tweede blad.
De zieke Man.
Zaterdag 5 Augustus 1923.
66sfe Jaargang. No. 7275.
Groote Prijsvermihdering
FEUILLETON.
Een Levensweg
Uit en Voor de Pers.
Ik herinner mij nog zoo goed hit mijne kinderja
ren, hoe ik genoot van de plaatsjes in de politieke
weekblaadjes en vooral van die van den „Zieken
Man."
De „zieke man" Was Turkije en was altijd weer
een bron van kwaad en onrust in Europa.
Daar ver in het Oosten* van .Europa, 9lechts door
den- Bosphorus gescheiden van Klein-Azië, was Euro-
peesch Turkije. 1
Het Aziatische Turkije was veel grooter en was
de feitelijke stuwende kracht, die er zat achter de
Verheven Porte, maar voor ons Europeanen zat het
Turksche gevaar in het kleine gedeelte Europeesch
''"urkije.
Hier toonde de Vertieven Porte in het oude By
zantium, in de hoofdstad, die in vroeger eeuwen de
afspiegeling was geweest van eene mooie bescha
ving, waarvan men nu na jaren van Turksche' over-
heersching nog de stomme getuigen ziet.
In het vroegere Byzantium, het Constantinopel on
zer dagen, was sedert de middeleeuwen de Turk ge
vestigd, zoowel met de wereldrijke macht over de
Turken als met de geestelijke macht over de Maho-
medanen.
Sultanaat en Caliphaat waren in een persoon ver-
eenigd en die eene persoon zag ik op de politieke
spotprenten afgebeeld, een vermoeide oude invalide
man, ondersteund door een paar vrouwen, die hem
een Oostersche pijp wilden laten rooken, waartegen
hij griezelde.
Meestal had hij het aan den stok met Rusland of
John Buil of Duitsche Michel, soms met Marianne,
maar heel dikwijls ook met de andere bewoners van
de Balkanstaten, met Grieken en Bulgaren vooral,
maar ook met Serviërs en Rumenen.
Altijd was er wat overstuur bij den gieken man.
Soms had hij eenige duizenden Armeniërs om zeep
laten, brengen, dan kwam John Buil het voor de
Christenen, voor de Armeniërs, opnemen.
Altijd weer moest men dan officieel lezen, hoe
slecht die Turken en hoe braaf die Armeniërs waren
terwijl je dan van iemand, die de lieden van nabij
kende, hoorde, dat de Armeniërs sluwe rakkers wa
ren, echte uitzuigers en meer op Israëlieten dan op
Christenen geleken, zoowel in uiterlijk als in doen
en laten, terwijl hij de Turken de gentlemen van den
Balkan noemde.
Maar officieel werden de Armeensche christenen
in bescherming genomen tegen de wreedheid, en de
onderdrukking door het Ottomaansche rijk.
De zieke man, was echter nooit zoo ziek, of hij
vocht goed, zoodot zoowel Russen als Balkanbewo
ners er soms raar van langs kregen.
Ten einde nog beter op militair gebied uitgerust
te zijn, wendde de zieke man zich tot den militairen
staat bij uitnemendheid tot Duitschland., hetgeen
Dog in.de hamd gewerkt werd door het feit, dai
Duitschland met den keizer vooraan, een pro-Turk -
sche politiek pousseerde.
Dit ging des te gemakkelijker, omdat Turkije al
tijd onaangenaamheden had met Rusland en met
Engeland, waarmede zij in haar Aziatisch en Afri-
kaansch gebied steeds grensgeschillen en andere on
der groote heeren gebruikelijke -quaesties te ver
hapstukken had, terwijl Frankrijk, dat van oudsher
de verdediging der christelijke belangen in KJlein-
Azië te 'behartigen had, onwillekeurig evenveel gees
telijke wrijving had als de Rusland en Engeland we
reldlijke;
Wie herinnert zich niet den naam von der Goltz
Pacha, de Duitsche generaal, die de Turksche solda
ten liet africhten!
Toen in 1914 de wereldoorlog uitbrak, is er van bei
de zijden ontzettend veel moeite gedaan om Turkije
op zijn hand te krijgen.
