Het Huwelijk van Lady Tancred.
TWEEDE BLAD.
Abonnementegelden.
UITERSTEN.
FEUILLETON.
De dingen om ons heen.
Winnen zal ik
Uw vertrouwen door steeds het beste
!e leveren voor deo laagsten prijs.
B. LENGHAUS,
WINKEL.
Zaterdag 21 April 1923.
66ste Jaargang. No. 7217.
Aan onze lezers buiten de gemeente Schagen doen
wi] bet verzoek het abonnementsgeld der Schager
Courant over het eerste kwartaal 1923, ten bedrage
van 11.65 (voor courant met Zondagsblad 1248),
vóór 1 MEI a.s.
aan ons Bureau te betalen, óf over te maken per
postwissel oi over te laten schril ven op onze post
rekening No. 23330.
De laatste manier van vereffening raden wi) ten
zeerste aan, daar dit slechts 5 cents kost; formu
lieren zijn aan alle postkantoren een halven cent
verkrijgbaar. Per postwissel daarentegen zijn de
kosten 10.10.
Na genoemden datum wordt beschikt met 10.14
verhooging, Toezenden is dus yoordeelig!
Voor alle abonné's die gewoon zijn het couranten-
geld aan onze Agenten (de plaatselijke kantoorhou
ders) te betalen, geldt dit verzoek niet.
Zij, die bi] ons op De Prins, Het Nieuwe Modeblad,
Gracieuse, of Kinderkleeding enz. zijn geabonneerd,
kunnen eveneens het abonnementsgeld le kwartaal
1923 op dezelfde wijze toezenden.
Voor De Prins is het bedrag f2.33
Voor Het Nieuwe Modeblad f 1.25
Voor Gracieuse 12.15
Voor Kinderkleeding 10.95
Voor Panorama 12.50
Voor Het Leven 12.50
DE ADMINISTRATIE,
Wie oen volk wil loeren kennen moet, naar mijne
meening, onder moer zijne godsdienstoefeningen bij
wonen.
Toen ik in 1905 in 'Rusland reisde en daar later
de eerste revolutie meemaakte, kromp mijn hart bijna
ineen wanneer ik in de Russische kerken een dienst
meemaakte.
Niets ais mystiek, niets voor de ziel. Alles bleef aan
de oppervlakte, ging langs de ziel heen, maar raakte die
niet.
Het opzien van de bevolking tegen den Pope? den
priester, was bijna stuitend voor Westersóh© begrippon
De ontzettend onderdanige devotie der bevolking voor
alles wat door de hand der priesters was daargo-
steld en voor heilig verklaard, was zeker stuitend.
Men kon daar met Westersehe begrippen gewoonweg
niet bij.
Ik heb in Rusland eenige tochten gemaakt met een
Roomsch Katholiek en zelfs voor dien was die devotie
voor de geestelijken en voor alles wat door de geeste
lijken op mislieke wijze naar voren gebracht werd,
eveneens te machtig.
Die popen waren heel' gewone menschen, soms zelfs
te geflvoon om door ons, met onze begrippen, au séri-
eux genomen te worden.
Ik herinner me, hoe wij op een mijner reizen door
Siberië, een negerin aan boord van den trein hadden.
Zij reisde naar eeh Music Hall in Vladiwostock'.
Haar hart mag zwart geweest zijn, daarover mag ik
mij niet uitlaten, maar net was zeker ruim, dat höh|
ik gedurende die 14 dagen, dat de treinreis duurde, kun
nen observecren. Zónder jalousie, want ofschoon een
bewonderaar van het vrouwelijk schoon voor welke
lezeres of lezer van de Schager Courant is dat nog efeni
geheim'/ is élk' donker velletje voo rmij al genoeg
om niets schoons of bekoorlijks meer aan de vrouw te
vinden.
Op een bepaald traject, nadat we een dag of tien
gespoord hadden, kwam een pope op den trein.
Ik probeerde met hem een praatje' aan te knoopen,
en constateerde, .dat hij uitsluitend Russisch sprak.
