Het Huwelijk van Lady Tancred. Graaïschapsfrols. Geestelijk Leven. TWEEDE BLAD» FEUILLETON. Na de brieven, waarover ik ln mijn vorig artikel »prak, onving lk er nog oenlgo. Van de opmerkingen daarin gemaakt, hoop lk dankbaar gebruik te ma ken. Er ie mij o,a. ook op gewezen, «lat lk zoo een voudig en begrijpelijk mogelijk moet schrijven. Ik zal daarnaar met al mijn vermogen streven en mijn best doen, zóó te schrijven, dat do gemiddelde lezer het gemakkelijk zal kunnen begrijpen. wist te maken. Maar 2» was tevens een hevige [«i%- Ze wa» de rechten der vrouw toegedaan, achtte iet een schande, dat de vrouw gl-en kiesrecht had, en gal zich nu geheel1 aan het verkrijgen van Vrouwontf klee recht, Zaterdag 2 Juni 1923. 66ste Jaargang. No. 7239. We hebben den teatsten tijd werkelijk reden heel trotsch op ons Graatschap te zijn. Woonde er niet onze lieze Hertogin van York, als Lady Elisabeth BowesLyons Y Natuurlijk wensohen wij' allemaal Koning George eeh lang leven toe, maar wie zal hem opvolgen i De Prins van Wales schijnt zelt te me enen, dat zijn broeder, de Hertog van York, maar liever Koning moet worden en hul noemt Zijn schoonzusje dan ook al 'plagend Quoen Ëlisabeth. Wc weten wel. dat Hare Koninklijke Hoogheid d,e Hertogin van York', eigenlijk Schotsche is, maar ze woonde dan toch piaar met haar ouders in ons Graafschap Hertfordshiro. Eene toekomstige Koningin te hebben mogen leveren al is het nog beelemaal niet zeker vervult ons fcnet gepaste trots. Zoover het Koninghuis. Wij1 dalen nu af tot de Raad gevers van de Kroon. Het 'Ministerie Is nu in elkaar. Zoowel Sir Robert Horne als Austen Chamberlain ontbreken er in. .De oude afspraak der Unionistische Coalitie-Ministers zat hier in den weg en men zag geen kans de kloof te overbruggen. Men spreekt er nu van, dat de bekende Mr. Mackenha, die nu bankier is, doch vroeger (191519^16) ai eens "or ot the Exchequer was, zich zoo spoedig van de London joint and City Bank zal los- Wle zich d«n itrijd der luffragettei In de jaren 1908 en vokende herinnert, zal nog wel wetem hoe Mh, en tzagen om1 tot handtastelijk- iji hun zin niet kregen. Hün Chancellor ol the Excheouer was, zich zoo spoedig mogelijk van de London Joint and City Bank zal los- maken, om den taak van Minister van FinantiSh vah Mr. Baldwin, die den post zoolang ad interim1 waarneemt, over te nemen. Dit gehaspel' met de vervulling van oen post van Chancellor of the Exchequer bracht net Graaf schap weer reden tot trots. Niet alleen dat Lord Salis bury. die hier het'prachtige kasteel1 te Hatfield bewoont, als lid van het Kabinet bevestigd is, doch züj'n broeder, Lord Robert Ccoil 'is ook in net Kabinet opgenomen. Hij had eerst al een ministers-portefeuillle al's Chancellor of the Ducky of Lancaster aangenomen, maar is nu als Lord Privy Seai tot Kabinetsrang verheven en zal in het House of Commions, vooral bij' quaesties die den Volkenbond raken, gewicht in de schaal leggen en als lid van het Kabinet geegenheid hebben binnenskamers de vredesidée te propageeren en is een prachtig tegengif tegen Lord Curzon. Buitendien zal hij1 wel plaatsvervan gend leider van dat Huis worden en dus veel in vloed uitoefenen. Lord Robert is voor Hitohin in ons graafschap Member of Parliament. Ik woon juist ow de grens van afijn kiesdistrict, doch in het district Hemel Ham/nsteed. Daarvoor is Mr. J. C. C. Davidson afgevaardigde. Deze afgevaardigde is in.de plaats van Lord Robert nu Chancellor of the Ducky of Lancaster geworden. Hij was Parliamentary Seoretary van Mr. Bonap