KMO HEEKHUGOWAASD.' Zaterdag .28 «IulL1923. 66sle_Jaargang. No. 7271. IS»:. BIJ VOEGSEL. Veigauermg van uen itaau uer -gemeente Heerhu- gcwaard, gehouden op Vrijdag den 27 Juli 1923, des namidaags ten 2 uur. Voorzitter Burgemeester Van Slooten. Allen aanwezig. Voorzitter opent de vergadering met welkom en daarna worden de notulen gelezen. De heer Kostelijk merkt op dat er in de notulen weergegeven wordt betreffende den kerktoren te Veen- huizen, dat er door den Raad is besloten dat deze toren na reparatie ter overname aan liet kerkbestuur te Veenhuizen zal worden aangeboden en dat, als die geweigerd wordt, tot verkoop voor afbraak of anderszins zou worden overgegaan. Doch spreker dacht dat er toch ook nog bij moest, dat er besloten is, schrijven namens B. en W. of namens den Raad over deze zaak aan Ged. Staten te zenden. Nadat voorzitter korte lij ks heeft toegelicht dat zoo danige aanvulling der notulen toch niet noodig zou zijn, kan de heer Kostelijk daarin meegaan. De heer Kuiper merkte nog op, dat er twee jaar geleden besloten was, dien toren te repareercn en dat is nooit uitgevoerd geworden. Wat spr. niet goedvond. Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een schrij- van van C. Stekelbos en C. Berkhout, beiden hooi- stekers, die vroegen om hunne bezoldiging als- liooi- stekers te verhoogen en te brengen van f 60 op f 100 's jaars, voor hen beiden te zamen. En zulks dan met ingang van 1 Januari j.1. Dit jaar zijn hunne werkzaamheden zeer zwaar ge weest. Voorzitter: Of de werkzaamheden vergrooten, is misschien maar idée. Zij schenen niet te best op de hoogte te zijn met de grenzen hunner wijken voor bewerking en voorzitter heeft dienaangaande inlich tingen gegeven. Toen werd gezegd dat er zooveel hcoibroei en daardoor voor de hooistekers zoove'el werk was en het salaris te weinig was. Voorzitter heeft toen in overweging gegeven om een verzoek schrift tot den Raad te richten, dat dan nu is inge komen. B. en W. hebben het besproken en vinden f30 voor elk ook niet veel. Daarom stellen zij voor f40 salaris aan elk dezer hooistekers toe te kennen. De heer v. d. Oord vraagt naar de instructie en voorzitter geeft daarover eenige inlichting. De heer v. d. Oord zegt, niet tegen verhooging te zijn. De heer Met vindt f60 voor adressanten te zamen al heel weinig voor dat werk en zou aan hun verzoek volledig gevolg willen geven, dus f 100 in totaal toe kennen. De heer Borst is overtuigd, dat het druk werk geeft en kan er zich best mee vereenigen. De heer Kuiper stelt voor om adressanten dit jaar gratificatie te geven, doch het salaris ongewijzigd te laten. De gratificatie voor dit jaar wil spr. voor elk der adressanten wel op f20 stellen. De heer Poland vindt Kuiper's idee best en steunt dit voorstel. Voorzitter zegt, dat er vroeger aan de hooistekers 10 cents per koe hooi werd betaald. Maar dat beviel niet en toen is er vast salaris voor in plaats geko men. Plet voorstel van B. en W. om elk der adressanten f 10 salarisverhooging toe te kennen, komt eerst in stemming en wordt aangenomen met 6 stemmen voor en 5 tegen .Voor waren de heeren v. d. Oord, Krom, Wijnker, Kostelijk, Van Lange en Does. Ingekomen is een schrijven van de gemeente Alk maar of de Raad genegen is de nieuwe regeling aan te gaan voor scholieren, die te Alkmaar willen school gaan, om daarna op de Rijks Hoogere Burgerschool te Alkmaar over te gaan. Voorzitter verklaart, dat de leerlingen hier dat niet noodig hebben en dat het Lager Onderwijs hier hen in staat stelt om zoo over te gaan naar de PIoo- gere Burgerschool. B. en W. stellen voor, in