Stelt u zich mijn verbazing voor, toep. ik' een dag
later de pope op nel perron van elk' station, waar wij
eenigo minuten stapten, arm in arm met onze negerin
zag wandelen. Hij sprak Slechts Russisch, zij slechts
neger-Engelsch, hoe verstonden zij elkaar?
Zoodat ik maar wil zeggen, dat popen ook menschen
zijn mei allo menschelijke eigenschappen.
Daarom dwi in Ruetoted dit vtrgodtrtf y>j» d©
priebters bepaald pijnlijk' aan. Hat was werkelijk heM
Over»! werd wh pope bijgehaald. Ik weet van Neder-
landsche aannemers, aat. vóór dat op het ijs de peilin-
;en plaats hadden om het gebaggerde quantum sedert
_iet vorige jaar, te constateeren er een pope kwam om
een dienst te verrichten. Hetgeen niet wegnam, dat de
betrokken ambtenaren aan de aannemers om „bakschiss
vroegen.
1 Om nog even op mijn pope uit den trein terug te
'komen. Weer een dag later zat hij' aan een station^,;
waar wij een half uur oponthoud hadden, sigaretjes
I le rooken met een soort „Had je me maar' en had de
grootste pret.
's Avonds zaten de negerin, de pope en een generaal1
champgane te drinken in de restauartiewagen.
"Wanneet men bedenkt, dat we eiken dag treinefn
tegenkwamen met Russische troepen, die terugkwamen
van de sl£\gvelden van Mandchoerije, waar ze zoo
bitter slaag gehad hadden van de Japanners, dan teekent
dat ook ar weer het geringe verantwoordelijkheidsgevoel
der Russische leiders of het dan geestelijke of mili
taire leiders waren.
Wanneer wij' toevallig op één station zooveel tijd had
den, dat wij den trein mét militairen, die wij passeerden,
konden bezoeken, dan doden we uat en waren euken
keer weer gefrappeerd door twee dingen. Ten eerste,
dat die troepjes heelemaal niet den indruk maakten van
een verslagen leger, ten tweede dat elke waggon vo' hing
met kleurige platen, voorstellende vcrschi'lende heiligen,
voor eiken soldaat rijn bijzondere hefS^'.
Kwam men op een bank in Rusland om geld te
haienf op een bureau om plaats te bespreken, overal
was m een hoek van het vertrek een jkon met jfcn
fampje er voor.
Maar ik" ben tevens op- banken geweest waar in een
soort ij'zeren preekstoel1 tegenover de hoek met den
fk'on, een soldaat met geladen geweer stond.
Ik ben ook in het nureau van de Compagnie dos
Wagons Tits in Irkutsk geweest om voer oilletten tt
spreken, zag keurig het lampje voor de ikon branden,
maar zag tevens in de loop van een revolver, die naast
den achter dikke tralies opgestelden ambtenaar der maai
schappij lag.
We hadden militaire bewaking op onzen trein met
het oog op overvallen door Tsoengoezen, maar 's nachts
sliepen de soldaten lekker tegen de kachel van de
verwarming. In de restauratiewagen, waar negerin, ge
neraal' en pope zich' bedronken, hing een ikon en een
lampje. Het -lampje brandde dag en nacht en de ikon
waakte over ons. Nitchewo.
Ex was in Moskou bij het Kremlin een poort. Heil
heette, dat Napoleon I door die poort gevlucht was,
toen nij' zijn tragische terugtocht uit Rusland begon.
Iedere voorbijganger nam de hoed af of boog, zoo
wel1 degenen, die te voet gingen als degene, die reden.
De geestelijkheid had het honderd jaar geleden zoo
geordoneerd en daarbij bleef het. Vadertje de Czaai
het hoofd van de kerk, zoowel ais van het Rijk, wist
alles het beste en de geestelijkheid deed slechts wat
Vadertje wilde. De rest: nitchewo. Wat komt het .er
op aan.
Wat zien wij' thans.
Joden, geen geloovige Joden, maar atheïstische Jo
den, Joden dus alleen door ras, maar niet meer door
religie, hebben Vadertje Czaar, zijn Gemalin en kinderen
beestachtig vermoord en de Regeering van het on
metelijke Russische Rijk in handen genomen. Deze
Joden weten wel, hoe dom het gewone Russische volk
is, zóó dom dat de Klein Rus, den Wit Rus niet kant
verstaan en deze beiden weer niet den Oekranier enz.