Law, kent Mr. Baldwin zeer intiem en zal ontegenzeggelijk dezen van veel1 nut kunnen zijn. Zijn MinistersoortefeuiTe geeft hem geen werk,, dus heeft hij al'en tijd om allerlei intiemere opdrachten voor den Premier te vervullen. Hij1 kent het klappen van de zweep. Zoo is "hij eefi oote aanwinst voor Mr. Baldwin, wienhij' yeef uit e hand kan nemen. Het graafschap voelt de eer, die het door dit alles te beurt valt, zéér. Wiji weten van Mr. Davidson, dat hij nu niet bepaald) als redenaar uitmunt, maar aat hij ronduit voor zijne meening uitkwam en weigerde ook maar eenige belofte te doen om stemmen te werven, terwijl1 hij' van die belofte niet zeker was. Wij' hebben dus groot vertrouwen in zijn m.nisterschaip en verdere toekomst. Hij' is nog zoo jong, dat hij nog wel eens Kabinetsminister zal worden. Yan de Regeering en de Kamerleden dalen wij naar de kiezers af. Vandaag werd iemand in ons Graafschap -begraven, die voor het kiesrecht gestreden heeft, meer speciaal voor het "Vrouwenkiesrecht. Het is de beleende militante suffragette Lday Con stance Lytton. Lady Constance is 54 jaar oud geworden. Haar vader was the Earl of Lytton;, bekend als on derkoning van Indië en als Ambassadeur te Parijs. Zij' werd te Weenen geboren, waar haar vader toen gezantschapsecretaris was, maar daar "haar v&der de heerlijkheid Knebworth in Hertfordshire bezat, behoorde zij bij ons graafschap. Zijn wij trotsch op haar? Zeker. Want het was eene lieve begaafde, zeer musica'e vrouw, die veel vrienden Miss Pankhurst zich niet ontzagen omi heden over te gaan, indien zij hun zin wensdh was o.a. om den Premier Asquith te sprekqn te krijgen. Zij werden daarin verhinderd door de politie en.... vochten met de politie. Terwijl eenige dames aan het vechten waren, renden anderen naar Downingflreet no, 10, of naar het Parlementsgebouw, waar de Minister mocht wezen, toe en gaven aan de „bobbiee" TLondensche politieagenten) een kam hun s; (onbekwaamheid in het horilloopen te tooi en. Werden de dames ingehaald dan werd het krabben, bij'ten, aanvallen met haarspelden en wat £l niet meer, zoodat het meestal daarmee 'eindigde, dat üe dames naar het politiebureau gedragen moesten worden, want loopen, dat vertikten ze te doen. Tot de groote lastposten behoorde ook de muzikale, zachte en keurige freule Constance Lytton. Zij1 werd in 1909 bij de betoog!ngsnoging naar As- quitn gevangen genomen en door den Politierechter van Bowstroet tot oen maand hechtenis veroordeeld. Die ge vangenisdoctor constateerde echter een zwak hart en zij' werd naar het gevangenis-hospitaal' gébracht. Zij was woedend en beweerde dat het maar een praatje was, een zwak 'hart, omdat men haar wilde bevoorrechte^, Ze vatte het plan Op, zich zelf te tatoueeren met „Votes for Women". De letters zouden loopen van borst tot Wang. Het werd dadelijk ontdekt en des Gevangenis-directeurs dreigement wa®„Indien u zich niet goed gedraagt, wordt u onrrïiddel'lijk op vrije voeten gesteld." Zooiets zou voor de suffragette iets ontzettends ge weest rijn, dus rij gedroeg zich behoorlijk tot haar straf om was Een paar maanden later gooide ze te New-oastle een steen naar het hoofd van Minister Sir Waltei Runciman, miste hem, maar beschadigde zijhi auto. Ze kreeg weer een maana hechtenis. Ze begon een hongerstaking, hield dat 56 uur vol, werd toen medisch onderzocht en wegens een hartkwaal ontslagen. Men 'had geen kunstmatige voeding toegepast. Lady Constance was woedend en sprak van krasse- bevoorrecht. Dat nam zulk een vaart, dat er in het Parlement