hONIG'S
tweede blad.
De dingen om ons heen.
Tsjecho Slowakije.
FEUILLETON.
Een Levensweg
WMZENA-PUDDÏNGEN s
Algemeen bekende kmali-
teitsartikelen voor elke I|M,
huishouding. m
Zaterdag 11 Augustus 1923.
66sle Jaargang. Ho. 7279.
iemand buiten Duitschland een mark aanneemt op
nog geen znillioenst.e der oude waarde, 'dankt men
enkel aan het éene milliard goud, dat de Bank nog
oi geveer bezit. De staat is zijn crediet geheel kwijt
en ae buitenlandsche beurzen beschouwen het schat
kistbiljet door Cuno of zijn minister van financien
onderteekend, als minder waard dan het onbeschre
ven vel papier.
Dit is het financieel einde van Duitschland. tenzij
eT redding komt. Redding, die veeleer moet bestaaon
in controle en organisatie, dan uit voorschotton.
Want de Duitsche staat, wiens promessen niets
meer waard worden geacht, bezit nog groote baten.
Bezit wouden, mijnen, spoorwegen, bedrijven van
allerlei aard en vooral het belastingrecht op een
vrijwel onaangetast reëel volks- en productievermo
gen.
Uit /financieel-politieke motieven heeift men die
hulpbronnen tot dusverre vrijwel onaangeroerd ge
laten
Men heeft den belastingbetaler niet al te zeer na
gezeten en zich steeds vergenoegd als het aantal
marken van den aanslag binnen kwam zonder er
een oogenblik mede te rekenen, dat in den tijd. die
tusschen aanslag en betaling verliep, de waarde van
Met haastigen spoed heeft Parijs en Brussel ge
bruik. gemaakt van de kans om door publicatie der
door hen aan Londen gezonden antwoorden al het
voordeel te trekken wat mogelijk was.
De Engelsche regeering had zich in haar eigen
nadeel gehouden aan de afspraak van niet te, -
rubUceeren en vroeg - geheel in den regel, verlof de de helft soms zelfs met veel meer ver
frans tot publicatie over te gaan. Brussel en Parijs minderde. Zoodat de fiscus In vele gevallen slechts
verleenden het verlof en publiceerden tegelijk hun enkele percenten, thans zelfs slechts enkele honderd-
antwoorden, die van stonde af aan door hun regee- sten van een percent van den aanslag ontvangt
ringsbladen konden worden besproken, om toch Het spreekt van zelf, dat in het begin der munt
malr te laten zien hoe voorbeeldig de heer Poincaré crisis, toen men wellicht zoo optimistisch was te
en de heer Theunis de belangen der natie tegen- meencn met een voorbijgaandversOnjnse - doen
over Engeland en Duitschland hadden hoog gehou- 'e ïL® iwii
den. Maar - - het publiek, dat die stukken onder ^lasilering Men ken immers met goed-
de oogen krijgt, weet nog steeds niet, waarop zij' het
antwoord zijn en in hoeverre dat antwoord slaat/op
het aanbod, dan wel als een tang op een varken.
Ket heeft geen dpel deze schrifturen aan een on
derzoek te onderwerpen alvorens het Engelsche
koop pas van de pers gekomen biljetten, de binnen
lands che oorlogsleeningen aflossor. en zoodoende
dekte de winst eenerzijds het verlies aan den ande
ren kant.
Thetns echter is er geen winst meer in het uitzicht
witboek verschenen is en men'dus volkomen weet. ^'lf n nog maar verliet Want het preekt dat de
wat daar Voorgesteld werd en op welke gronden dit Entente zeer goed ziet^ dat de" waardeloosheid der
geschiedde. Men-kent uit de redevoeringen van de schatkistbiljetten slechts zoolang duurt tot de hee-
Engelsche staatslieden in hoofdtrekken het karakter re" in ««"J» deze biljetten ^an dekken met re-
vai het Engelsche ontwerp, iets wat men uit de «rfd»* derhalve van aJgrteele kw«t-
Fiansche en Belgische nota's niet zou kunnen op-1 schelding der schadeloosstelling m>o men daar ooit
maken aangezien di© er totaal over zwijgen wat er op heeift gerekend sprak© is.