Wanneer rij1 dus maar alles wal intelligent en niet
bolsjewiek was, doodden, dan hadden zij' de grootst
mogelijke kans om over de domme massa te kunnehj
blijven heerschen.
Van mijne vrienden en kennissen leel't er reeds jaren
geen een meer. Allemaal vermoord
Alle intellectueelen, die niet de slaven der Joden-
bolsjewisten werden, werden misdadig vermoord.
Maar toch werd er door alle intellectueeïen van de}
wereld verleden jaar indirect steun verleend aan dai
bolsjewieksehe gespuis, door aan de genen, die rij*
lieten verhongeren, steun te verleencn inplaats Van het
gespuis zelf te laten opkomen voor alle gevolgen van hun
misdadig bedrijf. Ik heb hier verleden jaar nog tegen
gewaarschuwd.
Nu zien wij weer de gevolgen.
Voor bloeddorstige rechters, zooals men ze sedert den
„Terreur" uit de Fransch revolutie niet meer gekend
neeft, worden Griek'sch Katholieke en Roomsch Ka
tholieke priesters gebracht, ten einde te recht te 6taan.
Verleden jaar is het hoofd der Grieksehe Kerk in St.
Petorsburg plotseling gestorven. De Bolsjies beweerden,
dat hij zijn natuur'ijkcn dood gestorven was. Het
vermoeden bestaat echter, dat die natuurlijkheid daarin
bestaan heeft, dat rijn beul' achter hem stond en hem
zoo van achteren met een revolver neerschoot.
Wij hebben de Roomsche geestelijkheid in Rusland
reeds te Masion voor de Rechters gehad.
Men heeft het proces kunnen lezen, de meeste pries
ters werden veroordeeld en'gedood, den hoogste waag
de men blijkbaar niet te dooden. De bolsjewieken
hadden toch ook van Roomschen zooveel steun vóór
de bevolking, die zij zielf verhongeren lieten, gehad:
Maar dat neemt niet weg, dat reeds vóór deze Recht
zaak cr bijna 1300 priesters, waaronder talrijke bis
schoppen, door dc rameuse communisten Lenin en
Trotski vermoord zijn.
Thans is er weer een rechtzaak aanhangig. Het gaat
nu om de berechting van den Patriarch Ttkhon.
Het heet dat de man riek is. Wij twijfelen er niet
aun. Die .Toodseh« ylheifte». die Trolsfci Chicherin et»
hoe ze heetea jngfgn duFvgm, au de geHwte wereld I
bifÜftCB geriafltn h«aR aea? Iiub gptrtdes,
de oonaequenue van een rechtzaak 'niet aanvaarden.
De protesten van alle geestelijken in de wereld,
o.a. van al de verschillende kerkgenootschappen j,n Enge-
land zullen daar ook niet vreemd aan zijn.
Maar dood moet hij En zoo zal men wel spoedig
hooren, dat de Patriarch Tikhon zijn natuurlijke dooa
gestorven is. Lees: van achteren, met een revolver enz.
Die Bolsjewieken kunnen zich slechte staande houden
door te moorden en te doodeng vooral ajUen te
dooden, die de geestelijke kiem, die nog van oudsher
in de Russische bevolking sluimert, zouden kunnen
doen groeien. Die kiem mag niet groeien, want dan
zijn de Bolsjewistische Joden hun baantje kwijt.
Het staat er toch al niet zoo bijster goed voor de Joden
in Rusland voor, want de boeren hebben reeds bu
voorbaat een Jood als opvolger van Lenin geweigerd.
Lenin ligt op sterven. Duizenden guldens worden
uitgegeven om het léven van dezen man te redden,
terwijl in zijn naam on in rijn geest duizenden men
schen vermoord worden, honderdduizenden verhongeren.
Het gist in Rusland.
