tweede blad. De zieke Man. Zaterdag 5 Augustus 1923. 66sfe Jaargang. No. 7275. Groote Prijsvermihdering FEUILLETON. Een Levensweg Uit en Voor de Pers. Ik herinner mij nog zoo goed hit mijne kinderja ren, hoe ik genoot van de plaatsjes in de politieke weekblaadjes en vooral van die van den „Zieken Man." De „zieke man" Was Turkije en was altijd weer een bron van kwaad en onrust in Europa. Daar ver in het Oosten* van .Europa, 9lechts door den- Bosphorus gescheiden van Klein-Azië, was Euro- peesch Turkije. 1 Het Aziatische Turkije was veel grooter en was de feitelijke stuwende kracht, die er zat achter de Verheven Porte, maar voor ons Europeanen zat het Turksche gevaar in het kleine gedeelte Europeesch ''"urkije. Hier toonde de Vertieven Porte in het oude By zantium, in de hoofdstad, die in vroeger eeuwen de afspiegeling was geweest van eene mooie bescha ving, waarvan men nu na jaren van Turksche' over- heersching nog de stomme getuigen ziet. In het vroegere Byzantium, het Constantinopel on zer dagen, was sedert de middeleeuwen de Turk ge vestigd, zoowel met de wereldrijke macht over de Turken als met de geestelijke macht over de Maho- medanen. Sultanaat en Caliphaat waren in een persoon ver- eenigd en die eene persoon zag ik op de politieke spotprenten afgebeeld, een vermoeide oude invalide man, ondersteund door een paar vrouwen, die hem een Oostersche pijp wilden laten rooken, waartegen hij griezelde. Meestal had hij het aan den stok met Rusland of John Buil of Duitsche Michel, soms met Marianne, maar heel dikwijls ook met de andere bewoners van de Balkanstaten, met Grieken en Bulgaren vooral, maar ook met Serviërs en Rumenen. Altijd was er wat overstuur bij den gieken man. Soms had hij eenige duizenden Armeniërs om zeep laten, brengen, dan kwam John Buil het voor de Christenen, voor de Armeniërs, opnemen. Altijd weer moest men dan officieel lezen, hoe slecht die Turken en hoe braaf die Armeniërs waren terwijl je dan van iemand, die de lieden van nabij kende, hoorde, dat de Armeniërs sluwe rakkers wa ren, echte uitzuigers en meer op Israëlieten dan op Christenen geleken, zoowel in uiterlijk als in doen en laten, terwijl hij de Turken de gentlemen van den Balkan noemde. Maar officieel werden de Armeensche christenen in bescherming genomen tegen de wreedheid, en de onderdrukking door het Ottomaansche rijk. De zieke man, was echter nooit zoo ziek, of hij vocht goed, zoodot zoowel Russen als Balkanbewo ners er soms raar van langs kregen. Ten einde nog beter op militair gebied uitgerust te zijn, wendde de zieke man zich tot den militairen staat bij uitnemendheid tot Duitschland., hetgeen Dog in.de hamd gewerkt werd door het feit, dai Duitschland met den keizer vooraan, een pro-Turk - sche politiek pousseerde. Dit ging des te gemakkelijker, omdat Turkije al tijd onaangenaamheden had met Rusland en met Engeland, waarmede zij in haar Aziatisch en Afri- kaansch gebied steeds grensgeschillen en andere on der groote heeren gebruikelijke -quaesties te ver hapstukken had, terwijl Frankrijk, dat van oudsher de verdediging der christelijke belangen in KJlein- Azië te 'behartigen had, onwillekeurig evenveel gees telijke wrijving had als de Rusland en Engeland we reldlijke; Wie herinnert zich niet den naam von der Goltz Pacha, de Duitsche generaal, die de Turksche solda ten liet africhten! Toen in 1914 de wereldoorlog uitbrak, is er van bei de zijden