromp mijn hart bijna ineen wanneer ik in de Russische kerken een dienst meemaakte. Niets ais mystiek, niets voor de ziel. Alles bleef aan de oppervlakte, ging langs de ziel heen, maar raakte die niet. Het opzien van de bevolking tegen den Pope? den priester, was bijna stuitend voor Westersóh© begrippon De ontzettend onderdanige devotie der bevolking voor alles wat door de hand der priesters was daargo- steld en voor heilig verklaard, was zeker stuitend. Men kon daar met Westersehe begrippen gewoonweg niet bij. Ik heb in Rusland eenige tochten gemaakt met een Roomsch Katholiek en zelfs voor dien was die devotie voor de geestelijken en voor alles wat door de geeste lijken op mislieke wijze naar voren gebracht werd, eveneens te machtig. Die popen waren heel' gewone menschen, soms zelfs te geflvoon om door ons, met onze begrippen, au séri- eux genomen te worden. Ik herinner me, hoe wij op een mijner reizen door Siberië, een negerin aan boord van den trein hadden. Zij reisde naar eeh Music Hall in Vladiwostock'. Haar hart mag zwart geweest zijn, daarover mag ik mij niet uitlaten, maar net was zeker ruim, dat höh| ik gedurende die 14 dagen, dat de treinreis duurde, kun nen observecren. Zónder jalousie, want ofschoon een bewonderaar van het vrouwelijk schoon voor welke lezeres of lezer van de Schager Courant is dat nog efeni geheim'/ is élk' donker velletje voo rmij al genoeg om niets schoons of bekoorlijks meer aan de vrouw te vinden. Op een bepaald traject, nadat we een dag of tien gespoord hadden, kwam een pope op den trein. Ik probeerde met hem een praatje' aan te knoopen, en constateerde, .dat hij uitsluitend Russisch sprak. Stelt u zich mijn verbazing voor, toep. ik' een dag later de pope op nel perron van elk' station, waar wij eenigo minuten stapten, arm in arm met onze negerin zag wandelen. Hij sprak Slechts Russisch, zij slechts neger-Engelsch, hoe verstonden zij elkaar? Zoodat ik maar wil zeggen, dat popen ook menschen zijn mei allo menschelijke eigenschappen. Daarom dwi in Ruetoted dit vtrgodtrtf y>j» d© priebters bepaald pijnlijk' aan. Hat was werkelijk heM Over»! werd wh pope bijgehaald. Ik weet van Neder- landsche aannemers, aat. vóór dat op het ijs de peilin- ;en plaats hadden om het gebaggerde quantum sedert _iet vorige jaar, te constateeren er een pope kwam om een dienst te verrichten. Hetgeen niet wegnam, dat de betrokken ambtenaren aan de aannemers om „bakschiss vroegen. 1 Om nog even op mijn pope uit den trein terug te 'komen. Weer een dag later zat hij' aan een station^,; waar wij een half uur oponthoud hadden, sigaretjes I le rooken met een soort „Had je me maar' en had de grootste pret. 's Avonds zaten de negerin, de pope en een generaal1 champgane te drinken in de restauartiewagen. "Wanneet men bedenkt, dat we eiken dag treinefn tegenkwamen met Russische troepen, die terugkwamen van de sl£\gvelden van Mandchoerije, waar ze zoo bitter slaag gehad hadden van de Japanners, dan teekent dat ook ar weer het geringe verantwoordelijkheidsgevoel der Russische leiders of het dan geestelijke of mili taire leiders waren. Wanneer wij' toevallig op één station zooveel tijd had den, dat wij den trein mét militairen, die wij passeerden, konden bezoeken, dan doden we uat en waren euken keer weer gefrappeerd door twee dingen. Ten eerste, dat die troepjes heelemaal niet den indruk maakten van een verslagen leger, ten tweede dat elke waggon vo' hing met kleurige platen, voorstellende vcrschi'lende heiligen, voor eiken soldaat rijn bijzondere hefS^'. Kwam men op een bank in Rusland om geld te haienf op een bureau om plaats te bespreken, overal was m een hoek van het vertrek een jkon met jfcn fampje er voor. Maar ik" ben tevens op- banken geweest waar in een soort ij'zeren