BATO RIJWIEL
Zaterdag 7 Juil 1923.
66sti Jaargang No. 7259.
TWEEDE BLAD.
V AKI A.
FEUILLETON.
Een Levensweg
haar uitg6,okt'maar
Agent voor SchagenG. ANNEVELDT.
Terwij. ik vanmqrgen naar onze Hollandsche Kerk
in Austin Friars ging, zag ik bij: (Mansion Hlouse de
rijtuigen staan van Burgemeester en Wethouders van
Londen, van den Lord Mayor en de Sherifs.
Ik bleef even wachten en al gauw daarop kwam
er beweging in de zaak.
Een der prachtige antieke karossen, met de wanen»
van Londen sterk afstekend op het mooie donkerbruine
lakwerk, reed vor, twee bereden po'iti agenten g ngen
in co'onne staan en sloegen aan, terwijl de eerste
prachtig rrnioi in het rood met zwarten steek uitge-
doschten sherif uit het Manston Huis kwam en instapte.
Met gr O'en omhaal werden de treden en het portier
Jicht g sagen, twee lakeien sprongen achterop, A-
pruikte koetsier r--ed zijn prachtig span een eind
dicht g sagen, twee lakeien sprongen achterop', de be
pruikte koetsier r-ed zijn prachtig span een eind t>.i
Het tweede rijtuig kwam vcor.
Een keurig gekleede jonge dame gevo'gd door een
Sherif, gekleed in de ouderwetsche dracht aan dat ambt
verbonden, stapte in.
Weer de bombastische sluiting van treden en poi
tieren, weer de lakeien achterop en de korts reéd op
rij'.
Kwam1 de derde koets,nog mooier dan de andere
twee en nu met vier paarden bespannen, van den bok
gereden, door een koetsier in wij'nroode liverei, met
poederpruik en steek, zittende op een wijnrooden bok.
Naast de twee politieagenten te paard, schaarde zich
nog een ruiter in ouderwetsche roode uniform, Zij sloe
gen alle drie aan, de Mayor verscheen, gekleed als de
Sherifs, misschien iets pompeuser nog, gevolgd door
den townclerk, den gemeentesecretaris, in zijden rvak
met kuitebroek en zwart zijden kousen, het pr
van advocaat op het hoofd, beiden stapten in, terwijl
,,maee" de eigenaardige gouden waardigheidsknots
door den pedel met groote zorg het rijtuig werd inge
dragen en zoodanig gelegd, dat de staf tamelijk ver
uit het linker portier *ta\.
De twee takeien en de pedel 'sprongen achtet op,
het vierspan trok aan en de stoet vertrok vol waardigheid
De ,,maoe" keek als het ware a's een zelfvoldaan in
strument uit het raampje van de koets, waarin tegenover
elkaar Mayor en c'erk zaten.
Londenseh burgemeester was oo tournée, met al
de middel-eeuwsche pomp en staatsie, die door het vo'k
van den drager van dit hooge ambt verwacht wordt. Zon
der gejuich, zonder groet, doch zeer voldaan, zag het
publiek de vertooning aan-
Elk jaar draagt een ander city-magnaat ij",t traditio-
neele waardigheidskleed en troont in Mansion House
midden in de City of Lopdon. Hij woont er niet,' hij
woont 'in zijn eigen woning, maar zoowel hij als de
Mayoress zijn vrouw "zijn officieel' thuis in Man
sion House, het groote vierkante gebouw tegenover
de Bank.
Het plein, gevormd door Bank, Mansion House en
Royal Exchange (beurs) wordt friet Bank aangeduid.
Het is daar altijd ontzettend druk.
Toch «is Londen met 7 millioen inwoners, nog eert
dorp. Luister maar. Gistermiddag kwam ik weer uit de
Dutch Church, stak de Bank óver, d.w.z. stak altijd
weer een stukje over, zoodra er een kans was, doordat
het drukke verkeer van voertuigen even tegêngéhoucten
werd. Op eens passeer ik den zoon van mijd „butler'
Zie dus noe klein Londen is, dat twee menschen die in
het zelfde gehucht wonen, en onder het* zelfde dak,
elkaar in de millioenenstad tegenkomen;.
