/ereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier. rs- ndt Donderdag 26 April 1923. 66sfe Jaargang. No. 7220. TWEEDE SLAPT- In de Sociöteitszaal van de Harmonie te Alkmaar erd Woensdag 25 April 1923 des morgens half 10 o Voorjaarsvergadering van bovengenoemde ver eniging gehouden. Voorzitter is de heer K. Kuiper, secretaris de heer Nobel. In zijn openingswoord heet voorzitter in het bij onder welkom den Directeur-Generaal van den .andbouw, den heer Van Hoek en den secretaris var et Ned. Landbouwcomité, den heer Molhuizen. Ver ier wordt dank gebracht aan het gemeentebestuur an Alkmaar voor de algemeene samenwerking, wat «n bemoedigend teekeh wordt genoemd ten opzichie an verhouding tusschen stad en platteland. In dit erband wijst spr. op de noodzakelijkheid van een lensgezinde organisatie. De notulen worden goedgekeurd. Van de diverse mededeelingen zij vermeld dat: Instemming is betuigd aan het adres van de Ka- ners van Koophandel aan Ged. Staten, inzake ver- aging kosten van het Hoogheemraadschap. Voor de bestudeering van de te nemen maatregeleni voor de grondbelasting werd eene commissie be noemd, bestaande uit de heoren D. de Boer Dz., Stompetoren, P. Stapel Cz. te Hoogkarspel en Mr. P. Offers te Alkmaar, die te zijner tijd hierover rap port zal uitbrengen. Mededeling wordt gedaan van de instelling van jen nieuwe commissie voor de bestudeering van vraagstukken betreffende de droogmaking der Zui- lerzeé (IJsselmeercommissie). Zooals bekend, be daat de commissie uit de heeren C. Nobel, D. do 3oer Dz„ C. Wijdenes Spaans, A. J. Peeck, Dr. Scheij ;n S. Smeding. Het Bestuur ohzer vereeniging heeft zich gewend i ot den' Minister van Waterstaat en den Directeur- leneraal van de Zuiderzeewerken, voor de werk zaamheden dezer commissie, met het gevolg, dat van beide zijden de toezegging is verkregen voor mede werking. Het Bestuur heeft gemeend de opleiding van Vee- verloskundigen toch te moeten bevorderen. De heer Spaander heeft in zijn praktijk iemand in opleiding die met medewerking van Noorderkwartier, vol gend jaar in de gelegenheid zou kunnen worden gesteld om de theoretische opleiding aan de Rijks- landbouwwinterschool te Schagen te genieten. Bo vendien zou dan nog iemand deze lessen kunnen vplgen, om daarna voor eigen rekening de opleiding in de praktijk bij den heer Spaander te voltooien. Overleg werd gepleegd met het P.E.B. van Noord- hGlland in verband met de moeilijkheden ondervon den bij de levering van electrischen stroom voor het landbouwbedrijf. Hét gevolg is, dat een onderzoek zal worden ingesteld naar de bezwaren in de ver schillende gemeenten ondervonden. Dit onderzoek is opgedragen aan de heeren C. Nobel, W. Groot en J Blaauboer Gz. Het Bestuur heeft aan den heer Directeur-Gene raal van den Landbouw verzocht om te voorzien in de vacature voor Veeteeltconsulent in onze provin cie, omdat de werkzaamheden aan het Veetoeltcon- sulentschap met. alle waardeering voor het. werk van den heer Tukker niet vereenigd kunnen worden met die voor Zuidholland Twee nieuwe leden hebben zich aangemeld. Voor hst melkexamen zegt de proefzuivelboerderij to Hoorn.hare modewerking toe. Do Vereeniging van Oudleerlingen der Rijksland- houwwinterschool te Schagen deelt mede, dat a.s. winter opnieuw cursussen zullen worden gehou den, waartoe de leden van Noorderkwartier toegang hebben. De heer H. K. Koster, Wieringerwaard, betreurt, dat inzake de onderwerpen voor deze cursussen geen overleg is gepleegd met de commissie uit Nooder- kwartier. De secretaris deelt mee, dat het schrijven van „Oudleerlingen" nog niet was ontvangen toen