hONIG'S tweede blad. De dingen om ons heen. Tsjecho Slowakije. FEUILLETON. Een Levensweg WMZENA-PUDDÏNGEN s Algemeen bekende kmali- teitsartikelen voor elke I|M, huishouding. m Zaterdag 11 Augustus 1923. 66sle Jaargang. Ho. 7279. iemand buiten Duitschland een mark aanneemt op nog geen znillioenst.e der oude waarde, 'dankt men enkel aan het éene milliard goud, dat de Bank nog oi geveer bezit. De staat is zijn crediet geheel kwijt en ae buitenlandsche beurzen beschouwen het schat kistbiljet door Cuno of zijn minister van financien onderteekend, als minder waard dan het onbeschre ven vel papier. Dit is het financieel einde van Duitschland. tenzij eT redding komt. Redding, die veeleer moet bestaaon in controle en organisatie, dan uit voorschotton. Want de Duitsche staat, wiens promessen niets meer waard worden geacht, bezit nog groote baten. Bezit wouden, mijnen, spoorwegen, bedrijven van allerlei aard en vooral het belastingrecht op een vrijwel onaangetast reëel volks- en productievermo gen. Uit /financieel-politieke motieven heeift men die hulpbronnen tot dusverre vrijwel onaangeroerd ge laten Men heeft den belastingbetaler niet al te zeer na gezeten en zich steeds vergenoegd als het aantal marken van den aanslag binnen kwam zonder er een oogenblik mede te rekenen, dat in den tijd. die tusschen aanslag en betaling verliep, de waarde van Met haastigen spoed heeft Parijs en Brussel ge bruik. gemaakt van de kans om door publicatie der door hen aan Londen gezonden antwoorden al het voordeel te trekken wat mogelijk was. De Engelsche regeering had zich in haar eigen nadeel gehouden aan de afspraak van niet te, - rubUceeren en vroeg - geheel in den regel, verlof de de helft soms zelfs met veel meer ver frans tot publicatie over te gaan. Brussel en Parijs minderde. Zoodat de fiscus In vele gevallen slechts verleenden het verlof en publiceerden tegelijk hun enkele percenten, thans zelfs slechts enkele honderd- antwoorden, die van stonde af aan door hun regee- sten van een percent van den aanslag ontvangt ringsbladen konden worden besproken, om toch Het spreekt van zelf, dat in het begin der munt malr te laten zien hoe voorbeeldig de heer Poincaré crisis, toen men wellicht zoo optimistisch was te en de heer Theunis de belangen der natie tegen- meencn met een voorbijgaandversOnjnse - doen over Engeland en Duitschland hadden hoog gehou- 'e ïL® iwii den. Maar - - het publiek, dat die stukken onder ^lasilering Men ken immers met goed- de oogen krijgt, weet nog steeds niet, waarop zij' het antwoord zijn en in hoeverre dat antwoord slaat/op het aanbod, dan wel als een tang op een varken. Ket heeft geen dpel deze schrifturen aan een on derzoek te onderwerpen alvorens het Engelsche koop pas van de pers gekomen biljetten, de binnen lands che oorlogsleeningen aflossor. en zoodoende dekte de winst eenerzijds het verlies aan den ande ren kant. Thetns echter is er geen winst meer in het uitzicht witboek verschenen is en men'dus volkomen weet. ^'lf n nog maar verliet Want het preekt dat de wat daar Voorgesteld werd en op welke gronden dit Entente zeer goed ziet^ dat de" waardeloosheid der geschiedde. Men-kent uit de redevoeringen van de schatkistbiljetten slechts zoolang duurt tot de hee- Engelsche staatslieden in hoofdtrekken het karakter re" in ««"J» deze biljetten ^an dekken met re- vai het Engelsche ontwerp, iets wat men uit de «rfd»* derhalve van aJgrteele kw«t- Fiansche en Belgische nota's niet zou kunnen op-1 schelding der schadeloosstelling m>o men daar ooit maken aangezien di© er totaal over zwijgen wat er op heeift gerekend sprak© is. eigenlijk werd voorgesteld. Maar wat men tot dus verre niet weet, is de inhoud van het Engelsche me- Vandaar dan ook, dat 'het Dinsdag genomen besluit van de partijleiders samen met den Rijkskanselier It! Illül VV GD l, LS UC 1UIIVUU v au 11*7 