ontzettend veel moeite gedaan om Turkije op zijn hand te krijgen. Het ging feitelijk tusschen „Deutscher Michel" en „John Buil". John Buil i9 daarbij niet handig geweest en heeft den grooten invloed, dien Dpuscher Michel had door von der Goltz en het geheele door dien georganiseer de pro-Duitsche systeem, niet kunnen ontzenuwen. Turkije koos.de zijde van de Centrale Mogendhe den en de Duitsche kruizers Goeben en Breslau, die zich in de Middellandsche Zee bevonden, wisten de Engelschen 'te verschalken en naar Turksche wate ren te ontkomen. Het feit, dat de zieke man de partij van de Cen trale koos, is van bijzonder grooten invloed op den oorlog geweest. Hoe groot die invloed geweest is, kan men natuurlijk moeilijk precies zeggen maar wie al leen al de blunders van Galipoli nagaat, kan zich een flauw begrip vormen. De Centralen werden verslagen en Turkije deeld,fc hun lot. Sedert is er in het Otuxma&nsche rijk heel wat ge beurd. Het -oude Ottomaansche rijk is verdwenen^ heeft plaats gemaakt voor een nieuw Turkije. De sultan is verjaagd en leeft als banneling in Zwitserland. De sultan, afstammeling van veroveraars, wier dapperheid door eiken geschiedschrijver erkend en geprezen wordt, is midden in den nacht uit zijn pa leis in Constantinopel moeten ontvluchten, bijge staan door Engelschen, die sedert den oorlog in Constantinopel de militaire macht bezaten. De laatste sultan vluchtte uit Europeesch Turkije aan boord van een Engelsch oorlogsschip. Zijn ba-l rem, zijn paleizen, alles viel in handen van zijn, vijanden. Voorwaar een zieke man. Maar het Rijk van den zieken man heeft plaats ge maakt'voor het Rijk van een jongen man. Van uit Aziatisch Turkije was een nieuw Turkije geboren. Het Ottomaansche keizerrijk is verdwenen, doch een Turksche republiek is ontstaan. Het is een dapper, vaderlandslievende Turki, Mu- stapha Kemal gelukt om een nieuw Turkije als een vogel Phoenix te doen opvliegen uit de püdnhoopen van het Ottomaansche keizerrijk. Terwijl het in den winter van 1918 op 1919 scheen, alsof de Turk voorgoed uit Europa verdwenen was en de Griek de opvolger zou worden in het vroegere Europeesche Turkije, werd aan de overzijde van de Bosphorus door Mustapha Kemal, in een klein stad je in_de Anatolische Hooglanden een nieuw Turkije gecreëerd. Een kern van dappere en vaderlandslievende man nen schaarde zich om Kemal in het stadje Angora, waar eene voorloopige regeering van een nieuw Tur kije gevormd en gevestigd werd. Het was deze kern van Turken, die zich gesteund zag, door alles wat Turksch dacht én voelde en ten slotte den erfvijand, den Griek, die hen aanvankelijk met succes aangevallen had, terugwierp, uit Klein- Azië naar Europa. Het was deze kern van Turken, die namens dit herboren Turkije in Lausanne kwam onderhandelen over een vrede met de verschillende Europeesche staten. Het Is deze kern van Turken, die in Lausanne ge heel andere voorwaarden heeft weten te bedingen, dan de verslagen zieke man te Sèvres zich had moe ten laten dicteeren. Ziet wat vaderlandsliefde vermag.. Het herboren Turkije telt slechts ten hoogste zeven millioen inwoners en deze zeven millioen vormen van uit het. stadje Angora een macht, die het respect heeft afgedwongen van rijken als Engeland en Frankrijk. Laat ons Nederlandsche volk dit eens ter harte ne men en zien wat eendracht machtig is. Zeven millioen Mahomedanen willen een kans hebben om te