ROMMELKRUID.
BE JONGENS VAN DEN HOLEN
houden verzien te maken uit der onwilligen
Scheepenen gerootste goeden; met zulken Regie
als men van onzen wegen Regten gewoonlyk is
te doen .en alzoo Willem de Bestaart voor
noemt, hem ook meede beklaagt van zoeker
agtcrstal. die hem van de voorschreve Pagte,
aan de Buuren ende Onderzaten voorschreve,
gebreken zoude, en ook van koste en van scha
de, die hy omme dat die voorschreven Buuren
ende Onderzaten in gobreeke van betalinge van
de Pagte voorschreven, geweest hebben, gebe
den zoude hebben; zoo zullen de Buuren en
Onderzaten den voorschreven Willem daar voor
geven 156, ruiker Nobolen als voorschreve staan
die zy Willem voornoemt uitreiken en betalen
■uilen op Kerstyd naaslkoroende, of binnen
een Maand daar na onbegrepen, met de Rente
«n de Pagte van oen jaar, die Willem voor
schreve als dan op do voorschreve Buuren en
Onderzaten, zullen mids deezer betaling© van
alle Pagten Willam voorschreve, voor deeze
tyd verscheenen van der voorschreve Visseryen
«n ook van alle koste en schade (Re Willem
voornoemt, tot deezen dage toegedaan en gele
den hebben, nog om ©enigerhande zaaken Wil
lem roeren van de Pagten voorschreve, vry en
quid weezen Willem voorschreve, en van zyne
Krven en Nakomelingen tot geenen dage, Wil
lem voorneemt nog zyn Huisgezin, nog ook
geene Schouten aan de voorschreve
Coggen wcezen, alzoo lange ate zy in
den dienste van Willem de nastaart voornoemt
•n van zyne Erven en Nakomelingen, of van
den Schout Ambagt weezeu zullen, deeze voor-
■dbreve Visseryen niet en rullen mogen buu
ren nog doen huurer, Pagten nog doen Pag
ten; nog aai/, goene h aure of pagte daar af ros-
psnde, meedo part ofte doel hebben, des zullen
<Se Buuren en Onderzaten van de Coggc voor
schreve, Willem voornoemt, of zyne Erven en
Nakomelingen daar voor jaarlykz geven tot
eeuwigen dagen, een tonne Palings, of daar
voor aan geld twee Nobele, zulke als voorsehre-
v» staat, die de Buuren en Onderzaten van de
Cogge voorschreve, Willem voorschreve of zy
ne Nakomelingen, alle jaren tusechen Heiliger-
aaisse en Kerstyd betalen zullen, en dat ook
Vervolg.
Al gauw waa es* een half uurtje voorbij. Ze
waren nu het dorp uit, en zagen In de verte, te
gen den horizon, de duinen in het zonlicht schil
teren. Een mooi gezicht waa dat: de donker
groene denneboomen, die langs de duinen
gmeiden, tegen bet gele zand.
„Nog een ruim uur, jongens!* sei meester.
Bij zag wel, dat een paar meisjes moe werden,
•b daarom vuurde bij ze telkens aan. Na een
Kwartiertje ging de heele stoet even rusten. Aan
den kant van den weg viewer ze neer. De jon
gens waren nog beelemaal niet moe. Die dach
ten niet aan rusten, en begonnen dadelijk een
spelletje haasje over. te spelen, en Willem van
Bijn stelde zijn naamgenoot Wim Gerritse voor
em een* een duurioou te houden.
„Wat is dat, een <1Jurloop?" vroeg Jan An-
dringa.
„Kijken, wie bet X langst volhoudt* zei Wil
leen.
„Dat zullen we toch maar niet doen", zei
meester. „Straks, ih 3* duinen mag je X pro-
fceereh!*
„Dan maar Bever aan X strand, meester",
•ei Wim. „In de duinen met al dat mulle zand
■ou X moeilijk gaan."