preekstoel1 tegenover de hoek met den fk'on, een soldaat met geladen geweer stond. Ik ben ook in het nureau van de Compagnie dos Wagons Tits in Irkutsk geweest om voer oilletten tt spreken, zag keurig het lampje voor de ikon branden, maar zag tevens in de loop van een revolver, die naast den achter dikke tralies opgestelden ambtenaar der maai schappij lag. We hadden militaire bewaking op onzen trein met het oog op overvallen door Tsoengoezen, maar 's nachts sliepen de soldaten lekker tegen de kachel van de verwarming. In de restauratiewagen, waar negerin, ge neraal' en pope zich' bedronken, hing een ikon en een lampje. Het -lampje brandde dag en nacht en de ikon waakte over ons. Nitchewo. Ex was in Moskou bij het Kremlin een poort. Heil heette, dat Napoleon I door die poort gevlucht was, toen nij' zijn tragische terugtocht uit Rusland begon. Iedere voorbijganger nam de hoed af of boog, zoo wel1 degenen, die te voet gingen als degene, die reden. De geestelijkheid had het honderd jaar geleden zoo geordoneerd en daarbij bleef het. Vadertje de Czaai het hoofd van de kerk, zoowel ais van het Rijk, wist alles het beste en de geestelijkheid deed slechts wat Vadertje wilde. De rest: nitchewo. Wat komt het .er op aan. Wat zien wij' thans. Joden, geen geloovige Joden, maar atheïstische Jo den, Joden dus alleen door ras, maar niet meer door religie, hebben Vadertje Czaar, zijn Gemalin en kinderen beestachtig vermoord en de Regeering van het on metelijke Russische Rijk in handen genomen. Deze Joden weten wel, hoe dom het gewone Russische volk is, zóó dom dat de Klein Rus, den Wit Rus niet kant verstaan en deze beiden weer niet den Oekranier enz. Wanneer rij1 dus maar alles wal intelligent en niet bolsjewiek was, doodden, dan hadden zij' de grootst mogelijke kans om over de domme massa te kunnehj blijven heerschen. Van mijne vrienden en kennissen leel't er reeds jaren geen een meer. Allemaal vermoord Alle intellectueelen, die niet de slaven der Joden- bolsjewisten werden, werden misdadig vermoord. Maar toch werd er door alle intellectueeïen van de} wereld verleden jaar indirect steun verleend aan dai bolsjewieksehe gespuis, door aan de genen, die rij* lieten verhongeren, steun te verleencn inplaats Van het gespuis zelf te laten opkomen voor alle gevolgen van hun misdadig bedrijf. Ik heb hier verleden jaar nog tegen gewaarschuwd. Nu zien wij weer de gevolgen. Voor bloeddorstige rechters, zooals men ze sedert den „Terreur" uit de Fransch revolutie niet meer gekend neeft, worden Griek'sch Katholieke en Roomsch Ka tholieke priesters gebracht, ten einde te recht te 6taan. Verleden jaar is het hoofd der Grieksehe Kerk in St. Petorsburg plotseling gestorven. De Bolsjies beweerden, dat hij zijn natuur'ijkcn dood gestorven was. Het vermoeden bestaat echter, dat die natuurlijkheid daarin bestaan heeft, dat rijn beul' achter hem stond en hem zoo van achteren met een revolver neerschoot. Wij hebben de Roomsche geestelijkheid in Rusland reeds te Masion voor de Rechters gehad. Men heeft het proces kunnen lezen, de meeste pries ters werden veroordeeld en'gedood, den hoogste waag de men blijkbaar niet te dooden. De bolsjewieken hadden toch ook van Roomschen zooveel steun vóór de bevolking, die zij zielf verhongeren lieten, gehad: Maar dat neemt niet weg, dat reeds vóór deze Recht zaak cr bijna 1300 priesters, waaronder talrijke bis schoppen, door dc rameuse communisten Lenin en Trotski vermoord zijn. Thans is er weer een rechtzaak aanhangig. Het gaat nu om de berechting van den Patriarch Ttkhon. Het heet dat de man riek is. Wij twijfelen er niet aun. Die .Toodseh« ylheifte». die Trolsfci Chicherin et» hoe ze heetea jngfgn duFvgm, au de geHwte wereld I bifÜftCB geriafltn h«aR aea? Iiub gptrtdes, de oonaequenue