Ik reed op een bus naar Trafalgar Square.
Op het strand vlak bij Waterloo Bridge was een ont
zettende opstopping van verkeer. Mijn bus kon niet
verder en was toen de laatste van een rij"1, zoowat 150
Meter lang van bussen, karren, auto's, taxi's, drie(,
vier rij dik, allemaal wachtende.
Het was zulk prachtig weer, dat het bepaald gezellig
was. Een troepje straatmuzikanten speelde juist op die
plek en iedereen bleef gelaten wachten tot éinaêlijk
de oneindige rij' van vehicels, komende van Waterloo
Bridge, dus van over de Thames, gestopt werd door den
oppermachtigen „Bobby" en onze rij kon opschieten).
Wie haast heeft in Londen gaat het beste met den
Underground Railway. Onder den grond is het verkeer
prima geregeld en schieten _we als konijnen door de
nolèn, boven den grond schiet je soms heel slecht op.
De verkeerskwestie wordt in Londen steeds moeilijker.
Doch ook daarbuiten.
Men heeft nu grootsche plannen met een automobief-
weg van Londen naar Liverpool.
De geestelijke vader is Lord Montague of Beaulileu,
dien ik a.s. week zal ontmoeten. Misschien hoor ik ef
pan neg meer 'over.
Naar men mij- vertelt, is het bijna zeker, clat het
Wetsontwerp voor dien wegaanleg aangenomen za: wor
den <ioor het Parlement.
Dat beteekent dan tevens, dat de quaestie van ont
eigening vasistaat, zoodal zonder eenige vertraging met
aankoop der noodige gronden begonnen kan worden.
Het transport op den weg met vrachtauto's neei<t
steeds toe in Engeland.
Ik hoorde juist van een vriend van mif, dat een*
heereboer, dien hij kende, in zijn bedrijf gehindérd
werd door de exhorbitant nooge spoónvegtareven. De
heereboer, een doortastend man, trachtte hemel en aarde
j te bewegen om verbetering ie krijgen, niet al een voor
zich zcii, doch ook voor andere betrokken persóne^.,!
j dus eigenlijk ten behoeve van den landbouw in het
[enieen.
Niels hielp. Welnu zei hij, als de spoorwegen den
boerenstand willen dooden, zal ik mijn geld, mijn ener
gie en mijn tijd verder besteden om den spoorweg in
mijn buurt concurrentie aan te doen.
Hij verkocht zijne bezittingen en beeft met zijn
geld een VTachtautomobieldienst in zijn buurt opge
richt en.... verdient geld als water.
De spoorwegen kunnen het vrachtautoverkeer natuur
lijk niet toejuichen.
Toch schijnen zij de publieke opinie ditmaal te vreezen
en zoo zullen zij, naar ik' van zeer goeden bron verneem,
het "Wetsontwerp voor den Grooten Verkeersweg Lon
denLiverpool via Manchester *iet in het Parlement
bestrijden.
Bij de Engalsche Wet zou dat n.1. zeer gemakkelijk
gaan, omdat zoo'n wet na tweede lezing in handen
van eene Commissie van b.v. 5 Parlementsleden gegeven
wordt, die dan voor- en tegenstanders of liever de
dat dok, zoodat zijhe rede een goede propaganda vóór
de vredesidée was. Ik zal1 trachten er eenige grepen
uit te doen.
nor verschillende opvattingen overlaten» aan de
League of Nations?
Engeland is lid, Frankrijk is lid, Spanje is lid, dus
Eigenlijk, zegt Shaw, is slechts dan de Vrede verze- indien b.v. Engeland het voorstelt, zullen de ancLe-
kerd, indien aigeheele ontwapening een feit geworden is. ren moeilijk kunnen weigeren,
TT;: haalde allerlei voorbeelden aan, ernstige en I
dat
advocaten en deskundigen van vóór- en tegenstanders
hooren en de wetsartikelen dien overeenkomstig kun
ntn wijzigen of soms de geheele wet verhinderen.
Van de week kreeg ik een briefkaart-van -Vlr. Bemard
Shaw, dat hij in de buurt zou spreken.
