Schaper Courant Uil hel harl van Holland. Een Levensweg Oppervlakkige en gevaarlijke voorlichting. TWEEDE BLAD. Inderen Hpnia'S Puddingen Zaterdag 25 Augustus 1923. 65ste Jaargang. No. 7287. Veel is er- <le laatste' tijden gesproken over malaise die overal in den lande zou heersehen en vele zijn de Jachten, die opstijgen uit den boezem van vakver: eenigirigen en van patroonsorganisaties over de werk* loosheid van het personeel en over het gebrek aan orders der fabrieken en werkplaatsen. Tegenover die klachten wijst men aan den anderen kant op het gebrek aan werkkracht voor allerlei be drijven en op de losheid van geld, die niettegenstaan de dio malaise toch bij velen schijnt te heersehen, zoowel onder de arbeiders als onder de bourgoisie. Men behoeft geen diepgaande studie te maken van het vraagstuk, als men ziet hoe vol alle amusements- gelegenheden zijn, in en buiten de volksbuurten en als men zich even rekenschap geeft van het reizen en trekken, dat in allerlei standen wordt gedaan. Men9chens die in dezelfde betrekking als vroeger zijn gebleven en wier inkomen hoogstens is gestegen in dezelfde verhouding waarin destijds de kosten van het levensonderhoud omhoog heetten te gaan, men- schen voor wie een uitstapje naar een goedkoop plekje op de Veluwe of een paar dagen naar een nog niet ontdekt dorp in Zuid-Limburg het lang onver- vulde ideaal was, reizen er nu op los eni bezoeken de naburige landen, bezoeken eerste klasse badplaatsen alsof geld geefi waarde had. De valuta beétt natuurlijk ook oen tekeren invloed op dit reizen Van mindei gegoeden gehad, maar als men marken 'heeft op te maken voor ze waarde loos worden immprs.het vaak gehoord excuus moet men toch eerst hebben beschikt over voldoende geld om die thans bijna waardeloos geworden mar- rken te hebben gqkocht. Moet men er financieel zoo hebben bijgezeten, dat men een-deel van zijn spaar pot kon besteden voor speculatie. Het nemen van verlies kwam dezen speculanten ongewenscht voor. zij besteden het restje, dat hun inlegkapitaal in deze speculatie bedroeg (met een paar gulden erbij) voor een reisje. Iets dat wij hun in het geheel niet mis gunnen, doch dat niettemin niet geheel in overeen stemming is te brengen met de algemeen© klachten over de slechte tijden. Waar men reist, overal ont moet men Hollanders en bijna nooit de Hollanders die vroeger reisden. Gelukkig alweer voor deze nieu welingen, die nu ook toegang krijgen tot het vele mooie en belangwekkende dat de wereld te zien geeft, maar /alweer: geen bewijs eenex ietwat algemeene malaise. In de ontspanningsoorden vlak bij de groote steden, in Scheveningen, Wassenaar enz. in den om trek van den Haag, precies hetzelfde verschijnsel Overal auto's van verschillende kwaliteit, motorrij wielen met duozitten en zijspannen en overal, zonder blijkbaar eenige beteekenis wordt gehecht aan de prijzen, alle café's bezet 'en op alle tafeltje* snoepe rijen, die volstrekt niet de goedkoopste zijn. De smaak van het publiek ié in de laatste jaren verfijnd, zeide me dezer dagen een bekend Scheve- ningsch hotelhouder, die door zijn carrière zoowel de allerfijnste als de gewoonste zaken heeft leeren keu ren. „Als we vroegèr óp warme zomerdagen een paar porties vanille-ijs verkochten in het café was het al erg; feitelijk namen we het ijs in huis voor na het diner. Tegenwoordig wordt vanille-ijs niet aangeke ken en moeten we er voor zorgen vier, vijf verschil lende „coupes" te hebben om aan de vraag te vol doen, plus natuurlijk café glacé en fyombière en vruchtenijs van verschillende «maken En, lachend voegde hij er aan toe: de schoonste uitvinding van onze eeuw is de „coupe a la maison". Die kunfcen we maken zooals we willen en niemand kan zeggen, dat ze anders moet zijn. Bovendien drie kwartjes de por tie, waarvan je de grootte ook kunt varieeren, nadat er veel of minder vraag op een oogenblik schijnt te komen. Dat is de eenige