0 uiwoiouuo 1110- - moi-andum van de deskundigen aan Financiën, Han- alla tarieven, dus ook_de belasting, op goudba- del en Buitenlandsche Zaken, dat als basis diende *9 te brengen vermoedelijk een zeer plotsehngen voor het antwoord, dat Engeland met medewerking ommekeer zal teweeg brengen in den stand van za- van alie bondgenooten aan Berlijn had willen zen- keJ- j n I Natuurlijk zal over deze plannen in den Rijksdag Het Witboek blijft langer uit, dan men verwacht lanÉf en breed worden gedebatteerd en als zij tot had. Dat het zoo omvangrijk is, zooals wordt be- wet worden verheven is het nog zeer de vraag of en weeid, behoeft geen eexuus te zijn. Wel wordt het hoeverre het invorderen der belastingen der^ver- gepubliceerd door een officieele drukkerij, waar na- hoogde tarieven aanstonds mogelijk zal blijken en tuurlijk alles o.p z'n elfendertigste toegaat, déch o'jjj -2? daar de stukken in handen van het geheele Kkbinet' Hat dat de belasting op het inkomen zijn geweest bestaan er vanzelf sprekend reeds ge- loontrekkenden; van het loon wordt afgehouden, drukte, exemplaren. Als men dus had gewild, zou zoodat dus daar van navordering geen sprake is, ret- het gemakkelijk mogelijk zlin geweest voor het mid-1 duceert het gevaar van belastingstaking tot den van deze week het witboek voor het publiek te gesitueerden, die. nu eenmaal niet izoo gemakkelijk brengen aan den ontkomen en die zeker hun toevlucht Dat dit -nog niet geschiedde, geeft te denken.1 zullen nemen tot betoogingen, van welken aard Schijnt zelfs te wijzen op tweespalt in het kabinet, dan ook. Doch wel zullen de ontvangsten van spoor- waar de ultraconservatieve een pro-Fransche leden wegen, post, enz. enz. belangrijk afnemen als de ta- zooals Worthington Evans en Lloyd Greame inzien, rieven in overeenstemming worden gebracht met dat een publicatie der briefwisseling Frankrijk in-de de goudwaarde. oogen van het algemeen publiek zóó eclatant in het Als een buitenlandsche brief, die 25 goudcentiimes ongelijk zou stellen, dat er aan de breuk geen lap- moet kosten, werkelijk met dat bedrag moet worden pen meer ware. Er gaan dus stemmen, op om de pu- gefrankeerd, d.w^z. mot een half millioen. mark of bhcatie maar achterwege te laten. Zoogenaamd, om- daaromtrent, zullen er zeer vermoedelijk heel wat dat het publiek er geen belang in stelt, doch feitelijk minder brieven worden fsehcreven. Desgelijks zal om die belangstelling, die wel bestaat, doch voor de b®t reizen ook afnemen, evenals het spoorwegvracht- pro-Fianschen wat lastig is, uit te schakelen als fac- vervoer, a s een goudtarief wordt uitgevoerd en zoo tor ter verdediging van de Engelsche economische doende zal de extra-bate uit dien hoofde vermoede- politiek, door Baldwin en Curzon voorgestaan. lijik voorloopig zeer gering zijn, tot de bevoHdng zich We geldoven niet, dat Baldwin voor deze pogingen 'heeft gewend aan het denkbeeld dat zij, sedert jaren uit den weg zal gaan en evenmin, dat de Londen- i *n weerwil van de fantastische grootte der cijfers, sehe pers met geheimhouding genoegen zou nemen, toch altoos veel te weinig betaalde voor de verschi'1- Behalve dan natuurlijk de Morning Post, die nu al lende prestaties der publiek© diensten, een parafrase levert op het thema van het grapje Het ergste evenwel! is de kwestie of het Duitsche van den Matin, dat het (Fransche) publiek meer volk in staat zal zijn die hooge taneven en die be- denkt om een plezierige vacantie, dan om publica-j tie van diplomatieke stukken, „geëlscht door de de mocratie, doch door niemand begeerd." Dat ook dei zeer -pro-Fransche Daily Mail de publicatie onnoo- dig vindt, is in dit verband zéér teekenend. Terwijl aldus de bondgenooten onder elkander har rewarren en- elkander leelijke verwijten doen is de debiteur, van wien $ij het moeten hebben, den toe stand waarin surséance