eigenlijk werd voorgesteld. Maar wat men tot dus
verre niet weet, is de inhoud van het Engelsche me-
Vandaar dan ook, dat 'het Dinsdag genomen besluit
van de partijleiders samen met den Rijkskanselier
It! Illül VV GD l, LS UC 1UIIVUU v au 11*7 0 uiwoiouuo 1110- -
moi-andum van de deskundigen aan Financiën, Han- alla tarieven, dus ook_de belasting, op goudba-
del en Buitenlandsche Zaken, dat als basis diende *9 te brengen vermoedelijk een zeer plotsehngen
voor het antwoord, dat Engeland met medewerking ommekeer zal teweeg brengen in den stand van za-
van alie bondgenooten aan Berlijn had willen zen- keJ-
j n I Natuurlijk zal over deze plannen in den Rijksdag
Het Witboek blijft langer uit, dan men verwacht lanÉf en breed worden gedebatteerd en als zij tot
had. Dat het zoo omvangrijk is, zooals wordt be- wet worden verheven is het nog zeer de vraag of en
weeid, behoeft geen eexuus te zijn. Wel wordt het hoeverre het invorderen der belastingen der^ver-
gepubliceerd door een officieele drukkerij, waar na- hoogde tarieven aanstonds mogelijk zal blijken en
tuurlijk alles o.p z'n elfendertigste toegaat, déch o'jjj -2?
daar de stukken in handen van het geheele Kkbinet' Hat dat de belasting op het inkomen
zijn geweest bestaan er vanzelf sprekend reeds ge- loontrekkenden; van het loon wordt afgehouden,
drukte, exemplaren. Als men dus had gewild, zou zoodat dus daar van navordering geen sprake is, ret-
het gemakkelijk mogelijk zlin geweest voor het mid-1 duceert het gevaar van belastingstaking tot
den van deze week het witboek voor het publiek te gesitueerden, die. nu eenmaal niet izoo gemakkelijk
brengen aan den ontkomen en die zeker hun toevlucht
Dat dit -nog niet geschiedde, geeft te denken.1 zullen nemen tot betoogingen, van welken aard
Schijnt zelfs te wijzen op tweespalt in het kabinet, dan ook. Doch wel zullen de ontvangsten van spoor-
waar de ultraconservatieve een pro-Fransche leden wegen, post, enz. enz. belangrijk afnemen als de ta-
zooals Worthington Evans en Lloyd Greame inzien, rieven in overeenstemming worden gebracht met
dat een publicatie der briefwisseling Frankrijk in-de de goudwaarde.
oogen van het algemeen publiek zóó eclatant in het Als een buitenlandsche brief, die 25 goudcentiimes
ongelijk zou stellen, dat er aan de breuk geen lap- moet kosten, werkelijk met dat bedrag moet worden
pen meer ware. Er gaan dus stemmen, op om de pu- gefrankeerd, d.w^z. mot een half millioen. mark of
bhcatie maar achterwege te laten. Zoogenaamd, om- daaromtrent, zullen er zeer vermoedelijk heel wat
dat het publiek er geen belang in stelt, doch feitelijk minder brieven worden fsehcreven. Desgelijks zal
om die belangstelling, die wel bestaat, doch voor de b®t reizen ook afnemen, evenals het spoorwegvracht-
pro-Fianschen wat lastig is, uit te schakelen als fac- vervoer, a s een goudtarief wordt uitgevoerd en zoo
tor ter verdediging van de Engelsche economische doende zal de extra-bate uit dien hoofde vermoede-
politiek, door Baldwin en Curzon voorgestaan. lijik voorloopig zeer gering zijn, tot de bevoHdng zich
We geldoven niet, dat Baldwin voor deze pogingen 'heeft gewend aan het denkbeeld dat zij, sedert jaren
uit den weg zal gaan en evenmin, dat de Londen- i *n weerwil van de fantastische grootte der cijfers,
sehe pers met geheimhouding genoegen zou nemen, toch altoos veel te weinig betaalde voor de verschi'1-
Behalve dan natuurlijk de Morning Post, die nu al lende prestaties der publiek© diensten,
een parafrase levert op het thema van het grapje Het ergste evenwel! is de kwestie of het Duitsche
van den Matin, dat het (Fransche) publiek meer volk in staat zal zijn die hooge taneven en die be-
denkt om een plezierige vacantie, dan om publica-j
tie van diplomatieke stukken, „geëlscht door de de
mocratie, doch door niemand begeerd." Dat ook dei
zeer -pro-Fransche Daily Mail de publicatie onnoo-
dig vindt, is in dit verband zéér teekenend.