toonen, dat zij evengoed, zoo niet be ter hun land kunnen besturen dan Europeesche mo gendheden en de Europeesche mogendheden in aan tal en macht die 7 millioen Turken verre overtref fend, moeten toegeven, omdat zij het evenmin on derling als thuis eens Zijn, terwijl de Turken volko men eensgezind zijn, althans dit tégenover de bui tenwacht toonen. De Kemalisten, die den zieken man verjaagd heb ben, lieteii het .Caliphaat onaangetast, stelden een Calief aan, zoodat men in Constantinopel nog een Caliph heeft, doch zonder macht, slechts een decora tieve figuur, afstammeling van het machtige Mos- lemsche vorstenhuis, dat te gronde is gegaan, als het ware uitgemergeld door de vermenging van Aziati sche en Byzantymsche beschaving. De tijden van den Sheikh-el-Islam, den geestelij ken hoogwaardigheidsbekleder, in het Mohamme- daanscbe keizerrijk, die zelfs in latere jaren lid was van het ministerie in Constantinopel, zijn voorbij. I Het Caliphaat, zooals het herboren Turkije dat ziet en toelaat, is slechts de schaduw van vroegere macht en glans. Evenals het huidige Turkije slechts een schaduw is van het groote Ottomaansche keizerrijk, dat heerschte over geheel Kledn-Azië, en Egypte. Deels wel sleohts in naam en soms onder voogdijschap va,n Engeland, maar altijd' toch met een zekere macht, een imperiaal gebaar. Dat imperiale gebaar is verdwenen, doch wat over gebleven is, laat geen twijfel aan schijn toe. In het nieuwe Turkije ia geen plaats voor schijn macht, daar is alles echt en oereenvoudig. Zoo eenvoudig als de vergaderzaal der afgevaar digden van dit Turkije is, daar hoog in het Anatoli sche bergland, zoo eenvoudig zijn de meesten der af gevaardigden zelf, analphabeten veelal, maar sterke figuren, die goed en bloed over hebben voor hun land. Doch juist weer is dit feit, dat zij moeilijk te lolden zijn, een macht gebleken voor Ismet Pacha, den be kwamen vertegenwoordiger van Turkije ter confe rentie van Lausanne. De groote mogendheden moesten soms wel aan Is met toegeven uit vrees dat, indien hij Angora's oor deel zou moeten vragen, dit de zaak nog verder van honk zou brengen. Van uit Angora is'nieuwe geest als eene openba ring over het herboren Turkije gekomen. Die geest heeft in Lausanne de onderhandelingen beheerscht en heeft daar veelal over de oude Wes- tersche beschaving gezegevierd. Wat hebben Engeland en Frankrijk niet moeten toegeven. De conferentie te Lausanne heeft zoo lang geduurd dat niemand er nog ©enig belang in stelde. Soms scheen de belangstelling der gedelegeerden zelf verdwenen. Maar ten slotte werd Dinsdag 24 Juli de overeen komst geteekend. Grieken en Armeniërs zijn vrijwel geofferd. Dege nen, die nog niet gedood of weggedonderd zijn, zul len wel spoedig op de een of andere wijze het Azia- ♦isch deel van Turkije hebben verlaten, hetzij voor goed stom onder den grond, of uitgekleed en uitge schud over de grens. Turkije heeft in Europa slechts een kleine strook grondgebied, doch het heeft nog Constantinopel en de Maritza-vallei, afgedwongen als getuigen van Ke mals macht. Turkije heeft gelijke rechten gekregen in de inter nationale status., o.m. zijn de zg.n. capitulaties, de consulaire rechtbanken en de onschendbaarheid van den vreemdeling verdwenen. De rechtspraak voor een ieder, Turk of vreemdeling, berust bij den Turk. Turkije heeft geschermd met de van Westerlingen geleende mooie phrasen, beschaving, vooruitgang, evolutie. Jong