BATO RIJWIEL Zaterdag 7 Juil 1923. 66sti Jaargang No. 7259. TWEEDE BLAD. V AKI A. FEUILLETON. Een Levensweg haar uitg6,okt'maar Agent voor SchagenG. ANNEVELDT. Terwij. ik vanmqrgen naar onze Hollandsche Kerk in Austin Friars ging, zag ik bij: (Mansion Hlouse de rijtuigen staan van Burgemeester en Wethouders van Londen, van den Lord Mayor en de Sherifs. Ik bleef even wachten en al gauw daarop kwam er beweging in de zaak. Een der prachtige antieke karossen, met de wanen» van Londen sterk afstekend op het mooie donkerbruine lakwerk, reed vor, twee bereden po'iti agenten g ngen in co'onne staan en sloegen aan, terwijl de eerste prachtig rrnioi in het rood met zwarten steek uitge- doschten sherif uit het Manston Huis kwam en instapte. Met gr O'en omhaal werden de treden en het portier Jicht g sagen, twee lakeien sprongen achterop, A- pruikte koetsier r--ed zijn prachtig span een eind dicht g sagen, twee lakeien sprongen achterop', de be pruikte koetsier r-ed zijn prachtig span een eind t>.i Het tweede rijtuig kwam vcor. Een keurig gekleede jonge dame gevo'gd door een Sherif, gekleed in de ouderwetsche dracht aan dat ambt verbonden, stapte in. Weer de bombastische sluiting van treden en poi tieren, weer de lakeien achterop en de korts reéd op rij'. Kwam1 de derde koets,nog mooier dan de andere twee en nu met vier paarden bespannen, van den bok gereden, door een koetsier in wij'nroode liverei, met poederpruik en steek, zittende op een wijnrooden bok. Naast de twee politieagenten te paard, schaarde zich nog een ruiter in ouderwetsche roode uniform, Zij sloe gen alle drie aan, de Mayor verscheen, gekleed als de Sherifs, misschien iets pompeuser nog, gevolgd door den townclerk, den gemeentesecretaris, in zijden rvak met kuitebroek en zwart zijden kousen, het pr van advocaat op het hoofd, beiden stapten in, terwijl ,,maee" de eigenaardige gouden waardigheidsknots door den pedel met groote zorg het rijtuig werd inge dragen en zoodanig gelegd, dat de staf tamelijk ver uit het linker portier *ta\. De twee takeien en de pedel 'sprongen achtet op, het vierspan trok aan en de stoet vertrok vol waardigheid De ,,maoe" keek als het ware a's een zelfvoldaan in strument uit het raampje van de koets, waarin tegenover elkaar Mayor en c'erk zaten. Londenseh burgemeester was oo tournée, met al de middel-eeuwsche pomp en staatsie, die door het vo'k van den drager van dit hooge ambt verwacht wordt. Zon der gejuich, zonder groet, doch zeer voldaan, zag het publiek de vertooning aan- Elk jaar draagt een ander city-magnaat ij",t traditio- neele waardigheidskleed en troont in Mansion House midden in de City of Lopdon. Hij woont er niet,' hij woont 'in zijn eigen woning, maar zoowel hij als de Mayoress zijn vrouw "zijn officieel' thuis in Man sion House, het groote vierkante gebouw tegenover de Bank. Het plein, gevormd door Bank, Mansion House en Royal Exchange (beurs) wordt friet Bank aangeduid. Het is daar altijd ontzettend druk. Toch «is Londen met 7 millioen inwoners, nog eert dorp. Luister maar. Gistermiddag kwam ik weer uit de Dutch Church, stak de Bank óver, d.w.z. stak altijd weer een stukje over, zoodra er een kans was, doordat het drukke verkeer van voertuigen even tegêngéhoucten werd. Op eens passeer ik den zoon van mijd „butler' Zie dus noe klein Londen is, dat twee menschen die in het zelfde gehucht wonen, en onder het* zelfde