van betaling hem misschien had kunnen hlpen, geheel gepasseerd. Hij is nu ho peloos failliet. De mark, die als basis de (zeer gerin ge) goudvoorraad van de Rijksbank had, plus' de destijds met goud gelijk gestelde schatkistbiljetten van het Rijk is gedaald tot een dusdanig (gebrek aan) waarde, dat men heden Woensdagmiddag voor een pond sterling, zegge 11.60 gld.. niet minder dan 27 raillioen mark kan koopenDat wil zeggen' da' de mark waardeloos is, omdat er voor de billioe-1 nen papieren marken als eenige dekking het beetje goud van de Bank kan worden gesteld. De waarde der schatkistbiljetten wordt door de buitenlandsche beurzen op nul gesteld en dat er nog lastingen te betalen. Want men weet, dat de alge- n«eene grief juist is, dat de loonsverhoogingen steeds achter bleven bij de stijging der prijzen. Als nu die prijzen op goud, dus op den wereldprijs berustten, zou de invoering van dezen zelfden grondslag ook voor betaling aan den fiscus en de publieke diensten niet zoo heel bijzonder zijn. Men zou gedurende een korten tijd eenige finan- cieele moeilijkheden hebben te overwinnen en daar mee uit. Doch zoo staan de zaken niet. Elk vacantiereiziger, die 'Duitschland bezodht, weet te vertellen, en erger nog: vertelt in de krant voor hoe weinig hij at en dronk en rookte en logeerde. Fabrikanten plagen de regeering om invoerrechten ter bestrijding der valutacondurrentie. En zoo voort. In weerwil van de aller*zenuwachtigste prijsver- hoogingen is Duitschland toch goedkoop gebleven voor den Nederlander, die aan wereldprijzen (en soms iets meer! 1) gewend is. Als nu de openbare tarieven op wereldprijs komen moeten de inkomens daaraan evenredig zijn. Bovendien moeten alle ondernemers, die voor licht en kracht, belasting en- transport op goudibasis moe ten betalen, hun veritoopprijzen zéér belangrijk ver- hoogen. En deze verhooging zal nog worden ver scherpt door de eischen, die h%t personeel zal moe ten stellen. Als men als minimum voor levensonderhoud voor een gezin van vier personen 30 a 35 gulden rekent in Nederland, moet men in Duitschland als mini mum inkomen heden Woensdag voor zulk een ge zin zeg 60 millioen mark per week rekenen. Geen enkele zaak, die de salarissen van den eenen dag tot den anderen op die hoogte kan brengen. Vooral ook omdat de prijsverhooging beteekent, dat een be langrijk deel der buitenlandsche inkoopen zal op houden. Als men dus bout portant die openbare tarieven óp goudbasis zou wil'len brengen, waarmede een zeer belangrijke prijsstijging1 direct verbonden is, zal het practisdh onmogelijk blijken terzelfder tijd over te gaan tot een ióonsverhooging, die evenre dig is aan de daling der koopkracht van 't geldi Met het onvermijdelijke gevolg, dat de arbeiders in een buitengewonen ongunstigen toestand geraken. Een toestand, die, als er geen wonderen gebeuren, moet leiden tot uitbarstingen, die machtig weinig zullen verschillen van een revolutie. De Duitsche machthebbers, die het geldwezen ver knoeiden, omdat rij daarin een troefkaart zagen te gen de Entente, die voortdurend verzuimden een geldsoort in ie voeren, die waarde bezat en waarde bleef behouden, en die nu plotseling dit veTzuim van jaren in dagen willen inhalen, zijn op het punt een hoogst onberaden stap te doen. Als de revolutie komt, omdat men later dan ter elfder ure, opeens wil terhgkeeren tot gezonde eco nomische begrippen, zal ten minste het doel bereikt worden, dat de Entente geen cent krijgt. Dit lijkt wel zeker. Maar ook zal worden bereikt, dat het' Duit sche volk niets overhoudt en dat zoowel de reëel© als de potentieele rijkdommen verdlwijmen als sneeuw in de zon. Tusschen hen, die den vrede van Versailles dic teerden, die Silerië, 'Saarland,'Rijn en Roer aan de Duitsche productie onttrokken en- hen, die de Duit sche economie met opzet ten gronde richtten, kan men dan gaan debatteeren over de schuldvraag. Proficiat. UITKIJK. Borovsko, 28 Juli 1923. Hoe genoeg'lijb rolt het leven.... 