Turkije heeft succes gehad met die Wes ter; sche phrasen, waaraan de Turk natuurlijk evenmin iete hecht als een der andere BalkanbewoDera. Rusland heeft ditmaal niet meegepraat over de be langen van jong Turkije, zooals het vroeger steeds deed over de belangen van den zieken man, daarbij steeds goed voor zichzelf zorgende. Rusland zal de overeenkomst van Lausanne ratifi- ceeren, omdat dit met het oog op de speciale con ventie voor de Straat van Constantinopel, toegangs weg naar de Zwarte Zee, dient te gebeuren. Doch Rusland zal het doen ohder protest, stuurt er geen gedelegeerde voor naar Lausanne, doch zal te i Constantinopel laten teekenen. Terwijl In den Bal- kan overal onrust heerscht, terwijl het evengroote vijandschap is tusschen alle Balkanvolken onderling als vóór den oorlog van 1914, is nu in Lausanne op 24 Juli het vredestractaat geteekend. Vrede! Officieel is het vrede. Geen oorlog meer tusschen Griekenland en Turkije. Maar Bulgarije heeft nog altijd- niet den beloofden j uitweg naar de Aegeische Zee, de Grieken hebben nog altijd te regeeren over een groote groep Bulga ren, de Macedoniërs zijtn een voortdurend gevaar voor Bulgarije en Jugo-Slavië. J.ugo-Slavië is veel te groot geworden ten koste van den aartsvijand Oostenrijk, dat nu nog maar een wereldstad Weenen met een beetje land ia De Hongaren zijn vuur en vlam met de Roemenen, die hun het prachtige Zevenburgen hebben afhan dig gemaakt. Een Hongaarsche edelman zei van den winter te gen mi}, dat in een aanstaanden oorlog, hetzij de Rumenên of de Hongaren geheel uitgeroeid moesten worden, want er was op deze aarde geep plaats voor beide naties. Kemal Pacha zal de handen nu vrij hebben om van zijn gecomprimeerd Turkije, van zijn Turksche Repu bliek H!e maken wat, menschelijker wijze gesproken, daarvan te maken is. Zal Kemal s^gen? Zal Kemal in den vredelieyenden legislatieven opbouw van zijn nieuwe Turksche Rijk even gelukkig zijn, als in den militairen opbouw in 'Klein- Azië en in den diplomatieken opbouw in Lausanne? Kemal is geslaagd in de kleine bergstad van Ga- latië, in Angora, een naam die altijd verbonden zal1 blijven aan net beste, wat Turksche vaderlandsliefde heeft geboden. Maar nu zal Kemal naar Constantinopel' gaan, naSr het oude Byzantium, waar de steenen kunnen getuigen van grootheid en vooral der Turksche overheerschers. Hier in deze bijzondere stadd, sleutelstad van Europa voor den Aziaat, sleutelstad van Azië voor den Euro peaan zal nu het grootsche werk van. Mustaphe Kemal en zijn Turkije moeten beginnen. Het wordt nu ernst. Zal Kemal slagen, of zal slechts een nieuwe periode van onrust ontstaan, onrust voor Turkije en onrust voor den geheelen Balkan zonder of met, voor of tegeH Turkije. Maar in één opzicht zijn de Balkanvolken, die hun oor in Lausanne te luisteren hebben gelegd en die bereid zijn zich te spiegelen aan het Gneksche échec, gewaarschuwd, namelijkDe Zieke Man is dood. Een gezonde jongeling staat in de schaduw van zijn I erfdeel. En overal in Turkije knalt het vuurwerk om den arbeid van den jongeling te prijzen.