Gemengd Nieuws.
Is aan de orde het hetende adres m Wijhritsemr
deel, over het vloekverbod, om dit izx hot wetboek
van strafrecht op te nemen.
B.-en W. stellen voor, om geen adhaesie te betui
gen. Van rijkswege komen al voorschriften en ver
bodsbepalingen genoeg, dat zij er niet aan wensohen
mee te werken, om nog meerdere ^krijgen. Al
len voor.
Aangeboden worden de rekening van het Weezen-
armbestuur en het Algemeen Burgerlijk Armbestuur
en van het Gemeentelijk Electrisch Bedrijf. Mevr.
Bergman—Gons en de heeren Engel «n Smit worden
aangewezen voor de beide armen rekeningen om deze
na te zien, de heeren Burger, Kooijman, Spaans en
Blaauboer voor de rekening van het G.E.B.
Mejuffrouw Reitgma, onderwijzeres te Kolhorn en
mej. Aafjes, onderwijzeres te Barsingerhorn, vragen
wegens huwelijk tegen 16 Juli en 16 Augustus eervol
ontslag. Met algemeen© stemmen wordt aan beide
dames eervol ontslag verleend.
Voorzitter deelt mee, dat er nog geen oproeping
voor nieuwe onderwijzeressen is gedaan. In Barsin
gerhorn zijn 87 leerlingen, dus hier is volgens de wet
geen sprake van een 4e leerkracht. In Kolhorn zijn
112 leerlingen, er moeten er zijn 117, om recht op een
4e leerkracht te hebben.
Voorzitter zal 26 Juni naar den Minister van on
derwijs gaan, om deze zaak te bespreken. Spr. ziet
eenige kans om hier een 4e leeikracht te krijgen.
Zou dat niet gebeuren, dan zouden de kinderen van
Winkel, die te Kolhorn school gaan. die school moe
ten verlaten. Dit toch zou spr. zeer spijten en de ge
meente Winkel zou daarom wel bereid zijn om de
kosten voor een 4e leerkracht te Kolhorn te helpen
dragen. Immers, gaan deze kinderen naar Lutjewin
kel, wat meer dan 4 K.M. ver is, dan zou daar een
nieuwe leerkracht benoemd moeten worden. Dus
waar het voor bet Rijk niets uitmaakt is er alle kans
dat de 4e leerkracht te Kolhorn wordt goedgevon
den. Dit wil spr. tenminste met den minister bespre
ken.
Komt aan de orde de kwestie aangaande het Bur
gerlijk Armbestuur, waarover in de vorige raadsver
gadering nogal bet een en ander is gezegd.
Voorzitter zegt, dat in de vorige raadsvergadering,
ia besloten, dat B. en W. met het Armbestuur over
deze zaak een besproking zouden houden. Dat is ge
beurd en naar aanleiding van die conferentie is een
schrijven ingekomen aan B. en W., dat nu kan wor
den behandeld in den Raad. Spr. deelt nog mee,, dat
op die conferentie de heer Engel niet aanwezig was.
De heer Engel zegt, bet schrijven van1 het Algemeen
Armbestuur in de vergadering van B. en W. te heb
ben hooren voorlezen, spr. heeft er toen een af
schrift van gevraagd, het was voor spr. een heele
hap om het in eens te volgen. Nu hij het echter
heeft nagelezen, heeft hij bezwaar, dat dit schrijven
hier wordt voorgelezen, daar in dat schrijven dien
naam van den betrokkene wordt genoemd.
In de vorige raadsvergadering waren er 3 leden te
gen dat de naam werd genoemd. Mevr. Bergman-
Gons was er wel voor, maar bij wijze van interrup
tie heb ik gezegd: noemi den naam niet. Immers elke
belastingzaak wordt zoover het 't persoonlijke be
lang betreft, in comité behandeld en waarom zal dan
nu van die goede gewoonte worden afgeweken en
thans deze naam aan het openbaar worden prijsge
geven. Voor het behandelen van de kwestie zelf,
voor het zakelijke daarvan is het niet noodlg en spr.
zal als voorz. en de hr. Smit dit schrijven geheel wil
len voorlezen, daartegen protesteeren. De conclusie
is evengoed te bespreken. Waarom zal, nu het een
persoon betreft die er in de maatschappij slecht aan
toe is, zijn naam behoeven te worden genoemd.? Bij
belastingzaken wordt ook alleen over kinderaftrek
en andere verhoudingen gesproken, waarom nu ook
niet?