Terwijl aldus de bondgenooten onder elkander har
rewarren en- elkander leelijke verwijten doen is de
debiteur, van wien $ij het moeten hebben, den toe
stand waarin surséance van betaling hem misschien
had kunnen hlpen, geheel gepasseerd. Hij is nu ho
peloos failliet. De mark, die als basis de (zeer gerin
ge) goudvoorraad van de Rijksbank had, plus' de
destijds met goud gelijk gestelde schatkistbiljetten
van het Rijk is gedaald tot een dusdanig (gebrek
aan) waarde, dat men heden Woensdagmiddag voor
een pond sterling, zegge 11.60 gld.. niet minder dan
27 raillioen mark kan koopenDat wil zeggen'
da' de mark waardeloos is, omdat er voor de billioe-1
nen papieren marken als eenige dekking het beetje
goud van de Bank kan worden gesteld.
De waarde der schatkistbiljetten wordt door de
buitenlandsche beurzen op nul gesteld en dat er nog
lastingen te betalen. Want men weet, dat de alge-
n«eene grief juist is, dat de loonsverhoogingen steeds
achter bleven bij de stijging der prijzen. Als nu die
prijzen op goud, dus op den wereldprijs berustten,
zou de invoering van dezen zelfden grondslag ook
voor betaling aan den fiscus en de publieke diensten
niet zoo heel bijzonder zijn.
Men zou gedurende een korten tijd eenige finan-
cieele moeilijkheden hebben te overwinnen en daar
mee uit. Doch zoo staan de zaken niet.
Elk vacantiereiziger, die 'Duitschland bezodht, weet
te vertellen, en erger nog: vertelt in de krant voor
hoe weinig hij at en dronk en rookte en logeerde.
Fabrikanten plagen de regeering om invoerrechten
ter bestrijding der valutacondurrentie. En zoo voort.
In weerwil van de aller*zenuwachtigste prijsver-
hoogingen is Duitschland toch goedkoop gebleven
voor den Nederlander, die aan wereldprijzen (en
soms iets meer! 1) gewend is.
Als nu de openbare tarieven op wereldprijs komen
moeten de inkomens daaraan evenredig zijn.
Bovendien moeten alle ondernemers, die voor licht
en kracht, belasting en- transport op goudibasis moe
ten betalen, hun veritoopprijzen zéér belangrijk ver-
hoogen. En deze verhooging zal nog worden ver
scherpt door de eischen, die h%t personeel zal moe
ten stellen.
Als men als minimum voor levensonderhoud voor
een gezin van vier personen 30 a 35 gulden rekent
in Nederland, moet men in Duitschland als mini
mum inkomen heden Woensdag voor zulk een ge
zin zeg 60 millioen mark per week rekenen. Geen
enkele zaak, die de salarissen van den eenen dag
tot den anderen op die hoogte kan brengen. Vooral
ook omdat de prijsverhooging beteekent, dat een be
langrijk deel der buitenlandsche inkoopen zal op
houden.
Als men dus bout portant die openbare tarieven
óp goudbasis zou wil'len brengen, waarmede een
zeer belangrijke prijsstijging1 direct verbonden is,
zal het practisdh onmogelijk blijken terzelfder tijd
over te gaan tot een ióonsverhooging, die evenre
dig is aan de daling der koopkracht van 't geldi Met
het onvermijdelijke gevolg, dat de arbeiders in een
buitengewonen ongunstigen toestand geraken.