- naai hel Engelsch van E. TEMPEE THURSTON door W. J. A. ROLDANUS Jr. 14. En al dien .tijd had Mr. Mossop haar nauwkeurig gadegeslagen. Wanneer zij in het restaurant kwam, krulde hij even te voren netjes zijn snor. De direc trice keek jaloersch naar hem, wanneer hij met haar sprak. Mr Mossop kwam nooit de zaal binnen zonder de een of andere opmerking tegen haar te maken en gewoonlijk was dat een handig uitgedrukt compli ment. Maar hoe antipathiek die vorm van attenties haar ook was, Nanno wist, dat zij hem niet open lijk kon afsnauwen. Haar positie hing heelemaal af van zijn welwillendheid. Eens had hij haar terloops gevraagd waar zij woonde, en toen zij hem vaag de wijk noemde, had hij goedaardig geglimlacht en een buiging gemaakt, aisof zij een klant was. „Beste kind", had hij met overdreven beleefdheid gezegd, „je adres is boven op het kantoor bekend. r»ls £eed enkele reden om het mij niet te zeggen". De volgende dagen had zij verwacht, dat hij des avonds bij haar zou komen, maar toen hij niet ver- scneen, dacht zij, dat haar vrees ongegrond was. Een week later had hij haar bij de sluiting van het restau rant. een bouquet lelies gebracht. timïÜ» z,ijn m^n Hevelingsbloemen", had hij op sen- Ï3T toon £ezeSd- zijn zij rein". Hij kinr aa? met kwiinende oogen een uitdruk- hnfl!' J,1® volgens zijn ondervinding onweerstaan- ni« "^ooals Jij"» voegde hij eraan toe .zoo- nm riin was teruggevallen iri. zijn gewoonte bedankt te plaSen' waarop- Nanno hem vlug met de lelies weggegaan was. hïi Apn manblik van een vrouw zag zij, dat niet AflrShü, zich Sauw beleedigd voelen en met h^ i,ï*Z°U °m zich daarover te wreken, maar heid ^t s.?huchterÜeid en bedeesd- Fen man hem behandelen moest, hii boven atJJIJ!611 .der®eliik karakter zal, wanneer hij boven anderen staat, steeds wegjpgen tot hij zelf Heeren kleed in g SPAANDER Co. Heerenmodes. - ALKMAAR. weggejaagd wordt, Nanno voelde het gewicht van zijn gezag zóó sterk, dat zij er, door.haar gebrek aan ervaring, overmatig bang voor was. Eindelijk op een Zondagmiddag, toen zij zat te le zen, werd wat zij zoo gevreesd had werkelijkheid. De kostjuffrouw kwam binnen en zeide, dat eon pekere Mr. Mossop haar te spreken vroeg. „Hebt u gezegd, dat ik thuis was?" vroeg zij vlug. De kostjuffrouw keek haar verbaasd aan. „Ben je het dan niet?" zeide zij. Nanno knikte. „Zou ik hem in de zitkamer mogen ontvangen?" De kostjuffrouw snoof. „Dat zal wel gaan", zeide zij eindelijk. „Hij heeft een bloem in zijn knoops gat en hij ziet er fatsoenlijk uit. Maar denk er om. als regel wil ik geen bezoekers hier hebben. Er is hier een9 een meisje geweest „Zoudt u hem dat niet kunnen zeggen?" viel Nanno' vol hoop, haar in de rede. „Ik ontvang hem liever niet". Mrs. Hudson schudde haar hoofd. „Hij ziet er fatsoenlijk uit", herhaalde zij, alsof zij Nanno's laatste woorden niet had gehoord, ,en daar om heb ik er voor dit keer geen bezwaar tegen". En zij deed de deur weer dicht. Nanno legde haar boek weg en staarde uit het raam. Wat pater Mehan over mannen gezegd had, was volkomen waar, vond zij. Maar in haar eenvoud begreep zij niet goed hoe hij het geweten had. Na enkele «ogenblikken was Mrs. Hudson terug gekomen en.had gezegd, dat Mr. Mossop in de zit kamer wachtte. „Hij heeft een hoogen zijden op", voegde zij er aan toe. „Ik snap niet hoe jullie meisjes heeren als hij te pakken krijgen. Toen ik zoo o ud was als jij, kon ik het niet". Nanno antwoordde niet Zij liep naar de zitkamer alsof zij een nieuwe beproeving om naar een be trekkin* te solliciteeren moest doorstaan. Mr. Mossop stond met zijn hoed in rijn hand op, toen zij binnenkwam. „Ik heb mij de vrijheid veroorloofd", zeide hij, voorzichtig zijn woorden kiezend, even op te loopen. Ik kwam toevallig langs". „Het is heel vriendelijk van u. Wilt u niet gaan zitten?" 