deze geen overeenkomst met Alkmaar aan te gaan. Met aller instemming aldus besloten. Van de vereeniging ter verkrijging van landbouw bedrijf es door landarbeiders is ingekomen een ver zoek om f2250 voorschot, om daarmee den landarbei der P. Tamis in staat te stellen een bedrijfje wo ning met 30 snees bouwland aan den Middenweg alhier te bekomen. De heer Kostelijk meent, na eenige inlichting van voorzitter te hebben verkregen, dat het plaatsje meer waard is dan het gevraagde voorschot. Anderen beamen dat. En dat het meer waard is, is ook heel goed. Voorzitter zegt, dat Tamis een goed landarbeider is en het plaatsje voldoet aan de door de Landar- beiderswet gestelde eischen. De heer Krom zegt, dat de gemeenteopzichter op name heeft gedaan én deze heeft de woning goed be vonden. B. en W. stellen voor het gevraagde voorschot te verleenen, waartoe met allen voor wordt besloten. Voorzitter stelt aan de orde een adres over een nieuwe Schutsluis alhier. Daarin wordt gevraagd dat de gemeente enkele aandeelen in die sluis zal nemen. Voorzitter geeft eenige toelichting en zegt dat het eerst nog lang niet voor mekaar was. In de voor- loopige voorwaarden, die besproken waren, werd la ter weer wijziging gebracht en werd het een Naaoi- looze Vennootschap met aandeelen, maar ze konden het niet goed voor elkaar krijgen. Het bleek, dat geen mensch aandeelen had, terwijl er in de statuten stond dat er 60 aandeelen waren geplaatstBe sloten werd, om zoo mogelijk toch een aantal aan deelen te plaatsen. Met z'n drieën of vieren hebben ze het benoodigd kapitaal opgenomen. En de rest is er buiten. Tenslotte zou ieder zoowat één of meer aandeelen nemen en wordt ook het idée geopperd om Gemeente en ook Polder te vragen, aandeelen te willen nemen tot steun der goede zaak.. Naar aan leiding daarvan is hier dit verzoek. De heer Krom zegt ook het een en ander van deze zaak te hebben meegemaakt in twee of drie verga deringen. Allen waren er voor de sluis daar te stel len. Maar waar? In den Hondenweg of in den Mid denweg'? De vergadering had uit te maken, waar het 't beste was. Besloten we^d het in den Hondenweg te doen. Een bestuur werd gevormd, dat een propa- gandatocht maakte bij belanghebbenden die ingeze tenen waren van den Polder of er land in hadden liggen. Een nieuwe vergadering kwam, waar wel 40 menschen waren. Toen is voorgesteld om het genomen besluit ongedaan te maken en werd besloten om de sluis toch niet in den Hondenweg, doch in den Mid denweg te. maken. Er is bij die gelegenheid gevraagd met hoeveel snees ieder er belang bij had. Naar het aantal sneezen, bijv. voor 100 snees of wel voor 300 snees werd stem uitgebracht. Die voor 300 snees stem uitbracht, was ook voor 300 snees aansprakelijk, ter wijl er ook sluisgeld moet worden geheven. Ze zou den aanvraag doen bij den Polder om steun. En dat gelukte. Vervolgens is er weer vergaderd, maar toen met 22 menschen, evenals in de eerste samenkomst. Er waren er die zich wilden terugtrekken. Het liep nu. niet zoo mooi meer. De noodtoestand der bouwers is intusschcn op dit geval niet van invloed. De men schen, die het hier in deze zaak niet goed aangepakt hebben, hebben het aan eigen schuld te wijten, dat ze nu in de penarie zitten. En hen daarvan ontlasten, dal; is het alleen, waar het in 't adres om gaat. De heer Kostelijk zegt, gehoord de inlichtingen van voorzitter en den heer Krom,, lijkt het mij een zuiver particuliere zaak toe. De statuten zijn toch Konink lijk goedgekeurd. De heer Wijnker zegt, dat ze het zelf niet goed in gepikt hebben. De heer Blom zegt: Ik vind toch dat