De meisjes zaten gezellig bij elkaar, te pra
ten. Af en toe zongen ze een liedje, en dan vie
len de jongens in. Aardig klonk dat, zoo In de
heldere lucht, dat tweestemmige gezang X Leek
Wel, of de koeien in de wei er naar luisterden.
„Jammer, dat André van der Linden er niet
meede dat 14 Scheepenen van Nieropper Cogge
uit den Rykdom die in de voorschreve Coggen
geland zyn tot eeuwigen dage geduurende,
jaarlykx huunen zullen mogen: maken daar by
dat men die voorschreven Visseryen
bevissen zal, tot nutschap ende profyte
onzer Lande voorschreve, ende by alzoo dat
iemand tot eeniger tyd breukelyk bevonden
worde, tegene die keuren gedaan te hebben,
dat onzen Baljuw van Kennemerland en van
Vriesland dier tyd iweezende, die breukinge al
zoo veer at* die gezeeten zijn, binnen zyn bedry-
ve van onzer Baljuwschap voorschreve, van on
zer wegen beregten zal, na inhouden van der zei
ver keurende ende indien dat de breukinge bin
nen den bedryve ende Heerlykheid van Willem
de E astaart voorschreve, of zyijnen Erven en Na
komelingen daar en tegen de versuimelyk of
onwillig daar in vielen ,dat hy of zynen Erven
ende Nakomelingen dan elkes dagos die men
hem metter waarheid overtuigen mogte, dat
zy versuimelyk of onwillig daar in gevallen
waren, verbeuren zullen eenen Nobel, zulke als
men van de Pagte betalen zal, die welke de
voorschreve Buuren ende Onderzaten van de
Cogge voorschreve, by de meeste gevolgen van
henluiden binnen die Cogge voorschreve zullen
mogen buuren alle Sluizen ende Watertogten,
en die leggen en verleggen, tot alle tyd als hem
dat nutte en oirbaar dunken zal, tot oirbaar en
profyte van onzen Landen, zonder daar aan
iets te verbeuren, tegen ons of iemand anders,
en om dat wy willen dat deze verklaringe en
uitsprak© voorschreve, van onze voornoemde
Raaden gedaan tusschen de voorschreve par
tyen van een iegelyk, alzoo hem dat aankleve,
nog van waarden gehouden werde voor Hem
en heure Nakomelingen, die wy gebost hebben
ons Regts. Zoo hebben deezc te oirconde deeze
Brief bezegelt, met onzen Zegel hier aange
hangen, waar X zaake, dat tot ©eniger tyd, in
eenige van de Puncten yoorgenoemt gescheo-
le, twyffel of duisternisse geviele, dat houden
wy tot onze verklaringe.
Gegeven op den 23. dag ln Augusto,
in X jaar ons Heeren 1440.
Accordeert
bij ia", zed Henk. „Die had soo'n plezier ln die
„diertjes" weet je nog wel?"
De jongens lachten en in kleuren en geuren
werd het heele verloop van den voetbalwed
strijd nog eens opgehaald.
D&vid Meijer was bezig.... Neen! Dat vertel
ik jullie niet. Dat kan je wel raden! X Zou ver
velend worden, om steeds dezelfde historie te
vertellen.
„Pas maar op, Davidje", zei meester, ,Je
wordt me op die manier al te zoet!"
.Dit is een zure, meester", zei David en hij
lachte, dat zijn mondhoeken bijna tot zijn
ooren toe kwamen.
„En straks begint hij aan de zoute", zei Henk.
Toen begon David zoo te lachen, dat hij zich
bijna verslikte.
„Vooruit", zei meester. „Nu de meisjes voor!"
En daar ging de optocht weer verder, orde
lijk en netjes! Op -den weg stond een ijsva-
gentje.
„Meester, mogen we een ijswafeitje koopen?"
vroeg een meisje.
„Jawel, als je maar denkt aan het geld voor
de tram!" zei meester.
Veel kinderen gingen zich met een ijswafel
verfris«chen.
Eindelijk waren ze, waar ze weren moesten.
En dat was maar goed ook, want een paar
meisjes konden bijna niet meer vooruit!