1 Hij deed het verlegen en hield nog steeds zijn hoed De flnandeele toestand van ons land. Prof. mr. G. W. J. Bruins schrijft in Econ. Stat. Berichten: Dit blad is geen politiek blad en politieke beschou wingen liggen niet in de bedoeling. Wie echter van de beschouwingen van de dagbla den van verschillende richting over de huidige cri sis aan Financiën kennis neemt, wordt, met enkele uitzonderingen, getroffen door een zoo gering begrip van den financieelen toestand, waarin ons land in werkelijkheid verkeert, en ?en dergelijke luchthar tigheid omtrent de belangen onzer geheele volksge meenschap, die hierbij op het spel staan, dat het noodzakelijk is dezen financieelen toestand nog eens in korte woorden uiteen tte zetten. Moeilijk is de taak niet. Wie de moeite neemt het rapport der Vloot- commissie met aandacht 'te lezen, beschikt reeds over alle bouwstoffen, die hij, behoeft. Het alles beheerschende feit is dit, dat onze ge wone dierst, dib vóór den oorlog f 200 millioen belie pen in 1918 tot f 330 millioen gestegen was, door het wanbeleid der daarna volgende Jaren in 1921 is uit. gedijd tot f 621 millioen en in 1922 tot f.640 millioen. Voor 1923 is f 615 millioen geraamd, waaraan bij sup pletoir© begrooiting nog een op het oogenblik onbe-" kenJd bedrag zal worden toegevoegd. Voorts staat vast, dat, terwijl de ontvangsten aan alle zijden slin ken, het bedrag der uitgaven alleen reeds door van vroeger wetijtelijk vaststaande verplichtingen 'in de allereerste toekomst nog met minstens f50 millioen stijgen zal. Verder is er van 1920 itot 1923 reeds een ongedekt tekort op den gewonen dienst van f100 millioen. Minister de Geer heeft aan verdere opvoering der uitgaven, voorzoover dn zijn vermogen lag, paal en perk gesteld. Op verschillende ondergeschikte pun ten zijn maatregelen genomen, die het loffelijk reShl- taat hebben, dat thans over voorstellen, die nieuwe uitgaven medebrengen, tevoren met Financiën over leg wordt gepleegd en dat bij de raming der uitga ven en de besteding der gevoteerde uitgaven eenig». zins grooter zuinigheid wordt betracht. Het was ech ter, wat de Duitscher noemt „Kleinarbeit". Met heU groote werk, zaak niet alleen van den Minister van Financiën, moet nog worden begonnen. Wat dit groote werk is, wordt door de Vlootcom- missie uiteengezet. Alleen reeds om het teloor ge- gane evenwicht op de begrooting te herstellen, is het volstrekt noodig het totaal der uitgaven met f 1*20 mililioen of in doorsnee met 26 pet. van de daarvoor in aanmerking komende posten te verminderen. Van verlaging dier belastingen is dan nog volstrekt geen sprake. Dit is het alleslbeheerschende punt. En dit werk kan niet wachten. De waardevastheid van den gul den, waarover een jaar geleden zooveel gesproken werd, interesseert thans heit publiek niet meer. Het zal wel losloopen, meent men. De waarheid is, dat er voor bezorgdheid van den gulden thans meer re den is dan ooit tevoren. Vergeten moeit toch niet worden, dat de gulden reeds meer dan een jaar lang kunstmatig wordt hoog gehouden, doordat de Neder- lansche Bank van de opbrengst der in het buitenland gesloten leeningen bijna wekelijks eenige millioenen afgeeft. Geforceerd als wij waren in het buitenland te leenen, hebben wij met deze leerlingen in New York en Londen Nederland reeds geclasseerd bene den