de laatste Bestuursvergadering werd gehouden. Voorzitter vertrouwt, dat in de toekomst wel meer dere samenwerking tusschen heide vereenigingen zal worden verkregen. Besloten wordt aan de Werktuigencommissie voor -proefnemingen f100 bijdrage in de kosten toe te staan. Ingekomen is nog het rapport over het melkexa- men. Aan Dr. Scheij wordt dank gebracht voor zijn vele bemoeiingen. Door de Finantieele commissie wordt gerappor teerd, dat rekening en verantwoording .over 1922 in orde waren. De rekening wordt goedgekeurd in ontvangst en uitgaaf op f2235.91, met een nadeelig saldo van f 87.29 In de plaats van den heer K. Kuiper, die om ge zondheidsredenen bedankt, wordt tot bestuurslid benoemd de heer K. Breebaart Jz., te Winkel, die la ter eveneens tot voorzitter werd benoemd. DE KANALISATIE VAN WEST-FRIESLAND. Hierna wordt door den heer Prof. M. F. Visser een bespreking gehouden over de voorgestelde kanalisa tie van West-Friesland. Spreker begon met te zeggen-, dat er moed toe be hoort kritiek uit te oefenen op een dergelijk keurig uitgevoerd rapport, gedekt door zoovele namen. Zijn overtuiging, dat de inhoud een onvoldoende kennis verraadt van ons zoo moeilijke polderland, waar door kanalen worden ontworpen, die eenerzijds veel te duur zijn en anderzijds toch nog voor het eigen lijke gewest veel te weinig geven, noopt hem daar tegen krachtig op te komen. Hij zal zijn voordracht als volgt verdeelen: I. Bespreking der rentabiliteit. II. De toestand der Waterwegen' in Geestmer-Am- bacbt en Schager- en Niedorpér Kogge, gelijk deze nu is, gelijk bij door het rapport wordt voorgesteld en gelijk spreker dien zou wenschen. Dit is het Wes telijk deel van Westfriosland, namelijk ten westen van de lijn Aartswoud—Avenhorn. III. Hetzelfde voor Vier Noorder Koggen en Drechterland; dus voor het Oostelijk deel van West friesland, ongeveer ten Oosten van de lijn Aarts woudAvenhorn. I. Rentabiliteit. De aanlefkosten der voorgestel de kanalen: Stolpen-Kolhorn, Alkmaar-Dirkshoro, Alkmaar-Oudkarspel-Kolhom, Alkmaar-Hoom^Enkr huizen met zijkanalen naar Medemblik en Groote broek zijn begroot op f15.5 millioen. Na aftrek van het vak Schagen-Kolhorn en van de sluis te Medem blik en zoftder opneming van het kanaal Opmeer- Oostwoud, is het bedrag 14 millioen. Hiervoor 5 pet. rente en 2 pet. voor afschrijving, bediening en onderhoud te zamen rekenende (naar spreker's meening wel zeer laag genomen,), komt bet rapport, tot de conclusia, dat due één BnlIJiosa voos8' deel voor de gemeenschap te boeken moet s.1Jb om tot den aanleg van de kanalen te beeluttca. Het rapport becijfert werkelijk dit voordeel, maar spr. maakte door vele voorbeelden duidelijk, dat het voor den landbouw becijferde voordeel van f425.000 aan gerechte twijfel onderhevig is. Hij wees er vooral op, dat door deze enkele, zeer groote ka nalen, waaraan bijna geen enkel dorp rechtstreeks gelegen is, de ontvangst per, schip van 200 ton even min mogelijk wordt als vroeger. Ook de verzending van groente per schip van 200 ton, waarop de be sparing aan vrachtkosten berekend is, betwijfelde hij ten zeerste. Verder wees hij er op, dat de op deze wijze verkregen f425.000 nog met f 2000.000 wordt ver hoogd met het oog op 5000 H.A. land, die in de toe komst ten gevolge der kanalen nog voor den groente- bouw zullen worden gebruikt. Door voor vrachtbe sparing op bouwmaterialen, brandstof en stukgoe deren op soortgelijke wijze nog f335.000 te becijfe ren, is de rekening bijna sluitend gemaakt; waar- by deze echter voor het algemeen belang toch nog niet uitkomt, aangezien deze besparing voor een zeer