over werd geïnterpelleerd. Die tegenwoordige Lord Gladstone was toen minister van Binnenlandscbe Zaken en sprak klasse bevoorrech ting beslist tegen, noemde dat eene schromelijke, mislei dende voorstelling van zaken, want Lady Lytton was volgens de doctors lijdende aan een ernstige hartkwaal. Maar lady Constance bleef beweren, dat haar hart kwaal' niets om het lijf had en dat er wel degelijk klasse- bevoorreehting in het spel1 was. Om dat te bewijzen ging rij in het geheim van staat veranderen. Zij knipte haar haar af, nam een bril, kleedde zich als een werkvrouw en nam als naam aan: Jane 'Warton. Gedurende eene protestvergadering voor de gevangenis te Liverpooli werd rij im-1910 gevangen genomen en tot 15 dagen. „hard lalbour' (hechtenis met zwaar werk). Toen ze in de gevangenis was, bemerkte zij:, dat ze nog twee stukken goed bij1 zich had, die haar Konden verraden), o.a. een zakdoek met initialen en kroontje. Ze stopte de stukken in het vuur en zooals ze in haar memories, die ze in 1914 uitgaf, schreef, vond niemand dat vreemd, In de gevangenis, schrijft zij, is men blijkbaar alles wat suffragettes doen, als van zelf sprekend te ao oepteeren. Als Jane Warton werd rij niet medisch onderzocht zoodra zij haar hongerstaking begon, werd zij na 4 dagen gedwongen gevoed en leed eiken keer dat dit herhaald werd, zeer. 15 Januari was zij jn de gevangenis gekomen, 23 Januari werd zij reeds ontslagen op grond van verlies aan gewicht en algemeene 'zwakte. Van haar hart werd niet gerept. Lady Constance Met niet na dit te publiceeren, maar M,r. Winston Ghurchill, die inmiddels Mr. Gladstone bpgevolgd was, sprak de beschuldiging, dat er met twee maten gemeten werd, tegen. Lord Lytton, broeder van Lady Constance, die in middels zwaar ziek geworden was, koos haar partij' 'en constateerde in een ingezonden stuk van 30 Maart d.a.v. in de Times, dat het verschil in behandeling van rijn zuster als Lady Constance Lytton en afs Jane Warton, alleszins motiveerde een eisch om een grondig onderzoek in te stellen. Lady Constance is vandaag in Knebworth begraven. Sedert haar gedwongen voeding in de gevangenis is zij steeds lijdende gebleven. Of haar boek „Prisons Oand Prisoners Some personal Experienoes bij' Constanc Lytton and Jane Warton" iets ten goede uitgericht heeft, vermag ik niet te zeggen. Was hier nu nog eenig politiek kantje aan, zoo ga ik nu over tot de particulieren. Allereerst zijin wij heel trotsch opi onzen dorpsgenoot Lord Gav.an, die juist de gast is geweest van de Poof- sche Regeenng. Helaas vreezen wij, dat wij Lord Cavan voor het Graafschap en ons dorp gaan verliezen. Die nieuwe gravin Cavan houdt niet van het dorpsleven, woont liever 42. Naar het Engelsch van ELINOR GLYN. En toen 'rij1 weer beneden kwam, geheel in bont gehuld, zag rij dat Tristam portwijn voor haar had laten halen en dien inschonk. Je moet daar wat van drinken een groot glas vol, zei hij. En zij dronk het zwijgend leeg. En toen zij nu naar de deur ging, zag zij daar inplaats van zijn eigen open auto, een van de gesloten auto's van haar oom, die hij had laten komen en van voet warmers en kussens voorzien, zoodat ziji makkelijk kon reizen en geen verdere kou kon vatten. Dank ie dat 'is heel lief van je, zei ze. Hij' hielp haar instappen; de bottelier trok den bont deken over haar, terwijl Tristam de kussens schikte. Toen leunde zij' een seconde lang achterover en sloot de oogen; alles draaide met haar rond. Hij' was zeer ongerust over haar. Zij moest zeer ziek geweest rij'n, in dien korten