Mr. Bernard Shaw is de bekende auteur van wien
natuurlijk iedere lezeres of lezer wel een of meer
boeken en comediestukken kent.
De boeken en stukken rijn brillieerend van geest en
sarcasme.
Natuurlijk moet men ze niet al te ernstig nemen,
want dan' zou Bernard Shaw de eerste zijn om U uit
te lachen.
Ik heb onlangs samen met hem gesproken en ik weet
dus wel, wat voor vleesch ik in de kuip heb. Maar....
Bernard Shaw is een groot man en een heef geestig man.
Mij'ne vrouw en ik vinden het altijd allerleukst om hen>
te ontmoeten, hetgeen indien hij en zijne vrouw buiten
zijn nogal veel gebeurt, omdat zij niet ver wonen. Zij
zijn echter ook veel in Londen, waar zij een huis
hebbefi.
het Engelsch van E. TEMPLE THURSTON
door W. J. A. ROLDANUS Jt.
HOOFDSTUK XI.
Het was tien uur toen Nanno dien avond aan het
inde van Troy s Lane uit den wagen stapte. Alle
vragen, die Fitzgerald haar over Jerningham stelde
en zij werden gedaan met een verbazingwek
kende behendige sluwheid beantwoordde zij met
een angstvalligheid, die zich met monosyllaben be-
schermde.
.,Hy is een verduiveld knappe mijnheer".
Zij had niet geantwoord.
„Hij heeft een heele reis voor den boeg"
.,Ja.
„Hij heeft je zeker wel verteld, dat hij naar Lon
den gaat?
„Ja, naar Londen".
Fitzgerald had zijn toevlucht genomen tot 'hoesten,
iets wat hij altijd deed, als hij niet precies wist wat
hij zeggen moest
„Typisch, dat hij je vroeg om mee te rijden".
Weer was zij blijven zwijgen.
\c:,^ïLSSC^ieJï ™ou hi^ een m°P uithalen. Sommige
aan ?QVi en„ i. l°llig; h0t" met een boerenmeisje
haan ZiI had zijn zijwaartschen) blik in
richtinggevoeld. „Maar het is een fijne mijn-
n; ~T e? hl* zal nooit iemand, kwaad doen".
Ter^oi2tnrtert^eM ®erU?tste!lend hij,
zich vriiwï' Nanno Jeroingham toegestaan /had
hart onidr h611 ?net h-aar te P0rmitteeren, haar een
biina een «n? neni ^d0 steken. Zijn insinuatie had
mMTen-bhari3!.»6611 gehad om te
wending' te gevenf6^ het gesprek een andere
naJhfhehhf,T„iiUUie z!ker' En hil eeI» moo'eii
nel hpflft ?.rrL°7?rJte «'eken. De jonge Mr. Fen-
hoel duiten rtnl .2, vat er iedereI1 da# een heele
Toch verwed ik two pence tegen een cent,
Poincaré weigeren zal indien het zoover komt.
Het is treurig dat een intelligent, rustig, goed volk
els het Fransche volk, geregeerd word door advo
caten-beroepspolitici en deze alleen uit* lust tot
'macht en baantjesjagerij Frankrijk en Europa ten
ondergang doemen.
Ik wed ook nog two pence tegen een cent, dat
Poincaré en Baldwin het niet eens worden over de
reparatie-quaestie, omdat Poincaré niet wil. Waar
schijnlijk gaat Engeland dan op eigen houtje, waar
schijnlijk samen met ïtaliö aan het werk.
Bernard Shaw weer er op, dat de League of Nation
Union, de Volkenbond! Vereeniging, een goed werk
kon verrichten door steeds weer op bet verbeteren
van den Volkenbond aan te dringen en de toepas
sing der idealen in den Volkenbond neergelegd, te
eischen.
ïeder individu kan ten slotte daartoe bijdragen.
Wij: wandelden later naar de woning van Mr. en
Mrs. Shaw, bet was een verrukkelijke zomeravond,
de wilde rozen en de vlier bloeiden langs de wegen
en paden, die wij liepen en een roode maanschijf
verscheen boven do boomen.
Van het terras van de woning van Mr. en Mrs.
Shaw zagen wij in het dal, waaruit oen dunne nevel
opsteeg.