groot deel toch zou voortkomen uit vrachtverminde ring der spoorwegen en dus uit anderen hoofde als een verliespost voor het Rijk verschijnt. Aan de hand van vele cijfers over andere veel kleinere kanalen, zoowel wat betreft afmetingen jaarlijksch vervoer als het voorkomen van industrie langs die kanalen, werd aangetoond, dat men in Westfriesland, een land zonder eonige industrie, ze ker met kanalen van veel geringer afmeting toekan clan nu geprojecteerd zijn. In dit verband wees spreker er ook op, dat in de toekomst door de Zuiderzeewerken een prachtig ver bindingskanaal Enkhuizen—HoornAmsterdam zal ontstaan, dat zeer gemakkelijk vanaf Schardam, bij Hoorn, langs bestaande breede waterwegen een uit- stekende verbinding niet Alkmaar kan geven. Bij de bespreking der details kwam hij hierop terug. Spreker kwam tot de conclusie, dat het kanalen- net slechts dan economisch zal uitkomen, indien eenerzijds de aanlegkosten sterk worden gereduceerd en anderzijds tegelijk toch gezorgd wordt, dat bijna 'alle dorpen aan het kanalennet komen te liggen. Dit is z.i. mogelijk door een sterke beperking der eischen. Wij hebben, zeide spreker, geen behoefte aan een 'groot scheepvaartkanaal van Enkhuizen naar Alk maar? De groote fout voor Westfriesland is steeds geweest, dat de verbinding tusschen het bestaand binnenwater en de zee achterwege is gebleven. Zorg voor eenige goede sluizen in den Westfrieschen om- ringdijk. dan zal alleen daardoor al een groote ver betering intreden, II. Walorwegen in Geostrner-Ambacht en Scha ger- en Niedorper Kogge. Aa,n- de haiul van groote kaarten werd duidelijk gemaakt, dat dit géheele ge bied. vroerer in hoofdzaak zijn water loozende op de Ileerhu«:owaard en daarmede in verband staan de meron, dit thans doet op de nè de droogmaking gevormde ringslooten. Het geheele gebied is daar door doorsneden met vrij breede hoog liggend»' vaai len, die als scheepvaartkanalen gebruikt wor den. De eenige toegang, tot dit groote gebied was tot voor kort het sluisje te Zes Wielen bij Alkmaar, ter breedte voi> 3.15 Meter, waarbij: nu gekomen is de sluis te Rustenburg, breed 5 Meter. Te Nieiorper Verlaat ligt nog een sluisje tusschen Geestmer-Am- bacht en de Nieclorper Kogge, ter breedte van 3.25 M. Het rapport stelt nu voor dit gebied voo": lo. Gemeenlegging van het Zuidelijk deel van Geestmer-Ambacht9boezèm i. c. van de ringsloot van Rustenburg tot de Ro9kambrug bij Oudkarspel met den Schermerboezem. Behoudens eenige opmerkin gen kan spreker zich hiermede wel vereenigen. 2o. Gemeenlegging van het Noordelijk deel van Geestmer-Ambachtsboezem met den boezem van Nie clorper Kogge. Spreker meende, dat het wenschelijk is daarbij dan tevens den Schagerboezem te voegen. De verplaatsing van het gemaal te Aartswoud naar Kolhorn werd door hem bestreden als onnoodig en nadeelig voor de pl.m. 4400 H.A. tusschen Rusten burg cn de Langere ió, terwijl de daarbij voorgestelde wegneming van het kanaal Kolhorn—Aartswoud uit de plannen dor Zuiderzeewerken de verbinding tus schen Kolhorn en Medemblik (d.w.z. het IJselmeer) sterk zou benadeelen. Voor de verbetering van do scheepvaart wordt voorgesteld: a. Een groot scheepvaartkanaal Kolhorn—Stolpen (aan het Noordholl. Kanaal) met oen zijtak naar Schagen. Dit moet in hoofdzaak dienen voor de ver binding van de Wieringermeor met Alkmaar. Spre ker betwistte de wenschelijkjieid hiervan. De Wie- ringermeer krijgt uitstekende verbindingswegen raa- molijk via Medemblik, via Wieringen en via de Kooi aan het Noordholl. Kanaal. Verreweg hot groot ste gedeelte van de Wieringerrneer heeft korter af- stund al te leggen naar Alkmaar via de Kooi, dan via Kolhorn. Deze 2.5 millioen kan ten volle be spaard blijven. 