Het ging feitelijk tusschen „Deutscher Michel" en
„John Buil".
John Buil i9 daarbij niet handig geweest en heeft
den grooten invloed, dien Dpuscher Michel had door
von der Goltz en het geheele door dien georganiseer
de pro-Duitsche systeem, niet kunnen ontzenuwen.
Turkije koos.de zijde van de Centrale Mogendhe
den en de Duitsche kruizers Goeben en Breslau, die
zich in de Middellandsche Zee bevonden, wisten de
Engelschen 'te verschalken en naar Turksche wate
ren te ontkomen.
Het feit, dat de zieke man de partij van de Cen
trale koos, is van bijzonder grooten invloed op den
oorlog geweest. Hoe groot die invloed geweest is, kan
men natuurlijk moeilijk precies zeggen maar wie al
leen al de blunders van Galipoli nagaat, kan zich
een flauw begrip vormen.
De Centralen werden verslagen en Turkije deeld,fc
hun lot.
Sedert is er in het Otuxma&nsche rijk heel wat ge
beurd.
Het -oude Ottomaansche rijk is verdwenen^ heeft
plaats gemaakt voor een nieuw Turkije.
De sultan is verjaagd en leeft als banneling in
Zwitserland.
De sultan, afstammeling van veroveraars, wier
dapperheid door eiken geschiedschrijver erkend en
geprezen wordt, is midden in den nacht uit zijn pa
leis in Constantinopel moeten ontvluchten, bijge
staan door Engelschen, die sedert den oorlog in
Constantinopel de militaire macht bezaten.
De laatste sultan vluchtte uit Europeesch Turkije
aan boord van een Engelsch oorlogsschip. Zijn ba-l
rem, zijn paleizen, alles viel in handen van zijn,
vijanden. Voorwaar een zieke man.
Maar het Rijk van den zieken man heeft plaats ge
maakt'voor het Rijk van een jongen man.
Van uit Aziatisch Turkije was een nieuw Turkije
geboren.
Het Ottomaansche keizerrijk is verdwenen, doch
een Turksche republiek is ontstaan.
Het is een dapper, vaderlandslievende Turki, Mu-
stapha Kemal gelukt om een nieuw Turkije als een
vogel Phoenix te doen opvliegen uit de püdnhoopen
van het Ottomaansche keizerrijk.
Terwijl het in den winter van 1918 op 1919 scheen,
alsof de Turk voorgoed uit Europa verdwenen was
en de Griek de opvolger zou worden in het vroegere
Europeesche Turkije, werd aan de overzijde van de
Bosphorus door Mustapha Kemal, in een klein stad
je in_de Anatolische Hooglanden een nieuw Turkije
gecreëerd.
Een kern van dappere en vaderlandslievende man
nen schaarde zich om Kemal in het stadje Angora,
waar eene voorloopige regeering van een nieuw Tur
kije gevormd en gevestigd werd.
Het was deze kern van Turken, die zich gesteund
zag, door alles wat Turksch dacht én voelde en ten
slotte den erfvijand, den Griek, die hen aanvankelijk
met succes aangevallen had, terugwierp, uit Klein-
Azië naar Europa.
Het was deze kern van Turken, die namens dit
herboren Turkije in Lausanne kwam onderhandelen
over een vrede met de verschillende Europeesche
staten.
Het Is deze kern van Turken, die in Lausanne ge
heel andere voorwaarden heeft weten te bedingen,
dan de verslagen zieke man te Sèvres zich had moe
ten laten dicteeren.
Ziet wat vaderlandsliefde vermag..
Het herboren Turkije telt slechts ten hoogste zeven
millioen inwoners en deze zeven millioen vormen
van uit het. stadje Angora een macht, die het respect
heeft afgedwongen van rijken als Engeland en
Frankrijk.
Laat ons Nederlandsche volk dit eens ter harte ne
men en zien wat eendracht machtig is.