En daar verderop, 2 mijl verder, wisten wij Lon
den te liggen, met 7 millioen menschen, onbewust
van het gevaar, dat elk oogenblik dreigt. Onbewust
Hij
luimigi
Volgens hem houden de politici in alle landen den
vrede tegen.
Kijk eens, zegt hij, ik neem Maarschalk Foch niet
kwalijk, dat die zegt, geef me veiligheid, dus kanonnen
en manschappen, want het is 's mans baantje. Alleen j
begrijp ik niet, waarom juist officieren, dus soldaten, i
altijd over valigheid spreken. Je zoudt bijna gaan
denken, dat ze bang waren en het is toch onvereenigbaar
met de waardigheid van een soldaat om zelfs den
WW XYe.no zei hij, ais Ce afwegen de„ ^sToincaré we, kwalijk,
steeds over allerlei bewapeningen en aanvallen te spre
ken en ma den sabel te rinkelen als een kleine kwaad-
aardige vechtersbaas.
Och zegt Shaw, die politici zijn overal het zelfde.
Het was een paar jaar vóór den oorlog. Er kwam
iemand bij mij, die van vaders zijde Ier e* van moeder-
zijde Duitsch was.
Die goede man liep over van pacifistische gevoelens en
méende nu dat ik de aangewezen persoon was, om zijne
pacifistische ideëen in practijk te brengen.* Kort en goed,
hij wist een heele boel vooraanstaande Britsche politici,
geleerden enz. bij elkaar te krijgen, die dan gezamenlijk
een pacifistisch stuk zouden teekenen en uitgeven, vvaar-
uil onze sympathie voor Thiitschland zou blijken- De
inhoud werd ampel besproken en het noodlot wilde,
dat mij Shaw de eer te beurt viel' "het document
te ontwerpen.
Enfin, overeenkomstig het besprokene gaf ik het
gebruikelijke menu. de groote Duitsohe Goet'he, de kan men eigenlijk niet zeggen, want men weet wel
groote Engelsche Shakespeare, verder Beethoven. van die geweldige luchtvloot van Frankrijk, maar
Wagner, Handel, Dr. Jenner (uitvinder der koepok- men wiegt zijn vrees in slaap door de idee, dat de
inenting) en Dr. Koch. allemaal broeders in kunst bondgenoot Frankrijk toch niets zal doen.
en wetenschap. Zoo ging het een heelepoos door. Al- tk begin meer en meer te vreezen voor eene ont-
lemaal natuurlijk niets zeggende phrasen. zettende ontgoocheling voor de Engelsch en.
Aan het slot schreef ik toen: „Zoodat wij Duitsch- Een land met beroepspolitici als Frankrijk, is een
„landj haar groote handels- en oorlogsvloot niet mis- vulkaan.
.gunnen," Of zou in Frankrijk eene revolutie te wachten
Maar nu kwam het! Niemand! der hoeren politici staan?
en andere pacifisten- wilde een stuk teekenen waar Men wacht steeds op eene revolutie in Duitschland.
die laatste zin in voorkwam. wacht op de revolutie bloedig of onbloedig
De ziti werd er uitgenomen, iedereen teekende iu Frankrijk. Poincaré speelt met vuur
toen, behalve ik. Mijn Ier-Duitsoher kwam bij mij. Maar ook in Holland wordt met vuur gespeeld.
Holla, Shaw, het stuk is keurig hoor en iedereen Ik bedoel de ontzettende verdeeldheid onder de
heeft ge teek end. Alleen gij hebt nog vergeten te tee- Staatsburgers van Nederland
kenen. Ik heb niet vergeten te teekenen, ik teeken Ik "heb er al zoo dikwijls op gewezen, hoe ik, als
het stuk niet. opmerker in het buitenland, reeds lang met angst
Maar gij hebt het- stuk nog wel opgesteld, waarom en beven die alles verslindende verdeeldheid! zie
Mevrouw Shaw is een allerliefste vrouw en zeer teeken je het dan niet? Goede vriend, ik heb het stuk aanwakkeren. De politieke verdeeldheid, de klasse-
haar gezelschap waard. Maar aan een diner of op een inderdaad opgesteld en ik teeken het niet, want het verdeeldheid, de godsdienstverdeeldheid,
teapartij luistert men onwillekeurig, zoodra er een jg soep, anders niets dan soep! In een auder land heeft men het een of het andier,
redelijke kans is, naar 'Bernard Shaw. Bernard Shaw wees in zijne rede op het enorme mijn arme vaderland 'heeft, men het heele zwak-
Hij heeft altijd wat bijzonders te vertellen. gevaar dat er schuilt in de geheele houding van kie (zou Davids zeggen) bij elkaar. De gevolgen blij-
Hij beweert communist te zijn, maar heeft onder Frankrijk. Hij wees o.a. op het Franco-Belgo verdrag en dan óok niet uit.