van een rechtzaak 'niet aanvaarden. De protesten van alle geestelijken in de wereld, o.a. van al de verschillende kerkgenootschappen j,n Enge- land zullen daar ook niet vreemd aan zijn. Maar dood moet hij En zoo zal men wel spoedig hooren, dat de Patriarch Tikhon zijn natuurlijke dooa gestorven is. Lees: van achteren, met een revolver enz. Die Bolsjewieken kunnen zich slechte staande houden door te moorden en te doodeng vooral ajUen te dooden, die de geestelijke kiem, die nog van oudsher in de Russische bevolking sluimert, zouden kunnen doen groeien. Die kiem mag niet groeien, want dan zijn de Bolsjewistische Joden hun baantje kwijt. Het staat er toch al niet zoo bijster goed voor de Joden in Rusland voor, want de boeren hebben reeds bu voorbaat een Jood als opvolger van Lenin geweigerd. Lenin ligt op sterven. Duizenden guldens worden uitgegeven om het léven van dezen man te redden, terwijl in zijn naam on in rijn geest duizenden men schen vermoord worden, honderdduizenden verhongeren. Het gist in Rusland. Wel heeft men getracht allen zin voor godsdienst to onderdrukken, wel heeft men poppen, de godheid voorstellende, in het openbaar verbrand, maar de gods dienstzin ontkiemt weer. Daarom moeten dan ook de voorgangera der kerken gedood. Doch de Bolsjewieken herinneren zich blijkbaar niet de geschiedenis, aile eeuwen door, waaruit blijkt dat het Woed der martelaren het zaad der vrijheid zal worden. Al het bloed der vermoorde regeeringspersonen en intellectueelen. al dat bloed van priesters, die vast hielden aan hun geloof, zich kantten tegen het ongc- iooi der .loodsche bolsjewisten, zal blijken het zaad tp zijn voor de bevrijding van het Russische volk uit de handen, de met bloed besmeurde hande^ der Bolsje wieken. Geeft toch niets meer aan die bloedhonden, iaat het Russische Volk zich zelf redden. Het Russische Volk heeft toch alle gewapende hulp vaii buitenaf niet alleen geweigerd, doch bestrede^ De Russische boeren rijn toch te wapen géloopen om de Polen, Generaal Wrangel en anderen, Qie trachtten het Bolsjewisme weer omver te werpen, te bestrijden. Juist doordat de Russische bevolking elke inmenging piet geweld keerde, hebben wij thans nog een Bolsje wistische Regeering in Rusland. Laat die zelfde bevolking nu ook verder voor zich zélf zorgen, laten wij geen materieel© hulp verleenen. Laat die bevolking, die van het eene uiterste, de meest overdreven verecring van de Kerk verviel in het andere uiterste, het helpen verdrijven en vermoorden der dienaren dier Kerk, nu zelf tot bezinning komen. Tot bezinning komen als gevolg van al de ellende, die rij geleden heeft, als gevolg van het bankroet der communistische leerstellingen, als gevolg van de onbe twistbare stelling, dat in het bloed der martelaren de kiem der vrijheid schuift «wwMf* ^0 tose e? nists «witrs Tg rijn, dan v;.n ult^Rdjng e?n?r OOÏÏF «jifisi* ven d«#iundlgfen op het gebied vsa spoorweg- en mijnwezen met een militair escorte..,. Het zal mooi wezen, als er thans, minder dan duizend man escorte per ingenieur is. Nu moet men niet zeggen, dat die soldaten, die thans aan de Ruhr staan en elders in Duilschland, op vele tientallen mijlen van het industrie- gebicd verwijderd, anders toch gekleed en gevoed, ge- uisvest en betaald moesten worden. In de eerste plaats hebben zij activiteitssoldij inplaats van de gewone garnizoensbetaling. In de tweede plaats moeten er tal van kwartieren worden geresumeerd, moeten er rantsoenen of ter plaatse worden gekocht oi' van verre worden aangebracht. Dit alles kost veel geld, want zelfs als Frankrijk zijn requisieties met bons be taalt, moeten die toch te eeniger tijd weder Worden inge lost, dan toch verrekend met de groote betaling door Duitschland. Maar vooral is die bezetting