dak, elkaar in de millioenenstad tegenkomen;. Ik reed op een bus naar Trafalgar Square. Op het strand vlak bij Waterloo Bridge was een ont zettende opstopping van verkeer. Mijn bus kon niet verder en was toen de laatste van een rij"1, zoowat 150 Meter lang van bussen, karren, auto's, taxi's, drie(, vier rij dik, allemaal wachtende. Het was zulk prachtig weer, dat het bepaald gezellig was. Een troepje straatmuzikanten speelde juist op die plek en iedereen bleef gelaten wachten tot éinaêlijk de oneindige rij' van vehicels, komende van Waterloo Bridge, dus van over de Thames, gestopt werd door den oppermachtigen „Bobby" en onze rij kon opschieten). Wie haast heeft in Londen gaat het beste met den Underground Railway. Onder den grond is het verkeer prima geregeld en schieten _we als konijnen door de nolèn, boven den grond schiet je soms heel slecht op. De verkeerskwestie wordt in Londen steeds moeilijker. Doch ook daarbuiten. Men heeft nu grootsche plannen met een automobief- weg van Londen naar Liverpool. De geestelijke vader is Lord Montague of Beaulileu, dien ik a.s. week zal ontmoeten. Misschien hoor ik ef pan neg meer 'over. Naar men mij- vertelt, is het bijna zeker, clat het Wetsontwerp voor dien wegaanleg aangenomen za: wor den <ioor het Parlement. Dat beteekent dan tevens, dat de quaestie van ont eigening vasistaat, zoodal zonder eenige vertraging met aankoop der noodige gronden begonnen kan worden. Het transport op den weg met vrachtauto's neei<t steeds toe in Engeland. Ik hoorde juist van een vriend van mif, dat een* heereboer, dien hij kende, in zijn bedrijf gehindérd werd door de exhorbitant nooge spoónvegtareven. De heereboer, een doortastend man, trachtte hemel en aarde j te bewegen om verbetering ie krijgen, niet al een voor zich zcii, doch ook voor andere betrokken persóne^.,! j dus eigenlijk ten behoeve van den landbouw in het [enieen. Niels hielp. Welnu zei hij, als de spoorwegen den boerenstand willen dooden, zal ik mijn geld, mijn ener gie en mijn tijd verder besteden om den spoorweg in mijn buurt concurrentie aan te doen. Hij verkocht zijne bezittingen en beeft met zijn geld een VTachtautomobieldienst in zijn buurt opge richt en.... verdient geld als water. De spoorwegen kunnen het vrachtautoverkeer natuur lijk niet toejuichen. Toch schijnen zij de publieke opinie ditmaal te vreezen en zoo zullen zij, naar ik' van zeer goeden bron verneem, het "Wetsontwerp voor den Grooten Verkeersweg Lon denLiverpool via Manchester *iet in het Parlement bestrijden. Bij de Engalsche Wet zou dat n.1. zeer gemakkelijk gaan, omdat zoo'n wet na tweede lezing in handen van eene Commissie van b.v. 5 Parlementsleden gegeven wordt, die dan voor- en tegenstanders of liever de dat dok, zoodat zijhe rede een goede propaganda vóór de vredesidée was. Ik zal1 trachten er eenige grepen uit te doen. nor verschillende opvattingen overlaten» aan de League of Nations? Engeland is lid, Frankrijk is lid, Spanje is lid, dus Eigenlijk, zegt Shaw, is slechts dan de Vrede verze- indien b.v. Engeland het voorstelt, zullen de ancLe- kerd, indien aigeheele ontwapening een feit geworden is. ren moeilijk kunnen weigeren, TT;: haalde allerlei voorbeelden aan, ernstige en I dat advocaten en deskundigen van vóór- en tegenstanders hooren en de wetsartikelen dien overeenkomstig kun ntn wijzigen of soms de geheele wet verhinderen. Van de week