't Is onder deze verzuchting, dat ik heden weer begin te schrijven. Maar ter zake. De vorige brief zou handelen oyer het teven hier op Borovsko en is blijven steken Mn de beschouwing over de arbeiders. Nadat ik de week mijner aankomst had besteed met alles te bezichtigen zou de volgende dus een werkweek worden, wat ook halt en half zoo gegaan is, Want aangezien i jmand, die gekomen is als een soort commensaal, üiet gebruikt naar het Engelsch van E. TEMPLE THURSTON door W. J. A. ROLDANUS Jr. 16. HOOFDSTUK VII. „P. H. Jerningham" las Nanno den volgenden Zaterdrg op een der deuren in dein Temple en zij wist genoeg. De deur stond open, de binnendeur was dicht. Zij bleef een ocgmblik aarzelend met dem klopper in haar handen staan. Zelfs op dit oogenblik kwam nog twijfel' 'in haar op. Zij had deri klopper nog niet latetn vallen. Hij wist niet, dat zij er was. De onbeschrijfelijke vóór-wetenschap, die zij altijd omtrent haar lot bezat, vervolgde haar, liet haar gnen oogenblik Jos. Het was nog piet te Iaat om' terug te gaan. Maar aan den adderen Kant, wés dét het feitelijk wel, waar zij bang voor wasY Welk ander belarg kon de man, na&r w|en zjj 0p het p®nt stond toe te g\an, in haar stellen dan de nieujwsgierigheid, welke een menscheliik wezen uit een bepaalde klasse* voor een uit een andere voelt? Zij zelf was fcr be nieuwd naar om te zien in welke omstandigheden hij leefde. Zij zou zoo graag weten hoe het er aan den anderen kant van die deur uit zag. Maar had alleen ni®uw^gierigKeid haar daar gebracht? Zij dacht na over wat zij doen zou, als zij terugging; zou na~r een omnibus in Fteet Street loepen. L>e omnibus zou koud, somber, ongezellig zijn. Zij zou naar huis gian en daar zou geen vuur in de zitkamer Jl"i!eil7ij €rv°or betaalde. Er zou niemand zijn, om "Jri haar te praten; niemand om haar te verwelkomen, a.s zij th„js kwam. Daarentegen was aan gene zQcIe nrÜS- deur dafgane. wat haar den verderen midaag EU r zou maken aan alle dagen, die zij iin Londen S^est was. Haar hand hief den klopper op. Weer aarzelde rij.' dar» 11 u naar.. Mr- Jerningham ging, beteekende dat öleh dat zij meer komen zou Nogmaals liet zij dte /°?d€r leven maken, den klopner vatten. En al gedachten joegen elkaar in haar brein na. Drie minu- ^aren p~s verloonen na het o gmb'ik, dat z;j voor net j- - - hS de?. koP,°r'*n klcw>p«T beetgepakt 'haden haar*-!:--- J?? slriid S^b^den tegen de inspraak «ig3n lot toch inspraak vair OVERAL VERKRyGBAAR.1 kan worden y>°r gra•maaien en het voerleggen, (het was hier midden in den hooitijd), vrouwenwerk is, kon ik niet veel anders doen dan de resten bij elkaar zoeken. Met het grashooirijden is er èen vrouw op aen wagen als voorlegster, terwijl^de wagenvoerder en een vrouw opsteken. Met klaverhooi twee vrouwen op den wagen. Deze wagens rijn wel zoo lang, dat dit zonder bezwaar gaat. Er wordt met drie/of vier wagens gereden, zoodat net landpersoneel t>p het land blijft en thuis anderefa voor lossen zorgen, daar wordt overgesponnen, zoodat wachten uitgesloten is. Donderdagavonds kwam het laatste voer binnen, de paarden hadden derf geneelen dag yrij gehad, er was met ossen gereden, want dit perceel grasland Ihg in een. lang smal dal, aan beide zijden ingesloten door bosch en drassigen grond en "het was juist in de hitteperiode, dus wegens ae vliegen en de natheid van den grond waren de paarden niet te gebruiken. De twee daaropvolgende dagen was het ossen- en paarden beslaan en had ik de gelegenheid die bewerkin gen nader te beschouwen. De paarden worden hief beslagen, als wij Hollanders zouden denken, dat ze juist nieuwe ijzers hadden. Als het scherp namelijk versleten is. .gaan de ijzers er onder vandaan en krijgen ze nieuwe, rónder scherp rijden