kostbaar om- Met redevoeringen als die van Poincaró in Duin kerken en van Rosenberg en Stresaman in Ber lijn komt de wereid niet veel verder, die snakt naar een oplossing van het Duitsch-Fransch geharrewar. Zeker, er is vooruitgang. Ce tegenstanders rijn niet meer zoo onverzettelijk, verkondigen niet meer van de hoogte hunner eigen grootheid, dat aan deze en die en gene voorwaarde moet rijn voldaan voor er zelfs kan worden gesproken over onderhandelingen Men heeft zich iet//at gematigd en dit is een goed teeken. In zekeren zin althans. Want, terwijl uit die meerdere matiging van weerszijden voortvloeit, dat de kans op overeenkomst gestadig iets grooter wordt, is juist die matiging ontstaan door het gevoel van uitputting, het besef, dat het zoo niet langer gaat en "dat men economische gevolgen, die de Ruhrbezetting actief voor Frankrijk en passief voor Duitschland heeft, te zeer begint te gevoelen. Dat wil dus zeggen, dat het econo misch weerstandvermogen van Europa opnieuw een gevoél'igen deuk heeft gekregen en dat de wereld weer een paar jaar zal mogen ploeteren voor het verlies is goedgemaakt, dat in die paar maanden van Ruhr- politiek is teweeggebracht. Die schade is voor beide landen ontegenzeggelijk' zeer groot. Voor Frankrijk en Bélgiö komen in de e?rste plauts de kosten van de bezetting, die natuurlijk al spoedig bet honderdvoudige bedragen van wat oor- Naar het Engelsch van ELINOR GLYN. 31. En Ethelrida trad naar voren, haar blond haar in twee lange vlechten neerhangend en haar moeders diamanten kroon op het hoofd, gekleed in een ge" waad van wit brocaat, waarover een opperkleed van blauw merinos, afgezet met hermelijn en zilver. Zij zag er echt vorstelijk uit en zóó schoon als zij ooit geweest was en voor de bewonderende oogen van Francis Markrute overschaduwde zij alle anderen. Toen hun namen werden afgeroepen als zij bin nentraden kwamen „Enid" cn „Elanie", beiden schoon en lief, en „Vivien" en „Ettarre", daarna ,.Ly- nette' die alleen liep met haar opgewipt neusje in de lucht en haar blonde krullen over een crème kleed hangend een heel bekoorlijk gezicht. Verscheidene passen achter haar kwamen de „Drie Schoone Koninginnen", allen in wonderschoon uit gedachte gewaden en met nevelig-wapperende sluiers en ten slotte, tien passen achteraan „Iscult" gevolgd door haar „Brangaine". En toen de groep bij den haard haar zag, hielden* allen den adem in. Zara overtrof aller verwachting. Het. intense, schel le blauw van haar lang nauwsluitend kleed, dat de bekoorlijkheid van negen van de tien vrouwen ver moord zou hebben, scheen de schoonheid van haar blanke huid en haar wonder mooi haar nog te ver heugen. Het viel als een glanzende roode mantel om haar heen, alleen door een smal gouden randje om vat, en in haar donkere oogen gloeide een ongekende opwinding. Zij had haar zellbeheersching laten va ren en had de triomfeereride jonge vrouw in haar ens een kans gegeven zich te vertoonen. Voor één ieer in haar leven vei gat zij verdriet en zorgen, stond zij zichzelve toe zich te verheugen in haar schoonheid en in den indruk, welken deze naar bui ten mankte! Gerechte hemel! was het eerste verstaanbare woord, dat het gezelschap vernam, na de stilte, die plotseling ontstaan was, en daarna gaven allen uiting aan hun bewondering, waarin alle dames haar deel hadden. En alleen de Spreeuw keek tersluiks even naar Tristam, die zoo bleek zag als de dood. Toen begonnen de beide gezelschappen samen een twintigtal heeren en dames van de beide na burige landgoederen binnen te komen in uitroepen van verbazing en bewondering over de prachtige go- improviseerde kostumes, door het heele vertrek. Spoe dig daarop werd aangekondigd dat het diner gereed was. Mylord Tristam, zei Ethelrida tegen haar neef