tijd, en dan nog haar verdriet, want een moeder heeft haar kind lief, ai is ze er ook nog zoo lang van gescheiden. Deze gedachte hinderde hem opnieuw. Hij werd niet gaarne aan dat kind herinnerd. Zij leunde zonder te spreken tegen de kussens, tot dat zij Londen geheel uit waren. In haar zwakken staat maakte de wijn haar slaperig en langzamerhand sluimerde zij in en haar hoofd viel op zij en leunde tegen Tristams schouder, wat in hem een hevige ont roering wekte. Haar prachtig, trotsch hoofd, met de dikke haarvlechten! Hij zou haar spoedig verlaten, en zij moest dat nu weten maar zij sliep. Hij moest haar een weinig tegen zich aanhouden, opdat zij gemakkelijker zou liggen. En met oneindige voorzorgen om (haar niet wakker te maken, stak hij zijn hand onder het kus sen en trok haar heel zacht tegen zich aan, zoodat haar hoofd tegen zijn borst lag. En zoo hield hij' haar de twee eerste lange uren van de reis omvat. En welke gedachten doorkruisten niet zijn brein gerfnrpmrie dien snellen rit! Hij. had haar zoo krankzinnig lief! Wat deed het er toe hoe zü gezondicd had? Zij was ziek en een zaam en moest vandaag nog in zijn armen rusten. Maar nooit zou hij haar wezenlijk aan zijn borst kunnen drukken het verleden was te vreeselijk! En dan, zij had hem niet lief; deze liefheid kwam al leen voort uit haar ziek-zwak-voelen voor het oogen- blik. Maar hoe wreed, hoe bitter-zoet was het toch! Hij gevoelde een 'bijna onoverwinnelijken lust om te Londen. Lord Cavan spijt het, maar niet waar: nCe que femme veut, Diieu le veut," Dan rijn we trotsch op Ralrudon, Rainsoon ia chauffeur WJi een winkelier, maar teveni een groot whlftapeter, Ten behoeve van het hakende OorlogiblltKfcn-Hoit)!- tani S. Dunatan, li or over geheel Engeland een wbwt* drive georganiseerd voor mannen en vrouwen. Whist is ontzettend populair in den lageren midden- j stand en den werkmansstand, zoodat er geregeld in elke stad en rik dorp wedstrijden rijn. Ddkwijls ten bate van een kerkgenootschap. Een kaartwedstriM ten behoeve van een kerkgenoot-1 sehap, klinkt een Nederlandsch protestant wat vreemd' in de ooren, maar ln Engeland vindt men dat heei gewoon en gebeurt zooiets niet alleen voor den Church of England alsook voor de fijn protestante kerken, uls Non Conformist» ien Methodist». De dominees zijn dan meestaf eere-president van de fuif. Andere landen, andere zeden, bij mijne ouders werd Zaterdógavonds en Zondags geen kaart gespeeld, op Goeden Vrijdag evenmin. Wat zouden die denken van een dominee, aie een whist wedstrijd presideert De „*St. Dunstan Whistdrive" is groots opgezet. De prijswinncr en winster van elk Graafschap krijgen ieder een „cup'' als aandenken en gaan dan m Lohdeh om den hoofdprijs spelen. Onze plaatsgenoot Rainsdon, een echt fatsoenlijke jongen, die ook altijd als zanger meedoet bli plaatselijke opvoeringen, heeft nu de Hertfordshire St. Diunstan-cup en gaat naar Londen de eer van on» Graafschapi en ons donp ophouden. In ons Graafschap nabij het 'hierboven al genoemde Hatfield ligt een Garden City, een tuinstad,. Ze is in aanbouw, maar is nu reeds meer stad dan tuin. Die menschen die er wonen doen mfy altijd aan Holland denken. Het spijt mij idat ik het zeggen moet, maar het is, 'omdat zij zoo naar het onbeschofte neigen. Wïj' kennen die in overdadige mate tentoongestelde onafhankelijkheid. Er is in onze tuinstad een bloeiende afdeeling van de Labour Partij. Zie hebben verleden week een groot afdeelingsfeest gehad, met whistwedstrijd, voordrachten, voorstellingen en gecostumeerd