KMO HEEKHUGOWAASD.'
Zaterdag .28 «IulL1923.
66sle_Jaargang. No. 7271.
IS»:.
BIJ VOEGSEL.
Veigauermg van uen itaau uer -gemeente Heerhu-
gcwaard, gehouden op Vrijdag den 27 Juli 1923, des
namidaags ten 2 uur.
Voorzitter Burgemeester Van Slooten.
Allen aanwezig.
Voorzitter opent de vergadering met welkom en
daarna worden de notulen gelezen.
De heer Kostelijk merkt op dat er in de notulen
weergegeven wordt betreffende den kerktoren te Veen-
huizen, dat er door den Raad is besloten dat deze
toren na reparatie ter overname aan liet kerkbestuur
te Veenhuizen zal worden aangeboden en dat, als
die geweigerd wordt, tot verkoop voor afbraak of
anderszins zou worden overgegaan. Doch spreker
dacht dat er toch ook nog bij moest, dat er besloten
is, schrijven namens B. en W. of namens den Raad
over deze zaak aan Ged. Staten te zenden.
Nadat voorzitter korte lij ks heeft toegelicht dat zoo
danige aanvulling der notulen toch niet noodig zou
zijn, kan de heer Kostelijk daarin meegaan.
De heer Kuiper merkte nog op, dat er twee jaar
geleden besloten was, dien toren te repareercn en
dat is nooit uitgevoerd geworden. Wat spr. niet
goedvond.
Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een schrij-
van van C. Stekelbos en C. Berkhout, beiden hooi-
stekers, die vroegen om hunne bezoldiging als- liooi-
stekers te verhoogen en te brengen van f 60 op f 100
's jaars, voor hen beiden te zamen. En zulks dan met
ingang van 1 Januari j.1.
Dit jaar zijn hunne werkzaamheden zeer zwaar ge
weest.
Voorzitter: Of de werkzaamheden vergrooten, is
misschien maar idée. Zij schenen niet te best op de
hoogte te zijn met de grenzen hunner wijken voor
bewerking en voorzitter heeft dienaangaande inlich
tingen gegeven. Toen werd gezegd dat er zooveel
hcoibroei en daardoor voor de hooistekers zoove'el
werk was en het salaris te weinig was. Voorzitter
heeft toen in overweging gegeven om een verzoek
schrift tot den Raad te richten, dat dan nu is inge
komen. B. en W. hebben het besproken en vinden
f30 voor elk ook niet veel. Daarom stellen zij voor
f40 salaris aan elk dezer hooistekers toe te kennen.
De heer v. d. Oord vraagt naar de instructie en
voorzitter geeft daarover eenige inlichting.
De heer v. d. Oord zegt, niet tegen verhooging te
zijn.
De heer Met vindt f60 voor adressanten te zamen
al heel weinig voor dat werk en zou aan hun verzoek
volledig gevolg willen geven, dus f 100 in totaal toe
kennen.
De heer Borst is overtuigd, dat het druk werk geeft
en kan er zich best mee vereenigen.
De heer Kuiper stelt voor om adressanten dit jaar
gratificatie te geven, doch het salaris ongewijzigd te
laten. De gratificatie voor dit jaar wil spr. voor elk
der adressanten wel op f20 stellen.
De heer Poland vindt Kuiper's idee best en steunt
dit voorstel.
Voorzitter zegt, dat er vroeger aan de hooistekers
10 cents per koe hooi werd betaald. Maar dat beviel
niet en toen is er vast salaris voor in plaats geko
men.
Plet voorstel van B. en W. om elk der adressanten
f 10 salarisverhooging toe te kennen, komt eerst in
stemming en wordt aangenomen met 6 stemmen
voor en 5 tegen .Voor waren de heeren v. d. Oord,
Krom, Wijnker, Kostelijk, Van Lange en Does.
Ingekomen is een schrijven van de gemeente Alk
maar of de Raad genegen is de nieuwe regeling aan
te gaan voor scholieren, die te Alkmaar willen school
gaan, om daarna op de Rijks Hoogere Burgerschool te
Alkmaar over te gaan.
Voorzitter verklaart, dat de leerlingen hier dat
niet noodig hebben en dat het Lager Onderwijs hier
hen in staat stelt om zoo over te gaan naar de PIoo-
gere Burgerschool.