Wel heeft men getracht allen zin voor godsdienst
to onderdrukken, wel heeft men poppen, de godheid
voorstellende, in het openbaar verbrand, maar de gods
dienstzin ontkiemt weer.
Daarom moeten dan ook de voorgangera der kerken
gedood.
Doch de Bolsjewieken herinneren zich blijkbaar niet
de geschiedenis, aile eeuwen door, waaruit blijkt dat
het Woed der martelaren het zaad der vrijheid zal
worden.
Al het bloed der vermoorde regeeringspersonen en
intellectueelen. al dat bloed van priesters, die vast
hielden aan hun geloof, zich kantten tegen het ongc-
iooi der .loodsche bolsjewisten, zal blijken het zaad tp
zijn voor de bevrijding van het Russische volk uit de
handen, de met bloed besmeurde hande^ der Bolsje
wieken.
Geeft toch niets meer aan die bloedhonden, iaat het
Russische Volk zich zelf redden.
Het Russische Volk heeft toch alle gewapende hulp
vaii buitenaf niet alleen geweigerd, doch bestrede^
De Russische boeren rijn toch te wapen géloopen om
de Polen, Generaal Wrangel en anderen, Qie trachtten
het Bolsjewisme weer omver te werpen, te bestrijden.
Juist doordat de Russische bevolking elke inmenging
piet geweld keerde, hebben wij thans nog een Bolsje
wistische Regeering in Rusland. Laat die zelfde bevolking
nu ook verder voor zich zélf zorgen, laten wij geen
materieel© hulp verleenen. Laat die bevolking, die van
het eene uiterste, de meest overdreven verecring van
de Kerk verviel in het andere uiterste, het helpen
verdrijven en vermoorden der dienaren dier Kerk,
nu zelf tot bezinning komen.
Tot bezinning komen als gevolg van al de ellende,
die rij geleden heeft, als gevolg van het bankroet der
communistische leerstellingen, als gevolg van de onbe
twistbare stelling, dat in het bloed der martelaren de
kiem der vrijheid schuift
«wwMf* ^0 tose e? nists «witrs
Tg rijn, dan v;.n ult^Rdjng e?n?r OOÏÏF
«jifisi* ven d«#iundlgfen op het gebied vsa spoorweg- en
mijnwezen met een militair escorte..,. Het zal mooi
wezen, als er thans, minder dan duizend man escorte
per ingenieur is. Nu moet men niet zeggen, dat die
soldaten, die thans aan de Ruhr staan en elders in
Duilschland, op vele tientallen mijlen van het industrie-
gebicd verwijderd, anders toch gekleed en gevoed, ge-
uisvest en betaald moesten worden.
In de eerste plaats hebben zij activiteitssoldij inplaats
van de gewone garnizoensbetaling. In de tweede plaats
moeten er tal van kwartieren worden geresumeerd,
moeten er rantsoenen of ter plaatse worden gekocht oi'
van verre worden aangebracht. Dit alles kost veel geld,
want zelfs als Frankrijk zijn requisieties met bons be
taalt, moeten die toch te eeniger tijd weder Worden inge
lost, dan toch verrekend met de groote betaling door
Duitschland. Maar vooral is die bezetting kostbaar om-
Met redevoeringen als die van Poincaró in Duin
kerken en van Rosenberg en Stresaman in Ber
lijn komt de wereid niet veel verder, die snakt naar een
oplossing van het Duitsch-Fransch geharrewar.
Zeker, er is vooruitgang. Ce tegenstanders rijn niet
meer zoo onverzettelijk, verkondigen niet meer van de
hoogte hunner eigen grootheid, dat aan deze en die en
gene voorwaarde moet rijn voldaan voor er zelfs kan
worden gesproken over onderhandelingen Men heeft zich
iet//at gematigd en dit is een goed teeken.
In zekeren zin althans. Want, terwijl uit die meerdere
matiging van weerszijden voortvloeit, dat de kans op
overeenkomst gestadig iets grooter wordt, is juist die
matiging ontstaan door het gevoel van uitputting, het
besef, dat het zoo niet langer gaat en "dat men
economische gevolgen, die de Ruhrbezetting actief voor
Frankrijk en passief voor Duitschland heeft, te zeer
begint te gevoelen. Dat wil dus zeggen, dat het econo
misch weerstandvermogen van Europa opnieuw een
gevoél'igen deuk heeft gekregen en dat de wereld weer
een paar jaar zal mogen ploeteren voor het verlies
is goedgemaakt, dat in die paar maanden van Ruhr-
politiek is teweeggebracht.