Een toestand, die, als er geen wonderen gebeuren,
moet leiden tot uitbarstingen, die machtig weinig
zullen verschillen van een revolutie.
De Duitsche machthebbers, die het geldwezen ver
knoeiden, omdat rij daarin een troefkaart zagen te
gen de Entente, die voortdurend verzuimden een
geldsoort in ie voeren, die waarde bezat en waarde
bleef behouden, en die nu plotseling dit veTzuim van
jaren in dagen willen inhalen, zijn op het punt een
hoogst onberaden stap te doen.
Als de revolutie komt, omdat men later dan ter
elfder ure, opeens wil terhgkeeren tot gezonde eco
nomische begrippen, zal ten minste het doel bereikt
worden, dat de Entente geen cent krijgt. Dit lijkt
wel zeker. Maar ook zal worden bereikt, dat het' Duit
sche volk niets overhoudt en dat zoowel de reëel© als
de potentieele rijkdommen verdlwijmen als sneeuw
in de zon.
Tusschen hen, die den vrede van Versailles dic
teerden, die Silerië, 'Saarland,'Rijn en Roer aan de
Duitsche productie onttrokken en- hen, die de Duit
sche economie met opzet ten gronde richtten, kan
men dan gaan debatteeren over de schuldvraag.
Proficiat. UITKIJK.
Borovsko, 28 Juli 1923.
Hoe genoeg'lijb rolt het leven....
't Is onder deze verzuchting, dat ik heden weer begin
te schrijven.
Maar ter zake. De vorige brief zou handelen oyer het
teven hier op Borovsko en is blijven steken Mn de
beschouwing over de arbeiders. Nadat ik de week
mijner aankomst had besteed met alles te bezichtigen
zou de volgende dus een werkweek worden, wat ook
halt en half zoo gegaan is, Want aangezien i jmand, die
gekomen is als een soort commensaal, üiet gebruikt
naar het Engelsch van E. TEMPLE THURSTON
door W. J. A. ROLDANUS Jr.
16.
HOOFDSTUK VII.
„P. H. Jerningham" las Nanno den volgenden
Zaterdrg op een der deuren in dein Temple en zij
wist genoeg.
De deur stond open, de binnendeur was dicht. Zij
bleef een ocgmblik aarzelend met dem klopper in
haar handen staan.
Zelfs op dit oogenblik kwam nog twijfel' 'in haar op.
Zij had deri klopper nog niet latetn vallen. Hij wist niet,
dat zij er was. De onbeschrijfelijke vóór-wetenschap,
die zij altijd omtrent haar lot bezat, vervolgde haar, liet
haar gnen oogenblik Jos. Het was nog piet te Iaat om'
terug te gaan. Maar aan den adderen Kant, wés dét het
feitelijk wel, waar zij bang voor wasY Welk ander
belarg kon de man, na&r w|en zjj 0p het p®nt stond
toe te g\an, in haar stellen dan de nieujwsgierigheid,
welke een menscheliik wezen uit een bepaalde klasse*
voor een uit een andere voelt? Zij zelf was fcr be
nieuwd naar om te zien in welke omstandigheden hij
leefde. Zij zou zoo graag weten hoe het er aan den
anderen kant van die deur uit zag. Maar had alleen
ni®uw^gierigKeid haar daar gebracht?
Zij dacht na over wat zij doen zou, als zij terugging;
zou na~r een omnibus in Fteet Street loepen. L>e
omnibus zou koud, somber, ongezellig zijn. Zij zou
naar huis gian en daar zou geen vuur in de zitkamer
Jl"i!eil7ij €rv°or betaalde. Er zou niemand zijn, om
"Jri haar te praten; niemand om haar te verwelkomen,
a.s zij th„js kwam. Daarentegen was aan gene zQcIe
nrÜS- deur dafgane. wat haar den verderen midaag
EU r zou maken aan alle dagen, die zij iin Londen
S^est was.