bal. Alleraardigst dus. Zou dat de sociale rijde der So ciaal Democraten rijn V Verleden week hebben ze ook een algemeénó lèdén- vergadering der afdeeling gehad. De leden der Arbeiders Partij der Tuinstad hebben een geweldig groote m'otie aangenomen, waarin zij' de Brit- schc Regeering op de broek geven en de Russische Re geering hemelhoog verheffen. Men weet niet of de tuin, de stad of het wangedrocht tuinstad den braven lieden in hot hoofd geslagen was. Het Graafschap is 'niet erg trotsch op de Garden City en evenmin op de bewoners. Het is misschien maar goed dat.er tegenvallers rijn, anders werden de Hertfordshirers misschien te ijder. Jammer, dat wij: Koningin WÜheLmioa wel niet in ons graafschap zullen zien. Zij! heeft van eind Juni tot half Augustus Rydal Hall In (iet mooie Lake District gehuurd. Rydal Hall is eeni bekend landgoed met histo rische herinneringen en kijkt op het meer Rydal Water. Een schitterend uitzicht. Vóór den oorlog heb ik met mifn auto nu heb ik geen auto. maar een fiets het Lake District bezocht. Het is er prachtig mooi en ik twijfel niet of He Koninklijke familie zal er genieten. Buitendien kan men daarvandaan gemakkelijk' tochten naar Waies en Schotland maken, dus als het weer meewerkt, belooft het een prettige vacantie voor de Vorstelijke familie te worden. Het zal' Prinoes Juliana goed doen eens een poos in dit. sportieve land te vertoeven, waar de sport de men- sChen zoo gewoon en genoegeüjk doet zijn. Zoo heei anders dan'het hakkengektapper en rechteruggengebulg van de Dultsdh kliek. Ik hoop dat ze de Prinsen Henry en George zal ontmoeten. Vooral Henry, op één na jongste zoon van Koning George en Koningin Mary, is eeh alk roufia sportsman. Hij; rijdt het beste paard van de broers en kan allerlei kunsten. Hij' zou in een circus rijn brood kunnen verdienen. Hij kan allerlei kunsten op de fiets, o.a. het onttakelen van de fiets, terwijl hij' er opi rijdt, omi tenslotte op een wiel rond te tollen. Wat zal de Prinses ons Juniores A.N.W.B.-fid dat prachtig vinden. Ik vind leuk, dat de Prinses fietst. Laat ze maar ffink aan- sport doen. Veel leeren is best, maar door de sport behoudt men het gezonde verstana, dat men door alie geleerdheid zou verliezen. Ik hen zoo graag trotsch op de Koningin en Pnnces. Dat gaat boven graafschapstrots. haar te kussen, d'och bood daar weerstand aan; en nu zij bij een spoorbaan waren en de trein een scher pen gil met de stoomfluit gaf, schrok zij opeens wak ker. Het was nu geheel donker en zij vroeg op ang- stigen toon: Waar ben ik? Waar ben ik geweest? j Tristam nam onmiddellijk zijn arm om haar weg en keek naar het licht. Je bent in een; auto en we gaan naar Wrayth, |zei hij. Ik ben blij' dat je geslapen hebt, dat zal j j e goed doen. Zij wreef zich de oogen uit. I Och, ik heb gedroomd. En Mirko was er ook, met mama en we waren zoo gelukkig! zei ze, als te gen zich zelve. Tristam schrok terug. Zijn wij' dicht bij' huis ik bedoel bij Wrayth? vroeg ze. Neen, nog niet. Dat duurt nog wel. anderhalf uur. Moeten wij dat licht op hebben? vroeg zij. Het dcet mijn' oogen pijn;. Hij draaide het lampje uit-en zoo zaten ze in d'e dichter wordende duisternis en zeiden een heelen 1 tijd lang niets tegen elkaar, en, zich over haar heen buigend', zag hij dat zij weer ingesluimerd was. Hoe' zwak moest zij toch geweest zijn! Hij verlangde er naar, haar weer in zijn armen te kunnen nemen, docli hij wilde haar niet storen zij scheen in een mak kelijke houding tegen haar kussens gegleden te zijn dus waakte hij teeder