Die schade is voor beide landen ontegenzeggelijk' zeer
groot. Voor Frankrijk en Bélgiö komen in de e?rste
plauts de kosten van de bezetting, die natuurlijk al
spoedig bet honderdvoudige bedragen van wat oor-
Naar het Engelsch van ELINOR GLYN.
31.
En Ethelrida trad naar voren, haar blond haar in
twee lange vlechten neerhangend en haar moeders
diamanten kroon op het hoofd, gekleed in een ge"
waad van wit brocaat, waarover een opperkleed van
blauw merinos, afgezet met hermelijn en zilver. Zij
zag er echt vorstelijk uit en zóó schoon als zij ooit
geweest was en voor de bewonderende oogen van
Francis Markrute overschaduwde zij alle anderen.
Toen hun namen werden afgeroepen als zij bin
nentraden kwamen „Enid" cn „Elanie", beiden
schoon en lief, en „Vivien" en „Ettarre", daarna ,.Ly-
nette' die alleen liep met haar opgewipt neusje in
de lucht en haar blonde krullen over een crème
kleed hangend een heel bekoorlijk gezicht.
Verscheidene passen achter haar kwamen de „Drie
Schoone Koninginnen", allen in wonderschoon uit
gedachte gewaden en met nevelig-wapperende
sluiers en ten slotte, tien passen achteraan „Iscult"
gevolgd door haar „Brangaine". En toen de groep
bij den haard haar zag, hielden* allen den adem in.
Zara overtrof aller verwachting. Het. intense, schel
le blauw van haar lang nauwsluitend kleed, dat de
bekoorlijkheid van negen van de tien vrouwen ver
moord zou hebben, scheen de schoonheid van haar
blanke huid en haar wonder mooi haar nog te ver
heugen. Het viel als een glanzende roode mantel om
haar heen, alleen door een smal gouden randje om
vat, en in haar donkere oogen gloeide een ongekende
opwinding. Zij had haar zellbeheersching laten va
ren en had de triomfeereride jonge vrouw in haar
ens een kans gegeven zich te vertoonen. Voor één
ieer in haar leven vei gat zij verdriet en zorgen,
stond zij zichzelve toe zich te verheugen in haar
schoonheid en in den indruk, welken deze naar bui
ten mankte!
Gerechte hemel! was het eerste verstaanbare
woord, dat het gezelschap vernam, na de stilte, die
plotseling ontstaan was, en daarna gaven allen uiting
aan hun bewondering, waarin alle dames haar deel
hadden. En alleen de Spreeuw keek tersluiks even
naar Tristam, die zoo bleek zag als de dood.
Toen begonnen de beide gezelschappen samen
een twintigtal heeren en dames van de beide na
burige landgoederen binnen te komen in uitroepen
van verbazing en bewondering over de prachtige go-
improviseerde kostumes, door het heele vertrek. Spoe
dig daarop werd aangekondigd dat het diner gereed
was.
Mylord Tristam, zei Ethelrida tegen haar neef
ik verzoek u uw eigen schoone, vrouwe 'Iscult naar
miji fees+tafel te geleiden. Bedenk, Maandag moet
ge ons verlaten naar het gebied van Koning Mark,
testeed dus uw tijd zoo goed mogelijk- En zij keer
de zich om en leidde Zara naar voren en legde haar
hand in de zijne en zij en al de anderen ook, waren
te zeer opgewonden van vreugde om den diepsmar-
telijken blik in zijn oogen te zien.
Hij hield zijn vrouws hand in de zijne, totdat de
optocht naar de eetzaal ging en zij spraken geen van
beiden een woord. Zara voelde een hevige opwin
ding. Zij was zoo blij dat hij haar schoonheid en heur
haar kon zien en zij beurde het hoofd op en wierp
het, toen zij gingen, met een uitdagenden blik achter
over.