Op een open plek tusschen een paar duinen
stond een boerderij, die tegelijkertijd een soort
van café wns. Je kon er paarden en rijtuigen
stallen, fietsen opbergen, enz. Als je wat eten
wou, waren er broodjes verkrijgbaar en wie
dorat had, kon zich laven aan zoete melk, kar-
EERSTE HAND-VESTEN,
Van Barsingerhorn en Haringhuizen.
Willem, by de gratie Gods, Pais Grave op
den Rhyn, Hertog van Beyeren, Grave van He
negouwen, van Holland, van Zeeland; en Heer
van Vriesland.
Doen kond allen/ Luiden: want onzen Luiden
en gemeene Onderzaten uit onzer Dorpen van
Barsingerhorn Haringhuizen, langen tyd in
kranken snooden regementen gestaan hebben,
en zy hen met zulken Regten en herkomen (als
tot deezen dage toe alhier gehandteert hebben
geweest), niet gehoude nog gedaan en konnen
tot onzen en onzer voorschreve Dorpen eer,
en oirbaar, zoo hébben wy, overmids ootmoe»
dig vervolg oner goede Luiden voorschreve,
om meenigeni goeden diensten die zy ons met
beuren lyve tot voortyden gedaan hebben, ofte
God wille nog doen zullen; ende zonderlinge-
om Henlieden eri Onderzaten gegeven hebben:
ende geven mids deezen tegenwoordigen Blie
ve eenen gemeinen Vry heden ende Poort regt
in manieren., dat beide onze Dorpen voorechre-
ve, alzoo wyde en breed© als heuren Ban strek -
ke, een Vryhede en een Steede, zullen weezen
geheeten Barsingerhorn; welke onze goede
Steede voor alle beure Poorteren, die nu zyn,
of namaals weezen zullen, hebben, houden en
gebruiken tot eeuwigen dage, zulke Handves
ten, Vry heden en Regte als hier na beschreven
staat
Wordt vervolgd.
KI»tilsE I>HKHKiinitf
De eerste vrouwelijke geneeskundige promo
veerde in Frankrijk, nu 48 jaar geleden.
I
In de eerste 12 maanden na de drooglegging
van de Vereenigde Staten was het aantal over
tredingen zeer groot. Het bedrag der opgelegde
boeten bedroeg ongeveer 24 millioen dollar.
Zaagsel is een uitstekend middel tegen stof.
Een laag zaagsel op een landweg houdt hef
stuiven tegen.
nemelk, limonade, kwast, ranja en nog veel
meer. Ook waa er een groote tuin, waar schom
mels, wipplanken en een draaimolen waren.
„Nu gaan we eerst wat eten", zei meester,
„X Is al bij 9lven, en jullie zult wel moe zijn
van je wandeling. Daarom gaan we rustig aan
een tafeltje zitten, om ons brood om te eten.
De eigenaar van de boerderij komt dan wel bjj
0D9 rond, om te vragen, wat Je wilt hebben.
Ik zal hem even waarschuwen
Meester ging wog en kwam even later met
den eigenaar terug. Onderwijl hadden alle kin
deren een schaduwrijk plekje opgezocht, waar
ze hun brood zaten te eten.
„Karnemelk 8 cent, zoete melk 10 cent en li
monade 15 cent", zei de boor. Ieder bestelde
naar zijn smaak, en een oogenblik later was X
doodstil in den tuin, wantkatjes, die mui
zen miauwen niet! Maar lang duurde dat ook
al niet, want in korten tijd waren alle boter
hammen in de hongerige jongens- en meisjes-
magen verdwenen.
„Mogen we nu gaan spelen met de schom
mels, meester?"
„Jawel", was X antwoord, „als Je er maar
voor zorgt, dat je dé boel niet kapot maakt, en
vooral dat je ar niet afvalt. Want daar weet
ik geen raad voori"
Nu waren in een oogenblikje alle speeltui
gen bezet Meester ging aan een tafeltje zitten
en hield oen oogje in het zeil, want hij wist
wel hoe onvoorzichtig en roekeloos Bomrnige
kinderen kunnen zijn.
i
Wordt vervolgd.