De heer Smit zegt, dat wat hem betreft, hoe min
der er aan de groots klok wórdt gehangen, hoe aan
genamer. Dat die naam genoemd: wordt is «pr. niet
voor. Maar juist omdat er in de vorige raadsverga
dering zoo op het Armbestuur is afgegeven en er nu
antwoord op die aanvallen is ingekomen, is spr. er
voor, dat het Armbestuur recht geschiedt in deze.
Met het verzwijgen van den naam kan spr. zich wel
vereenigen.
Voorzitter zegt, dat deze brief van het Armbestuur
aan B. en W. is gericht, dus zij volkomen het recht
hebben h,em hier niet te behandelen. Maar deze
zaak is in de vorige raadsvergadering in het open
baar besproken en daarbij; is het Armbestuur aange
vallen. Dat Armbestuur heeft zioh daar niet kunnen
verdedigen, dat is in die conferentie met B. en W. ge
beuld en naar aanleiding daarvan ls dezen brief ge
komen en nu heeft ook dat Armbestuur het recht te
eischen, dat ook het vervolg van de zaak, haar ant
woord, in het openbaar wordt behandeld Eenparig
was het Armbestuur van oordeel dat zulke zaken
niet in het openbaar behandeld behoorenl te worden.
Eerst als na onderhandeling met het Armbestuur, de
Raad de handelingen van hot Armbestuur niet
kan goedkeuren, is het tijd. dat ini het openbaar
wordt opgetreden. Wil de Raad dus dit schrijven
niet behandelen en voortaan dien weg bewandelen,
vraagt voorzitter?
De heeren Engel en Burger en mevr. Bergman-
Gons wenschen thans openbare behandeling, mits de
naam van den - betrokkene wordt verzwegen.
De heer Blaauboer acht er niemendal tegen om
den naam te noemen. Spr. zegt, dat algemeen wordt
geweten wie bedoeld wordt en spr. meent, dat het
Armbestuur het op prijs atelt dat deze oaok zoo
openbaar mogelijk wordt.
Na nog een korte bespreking wordt met algemeen©
stemmen, op die van den heer Blaauboer na, beslo
ten. den naam van den betrokkene niet te noemen.
Bij voorlezing van den brief komt men ook aan
den naam van den werkgever. De heer Engel wil ook
dezen naam verzwijgen. De heeren Spaans en Blaau
boer achten dat minder noodig.
De heer Kooijman: Och, noem maar niet. En daar
toe wordt besloten en volgt voorlezing van de vol
gende circulaire,
Barsingerhorn, 5 Juni 1923.
Naait aanleiding van de door U gestelde vragen
op 25 Mei j.1., in verband met het gesprokene in de
Raadsvergadering omtrent het door ons Bestuur
niet toegestane verzoek van iemand, wiens naam
niet genoemd mocht worden volgens de heeren
Engel en Burger en mevr. BergmanGons, maar
van wien wij thans zoo vrij zijn, toch zijn naam
hierin te noemen, teneinde zoo openlijk mogelijk
onze eer, op zulk een onverantwoordelijke wijze
aangetast door een gedeelte van uwen Raad, te her
stellen, bevestigen wij hieronder datgene dat wij
U bij dat onderhoud o.a. mededeelden:
le. Ons bestuur denkt er niet aan de nota van
den heer W. Keetman Jr. te Winkel, gesteld ten
name van groot f22.zijnde de huur voor
een auto voor vervoer naar het St. Elisabethsgesticht
te Alkmaar, te voldoen.
Hier is geen sprake van het vraagstuk: wél of
niet kunnen betalen, maar alleen van het feit, dat
die auto is gehuurd door Dr. Oudendal te Winkel,
ten'- hehoeve vanzonder dat maar ©enigszins re
kening is gehouden met onzen eisch, die toch zeker
ieder weldenkend mensch zal stellen, dat wij geen
nota's voldoen, waarvan wij het bestaan niet offi
cieel kennen, bijzondere spoedgevallen natuurlijk
buitengesloten.
Wij meenen dat dergelijke uitgaven tegenover
uwen Raad niet kunnen worden verantwoord en
daar hier van geen bijzonder spoedgeval sprake is,
zullen wij deze betaling ook niet voor onze rekening
nemen.
2e. Wij hebben niet bij werkgevers of bij den per
soon in kwestie zelf geïnformeerd naar diens ver
diensten, maar waren van oordeel, dat die flinke
Jonge man, die uitstekend schijnt te werken, een ge-
zonde jonge vrouw heeft en twee kleine kinderen
van 8 en 2 jaar, een man die zeer zeker beschouwd
kan worden als behoorende tot de beste arbeiders,
zelf wel een nota van f24-van het 81 Ellffi/beth»-
gesticht kan voldoen.