Maar Tristam bleef zwijgen en eer zij de eetzaal
bereikt hadden, was er reeds iets van haar opgewon
denheid verdwenen en voelde zij zich koud worden.
Heur haar was zoo lang en zwaar, dat zij het op
zijde moest schuiven om te gaan zitten en toen zij
dat deed, vloog een lok op en raakte zijn gelaat aan
en de Spreeuw, die het heele drama opmerkzaam
bespiedde, merkte op, dat hij huiverde en, zoo mo
gelijk, nog bleeker werd. Hij wendde zich dus tot
zijn eigen lakei, die achter zijn stoel stond en met
enkele van de andere lakeien bediende, en fluisterde
hem toe: Zorg er voor dat de brandewijn aan
stonds voor lord Tancred wordt neer-gezet, nog vóór
de soep.
En zoo begon het feestelijke maal.
Aan Zara's andere hand zat de hertog en naast
Tristam zat „Brangaine", want zij en Ethelrida had
den dat zoo geschikt voor hun latere plan; en nadat
Tristam een teugje brandewijn had gedronken
niet zonder zich af te vragen hoe die daar vóór hem
kwam vatte hij zijn moed samen en trachtte wat
te praten en Zara hield zich bezig met den hertog.
Zi; gaf er haar gewone zwijgen aan en lachte, en
zag er zoo goddelijk bekoorlijk uit, dat de kranige
oude edelman 'net naar het hoofd veelde stijgen, en
hij moest onwillekeurig denken hoe gauw hij, als hij
in zijn neefs plaats was geweest, haar na het diner
Aanbevelend,
Confectie- en Maatkleermakerjj
Overal te ontbieden. Vraaol slalen.
Bovendien heerscht in Frankrijk in tegenstelling met
andere landen, geen werkloosheid. De arbeiders, die
men kan krijgen, vinden aanstonds werk en ais men
dan aan de arbeidsmarkt een groot aantal handen ont
trekt is het gevolg natuurlijk, dat er oi minder wordlt
geproduceerd, dan mogelijk ware, of dat de pro
ductiekosten stijgen. Allebei dingen, die in gewonè
tijden reeds ter betreuren rijn, doch in de wereldcrisis
van-thans dubbel. Of meer dan dat
En dit alles haalt Frankrijk zich op den hals om
minder steenkool te krijgen dan anders, om de be-
taalkracht van Duitschland te drukken er het daardoor
problematischer te maken dan ooit, dat Duitschland
in afzienharen tijd iets van belang zal kunnen betalen.
Aan het verhaal, dat Poincaré een goede regeling der
schadeloosstelling voor oogen hiad toen hij z.jii iroepen
naar de Ruhr zond, gelooft dan ook niemand meer.
Wel1 dat hij er naar streeft door onmogelijke eischen te
houden wat hij thans militair in handen heeft, ten einde
zoodoende Duitschland voor goed te verlammen, Frank
rijk te vergrooten en de Fransche metaalindustrie tot
de eerste van Europa te maken.
Als dit laatste gelukt zou men metterdaad( kunnen
zeggen, dat het millioenen-offer voor de bezetting niet
te groot ware geweest. Het is alleen de vraag, de zéér
groote vraag, of deze opzet zal gelukken en of ueq
Rijnrepubliek onafhankelijk van Pruisen" en met het
Ruhrgebied in een geüjken toestand van afhankelijkheid
gebracht als het Saarland, metterdaad aan de Fran
sche „zware industrie" zal' geven, wat men er te Parijs
van noopt
Ongetwijfeld zouden Frankrijk en Duitschland wat
de metaalindustrie betreft er met het bezit der kolen
mijnen en de ertsen van beide landen, elkander schitte
rend kunnen aanvallen. Geen enkel land, gëen com
binatie zou op kunnen tegen een dergelijke samenwer
king van industrieélen, die alles, wat zij noodig hebben!,
als net ware „onder armslag" vinden en die beschikken
over alles wat organisatietalent en technische bekwaam-
heid hun kunnen bieden.