kreeg ik een briefkaart-van -Vlr. Bemard Shaw, dat hij in de buurt zou spreken. Mr. Bernard Shaw is de bekende auteur van wien natuurlijk iedere lezeres of lezer wel een of meer boeken en comediestukken kent. De boeken en stukken rijn brillieerend van geest en sarcasme. Natuurlijk moet men ze niet al te ernstig nemen, want dan' zou Bernard Shaw de eerste zijn om U uit te lachen. Ik heb onlangs samen met hem gesproken en ik weet dus wel, wat voor vleesch ik in de kuip heb. Maar.... Bernard Shaw is een groot man en een heef geestig man. Mij'ne vrouw en ik vinden het altijd allerleukst om hen> te ontmoeten, hetgeen indien hij en zijne vrouw buiten zijn nogal veel gebeurt, omdat zij niet ver wonen. Zij zijn echter ook veel in Londen, waar zij een huis hebbefi. het Engelsch van E. TEMPLE THURSTON door W. J. A. ROLDANUS Jt. HOOFDSTUK XI. Het was tien uur toen Nanno dien avond aan het inde van Troy s Lane uit den wagen stapte. Alle vragen, die Fitzgerald haar over Jerningham stelde en zij werden gedaan met een verbazingwek kende behendige sluwheid beantwoordde zij met een angstvalligheid, die zich met monosyllaben be- schermde. .,Hy is een verduiveld knappe mijnheer". Zij had niet geantwoord. „Hij heeft een heele reis voor den boeg" .,Ja. „Hij heeft je zeker wel verteld, dat hij naar Lon den gaat? „Ja, naar Londen". Fitzgerald had zijn toevlucht genomen tot 'hoesten, iets wat hij altijd deed, als hij niet precies wist wat hij zeggen moest „Typisch, dat hij je vroeg om mee te rijden". Weer was zij blijven zwijgen. \c:,^ïLSSC^ieJï ™ou hi^ een m°P uithalen. Sommige aan ?QVi en„ i. l°llig; h0t" met een boerenmeisje haan ZiI had zijn zijwaartschen) blik in richtinggevoeld. „Maar het is een fijne mijn- n; ~T e? hl* zal nooit iemand, kwaad doen". Ter^oi2tnrtert^eM ®erU?tste!lend hij, zich vriiwï' Nanno Jeroingham toegestaan /had hart onidr h611 ?net h-aar te P0rmitteeren, haar een biina een «n? neni ^d0 steken. Zijn insinuatie had mMTen-bhari3!.»6611 gehad om te wending' te gevenf6^ het gesprek een andere naJhfhehhf,T„iiUUie z!ker' En hil eeI» moo'eii nel hpflft ?.rrL°7?rJte «'eken. De jonge Mr. Fen- hoel duiten rtnl .2, vat er iedereI1 da# een heele Toch verwed ik two pence tegen een cent, Poincaré weigeren zal indien het zoover komt. Het is treurig dat een intelligent, rustig, goed volk els het Fransche volk, geregeerd word door advo caten-beroepspolitici en deze alleen uit* lust tot 'macht en baantjesjagerij Frankrijk en Europa ten ondergang doemen. Ik wed ook nog two pence tegen een cent, dat Poincaré en Baldwin het niet eens worden over de reparatie-quaestie, omdat Poincaré niet wil. Waar schijnlijk gaat Engeland dan op eigen houtje, waar schijnlijk samen met ïtaliö aan het werk. Bernard Shaw weer er op, dat de League of Nation Union, de Volkenbond! Vereeniging, een goed werk kon verrichten door steeds weer op bet verbeteren van den Volkenbond aan te dringen en de toepas sing der idealen in den Volkenbond neergelegd, te eischen. ïeder individu kan ten slotte daartoe bijdragen. Wij: wandelden later naar de woning van Mr. en Mrs. Shaw, bet was een verrukkelijke zomeravond, de wilde rozen en de vlier bloeiden langs de wegen en paden, die wij liepen en een roode maanschijf verscheen boven do boomen. Van het terras van de woning van Mr. en Mrs. Shaw zagen wij in het dal, waaruit oen dunne nevel opsteeg. En daar verderop, 