ding hier wel op zijn plaats. En 't is niet onbillijk om er wat aan te doen. Voorzitter zegt, er is verschil van meening over die sluis en dat verschillen van meening is niet in goede aarde gevallen. Het is niet goed voor elkaar. Ze heb ben met zijn vieren of vijven de sluis betaald en ze kunnen geen mensch verplichten, aandeelen te ne men. Wel is er het recht om sluisgeld te heffen. Er zijn Koninklijk goedgekeurde statuten. Als er een be hoorlijk aantal vaartuigen door de sluis gaat, zal er niet zooveel geld bij moeten. Maar als de prijzen der bouwproducten niet goed zijn en de teelt wordt in gekrompen, dan gaat er minder door de sluis, met als gevolg: minder sluisgeld. Nu is het de zaak om het goed voor elkaar te krijgen. De eerste manier, daarmee kan men het niet klaarspelen. Andere land eigenaren kwamen en die zeiden: ik heb er niet mee noodig om 10 cents per snees te geven. En anderen, die er ook niet aan verbonden zitten, die zeggen ook: Ik onttrek me. Het zou hen moeten gelukken op nieuw alle hoofden in één zak te krijgen en dan zeg gen: nu is er verplichting, dat je een zeker bedrag per jaar betaalt. Maar dat gaat zeker niet. Nu hebben ze zich tot de gemeente gewend. Nu staat het aan de gemeente om ja of neen te zeggen. De heer Blom: Zijn de aandeelen groot f25? Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Kostelijk zegt: Ik kan het toch niet best rijmen. In dc vergadering was toch besloten, dat iéder aansprakelijk is voor 10 cents per snees. Dat moet toch ook blijken uit dc statuten. Daarmee moeten de menschen voor den dag kunnen komen. De heer Krom geeft nog eenige toelichting en acht den huidigen toestand ongezond in deze zaak. Voorzitter vindt ook dat de toestand niet goed is. Op een volgende vergadering hebben ze weer andere statuten gemaakt. De eerste statuten daar hebben ze nooit goedkeuring! op gehad. Op de tweede statuten is Koninklijke goedkeuring verkregen. In B. en W. werd overwogen dat het nu wel gesteund kon worden, zoo als we meerdere zaken steunen, maar een voorstel hebben B. en W. niet, zegt voorzitter. Bij stemming over het verzoek wordt dit met op één na algemeene stemmen verworpen. Vóór inwilliging stemde de heer Blom. De heer Van der Oord brengt namens de commis sie, belast met het onderzoek der geloofsbrieven van de benoemde raadsleden een gunstig rapport uit. Besloten wordt tot goedkeuring. Waar de volgnos. verkeerd waren genummerd in een suppletoire begrooting 1923, wordt de vorig maal vastgestelde'-ingetrokken en een verbeterde opnieuw vastgesteld. Aan de orde komt epn verzoek van de onderwij zeressen van Giezen en Portegijs om een vergoeding aan de hand van de wet van 5 Mei 1923, voor de extra-uren die zij onderwijs gegeven hebben. In hun advies wijzen B. en W. er op, dat ook de onderwijzeressen bij het openbaar onderwijs meer uren onderwijs geven dan waarvoor ze betaald wor den. B. en W. meenen echter dat de jaarwedden van dien aard zijn, dat geen toeslag meer behoeft te wor den gegeven en stellen voor afwijzend op het verzoek te beschikken. Nadat de heer Kostelijk nog een enkele inlichting had gevraagd, die door den voorzitter wordt gege ven, wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkom stig het voorstel van B. en W. besloten. Van de commissie voor de Koninginnefeesten is het verzoek ingekomen om een bijdrage uit de ge meentekas'voor de te houden kinderfeesten begin Sep tember te houden en wel van f 1.per schoolgaand kind, benevens het bedrag dat anders van gemeente wege als bijdrage aan de schoolfeesten wordt ver strekt. Voor het laatste bedrag zou dan