ik verzoek u uw eigen schoone, vrouwe 'Iscult naar miji fees+tafel te geleiden. Bedenk, Maandag moet ge ons verlaten naar het gebied van Koning Mark, testeed dus uw tijd zoo goed mogelijk- En zij keer de zich om en leidde Zara naar voren en legde haar hand in de zijne en zij en al de anderen ook, waren te zeer opgewonden van vreugde om den diepsmar- telijken blik in zijn oogen te zien. Hij hield zijn vrouws hand in de zijne, totdat de optocht naar de eetzaal ging en zij spraken geen van beiden een woord. Zara voelde een hevige opwin ding. Zij was zoo blij dat hij haar schoonheid en heur haar kon zien en zij beurde het hoofd op en wierp het, toen zij gingen, met een uitdagenden blik achter over. Maar Tristam bleef zwijgen en eer zij de eetzaal bereikt hadden, was er reeds iets van haar opgewon denheid verdwenen en voelde zij zich koud worden. Heur haar was zoo lang en zwaar, dat zij het op zijde moest schuiven om te gaan zitten en toen zij dat deed, vloog een lok op en raakte zijn gelaat aan en de Spreeuw, die het heele drama opmerkzaam bespiedde, merkte op, dat hij huiverde en, zoo mo gelijk, nog bleeker werd. Hij wendde zich dus tot zijn eigen lakei, die achter zijn stoel stond en met enkele van de andere lakeien bediende, en fluisterde hem toe: Zorg er voor dat de brandewijn aan stonds voor lord Tancred wordt neer-gezet, nog vóór de soep. En zoo begon het feestelijke maal. Aan Zara's andere hand zat de hertog en naast Tristam zat „Brangaine", want zij en Ethelrida had den dat zoo geschikt voor hun latere plan; en nadat Tristam een teugje brandewijn had gedronken niet zonder zich af te vragen hoe die daar vóór hem kwam vatte hij zijn moed samen en trachtte wat te praten en Zara hield zich bezig met den hertog. Zi; gaf er haar gewone zwijgen aan en lachte, en zag er zoo goddelijk bekoorlijk uit, dat de kranige oude edelman 'net naar het hoofd veelde stijgen, en hij moest onwillekeurig denken hoe gauw hij, als hij in zijn neefs plaats was geweest, haar na het diner Aanbevelend, Confectie- en Maatkleermakerjj Overal te ontbieden. Vraaol slalen. Bovendien heerscht in Frankrijk in tegenstelling met andere landen, geen werkloosheid. De arbeiders, die men kan krijgen, vinden aanstonds werk en ais men dan aan de arbeidsmarkt een groot aantal handen ont trekt is het gevolg natuurlijk, dat er oi minder wordlt geproduceerd, dan mogelijk ware, of dat de pro ductiekosten stijgen. Allebei dingen, die in gewonè tijden reeds ter betreuren rijn, doch in de wereldcrisis van-thans dubbel. Of meer dan dat En dit alles haalt Frankrijk zich op den hals om minder steenkool te krijgen dan anders, om de be- taalkracht van Duitschland te drukken er het daardoor problematischer te maken dan ooit, dat Duitschland in afzienharen tijd iets van belang zal kunnen betalen. Aan het verhaal, dat Poincaré een goede regeling der schadeloosstelling voor oogen hiad toen hij z.jii iroepen naar de Ruhr zond, gelooft dan ook niemand meer. Wel1 dat hij er naar streeft door onmogelijke eischen te houden wat hij thans militair in handen heeft, ten einde zoodoende Duitschland voor goed te verlammen, Frank rijk te vergrooten en de Fransche metaalindustrie tot de eerste van Europa te maken. Als dit laatste gelukt zou men metterdaad( kunnen zeggen, dat het millioenen-offer voor de bezetting niet te groot ware geweest. Het is alleen de vraag, de zéér groote vraag, of deze opzet zal gelukken en of ueq Rijnrepubliek onafhankelijk van Pruisen" en met het Ruhrgebied in een geüjken toestand van afhankelijkheid gebracht als het Saarland, metterdaad aan de Fran sche „zware industrie" zal' geven, wat men er te Parijs van noopt Ongetwijfeld zouden Frankrijk en Duitschland wat de metaalindustrie betreft er met het bezit der kolen