2 mijl verder, wisten wij Lon den te liggen, met 7 millioen menschen, onbewust van het gevaar, dat elk oogenblik dreigt. Onbewust Hij luimigi Volgens hem houden de politici in alle landen den vrede tegen. Kijk eens, zegt hij, ik neem Maarschalk Foch niet kwalijk, dat die zegt, geef me veiligheid, dus kanonnen en manschappen, want het is 's mans baantje. Alleen j begrijp ik niet, waarom juist officieren, dus soldaten, i altijd over valigheid spreken. Je zoudt bijna gaan denken, dat ze bang waren en het is toch onvereenigbaar met de waardigheid van een soldaat om zelfs den WW XYe.no zei hij, ais Ce afwegen de„ ^sToincaré we, kwalijk, steeds over allerlei bewapeningen en aanvallen te spre ken en ma den sabel te rinkelen als een kleine kwaad- aardige vechtersbaas. Och zegt Shaw, die politici zijn overal het zelfde. Het was een paar jaar vóór den oorlog. Er kwam iemand bij mij, die van vaders zijde Ier e* van moeder- zijde Duitsch was. Die goede man liep over van pacifistische gevoelens en méende nu dat ik de aangewezen persoon was, om zijne pacifistische ideëen in practijk te brengen.* Kort en goed, hij wist een heele boel vooraanstaande Britsche politici, geleerden enz. bij elkaar te krijgen, die dan gezamenlijk een pacifistisch stuk zouden teekenen en uitgeven, vvaar- uil onze sympathie voor Thiitschland zou blijken- De inhoud werd ampel besproken en het noodlot wilde, dat mij Shaw de eer te beurt viel' "het document te ontwerpen. Enfin, overeenkomstig het besprokene gaf ik het gebruikelijke menu. de groote Duitsohe Goet'he, de kan men eigenlijk niet zeggen, want men weet wel groote Engelsche Shakespeare, verder Beethoven. van die geweldige luchtvloot van Frankrijk, maar Wagner, Handel, Dr. Jenner (uitvinder der koepok- men wiegt zijn vrees in slaap door de idee, dat de inenting) en Dr. Koch. allemaal broeders in kunst bondgenoot Frankrijk toch niets zal doen. en wetenschap. Zoo ging het een heelepoos door. Al- tk begin meer en meer te vreezen voor eene ont- lemaal natuurlijk niets zeggende phrasen. zettende ontgoocheling voor de Engelsch en. Aan het slot schreef ik toen: „Zoodat wij Duitsch- Een land met beroepspolitici als Frankrijk, is een „landj haar groote handels- en oorlogsvloot niet mis- vulkaan. .gunnen," Of zou in Frankrijk eene revolutie te wachten Maar nu kwam het! Niemand! der hoeren politici staan? en andere pacifisten- wilde een stuk teekenen waar Men wacht steeds op eene revolutie in Duitschland. die laatste zin in voorkwam. wacht op de revolutie bloedig of onbloedig De ziti werd er uitgenomen, iedereen teekende iu Frankrijk. Poincaré speelt met vuur toen, behalve ik. Mijn Ier-Duitsoher kwam bij mij. Maar ook in Holland wordt met vuur gespeeld. Holla, Shaw, het stuk is keurig hoor en iedereen Ik bedoel de ontzettende verdeeldheid onder de heeft ge teek end. Alleen gij hebt nog vergeten te tee- Staatsburgers van Nederland kenen. Ik heb niet vergeten te teekenen, ik teeken Ik "heb er al zoo dikwijls op gewezen, hoe ik, als het stuk niet. opmerker in het buitenland, reeds lang met angst Maar gij hebt het- stuk nog wel opgesteld, waarom en beven die alles verslindende verdeeldheid! zie Mevrouw Shaw is een allerliefste vrouw en zeer teeken je het dan niet? Goede vriend, ik heb het stuk aanwakkeren. De politieke verdeeldheid, de klasse- haar gezelschap waard. Maar aan een diner of op een inderdaad