Nieuw-Zeeland en New Foundland, Neder- landsch-Indië J>eneden verschillende Zuid-Ameri- kaansche staten. Is straks het potje van de Nederlandsche Bank op, dan is de gulden weder aan zichzelf overgelaten. Ontvangt hij dan niet den dteun van een sluitende begrooting, dan is de kans zeer groot, dat hij bij de verdere gevaren, die hem boven het hoofd hangen, zich niet zal kunnen handhaven. Reeds zien wij op het vasteland van Europa aan alle zijden, in Zwit serland, Denemarken en elders, afbrokkeling. Alleen Zweden weet zich te handhaven. Zweden echter heeft nog nimmer voor een tekort gestaan. De bur gerlijke en sociale uitgaven te zamen met Idien dienst der staatsschuld beloopen aldaar ongeveer f55 per hoofd van bevolking tegen hier f 84, yolgens de [bere keningen der Vlootwetcomimissie weldra f 90 en meer j Zweden heeft vanaf 1914 consequent vastgehouden i aan het steilsel van dhurtetoeslagen op de loonen en salarissen van alle in overheidsdienst werkzame personen. Met de daling van de kosten voor levens onderhoud gaan deze du urt ©toeslagen evenredig Ernstiger misschien nog dan de gevaren voor den gulden is de ontzaglijke kapitaalintering, die voor onze Nederlandsche volksgemeenschap in haar ge heel genomen in de afgeloopen jaren heeft plaats gevonden. De vermeerdering van de staatsschuld van f 1 op f4 milliard' bij dit cijfer is, zooals be hoort, het in een annuïteit aan de Rijksverzekerings- bank gecamoufleerde bedrag van f 1 milliard bijge- teld overtreft verre de cijfers van de overige klei ne landen van Europa in gelijke conditie. Van de in het buitenland uitgegeven leerlingen in vreemde va luta is door de voorrichtigen hier te lande een be- langrijk deel teruggekocht. Niettemin zijn voor bon I derden millioenen verplidhtingen aan den vreem deling op het volk golegd en representeert ook dc vlottende schuld voor ©en deel vreemd geLd. Ons volkt neemt jaarlijks met 80.000 tot 1Ö0.000 zie len toe. Willen de hiertoe behoorende nieuwe arbei ders in het binnenland te werk kunnen worden ge steld, dan is evenredige nieuwe besparing noodzake lijk. Door wie deze besparing geschiedt is onverschil lig, mits zij geschiedt. Voor den*oorlog was de nieu we kapitaalvorming hier te lande hiervoor voldoen de en liet deze bovendien nog een overschot voor be legging in het buitenland. De hooge directe belas tin gen en successierechten, waarmede Nederland, wal den werkelijken druk op de bevolking betreft, thans op het vasteland van Europa het record houdt, ma Sn zijn hand; de eerste oogenblikken was hun ge sprek heel gedwongen geweest. De pose van gezag was geheel bij hem verdwenen. Hij voelde zich hee lemaal niet op zijn gemak. Nanno was niet zoo bang voor hem als wanneer hij in het restaurant tegen haar sprak „lk wou juist thee gaan drinken'", zeide zij na een poosje. „Mag ik u misschien ook een kopje aanbie den?" ,'Hoe aRrdig hebt u dat gezegd!" zeide hij. „Het zal me een groote eer zijn." Zij belde en vroeg Mrs. Hudson voor hen beiden thee te brengen. De kostjuffrouw ging weer weg en zeide tegen haar man. dat Miss Troy zooals Nanno zich noemen liet waarschijnlijk binnen enkele we ken zou trouwen. Zoodra zij uit de kamer was, stond Mr. Mossop op en ging zenuwachtig door de kamer loopen, waarbij hij keek naar de bonte olie verfschilderijen van'stormachtige zeeën, die aan den muur hingen. Toen hij daarmede klaar was, kwam hij aarzelend: bij haar staan. „U