Haar hand hief den klopper op. Weer aarzelde rij.'
dar» 11 u naar.. Mr- Jerningham ging, beteekende dat
öleh dat zij meer komen zou Nogmaals liet zij
dte /°?d€r leven maken, den klopner vatten. En al
gedachten joegen elkaar in haar brein na. Drie minu-
^aren p~s verloonen na het o gmb'ik, dat z;j voor
net j- - -
hS de?. koP,°r'*n klcw>p«T beetgepakt 'haden
haar*-!:--- J?? slriid S^b^den tegen de inspraak
«ig3n lot
toch
inspraak vair
OVERAL
VERKRyGBAAR.1
kan worden y>°r gra•maaien en het voerleggen, (het was
hier midden in den hooitijd), vrouwenwerk is, kon ik
niet veel anders doen dan de resten bij elkaar zoeken.
Met het grashooirijden is er èen vrouw op aen wagen
als voorlegster, terwijl^de wagenvoerder en een vrouw
opsteken. Met klaverhooi twee vrouwen op den wagen.
Deze wagens rijn wel zoo lang, dat dit zonder bezwaar
gaat. Er wordt met drie/of vier wagens gereden, zoodat
net landpersoneel t>p het land blijft en thuis anderefa
voor lossen zorgen, daar wordt overgesponnen, zoodat
wachten uitgesloten is. Donderdagavonds kwam het
laatste voer binnen, de paarden hadden derf geneelen
dag yrij gehad, er was met ossen gereden, want dit
perceel grasland Ihg in een. lang smal dal, aan beide
zijden ingesloten door bosch en drassigen grond en "het
was juist in de hitteperiode, dus wegens ae vliegen en
de natheid van den grond waren de paarden niet te
gebruiken.
De twee daaropvolgende dagen was het ossen- en
paarden beslaan en had ik de gelegenheid die bewerkin
gen nader te beschouwen. De paarden worden hief
beslagen, als wij Hollanders zouden denken, dat ze
juist nieuwe ijzers hadden. Als het scherp namelijk
versleten is. .gaan de ijzers er onder vandaan en krijgen
ze nieuwe, rónder scherp rijden is hier te gevaarlijk. De
paarden worden uit de hand beslagen en aangezien de
smidse niet geriefelijk is ingericht, is het een langdurig
proces. Diegene die met de paarden .rijdt, (iéder span
heeft n.1. zijn vasten paardenknecht), is er bij aan
wezig en knipt ondertusschen de haren der vitlokken
weg, zelfs de nagel die er bij sommige paarden in
voorkomt, wordt totaal weggeknepen met een nijptang.
Ook de weinige haren op den kroonranjd der hoe!
worden geheel weggeknipt. Dit is een zindelijkheids-
maatregel om des te beter aepooten der dieren tekunnén
rossen.
Als de smid zijn kunsten heeft vertoond, wordt het
paard eerst weer zorgvuldig geborsteld, ofschoon het
's ochtends ook die bewerking heeft ondergaan en daarna
in den stal gebracht. Alles wat maar eanigszins kan, is
hier van steen gëbouwd, alleen de vloer van den paar
denstal is van hout. Dit is noodzakelijk om het scherp,
de dieren zouden zich stijf staan en het 'scherp zou te
veel afslijten. De lezer zal denken: maar dat is toch
geen zindelijkheidfmaatregel, maar ook hier wordt op
getreden 2 maal per dag wordt de mest weggereden en
de geheele stal, ook onder de paarden, netjes aan
geveegd. De muur en ook de zolaer van den'stal zijn
gewit.»