opgesteld en ik teeken het niet, want het verdeeldheid, de godsdienstverdeeldheid, teapartij luistert men onwillekeurig, zoodra er een jg soep, anders niets dan soep! In een auder land heeft men het een of het andier, redelijke kans is, naar 'Bernard Shaw. Bernard Shaw wees in zijne rede op het enorme mijn arme vaderland 'heeft, men het heele zwak- Hij heeft altijd wat bijzonders te vertellen. gevaar dat er schuilt in de geheele houding van kie (zou Davids zeggen) bij elkaar. De gevolgen blij- Hij beweert communist te zijn, maar heeft onder Frankrijk. Hij wees o.a. op het Franco-Belgo verdrag en dan óok niet uit. anderen, een mooi huis in Londen, een mooi klein en op de luchtvloot. Middenstanders moeten een eigen bank hebben, builen in Hertfordshire, een keurige auto met ruime Die luchtvloot, zei hij, heet voor Duitschland, maar prachtig. Katholieke middenstanders moeten een garage, zoodat hij er dan ook doodleuk aan toevoegt: vvie wil er oo dit oogenblik nu in Duitschlajid) tegen Roomsche bank hebben. Heel mooi! Zoo mooi, maar communisme kan men nu eenmaal' niet in dxe Fransche luchtvloot vechten? de Roomsche bank, de Hanze 'Bank. nu met de practijk brengen., dus tracht ik dat ook wi ir ni-t te d0 Franschen wapenen nu voor het Oosten, maar becnen in de lucht ligt. Ik blijf er buiten of ze door stel je voor, als ze eens plotseling zeiden: We zijn de Regeering geholpen moet worden of niet, maar ik nu wel altijd bang voor het Oosten geweest, maar -betreur éen ding, nl. dat al wordt ze geholpen of denk eens aan het Westen. Dat Westen zijn wij! niet., de Roomsche Hetze zal blijven. Roomsche ban- "B-*! li doen. Wie dus hoort of leest dat Bernaru 5.haw com munist is-en zou voelen een neiging om Izoo'h gróót mab ce worden, misschien zelf verder zou willen gaan en probeeren communisme in practijk 'te breng ju, is priori een dwaas. Bernard Snaw schrijft zuike dingen en wordt er grof voor betaald. Daar houdt hij van. Hij is in theorie communist en in practijk dol op geld. Steekt niet onder stoelen of banken dat hij' dol op geld is. In zijne redevoering zei hij onlangs, dat .hij hoopte dat Duitschland weer tot welvaart zou komen. Ik ne Stel je nu eens voor, dat ze zeggen: Er dreigt ge- ken, Roomsche scholen, Roomsche universiteiten, vaar in het Westen, dus laten wij liever aanvaller Roomsche stieren, Roomsche hengsten, Roomsche zijn dan aangevallene en- ze komen met hun lucht-geiten, alles streng gescheiden van niet-roomsche vloot Engeland bombardeeren. Onze regeering zegt nu al, de Fransche luchtvloot personen en dieren. Hoe moeten nu later die Roomsche jongelieden, ieb I er heel veel geld liggen en dus. is het mij niet 'onver schillig wat de Mark waard is. Indien gij, aanweziger(, er net zooveel geldt zoudt hebben, zou het U ook niet onverschillig zijn. Dat is natuurlijk volmaakt juist, maar klopt niet met communisme. Over geld en het 'pleizier geld te verdienen, vertel de "hij onlangs aan tafel een leuke mop. Er kwam een schatrijk Amerikaan bij hem met een prachtige introductie. Hij ontving den braven man, die een wélluidenden Daiitsehen Jodennaam, als Silber- stein of zoo iets had, en dien naam op zijn Amerikaasch met Amerikaansch neus-accent uitsprak. Meneer Silberstein sprak gedurende 40 minutensteeds maar over zich zelf. Hij vertelde, dat hij schatrijk waSj enz. enz. Ten slotte stopte hij'. Mr. Bernard Shaw zei