Zeven millioen Mahomedanen willen een kans
hebben om te toonen, dat zij evengoed, zoo niet be
ter hun land kunnen besturen dan Europeesche mo
gendheden en de Europeesche mogendheden in aan
tal en macht die 7 millioen Turken verre overtref
fend, moeten toegeven, omdat zij het evenmin on
derling als thuis eens Zijn, terwijl de Turken volko
men eensgezind zijn, althans dit tégenover de bui
tenwacht toonen.
De Kemalisten, die den zieken man verjaagd heb
ben, lieteii het .Caliphaat onaangetast, stelden een
Calief aan, zoodat men in Constantinopel nog een
Caliph heeft, doch zonder macht, slechts een decora
tieve figuur, afstammeling van het machtige Mos-
lemsche vorstenhuis, dat te gronde is gegaan, als het
ware uitgemergeld door de vermenging van Aziati
sche en Byzantymsche beschaving.
De tijden van den Sheikh-el-Islam, den geestelij
ken hoogwaardigheidsbekleder, in het Mohamme-
daanscbe keizerrijk, die zelfs in latere jaren lid was
van het ministerie in Constantinopel, zijn voorbij.
I Het Caliphaat, zooals het herboren Turkije dat ziet
en toelaat, is slechts de schaduw van vroegere macht
en glans.
Evenals het huidige Turkije slechts een schaduw
is van het groote Ottomaansche keizerrijk, dat
heerschte over geheel Kledn-Azië, en Egypte. Deels
wel sleohts in naam en soms onder voogdijschap
va,n Engeland, maar altijd' toch met een zekere
macht, een imperiaal gebaar.
Dat imperiale gebaar is verdwenen, doch wat over
gebleven is, laat geen twijfel aan schijn toe.
In het nieuwe Turkije ia geen plaats voor schijn
macht, daar is alles echt en oereenvoudig.
Zoo eenvoudig als de vergaderzaal der afgevaar
digden van dit Turkije is, daar hoog in het Anatoli
sche bergland, zoo eenvoudig zijn de meesten der af
gevaardigden zelf, analphabeten veelal, maar sterke
figuren, die goed en bloed over hebben voor hun
land.
Doch juist weer is dit feit, dat zij moeilijk te lolden
zijn, een macht gebleken voor Ismet Pacha, den be
kwamen vertegenwoordiger van Turkije ter confe
rentie van Lausanne.
De groote mogendheden moesten soms wel aan Is
met toegeven uit vrees dat, indien hij Angora's oor
deel zou moeten vragen, dit de zaak nog verder van
honk zou brengen.
Van uit Angora is'nieuwe geest als eene openba
ring over het herboren Turkije gekomen.
Die geest heeft in Lausanne de onderhandelingen
beheerscht en heeft daar veelal over de oude Wes-
tersche beschaving gezegevierd.
Wat hebben Engeland en Frankrijk niet moeten
toegeven.
De conferentie te Lausanne heeft zoo lang geduurd
dat niemand er nog ©enig belang in stelde.
Soms scheen de belangstelling der gedelegeerden
zelf verdwenen.
Maar ten slotte werd Dinsdag 24 Juli de overeen
komst geteekend.
Grieken en Armeniërs zijn vrijwel geofferd. Dege
nen, die nog niet gedood of weggedonderd zijn, zul
len wel spoedig op de een of andere wijze het Azia-
♦isch deel van Turkije hebben verlaten, hetzij voor
goed stom onder den grond, of uitgekleed en uitge
schud over de grens.
Turkije heeft in Europa slechts een kleine strook
grondgebied, doch het heeft nog Constantinopel en
de Maritza-vallei, afgedwongen als getuigen van Ke
mals macht.
Turkije heeft gelijke rechten gekregen in de inter
nationale status., o.m. zijn de zg.n. capitulaties, de
consulaire rechtbanken en de onschendbaarheid van
den vreemdeling verdwenen. De rechtspraak voor
een ieder, Turk of vreemdeling, berust bij den Turk.
Turkije heeft geschermd met de van Westerlingen
geleende mooie phrasen, beschaving, vooruitgang,
evolutie.
Jong Turkije heeft succes gehad met die Wes ter;
sche phrasen, waaraan de Turk natuurlijk evenmin
iete hecht als een der andere BalkanbewoDera.