Maar om tot zulk eén samenwerking te komen, is het
eerste vereischte, dat de groepen, die zullen samenwer-
ekn, elkander vertrouwen, en het spreekt vanzelf, dat,
vriendschap nu heeïemaal daargelaten, van onderling
vertrouwen geen kwestie is. Zeker niet na de bezetting
en na tallooze pogingen om zich in de administratieve
geheimen der Duitsche firma's in te dringen Dit zou
»an een engel (laat staan van een Duitsoher) te veel
rijn gevergd. Een belangengemeenschap^ gebaseerd op
dwang, is natuurlijk zoo al uitgesloten en dus zou
er voor Frankrijk niets anders overblijven, dan een
soort onteigening op grooten schaal der Duitsche ónder
nemingen in 't Westen. Met 't in beslagnemcn of zich
laten uitleveren van aandeelen komt men er niet, daar
dan de leiding, zooals in iedere naaml. vennootschap,
toch zou kunnen doen wat rij wilde tegen den wil der
vreemde, geforceerde aandeelhouders. Blijft dus als eenig
middel ac onteigening over.
Die om iets uit te halfen compleet moet rijn
en niet slechts de fabriek zoo en zoo moet omvatte#^
doch ook het miju- en scheepvaartbedrijf, dat er mede
samenhangt Zelfs dan heeft men niet meer dan een
leege schaal. Mist men de leiders, die door kneed in
dit speciaalbedriif waarin rij opgroeiden, wat organi
satie en techniek pas na jaren kunnen worden vér-
vangen door anderen, nadat die ook geruimen tijd
al hun aandacht en werkkracht aan de zaak hebbeni
geschonken.
De Duitsche techniek verschilde steeds van iedere
ander. Zij was methodischer en wetenschappelijker. Geen
der groote zaken, die rijn eigen laboratorium en studie
bureau miste, waar jonge bekwame menschen niets
deden dan voortdurend onderzoeken en proeven ne
men. Proeven, die vaak slechts in zeer ver verwijderd
verband stonaen tot het werk van de fabriek op dien
dag. Proeven, waarvan de vruchten pas in de verre
toekomst en dikwijls nooit zouden worden geplukt.
Zulke studieafdcelingen kende men feitelijk alleen in
Duitschland waar de „efficiency" (om dit woord ook
eens gebruiken, nu doelzekerheid niet meer schijnt
te. deugen) reeds lang werd toegepast voor bet mode
stokpaardje was uitgevonden. Dé Amerikaanscho indu
strie, waarin zoo tallooze Duitschers werkten, had dit
systeem het eerst nagedaan, Frankrijk praatte er over.
i Engeland zqu er langzaam aan eens over gaan denken,
nu het zag, dat de Duitschers (die toen nog geen vrijen
Zaterdag en geen acht-urendag hadden) de Britsche
metaalindustrie gingen overvleugelen. Men poogde het
systeem na te bootsen, zonder te bedenken, dat dit
meegenomen zou hebben om haar onder vier oogen
het hof te maken!
Maar die moderne jongelui hadden niet half zoo-
veel spirit als hij zelf had gehad!
Zoo kwam ten slotte het dessert, met de toasten
voor Guinevere. En het bruidspaar had nog geen
woord met elkaar gesproken en lady Anningford,
die op hen lette, begon te vreezen voor het welslagen
van haar plan. Maar het zou nergens voor dienen
om nu nog terug te treden. Dus stond „Brangaine"
ten slotte, te midden van allerlei grappen in den
geest van Carmelot en van de Tafelronde, op, nam
den gouden beker, die voor haar stond, in haar
hand en sprak:
Ik, Brangaine, door haar hooge Moeder belast
om lady Iscult veilig naar King Mark te geleiden on
der de ridderlijke bescherming van lord) Tristam, stel
nu voor hun gezondheid te drinken, en gij allen
moet desgelijks doen, lords en ladies van Arthurs
Hof.