anderen, een mooi huis in Londen, een mooi klein en op de luchtvloot. Middenstanders moeten een eigen bank hebben,
builen in Hertfordshire, een keurige auto met ruime Die luchtvloot, zei hij, heet voor Duitschland, maar prachtig. Katholieke middenstanders moeten een
garage, zoodat hij er dan ook doodleuk aan toevoegt: vvie wil er oo dit oogenblik nu in Duitschlajid) tegen Roomsche bank hebben. Heel mooi! Zoo mooi,
maar communisme kan men nu eenmaal' niet in dxe Fransche luchtvloot vechten? de Roomsche bank, de Hanze 'Bank. nu met de
practijk brengen., dus tracht ik dat ook wi ir ni-t te d0 Franschen wapenen nu voor het Oosten, maar becnen in de lucht ligt. Ik blijf er buiten of ze door
stel je voor, als ze eens plotseling zeiden: We zijn de Regeering geholpen moet worden of niet, maar ik
nu wel altijd bang voor het Oosten geweest, maar -betreur éen ding, nl. dat al wordt ze geholpen of
denk eens aan het Westen. Dat Westen zijn wij! niet., de Roomsche Hetze zal blijven. Roomsche ban-
"B-*! li
doen. Wie dus hoort of leest dat Bernaru 5.haw com
munist is-en zou voelen een neiging om Izoo'h gróót mab
ce worden, misschien zelf verder zou willen gaan en
probeeren communisme in practijk 'te breng ju, is
priori een dwaas. Bernard Snaw schrijft zuike dingen
en wordt er grof voor betaald.
Daar houdt hij van. Hij is in theorie communist en in
practijk dol op geld.
Steekt niet onder stoelen of banken dat hij' dol op
geld is.
In zijne redevoering zei hij onlangs, dat .hij hoopte
dat Duitschland weer tot welvaart zou komen. Ik ne
Stel je nu eens voor, dat ze zeggen: Er dreigt ge- ken, Roomsche scholen, Roomsche universiteiten,
vaar in het Westen, dus laten wij liever aanvaller Roomsche stieren, Roomsche hengsten, Roomsche
zijn dan aangevallene en- ze komen met hun lucht-geiten, alles streng gescheiden van niet-roomsche
vloot Engeland bombardeeren.
Onze regeering zegt nu al, de Fransche luchtvloot
personen en dieren.
Hoe moeten nu later die
Roomsche jongelieden,
ieb I
er heel veel geld liggen en dus. is het mij niet 'onver
schillig wat de Mark waard is. Indien gij, aanweziger(,
er net zooveel geldt zoudt hebben, zou het U ook niet
onverschillig zijn.
Dat is natuurlijk volmaakt juist, maar klopt niet met
communisme.
Over geld en het 'pleizier geld te verdienen, vertel
de "hij onlangs aan tafel een leuke mop.
Er kwam een schatrijk Amerikaan bij hem met een
prachtige introductie. Hij ontving den braven man, die
een wélluidenden Daiitsehen Jodennaam, als Silber-
stein of zoo iets had, en dien naam op zijn Amerikaasch
met Amerikaansch neus-accent uitsprak.