Rusland heeft ditmaal niet meegepraat over de be
langen van jong Turkije, zooals het vroeger steeds
deed over de belangen van den zieken man, daarbij
steeds goed voor zichzelf zorgende.
Rusland zal de overeenkomst van Lausanne ratifi-
ceeren, omdat dit met het oog op de speciale con
ventie voor de Straat van Constantinopel, toegangs
weg naar de Zwarte Zee, dient te gebeuren.
Doch Rusland zal het doen ohder protest, stuurt er
geen gedelegeerde voor naar Lausanne, doch zal te
i Constantinopel laten teekenen. Terwijl In den Bal-
kan overal onrust heerscht, terwijl het evengroote
vijandschap is tusschen alle Balkanvolken onderling
als vóór den oorlog van 1914, is nu in Lausanne op
24 Juli het vredestractaat geteekend.
Vrede! Officieel is het vrede. Geen oorlog meer
tusschen Griekenland en Turkije.
Maar Bulgarije heeft nog altijd- niet den beloofden
j uitweg naar de Aegeische Zee, de Grieken hebben
nog altijd te regeeren over een groote groep Bulga
ren, de Macedoniërs zijtn een voortdurend gevaar
voor Bulgarije en Jugo-Slavië.
J.ugo-Slavië is veel te groot geworden ten koste
van den aartsvijand Oostenrijk, dat nu nog maar
een wereldstad Weenen met een beetje land ia
De Hongaren zijn vuur en vlam met de Roemenen,
die hun het prachtige Zevenburgen hebben afhan
dig gemaakt.
Een Hongaarsche edelman zei van den winter te
gen mi}, dat in een aanstaanden oorlog, hetzij de
Rumenên of de Hongaren geheel uitgeroeid moesten
worden, want er was op deze aarde geep plaats voor
beide naties.
Kemal Pacha zal de handen nu vrij hebben om van
zijn gecomprimeerd Turkije, van zijn Turksche Repu
bliek H!e maken wat, menschelijker wijze gesproken,
daarvan te maken is.
Zal Kemal s^gen? Zal Kemal in den vredelieyenden
legislatieven opbouw van zijn nieuwe Turksche Rijk even
gelukkig zijn, als in den militairen opbouw in 'Klein-
Azië en in den diplomatieken opbouw in Lausanne?
Kemal is geslaagd in de kleine bergstad van Ga-
latië, in Angora, een naam die altijd verbonden zal1
blijven aan net beste, wat Turksche vaderlandsliefde
heeft geboden.
Maar nu zal Kemal naar Constantinopel' gaan, naSr
het oude Byzantium, waar de steenen kunnen getuigen
van grootheid en vooral der Turksche overheerschers.
Hier in deze bijzondere stadd, sleutelstad van Europa
voor den Aziaat, sleutelstad van Azië voor den Euro
peaan zal nu het grootsche werk van. Mustaphe Kemal
en zijn Turkije moeten beginnen.
Het wordt nu ernst.
Zal Kemal slagen, of zal slechts een nieuwe periode
van onrust ontstaan, onrust voor Turkije en onrust
voor den geheelen Balkan zonder of met, voor of
tegeH Turkije.
Maar in één opzicht zijn de Balkanvolken, die hun
oor in Lausanne te luisteren hebben gelegd en die
bereid zijn zich te spiegelen aan het Gneksche échec,
gewaarschuwd, namelijkDe Zieke Man is dood.
Een gezonde jongeling staat in de schaduw van zijn
I erfdeel. En overal in Turkije knalt het vuurwerk om
den arbeid van den jongeling te prijzen.-
naai hel Engelsch van E. TEMPEE THURSTON
door W. J. A. ROLDANUS Jr.
14.
En al dien .tijd had Mr. Mossop haar nauwkeurig
gadegeslagen. Wanneer zij in het restaurant kwam,
krulde hij even te voren netjes zijn snor. De direc
trice keek jaloersch naar hem, wanneer hij met haar
sprak. Mr Mossop kwam nooit de zaal binnen zonder
de een of andere opmerking tegen haar te maken en
gewoonlijk was dat een handig uitgedrukt compli
ment. Maar hoe antipathiek die vorm van attenties
haar ook was, Nanno wist, dat zij hem niet open
lijk kon afsnauwen. Haar positie hing heelemaal af
van zijn welwillendheid.