iets als her innering aan de kinderen worden gegeven. Het be drag zal alleen voor kinderfeest worden bestemd. In een tweede schrijven van de feestcommissie wordt gevraagd het vorig jaar uitgegeven bedrag voor de schoolfeesten een andere bestemming te mo gen geven, n.1. niet een herinnering voor de kinde ren, maai- om het bedrag te besteden voor die inge zetenen die door hoogen leeftijd en bekrompen le vensomstandigheden niet aan de feesten kunnen deel nemen, iets te geven. Op de vraag van den heer Kostelijk antwoordt voorzitter, dat geen aanvrage voor gewoon school feest is ingekomen en spr. heeft gehoord dat dit ook niet in het voornemen ligt. Er zijn ruim 700 school gaande kinderen en er zou dus ruim f700 uit de ge meentekas worden bijgedragen, behalve dan het be drag dat vorig jaar voor de schoolfeesten is betaald. B. cn W. voelen wel iets voor het verzoek en mee nen dat voor fl per leerling de kinderen behoorlijk kunnen worden onthaald. Over het tweede verzoek hebben B. en W. nog geen advies. De heer Met zegt, dat het verzoek zijn volle sym pathie heeft en waar men ook de ouden van dagen iets wil geven, denkt spr. dat er ongeveer een f1000 mee gemoeid zijn. Dan blijft er voor de ouden van dagen nog een vrij aardige bedeeling over. In het be gin heeft spr. zich afgevraagd of het de tijd er wel naar was om feest te vieren, maar bij nader inzien meent hij dat de som die er extra mee gemoeid is, niet zoo groot is dat er wel feest gevierd kan worden. Spr. adviseert dus om f1000 beschikbaar te stellen. De heer Blom acht het nu niet den tijd om feest te vieren, voornamelijk niet uit de gemeentekas. Spr. wijst op de te verwachten werkloosheid in den a.s. winter en meent dat de gemeente het geld dan beter kan gebruiken. Voorzitter: Dat is ook 'n standpunt. Het feest zal waarschijnlijk wel niet de algemeene instemming hebben. De heer Blom zegt dat er toch ook al heel wat opgeloopen is. De heer Van der Oord vraagt hoeveel. Voorzitter zegt, dat dit niet voor het kinderfeest is. De heer Van der Oord merkt op dat de menschen dan verkeerd worden ingelicht. Bij het aanbieden van de inteekenlijst wordt gezegd dat het geld voor kin derfeesten is. De heer Kostelijk beaamt dit. Voorzitter zegt dat dit toch niet de bedoeling is van de commissie Het opgehaalde bedrag is meer voor volksspelen, vuurwerk, optocht en dergelijke. Spr. acht het 't best om het verzoek maar te splitsen cn zal dan eerst in bespreking krengen het verzoek om f 1.per schoolgaand kind. De heer Van Langen brengt ter sprake den wensch van verschillende ouders om de kinderen uit het Noorden in het Noorden feest te doen vieren. Er zijn groote bezwaren aan verbonden dat de kinderen hier heen moeten. Ook willen verscheidene moeders een kijkje nemen. Voorzitter zegt, dat de commissie één algemeen feest wilde. De commissie bestaat uit leden uit ver schillende deelen der gemeente, en de indruk is ge weest dat men wel voor een algemeen feest was. De heer Wijnker zegt ook dat er geen bezwaar werd gemaakt één feest te houden, maar er is niet zooveel tegen om de feesten te splitsen. De heer Van der Oord merkt op dat het gemeen schappelijk feest er door te loor gaat. De heer Van Langen beaamt dat, maar op onze school gaan 180 leerlingen en er wordt bezwaar ge maakt dat die allemaal hierheen moeten. Nadat nog. opgemekt was dat de commissie op zich zou nemen de kinderen die geen gebruik van paard en wagen konden maken, naar huis terug te brengen, wordt besloten de bezwaren door den heer Van Langen naar voren gebracht, aan de commissie mee te deelen. De heer Kostelijk