B. en W. stellen voor, in deze geen overeenkomst
met Alkmaar aan te gaan.
Met aller instemming aldus besloten.
Van de vereeniging ter verkrijging van landbouw
bedrijf es door landarbeiders is ingekomen een ver
zoek om f2250 voorschot, om daarmee den landarbei
der P. Tamis in staat te stellen een bedrijfje wo
ning met 30 snees bouwland aan den Middenweg
alhier te bekomen.
De heer Kostelijk meent, na eenige inlichting van
voorzitter te hebben verkregen, dat het plaatsje meer
waard is dan het gevraagde voorschot.
Anderen beamen dat.
En dat het meer waard is, is ook heel goed.
Voorzitter zegt, dat Tamis een goed landarbeider
is en het plaatsje voldoet aan de door de Landar-
beiderswet gestelde eischen.
De heer Krom zegt, dat de gemeenteopzichter op
name heeft gedaan én deze heeft de woning goed be
vonden.
B. en W. stellen voor het gevraagde voorschot te
verleenen, waartoe met allen voor wordt besloten.
Voorzitter stelt aan de orde een adres over een
nieuwe Schutsluis alhier. Daarin wordt gevraagd dat
de gemeente enkele aandeelen in die sluis zal nemen.
Voorzitter geeft eenige toelichting en zegt dat het
eerst nog lang niet voor mekaar was. In de voor-
loopige voorwaarden, die besproken waren, werd la
ter weer wijziging gebracht en werd het een Naaoi-
looze Vennootschap met aandeelen, maar ze konden
het niet goed voor elkaar krijgen. Het bleek, dat geen
mensch aandeelen had, terwijl er in de statuten
stond dat er 60 aandeelen waren geplaatstBe
sloten werd, om zoo mogelijk toch een aantal aan
deelen te plaatsen. Met z'n drieën of vieren hebben
ze het benoodigd kapitaal opgenomen. En de rest
is er buiten. Tenslotte zou ieder zoowat één of meer
aandeelen nemen en wordt ook het idée geopperd om
Gemeente en ook Polder te vragen, aandeelen te
willen nemen tot steun der goede zaak.. Naar aan
leiding daarvan is hier dit verzoek.
De heer Krom zegt ook het een en ander van deze
zaak te hebben meegemaakt in twee of drie verga
deringen. Allen waren er voor de sluis daar te stel
len. Maar waar? In den Hondenweg of in den Mid
denweg'? De vergadering had uit te maken, waar het
't beste was. Besloten we^d het in den Hondenweg
te doen. Een bestuur werd gevormd, dat een propa-
gandatocht maakte bij belanghebbenden die ingeze
tenen waren van den Polder of er land in hadden
liggen. Een nieuwe vergadering kwam, waar wel 40
menschen waren. Toen is voorgesteld om het genomen
besluit ongedaan te maken en werd besloten om de
sluis toch niet in den Hondenweg, doch in den Mid
denweg te. maken. Er is bij die gelegenheid gevraagd
met hoeveel snees ieder er belang bij had. Naar het
aantal sneezen, bijv. voor 100 snees of wel voor 300
snees werd stem uitgebracht. Die voor 300 snees stem
uitbracht, was ook voor 300 snees aansprakelijk, ter
wijl er ook sluisgeld moet worden geheven. Ze zou
den aanvraag doen bij den Polder om steun. En dat
gelukte. Vervolgens is er weer vergaderd, maar toen
met 22 menschen, evenals in de eerste samenkomst.
Er waren er die zich wilden terugtrekken. Het liep nu.
niet zoo mooi meer. De noodtoestand der bouwers is
intusschcn op dit geval niet van invloed. De men
schen, die het hier in deze zaak niet goed aangepakt
hebben, hebben het aan eigen schuld te wijten, dat ze
nu in de penarie zitten. En hen daarvan ontlasten,
dal; is het alleen, waar het in 't adres om gaat.
De heer Kostelijk zegt, gehoord de inlichtingen van
voorzitter en den heer Krom,, lijkt het mij een zuiver
particuliere zaak toe. De statuten zijn toch Konink
lijk goedgekeurd.