Eens had hij haar terloops gevraagd waar zij
woonde, en toen zij hem vaag de wijk noemde, had
hij goedaardig geglimlacht en een buiging gemaakt,
aisof zij een klant was.
„Beste kind", had hij met overdreven beleefdheid
gezegd, „je adres is boven op het kantoor bekend.
r»ls £eed enkele reden om het mij niet te zeggen".
De volgende dagen had zij verwacht, dat hij des
avonds bij haar zou komen, maar toen hij niet ver-
scneen, dacht zij, dat haar vrees ongegrond was. Een
week later had hij haar bij de sluiting van het restau
rant. een bouquet lelies gebracht.
timïÜ» z,ijn m^n Hevelingsbloemen", had hij op sen-
Ï3T toon £ezeSd- zijn zij rein". Hij
kinr aa? met kwiinende oogen een uitdruk-
hnfl!' J,1® volgens zijn ondervinding onweerstaan-
ni« "^ooals Jij"» voegde hij eraan toe .zoo-
nm riin was teruggevallen iri. zijn gewoonte
bedankt te plaSen' waarop- Nanno hem vlug
met de lelies weggegaan was.
hïi Apn manblik van een vrouw zag zij, dat
niet AflrShü, zich Sauw beleedigd voelen en
met h^ i,ï*Z°U °m zich daarover te wreken, maar
heid ^t s.?huchterÜeid en bedeesd-
Fen man hem behandelen moest,
hii boven atJJIJ!611 .der®eliik karakter zal, wanneer
hij boven anderen staat, steeds wegjpgen tot hij zelf
Heeren kleed in g
SPAANDER Co.
Heerenmodes.
- ALKMAAR.
weggejaagd wordt, Nanno voelde het gewicht van zijn
gezag zóó sterk, dat zij er, door.haar gebrek aan
ervaring, overmatig bang voor was.
Eindelijk op een Zondagmiddag, toen zij zat te le
zen, werd wat zij zoo gevreesd had werkelijkheid.
De kostjuffrouw kwam binnen en zeide, dat eon
pekere Mr. Mossop haar te spreken vroeg.
„Hebt u gezegd, dat ik thuis was?" vroeg zij vlug.
De kostjuffrouw keek haar verbaasd aan. „Ben je
het dan niet?" zeide zij.
Nanno knikte. „Zou ik hem in de zitkamer mogen
ontvangen?"
De kostjuffrouw snoof. „Dat zal wel gaan", zeide
zij eindelijk. „Hij heeft een bloem in zijn knoops
gat en hij ziet er fatsoenlijk uit. Maar denk er om.
als regel wil ik geen bezoekers hier hebben. Er is
hier een9 een meisje geweest
„Zoudt u hem dat niet kunnen zeggen?" viel
Nanno' vol hoop, haar in de rede. „Ik ontvang hem
liever niet".
Mrs. Hudson schudde haar hoofd.
„Hij ziet er fatsoenlijk uit", herhaalde zij, alsof zij
Nanno's laatste woorden niet had gehoord, ,en daar
om heb ik er voor dit keer geen bezwaar tegen".
En zij deed de deur weer dicht.
Nanno legde haar boek weg en staarde uit het
raam. Wat pater Mehan over mannen gezegd had,
was volkomen waar, vond zij. Maar in haar eenvoud
begreep zij niet goed hoe hij het geweten had.
Na enkele «ogenblikken was Mrs. Hudson terug
gekomen en.had gezegd, dat Mr. Mossop in de zit
kamer wachtte.
„Hij heeft een hoogen zijden op", voegde zij er aan
toe. „Ik snap niet hoe jullie meisjes heeren als hij
te pakken krijgen. Toen ik zoo o ud was als jij, kon
ik het niet".
Nanno antwoordde niet Zij liep naar de zitkamer
alsof zij een nieuwe beproeving om naar een be
trekkin* te solliciteeren moest doorstaan.
Mr. Mossop stond met zijn hoed in rijn hand op,
toen zij binnenkwam.