over haar, en nu kwamen zij aan de poort van Wrayth en d'oor het stoppen werd zij wakker en ging overeind! zitten. Ik had een gevoel als'of ik in tijden lang niet geslapen had, zei ze, maar nu voel ik me al beter. Het is lief van je, dat je me mee hebt laten komen. We zijn in het park, nietwaar. Ja, en binnen een minuut zullen we bij de deur zijn. En toen riep ze opeens: O, kijk eens wat een beest! Want een dappere, groot© bok,, opgeschrikt d'oor de auto-lahtaarns en daar verontwaardigd over, kwam even in het licht en staarde hen aan, toen zij hem voorbij vlogen. Je moet naar bed gaan, zoo gauw je een kopje thee hebt gedronken, zei Tristam, na zo,o'n langen rit. Het is half zeven. Ik heb geseind, dat er een kamer voor je klaar gemaakt moest worden)- Niet het groote staatsievertrek, dat je eerst hadt, maar een in het ander deel van het gebouw, waar we wonen als we alleen zijn en ik dacht dat je wel graag je kamenier in een kamer naast je zou willen hebben, nu je zoo ziek bent geweest. Dank je, fluisterd'e ze heel -zacht. Hoe aardig en. bezorgd was hij voor haar! Ze was blij dat ze ziek geweest was! Nu kwamen zij voor de deur, en dit keer sloegen zij linksaf voor zij aan' de Adam-hall kwamen, en gin gen een gang door naar de oude van lambrizeeringen voorziene kamers en naar zijn eigen zitkamer, waar het heel warm en gezellig was, en waar het theeblad klaar stond. Zij zag er na haar slaapje reeds wat beter uit; iets van het blauwig doorschijnende scheen van haar gelaat weg te zijn. Zij had deze kamer niet gezien, toen zij' het huis door gewandeld was. Zlij vond deze het aardigst van alle, met die geur van verbrandende houtblokken en goede sigaren. En Jake blafte van plezier bij 't vuur, omdat hiji zijn meester weer zag, en zij, boog zich over het dier heen en streelde het over den kop. Maar al wat zij deed' vervulde Tristam met nieuwe smart en bitterheid. Nu was zij zoo lief en zoo aardig nu het te laat was. Hij begon zijn brieven open te maken, totdat de thee kwam. Er lagen telegrammen van Francis Mar- krute, al een week te voren afgezonden, om hem te berichten dat Zara ziek was, en verder veel brie ven van vrienden. En bovenaan op den stapel vond hij toch ook nog een briefje van Francis Markrute. Het was den vorig.en dag geschreven en er stond in dat hij', Tristam, het misschien toch nog ontvangen zou, dat Zara heel veel verdiet had gehad,, wat zij hem> stellig) verteld zou hebben, en dat hij: vertrouwde dat Tristam nu zij zoo bedroefd en ziek was geweest bijzonder lief voor haar zou zijn. Haar oom wist het dus! Dat was ongelooflijk' Maar misschien had Zara het hem nu eerst gezegd. Hij keek naar haar op; zij lag nu achterover in een grqoten lederen stoel en zag er zóó zwak en zoo vermoeid uit, dat hij er niet toe kon komen haar te zeggen wat hij van plan was. Toen stond Jake lui op en legde zijn twee voorpoten op haar knieën en blafte zooals hij gewoon was, wanneer iemand in zijn smaak viel. En zij boog zich voorover en kuste zijn breede rimpels. Dit alles zag er zoo huiselijik en zoo vredig uit! Opeens schoten de tranen Tristam in de oogen; hij stond plotseling op en liep naar het raam .En op hetzelfde oogenblik bracht de kamerdienaar de thee pot en de warme cakes. Ziji schonk zwijgend de thee in en praatte toen wat togen Jake;, een naar lieve woordjes; of hij' liever cakes had of geroosterd brood. Ze was eenvoudig aan biddelijk, vond Tristam, haar air van peinzende, onderdrukte smart en haar nauwsluitende zwarte k leeren. Hij wilde dat hij haar maar