Nu ik hef toch over de paarden heb, zij het volgende
nog opgemem. Alle 6 zijn ruin» én ik heb hier pi
heel wat paarden gezien, maar nog geen merries. De
oorzaak is de volgende. Door hpt levenslange op stal
staan en het vele trekwerk, dat is te verrichten, wordt
hier bijna niet gefokt en worden de bepoodigde dieren
gekocht, daardoor treft m©n ook alle rassen en kleuren
aan. Over het algemeen rijm hier beste paarden, dat komt
omdat diegene aie paarden houdt, meestal tot ae gegoeae
landbouwers behoort, de kleine bedrijven behelpen
zich met de ossen, wat ook heel goed gaat.
Nu over het ossen beslaan, wat een heef andere,
bewerking is. Hiervoor is bij den stal een travaille
aanwezig, die in zooveel vam de Holandsche (die niet
voor ossen rijn ingericht) verschilt, dat er aan de
zijden een balk meer aanwezig is en voor onder den
nek van den patiënt ben breedte driehoekig uitgezaagde
plank, waarop van boven een van hetzelfde model wordt
neergelaten, waardoor de dieren als het ware door
een venster kjjkem. Kop en nek kunnen ze op deZ8
manier niet van 'beteekenii bewegen. Een os is van
nature een goedaardig dier, maar met beslaan zijn ze
heel lastig, ze willen niet op drie pooten staan. "Maar
deze kwaal is ondervangen, daarvoor dienen de zooeven
genoemde zijbalken, de een een vaste, de anderé draai
baar gemaakt. Hierbij behooren twee breede draagrie
men. waar vap eiken riem een eind wordt vastgemaakt
aan den vasten balk en vervolgens onder den os door
de andere einden aan dén draaibaren balk, de eene riem
bij de voor-, de andere bij de achterpooten. Als nu
de bewerking zal beginne^, draait een man met een
langen spaak, die in een gat dwars door den balk
wordt gestoken, de riemen zfoodamig aan dat het dier
precies nog grond onder d« pooten heeft. Liggen gaart
en andere capriolen worden op deze pijnlooze manier
onmogelijk gemaakt. De balk is Van een, inrichtflnd
voorzien, die, als dit niet gewenscht is, terugdraaien
onmogelijk braakt, dus blijft de os van zelf lm deze
positie en kan het eigenlijke beslaan beginnen. De oude
ijzers worden, weggetrokken, de pooten oesneden en dan
de ijzers er o^d-er getimmerd. Daar een os tot de spleet-
hoevige dieren behoort, (dit voor stadsmenschen), komen
onder elke poot twee ijzers. De ijzers zijn breedcr en
dunner dam peardenijzers en van voren voorzien vah
een lange lijm, die in de spleet der hoef komt en
naar buiten wordt omgekruld. I® ieder ijzer worden 5
nagels geslagen. De ossem ïbopen niet op scherp, door
hun spleethoeven glijden ze niet gemuKkelijk uit. De
ijzers worden er koud onder gelegd,' dus de pooten
niet gebrand. De smid heeft een heele collectie ijzérs
in voorraad en zoèkt dus de best, passende uit.
Hiermede weer genoeg over dit en gaan we verder.
Oen volgenden Maandag, 16 Juli, kwam ik in arbeiders»
costuum beneden en vroeg ik \»at mijn werk was;
er was echter geen werk, dus ik weer naar boven, en
het werkpak uit en epn amder aan, wat de geheele week
dienst heeft moeten doen, daar ik niets anders had te
doen^ dan toezicht houden op de vrouwen en meisjes
die in de aardappelen werkten, onkruid weghakkc®
en de eindeh, die niet goed aangeaard waren, beter aap
De strijd was bijna gestreden. Haar geest kwam
langzaam tot de conclusie, dat het onverstandig rijn
zou;, maar de geheele grondslag, waarop de conclusie
rustte, was een grondslag, waaraan zij zelfs met haar
intiemste gedachten geen uitdrukking geven wilde. En
inderdaad welk recht had rij om te bekennen, dat Jei-
ningham indruk op haar gemaakt had van af net eerste
oogenblik. dat zij hem ontmoet had? Zij beschouwde
zien als een nul. Maatschappelijk stond hij hoog boven
haar zijn intellect, rijn beschaving, rijn opvoeding
waren niet te vergelijken met wat" rij in dat opzicht be
teekende. En ook al bekende rij Ondersteirendérwijae,
dat hij als man haar ideaal' zou kunnen rijn, hoe zou
dat de zaken kunnen veranderen? Voor hem zou rij
nooit meer zijn dan een boeredochter, een meisjé,
dat in een restaurant bediende. Maar zij bekende het
niet. Zij wilde het niet bekennen. Nog een oogenblik
bleef zij daar met gesloten oogen staam, weigerend
het te bekennen.