Olifanten zijn bang voor muizen en hebben
een hekel aan varkens.
Eeuwen geleden zijn de Jumpers" reeds in
de mode geweest
De helft van alle diamanten van de hoel>
wereld zijn in X bezit van Amerikanen.
In Pennsylvanië heeft men oude melkkoeien
ingeënt met een serum, bereid uit klieren van
zeugen, waardoor de koeien een algeheele ver
jongingskuur ondergingen en de dartelheid
van kalveren herkregen.
Mieren zijn betrouwbare weervoorspellers.
Als de beste lichaamsoefening na een oo-
pieusen maaltijd wordt door verschillende
doktoren het biljarten aanbevolen.
I
Volgens de Chineezen is bet compas reeds
uitgevonden omstreeks 2600 jareD voor Chris
tus door hun keizer Hoang-Ti. M-
KIESKEURIGHEID BIJ HET ETEN.
Het is een bekend feit, dat de cultuurznensch
houdt van afwisseling in zijp voedsel. In kost
huizen komt het dikwijls voor, dat bij de be
reiding der spijzen steeds dezelfde soorten
kruiden worden gebruikt, waardoor ieder ge
recht weer eenzelfde soort smaak heeft. Dit is
de oorzaak, dat jonge, niet verwende menschen
ernaar verlangen, zoo nu en dan van kosthuis
te veranderen, om eens weer een anderen
smaak te krijgen, ook al viel er overigens op
de qualiteit en de bereiding der spijzen niets
af te dingen.
Voor den mensch is de stevigheid van het
voedsel ook van belang. Wanneer hij al te dik
wijls brijachtig of vloeibaar voedsel krijgt, dan
zou hem dit op den duur niet bevredigen, want
wie een goed gebit heeft, wil dat toch ook
graag gebruiken. Zoo was men in den oorlogs
tijd al blij, wanneer imen in zijn soep wat har
de linzen of geretekorrels kreeg, om tenminste
iets te kauwen te hebben. Reeds lang vóór den
oorlog was het bekend, dat in de gevangenis
sen, waar er betrekkelijk weinig afwisseling
in de voeding bestaat, het eten den menschen
na korten tijd al zóó gaat tegenstaan, dat het
bijna niet mogelijk is hen ertoe te krijgen vol
doende voedsel op te nemen. Brood staat dan
nog het minst tegen. Hier hébben wij dus ook
met een soort van kieskeurigheid te maken,
ofschoon het gebrek aan beweging in de fris-
sche lucht en de gedrukte stemming ook voor
een groot deel de schuld zijn van het gebrek
aan eetlust.
Het voedsel van den mensch moet gemengd
zijn en moet eiwit, vet en koolhydraten in de
bekende verhouding bevatten. Deze verhou
ding nu se hommel t in betrekkelijk ruime mate
al naar den levensstandaard en de voorkeur
van het individu. Sommigen eten liefst brood,
anderen liever vleesch; sommigen staat vet
tegen, maar ze krijgen dan bijv. met melk meer
vet naar binnen dan zijzelf wel weten; ande
ren leggen op hun dik gesmeerde boterham
nog een flink stuk vette ham en kunnen het
goed verdragen. Bij het kiezen der spijzen is
ook het gezonde gestel van invloed en komt
het er op aan, wat het spijsverteringsorgaan
al of niet verdragen kan. Velen zouden wel
trek hébben in een of andere spijs, doch de
ondervinding heeft hun geleerd, dat zij beter
doen zich daArvan te onthouden.
Over het algemeen kan men echter zeggen,
dat geen der drie genoemde groepen van. voe
dingsstoffen op den. duur in het voedsel mo
gen ontbreken, of te weinig aanwezig kunnen
zijn, zonder dat de gezondheid en het uithou
dingsvermogen van den mensch er door wor
den geschaad. Men ziet dan dikwijls, dat de
eetlust zich wijzigt en dat er een dringend ver
langen ontstaat naar datgene wat ontbreekt.