1). Een scheepvaartkanaal Alkmaar—Omval—Oud karspel—Dirk shorn en Alkmaar—Omval—Oudkar spelKolhorn, Spreker meende in de plaats van deze kanalen te kunnen voorstellen één kanaal Alkmaar (Omval) naar Schager Verlaatsluls en vandaar één tak wes telijk naar Dirkshorri, één tak noordelijk langs de Schagervaart naar Schagen en één tak oostelijk langs Ztfjdewlnd en Lutjewinkel naar Kolhorn. De afstand KolhornNoordholl. Kanaal wordtl daardoor eer korter; Schagen—Noorfdlhol. kanaal eveneens. oor Schagen geeft dit z.i. groote verbetering. Het kanaal Stolpen—Kolhorn met zijkanaal Schagen gaf geen verbinding met het bestaand vaarwater van Schagen en bleef zoo ver mogelijk van het Station, bprekers bedoeling is juist, dat het kanaal verbin ding zal krijgen met het vaarwater en met het sta tion; Schagen zal daardoor een goede scheepvaart verbinding krijgen met Geestmer-Ambachi, met de geheele Schager- en Niedorper Kogge, met Kolhorn (Wienngermeer) en met het Noordholl. Kanaal. Maar ra ieder geval krijgt op deze wijze het platteland goede verbindingswegen met Schagen, met de Lan- gedijk, met Kolhorn en ook onderling. Re Langedijk krijgt de zoo gewenschte verbin ding, waardoor de groote omweg over Alkmaar kan vervallen. Spreker suggereerde voor Alkmaar een groot voor deel, indien uit de bespaarde millioenen een klein deel gebruikt wordt voor sluisverblnding, in plaats van do Overtoom aan de Zes Wielen met Geestmer- -Ambachtspolder, in plaats van de Overtoom aan den Omval met de Schermer, en aan de Oostertocht voor dé Heerhugowaard. Langs dezen weg wordt niet in woord maar in werkelijkheid openlegging van het platteland ver- Kregen. m. Waterwegen In Vier Noorder Koggen en Drechterland. De toestand is hier een geheel andere, het overtol lige water wordit rechstreeks op zee afgemalen, ter wijl de enkele uitzonderingen als Baarsdorpermeer, Achterkogge, Westerveer enz. uitslaan op het ge- meonewater van de polders, waarin ze liggen. Van hooger liggende ringslooten is dus geen sprake. Toch hebben ook hier steeds vele vaarten bestaan, als bijv. van Hoorn respectievelijk op Enkhuizen, Medemblik, Avenhorn en Oudendijk, De overgang van den eenen polder in den anderen verkreeg men door overtoomen, waarvan de oude kaarten tallooze aanwijzen. Ook vanuit de zeeha vens te Hoorn, Grootebroek, Enkhuisen, Medemblik kan men met behulp van overtoomen in het binnen water komen Na de verharding der wegen «n den aanleg der spoorwegen wes mede in verband met d» dispens tfm&Unf de? dé vaart pp bin nenwateren sterk afgenomen en zijn de meeste «ver toornen verdwenen. Ir den laatster tijd vroeg de toe name der groenteteelt een goed vervoer per water naar de veilingen, terwijl zoowel ten behoeve van het wegenonderhoud, van de levering van kunstmest stoffen als van fourage weer meer belangstelling komt voor het bijna geheel verdwenen verkeer per water. Het spreekt van zelf dat in polders als het Grootslag (het Westelijk gedeelte), de Westerkoggen, Ursm, Hensbroek, Obdam en Geestmer-Ambacht het binnenverkeer als het eenig mogelijke, nooit weg is geweest. Het rapport stelde voor een groot scheepvaartska naal van Alkmaar—Rustenburg—Enkhuizen, met zijkanalen naar Hoorn, Medemblik, Andljk on Groo tebroek, tezamen kostende ruim 9 millioen. Spreker kwam hier sterk tegenop; een verbinding van Friesland en Groningen met Alkmaar langs dat kanaal was volgens hem niet noodig; die verhouding geschiedde tegenwoordig via den Helder, via Edam of via Amsterdam en kan via de