soort, waarbij je altijd ge dekt ben.... 1 Ik zal niet beweren, dat dit een fraaie of zelfs maar een reëele redeneeiing is. maar menschkundig is zij zeker. Driekwart van de menschen bestelt tegen woordig iets, waarvan zij samenstelling noch smaak, doch alleen den- prijs weten. En als die prijs niet hoog genoeg is, kan het dus niet goed zijn. Zoozeer is men verslaafd geraakt aan bet begrip van exorbiante duurte en misschien ik zou het eens aan een professor in de crisiseconomie tnoe'.en vragen is dit wel een van de - redenen, waarom de prijzen zoo langzaam zakken: dat het pu bliek het nl. niet noodig schijnt te vinden. t FEUILLETON. naar hst Engelsch van E. TEMPLE THUHSTON door W. J. A. ROLDANUS Jf. 20. „Wat bedoelt u met bluf?" vroeg rij. „Zou jij doen alsof je van een mari hieldt om hem met jou te laten trouwen, als je dacht, dat hij je een makkelijk leventje aanbieden kon?'! „Dat zou ik niet doen", antwoordde zij, «enigszins door zijn vraag in verlegenheid gebracht. „Zou jij met een man trouwen", ging hij voort, niet vermoedend hoe hij haar martelde,, „alleen om dat hij je levenspositie verbeteren kon of omdat je vindt, dat de eenige rechtvaardiging der vrouw het huwelijk is?" „Voor zij antwoordde, vroeg zij zich af of het goed zou zijn om te zeggen wat zij in'werkelijkheid dacht. Moest zij, uit vrees, dat hij een te goede opinie van haar krijgen zou, niet zorgen, dat zij hem teleurstel de, en antwoorden, dat zij met iederen man trouwen zou, die haar een gezellig huis aanbieden kon, en dat wel uit een gevoel van plicht tegenover zichzelf? „Zou jij om een van die twee redenen trouwen?" vroeg hij weer. Nog even wachtte zij met haar antwoord. „Neen", zeide zij dan. „Zou je met hem trouwen, omdat je hem lief hadt?" „Ja." „Ben je wel eens verliefd geweest, Nanno?" Met strakke oogen keek zij door den coupé en of schoon zij het niet zien kon. voelde zij de intensiteit m de zijne. „Waarom vraagt u mij al die dingen?" zeide zij keurig met afgewenden blik. VöQr hij antwoorden kon, verminderde de trein zijn vaart en reed het station binnen. chin"Ör moeten we uit8taPP®a". hij. ,Dit ia'Hit- HOOFDSTUK XIII. zijn cliënt ging bezoeken, wan- aeiae Nanno het welvarende marktdorpje tdoor. Hij na d haar gezegd, dat hij haar om vier'uur voor een windei van haar eigen keuze zou aantreffen en tot dat oogenblik was rij genoodzaakt zichzelf bezig te n ouden. I&middele kom/t er 'toch op allerlei gebied concur rentie. waarvan dat publiek kan profiteeren. Men ziet het hier aan -den sigarettenoorlog. Maandenlang hebben de groote winkels gevochten tegen de mededinging van zoogen* vliegende of valu-1 tawinkels, die allerlei oorlogswaar verkochten, ver; onder de normale prijzen voor het sedert dien weer in den handel en op oude kwaliteit gebrachte artikel dat de groote zaken verkochten. Die vliegende win keliers wilden echter ook later hun klanten behou den en verkochten hun nieuwe voorraden ook ver onder den» officieelen minimum-detailprijs, door nl. hun winstpercentage veel lager te nemen. Zoo kocht men hier Engeleche sigaretten», die in Londen 5 cent per stuk kosten, eerst- voor ZH, toen voor 2.en thans vóór IX cent per stuk. Alles dank zt) da con currentie. En zoo krijgen we nu ook de concurrentie op restaurantgebied. Het publiek, dat vroeger een broodje kocht en voor dien vermoedelijk met een pakje boterhammen op weg ging, is tijdens de brood- 9chaarschte van den oorlogstijd aan plats du jour gewend geraakt, Evënals de restaurateurs aan het rekenen van een» daalder minimum voor zulk .een schoteltje. Hiervan hebben nu eenige slimmerds ge bruik gemaakt; een paar melksalons,een wafelbak ker, een paar kleine verlofzaken om goedkoope lun ches samen te stellen en nu zijn zij zelfs met diners begonnen. Diners voor een daalder, straks voor 25 stuivers lof een gulden. Wie herinnert zich dien .tijd nog? Maar of een Hagenaar in een wafelkraam gaat di- neeren? A. Enkele