vraagt zich af of de Raad wel de draagwijdte van het verzoek voelt. Er wordt niet minder dan f700 gevraagd uit de gemeentekas alleen voor kinderfeesten. Is de tijd vooral in de tegenwoor dige omstandigheden wel rijp om dat bedrag uit de gemeentekas te betalen? Het is wel jammer dat de jubileumfeesten juist dit jaar plaats hebben, maar spr. voelt er niet veel voor f700 daarvoor te bestem men. Is het wel gemotiveerd de gemeentekas zoo aan te pakken, terwijl toch niet alle ingezetenen met een dergelijk feest sympathiseeren. Er zijn wel meer subsidies gevraagd voor nuttige zaken die van de hand werden gewezen, terwijl het spr. nu toelijkt dat hier een meerderheid is die zoo maar f700 voor deze feesten wil geven. Voorzitter zegt zelf niet zoo voor feesten te zijn, maar dat de burgerij zich uitspreekt voor feest. De heer Krom meent dat wel meer besluiten wor den genomen, die niet de sympathie van een ieder hebben. We hebben nu eenmaal deze regeeringsvorm, ons vorstenhuis, en spr. noemt het daarom een na tionaal feest. De heer Kuiper vindt het toch wel wat bezwarend dit bedrag beschikbaar te stellen. Men heeft met 2 lijsten, geloopen en dit is nu de derde manier voor hetzelfde doel. Spr. vindt dat het wel wat te ver gaat. De heer Kostelijk merkt den heer Krom op dat wanneer andere besluiten worden genomen die niet aller sympathie hebben, die besluiten volgens den Raad in het algemeen belang zullen zijn, doch wan neer dit verzoek werd afgewezen, zou het niet zijn in strijd met het algemeen belang. Spr. neemt hier liever het standpunt in laat ieder feest vieren die wil. Dit is ook de opvatting van den heer Blom. De heer Kostelijk merkt nog op dat hij niet tegen het jubileumfeest is, geenszins. De heer Met wijst er op dat inwilliging van het verzoek zou veroorzaken de kosten van 22 cent per hoofd en spr. vindt dat zoo buitengewoon weinig, dat er wel feest gevierd kan worden. De heer Blom zegt dat het gewone schoolfeest in verband staat met getrouw schoolbezoek, maar dit is iets anders. De heer Van der Oord noemt dat betrekkelijk, want over getrouw schoolbezoek kan men verschillend oor- deelen. Er is toch eeri Leerplichtwet. Spr. vindt het wel een heugelijk feit om er feest voor te vieren, maar het is een heel bedrag dat gevraagd wordt. De heer Kostelijk brengt nog eens ter sprake de z.i. verkeerde inlichting van de personen die met de lijsten rondgaan, dat het geld voor kinderfeesten is. Het is niet onmogelijk dat f 400 a f 500 wordt op gehaald en spr. had liever gezien dat voor het te kort dan gemeentesubsidie was gevraagd. De heer Wijnker had dat ook in de commissie voor gesteld, maar dat viel niet in goede aarde, het moest minstens f 1 zijn. Spr. vond het ook wel wat kras. Voorzitter acht thans het punt voldoende bespro ken, maar de heer Poland vindt dat nu juist niet. Spr. zegt dat de tijd ernstig is en de vraag komt naar voren wat ons de komende winter zal brengen, of we wel den rechten weg ingaan een dergelijke som uit de gemeentekas te betalen. Spr. gaat er mee accoord dat er alle reden is om het jubileum van onze Koningin feestelijk te herdenken, maar spr. kan zich er niet mee vereenigen, daarvoor ongeveer 734 honderd gulden in deze ernstige tijdsomstandig heden beschikbaar te stellen cn zou het willen bren gen op f 400. De heer Does steunt dit voorstel. De heer Krom zou het jammer vinden als er zoo schriel feest gevierd zou worden. Als men feest wil, en dat wil de meerderheid wel, laten we het dan behoorlijk doen. Voorzitter wijst op de buitengewone gelegenheid. Ook spr. wil behoorlijk feest vieren, de kinderen