afsluiting, indien I men op 't IJselmeer wilde blijven, evengoed via Wie- I ringon—de Kooi gaan en natuurlijk veel beter vla Schardam langs het nieuwe Kanaal. Voor den afvoer van groenten en den aanvoer der materialen moei rnen dit deel van W.friesland niet in verbinding bren- 1 gen met Alkmaar, maar met de Zaanstreek en Am- I sterdam. Dit bereikte men door bij Avenhorn het buitenwater (Schermerboezem) op te zoeken, van- Idaar staan dan geheel onpartijdig de wegen open naar Alkmaar, Zaanstreek en Amsterdam en naar Purmercnd.v Dit kanaal moest volgens spreker zeer duur wor den, aangezien het tracé op vele plaatsen de duurste landerijen geheel doorsnijdt en afscheidt van dc 1 boerderijen. Op den voorgrond stellende, dat het eigenlijke groentenvervoer van de Streek, zich concentreerende in de veiling bij 't station Bovenkarspel-Gfootebroek volkomen geholpen is met een goede vaartverbete ring van daar naar Broekerhaven en op den duur met een sluis tusschen het polderwater en de be staande Zeehaven, waardoor dus de behoefte aan het snelle vervoer met groote motorschepen vervalt, meende spreker volgende tracé als een voorloopige I schets te kunnen aangeven. In Avenhorn wordt een slula gebouwd toegang ge- i vend tot de te verbeteren trekvaart op Hoorn. Aan I het eind van. die trekvaart dus bij de Waal1 en do I Westerpoortsgracht komt de haven vau Hoorn, door een zeesluis in verbinding staand niet 't Hoomsche Hop. Het station, de binnenhaven on de buitenha- i ven korren aldus vlak bij elkander on alles is dade lijk gericht op de te verwachten opbloei na de afslui j ling en inpoldering. I De in hét rapport voorgestelde kader kwam naar sprekers meoning veel te ver van de buitenhaven en van de aanwezige pakhuizen, terwijl op de toekomst bl Ijkmaar niet was gelet. Van deze binnenhaven uit gaat het kanaal weste lijk van ht Koern tot den Hoornschen weg, alwaar het via een sluis in de Kromme Leek dus het polder- water van de Vier Noorder Koggen komt en dit volgt om daarna noordwaarts af to buigen naar Nibbix- woud en dan de Gouw te volgen tot de Veersloot en dozo langs te gaan tot Medetpblik. Op deze wijze wordt bijna geheel gebruik gemaakt van de oude, bestaande vaarten, die metriiiet te hooge kosten in orde zijn te maken. Even ten Noorden van de binnenhaven van Hoorn, namelijk ter hoogte van de Wijzend, gaat een nieuw te graven tak van het kanaal door een sluis over in den Oosterpolder om dan verder de bestaande Wij- zend te volgen door de Bangert tot het Rad aan de Dragt, daar opnieuw een sluis te passeeren en dan in de wateren van het Grootslag te komen. Ook hier wordt de bestaande Wijzend gevolgd tot het station Binnonwijzend, vanwaar eerst de vaart ten Noorden van don spoorweg wordt gekozen om na kruisinar weer opnieuw de Wijzend en verder de Togt langs de stations Hoogkarspel. Grootebroek en j Rovenkarspel tot Enkhuizen te volgen, met een zij- tak naar Broekerhaven. De molentochten van den I Houterpolder en van Veenhuizen en Hem tezamen komende hij het kanaal a. d. Grootslag geven gele genheid om ook voor deze polders een verbinding met Broekerhaven te maken. De Slimtocht van den Houterpolder is bovendien te Hoogkarspel hij den trgenwoordigen overtoom desgewenseht met het hoofdkanaal te verbinden door een sluis. Aan het rapport was toegevoegd een begTOoting voor een kanaal Opmeer-Oostwoud en daar aanslui tend aan het kanaal naar Modemblik. Dit fanaal word echter door de commissie niet overgenomen. Toch 9cheen het spreker toe. dat voor oen goede ont sluiting van de Vier Noorderkoggen dit kanaal nog wel noodig was, terwijl tevens daardoor