De heer Wijnker zegt, dat ze het zelf niet goed in
gepikt hebben.
De heer Blom zegt: Ik vind toch dat ding hier wel
op zijn plaats. En 't is niet onbillijk om er wat aan
te doen.
Voorzitter zegt, er is verschil van meening over die
sluis en dat verschillen van meening is niet in goede
aarde gevallen. Het is niet goed voor elkaar. Ze heb
ben met zijn vieren of vijven de sluis betaald en ze
kunnen geen mensch verplichten, aandeelen te ne
men. Wel is er het recht om sluisgeld te heffen. Er
zijn Koninklijk goedgekeurde statuten. Als er een be
hoorlijk aantal vaartuigen door de sluis gaat, zal er
niet zooveel geld bij moeten. Maar als de prijzen der
bouwproducten niet goed zijn en de teelt wordt in
gekrompen, dan gaat er minder door de sluis, met
als gevolg: minder sluisgeld. Nu is het de zaak om
het goed voor elkaar te krijgen. De eerste manier,
daarmee kan men het niet klaarspelen. Andere land
eigenaren kwamen en die zeiden: ik heb er niet mee
noodig om 10 cents per snees te geven. En anderen,
die er ook niet aan verbonden zitten, die zeggen ook:
Ik onttrek me. Het zou hen moeten gelukken op
nieuw alle hoofden in één zak te krijgen en dan zeg
gen: nu is er verplichting, dat je een zeker bedrag
per jaar betaalt. Maar dat gaat zeker niet. Nu hebben
ze zich tot de gemeente gewend. Nu staat het aan
de gemeente om ja of neen te zeggen.
De heer Blom: Zijn de aandeelen groot f25?
Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Kostelijk zegt: Ik kan het toch niet best
rijmen. In dc vergadering was toch besloten, dat iéder
aansprakelijk is voor 10 cents per snees. Dat moet
toch ook blijken uit dc statuten. Daarmee moeten de
menschen voor den dag kunnen komen.
De heer Krom geeft nog eenige toelichting en acht
den huidigen toestand ongezond in deze zaak.
Voorzitter vindt ook dat de toestand niet goed is.
Op een volgende vergadering hebben ze weer andere
statuten gemaakt. De eerste statuten daar hebben ze
nooit goedkeuring! op gehad. Op de tweede statuten is
Koninklijke goedkeuring verkregen. In B. en W. werd
overwogen dat het nu wel gesteund kon worden, zoo
als we meerdere zaken steunen, maar een voorstel
hebben B. en W. niet, zegt voorzitter.
Bij stemming over het verzoek wordt dit met op één
na algemeene stemmen verworpen. Vóór inwilliging
stemde de heer Blom.
De heer Van der Oord brengt namens de commis
sie, belast met het onderzoek der geloofsbrieven van
de benoemde raadsleden een gunstig rapport uit.
Besloten wordt tot goedkeuring.
Waar de volgnos. verkeerd waren genummerd in
een suppletoire begrooting 1923, wordt de vorig maal
vastgestelde'-ingetrokken en een verbeterde opnieuw
vastgesteld.
Aan de orde komt epn verzoek van de onderwij
zeressen van Giezen en Portegijs om een vergoeding
aan de hand van de wet van 5 Mei 1923, voor de
extra-uren die zij onderwijs gegeven hebben.
In hun advies wijzen B. en W. er op, dat ook de
onderwijzeressen bij het openbaar onderwijs meer
uren onderwijs geven dan waarvoor ze betaald wor
den. B. en W. meenen echter dat de jaarwedden van
dien aard zijn, dat geen toeslag meer behoeft te wor
den gegeven en stellen voor afwijzend op het verzoek
te beschikken.
Nadat de heer Kostelijk nog een enkele inlichting
had gevraagd, die door den voorzitter wordt gege
ven, wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkom
stig het voorstel van B. en W. besloten.
Van de commissie voor de Koninginnefeesten is
het verzoek ingekomen om een bijdrage uit de ge
meentekas'voor de te houden kinderfeesten begin Sep
tember te houden en wel van f 1.per schoolgaand
kind, benevens het bedrag dat anders van gemeente
wege als bijdrage aan de schoolfeesten wordt ver
strekt. Voor het laatste bedrag zou dan iets als her
innering aan de kinderen worden gegeven. Het be
drag zal alleen voor kinderfeest worden bestemd.