is hier te gevaarlijk. De paarden worden uit de hand beslagen en aangezien de smidse niet geriefelijk is ingericht, is het een langdurig proces. Diegene die met de paarden .rijdt, (iéder span heeft n.1. zijn vasten paardenknecht), is er bij aan wezig en knipt ondertusschen de haren der vitlokken weg, zelfs de nagel die er bij sommige paarden in voorkomt, wordt totaal weggeknepen met een nijptang. Ook de weinige haren op den kroonranjd der hoe! worden geheel weggeknipt. Dit is een zindelijkheids- maatregel om des te beter aepooten der dieren tekunnén rossen. Als de smid zijn kunsten heeft vertoond, wordt het paard eerst weer zorgvuldig geborsteld, ofschoon het 's ochtends ook die bewerking heeft ondergaan en daarna in den stal gebracht. Alles wat maar eanigszins kan, is hier van steen gëbouwd, alleen de vloer van den paar denstal is van hout. Dit is noodzakelijk om het scherp, de dieren zouden zich stijf staan en het 'scherp zou te veel afslijten. De lezer zal denken: maar dat is toch geen zindelijkheidfmaatregel, maar ook hier wordt op getreden 2 maal per dag wordt de mest weggereden en de geheele stal, ook onder de paarden, netjes aan geveegd. De muur en ook de zolaer van den'stal zijn gewit.» Nu ik hef toch over de paarden heb, zij het volgende nog opgemem. Alle 6 zijn ruin» én ik heb hier pi heel wat paarden gezien, maar nog geen merries. De oorzaak is de volgende. Door hpt levenslange op stal staan en het vele trekwerk, dat is te verrichten, wordt hier bijna niet gefokt en worden de bepoodigde dieren gekocht, daardoor treft m©n ook alle rassen en kleuren aan. Over het algemeen rijm hier beste paarden, dat komt omdat diegene aie paarden houdt, meestal tot ae gegoeae landbouwers behoort, de kleine bedrijven behelpen zich met de ossen, wat ook heel goed gaat. Nu over het ossen beslaan, wat een heef andere, bewerking is. Hiervoor is bij den stal een travaille aanwezig, die in zooveel vam de Holandsche (die niet voor ossen rijn ingericht) verschilt, dat er aan de zijden een balk meer aanwezig is en voor onder den nek van den patiënt ben breedte driehoekig uitgezaagde plank, waarop van boven een van hetzelfde model wordt neergelaten, waardoor de dieren als het ware door een venster kjjkem. Kop en nek kunnen ze op deZ8 manier niet van 'beteekenii bewegen. Een os is van nature een goedaardig dier, maar met beslaan zijn ze heel lastig, ze willen niet op drie pooten staan. "Maar deze kwaal is ondervangen, daarvoor dienen de zooeven genoemde zijbalken, de een een vaste, de anderé draai baar gemaakt. Hierbij behooren twee breede draagrie men. waar vap eiken riem een eind wordt vastgemaakt aan den vasten balk en vervolgens onder den os door de andere einden aan dén draaibaren balk, de eene riem bij de voor-, de andere bij de achterpooten. Als nu de bewerking zal beginne^, draait een man met een langen spaak, die in een gat dwars door den balk wordt gestoken, de riemen zfoodamig aan dat het dier precies nog grond onder d« pooten heeft. Liggen gaart en andere capriolen worden op deze pijnlooze manier onmogelijk gemaakt. De balk is Van een, inrichtflnd voorzien, die, als dit niet gewenscht is, terugdraaien onmogelijk braakt, dus blijft de os van zelf lm deze positie en kan het eigenlijke beslaan beginnen. De oude ijzers worden, weggetrokken, de pooten oesneden en dan de ijzers er o^d-er getimmerd. Daar een os tot de spleet- hoevige dieren behoort, (dit voor stadsmenschen), komen onder elke poot twee ijzers. De ijzers zijn breedcr en dunner dam peardenijzers en van voren voorzien vah een lange lijm, die in de spleet der hoef komt en naar buiten wordt omgekruld. I® ieder ijzer worden 5 nagels geslagen. De ossem ïbopen niet op scherp, door hun spleethoeven glijden ze niet gemuKkelijk uit. De ijzers worden er koud onder gelegd,' dus de pooten niet gebrand. De smid heeft