dagen geleden kwam een vriend bij mij op- loopen. Het is een oude Engelschman, die op een buiten in de buurt woont. Hij is dk>l op bloemen. Zijn Garden»-Parties tuinfeesten) zijn beroemd. Iedereen komt dolgraag bij den gezellige» ouden heer en be wondert! dan meteen zijn prachtige bloemen. Een paar, jaar geleden wa9 hij erg in de narigheid', hij was beetgenomen» door Telkamp, den bollenhan- delaar, enl nu had hij niet, zooals andere jaren, mooie hyacinthen en tulpen. Kon ik hem niet raden? waa toen zijn vraag. Ik heb hem toen een paar prima adressen gegeven» en sedert betrekt hij zijn bollen van Anth. Roozeni in O verveen en is buitengewoon tevreden. Verleden voorjaar kwam ik hem herhaaldelijk te gen met hyacint hen» en tulpen, die de galante oude heer aan dames in de buürt ging brengen. Hoe dikwijls heb ik sedert den naam Roozen hoo- ren noemen en prijzen. Ik denk niet. dat de firma Roozen door mijn voorspraak erg veel verdiend heeft, maar zij heeft toch door haar goede uitvoering der verkregen orders vrienden gemaakt en lieden, die tengevolge van de steken van Telkamp fel „anti- dutch bulbgrówers" geworden waren, weer tot pro- dufchi bekeerd. Dat is van belang, niet alleen voor Roozen, maar vooralle bo»llen- en bloemenhand'elaren-in Holland. Ik ga nog verder, het is van belang voor a 11 e H o 1- landsche exporteurs in wat voor artikelen dan ook. Wanneer de reputatie in één artikel daalt-, dan worderi alle artikelen aangetast. Het oude spreek woord van de rotte kool bij de groentevrouw is heel juist Zoodat het van belang is dat de Regeering toe zicht houde op onze uitvoerproducten, de export van knoeigoed verhinder©, de knoeiers met naam en toe naam aan de kaak stelle. Wat voor alle goederen moet gelden. 1 Ër moet buitendien gezorgd! worden, dat, indien goederen en producten Engeland in beschadigden toe stand bereiken, die artikelen niet als „goed" ter markt gaan. Dikwijls lijdeni b.v.b. tuinbouwproducten onderweg. Meestal gaat Jiet product kalm de markt op en be derft daar Holland's naam. Er is geen controle, er is geen gelegenheid vergoe dingen voor geleden schade met de stoomvaartlijnen te regelen, dusgaat het product op hoop van ze gen de markt op. Ik heb dikwijls over dit euvel gesproken en steeds komt meni op éen afdoend' middel: Een? eigen land- en tuinbouwhuis, met liefó'en die voor alle belangen van land:- entuin»bouw strijden, dus zorgen voor schadevergoeding en verhinderen het- doorgaan van het beschadigde naar de markt onder een etiket „gpedf'. Maar een land- en tuinbouwhuis voor Neder land, zelfs als onderdeel van een Nederlandsch huis, te Londen, schijnt nog niet bereikbaar. Toch zou de invloed enorm zijn, zooals dezer da gen nog door een Nederlandsch correspondent, naar aanleiding van het Zuid-Afrikaansche Huis. opge merkt werd. Pröpaganda voor connecties en verder zorg» voor instandhouding en uitbreiding der connecties is ab soluut noodig, wil men tegenwoordig, zaken doen. Daarom is destemeer te betreuren, indien men ziet dat inplaata van propaganda de boel nog bedorven wordt. Zoolang wij dan nog geen land- en tuinbouwhuis in Londen bezitten, zoolang we het nog zonder de door mij geschilderde controle moeten stellen, wil men toch graag zien dat althans onze autoriteiten zooveel mogelijk in de goede richting werken. Om nu weor op het bezoek van mijn ouden En gelschman terug to komen Hij kwam mij ditmaal vragen om een adres voor rozen Ik had Juist 's morgens gelezen over de welgeslaag de rozententoonstelling, dus gaf ik hein de adressen der verschillende groote inzenders. Bij iemand als van Rosser» te Naarden kan hij slochtö tot zijn gepoegen slagen, kwam mij voor. Een paar dagen later komt mijn oude heer weer bij mij en laat mij toen zien boe door de Horticultural Trades Association gewaarschuwd wordt tegen den Nederladnachen k.we.o.ker in b*t aJge- meen. Wat is de Horticultural Trades Association? Dat is een