Wel kreeg hij gedurende zijn opname aldaar van
ons ondersteuning, daar hij toen niets kon verdie
nen, maar overigens dachten wijl dat hij zich zou
kunnen redden.
En dat wij niet zoo verkeerd hebben gedacht, zal
u blijken uit de volgende opgaven, thans door ons
na onderzoek verkregen: van 2 Juli—-30 Juli 1921,
van 13 Augustus17 December 1921, van 10 Jan.
tot 1 April 1922 totaal f 921.25; in dien tijd met ander
werk minstens f60; volgens opgaaf pl.m. 0 weken
voor oogsttijd, loon minstens f144.eigen opgaaf
van 15 Maart 1922 tot 10 Maart 1923 f 906.70; na 10
Maart 1923 aan de geepvisscherij verdiend naar
schatting en aan de hand van de uitstekende uit
komsten dit jaar, minstens f80.—; teneinde deze re
kening af te sluiten op 1 Juni 1923 g€3chat van nog
1 week werken tegen een loon van f24.— (visscherij)
f24.Maakt in 23 maanden een totale ontvangst
van minstens f2135.95, niet mcdegerekendi de uitkee-
ring van het ziekenfonds te Kolhorn gedurende de
ziekte, de bonnen die door ons 'bestuur zijn verstrekt
en de uitkeering uit de werkloozenkas.
Wij hebben zooals U op zult merken, aangenomen
dat de opgave, door mevr. Bergman zoo verdienstelijk
ter tafel gebracht, juist is geweest, maar kunnen
niet nalaten toch de juistheid ervan eenigszins te
betwijfelen, gezien het feit, dat, teneinde het inge
diende verzoek om onderstand te staven, een aller
ongunstigst tijdvak is gekozen. Waren wij daar op
doorgegaan, dan hadden wij moeten zeggen, wat ook
door een gedeelte van Uwen Raad is gezegd: Dat hij
in een jaar pl.m. f900.verdiend heeft.
En al zou dit bedrag van Maart 1922 tot Maart 1923
juist zijn, dit argument is toch verre van zuiver, ge
zien onze opgaaf over bijna 2 jaar.
3e. Verder vroeg U ons Bestuur of het ons bekend
was, dat bedeelden venten, waarop wij volmondig
hebben gezegd1: „zeker is ons dat bekend", maar
Moeten wij dat venten tegen gaan, in den vorm van
meerdere bedeeling of niet?
En dan zeggen wij, als Armbestuur, dat daarvan
ondervinding heeft: Neen, wij moeten geen bedeeling
meer geven, want wij hebben de proef op de som
gezien, dat na die meerdere bedeeling het venten
toch doorgaat.
Dit is o.m. geweest met een ouden man, waarvan
wij meenden hem daardoor van den weg te kun
nen houden, temeer omdat het hem te zwaar viel,
volgens zijn kinderen.
Hierna hebben wij' ons onderhoud! gestaakt, aange
naam als het ons was niet meer te behoeven .uit te
weiden over dergelijke onverkwikkelijke zaken.
Thans echter, nu wij toch een en ander weer uit
voerig hebben neergelegd in dit schrijven, meenen wij
er goedi aan te doen, het volgende aan uwe vergade
ring mede te deel en:
Wij' betreuren het ten zeersta, dat drie uwer raads
leden in de vorige vergadering deze zaak in het
openbaar hebben behandeld, en dat wij teiug moeten
komen op ons schrijven van 10 September 1921, voor
namelijk op punt 3 en volgende, echter met dit ver
schil. dat wij thans niet meer denken, dat er raads
leden zijn, die probeeren zich populair te maken ten
koste van de Armenverzorgers, maar dat wij thans
bijna zeker deze gedachte als werkelijkhed durven
aannemen.
Verder spijt het ons, dat onze overige raadsleden
niet met meer volle kracht medewerken om het
werk van ons Bestuur, dat zij' toch schijnen te waar-
deeren, te vergemakkelijken, door zich te verzetten
tegen directe openbare behaindeling, van dergelijke
zaken en tenslotte verzoeken wij uwen Raad, om
voortaan aanmerkingen cd.door ons genomen beslis
singen dan pas in het openbaar te behandelen, wan
neer gebleken is uit bij ons ingewonnen inlichtingen,
dat uw Raad! ons werken niet kan goedkeuren.