Dan kwam zij tot een besluit. Langzaam vging zal
weg. Het was een wreede verzaking. Haar hart weende
bitter om de hardheid van den dwang.
Zij had haar voet op de eerste trede van de .houten
trap, die naar de hoofdingang leidde; zij had haar hoofd
nog half gekeerd in de richting van de open deur, toen
zij voetstappen van den onderen kant hoorde, waarop
zij met zoo weinig mogelijk leven zoo gauw mogelijk
beneden trachtte te komen.
Het was te laat Jerningham stond reeds op het
portaal. Hij had haar weg hooren gaan en keek nu van
boven over de leuning.
„Wat moet dat beteekenen?" riep hij uit.
Zij had geprobeerd te vluchten het eerlijk gepro
beerd maar haar hart klopte van verrukking, dat
zij ontdekt was.
„Ik had iuist bedacht, dat het beter zijn üou, als tk
niet kwam, antwoordde rij, terwijl rij naar boven keek.
Hij glimlachte tegen haar.
„En dacht je, dat'ik dat maar zoo goed zou vinden?"
vroeg hij, terwijl hij naar beneden kwam. ,.Nu ik
het allerlekkerste, wat er op het gebied yan cake béstaat,
gekocht beb en al een heefon tija heb zitten kijkén naar
een keteltje heet water, dat niet koken wil' vóór hét daar
heel goede redenen voor heeft?" Hij was nu naast haar
en nam met zacht gezag haar arm. „Wees zoo goed
deze trap vóór mij te bestijgen", aeide hij, waarna hij
haar in zjjn kamer volgde.
HOOFDSTUK VTT1.
Het was volkomen waar, dat Jerningham hij heit
vuur naar het keteltje water had zitten kij'ken, maar
hij had ook over Nanno gedacht. Hij vroeg zich af,
hoe rij gekleed zou rijn. Soms, wanneer hij in rijn
verbeeldir.g een meisje zag, dat opzichtig gekleed was
en ter eere van hem en van de gelegenheid haar Zondag-
sche japonnetje aangetrokkken had,"1 huiverde hij. In
haar onwetendheid, zoo dacht hij, zou rij zich misschien
„mooi" gemaakt nebben en de mogelijkheid, dat be
woners van de andere etages haar konden zien, deed
hem zich afvragen of het wel verstandig geweest was
haar te vragen op rijn kamers te komen. Natuurlijk zou
het haar schuld niet geweest rijn; fiij zou het haar geen
oogenblik kunnen verwijten. Maar toen hij haar gezien
haa, was zijn verbazing grooter geweest dan zijn
opluchting.
Zijn eenige indruk was, dat zij eenvoudig en netjes
gekleed was. Uit Welke stof haar rok gemaakt was,
zou hij onmogelijk hebben kunnen zeggen en even
min of hij zwart of donkerblauw was. Hij wist alleen,,
dat hij er meer dan tevreden over was.
De beschaving, die altijd op haar gelaat, te lézen
geweest was, haa .zich sedert haar komst iif Londen
ook op velschillende andere wijzen geopenbaard. Bridget
had altijd gedacht, dat haar dochter zich in een
beschaafder omgeving tot een beschaafde vrouw ont
wikkelen zou. Had Zii haar op dat oogenblik gezien, dan
zou hij de waarhejn van haar verwachtingen beseft
hebben.