En zij nipte aan haar eigen glas .terwijl zij den
gouden beker aan den hertog overreikte, die hem
weer overgaf aan het jonggehuwde paar en Tristam
aller oogen waren immers op hem gericht! deed
geweld aan om de grap voort te zetten. Dus stond hij
op en nam Zara's hand in de zijne, terwijl hij voor
het gezelschap boog, reikte haar den beker over en
dronk dien geheel leeg. En iedereen riep onder groo
te vroolijkheid: Op het heil en de gezondheid van
Tristam en Iscult!
En toen het tumult en weinig bedaard was, gaf
„Brangaine" op eens een klein gilletje
Goede hemel! wat ben ik verschrokken- riep zij
uit. Zij hebben uit den verkeerden beker ge
dronken 1 in dien gouden beker was een minne
drank! door de koningin bereid uit zeldzame plan
ten en bestemd voor de bruiloft van Iscult en koning
Mark! En nu hebben heer Tristam en zij die per on
geluk samen gedronken en nu kunnen zij nooit meer
gescheiden worden! O wee mij- Wat heb ik gedaan!
En terwijl van alle zijden een vroolijk gelach op"
ging de Spreeuw gaf er het sein toe hield Tris
tam ijzig zwijgend de hand van zijn vrouw vast.
Doch reeds een seconde later stelde hun heider
trots, evenals dien avond in het bijzijn der hotelbe
dienden, hen in staat om de comedie voort te zetten,
en ook zij lachten, en met behulp van den hertog
kwamen zij den rest van den maaltijd door, totdat
allen opstonden en twee aan twee weggingen, de
heeren de dames bij de hand leidend, evenals toen zi]
binnen gekomen waren.
En wanneer de drinkbeker werkelijk een minne
drank had bevat, bereid door de Iersche toovenares-
koningin, dan hadden de beide slachtoffers elkaar
niet hartstochtelijker kunnen liefhebben.
Maar Tristams trots won het dien dag, want geen
blik, zelfs geen gebaar verried dien dag aan zijn
jonge vrouw, welk een laaiend vuur haar over-
groote schoonheid in zijn horst had doen ontbranden.
En toen het dansen begon, danste hij eerst met alle
andere dames en ging toen naar de rookkamer en
kwam juist nog tijdig terug om met zijn Iscult de
slotquadrille te dansen geen wals. Geen macht ter
wereld zou hem er toe hebben kunnen brengen, zich
bloot te stellen aan de verlokkingen van een wals!
En zelfs dit weinige hot vasthouder van haar
hand, haar nabijheid, het zien van de heerlijke lijnen
van haar slanke gestalte en haar loshangend haar
veroorzaakte hem een onzegbare kwelling, zoodat,
toen de rest van het gezelschap was heengegaan na
elkaar goeden nacht te hebben gewenscht hij naar
zijn kamer ging, een jas aantrok en alleen ging
rondzwerven in den nacht.
HOOFDSTUK XXX.
's Zondagsmorgens was iedereen zóó slaperig, en
vermoeid na den avond aan Arthurs Hof, dat alleen
Lady Ethelrida en Lady Highford, die altijd een po
se van uiterste vroomheid tot haar beschikking had,
met den hertog en Jongen Billy naar de kerk gin
gen. Francis Markrute sloeg hen uit het raam van
zijn kamer, die op de poort uitzag, gade en peinsde
welk een edele verschijning zijn schoone dame was
en hij bewonderde haar flinkheid: geen feestelijkheid
kon haar van haar plichten afhouden. Zij was een
zeldzaam volmaakt specimen van haar klasse.
Zijn schoone dame! Want, daar het lot hem dien
weg had gewezen, had hij besloten, het er op te wa
gen en haar nog vandaag te vragen, of zij werkelijk
zijn schoone dame wilde worden. Een man moet het
ijzer weten te smeden als het heet is.
Hij had zorgvuldig alle voorbereidselen getroffen,
had zich zeer nuttig gemaakt voor den hertog, had
hem af en toe veroorloofd een vluchtigen indruk te
krijgen op zijn buitengewone scherpzinnigheid en
had Zijn Genade weten te overtuigen, welk groot nut
de partij, waartoe hij behoorde, van h6m zou kunnen
trekken. Hij was niet bang dat er van die zijde «"-ru
stig verzet zou komen, wanneer hij etes t