Ten opzichte van de kieskeurigheid bij het eten
is het moeilijk uit te maken in hoeverre de ge
zondheidstoestand van den mensch meespreekt
en voor welk deel verfijndheid slechte opvoe
ding en aanwensel hier schuld zijn. Vele na
tuurvolken b.v. moeten tevreden zijn met een
betrekkelijk eentonige voeding, omdat er niets
anders te krijgen is en het deert hen blijkbaar
niet. Doch dit wil niet zeggen, dat deze men
schen niet ook wel liever iets anders te eten
wilden hebben dan vandaag visch, morgen
visch en overmorgen weer visch. Dat merkt
men dan ook telkens, wanneer deze menschen
toevallig in een beschaafd land komen en de
verschillende soorten van voedingsmiddelen
daar leeren kennen. Trouwens, ook in hun
eigen land blijkt wel degelijk, dat zij voorkeur
hebben voor het een of ander. Jagersvolken
b.v., die bijna uitsluitend leven van het vleesch
van het weinig vetrijke wild, (beschouwen de
vetste deelen, b.v. de tong of de bult van den
buffel als een bijzondere lekkernij. In het be
gin van den oorlogstijd was ln een veldhospi
taal de voedselvoorziening slecht verzorgd.
Toen werd zorgvuldig ieder bord schoonge-
schraapt en ieder kluifje tot op het been afge
kloven, dat toch vooral geen beetje vet verlo
ren ging. Ieder was het er over eens, dat men
vet het minst kon ontberen. X Waren hier wel
is waar meest doktoren en men zou kunnen
denken, dat deze (bevooroordeeld waren door
hun theoretische kennis, volgens welke ieder
man per dag 60 gram vet noodig heeft. Maar
den wilden volken b.v., die toch geen begrip
van physiologie hebben, is het in de eerste
plaats bij het gevangen wild ook om de vetla
gen te doen.
Ook de dieren toonen dergelijke verschijnse
len van voorkeur bij hun voeding. Dierlijk
voedsel bevat, naar men weet, veel keuken-
zout, plantaardig voedsel, daarentegen weinig
keukenzout maar des te meer kalizouten. Het
organisme nu doet zijn best deze laatsten kwijt
te raken en met de urine gaat dan veel keu
kenzout ook verloren. Zoo komt bet, dat bij
veel plantenetera verlangen naar keukenzout
ontstaat.
In dit verband is het volgende geval zeer
merkwaardig. Het betreft iemand, die „in de
keuze zijner ouders zeer voorzichtig was ge
weest" en die een bijzonder gelukkige jeugd
had gehad. Hij was wel is waar streng opge
voed en ook met eten niet verwend, maar het
liad1 hem nooit aan iets ontbroken. Eens zat hij
zijn middagmaal te gebruiken eigens buiten
in eep logement, waar ook de wijnbouwers
graag kwamen, omdat de wijn er lekker en
goedkoop was. Toen viel het hem op, dat een
van die lui, een arme drommel, lederen hap
brood eerst in het zoutvat dompelde vóór hij
hem opat. „Zonderling", dacht onze jonge mar»
en hij begreep er niets van. Hij vergat deze
gebeurtenis, tot zij hem later, ongeveor na 30
jaren, weer in de herinnering kwam. Het was
hem in zijn verder leven niet zeer goed gegaan.
Hij had voor dokter gestudeerd, maar deze
studie had te veel van zijn krachten geëispht,
zoodat hij ziekelijk geworden was en niet in
staat zijn kost te verdienen. Hi) leerde toen
ontbering en gebrek kennen. Op zekeren dag
betrapte hij er zich op, dat hij zijn brood dik
met zout bestrooide en toen kwam hem plotse
ling het boertje van vroeger weer in herinne
ring. Maar nu had hij medische kennis genoeg
om de verklaring te weten. Hij had den laat
sten tijd geen vleesch gegeten, was zwak en
zijn gestel had behoefte aan keukenzout,
Deze soort kieskeurigheid bij het eten, bet
vrlangen juist naar datgene wat het organisme
in het algemeen of pp een bepaalden tijd noo
dig heeft, komt ongetwijfeld zeer dikwijls voor.