„Ik heb mij de vrijheid veroorloofd", zeide hij,
voorzichtig zijn woorden kiezend, even op te loopen.
Ik kwam toevallig langs".
„Het is heel vriendelijk van u. Wilt u niet gaan
zitten?"
1 Hij deed het verlegen en hield nog steeds zijn hoed
De flnandeele toestand van ons land.
Prof. mr. G. W. J. Bruins schrijft in Econ. Stat.
Berichten:
Dit blad is geen politiek blad en politieke beschou
wingen liggen niet in de bedoeling.
Wie echter van de beschouwingen van de dagbla
den van verschillende richting over de huidige cri
sis aan Financiën kennis neemt, wordt, met enkele
uitzonderingen, getroffen door een zoo gering begrip
van den financieelen toestand, waarin ons land in
werkelijkheid verkeert, en ?en dergelijke luchthar
tigheid omtrent de belangen onzer geheele volksge
meenschap, die hierbij op het spel staan, dat het
noodzakelijk is dezen financieelen toestand nog eens
in korte woorden uiteen tte zetten. Moeilijk is de taak
niet. Wie de moeite neemt het rapport der Vloot-
commissie met aandacht 'te lezen, beschikt reeds
over alle bouwstoffen, die hij, behoeft.
Het alles beheerschende feit is dit, dat onze ge
wone dierst, dib vóór den oorlog f 200 millioen belie
pen in 1918 tot f 330 millioen gestegen was, door het
wanbeleid der daarna volgende Jaren in 1921 is uit.
gedijd tot f 621 millioen en in 1922 tot f.640 millioen.
Voor 1923 is f 615 millioen geraamd, waaraan bij sup
pletoir© begrooiting nog een op het oogenblik onbe-"
kenJd bedrag zal worden toegevoegd. Voorts staat
vast, dat, terwijl de ontvangsten aan alle zijden slin
ken, het bedrag der uitgaven alleen reeds door van
vroeger wetijtelijk vaststaande verplichtingen 'in de
allereerste toekomst nog met minstens f50 millioen
stijgen zal. Verder is er van 1920 itot 1923 reeds een
ongedekt tekort op den gewonen dienst van f100
millioen.
Minister de Geer heeft aan verdere opvoering der
uitgaven, voorzoover dn zijn vermogen lag, paal en
perk gesteld. Op verschillende ondergeschikte pun
ten zijn maatregelen genomen, die het loffelijk reShl-
taat hebben, dat thans over voorstellen, die nieuwe
uitgaven medebrengen, tevoren met Financiën over
leg wordt gepleegd en dat bij de raming der uitga
ven en de besteding der gevoteerde uitgaven eenig».
zins grooter zuinigheid wordt betracht. Het was ech
ter, wat de Duitscher noemt „Kleinarbeit". Met heU
groote werk, zaak niet alleen van den Minister van
Financiën, moet nog worden begonnen.
Wat dit groote werk is, wordt door de Vlootcom-
missie uiteengezet. Alleen reeds om het teloor ge-
gane evenwicht op de begrooting te herstellen, is
het volstrekt noodig het totaal der uitgaven met f 1*20
mililioen of in doorsnee met 26 pet. van de daarvoor
in aanmerking komende posten te verminderen.
Van verlaging dier belastingen is dan nog volstrekt
geen sprake.
Dit is het alleslbeheerschende punt. En dit werk
kan niet wachten. De waardevastheid van den gul
den, waarover een jaar geleden zooveel gesproken
werd, interesseert thans heit publiek niet meer. Het
zal wel losloopen, meent men. De waarheid is, dat
er voor bezorgdheid van den gulden thans meer re
den is dan ooit tevoren. Vergeten moeit toch niet
worden, dat de gulden reeds meer dan een jaar lang
kunstmatig wordt hoog gehouden, doordat de Neder-
lansche Bank van de opbrengst der in het buitenland
gesloten leeningen bijna wekelijks eenige millioenen
afgeeft. Geforceerd als wij waren in het buitenland
te leenen, hebben wij met deze leerlingen in New
York en Londen Nederland reeds geclasseerd bene
den Nieuw-Zeeland en New Foundland, Neder-
landsch-Indië J>eneden verschillende Zuid-Ameri-
kaansche staten.