Meneer Silberstein sprak gedurende 40 minutensteeds
maar over zich zelf. Hij vertelde, dat hij schatrijk waSj
enz. enz. Ten slotte stopte hij'. Mr. Bernard Shaw zei
toen: ;Ik ineen 'U goed begrepen te hebben,, U is
misselijk van het geldverdienen en U wilt zich nu a#n de
sunst, aan literatuur zelfs aan filmen wijden, voot
de literatuur komt U Dij mij; U zoekt als het ware met
mij een associatie. Meneer Silberstein, dat zal niet gaan,
want U is misselijk van het geld verdienen en dol op
de kunst, terwijl ik juist misselijk van de ku^t en dol
op het geldverdienen ben.." Tableau.
Enfin, ik ging natuurlijk naar de rede van Bernard -
Shaw hooren. Hij sprak ruim een uur voor de afdeeling
van de League óf Nations Union. (Vereeniging voor
den Volkenbond).
Het was een genot naar hem te luisteren. Hij' had
moeite genomen om wat belangrijks te vertellen en deed
zei
is een gevaar, dus wij! moeten een even sterke lucht- die eindelijk de Roomsche Universiteit verlaten, in
de wereld rondkijken?
Vani kleinen jongen af zijn zij steeds opgevoed door
se priesters, door celibatairen, door Meden die den
special en Roomschen God dienen en vreemd tegen
over talrijke werreldsche zaken staan.
Die jongeling is vóór alles Roomsch, dan pas
vloot hebben.
Daar begint de bewapeningswedstrijd- weer,
j Shaw, en van bewapeningswedstrijd komt per
oorlog.
Mr. Shaw wees op het gewicht van don Volken
bond, maar tevens op de leemten.
De Volkenbond heeft op het oogenblik geen waar- mensch en Nederlandsch Staatsburger. Wat een ge-
de. zegt Mr. Shaw.
Zoolang Duitschland, Oostenrijk en Rusland' geen;
wrongen vc"houdingen alweer!
Met al die sectarische' boerenbonden, boerenban-
laan afzette, beschermd) met ontwijkende antwoor
den, die niet medegewerkt hadden om zijn nieuwsgie
righeid te bevredigen.
Het licht brandde nog in de keukejn. Zij keek er
anstig naar, terwijl zij de laan op liep. Iemand wachtte
op haar thuiskomst en zij was bang, dat het Bridget
zou zijn. Zij liep zacht door het. ijzeren hek, maar beef,
toen zij dicht bij de keukendeur was, plotseling staan.
Een dof geprevel van stemmen drotng tot haar door,
waarbovenuit zh de keelklanken van John Troy onder
scheiden kon. Zij baden de rozenkrans. Na een oogen
blik, toen zij wat gewend geraakt was aan het geluid,
was in staat Patsy's en Johny's stemmen te her
kennen, wanneer zij1 de Wees gegroet Maria's in moede,
eentonige tonen herhaalden. Zij legde haar oor tegen
het sleute'gat en een-zucht van verlichting ontsna.pto
haar. Bridget's stem hoorde zij niet. Dan 'knielde zij
stil neer en herhaalde met hen, die binnen waren, het
laatste gedeelte van de rozenkrans.
„WTees gegroet, Maria vol van genade, .de Heer is met
u gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is
de vruent uws lichaams Jezus
De diepe noten van John Troy's stem deden de woor
den in onderworpen eerbied rollen en met de anderen
antwoordde zij, terwijl1 haar lippen zich stjl bewogen
„Heilige Maria, moeder Gods. bid voor ons, nu en in
het uur onzes doods. Amen."
Toen zij' alleen daar op het erf de laatste woorden,
zeide, terwijl de avondwolken zweefden in. het zwarte
gewelf des hemels, vroeg zij zich aff, wanneer het uur
van haar dood zijn zou; of hij gauw zou komen, als
een onverwacht geschenk', of langzaam, met slepende»
stappen, waarvan net geluid geleidelijk harder en harder
werd, naarmate zij dichterbij kwamen. Dat hij snel'
mocht komen, bad zij'; dan stond zij op, duwde zacht
de deur open en ging de keuken in. John Ttov, <IieJ
bezig was weer op zijn gewoon sloeltje te gaan zitten,
keek op.
;,God zeajene ons, kind, waar heb jij' gezeten'/' vroeg
hij en Jonpny en Patsy wachtten met nieuwsgierige/
gezichten op haar antwoord. „Zij' is al' een half pur
geleden naar bed gegaan," voegde hij' 'eraan toe.