Het Algemeen Burgerlijk Armbestuur van
Barsingerhorn:
J. BAKKER Az., Voorzitter.
H. H. DUBBELMAN, Secretaris.
Na voorlering zegt mevr. BergmanGons, dat het
haar zeer verheugt dat het gehouden onderzoek van
het Armbestuur heeft uitgewezen, dat het door haar
genoemde bedrag der verdiensten, f900.— ongeveer
per jaar, juist is geweest. Het Armbestuur komt nu
met een 'bedrag, over bijna 2 jaar. Maar spr. wijst er
op dat inplaats van nu toe te geven dat dit bedrag
van f900 per jaar juist is, probeert men dat te ont
kennen. Ook wordt er niet toegegeven dat hulp noo
dig is en toch geeft datzelfde Armbestuur bonnen
voor levensmiddelen. Dat is meten met 2 maten. Spr.
herinnert er aan hoe de heer Kooijman vorige raads
vergadering gezegd heeft dat hij in dit geval ook ge
holpen zou hebben, spr. hoopt dat de heer Kooijman
nog op dat standpunt staat en daarom stelt zij voor
dat de Raad beslut hier dezen man te helpen, want
wat hij in *21 en '22 heeft verdiend, zal hem in *23
moeilijk meer van dienst kunnen zijn.
De heer Kooijman wijst er op dat hij heeft gezegd
dat als hij lid van het Armbestuur was geweest, hij
zou hebben uitbetaald, dat wil niet zeggen dat spr.
nu voor uitbetalen is. Spr. is er niet voor om be
nauwd door de wereld! te gaan en houdt absoluut niet
van onnooddge drukte. Spr. doet daarom het voorstel
om thans niet meer over dwe zaak te spreken en de
discussie te sluiten. Laat het An-ibestuu^ hier. komen
en de zaak in comité behandelen.
De heer Engel: Dat gaat niet, de zaak ia reeds
in bespreking. A
Voorzitter acht het op het oogenblik niet ge-
wenscht om de discussie te sluiten, de zaak is een
maal aan het rollen. Een volgend maal mag zooiets
niet meer gebeuren, maar nu er eenmaal mee be
gonnen is, kan het moeilijk Halfweg worden stop
gezet. Spr. raadt den heer Kooijman aan zijn voor
stel in te trekken.
De heer Kooijman handhaaft zijn voorstel.
De heer Engel ia er alles behalve een voorstander
van dat zulke zaken in het openbaar worden bespro
ken, dat weet Burgemeester wel en spr. herinnert
aan een andere kwestie met het Burgerlijk Armbe
stuur, waardoor iemand uit zijn huis zou worden ge
zet alleen om een principieel verschil. Spr. heeft toen
die zaak in B. en W. gehouden. Maar nu betrof het
een kwestie waar over het algemeen beleid van het
Armbestuur een oordeel moest worden uitgesproken.
Het liep over een bedeel ing in verband met een jaar
lijks inkomen enz. En daarover mag gerust in het
openbaar worden gesproken. En daarvan behoeft men
geen persoonlijke kwestie te maken, of als zoodanig
op te vatten. De heer Spaans ging zelfs in de vorige
raadsvergadering zoo ver, dat hij bij interruptie de
leden van het Armbestuur besprak als minder goede
menschen. Dat is niet zoo en wordt ook zoo niet be
doeld. ZIJ meenen het goed, evenals wij, dat wil ik
hier wel zeggen. Wij', aldus spr., hebben in deze
kwestie volkomen gelijk gekregen, gezien de
bedragen die in het schrijven van het Armbestuur
zijn genoemd en die alleszins wettigen, dat hier
steun gegeven moest worden. En dat het Armbestuur
op ander wijze helpt, door 't verstrekken van levens-
middelenJbonnen bewijst dat volkomen en gooit hun
eigen argument geheel omver. En dat dat niet
erkennen, is gewoonweg een gevolg van hun koppig
heid. Zij houden hardnekkig aan hun eenmaal inge
nomen standpunt vast, ofschoon zij met een andere
daad het tegendeel volmondig erkennen.
Dat het een spoedgeval is geweest of niet, spr. zal
er niet veel over zeggen, omdat hij er niet voldoende
over kan oordeel e®. Vast Staat, dat de patienti ZJondng
plotseling weg moest en eerst in het St. Elisabeths
gesticht bleek, dat het geval niet zoo ernstig was als
de dokter hier had gemeend. Dat doet er echter niets
aan toe: toen het geval hier beoordeeld werd, was
het spoedeischend.
De opgaven van het Armbestuur had spr. even
goed geloofd ook zonder naam1 en toenaam. Ik trek
hun opgaven niet in twijfel, evenmin als rij de onze.
Het Armbestuur neemt nu voor vrij vast aan, aldus
fat de heer Engel1 voort, dat het de bedoeling van de
raadsleden is, om zich populair te maken. Spr. noemt
dat een droeve insinuatie, waartegen 'hij' prótesteért.