Dat schijnt de natuur zoo ingesteld te hebben
om het voortbestaan van de soort mogelijk te
maken.
Wat de kinderen betreft, die heele klein ijea
houden in X geheel niet van afwisseling, inte
gendeel meestal verzetten zij zich heftig tegen
ieder wijziging in hun voeding. Later veran
dert dit echter. Merkwaardig is het, dat eigen-,
lijk alle kinderen een voorkeur hebben voor
alles wat zoet ia Dit is waarschijnlijk ook niet
een blijk van snoepzucht, maar het verlangen
naar suiker, dit voedingsmiddel, dat zoo ge
makkelijk oplost en verbrand wordt, zal ooki
wel een kieskeurigheid zijn, die in verband
staat met de behoeften van het organisme.
Kinderen kunnen op den duur suiker slecht
ontberen.
Het is niet gemakkelijk kinderen ten opzich
te van het eten goed op te voeden. Wanneer
men een kind laat kiezen uit een schaal met
appelen, waarhij één peer ligt, dan kiest het
meestal de peer, niet omdat het meer van pe
ren houdt, maar omdat te midden van den
overvloed van appelen die eene peer meer at
tractie voor hem heeft Omgekeerd zou het één
appel te midden van vele peren kiezen en met
blauwe en witte druiven kan men dezelfde
proef doen. Hier is dus geen sprake van kies
keurigheid in verband met de behoeften en
men moet met dergelijke dingen rekening hou
den, wanneer men de kinderen ten opzichte/
van het eten goed wil opvoeden, Zeker la heit
verstandig de kinderen met eten niet te ver
wennen, maar men moet dan terdege weten te
onderscheiden. Langzamerhand kan men de
kinderen wel leeren alles wat op tafel komt
mee te eten. Men kan het ze niet kwalijk ne
men, als zij de eene spijs lekkerder vinden dan
de andere, maar men mag hun de minder lek
kere niet besparen. Kinderen uit de gegoede
klassen, die geleerd hebben alles mee te eton,
blijken dan ook later in het geheel niet bijzon
der kieskeurig of snoeplustig te zijn en men
merkt als dokter steeds, dat het veel gemak
kelijker is zulke kinderen een bepaald diëet te
laten houden dan kinderen uit de minder ge
goede kringen, die uit den aard der «aaV in dil
opzicht minder geleerd hebben.
Wanneer kinderen op het gebied van el en
wonderlijke verlangens hébben, dan moe? men
toch wel altijd even nagaan, of hier ook een
physiologische reden voor kan bestaan. Wij
weten nog niet genoeg van de vitaminen om
hierover steeds een goed oordeel te kunnen
hebben. Bij volwassenen bestaan ook vaak bij
zondere verlangens ten opzichte van bet eten,
welke later, als men een beter inzicht in de
zaak heeft misschien anders dan nu beoordeeld
kunnen worden. Zoo b.v. het verlangen naar
zure of sterk gekruide spijzen, dat uoo dikwijls
bij lichte maagstoornissen voorkomt.
(Münch. Mediz. Wochenachriftj
HUIS VLIEGEN.
Deze lastige en vieze dieren, die zich niet ga-
neeren om, bij wijze van spreken, regelrecht
van de mestvaalt op onze béterham te vliegen,
zijn oorzaak van vele ziekten. Zy brengen heel
vaak besmetting over.
Naar schatting legt een vlieg 100 eieren per
week. Als do omstandigheden gunstig zijn, ln
warme perioden bij overvloedige voedselvoor
raad? begint de vlieg reeds een week na de
ontpopping eieren te leggen. Laten we aanne
men, dat de vliegen gemiddeld één week leven,
en dat de tijdsduur van ei tot ei 18 dagen
duurt, dan is na te rekenen, dat de nakomelingi
schap van één enkele vlieg ln de periode van
1 Mei tot 30 September 4000 millioen Vaiv be
dragen.