toen: ;Ik ineen 'U goed begrepen te hebben,, U is misselijk van het geldverdienen en U wilt zich nu a#n de sunst, aan literatuur zelfs aan filmen wijden, voot de literatuur komt U Dij mij; U zoekt als het ware met mij een associatie. Meneer Silberstein, dat zal niet gaan, want U is misselijk van het geld verdienen en dol op de kunst, terwijl ik juist misselijk van de ku^t en dol op het geldverdienen ben.." Tableau. Enfin, ik ging natuurlijk naar de rede van Bernard - Shaw hooren. Hij sprak ruim een uur voor de afdeeling van de League óf Nations Union. (Vereeniging voor den Volkenbond). Het was een genot naar hem te luisteren. Hij' had moeite genomen om wat belangrijks te vertellen en deed zei is een gevaar, dus wij! moeten een even sterke lucht- die eindelijk de Roomsche Universiteit verlaten, in de wereld rondkijken? Vani kleinen jongen af zijn zij steeds opgevoed door se priesters, door celibatairen, door Meden die den special en Roomschen God dienen en vreemd tegen over talrijke werreldsche zaken staan. Die jongeling is vóór alles Roomsch, dan pas vloot hebben. Daar begint de bewapeningswedstrijd- weer, j Shaw, en van bewapeningswedstrijd komt per oorlog. Mr. Shaw wees op het gewicht van don Volken bond, maar tevens op de leemten. De Volkenbond heeft op het oogenblik geen waar- mensch en Nederlandsch Staatsburger. Wat een ge- de. zegt Mr. Shaw. Zoolang Duitschland, Oostenrijk en Rusland' geen; wrongen vc"houdingen alweer! Met al die sectarische' boerenbonden, boerenban- laan afzette, beschermd) met ontwijkende antwoor den, die niet medegewerkt hadden om zijn nieuwsgie righeid te bevredigen. Het licht brandde nog in de keukejn. Zij keek er anstig naar, terwijl zij de laan op liep. Iemand wachtte op haar thuiskomst en zij was bang, dat het Bridget zou zijn. Zij liep zacht door het. ijzeren hek, maar beef, toen zij dicht bij de keukendeur was, plotseling staan. Een dof geprevel van stemmen drotng tot haar door, waarbovenuit zh de keelklanken van John Troy onder scheiden kon. Zij baden de rozenkrans. Na een oogen blik, toen zij wat gewend geraakt was aan het geluid, was in staat Patsy's en Johny's stemmen te her kennen, wanneer zij1 de Wees gegroet Maria's in moede, eentonige tonen herhaalden. Zij legde haar oor tegen het sleute'gat en een-zucht van verlichting ontsna.pto haar. Bridget's stem hoorde zij niet. Dan 'knielde zij stil neer en herhaalde met hen, die binnen waren, het laatste gedeelte van de rozenkrans. „WTees gegroet, Maria vol van genade, .de Heer is met u gezegend zijt gij onder de vrouwen en gezegend is de vruent uws lichaams Jezus De diepe noten van John Troy's stem deden de woor den in onderworpen eerbied rollen en met de anderen antwoordde zij, terwijl1 haar lippen zich stjl bewogen „Heilige Maria, moeder Gods. bid voor ons, nu en in het uur onzes doods. Amen." Toen zij' alleen daar op het erf de laatste woorden, zeide, terwijl de avondwolken zweefden in. het zwarte gewelf des hemels, vroeg zij zich aff, wanneer het uur van haar dood zijn zou; of hij gauw zou komen, als een onverwacht geschenk', of langzaam, met slepende» stappen, waarvan net geluid geleidelijk harder en harder werd, naarmate zij dichterbij kwamen. Dat hij snel' mocht komen, bad zij'; dan stond zij op, duwde zacht de deur open en ging de keuken in. John Ttov, <IieJ bezig was weer op zijn gewoon sloeltje te gaan zitten, keek