„Wat heeft rij ervan gezegd, dat ik niet thuis kwam1?"
„Ik weet het waarachtig niet. Wat zou ze zeggen»
Maar waar heb je gezeten r'
„Het was zulk mooi weer en ik teas moe van het
maaien. Ik ben buiten geweest, dat is a'les."
„Maar ie eten?"
O, ik heb heelemaal geen trek.
Nfininn Zij ging op de bank onder den scharsteen ritten,
nntrinc? ia #evonderi; nogmaals een Een ocgenb-ik keek John maar haar gericht; dan zag
to hr i |esPre.^ °P een ander onderwem hij' de twee jongens staan en riep hu:
gen en dus had zij zich, tot hij haar bij de „Allo naar bed, rakkers. Naar bed. En teleurgesteld
deel mogen uitmaken en Amerika geen deel wil! ken, boerenvereenigingen staan de Roomschen) weer
uitmaken, is de geheele Volkenbond waardeloos, in-, apart. Geen samengaan der boeren is dus feitelijk
dien het er mee blijft gaan als tot nu' toe het geval is.meer mogelijk.
Met ziet namelijk steeds weer dat de groote mo-l Oh ja, toch! In den aanval op het Jachtrecht, daar
gendheden den Volkenbond prachtig vinden voor stonden de boeren pal.
het opknappen der zaken, van de kleine mogendhe- De misselijke Jachtwet is er nu door.
den, maar heelemaal niet goed voor de zaken der Het jachtgenot is don aristocraat afgenomen. Die
groote mogendheden zelf. ellendige aristocraat is tenminste flink getroffen.
Vandaar dan ook de RuhTbezettdng. j De democraat kan juichen.
Hier wil ik even wijzen op de Tanger-conferentle. Toch heb ik in Noord-Holland bekende democra-
Indien die spaak loopt, 'hetgeen bijna zeker is, zul- ten. nog wel vooraanstaande democratische boeren
len dan Engeland en Frankrijk de beslechting hun- zien jagen.
Die gaven aan het frissche jachtgenot de voorkeur
"2 boven bioscoopbezoek, ofschoon jagen een aristocra
tisch en bioscoopbezoek een democratisch genot is.
Gelooft er nu oen verstandig mensch werkelijk,
dat door het uitroeien van het wild, de boerenstand
zal profiteeren.?
De luie boer blijft toch lui.
De domme boer blijft toch dom.
Die zullen dus niets ten goede bijdragen -met of
zonder wildstand.
De vlijtige, flinke, bekwame boer val er niet meer
liepen zij weg, zoo langzaam als zij maar eenigszims
durfden.
John wachtte tot rij de deur achter zich gesloten»
hadden; dan st.ik hij een vereelten vinger in den kop
van de pijp, die hij rookte, keerde zich op rijn
stoeltje om en keek Nanno aa-n.
Terwijl haar oogen wczenlpbs
sintels 'Uni
In het vuur staarden, trok Zij zacht aan de
je gepraat, terwij'f je uit was,' zeide
„Er is over
hij eindelijk.
„Over mij'/" Zij keek op.
„Ja over je trouwen."
„Wie?"
Jamesy Ryan."
Nanno sloot haar ©ogen. „Die bruut van een kerel?"
riep rij' in een plotselinge ingeving uit.
John keek haar met vriendelijke verbazing aan. Hij.
zelf voelde ook' niet veel voor den man; maar hij was
zooals vele anderen en hij had eon eigen hoeve.
Maar hij werkt hard."
Nanno rakelde een paar koude sintels op het vuur
en trok hard aan dc blaasbalg.
„Wanneer hij niet te vee/gedronken heeft, misschien.
Maar ik heb hem ,nog nooit nuchter geriqn.'
John kéék haar verbijsterd aan.
„Maar God zegene ons, kind, je vvil't toch eenmaal
xrouwen."
„Neen."
Een oogenblik Werd John door haar beslist antwoord
tot zwijgen gebracht. Hij wist niet, wat hij erop zeggeft
moest.
„Maar wat wil je in Gods naam doen, a's Patsy
groot is'/"
Zij' gaf geen antwoord.