moe ten niet met honger naar huis gaan, anders zouden ze met wrok weggaan inplaats van met ingenomen heid. Ook voor. de commissie zou het ontmoedigend wezen. Wat de werkloosheid betreft, we zullen ho pen dat het niet zoo erg wordt. Met de finantiën hou den B. en W. er reeds rekening mee, maar die zaak behoeft geen invloed uit te oefenen op dit adres. Met 6 tegen 5 stemmen wordt gunstig beschikt op het eerste gedeelte van het verzoek. Tegen stemden de heeren Kuiper, Blom, Kostelijk, Poland en Does. Het tweede gedeelte van het verzoek vraagt voor de burgers die in bekrompen levensomstandigheden verkeeren, het bedrag dat anders door de gemeente aan de schoolfeestcommissie wordt betaald. Voorzitter deelt mee, dat dit. vorig, jaar f180 be droeg. De heer Met stelt voor het op f300 te bepalen, het is een buitengewone omstandigheid en er zijn nog heel wat menschen die er voor in aanmerking ko men. De heer Krom zegt dat de voorzitter van het comité dacht van 40 gezinnen en met het bedrag van f 180 zou het al een aardige verrassing kunnen wezen, oor deelde deze. De heer Poland vindt dit gedeelte van het adres zeer sympathiek. De heer Met noemt ook de menschen uit het Ar menhuis die voor de verrassing in aanmerking ko men. De heer Wijnker dacht niet dat die er voor in aan merking kwamen, voor die menschen wordt goed ge zorgd. Voorzitter gelooft wel dat die evengoed een Verras sing krijgen. Terwijl het voorstel-Met niet wordt ondersteund, wordt goedgunstig op het verzoek beschikt. Eveneens wordt goedgevonden voor de feesten het sportterrein gedurende 2 dagen disponibel te stellen. Volgt aanbieding der diverse rekeningen. Die van het Burgerlijk Armbestuur geeft aan: ontvangsten f9840.35, uitgaven f 9693.2034, batig saldo f147.1434; Gemeenterekening: ontvangsten f 224.321.4834, uitga ven f 191796.71, batig saldo f32524.7734. Voorzitter zegt dat van dit saldo nog eenige nota's zijn te betalen voor onderwijs en dat de ontvanger ook teveel belasting van het Rijk heeft ontvangen, misschien wel een 5 k 6 duizend gulden. De inspec teur dacht dat dit jaar kwalijk de helft zou worden uitgekeerd. Het is dus wel goed een flink saldo te hebben. De dienst begon met een saldo van f19000. De rekening van het G.E.B. sluit in ontvangst en uitgaaf op f34878.32, met een winstsaldo van f 5688.14^. De gemeenterekeing zal worden nagezien door de heeren Borst, Blom en Kostelijk, die van Armbestuur en G.E.B. door de heeren Van Langen, Poland en Met. Voorzitter brengt nu ter sprake de jaarwedde van den gemeenteontvanger. B. en W. stellen voor aan de hand van de besprekingen van den Raad op 24 October 1922, toen de meerderheid besloot het salaris op f 1000 te bepalen, aan Ged. Staten te berichten het salaris op dat bedrag te willen vaststellen. Misschien was het wel wenschelijk een minimum en een maxi mum te bepalen, maar Ged. Staten vragen dat niet. Wat de zekerheidsstelling betreft, waarover door den heer Mét vorig maal is gesproken, B. en W. meenen dat'die bij de salarisregeling buiten beschouwing kan worden gelaten. Als de borgstelling meer waard was zou er ook niet over worden gesproken. De heer Kostelijk meent, dat B. en W. beter op de hoogte van de werkzaamheden van den ontvanger zijn en spr. veronderstelt dat zij bij hun voorstel die werkzaamheden in aanmerking hebben genomen. Spr. gaat daarom met het voorstel van B. en W. mee. Voorzitter zegt dat nog wel is overwogen het be palen van periodieke verhoogingen, maar Ged. Sta ten vragen er niet naar. Algemeen gaat de Raad met het voorstel van B. en W. mee. In verband met de opheffing, van