Is straks het potje van de Nederlandsche Bank
op, dan is de gulden weder aan zichzelf overgelaten.
Ontvangt hij dan niet den dteun van een sluitende
begrooting, dan is de kans zeer groot, dat hij bij de
verdere gevaren, die hem boven het hoofd hangen,
zich niet zal kunnen handhaven. Reeds zien wij op
het vasteland van Europa aan alle zijden, in Zwit
serland, Denemarken en elders, afbrokkeling. Alleen
Zweden weet zich te handhaven. Zweden echter
heeft nog nimmer voor een tekort gestaan. De bur
gerlijke en sociale uitgaven te zamen met Idien dienst
der staatsschuld beloopen aldaar ongeveer f55 per
hoofd van bevolking tegen hier f 84, yolgens de [bere
keningen der Vlootwetcomimissie weldra f 90 en meer
j Zweden heeft vanaf 1914 consequent vastgehouden
i aan het steilsel van dhurtetoeslagen op de loonen en
salarissen van alle in overheidsdienst werkzame
personen. Met de daling van de kosten voor levens
onderhoud gaan deze du urt ©toeslagen evenredig
Ernstiger misschien nog dan de gevaren voor den
gulden is de ontzaglijke kapitaalintering, die voor
onze Nederlandsche volksgemeenschap in haar ge
heel genomen in de afgeloopen jaren heeft plaats
gevonden. De vermeerdering van de staatsschuld
van f 1 op f4 milliard' bij dit cijfer is, zooals be
hoort, het in een annuïteit aan de Rijksverzekerings-
bank gecamoufleerde bedrag van f 1 milliard bijge-
teld overtreft verre de cijfers van de overige klei
ne landen van Europa in gelijke conditie. Van de in
het buitenland uitgegeven leerlingen in vreemde va
luta is door de voorrichtigen hier te lande een be-
langrijk deel teruggekocht. Niettemin zijn voor bon
I derden millioenen verplidhtingen aan den vreem
deling op het volk golegd en representeert ook dc
vlottende schuld voor ©en deel vreemd geLd.
Ons volkt neemt jaarlijks met 80.000 tot 1Ö0.000 zie
len toe. Willen de hiertoe behoorende nieuwe arbei
ders in het binnenland te werk kunnen worden ge
steld, dan is evenredige nieuwe besparing noodzake
lijk. Door wie deze besparing geschiedt is onverschil
lig, mits zij geschiedt. Voor den*oorlog was de nieu
we kapitaalvorming hier te lande hiervoor voldoen
de en liet deze bovendien nog een overschot voor be
legging in het buitenland. De hooge directe belas tin
gen en successierechten, waarmede Nederland, wal
den werkelijken druk op de bevolking betreft, thans
op het vasteland van Europa het record houdt, ma
Sn zijn hand; de eerste oogenblikken was hun ge
sprek heel gedwongen geweest. De pose van gezag
was geheel bij hem verdwenen. Hij voelde zich hee
lemaal niet op zijn gemak. Nanno was niet zoo bang
voor hem als wanneer hij in het restaurant tegen
haar sprak
„lk wou juist thee gaan drinken'", zeide zij na een
poosje. „Mag ik u misschien ook een kopje aanbie
den?"
,'Hoe aRrdig hebt u dat gezegd!" zeide hij. „Het zal
me een groote eer zijn."
Zij belde en vroeg Mrs. Hudson voor hen beiden
thee te brengen. De kostjuffrouw ging weer weg en
zeide tegen haar man. dat Miss Troy zooals Nanno
zich noemen liet waarschijnlijk binnen enkele we
ken zou trouwen. Zoodra zij uit de kamer was,
stond Mr. Mossop op en ging zenuwachtig door de
kamer loopen, waarbij hij keek naar de bonte olie
verfschilderijen van'stormachtige zeeën, die aan den
muur hingen. Toen hij daarmede klaar was, kwam
hij aarzelend: bij haar staan.