op. ;,God zeajene ons, kind, waar heb jij' gezeten'/' vroeg hij en Jonpny en Patsy wachtten met nieuwsgierige/ gezichten op haar antwoord. „Zij' is al' een half pur geleden naar bed gegaan," voegde hij' 'eraan toe. „Wat heeft rij ervan gezegd, dat ik niet thuis kwam1?" „Ik weet het waarachtig niet. Wat zou ze zeggen» Maar waar heb je gezeten r' „Het was zulk mooi weer en ik teas moe van het maaien. Ik ben buiten geweest, dat is a'les." „Maar ie eten?" O, ik heb heelemaal geen trek. Nfininn Zij ging op de bank onder den scharsteen ritten, nntrinc? ia #evonderi; nogmaals een Een ocgenb-ik keek John maar haar gericht; dan zag to hr i |esPre.^ °P een ander onderwem hij' de twee jongens staan en riep hu: gen en dus had zij zich, tot hij haar bij de „Allo naar bed, rakkers. Naar bed. En teleurgesteld deel mogen uitmaken en Amerika geen deel wil! ken, boerenvereenigingen staan de Roomschen) weer uitmaken, is de geheele Volkenbond waardeloos, in-, apart. Geen samengaan der boeren is dus feitelijk dien het er mee blijft gaan als tot nu' toe het geval is.meer mogelijk. Met ziet namelijk steeds weer dat de groote mo-l Oh ja, toch! In den aanval op het Jachtrecht, daar gendheden den Volkenbond prachtig vinden voor stonden de boeren pal. het opknappen der zaken, van de kleine mogendhe- De misselijke Jachtwet is er nu door. den, maar heelemaal niet goed voor de zaken der Het jachtgenot is don aristocraat afgenomen. Die groote mogendheden zelf. ellendige aristocraat is tenminste flink getroffen. Vandaar dan ook de RuhTbezettdng. j De democraat kan juichen. Hier wil ik even wijzen op de Tanger-conferentle. Toch heb ik in Noord-Holland bekende democra- Indien die spaak loopt, 'hetgeen bijna zeker is, zul- ten. nog wel vooraanstaande democratische boeren len dan Engeland en Frankrijk de beslechting hun- zien jagen. Die gaven aan het frissche jachtgenot de voorkeur "2 boven bioscoopbezoek, ofschoon jagen een aristocra tisch en bioscoopbezoek een democratisch genot is. Gelooft er nu oen verstandig mensch werkelijk, dat door het uitroeien van het wild, de boerenstand zal profiteeren.? De luie boer blijft toch lui. De domme boer blijft toch dom. Die zullen dus niets ten goede bijdragen -met of zonder wildstand. De vlijtige, flinke, bekwame boer val er niet meer liepen zij weg, zoo langzaam als zij maar eenigszims durfden. John wachtte tot rij de deur achter zich gesloten» hadden; dan st.ik hij een vereelten vinger in den kop van de pijp, die hij rookte, keerde zich op rijn stoeltje om en keek Nanno aa-n. Terwijl haar oogen wczenlpbs sintels 'Uni In het vuur staarden, trok Zij zacht aan de je gepraat, terwij'f je uit was,' zeide „Er is over hij eindelijk. „Over mij'/" Zij keek op. „Ja over je trouwen." „Wie?" Jamesy Ryan." Nanno sloot haar ©ogen. „Die bruut van een kerel?" riep rij' in een plotselinge ingeving uit. John keek haar met vriendelijke verbazing aan. Hij. zelf voelde ook' niet veel voor den man; maar hij was zooals vele anderen en hij had eon eigen hoeve. Maar hij werkt hard." Nanno rakelde een paar koude sintels op het vuur en trok hard aan dc blaasbalg. „Wanneer hij niet te vee/gedronken heeft, misschien. Maar ik heb hem ,nog nooit nuchter geriqn.' John kéék haar verbijsterd aan. „Maar God zegene ons, kind, je vvil't toch eenmaal xrouwen." „Neen." Een oogenblik Werd John door haar beslist antwoord tot zwijgen gebracht. Hij