Wjj.weten allemaal wel dat men zich niet populair maakt
met armenzorg en spr. zou die insumatie dan ook
terug vflllen zenden aajn het adres uit wieni orein ze
is ontsproten. Als dat bewijs nu beteeke®t dat we ons
voortaan stil moeten houden, dan weet spr. niet wat
we dan wel mogen zeggen. Spr. gelooft aan bok, dat
hier een protest van oen geheel'en raad noodig is.
Trouwens aan het adres van de overige raadslede®
staat er ook ia dal niet mis isx n.L dat ook zij
hun plicht niet gedaan hebben door niet ons te be
letten over deze 2aak te spreken. Spr. maant echtér dé
heeren tot voorzichtigheid aan, om die pogingen niet
al! 'te sterk te doen, omdat zij' dan het gevaar zouden
loopen het verwijt te krijgen, dat zij: zich populair
willen maken. Spr. wijst er verder op, dat de kwestie niet
direct m openbaar behandeld is. Eerst Zijn inlichtingen
gevraagd aan B. en W., zoodat betrekkelijk de weg is
gevolgd die het Armbestuur hier aangeeft. Ook spr.
krijgt genoeg menschen bij zich over de armenzorg en
spr. vraagt dan naar de motieven die het Armbestuur
hebben geleid. En als dan het Armbestuur zijn gewo&e
motieven gestand houdt, zeg ik tot de menschen dat ze
dan geen recht hebben. Aan den Burgemeestér heb ik
over een bepaalde zaak inlichtingen gevraagd en hoe
wel de motieven van het Armbestuur naar mij® meening
nergens naar leken, is de kwestie toch niet in het
openbaar besproken. We maken er dus niet altijd
misbruik van, maar wanneer het ''t algemeen beleid
betreft behoud 'ik me het recht voor dit in openbare
vergadering te bespreken.
Voorzitter vraagt aan den heer Kooijman of hij zijn
svoorstel, om niet verder over deze kwestie in opénbaré
vergadering te spreken, vóór alles behandeld wil zien.
Da heer Koofyman: Dat is nu toch aii in "t water
gevallen.
De heer Blaauboer kan zich de opmerking van het
Armbestuur aan het adres van de andere raadsleden,
dat z\? niet getracht hebben direct de zaak de kop in
{te drukken, indenken. Het Armbestuur is door den
Raad benoemd, en hier verschilt spr. 'van meening
met den heer Engel, om dergelijke regelingen te treljü'on.
En de heeren weten heel goed, wat een. moeilijke taak
het is. Spr. is het eens met het Armbestuur dat er van
ons stemmen hadden moeten opgaan om deze bespre
kingen niet in 't openbaar te houden. Maar daar staat
Itegenjover dat het voor ons zeer onvoorzichtig zou
zijn geweest om te Zeggen, het was zóó en niet zóó, Wij
wisten Jniets van de zaak af, ze werd hier zóó ter
sprake gebracht. Het ging van een leien dakje, die
taktiek' neeft Mevrouw Bergman—Gons en het was
onmogelijk voor ons om het stop te zetten. Spr. blijft
er van overtuigd, dat de kwestie is ontdaan aoor het
eigenmachtig optreden van den behandelenden genees
heer, dokter Oudendal' van Winkel. Die kan weten,
dat wanneer er een auto noodig is, hiervan toch even
bericht moet worden gezonden aan. één lid van het
Armbestuur. Als dat gebeurd was, zou het niet door j
het Armbestuur geweigerd zijn. Dal bet Armbestuur er
iiu een schotje voor wil' steken, kan Spr. zich voorstellen
en nu is deze man er het skch(lfolïjer van, [maar
k Ha bonheur.
De heer Engel) Verschilt van standpunt met den neer
Blaauboer. Spr. meent dat de dokter genoeg aan 't
hoofd heeft met den toestand van den patent om te
zorgen voor de auto. Maar wanneer het nu de fout
van den dokter is, dan is bet toch zeer onbillijk dat
de patiënt daaronder lijdt. Met een technisch en fout
van den dokter kan het niet anders dlf de 'patiënt lijdt
er onder, maar in dit geval zou het onbillijk zijn.
Die heer Blaauboer zegt, dat de heer Engel zijn
►woorden niet moet omdraaien. Spr. meent dat aan het
Armbestuur kennis behoort te worden gegeven wanneer
een auto gebruikt moet worden. Spr. mee$t dat al
heeft de dokter dan Zooveel1 aan rij® hoofd, hij toch dien
w^ nog heeft te wijzen.