hebt het hier heel gezellig, Miss Troy", zeide hij, terwijl hij met een air van vaderlijke welwil lendheid zijn hand op haar schouder legde. Nanno voelde, dat haar leden plotseling hun kracht verloren. Een oogenblik was zij machteloos door een gevoel van vrees; en op dat oogenblik boog hij rich i,n de meening, dat zij zich door zijn attenties niet beleedigd gevoelde, over haar heen en bracht zijn gezicht dicht bij het hare. „Zoudt u mij geen zoen willen geven?" vroeg hij. Er klonk iets hartstochtelijk-sentimenteels in zijn stem. Zij hoorde het. Onmiddellijk stond zij op en <Jeed hem daardoor zijn evenwicht verliezen. Hij maakte en «hij voelde het ook een belachlijke figuur. „Bent u boos?" vroeg hij. „Ja, natuurlijk". v „Maar waarom? Er steekt toch geen kwaad in!" Hij richtte zich in zijn volle lengte op. „Lievp hemel., heel wat meisjes zouden wat ik bedoel als een com- jplimentje opvatten en niet zoo opstuiven als u." Nanno zeide niets. Dat was het beste en verstan digste wat zij doen kon. Had zij gezegd hoe zij er over dacht, dan zou hij nog woedender geworden zijn f „Wat hebt u toch tegen mij?' ging hij voort, toen zij bleef zwijgen „3en ik niet altijd even voorko mend tegen u geweest sedert u in het restauran bent? Aan wie heb t u feitelijk uw betrekking bi Maynard te danken? Ben ik zoo heelemaal niettf, da ik als een stuk vuil behandeld moet worden?" Er was iets agressiefs in zijn stem, dat haar ban' maakte.' Zij wist, dat hij haar bij de chef zóó zwar zou kunnen maken, dat zij ontslagen zou worden. „O, neem me niet kwalijk," antwoordde zij einde lijk. „Ik bedoelde volstrekt niets oneerbiedigs Heusch niet." j Mr. Mossop keek weer wat welwillender naar haar Hij voelde, dat hij haar onder den duim had. He leek allemaal zoo belachelijk onnoozel. Hij behoefde alleen maar met een booze stem „Bah!" te zeggen er niet angstige oogen lag zij voor hem op de knieën Er was*zelfs een element van sport in, maar Mr Mossop gaf niet om sport. Hij was inwendig eeif nian, die vrouwen „donderde". Haar excuses tegenover hem bij deze allei-eerst gelegenheid hadden hem in staat gesteld de houding aan te nemen, die hij altijd tegen vrouwen aannam en hij ging alleen om met vrouwen, die onder zij persoonlijk gezag stonden. Die houding was een hou ding om haar te terroriseeren, waartoe hij zijn toe vlucht nam, wanneer zijn lichamelijke liefkoozinge faalden. Wat Nanno betreft, hij geloofde dat hij met geduld en voorzichtigheid, haar op den duu| tot alles wat hij zou willen zou kunnen teiTori9e< ren, waarom hij, zich voor het oogenblik met een ui stel tevreden stellend, haar excuus met een wat h zelf vond buitengewone welwillendheid aanvaart de. „Spreek er maar niet verder over", zeide hij dade lijk. „Misschien was ik een beetje te heftig d erken ik graag. Ik had u al eerder gezegd, dat u ee aantrekkelijk, heel aantrekkelijk meisje bent." Hij Ijield plotseling op, daar Mrs. Hudson de the binnenbracht. Nog steeds ieder oogenblik bang, da hij zijn vrijpostigheden zou herhalen, ging Nannl zitten om een kop thee voor hem in te schenken. „U bent het eerste Iersche meisje, dat ik ge kern heb", zeide hij, toen hij zijn kopje half leeg ha<! „Dat wil zeggen, goed gekend heb, intiem". Zij huiverde bij dat laatste woortL „Heusch?" zeide zij. „Hum.Hij had zijn mond zóó vol taart, dat h niets verder zeggen kon.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5