In een tweede schrijven van de feestcommissie
wordt gevraagd het vorig jaar uitgegeven bedrag
voor de schoolfeesten een andere bestemming te mo
gen geven, n.1. niet een herinnering voor de kinde
ren, maai- om het bedrag te besteden voor die inge
zetenen die door hoogen leeftijd en bekrompen le
vensomstandigheden niet aan de feesten kunnen deel
nemen, iets te geven.
Op de vraag van den heer Kostelijk antwoordt
voorzitter, dat geen aanvrage voor gewoon school
feest is ingekomen en spr. heeft gehoord dat dit ook
niet in het voornemen ligt. Er zijn ruim 700 school
gaande kinderen en er zou dus ruim f700 uit de ge
meentekas worden bijgedragen, behalve dan het be
drag dat vorig jaar voor de schoolfeesten is betaald.
B. cn W. voelen wel iets voor het verzoek en mee
nen dat voor fl per leerling de kinderen behoorlijk
kunnen worden onthaald. Over het tweede verzoek
hebben B. en W. nog geen advies.
De heer Met zegt, dat het verzoek zijn volle sym
pathie heeft en waar men ook de ouden van dagen
iets wil geven, denkt spr. dat er ongeveer een f1000
mee gemoeid zijn. Dan blijft er voor de ouden van
dagen nog een vrij aardige bedeeling over. In het be
gin heeft spr. zich afgevraagd of het de tijd er wel
naar was om feest te vieren, maar bij nader inzien
meent hij dat de som die er extra mee gemoeid is,
niet zoo groot is dat er wel feest gevierd kan worden.
Spr. adviseert dus om f1000 beschikbaar te stellen.
De heer Blom acht het nu niet den tijd om feest
te vieren, voornamelijk niet uit de gemeentekas. Spr.
wijst op de te verwachten werkloosheid in den a.s.
winter en meent dat de gemeente het geld dan beter
kan gebruiken.
Voorzitter: Dat is ook 'n standpunt. Het feest zal
waarschijnlijk wel niet de algemeene instemming
hebben.
De heer Blom zegt dat er toch ook al heel wat
opgeloopen is.
De heer Van der Oord vraagt hoeveel.
Voorzitter zegt, dat dit niet voor het kinderfeest
is.
De heer Van der Oord merkt op dat de menschen
dan verkeerd worden ingelicht. Bij het aanbieden van
de inteekenlijst wordt gezegd dat het geld voor kin
derfeesten is. De heer Kostelijk beaamt dit.
Voorzitter zegt dat dit toch niet de bedoeling is
van de commissie Het opgehaalde bedrag is meer voor
volksspelen, vuurwerk, optocht en dergelijke. Spr.
acht het 't best om het verzoek maar te splitsen
cn zal dan eerst in bespreking krengen het verzoek
om f 1.per schoolgaand kind.
De heer Van Langen brengt ter sprake den wensch
van verschillende ouders om de kinderen uit het
Noorden in het Noorden feest te doen vieren. Er zijn
groote bezwaren aan verbonden dat de kinderen hier
heen moeten. Ook willen verscheidene moeders een
kijkje nemen.
Voorzitter zegt, dat de commissie één algemeen
feest wilde. De commissie bestaat uit leden uit ver
schillende deelen der gemeente, en de indruk is ge
weest dat men wel voor een algemeen feest was.
De heer Wijnker zegt ook dat er geen bezwaar werd
gemaakt één feest te houden, maar er is niet zooveel
tegen om de feesten te splitsen.
De heer Van der Oord merkt op dat het gemeen
schappelijk feest er door te loor gaat.
De heer Van Langen beaamt dat, maar op onze
school gaan 180 leerlingen en er wordt bezwaar ge
maakt dat die allemaal hierheen moeten.
Nadat nog. opgemekt was dat de commissie op
zich zou nemen de kinderen die geen gebruik van
paard en wagen konden maken, naar huis terug te
brengen, wordt besloten de bezwaren door den heer
Van Langen naar voren gebracht, aan de commissie
mee te deelen.