„U hebt het hier heel gezellig, Miss Troy", zeide
hij, terwijl hij met een air van vaderlijke welwil
lendheid zijn hand op haar schouder legde.
Nanno voelde, dat haar leden plotseling hun kracht
verloren. Een oogenblik was zij machteloos door een
gevoel van vrees; en op dat oogenblik boog hij rich
i,n de meening, dat zij zich door zijn attenties niet
beleedigd gevoelde, over haar heen en bracht zijn
gezicht dicht bij het hare.
„Zoudt u mij geen zoen willen geven?" vroeg hij.
Er klonk iets hartstochtelijk-sentimenteels in zijn
stem. Zij hoorde het. Onmiddellijk stond zij op en
<Jeed hem daardoor zijn evenwicht verliezen. Hij
maakte en «hij voelde het ook een belachlijke
figuur.
„Bent u boos?" vroeg hij.
„Ja, natuurlijk". v
„Maar waarom? Er steekt toch geen kwaad in!"
Hij richtte zich in zijn volle lengte op. „Lievp hemel.,
heel wat meisjes zouden wat ik bedoel als een com-
jplimentje opvatten en niet zoo opstuiven als u."
Nanno zeide niets. Dat was het beste en verstan
digste wat zij doen kon. Had zij gezegd hoe zij er
over dacht, dan zou hij nog woedender geworden zijn
f „Wat hebt u toch tegen mij?' ging hij voort, toen
zij bleef zwijgen „3en ik niet altijd even voorko
mend tegen u geweest sedert u in het restauran
bent? Aan wie heb t u feitelijk uw betrekking bi
Maynard te danken? Ben ik zoo heelemaal niettf, da
ik als een stuk vuil behandeld moet worden?"
Er was iets agressiefs in zijn stem, dat haar ban'
maakte.' Zij wist, dat hij haar bij de chef zóó zwar
zou kunnen maken, dat zij ontslagen zou worden.
„O, neem me niet kwalijk," antwoordde zij einde
lijk. „Ik bedoelde volstrekt niets oneerbiedigs
Heusch niet." j
Mr. Mossop keek weer wat welwillender naar haar
Hij voelde, dat hij haar onder den duim had. He
leek allemaal zoo belachelijk onnoozel. Hij behoefde
alleen maar met een booze stem „Bah!" te zeggen er
niet angstige oogen lag zij voor hem op de knieën
Er was*zelfs een element van sport in, maar Mr
Mossop gaf niet om sport. Hij was inwendig eeif
nian, die vrouwen „donderde".
Haar excuses tegenover hem bij deze allei-eerst
gelegenheid hadden hem in staat gesteld de houding
aan te nemen, die hij altijd tegen vrouwen aannam
en hij ging alleen om met vrouwen, die onder zij
persoonlijk gezag stonden. Die houding was een hou
ding om haar te terroriseeren, waartoe hij zijn toe
vlucht nam, wanneer zijn lichamelijke liefkoozinge
faalden. Wat Nanno betreft, hij geloofde dat hij
met geduld en voorzichtigheid, haar op den duu|
tot alles wat hij zou willen zou kunnen teiTori9e<
ren, waarom hij, zich voor het oogenblik met een ui
stel tevreden stellend, haar excuus met een wat h
zelf vond buitengewone welwillendheid aanvaart
de.
„Spreek er maar niet verder over", zeide hij dade
lijk. „Misschien was ik een beetje te heftig d
erken ik graag. Ik had u al eerder gezegd, dat u ee
aantrekkelijk, heel aantrekkelijk meisje bent."
Hij Ijield plotseling op, daar Mrs. Hudson de the
binnenbracht. Nog steeds ieder oogenblik bang, da
hij zijn vrijpostigheden zou herhalen, ging Nannl
zitten om een kop thee voor hem in te schenken.
„U bent het eerste Iersche meisje, dat ik ge kern
heb", zeide hij, toen hij zijn kopje half leeg ha<!
„Dat wil zeggen, goed gekend heb, intiem".
Zij huiverde bij dat laatste woortL
„Heusch?" zeide zij.
„Hum.Hij had zijn mond zóó vol taart, dat h
niets verder zeggen kon.