een heele collectie ijzérs in voorraad en zoèkt dus de best, passende uit. Hiermede weer genoeg over dit en gaan we verder. Oen volgenden Maandag, 16 Juli, kwam ik in arbeiders» costuum beneden en vroeg ik \»at mijn werk was; er was echter geen werk, dus ik weer naar boven, en het werkpak uit en epn amder aan, wat de geheele week dienst heeft moeten doen, daar ik niets anders had te doen^ dan toezicht houden op de vrouwen en meisjes die in de aardappelen werkten, onkruid weghakkc® en de eindeh, die niet goed aangeaard waren, beter aap De strijd was bijna gestreden. Haar geest kwam langzaam tot de conclusie, dat het onverstandig rijn zou;, maar de geheele grondslag, waarop de conclusie rustte, was een grondslag, waaraan zij zelfs met haar intiemste gedachten geen uitdrukking geven wilde. En inderdaad welk recht had rij om te bekennen, dat Jei- ningham indruk op haar gemaakt had van af net eerste oogenblik. dat zij hem ontmoet had? Zij beschouwde zien als een nul. Maatschappelijk stond hij hoog boven haar zijn intellect, rijn beschaving, rijn opvoeding waren niet te vergelijken met wat" rij in dat opzicht be teekende. En ook al bekende rij Ondersteirendérwijae, dat hij als man haar ideaal' zou kunnen rijn, hoe zou dat de zaken kunnen veranderen? Voor hem zou rij nooit meer zijn dan een boeredochter, een meisjé, dat in een restaurant bediende. Maar zij bekende het niet. Zij wilde het niet bekennen. Nog een oogenblik bleef zij daar met gesloten oogen staam, weigerend het te bekennen. Dan kwam zij tot een besluit. Langzaam vging zal weg. Het was een wreede verzaking. Haar hart weende bitter om de hardheid van den dwang. Zij had haar voet op de eerste trede van de .houten trap, die naar de hoofdingang leidde; zij had haar hoofd nog half gekeerd in de richting van de open deur, toen zij voetstappen van den onderen kant hoorde, waarop zij met zoo weinig mogelijk leven zoo gauw mogelijk beneden trachtte te komen. Het was te laat Jerningham stond reeds op het portaal. Hij had haar weg hooren gaan en keek nu van boven over de leuning. „Wat moet dat beteekenen?" riep hij uit. Zij had geprobeerd te vluchten het eerlijk gepro beerd maar haar hart klopte van verrukking, dat zij ontdekt was. „Ik had iuist bedacht, dat het beter zijn üou, als tk niet kwam, antwoordde rij, terwijl rij naar boven keek. Hij glimlachte tegen haar. „En dacht je, dat'ik dat maar zoo goed zou vinden?" vroeg hij, terwijl hij naar beneden kwam. ,.Nu ik het allerlekkerste, wat er op het gebied yan cake béstaat, gekocht beb en al een heefon tija heb zitten kijkén naar een keteltje heet water, dat niet koken wil' vóór hét daar heel goede redenen voor heeft?" Hij was nu naast haar en nam met zacht gezag haar arm. „Wees zoo goed deze trap vóór mij te bestijgen", aeide hij, waarna hij haar in zjjn kamer volgde. HOOFDSTUK VTT1. Het was volkomen waar, dat Jerningham hij heit vuur naar het keteltje water had zitten kij'ken, maar hij had ook over Nanno gedacht. Hij vroeg zich af, hoe rij gekleed zou rijn. Soms, wanneer hij in rijn verbeeldir.g een meisje zag, dat opzichtig gekleed was en ter eere van hem en van de gelegenheid haar Zondag- sche japonnetje aangetrokkken had,"1 huiverde hij. In haar onwetendheid, zoo dacht hij, zou rij zich misschien „mooi" gemaakt nebben en de mogelijkheid, dat be woners van de andere etages haar konden zien, deed hem zich afvragen of het wel verstandig geweest was haar te vragen op rijn kamers te komen. Natuurlijk zou het haar schuld niet geweest rijn; fiij zou het haar geen oogenblik kunnen verwijten. Maar toen hij haar gezien haa, was zijn verbazing grooter geweest dan zijn opluchting. Zijn eenige indruk was, dat zij eenvoudig en netjes gekleed was. Uit Welke stof haar rok gemaakt was, zou hij onmogelijk hebben kunnen zeggen en even min of hij zwart of donkerblauw was. Hij