een goede verbinding tusschen het Westelijk en Oostelijk deel I van Westfriesland verkregen wordt. Deze verbinding j zou anders slechts via' Hoorn tot «tand kunnen ko men. Met de voorgestelde richting kan snroker zich wel vereenigen; het profiel kan z. i. veel geringer worden. Indien men. zoido spreker, de kanalisatie op deze wijze opvat, dan was het snelle groentevervoer even goed gehaat als bij het groote plan. de kanalen zijn overvoed voldoende voor aanvoer per tjalk en er I wordt in. i. minstens de helft van de 15.5 millioen I bespaard. Door een klein deel daarvan te besteden voor de vaartvorrulmh,^ naar <3e verschillende nog niet. aanliggende dorpen en voor hei afin bi' vogen van sluizen en sluisjes In eenige polders vergroot, meu op een krachtige wijze het rayon van het kanalen- stelsel en maakte daardoor een betere rentabiliteit mogelijk mede dooi besparing op wegonderhoud, ïn 't kort, men bevorder© ten sterkste het nuttig offect der uit te geven gelden. Na de pauze zegt voorzitter, dat het Bestuur van plan is om alle ruimte te geven voor de besprekin gen over de kanalisatie en dat desnoods de andere punten van de agenda in een volgende buitengéwo- ne vergadering zullen worden behandeld. Van de gelegenheid om van gedachten te wisselen over de inleiding van Prof. Visser wordt dan in de eerste plaats gebruik gemaakt door den heer Rin- gers., ingenieur. Deze begint met te zeggen, dat den laatsten tijd nogal afbrekende critiék werd uitge oefend op het rapport der commissie-Van Aal9t en dat niet altijd gelegenheid gegeven is, die critiek weer opbouwend te doen worden. Waar nu die gele genheid wordt geboden, brengt spr. daarvoor het Be stuur van Noorderkwartier dank. Veel menechen weten niet hoe onze plannen zijn en spr. verwijst naar het le hoofdzaak, waarin mededeelingen wor den gedaan over het ontstaan van die plannen. Spr. wijst op do weinige scheepvaart die in Westfries land bestaat, vergeleken bij Groningen en Friesland, hoe de kanalisatie van deze provincie reeds langen tijd aanhangig is, hoe is ingesteld geworden de com missie onder voorzitterschap van Dr. van Aalst en door die commissie een ernstig ontwerp is gemaakt, waarvoor spr. de plannen heeft uitgewerkt. Daar mee heeft hij zich anderhalf Jaar bez'g gehouden. In verband met de opmerking van Prof. Visser over niet juist zijnde overzichtkaartjes, wijst spr. op den slgemeenen gedachtengang in het rapport neer gelegd. De plannen zijn langzamerhand tot stand ge komen, in samenwerking mot de provinciale com missie voor de scheepvaart in Noordholland. Daarbij zijn allerlei bezwaren, waarvan spr. er ook vanmorgen gehoord heeft, naar voren gebracht en besproken. Daartoe zijn een 8-tal nota's opgemaakt en toen eindelijk de zaak zoo ver was, dat zij het pu bliek kon worden kenbaar gemaakt, was het niet doenlijk ook die nota's in het rapport op te nemen. Wij hebben ons geconcentreerd tot de plannen, daar door is er wel eens iets niet in het rapport genoemd. Na deze inleiding gaat spr. na de bezwaren door Prof. Visser naar voren gebracht. Ten opzichte van de rentabiliteit is voor de begrooting zoo te werk is gegaou dat de berekeningen werden gemaakt eJs zouden d« roorgéb worden üitgêYoerl En wat de kosten ^bstreft, er is met dik potlood geschre- ven, wat spr. me' vocrbeelden aangeeft, Een ge weldige bron van besparing zit nog in de begrooting van 15 K millioen. Spr. wijst bijv. op de d'aling der loonen en de prijzen der materialen. Een brug te Bussum van dezelfde afmeting als in ons rapport waar ze wordt begroot op f54000, werd aangenomen voor f 36000. Daarentegen is de