De heer Kostelijk vraagt zich af of de Raad wel
de draagwijdte van het verzoek voelt. Er wordt niet
minder dan f700 gevraagd uit de gemeentekas alleen
voor kinderfeesten. Is de tijd vooral in de tegenwoor
dige omstandigheden wel rijp om dat bedrag uit de
gemeentekas te betalen? Het is wel jammer dat de
jubileumfeesten juist dit jaar plaats hebben, maar
spr. voelt er niet veel voor f700 daarvoor te bestem
men. Is het wel gemotiveerd de gemeentekas zoo
aan te pakken, terwijl toch niet alle ingezetenen
met een dergelijk feest sympathiseeren. Er zijn wel
meer subsidies gevraagd voor nuttige zaken die van
de hand werden gewezen, terwijl het spr. nu toelijkt
dat hier een meerderheid is die zoo maar f700 voor
deze feesten wil geven.
Voorzitter zegt zelf niet zoo voor feesten te zijn,
maar dat de burgerij zich uitspreekt voor feest.
De heer Krom meent dat wel meer besluiten wor
den genomen, die niet de sympathie van een ieder
hebben. We hebben nu eenmaal deze regeeringsvorm,
ons vorstenhuis, en spr. noemt het daarom een na
tionaal feest.
De heer Kuiper vindt het toch wel wat bezwarend
dit bedrag beschikbaar te stellen. Men heeft met 2
lijsten, geloopen en dit is nu de derde manier voor
hetzelfde doel. Spr. vindt dat het wel wat te ver
gaat.
De heer Kostelijk merkt den heer Krom op dat
wanneer andere besluiten worden genomen die niet
aller sympathie hebben, die besluiten volgens den
Raad in het algemeen belang zullen zijn, doch wan
neer dit verzoek werd afgewezen, zou het niet zijn in
strijd met het algemeen belang. Spr. neemt hier liever
het standpunt in laat ieder feest vieren die wil.
Dit is ook de opvatting van den heer Blom.
De heer Kostelijk merkt nog op dat hij niet tegen
het jubileumfeest is, geenszins.
De heer Met wijst er op dat inwilliging van het
verzoek zou veroorzaken de kosten van 22 cent per
hoofd en spr. vindt dat zoo buitengewoon weinig, dat
er wel feest gevierd kan worden.
De heer Blom zegt dat het gewone schoolfeest in
verband staat met getrouw schoolbezoek, maar dit
is iets anders.
De heer Van der Oord noemt dat betrekkelijk, want
over getrouw schoolbezoek kan men verschillend oor-
deelen. Er is toch eeri Leerplichtwet. Spr. vindt het
wel een heugelijk feit om er feest voor te vieren,
maar het is een heel bedrag dat gevraagd wordt.
De heer Kostelijk brengt nog eens ter sprake de z.i.
verkeerde inlichting van de personen die met de
lijsten rondgaan, dat het geld voor kinderfeesten is.
Het is niet onmogelijk dat f 400 a f 500 wordt op
gehaald en spr. had liever gezien dat voor het te
kort dan gemeentesubsidie was gevraagd.
De heer Wijnker had dat ook in de commissie voor
gesteld, maar dat viel niet in goede aarde, het moest
minstens f 1 zijn. Spr. vond het ook wel wat kras.
Voorzitter acht thans het punt voldoende bespro
ken, maar de heer Poland vindt dat nu juist niet.
Spr. zegt dat de tijd ernstig is en de vraag komt naar
voren wat ons de komende winter zal brengen, of
we wel den rechten weg ingaan een dergelijke som
uit de gemeentekas te betalen. Spr. gaat er mee
accoord dat er alle reden is om het jubileum van
onze Koningin feestelijk te herdenken, maar spr.
kan zich er niet mee vereenigen, daarvoor ongeveer
734 honderd gulden in deze ernstige tijdsomstandig
heden beschikbaar te stellen cn zou het willen bren
gen op f 400.
De heer Does steunt dit voorstel.
De heer Krom zou het jammer vinden als er zoo
schriel feest gevierd zou worden. Als men feest wil,
en dat wil de meerderheid wel, laten we het dan
behoorlijk doen.
Voorzitter wijst op de buitengewone gelegenheid.