vereeniging, waarvan alle bloemkwee- kers van Groot-Britannië en Ierland lid1 zijn, eene machtige vak vereeniging dus. Indien al onze kweekers en tuinders in éen ver eeniging geamalgameerd zouden wezen, zou men eene vergelijking kunnen maken. - Wanneer nu zoo'n Engelsche vereeniging van tuin bouwers zich zou opmaken om tegen Telkamp te j waarschuwen, d&n zou ik dat niet alleen begrijpelijk achten, maar zelfs toejuichen. Dat zoo* iemand als Telkamp een kleine twee ton per jaar uit de zakken derEngelschen. klopt, „ten koste van den goeden „naam zijner landgenooten, is inderdaad' treurig en „behoort feitelijk onmogelijk gemaakt te worden." Maar de waarschuwing was eene ware verrassing. Zij werd! gebaseerd op eene officieel© waarschuwing indertijd de wereld ingezonden door den Nederland- schen Handels Attaché te Londen. Ik heb toen ik die waarschuwing indertijd gelezen had, dadel ijk "in uw blad op hedj gevaar van een der gelijk bericht, waarin geen namen geaoem.d werden, gewezen. Het bericht luidde: A number of complaints ha ving been made re- cently regarding the manner in which orders for bulbs and! flowers sent to firms in Holland have been executed, the Netherlandx Legationi desires to warn the British public against sending such orders cither prepaid or cash on delivery te any dealer of whom they have nat satisfactory ©xpe- rience, or, whose referencee they have notP been able to obtain and! verify." Pit bericht van den Handels Attaché der Neder landsch© Legatie te Londen wordt nu door de ge noemde Horticultural Trades Association als waar schuwing tegen» het zaken doen met Nederlandsche bollen- en bloenmandeleren afgedrukt. Natuurlijk met het noodige commentaar, maar dóór het bericht handig te plaatsen heeft de Engelsche vakvereeniging de schitterendste waarschuwing tegen de Hollandsche concurrenten in handen. Hoor maar, wat onze Handels Attaché zegt: Een aantal klachten zijn kort geleden ingediend omtrent de wijze, waarop orders op bollen en bloemen aan firma's in Holland gezonden, zijn uitgevoerd'. De Nederlandsche Legatie wenscht het Engelsche publiek te waarschuwen om zulke orders, hetzij vooruit betaald; of betaalbaar bij Dat bezighouden bestond voor Nanno in het bekij ken van de eene etalage na de andere, en het zichzelf wijzen op verschillende kleine dingen, die zij graag voor haar kamertje .zou koopen, en in het raden daar prijzen van hoeaen en blouses, waarvan zij van te voren wist, dat zij buiten het bereik van haar beurs waren. Jerningham had getracht haar over te halen in het hotelletje, waar zij thee zouden drinken; op hem te wachten, maar dat had zij niet willen Joen. Zij was ,veel te bang geweest voor wat de menschen van haar zouden denken. Na wét heen en weer geloopen te hebben, kwam zij hét marktplein. Het was nog maar vier weken vóór, Kerstmis en het vierkant kraampjes binnen het vierkant huizen begon reeds rijn lampen aan te steken. De tallooze snoepkraampjes met hun doozen vol fel gekleurde lekkernijen, de groentenstalletjes met hun manden schitterend groen en glanzend rood deden Nanno denken aan den Pattern-dag in Rath- more en tot het tijd was, óm naar Jerningham te gaan, bleef zij naar de gezellige drukte, die op het marktplein heerschte, kijken. Eindelijk, toen het' vier uur sloeg, liep zij terug naar de High Street De lantaarnopsteker deed zijn ronde reeds. Over vijf minuten zou zij weer bij hem zijn, zou hij haar misschien weer dezelfde vragen loen, waaraan het binnenstoomen van het station een einde gemaakt had. Wat beteekende dat? En hoe noest zij antwoorden? In het uur, dat hij weg ge weest was, had zij getracht alles te overwegen. Wat school er achter de vragen, die hij gedaan had? Zij wist het niet precies. Zij kon niet gelooven, dat ooit de gedachte om met haar te trouwen bij hem opge komen was. Zij had niets om hem. aan te trekken voor zoo iets; en juist 'daarom was zij zoo dank baar voor