„En ik ddn"
onderhouden?"
Hij zeide het rilet onhartelijk. Van ieder standpai^t
uit beschouwd scheen het haar de eenige gerechtvaar-
nonderd pond hebben; maar zij "heeft hem fatsoenlijk
op zijn plaats gezet, zoodat hij met tweehonderd een-
en-dertig pond tevreden was."
Nanno luisterde bevend naar dit alles. Zij had van
den beginne af geweten, dat rij het ten slotte toch met
haar moeder zou moeten uitvechten. Als zij op hnar
naar de gloeiende trouwdag een bruidschat van tweehonderd een ®n dertig
y" 7noh1 riP! pond konden missen, dan konden rij haar tenminfte»
nog drie of vier jaar onderhouden. Daarna zou zij1 in
dienst kunnen gaan of in ieder geval maken, dat rij
niet meer voor naar behoefden te zorgen. Verder gaan
vond zij baar plicht niet.
„Zoo is het met mij gesteld," zeide zij eindelijk'. .,Ik
wil u1 -:~i -1 :u
Denk je, dat ik je altijd kan blijven,
digde houding, die hij aan "kon nqmen, toe.
Zij keek over het vuur naar hem. „Maar ik
haat
Voor
verschif
Z,J
dien man," zeide rij.
„Lieve God, wat heeft dat er mee te maken
zoover ik zien kan, bestaat er niet zooveel
tusschen hem en andere mannen.
Nanno dacht aan Jenningham.
„Niet veel verschil?" herhaalderij".
John krabbe'de on rijn h*ofd. „Enfin, zij heelt de
zaak met hem g^egèld. Ik weet er vorder niets van.'
„Wat bedoel je?"
„Nou, dat zuil ie samen de zaak behandeld hehVn,
Ik had er niet vee1 in te z^en 7. :s me r h de»
nand met cijfers dan ik. W »aricht'g Ivj wou rfrie-
heelemaaj niet tróuwen en al wou "ik, dan zeker
niet met Jamesy Ryan. Dat mag je haar gerust zeggen,
als je wilt. Zij behoeft niet. af te pingelen bij Jamesy
Ryan, omdat ik nooit met hem trouwen zaf."
Zij zeide het beslist, uitdagend, maar tranen van
wanhoop stonden iip haar ©ogep.
John stond verbijsterd op. Hij had nomt op dergelijke
tegenwerpingen gerekend en nu hij ertegenover stond,
zag rijn eenvoudige natuur geen kans die tc over
winnen.
Hij klopte zijn nsoh uit zijn pijp en liep naai' de
kamerdeur. Wat Bridget zeggen zou, kon hij slechts
vaag gissen. Doch wat het ook zijn mocht, hij wist,
dat het heftig en driftig zijn zou.
Nanno bleef roerloos op de bank zitten. Zij zag hem
de slaapkamer ingaan. Zij zag hem de deur smiten
en dan keerden haar blikken terug naar het vuur. Naari
al haar angst voor de onvermijdelijke scène met Bridget
rees in haar ook op 1de herinnering aan wat er fle
laatste uren gebeurd was.
Op dit oogenblik was Jerningham waarschijnlijk onder
weg naar Dublin. Zij zag nem duidelijk voor haar
geestesoog. En dan begon zij zich af te vragen waaronl
hij haar gevraagd haa met hem mede te rijden naar
Anesk.
Het vuur werd dolfer; de schaduwen begonnen ojn
haar heen te kruipen, terwijl het langzaam' uitging. Juist
begon de slaap haar wat te vers uitten, toen zij plot
seling een geschreeuw in Bridget's kamer hoorde.
Onmiddellijk zat zij rechtop en luisterde. 'Zij praatten
binnen. Bridget's stem werd met ieder woord luider.
„De duivel hale haar," hoorde rij haar moeder
uitroepen; dan vloog de deur der kamer open en sloeg
legen de keukenkast, zoodat alle borden rammelde^.
HOOFDSTUK XII.
'iligé Moede.
'e eerlijke en fatsoenlijke menschen denkt te kunnen
behandelen. Verdomd, kinderen, die van het b gin