Ook spr. wil behoorlijk feest vieren, de kinderen moe
ten niet met honger naar huis gaan, anders zouden
ze met wrok weggaan inplaats van met ingenomen
heid. Ook voor. de commissie zou het ontmoedigend
wezen. Wat de werkloosheid betreft, we zullen ho
pen dat het niet zoo erg wordt. Met de finantiën hou
den B. en W. er reeds rekening mee, maar die zaak
behoeft geen invloed uit te oefenen op dit adres.
Met 6 tegen 5 stemmen wordt gunstig beschikt op
het eerste gedeelte van het verzoek. Tegen stemden
de heeren Kuiper, Blom, Kostelijk, Poland en Does.
Het tweede gedeelte van het verzoek vraagt voor
de burgers die in bekrompen levensomstandigheden
verkeeren, het bedrag dat anders door de gemeente
aan de schoolfeestcommissie wordt betaald.
Voorzitter deelt mee, dat dit. vorig, jaar f180 be
droeg.
De heer Met stelt voor het op f300 te bepalen, het
is een buitengewone omstandigheid en er zijn nog
heel wat menschen die er voor in aanmerking ko
men.
De heer Krom zegt dat de voorzitter van het comité
dacht van 40 gezinnen en met het bedrag van f 180
zou het al een aardige verrassing kunnen wezen, oor
deelde deze.
De heer Poland vindt dit gedeelte van het adres
zeer sympathiek.
De heer Met noemt ook de menschen uit het Ar
menhuis die voor de verrassing in aanmerking ko
men.
De heer Wijnker dacht niet dat die er voor in aan
merking kwamen, voor die menschen wordt goed ge
zorgd.
Voorzitter gelooft wel dat die evengoed een Verras
sing krijgen.
Terwijl het voorstel-Met niet wordt ondersteund,
wordt goedgunstig op het verzoek beschikt.
Eveneens wordt goedgevonden voor de feesten het
sportterrein gedurende 2 dagen disponibel te stellen.
Volgt aanbieding der diverse rekeningen. Die van
het Burgerlijk Armbestuur geeft aan: ontvangsten
f9840.35, uitgaven f 9693.2034, batig saldo f147.1434;
Gemeenterekening: ontvangsten f 224.321.4834, uitga
ven f 191796.71, batig saldo f32524.7734.
Voorzitter zegt dat van dit saldo nog eenige nota's
zijn te betalen voor onderwijs en dat de ontvanger
ook teveel belasting van het Rijk heeft ontvangen,
misschien wel een 5 k 6 duizend gulden. De inspec
teur dacht dat dit jaar kwalijk de helft zou worden
uitgekeerd. Het is dus wel goed een flink saldo te
hebben. De dienst begon met een saldo van f19000.
De rekening van het G.E.B. sluit in ontvangst en
uitgaaf op f34878.32, met een winstsaldo van
f 5688.14^.
De gemeenterekeing zal worden nagezien door de
heeren Borst, Blom en Kostelijk, die van Armbestuur
en G.E.B. door de heeren Van Langen, Poland en
Met.
Voorzitter brengt nu ter sprake de jaarwedde van
den gemeenteontvanger. B. en W. stellen voor aan
de hand van de besprekingen van den Raad op 24
October 1922, toen de meerderheid besloot het salaris
op f 1000 te bepalen, aan Ged. Staten te berichten het
salaris op dat bedrag te willen vaststellen. Misschien
was het wel wenschelijk een minimum en een maxi
mum te bepalen, maar Ged. Staten vragen dat niet.
Wat de zekerheidsstelling betreft, waarover door den
heer Mét vorig maal is gesproken, B. en W. meenen
dat'die bij de salarisregeling buiten beschouwing kan
worden gelaten. Als de borgstelling meer waard was
zou er ook niet over worden gesproken.
De heer Kostelijk meent, dat B. en W. beter op de
hoogte van de werkzaamheden van den ontvanger
zijn en spr. veronderstelt dat zij bij hun voorstel die
werkzaamheden in aanmerking hebben genomen. Spr.
gaat daarom met het voorstel van B. en W. mee.
Voorzitter zegt dat nog wel is overwogen het be
palen van periodieke verhoogingen, maar Ged. Sta
ten vragen er niet naar.
Algemeen gaat de Raad met het voorstel van B.
en W. mee.