Mevrouw Bergman—GonsIk ben hert miert met U
ééns.
De heer SpaansDat is de eerste keer zeker niet.
Voorzitter zegt te willen wijzen op de wenschelijkheid
dat wanneer er iets in het Armbestuur is, waaraan
fouten kleven, het gewenscht is, dat die Zaken worden
besproken met het Armbestuur, niet in openbare ver
voering. Het is heel gemakkelijk het Armbestuur hier
verwijten aan te wrijven, de Armvoogden, rijn er zelf
■niet bij, maar dat gaat toch niet aan. Als er bij geza
menlijke bespreking geen overeenstemming kan worden
Verkregen, kan de zaak daarna in openbare vergadering
behanaeüd worden. Spr. vond het jammer, dat de
heer Engel' niet tegenwoordig was op de conferentie,
van B. on W. met het Armbestuur, dan had hiji alle
motieven kunne® hooren.
De heer Engel' zegt, vorige vergadering gezegd ty
hebben, niet aan die conferentie te zullen deelnemén.
omdat hij wel' weet, dat het Armbestuur de zaken dan
allemaal uitravelt, terwijl wij vasthouden aan den -loon-
nonn en rekenitng 'houden met het geld dat uitgegeven
wordt. Later heert spr. gedacht er toch maar'te moeten
heengaan, met het oog op behandeling in openbare
vergadering. Het was spr. evenwel onmogelijk aam. de
conferentie deel te neme®, want hij' heetft eerst één dag
in het stembureau te Kolhorn gezeten, de®, volgende®
dag was er een bij'eenkornst van het "Hoofdstembureau
en toen zou dan de® derden dag de iconferentie met het
Armbestuur plaats hebben. Zoolang kan spr. rijn werk
niet in den steek late®. Bovendien, de eigenlijke mo
tieven van het Armbestuur staan i® dit adres, wat
meer besproken is, Yuocht dan zeker niet i® het adres.
Voorzitter wil' gaarne accepteeren de mededeel ing
Van den heer Engel dat hij aoor omstandigheden niet
aanwezig kon zijn. Omdat ae heer Emgel' in de vorige
raadsvergadering gezegd heeft jiiet aan de codferentilef
te zullen deelnemen, heeft spr. daarover straks rijm
teleurstelling utgesproiken.
Spr. sluit thans over deze zaak de discussiën en;
zegt dat. straks vergeten is te vragen of de notulen
der vorige vergadering kunnen worden goedge
keurd.
Hiertoe wordt thans besloten.
Ten opzichte van de aansluiting van het Raadhuis
aan de waterleiding deelt voorzitter mee, dat de
kosten van een kraantje niet zijn f 16, doch f 10. Spr.
heeft aan een ambtenaar van het P.W.B. gevraagd,
of het raadhuis evengoed water mocht gebruiken
van het perceel Dubbelman, doch dit mag absoluut
niet. Wij drinken dus nog uit de bak.
De heer Spaans: Dus ook niet voor onze thee?
Voorzitter: Dat is wat anders.
Spr. deelt dan vervolgens mee, niet meer tevreden
te zijn met een enkel kraantje, maar voor te stellen
het maken van een W.C. met watercloset., plus een
kraan, waarvan de kosten met inbegrip van riolee-
ring geraamd worden op f 294. Spr. doet mededeeling
over den tegenwoordigen toestand van het urinoir,
dat vlak onder het raam van de slaapkamer van
mijnheer de Groot uitloozing heeft. Spr. heeft de
beide wethouders nog geen mededeeling over dit
plan gedaan, omdat hij deze gedachte niet eerder
bad.
De heer Smit heelt op deze uitgaaf van f 300 heele-
maal niet gerekend en wil dit punt aanhouden tot
de volgende vergadering.
Voorzitter wil graag de vergadering schorsen om
den Raad een kijkjo te doen nemen. Als men den
toestand ziet, zal men het niet noodig oordeelen de
zaak uit te stellen.
De heer Spaans kan zich met het voorstel vereeni
gen, omdat het er een onhoudbare toestand is.
De heer Engel wil, nu er gesproken wordt van een
on houdbaren toestand, met het voorstel meegaan,
maar hij wijst er op, dat waar hier in begrepen is
de rioleering, de zaak niet met dat geval ophoudt,
maar hij het van belang acht, dat alle open goten
komen te vervallen en rioleering er voor lm plaats
komt
Veoizitter zegt, dat den heer Engel bekend is, hoe
hij over deze zaken, de volksgezondheid betreffend,
denkt. Spr. noemt het een goed werk voor werk
loosheidsvoorziening.