Gedurende de eerst» ©ogenblikken, nadat zij plaats
genomen had in den ©enigen fauteuil, dien hij haar
aangewezen had, kon hij slechts met bewonderende
voldoening naar Nanno's gezicht zitten kijken- Op dat
oogenblik zou hij geen dame uit welke kringen ook
hebben kunnen noemen, die hij liever op de plaats
van Nanno zou hebben gezien. Onwillekeurig leunde hij
wat achterover in rijn stoel en loosde e©n efiepen zucht
van tevredenheid.
„En nou zullen we oen kopje gaan drinken," «elde
hij. „honderd maal beter dan jij me gisteren gegpven
hebt.
Zij moest lachen of rij wilde of niet. Zij wist, dat rij',
ook al had zij haar pEan^fciet ten uitvoer kunn^n bren
gen, intens gelukkig was.
,Wil je je hoed afzetten?" ging hg voort. „Dat
is veel' gemakkkelijker voor ie."
Liever niet, als u het Coea vindt," zeide rij.
Hij sloot zijn oogen bij aen kl'ank van zachte gehoor
zaamheid inbaar stem. Als hij het goed vond. Welke
andere vrouw zou eraan gedacht hebben dat erbij te
Z6^?oed hoor en nou gaan we wat taart maken"
Hij tiep naar de tafel, die in het midden der kamer
stond en begon van een stuk brood snecdjes te snijden.
met een glimlach op haar gericht keek zij naar alles
wat hij deed.
„Nou, u sniidt ze heel dik," riep zij eindelijk uit. toen
zij de reusachtige stukken voor het mes zag vallen.
^Moeten ze dunner zijn?" Hij keek om.
Zij kwam naar de tafel en stak naar hand uit naar het
mes. Mij g;J het haar en handig sneed zi] zijn stukken
nog in drieën.
„Dat is duné genoeg," zeide hij.
„Ik maak tliuis dikwijls taart voor mezelf," legde rij
uit.
„Thuis? Waar? In Ierland?".
„Neen bij Fulham Road."
„O. noem je dat tegenwoordig je thuis?"
,,Ja."
Zoodra Ierland genoemd was, verdween het luch
tige uit haar toon. Het woord alleen zou reeds vof-
doende geweest zijn haar gedachten terug te voeren naar
alles wat rij geleden had, maar nu vroèg rij zich b<
vendien nog af of hij alles wist. Zoodra de gelegenheid
zich voordeed, vroeg zij hem of hij nog meer in Ierland
geweest was.
„Als dat het geval1 geweest was," antwoordde hij.
„zou ik je toch zeker opgezocht hebben."
,-,En hebt ji na dien tijd nooit meer iets uit Rath-
morc gehoord J"
„Geen woora."
zij kon niet verhinderen, dal een zucht van verlichting
aan haar lippen ontsnapte. Dus wist hij niets van haar.
Een vaag vermoeden was in haar opgekomen,, dat
als men hem. vertellen zou, dat zij haar man veraten
had, hij niet meer met haar zou willen spreken, en tot
op dat oogenblik was zij in haar hcele leven nog niet
©oo gelukkig geweest. Was het dus te verwonderen,
dat haar een zucht van verlichting ontsnapte?
„Wilt u het roosteren op het mesr' vroeg zij, zoodra
mogelijk het gesprek van Ierland afbrengend. ,,Of hebt
u er een vork voor?"
Hij had een vork. Hij haalde dien voor haar en bleef
dan staan kijken hoe rij een stuk brood op de tandetn
bevestigde. Dan knielde zij neer voor het vuur. Nog
Keek hij naar haar. Haar nek was als dc nek 'van een
kind. Een oogenblik werd hij er als gehypnotiseerd door.
Eindelijk keerde hij terug naar de aafde in Plowdcn
Buildings.
„Geef mij dien vork," zeide hij, lerwijl hij naar haar
toekwam, „je zal je gezicht branden."
Zij keek op. „Ik kan best tegen het vuur," zeide rij.
„Best mogelijk ik ook. Allo, geef mij den vork."
Hij nam haar den vork, dien zij in de hoogte hield, af
en ging zelf aan het roosteren, terwijl#rij den trekpot
volschonk