In verband met de opheffing, van het vervolg
onderwijs, hebben B. en W. zich een volgende rege
ling gedacht:
B. en W. zullen gelegenheid geven belangstelling
voor herhalingsonderwijs te doen geven, door de aan
gifte open te stellen. Het aantal leerlingen voor een
cursus mag niet beneden de 14- dalen en het onder
wijs zal dan gegeven worden in de kom der gemeente
of in dat gedeelte waar de meeste leerlingen zijn. Het
onderwijzend personeel zal afwisselend het onderwijs
geven, jaar om jaar.
De heer Krom dacht dat besloten was het benoodigd
aantal leerlingen op 20 te bepalen, en dat het niet
mocht dalen beneden 15. Er moet blijken dat er
animo voor het onderwijs bestaat, want de kosten
zijn nogal hoog voor de gemeente en daarom moet
de cursus maar niet bij elkaar worden getrommeld.
De heer Kostelijk heeft zich vorig maal verzet te
gen de afschaffing van het vervolgonderwijs. Nu B.
en W. met deze regeling komen, kan hij er wel mee
accoord gaan. Leerlingen die aan dezen cursus zullen
deelnemen, blijken voor het onderwijs wat te gevoelen
cn zullen ernstige cursisten zijn.
De heer Blom vraagt of openbare en katholieke
scholen samen gaan.
De heer Krom zegt dat de openbare scholen zich
met elkaar zullen moeten verstaan.
De heer Kostelijk zegt dat als er een cursus komt,
dit de gemeente geld zal kosten en die kosten zal de
gemeente dan ook voor het bijzonder onderwijs be
schikbaar moeten stellen.
Algemeen gaat de Raad met de plannen van B. en
W. accoord.
Hierop volgt een uitvoerige bespreking over den
Veenhuizer toren.
Voorzitter doet mededeeling van het schrijven dat
B. en VV. naar het kerkbestuur hebben gezonden en
waarin gevraagd wordt of wanneer de gemeente den
toren goed in orde laat maken, het kerkbestuur ge
negen is den toren over te nemen. Is 't kerkbestuur
dat niet, dan zou tot verkoop voor afbraak worden
overgegaan na goedkeuring van Ged. Staten.
Het kerkbestuur antwoordde, dit schrijven van B.
en W. niet zonder verbazing te hebben gelezen. Al
hoewel de Raad van oordeel is dat de toren niet het
eigendom is van de gemeente, zou de Raad toch wil
len besluiten den toren] te verkoopen. Het kerkbestuur
handhaaft zijn meening, dat de gemeente onderhouds
plichtig is en wenscht verder het oordeel van Ged.
Staten af te- wachten.
Ged. Staten, zegt voorzitter, hebben op ons verzoek
om inlichtingen geantwoord en deelen daarom mede,
dat hoewel de gemeente voor het kerkgebouw sub
sidies heeft verstrekt, geen melding in de desbetref
fende stukken wordt gemaakt van den toren. Het is
nu maar de vraag wie voor 179S de onderhoudsplich
tige vvas. Voor en aleer de gemeente mocht besluiten
den toren te vervreemden, zal hij onttrokken moe
ten worden aan den openbaren dienst en Ged. Sta
ten geven in overweging voor den verkoop eerst het
advies te vragen van'Rijkscommissie voor monumen
ten.
Voorzitter begrijpt uit het schrijven van Ged. Staten
dat we noé lang niet van den toren af zijn. Als
het kerkbestuur opkomt tegen afbraak, zal de ge
meente wel verplicht zijn tot behoorlijk onderhoud,
want een kooper zal dat niet doen. Wanneer de Rijks
commissie voor Monumenten advies gevraagd wordt,
zal onder geen voorwendsel mogen worden afgebro
ken, want het ontsiert het kerkgebouw. En dan moet
hij eerst aan den openbaren dienst worden onttrok
ken Zullen we nu eerst het advies van de Rijkscom
missie vragen?
De heer Wijnker vindt het noodig dat het nu maar
uitgemaakt wordt en dat vond de heer Appel, lid
van het kerkbestuur ook. Die heeft zich zoo geuit,
dat wanneer de gemeente het recht tot verkoop had
cn zij gaf een bedrag toe, wellicht het kerkbestuur
genegen zou zijn den toren te onderhouden.