rentaibdliteitsberekening met dun potlood geschreven, cijfers zijn genomen waarvan men practisch genomen zeker is. De opzet is ge heel geweest dat geen hoerastemming" zou worden gewekt. Spr. wijst er op dat in nog geen enkel kanalen- rapport de rentabiliteit is berekend en wij zijn daarbi,j aan den voorzichtigen kant gebleven. Ten opzichte der doorsnede der tjalken wijst spr. er op, dat nooit Is gezegd van welke doorsnede die zouden moeten zijn. Het was tenslotte de heer Bree baart die heeft gezegd van 150 ton. Het maakt prac tisch woinig verschil of de doorsnede 150 of 200 ia. Spr. doet verschillende modedeelingen over de tech niek van den kanalenbouw en wijst op de getrokken conclusie dat. wanneer een kanaal dieper wordt go- maakt, de weerstand der schepen minder wordt. De verhouding van schip tot kanaal is van 4—5 maal, voor motorbooten 10 maal, terwijl in het rapport wordt genoemd van 7 maal. Ook hior dus aan den voorzichtigen kant. Spr. wijst mot. nadruk wat de grootte dor kanalen botreit., op de voorgeschreven snelheid, Juist wan neer de kanalen niet op behoorlijke wijdte worden gemaakt, is het gebruik van motorbooten van eenige beteekenis buitengesloten. In de twoede plaats die nen we te denken aan de toekomst. Spr. wijst op het Merwedek&naal, waar de bruggen te laag zijn. De inleider is gevallen over een tonnenmaat van 1000, doch er is steeds in het rapport gerekend op 200—300 ton, alleen, wil het dat de plannen, schepen van 1000 ten niet vrhinderen. In Frankrijk wordt thans de ontwikkeling tegengegaan omdat men steeds kana len heeft gemaakt voor schepen van 300 ton. Onze commissie wil daarom niet te benauwd de zaak opzetten en meent, liever de kosten op 1 mil lioen meer te moeten brengen. Spr. wijst op het groote voordeel van breede ka nalen ten opzichte van do oeververdediging. De bruggen dienen behoorlijk hoog te worden gelegd., opdat bijv. alle marktschepen kunnen passeeren i zonder dat de bruggen open moeten. Men denke maar 1 eens aan de spoorbrug bij de Boterhuizen, dio .slecht is geconstrueerd en waarvan men de eerste 40 jaar niet af is. Wanneer de bruggen worden klaar gemaakt voor nelfs schepen van 1000 ton, zullen 2 motorbooten van 80 ton elkaar kunnen passeeren. Een en ander heft de zaak wel duurder gemaakt, maar men krijgt ook waar voor zijn geld. Spr: is verder van oordeel, dat wanneer er geen kanalen zijn, de industrie ook niet zal komen. Prof. Visser wil, aldus vervolgt spr., met terzijde stelling van het snelverkeer, alle dorpen verbinden, "ook al die polders, maar in dat geval zullen er heel wat sluizen moeten worden gemaakt; dat zijn juist de dure kunstwerken en dat plan zal dus heel wat kosten. Ook maakt Prof. Visser bezwaar tegen het afsnijden van land. Spr. zou wel eens willen weten hoe het afsnijden van land wordt voorkomen bij kanalen- aanleg. Op onteigening is gerekend, en ten aanzien van dén Ürsemmorpolder, mede op den plaatselijken toestand. v De zijkanaaltjes hebben bij onze commissie geen bezwaar opgeleverd, die zullen langzamerhand wel komen, dat kan aan de toekomst worden overgela ten. Aan de hand van kaarten geeft spr. aan, waarom niet is vastgehouden aan het oorspronkelijk plan om te Avenhorn op den Schermerboezem uit te komen. I Wat de kwestie te Hoorn betreft, er is rekening ge- nouden met de toekomst van Hoorn, dat na de droogmaking der Zuiderzee temidden der polders I komt te liggen en de pakhuizen zullen in de toekomst om de binnenhaven been moeten komen, Ook de hooge brug eischt dat de haven op de aangegeven plaats komt. Met verschillende cijfers geeft spr. ook hier aan het groote