De heer Engel heeft door deze uitlating van den
voorzitter den indruk gekregen, dat voorzitter deze
rioleering als een begin beschouwt on hij naderhand
dus op den steun van voorzitter zal kunnen rekenen.
Daarom zal hij ook voorzitter zijn steun niet ont
houden.
Nadat de vergadering een oogenblik is geschorst
om den toestand in oogenschouw te nemen, wordt
het voorstel van den voorzitter met algemeen© stem
men aangenomen.
Goedgevonden worden af- en overschrijvingen en
betalingen uit den post onvoorziene uitgaven, noo
dig voor een bijdrage van f343.79 aan de R.H.B.S.
to Alkmaar en van f 60.49aan de Middelbare Tech
nischo School te Haarlem.
Voorzitter zegt, dat hieraan niets te doen is, het is
in verband met de Nijverheidsonderwijswet. Spr.
wijst op de hooge kosten en er kan niets van ver
haald wordea De kostern voor de R.H.B.S. te Hoorn
schijnen evenwel nog hooger te zijn.
B. en W. stellen den Raad; voor, in verhand met de
hooge kosten en de weinige belangstelling niet meer
vervolgonderwijs te doen geven, maar daarvoor in
de plaats cursussen in het leven te roepen, mits een
zeker aantal leerlingen, Ib.v. 10, zich daarvoor aan
meldt. Door de laatste regeling is de gemeente
meer vrij ten opzichte van in en, enz. Aan de cursus-
sén kunnen dan ook ouderen, 20-jarige leeftijd, enz.,
deelnomen, terwijl ook het, .voornemen bestaat in
overleg te treden met de onderwijzeres over een cur
sus voor handwerkonderwijs. Met het onderwijzend
personeel zullen de plannen nader worden bespre-
ken en de bedoeling was, zoo mogelijk de cursussen
te Barsingerhorn er» Kolhorn te houden, to Haring-
ftuizen waren de laatste jaren geen leerlingen.
De heer Kooijman wil toch, als er leerlingen te Ha
ringhuizen zijn, ook daar een cursus.
Voorzitter zegt dat wanneer er voldoende leerlin
gen zijn, B .en W. ook daar met genoegen een cursus
willen doen houden.
De raad kan zich in beginsel met deze plannen
vereenigen.
Bij de rondvraag brengt de heer Blaauboer onder
de aandacht van B. en W. de wenschelijkheMi om de
losgelden aan den steiger te Kolhorn, die thans 35
cent per 1000 kilo 'bedrogen, te verlagen.
Voorzitter heeft deze kwestie zelf reeds overwogen,
maar in verband met de weegbrug zou misschien, een
andere manier kunnen worden verkregen. B. en W'.
zullen hun aandacht er aan schenken.
De heer Blaauboer heeft gehoord, dat or iemand
is, die deze losgelden niet wil betalen.
Aan voorzitter is dit niet bekend. De verordening
is zoo, dat in soo'n geval tot vervolging kan worden
overgegaan.
De heer Kooijman brengt ter sprake de wensche
lijkheid om een maximum snelheid te bepalen voor
automobielen en motorrijwielen. Spr. wijst er op, boe
door sommige berijders onbesuisd hard gereden
wordt, ook te Haringhuizen.
Voorzitter wijst op de moeilijkheden een dergelij
ke strafverordening te handhaven doch do heer
Kooijman veiwacht wei verbetering, wanneer de
waarschuwingsborden worden geplaatst.
Ui? de besprekingen over het gevaar in de dorpen
leidt de heer Blaauboer af, dat de Raad thans an-
ders tegenover de zaak staat dan toen hij op de wen-
schelijkueid van het bepalen van een maximum
snelheid wees.
De heer Engel herinnert aan het grootste bezwaar,
dat vorig maal zich voordeed, nl. dat heel. wat boch
ten precies vielen buiten de 'kommen der dorpen en
dan de kommen der dorpen gewijzigd moesten wor
dea
B. en W. zullen ook aan deze zaak hun aandacht
schenken. Sluiting.
BET LOONV1UAGSTÜK IN DUITSCHEANIX
In het gansche rijk voeren de arbeiders tha®s oeo
actie ten gunste van bet goudloo®. Aan het hoofd van
deze beweging staan de staatsarbeiders, wier vertegen
woordigers op het departement van financiën heden aan
het woord zij® gekomen. Morgen zulle®' de leiders der
beambten worden gehoord.