zijn vriendschap. Geen \man zou ooit in haar armzalige opvoeding, in haar geringe ontwikke ling zoQveel zien als hij gezien had. Maar was het, voor het meer dan onwaarschijnlijke geval, dat hu' er zelfS ook maar een oogenblik aan had gedacht haar tot zijn vrotfw te maken, haar plicht niet hem nu alles te vertellen, een eind te maken aan hun vriendschap doo^ hem de waarheid omtrent haar zelf jnede te deelen? Toen zij hem in de verte zag. toen zij een blij den glimlach op 'jijn gezicht zag komen, zeide zij tot zichzelf, dat zii wist, dat het haar plicht was. „Het móet!" riep zij' binnensmonds uit. terwijl zij naar hem toeliep, co haar stem stokte, nu zij op het punt stond'haar eigen geluk te vernietigen. Maar zij kiemde haar tanden op elkaar en haar oogen glim rullen U gauw vertellen welke pudding zi> liet lekkerst vinden. Honig's Puddingen gefabriceerd met Honig's Maizena krijgen altijd verre weg de meeste stemmen. aankomst (rembours) te zenden aan een hande laar, waarvan zij geen voldoende ervaring bezit- >ten of van wien zij, hetzij geen informaties heb ben ontvangen of die nipt» hebben kunnen con troleeren'.' Dat is nu heel mooi! Maar tegen welke firma'» waarschuwt onze scherpzinnige honoraire Handels Attaché hef! Engelsche publiek nu eigenlijk? Wanneer er toch klachten zijn binnengekomen zal mep dié toch wel behoorlijk hebben onderzocht. Dan zal men de namen der firma's waarover die klachten gingen, hebben ontvangen. Dan zal men na deugdelijk onderzoek bevonden hebben de klachten over die en die firma zijn juist. Want indien men de juistheid der klachten niet ge» constateerd zou hebben, ware natuurlijk nimmer een dergelijk ttaatwtuk de wereld ingezonden, nog wel Juist toen de gezant met verlof was. Wanneer dus de klachten over bepaalde firma's zoo ernstig waren, dat de Handels Attaché eene waar schuwing noodig achtte, zou toch tevens „den naam „dier firma's vermeld geworden moéten zijn." - Waren de vele klachten (number of complaints) juist, dan behoefde de Legatie ook niet bang te zijn door vermelding der namen zich aan koud water te branden. Wat doet de Handels Attaché nu, die waarschuwt niet tegen een of meer bepaalde, met name genoem de onbetrouwbare Hollandsche firma's, maar zegt: pas op de Hollandsche firma's, waarover Je niet reeds oordeelen bi waarover je geen informaties hebt ontvangen of de informaties niet hebt kunnen con! troleeren. Dat is eene officieel© waarschuwing tégen de be trouwbaarheid der Hollandsche bollen- en bloemen handelaren in hef algemeen. Men kan nu wel probeeren dat goed te praten, om dat men den bonorairen, dus onbetaajden handels attaché wil sparen, maar de te groote algemeenheid der waarschuwing wordt door al hét water van de zee niet weggespoeld en men moét toch ernstig in twijfel gaan trekken of deze handels atta ché, zelfs onbetaald, niet toch nog te duur betaald is. Onze bollen- en bloemenkweekers hebben werkelijk reeds moeilijkheden genoeg te bekampen dan dat men nu nog met. zulke grappen 'moet aankomen. Mijn Engelsche Vriend, de genoegelijke oude heer, maakte zich bepaald kwaad dat door dit staatsstuk ook zijn vriend „Roezen", zooals hij hem noemt, in goeden naam wordt aangetast. Hij meende, dat dit stuk veel kwaad doet, vooral door het listige gebruik, dat de H.TA. er van maakt door te waarschuwen tégen de Dtitch growers, die door hun eigen Legatie niet vertrouwd worden. Waarom niet Telkamp genoemd, vroeg hij? Buitendien, wat is dat nu vqor een onzinnige, pe dante manier van doen om daar aan het Engelsche publiek te gaan voorschrijven om vooral geen zaken met de Hollanders te doen vóór en aleer men keuri ge inlichtingen heeft ingewonnen en die nog eens goed heeft geverifieerd. Ook de waarschuwing om slechts zaken te doen me* firma's die men kende. Mijn hemel, riep hij uit, hoe moet ik dan aan rozen uit.Holland komen? Ik hebl nog nooit met een roo- zénkweeker in Holland zaken gedaan