het vervolg onderwijs, hebben B. en W. zich een volgende rege ling gedacht: B. en W. zullen gelegenheid geven belangstelling voor herhalingsonderwijs te doen geven, door de aan gifte open te stellen. Het aantal leerlingen voor een cursus mag niet beneden de 14- dalen en het onder wijs zal dan gegeven worden in de kom der gemeente of in dat gedeelte waar de meeste leerlingen zijn. Het onderwijzend personeel zal afwisselend het onderwijs geven, jaar om jaar. De heer Krom dacht dat besloten was het benoodigd aantal leerlingen op 20 te bepalen, en dat het niet mocht dalen beneden 15. Er moet blijken dat er animo voor het onderwijs bestaat, want de kosten zijn nogal hoog voor de gemeente en daarom moet de cursus maar niet bij elkaar worden getrommeld. De heer Kostelijk heeft zich vorig maal verzet te gen de afschaffing van het vervolgonderwijs. Nu B. en W. met deze regeling komen, kan hij er wel mee accoord gaan. Leerlingen die aan dezen cursus zullen deelnemen, blijken voor het onderwijs wat te gevoelen cn zullen ernstige cursisten zijn. De heer Blom vraagt of openbare en katholieke scholen samen gaan. De heer Krom zegt dat de openbare scholen zich met elkaar zullen moeten verstaan. De heer Kostelijk zegt dat als er een cursus komt, dit de gemeente geld zal kosten en die kosten zal de gemeente dan ook voor het bijzonder onderwijs be schikbaar moeten stellen. Algemeen gaat de Raad met de plannen van B. en W. accoord. Hierop volgt een uitvoerige bespreking over den Veenhuizer toren. Voorzitter doet mededeeling van het schrijven dat B. en VV. naar het kerkbestuur hebben gezonden en waarin gevraagd wordt of wanneer de gemeente den toren goed in orde laat maken, het kerkbestuur ge negen is den toren over te nemen. Is 't kerkbestuur dat niet, dan zou tot verkoop voor afbraak worden overgegaan na goedkeuring van Ged. Staten. Het kerkbestuur antwoordde, dit schrijven van B. en W. niet zonder verbazing te hebben gelezen. Al hoewel de Raad van oordeel is dat de toren niet het eigendom is van de gemeente, zou de Raad toch wil len besluiten den toren] te verkoopen. Het kerkbestuur handhaaft zijn meening, dat de gemeente onderhouds plichtig is en wenscht verder het oordeel van Ged. Staten af te- wachten. Ged. Staten, zegt voorzitter, hebben op ons verzoek om inlichtingen geantwoord en deelen daarom mede, dat hoewel de gemeente voor het kerkgebouw sub sidies heeft verstrekt, geen melding in de desbetref fende stukken wordt gemaakt van den toren. Het is nu maar de vraag wie voor 179S de onderhoudsplich tige vvas. Voor en aleer de gemeente mocht besluiten den toren te vervreemden, zal hij onttrokken moe ten worden aan den openbaren dienst en Ged. Sta ten geven in overweging voor den verkoop eerst het advies te vragen van'Rijkscommissie voor monumen ten. Voorzitter begrijpt uit het schrijven van Ged. Staten dat we noé lang niet van den toren af zijn. Als het kerkbestuur opkomt tegen afbraak, zal de ge meente wel verplicht zijn tot behoorlijk onderhoud, want een kooper zal dat niet doen. Wanneer de Rijks commissie voor Monumenten advies gevraagd wordt, zal onder geen voorwendsel mogen worden afgebro ken, want het ontsiert het kerkgebouw. En dan moet hij eerst aan den openbaren dienst worden onttrok ken Zullen we nu eerst het advies van de Rijkscom missie vragen? De heer Wijnker vindt het noodig dat het nu maar uitgemaakt wordt en dat vond de heer Appel, lid van het kerkbestuur ook. Die heeft zich zoo geuit, dat wanneer de gemeente het recht tot verkoop had cn zij gaf een bedrag toe, wellicht het kerkbestuur genegen zou zijn den