op 'tidee kon brengen, naar haar kamer te gaan. Hij kon het niet langer verdragen. Zij vroeg zich af waarom hij zoo rusteloos was. En hij1 was beslist veranderd; hij zag er moe en onge lukkig uit, meer dan ooit te voren. En toen herinner Onder de later gekomen brieven was er ook een, waarin met nadruk werd gewezen op de noodzake lijkheid van de aanvaarding van Chrlttus ln het le ven. Een reden temeer om ln dit artikel de vraag te bespreken die reeds zoo vele menschen heeft bozig gehouden: „wat dunkt u van den Christus?" Hoe staan wij tegenover de idee én-wereld, welke voor ons wordt samengevat in dien naam „Chris tus?" Het is niet zonder opzet, dait ik mij op deze wijze uitdruk. Wij' moeten n.1. terstond beginnen met on derscheid te maken tusschen Jezus Christus als historische figuur en tusschen den Christus als dra ger on vertegenwoordiger vam een bepaalde levens beschouwing oh een bepaald] levensbeginsel. Het zal den lezers bekend wezen, aat voor velen Jezus een mensch ls geweest ln den gewonen zin des woordfi. (Sommigen zelfs meenen te mogien be twijfelen of er ooit werkelijk een Jezus heeft ge leefd!.) Wat daau dé beteekenis van dien Jezus voor de wereld der menschen le geweest, ls afhankelijk van wat hij heeft gepredikt. Hiji wordt dan be schouwd als een leeraar van zijn volk, die zulk een diepen indruk heeft gemaakt, die zoo heeft inge werkt in de ziel van dat volk, dat n& hem een nieuwe geestelijke strooming is ontstaan, welke een groot ge deelte der menschheid heeft beroerd en bevrucht en bet ontstaan heeft bewerkt van de geestelijk-relin gieuse beweging, die ,in de historie als Christendom bekend' is geworden en nog altijd zich. handhaaft. Tegenover deze opvatting staat een andere, welke leert dat Jezus is de Gbdazoon, de imenschgeworden God, op de wereld gekomen om een verloren mensch heid te verlossen. De oneindige liefde Gods openbaart zich dan hierin, dat Hij zijn eeniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat Hij1 zou worden de losprijs voor arme zondaren, die door het geloof in Christus zouden worden behouden en gered van het eeuwige verderf. De lezer zal terstond bemerken dat er een diep gaand1 verschil is tusschen deze twee opvattingen. De eerste kunnen wij de vrijzinnige, de tweede de orthodoxe opvatting noemen. En nu wilt ge natuurlijk graag weten hoe Astor hiertegenover staat. Ik zal het u zeggen. Zooeven formuleerde ik de vraag alzoo: hoe staan wij tegenover de ideeën-wereld, welke voor ons wordt samengevat in dien naam „Christus"? Hiermede leg ik den nadruk op het feit, dat de historiteit van Jezus voor mijl niet dé hoofdzaak) is, maar dat 't er op aankomt of wijl ons er volko men van bewust worden, dat aan het begin onzer jaartelling een nieuwe idee is geboren, een nieuwe levensopvatting, welke langzamerhand zich onweer staanbaar aan steeds meerdere menschen heeft op gedrongen en in staat was die menschen zóó te inspireeren, te bezielen, dat ziji daardoor bekwaam werden om zelfs den marteldood, zoo 't noodig was, te sterven. Wanneer wij de geschiedenis van het oude Christendom lezen, worden wij altijd weer opnieuw ontroerd door den geloofsmoed van die een voudige mensohen, die, ondanks alles, trouw bleven aan de overtuiging, welke hun dierbaar was ge worden boven alles. Niet te verwonderen is het, dat die oude Christe nen er toe kwamen den werkelijken of vermeenden brenger van hot nieuwe, dat zoo machtig, bleek te werken in de zielen der menschen, te gaan ideali- seeren, ja te vergoddelijken. En naarmate men ver der van