mijnen en de ertsen van beide landen, elkander schitte rend kunnen aanvallen. Geen enkel land, gëen com binatie zou op kunnen tegen een dergelijke samenwer king van industrieélen, die alles, wat zij noodig hebben!, als net ware „onder armslag" vinden en die beschikken over alles wat organisatietalent en technische bekwaam- heid hun kunnen bieden. Maar om tot zulk eén samenwerking te komen, is het eerste vereischte, dat de groepen, die zullen samenwer- ekn, elkander vertrouwen, en het spreekt vanzelf, dat, vriendschap nu heeïemaal daargelaten, van onderling vertrouwen geen kwestie is. Zeker niet na de bezetting en na tallooze pogingen om zich in de administratieve geheimen der Duitsche firma's in te dringen Dit zou »an een engel (laat staan van een Duitsoher) te veel rijn gevergd. Een belangengemeenschap^ gebaseerd op dwang, is natuurlijk zoo al uitgesloten en dus zou er voor Frankrijk niets anders overblijven, dan een soort onteigening op grooten schaal der Duitsche ónder nemingen in 't Westen. Met 't in beslagnemcn of zich laten uitleveren van aandeelen komt men er niet, daar dan de leiding, zooals in iedere naaml. vennootschap, toch zou kunnen doen wat rij wilde tegen den wil der vreemde, geforceerde aandeelhouders. Blijft dus als eenig middel ac onteigening over. Die om iets uit te halfen compleet moet rijn en niet slechts de fabriek zoo en zoo moet omvatte#^ doch ook het miju- en scheepvaartbedrijf, dat er mede samenhangt Zelfs dan heeft men niet meer dan een leege schaal. Mist men de leiders, die door kneed in dit speciaalbedriif waarin rij opgroeiden, wat organi satie en techniek pas na jaren kunnen worden vér- vangen door anderen, nadat die ook geruimen tijd al hun aandacht en werkkracht aan de zaak hebbeni geschonken. De Duitsche techniek verschilde steeds van iedere ander. Zij was methodischer en wetenschappelijker. Geen der groote zaken, die rijn eigen laboratorium en studie bureau miste, waar jonge bekwame menschen niets deden dan voortdurend onderzoeken en proeven ne men. Proeven, die vaak slechts in zeer ver verwijderd verband stonaen tot het werk van de fabriek op dien dag. Proeven, waarvan de vruchten pas in de verre toekomst en dikwijls nooit zouden worden geplukt. Zulke studieafdcelingen kende men feitelijk alleen in Duitschland waar de „efficiency" (om dit woord ook eens gebruiken, nu doelzekerheid niet meer schijnt te. deugen) reeds lang werd toegepast voor bet mode stokpaardje was uitgevonden. Dé Amerikaanscho indu strie, waarin zoo tallooze Duitschers werkten, had dit systeem het eerst nagedaan, Frankrijk praatte er over. i Engeland zqu er langzaam aan eens over gaan denken, nu het zag, dat de Duitschers (die toen nog geen vrijen Zaterdag en geen acht-urendag hadden) de Britsche metaalindustrie gingen overvleugelen. Men poogde het systeem na te bootsen, zonder te bedenken, dat dit meegenomen zou hebben om haar onder vier oogen het hof te maken! Maar die moderne jongelui hadden niet half zoo- veel spirit als hij zelf had gehad! Zoo kwam ten slotte het dessert, met de toasten voor Guinevere. En het bruidspaar had nog geen woord met elkaar gesproken en lady Anningford, die op hen lette, begon te vreezen voor het welslagen van haar plan. Maar het zou nergens voor dienen om nu nog terug te treden. Dus stond „Brangaine" ten slotte, te midden van allerlei grappen in den geest van Carmelot en van de Tafelronde, op, nam den gouden beker, die voor haar stond, in haar hand en sprak: Ik, Brangaine, door haar hooge Moeder belast om lady Iscult veilig naar King Mark te geleiden on der de ridderlijke bescherming van lord) Tristam, stel nu voor hun gezondheid te drinken, en gij allen moet desgelijks doen, lords en ladies van Arthurs Hof. En zij nipte aan haar eigen glas .terwijl zij den gouden beker aan den hertog overreikte, die hem weer overgaf aan het jonggehuwde paar en Tristam aller oogen waren immers op hem gericht! deed geweld aan om de grap voort te zetten. Dus stond hij op en nam Zara's hand in de zijne, terwijl hij voor het gezelschap boog, reikte haar den beker over en dronk dien geheel leeg. En iedereen riep onder groo te vroolijkheid: Op het heil en de gezondheid van Tristam en Iscult! En toen het tumult en weinig bedaard was, gaf „Brangaine" op eens een klein gilletje Goede hemel! wat ben ik verschrokken- riep zij uit. Zij hebben uit den verkeerden beker ge dronken 1 in dien gouden beker was een minne drank! door de koningin bereid uit zeldzame plan ten en bestemd voor de bruiloft van Iscult en koning Mark! En nu hebben heer Tristam en zij die per on geluk samen gedronken en nu kunnen zij nooit meer gescheiden worden! O wee mij- Wat heb ik gedaan! En terwijl van alle zijden een vroolijk gelach op" ging de Spreeuw gaf er het sein toe hield Tris tam ijzig zwijgend de hand van zijn vrouw vast. Doch reeds een seconde later stelde hun heider trots, evenals dien avond in het bijzijn der hotelbe dienden, hen in staat om de comedie voort te zetten, en ook zij lachten, en met behulp van den hertog kwamen zij den rest van den maaltijd door, totdat allen opstonden en twee aan twee weggingen, de heeren de dames bij de hand leidend, evenals toen zi] binnen gekomen waren. En wanneer de drinkbeker werkelijk een minne drank had bevat, bereid door de Iersche toovenares- koningin, dan hadden de beide slachtoffers elkaar niet hartstochtelijker kunnen liefhebben. Maar Tristams trots won het dien dag, want geen blik, zelfs geen gebaar verried dien dag aan zijn jonge vrouw, welk een laaiend vuur haar over- groote schoonheid in zijn horst had doen ontbranden. En toen het dansen begon, danste hij eerst met alle andere dames en ging toen naar de rookkamer en kwam juist nog tijdig terug om met zijn Iscult de slotquadrille te dansen geen wals. Geen macht ter wereld zou hem er toe hebben kunnen brengen, zich bloot te stellen aan de verlokkingen van een wals! En zelfs dit weinige hot vasthouder van haar hand, haar nabijheid, het zien van de heerlijke lijnen van haar slanke gestalte en haar loshangend haar veroorzaakte hem een onzegbare kwelling, zoodat, toen de rest van het gezelschap was heengegaan na elkaar goeden nacht te hebben gewenscht hij naar zijn kamer ging, een jas aantrok en alleen ging rondzwerven in den nacht. HOOFDSTUK XXX. 's Zondagsmorgens was iedereen zóó slaperig, en vermoeid na den avond aan Arthurs Hof, dat alleen Lady Ethelrida en Lady Highford, die altijd een po se van uiterste vroomheid tot haar beschikking had, met den hertog en Jongen Billy naar de kerk gin gen. Francis Markrute sloeg hen uit het raam van zijn kamer, die op de poort uitzag, gade en peinsde welk een edele verschijning zijn schoone dame was en hij bewonderde haar flinkheid: geen feestelijkheid kon haar van haar plichten afhouden. Zij was een zeldzaam volmaakt specimen van haar klasse. Zijn schoone dame! Want, daar het lot hem dien weg had gewezen, had hij besloten, het er op te wa gen en haar nog vandaag te vragen, of zij werkelijk zijn schoone dame wilde worden. Een man moet het ijzer weten te smeden als het heet is. Hij had zorgvuldig alle voorbereidselen getroffen, had zich zeer nuttig gemaakt voor den hertog, had hem af en toe veroorloofd een vluchtigen indruk te krijgen op zijn buitengewone scherpzinnigheid en had Zijn Genade weten te overtuigen, welk groot nut de partij, waartoe hij behoorde, van h6m zou kunnen trekken. Hij was niet bang dat er van die zijde «"-ru stig verzet zou komen, wanneer hij etes t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5