toren te onderhouden. Voorzitter: Tot geld toegeven zal het wel niet ko men. Dan zou voor de rente ook de gemeente wel voor onderhoud kunnen zorgen. We wenschen er niet mee te scharrelen. De heer Van der Oord: Zou de Rijkscommissie meer licht kunnen geven? Voorzitter meent uit het schrijven van Ged. Staten 'e lezen, dat de gemeente zedelijk verplicht is lot het onderhoud. De heer Krom had' liever een kort en bondig ant woord van Ged. Staten gehad. De heer Kuiper meent, dat juist omdat Brederode daar ligt de Rijkscommissie den toren zal willen be houden. De heer Kostelijk zegt, dat de uitspraak van die commissie niet inhoudt een wettelijke beschikking. Het verheugt spr., dat de voorzitter nu van oordeel veranderd is. De inlichtingen die Ged. Staten geven zijn niet ver van zijn mededeelingen van vorig maal af. Spr. was ook van meening, dat de gemeente het onderhoud moet accepteeren. Als spr. dat vorig maal had opgedrongen, om politieke redenen, zou hij den Raad in 't gelijk hebben gesteld als de Raad! hem had gewantrouwd, maar spr. heeft de overtuiging, dat de gemeente er niet afkomt. De heer Met hoopt, dat de Raad nu een ruim standpunt inneemt en zal erkennen, dat we den to ren moeten onderhouden. De kosten van repareeren zullen een f300 bedragen, eigenlijk het noemen niet waard. Voorzitter merkt op, dat de gemeente geen behoef te heeft aan den toren. Spr. heeft vorig maal de me dedeelingen van den heer Kostelijk met genoegen gehoord en het blijkt nu wel, dat hij goede voorlich ters heeft gehad. Uit de regels van Ged. Staten blijkt nu wel, dat de gemeente niet van het onderhoud af komt en de Raad moet zich nu maar op een ruim standpunt plaatsen cn tot repareeren besluiten. We zouden ons belachelijk maken, als we alle vergade ringen over dezen toren spraken. De heer Krom wil maar liever een besluit van Ged. Staten uitlokken. Spr. is niet zoo tegen het onder- hoüd, maar we moeten weten of we daartoe ver plicht zijn. De heer Kostelijk zegt, dat het ook voor het Kerk bestuur een onverkwikkelijke zaak is. Spr. blijft van ineening, dat voorzitter van standpunt veranderd is, waar voorzitter na de mededeelingen van spr. antwoordde dat zijn mededeelingen tamelijk in 't honderd liepen. Dat was voor spr. een teleurstellend antwoord. Een vaste overeenkomst bëstaat er niet en we zullen ons wrel te houden hebben aan de wette lijke regeling, vervat in de wet van 1798. Voorzitter zegt, vorig maal gezegd te hebben, dat de mededeelingen van den heer Kostelijk op een ze ker punt dood loopen. De heer Kostelijk erkent dit. De heer Krom wil dus besluiten den toren niet te onderhouden en zoodoende een besluit van Ged. Sta ten uitlokken. De heer Kostelijk meent, dat door een dergelijk be sluit de gemeente het eigendom erkent. Voorzitter wil dan liever den toren aan den open baren dienst onttrekken, dan komt het Kerkbestuur daar wel tegenop en zoodoende komt de beslissing van Ged. Staten wel. De heer Met zegt, dat vorig maal toch het besluit is genomen, den toren te verkoopen. Voorzitter: Dat is niet bij stemming uitgemaakt er is besloten, dat als het Kerkbestuur den toren na goede reparatie niet wilde accepteeren dan ver koopen. Dc heer Met meent, dat wanneer de menschen buiten onze gemeente het raadsverslag lezen, zij zul len zeggen, dat Ileerhugowaard ziende blind is. We maken ons belachelijk. Het schrijven van het Kerk bestuur is geheel adrem. Wij willen iets verkoopen waarvan we beweren dat het ons eigendom niet is. Spr. zou willen, dat we ons niet verder belachelijk maken

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 11