verschil van snelheid in wijde en nauwé kanalen. j Door de Wijzend bij Hoorn kan nu al niet worden gevaren. Bruggetjes over slooten zijn niet meer noo- dig, de tijd van jagen is voorbij en met de 5 gepro- 1 jecteerde bruggen is het een andere kwestie Juist de voorgestelde kanalisatie geeft een schitterende gele- 1 genheid tot het verkrijgen van betere wegen, en i daarmee is rekening gehouden door deze 5 bruggen. De verplaatsing van het gemaal aan de Langerels is nog in wijde zakken. Dat het plan Hoorn—Me- demblik de goedkeuring van den inleider heeft, doet spr. buitengewoon groot genoegen, er is dus toch nog iets goeds in. Spr. ontkent dat door de nieuwe sluis te IJmui- den do afwatering van de Schermerboezem voorloo- •pig zal verbeteren. Vervolgens verkrijgt het woord de heer Vlieger, secretaris van Schuttevaer, dio de vergadering ont- j laadt aan het plan van Prof. Visser te beginnen. 1 Als die plannen zouden worden uitgevoerd, zouden daarineo 15 niiilioen gulden zijn weggegooid. Met d.ftt plan zou een scheepvaarttoestand worden ver kregen, waarvan spr. zich nog een voorstelljrag kan .maken uit zijn kinderjaren, en door hetgeen daar over door zijn grootvader is gezegd. Prof. Visser noemt de kanalen te Groningon, speciaal het Win- i kelder' hoofddiep, maar spr. wijst op de stagnatie die daar wordt veroorzaakt wanneer 2 schepen el- kaa moeten passeeren, zoodat de marechaussee er dikwijls bij te pas komt. Laten de Westiriezen toch goed nadenken over het scheppen van een toestand waarbij met een snelheid van 3 K.M. per uur wordt gevaren, nog langzamer dan een lijkstoetgang. Het Winkelderdiep wordt dan ook genoemd de loop- graaf. Andere vaarwateren in Groningen met dezelf- 1 de afmetingen veroorzaken een zelfde last. Met 'slechts kleine kwantums kan worden gevaren. Spr. wijst er op, dat de rentabiliteit voortspruit uit de la gere kosten van vervoer en met tal van cijfers toont spr. aan, welke voordeelen verbonden zijn aan ver voer met grootere schepen. Aangetoond wordt, dat het vervoer' op groote kanalen steeds vermeerdert, j een vermeerdering van 600 tot 1000 pet., ondanks de meerdere concurrentie der spoorwegen. Daarentegen valt een achteruitgang te constateeren bij kleinere waterwegen. De heer Vlieger wijst dan op den toestand waar- I in de door Prof. Visser genoemde zeehavens zich be vinden. En als men dan in die havens kan komen kan men niet verder, dan na overlading in kleinere scheepjes. Door Prof. Visser is ook als bezwaar ge noemd dat bij aanvoer van 200 a 300 ton, die hoe veelheden niet zullen kunnen worden ontvangen, maar spr. wijst op de mogelijkheid 10 a 15 losplaat- sen aan te doen, evenals in Groningen gebeurt. Spr. wijst er verder op dat de plannen niet zijn gemaakt voor de beurtvaarders, maar met het oog op massavervoer. Als men hier langs de Kanaalkade gaat, ziet men, dat behalve de 6 a 7 beurtschippers nog heel wat schepen liggen die een heel wat groo- ter kwamtum kunnen vervoeren, tot 600 ton. De inleider heeft zich ook beroepen op de Kostver- lorenvaart, die echter maar op 2 punten 12 meter broed is en minstens een halve eeuw uit den tijd. De Geldersche IJssel is niet capabel om de 1000 I tons grintschepen te ontvangen. I Volgens Prof. Visser is er maar één dienst van Alkmaar—Friesland en de inleider heeft daarmee zeker bedoeld, dat voor die enkele lijn geen millioe nen behoeven te worden uitgegeven. Spr. wil dan er op wijzen, dat behalve Friesland er ook nog zijn de provincies Groningen, Drenthe en Overijssel cn er gaan honderden ladingen naar die

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5