Voorzitter: Tot geld toegeven zal het wel niet ko
men. Dan zou voor de rente ook de gemeente wel
voor onderhoud kunnen zorgen. We wenschen er
niet mee te scharrelen.
De heer Van der Oord: Zou de Rijkscommissie meer
licht kunnen geven?
Voorzitter meent uit het schrijven van Ged. Staten
'e lezen, dat de gemeente zedelijk verplicht is lot
het onderhoud.
De heer Krom had' liever een kort en bondig ant
woord van Ged. Staten gehad.
De heer Kuiper meent, dat juist omdat Brederode
daar ligt de Rijkscommissie den toren zal willen be
houden.
De heer Kostelijk zegt, dat de uitspraak van die
commissie niet inhoudt een wettelijke beschikking.
Het verheugt spr., dat de voorzitter nu van oordeel
veranderd is. De inlichtingen die Ged. Staten geven
zijn niet ver van zijn mededeelingen van vorig maal
af. Spr. was ook van meening, dat de gemeente het
onderhoud moet accepteeren. Als spr. dat vorig maal
had opgedrongen, om politieke redenen, zou hij den
Raad in 't gelijk hebben gesteld als de Raad! hem had
gewantrouwd, maar spr. heeft de overtuiging, dat de
gemeente er niet afkomt.
De heer Met hoopt, dat de Raad nu een ruim
standpunt inneemt en zal erkennen, dat we den to
ren moeten onderhouden. De kosten van repareeren
zullen een f300 bedragen, eigenlijk het noemen niet
waard.
Voorzitter merkt op, dat de gemeente geen behoef
te heeft aan den toren. Spr. heeft vorig maal de me
dedeelingen van den heer Kostelijk met genoegen
gehoord en het blijkt nu wel, dat hij goede voorlich
ters heeft gehad. Uit de regels van Ged. Staten blijkt
nu wel, dat de gemeente niet van het onderhoud af
komt en de Raad moet zich nu maar op een ruim
standpunt plaatsen cn tot repareeren besluiten. We
zouden ons belachelijk maken, als we alle vergade
ringen over dezen toren spraken.
De heer Krom wil maar liever een besluit van Ged.
Staten uitlokken. Spr. is niet zoo tegen het onder-
hoüd, maar we moeten weten of we daartoe ver
plicht zijn.
De heer Kostelijk zegt, dat het ook voor het Kerk
bestuur een onverkwikkelijke zaak is. Spr. blijft van
ineening, dat voorzitter van standpunt veranderd
is, waar voorzitter na de mededeelingen van spr.
antwoordde dat zijn mededeelingen tamelijk in 't
honderd liepen. Dat was voor spr. een teleurstellend
antwoord. Een vaste overeenkomst bëstaat er niet en
we zullen ons wrel te houden hebben aan de wette
lijke regeling, vervat in de wet van 1798.
Voorzitter zegt, vorig maal gezegd te hebben, dat
de mededeelingen van den heer Kostelijk op een ze
ker punt dood loopen.
De heer Kostelijk erkent dit.
De heer Krom wil dus besluiten den toren niet te
onderhouden en zoodoende een besluit van Ged. Sta
ten uitlokken.
De heer Kostelijk meent, dat door een dergelijk be
sluit de gemeente het eigendom erkent.
Voorzitter wil dan liever den toren aan den open
baren dienst onttrekken, dan komt het Kerkbestuur
daar wel tegenop en zoodoende komt de beslissing
van Ged. Staten wel.
De heer Met zegt, dat vorig maal toch het besluit
is genomen, den toren te verkoopen.
Voorzitter: Dat is niet bij stemming uitgemaakt
er is besloten, dat als het Kerkbestuur den toren na
goede reparatie niet wilde accepteeren dan ver
koopen.
Dc heer Met meent, dat wanneer de menschen
buiten onze gemeente het raadsverslag lezen, zij zul
len zeggen, dat Ileerhugowaard ziende blind is. We
maken ons belachelijk. Het schrijven van het Kerk
bestuur is geheel adrem. Wij willen iets verkoopen
waarvan we beweren dat het ons eigendom niet is.
Spr. zou willen, dat we ons niet verder belachelijk
maken