hem af kwarp te staan, naar die mate ook kwam men er toe zich bezig te houden met de vraag vanwaar die Jezus Christus was gekomen en wat de dieper-denkenden, de filosofisch-aangelegden daarover meenden, werd door de eenvoudigen als plastische werkelijkheid aanvaard en geloofd. De grootsche gedachte van de menschwording Gods kan niet bevat worden in haar diepen zin door den niet denkenden mensch. Deze verwerkt haar om zoo te zeggen tot iets tastbaars en ziet dan in Jezus Christus den werkelijken Zoon Gods op won derbare wijze uit de maagd Maria geboren. En hij klemt zich vast aan dit dogima en hij vindt daarin een troost in leven en in sterven. Wij weten dat dit dogma nog steeds voor duizen den menschen van buitengewone beteekenis is. Ik geloof dat wij er anders ons tegenover hebben to plaatsen. Wij moeten ons losmaken van de oude dogmatische opvatting en doordringen tot het we zenlijke, waaruit zij geboren is. En dit wezenlijke is, dat doorvoeld en innerlijk doorleefd is, dat in „Christus", d.w.z. in de tot per- de zij zich hoe stralend jong en flink hij er uitgezien had op dien avond van hun trouwdag en er schoot haar een prop in de keel. Henriette zal er nu wel zijn, zei ze na een poos. Als je nu wilt zeggen waar mijn kamer is, dan ga ik daarheen. Hij stond op en zij volgde hem. Ik denk dat je het wel vinden zult, het is de blauwe Chineesche kamer, juist boven aan dit trapje. Toen ging hij haar bedaard voor en riep van boven af: Ja, deze is het, en je kamenier is er al. Toen zij de lage, korte trap opkwam,, ontmoeten zij elkaar en stonden even stil. Welte rusten zei hij. Ik zal wat soep en andere dingen, die goed zijn voor een herstellende zieke, boven laten brengen, en dan moet je goed slapen en niet vroeg opstaan. Ik zal het morgen heel druk heb ben. Ik heb ruog veel te doen, vóór ik Maandag weg ga. want ik zal lang uitblijven. Zij hield zich een minuut lang aan de leuning vast, doch hier in de schaduw met al dat donkere eikenhout, kon hij de uitdrukking van haar gelaat niet zien. Zij antwoordde heel zacht: Dank je. Ik zal trachten te slapen. Wel te rusten. En zij ging naar haar kamer en Tristam liep ver der de trap af, met heviger hartzeer dan ooit te voren. HOOFDSTUK XLII. Den volgenden dag kwam Zara eerst tegen lunch tijd beneden, Z)ij voelde dat hij' baar liever niet zag, en zij lag daar in zijn aardige, oude, keurige kamer, en dacht na over velerlei en vóór alles over hun beider mislukte levens. En zij dacht aan Mirko eni aan haar moeder, en de tranen kwamen in haar oogen. Maar van dat, leed was de bitterheid reeds af; zij wist dat het.zóó beter was. De gedachte aan Tristams heengaan, verscheurde haar ziel en verdrong alle ander verdriet. Ik kan het niet, kó-n het niet dragen! klaagde zij. Hij zat in het vuur te staren,'toen zij timide de zitkamer binnenkwam. Ze had zich te ongelukkig ge voeld om veel te slapen en zag er weer zeer bleok uit. Hij scheen tot haar te spreken als in een droom; hij was versuft door zijn steeds groeiend verdriet en door den strijd, dien hij met zichzelven voerde. Hij móest haar verlaten de toestand was onhoudbaar hij kón niet blijven, omdat, bij haar tegenwoordige zachte stemming, het mogelijk zou zijn, dat zijn zelf- beheorsching hem in dén steek liet en hij haar lief koosde, dan zou zij misschien toegeven en hij wist dat geen voornemen ter wereld hem dan zou kun nen weerhouden, haar aan zijn hart te drukken. En zij moest nooit wezenlijk zijn vrouw worden. Dat

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5