wist niet, wat hij erop zeggeft moest. „Maar wat wil je in Gods naam doen, a's Patsy groot is'/" Zij' gaf geen antwoord. „En ik ddn" onderhouden?" Hij zeide het rilet onhartelijk. Van ieder standpai^t uit beschouwd scheen het haar de eenige gerechtvaar- nonderd pond hebben; maar zij "heeft hem fatsoenlijk op zijn plaats gezet, zoodat hij met tweehonderd een- en-dertig pond tevreden was." Nanno luisterde bevend naar dit alles. Zij had van den beginne af geweten, dat rij het ten slotte toch met haar moeder zou moeten uitvechten. Als zij op hnar naar de gloeiende trouwdag een bruidschat van tweehonderd een ®n dertig y" 7noh1 riP! pond konden missen, dan konden rij haar tenminfte» nog drie of vier jaar onderhouden. Daarna zou zij1 in dienst kunnen gaan of in ieder geval maken, dat rij niet meer voor naar behoefden te zorgen. Verder gaan vond zij baar plicht niet. „Zoo is het met mij gesteld," zeide zij eindelijk'. .,Ik wil u1 -:~i -1 :u Denk je, dat ik je altijd kan blijven, digde houding, die hij aan "kon nqmen, toe. Zij keek over het vuur naar hem. „Maar ik haat Voor verschif Z,J dien man," zeide rij. „Lieve God, wat heeft dat er mee te maken zoover ik zien kan, bestaat er niet zooveel tusschen hem en andere mannen. Nanno dacht aan Jenningham. „Niet veel verschil?" herhaalderij". John krabbe'de on rijn h*ofd. „Enfin, zij heelt de zaak met hem g^egèld. Ik weet er vorder niets van.' „Wat bedoel je?" „Nou, dat zuil ie samen de zaak behandeld hehVn, Ik had er niet vee1 in te z^en 7. :s me r h de» nand met cijfers dan ik. W »aricht'g Ivj wou rfrie- heelemaaj niet tróuwen en al wou "ik, dan zeker niet met Jamesy Ryan. Dat mag je haar gerust zeggen, als je wilt. Zij behoeft niet. af te pingelen bij Jamesy Ryan, omdat ik nooit met hem trouwen zaf." Zij zeide het beslist, uitdagend, maar tranen van wanhoop stonden iip haar ©ogep. John stond verbijsterd op. Hij had nomt op dergelijke tegenwerpingen gerekend en nu hij ertegenover stond, zag rijn eenvoudige natuur geen kans die tc over winnen. Hij klopte zijn nsoh uit zijn pijp en liep naai' de kamerdeur. Wat Bridget zeggen zou, kon hij slechts vaag gissen. Doch wat het ook zijn mocht, hij wist, dat het heftig en driftig zijn zou. Nanno bleef roerloos op de bank zitten. Zij zag hem de slaapkamer ingaan. Zij zag hem de deur smiten en dan keerden haar blikken terug naar het vuur. Naari al haar angst voor de onvermijdelijke scène met Bridget rees in haar ook op 1de herinnering aan wat er fle laatste uren gebeurd was. Op dit oogenblik was Jerningham waarschijnlijk onder weg naar Dublin. Zij zag nem duidelijk voor haar geestesoog. En dan begon zij zich af te vragen waaronl hij haar gevraagd haa met hem mede te rijden naar Anesk. Het vuur werd dolfer; de schaduwen begonnen ojn haar heen te kruipen, terwijl het langzaam' uitging. Juist begon de slaap haar wat te vers uitten, toen zij plot seling een geschreeuw in Bridget's kamer hoorde. Onmiddellijk zat zij rechtop en luisterde. 'Zij praatten binnen. Bridget's stem werd met ieder woord luider. „De duivel hale haar," hoorde rij haar moeder uitroepen; dan vloog de deur der kamer open en sloeg legen de keukenkast, zoodat alle borden rammelde^. HOOFDSTUK XII. 'iligé Moede. 'e eerlijke en fatsoenlijke menschen denkt te kunnen behandelen. Verdomd, kinderen, die van het b gin

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5