Oiok op het rijks departemeant van den arbeid tal
morgen een bespreking aa® dit moeilijke vraagstuk
■worde® gewijd. Alle groote Duitsche vakbonden zij®
uitgenoodigd aan dez© Bespreking deel' te ®emen. Tijdens
de bespreking, die een vertrouwelijk' karakter zal dragen,
Zal in de eerste plaats worden onderzocht op welke
wijze men in deze kwestie een wettelijke regéling
tot stand zou kunne® brengen. De vertegenwoordigers
van de Vakvèreeniginge® zien hunnerzijds in, dat on
mogelijk een volledig goudloon zal k'un®en worde® gen
eis ent. Men begrijpt, dat het geëischte loon niet zoo
hoog zal kunnen zij® als het in vredestijd betaalde loon,
aangezien Duitschland de lasten van den verloren oorlog
en van het herstel te dragen heeft.. I® elk geval wü iriên
van een door de wetgeving bepaald minimumloon niets
meer weten. Voor het overige is men het dn de leringen
der vakbeweging volslagen oneens over de regeling, die
geftrojfifen zou moeten worden. Wel is me® ervan over
tuigd dat het grootste gedeelte va® de arbeiders zich
niet tot onbezonnen daden zal' laten meeslepen, al 'is en
blijft de toestand zeeremstig. Reeds in Augustus va®
verleden jaar heeft het riiksverbond der vakvereenigi®-
gen de regeering gewaarschuwd en verzocht de ®oodige
maatregelen te treffen zonder dat echter iets geschióddé.
MET VACANTIE.
President Harding vertrekt Woensdag op rij® politieke
vacantiereis naar Alaska, op welke reis hij' door mevr.
Harding wordt vergezeld. Op het Witte Huis zal de
President niemand meer officieel kunnen ontvangen
na Woensdagochtend. Harding stelt zich veel voor van
den tocht naar het Noord-Westen. Op de uitreis ®aar
de Westkust zal Harding op 14 plaatsen redevoeringe®
houden. En wanneer de President uit Alaska terug zal
zijn, zal hij nog het woord voeren i® vijf van de kust
steden. De redevoeringen op de uitreis Zij® vastgesteld
te St. Louis op 21 Juni, Kansas City 22 Juni, Hut-
chinson 23 Juni, De®vor 25 Juni Cheyenne 2o Juni,
Zoutmeerstad 26 Juni, Pocatello 28 Juni, Idaho Falls
28 Juni, Butte 29 Juni, Helena 29 Ju®i, Spokane 2 Juli,
Meacham 3 Juli, Portland 4 Juli en Tacoma 5 Juli.
Na terugkeer uit Alaska zaï de President eerst spreken
in de Britsche stad Vancouver op 26 Juli en aaar®a
te Seattle 27 Juli, San Francisco 31 Juli, Los Angeles
1 Augustus en San Diego op 4 Augustus. (Dit moge dan
naar Amerikaansche begrippen ee® vacantiereis zij®,
vele niet-Amerikane® zoude® het heel anders be
titelen. r
NOG TEEDS EEN VRAAG.
Het eeuwige rook- en mistvraagstuk te Londen heeft
weer aanleiding gegeven tot ee® verslag aan den gjaaf-
schapsraad door ae Public Control Gommittee. Deze
commissie beveelt toenemend gebruik van gas e®
electriciteit voor verwarming aan en wijst al vier voor
name factoren van luchtbeacrf aa®: schoorsteenen op
huizen (men weet dat EngeJsche huize® een, naar Nedór-
tandsche opvatting, buitengewoo® groot aantal schoor
steenen hebben), fabrieke®, spoortreinlocomotieven 6n
stoombooten. l
Om verbetering in den tocsta®d te brengen raadt de
commissie aan, voor alle nieuwe stookgelegenhede®
in huizen en kantoren, ook die in regeeringskantoren,
een goedgekeurd type voor te schrijven.
SNEEUW.
Zaterdag en Zondag is, naar Zwitsersche berichten
melden, op verschillende plaatsen sneeuw gevallea
Rondom' het meer van Constance is drie voet sneeuw
gevallen in het gebied van St. Gothard; twee voet
sneeuwval beneden de 6000 voet-lijn is zelden in
Juni
Niettegenstaande het onvaste weer, belooft het sei
zoen zeer goed te wordea Een groot aantal toeristen
vertoeft reeds in het landi
SNEEUWVAL.
Uit Parijs, 18 Juni. Het is te Parijs niet alleen
zoo guur, dat de winterjassen haar verschijning heb
ben. gedaan op de boulevards, maar uit verschil
lende streken van Frankrijk, vooral uit het Oosten,
wordt belangrijke sneeuwval gesignaleerd, MA