wist alleen,, dat hij er meer dan tevreden over was. De beschaving, die altijd op haar gelaat, te lézen geweest was, haa .zich sedert haar komst iif Londen ook op velschillende andere wijzen geopenbaard. Bridget had altijd gedacht, dat haar dochter zich in een beschaafder omgeving tot een beschaafde vrouw ont wikkelen zou. Had Zii haar op dat oogenblik gezien, dan zou hij de waarhejn van haar verwachtingen beseft hebben. Gedurende de eerst» ©ogenblikken, nadat zij plaats genomen had in den ©enigen fauteuil, dien hij haar aangewezen had, kon hij slechts met bewonderende voldoening naar Nanno's gezicht zitten kijken- Op dat oogenblik zou hij geen dame uit welke kringen ook hebben kunnen noemen, die hij liever op de plaats van Nanno zou hebben gezien. Onwillekeurig leunde hij wat achterover in rijn stoel en loosde e©n efiepen zucht van tevredenheid. „En nou zullen we oen kopje gaan drinken," «elde hij. „honderd maal beter dan jij me gisteren gegpven hebt. Zij moest lachen of rij wilde of niet. Zij wist, dat rij', ook al had zij haar pEan^fciet ten uitvoer kunn^n bren gen, intens gelukkig was. ,Wil je je hoed afzetten?" ging hg voort. „Dat is veel' gemakkkelijker voor ie." Liever niet, als u het Coea vindt," zeide rij. Hij sloot zijn oogen bij aen kl'ank van zachte gehoor zaamheid inbaar stem. Als hij het goed vond. Welke andere vrouw zou eraan gedacht hebben dat erbij te Z6^?oed hoor en nou gaan we wat taart maken" Hij tiep naar de tafel, die in het midden der kamer stond en begon van een stuk brood snecdjes te snijden. met een glimlach op haar gericht keek zij naar alles wat hij deed. „Nou, u sniidt ze heel dik," riep zij eindelijk uit. toen zij de reusachtige stukken voor het mes zag vallen. ^Moeten ze dunner zijn?" Hij keek om. Zij kwam naar de tafel en stak naar hand uit naar het mes. Mij g;J het haar en handig sneed zi] zijn stukken nog in drieën. „Dat is duné genoeg," zeide hij. „Ik maak tliuis dikwijls taart voor mezelf," legde rij uit. „Thuis? Waar? In Ierland?". „Neen bij Fulham Road." „O. noem je dat tegenwoordig je thuis?" ,,Ja." Zoodra Ierland genoemd was, verdween het luch tige uit haar toon. Het woord alleen zou reeds vof- doende geweest zijn haar gedachten terug te voeren naar alles wat rij geleden had, maar nu vroèg rij zich b< vendien nog af of hij alles wist. Zoodra de gelegenheid zich voordeed, vroeg zij hem of hij nog meer in Ierland geweest was. „Als dat het geval1 geweest was," antwoordde hij. „zou ik je toch zeker opgezocht hebben." ,-,En hebt ji na dien tijd nooit meer iets uit Rath- morc gehoord J" „Geen woora." zij kon niet verhinderen, dal een zucht van verlichting aan haar lippen ontsnapte. Dus wist hij niets van haar. Een vaag vermoeden was in haar opgekomen,, dat als men hem. vertellen zou, dat zij haar man veraten had, hij niet meer met haar zou willen spreken, en tot op dat oogenblik was zij in haar hcele leven nog niet ©oo gelukkig geweest. Was het dus te verwonderen, dat haar een zucht van verlichting ontsnapte? „Wilt u het roosteren op het mesr' vroeg zij, zoodra mogelijk het gesprek van Ierland afbrengend. ,,Of hebt u er een vork voor?" Hij had een vork. Hij haalde dien voor haar en bleef dan staan kijken hoe rij een stuk brood op de tandetn bevestigde. Dan knielde zij neer voor het vuur. Nog Keek hij naar haar. Haar nek was als dc nek 'van een kind. Een oogenblik werd hij er als gehypnotiseerd door. Eindelijk keerde hij terug naar de aafde in Plowdcn Buildings. „Geef mij dien vork," zeide hij, lerwijl hij naar haar toekwam, „je zal je gezicht branden." Zij keek op. „Ik kan best tegen het vuur," zeide rij. „Best mogelijk ik ook. Allo, geef mij den vork." Hij nam haar den vork, dien zij in de hoogte hield, af en ging zelf aan het roosteren, terwijl#rij den trekpot volschonk

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5