en als ik al die informaties moet gaan inwinnen,, die je handels at taché voorschrijft., ben ik misschien al dood en be graven voor de rozen hier zijn. What a bother! Wat een last! wil die man om- balen. Laat hij liever man en paard noemen, laat hij zorgen dat de onbetrouwbare firma's bekend raken, zoodat ieder wëet, dat als hij aan eiken bollen»- of bloemkweeker schrijft, behalve aanVlegenen, waarte gen gewaarschuwd is, hij in goede handen is. De Oud© heer „heeft gelijk. Want, laten wij dat nu toch eens uitdrukkelijk constateeren, het gros is eerlijk en betrouwbaar en bedriegers zijn er overal in dé wereld en in elk vak. Wanneer iemand in Engelandde Spoorweg Maat schappij bedriegt, wordt zijn naam aan alle spoor wegstations gepubliceerd. Er is in Engeland- heel wei nig fraude van reizigers. Wanneer wij de namen van onze verval schors en bedriegers in handel en industrie eens publiceerden, zou er hoogstwaarschijnlijk veel minder fraude zijn. „Maar om de goeden feitelijk in de put te trappen „door de slechten te sparen, dat' gaat niet op!" Onze bollen- en bloemenhandelaren moeten het niet -op zich laten zitten. Maar laat ik tevens nog een raad geven aan Hol landsche exporteurs. Laat toch niet in Duitschlaild drukken, laat toch vooral niet uwe circulaire met Duitsche postzegels het. buitenlandsche publiek be- reiken. Ik heb heusch geen aandeel in een Hollandsche I drukkerij en ik krijg heusch geen provisie van de Ne- J derlandsche posterijen. Ik spreek zuiver in uw eigen belang. Dutch kan men weer gauw in Deutsch veranderen en dan is het German. r De Engelschen zijn heusch niet erg op de Duitschers gesteld. Maar buitendien, wees Hollander, betaal dan iets meer aan drukwerk in Holland en aan Nederlandsche j postzegels, wat zijn die nieuwe postzegels tuschen 2 foei leelijk, maar steun je eigen land, steun je lachten, toen zij weer bij hem was. vZij wist niet, dat zij ging in het dal van de schaduwen des doods den dood van al haar 'hoop, van haar geheelen steun in het leven. Verder scheen er voor haar niets te zijn dan het grijze, terugstootende licht als toen de ochtend aangebroken was na den nacht, dat zij haar man verlaten had. „Je zult het wel vreeselijk .koud hebben", zeidé hij en hij gaf haar een arm op zoo'n manier, dat zij den hare niet wegtrekken kon. „We gaan dadelijk thee drinken," Hij bracht haar terug naar het hotel en daa* in de gelagkamer voor een knetterend vuur, waarin groote blokken hout met een aromatischen geur brandden, werd hun thee gebracht „Nou, hoe vindt je Hltchin?" vroeg hij, terwijl hij zijn handen warmde bij den gloed en keek hoe zij thee schonk. ,Het is een mooi plaatsje", zeide zij. „Ik heb een tijdje op de markt staan kijken. Weet u waar het me aan heeft» doen denken?' „Neen." „Aan Rathmore op- Pattern-dag." „Ja Waarachtig ja, de Patterndag, Herinner je je dien avond nog, toen je met mij over heiligen gepraat hebt?" Zij knikte ernstig van ja. „Ik heb later, wanneer ik alleen in mijn bureau zat. dikwijls aan jou en dien avond gedacht. En weet'je nog dat toen ik «je naar Troy's Lane terug bracht „Wij aan het hek stonden „Ja en toen we iemand konden hooren- lachen, heb ik je gevraagd of dat" de 'reden was waarom je liever n;et naar huis gegaan was." „Dat herinner ik me". .En je gaf geen antwoord: je zei alleen-. Goeden avond". „Ja." „Ja, dat zei je «n toen ging je over het erf de keu ken in.^Maar ik bleef nog bij het hek staan." ,0 Mr. Jerningham!" „Ik zag je de deur'ooen doen ik hoorde het ge lach en gezang weer en ik zag een Jieele boel man nen. die, te oordeelen naar hun uiterlijk, veel ge dronken hadden; en dit was de reden waarom je niet naar huis hadt willen gaan, niet?" Een heel kort oogenblik trachtte rij in zijn gezicht tc kijken. De gedachte, dat zelfs toen, toen zij elkaar 'pas zoo. kort kenden, hij on haar gelet en haar be grepen had. vervulde haar met een dankbaarheid. welke op. dat ééne oogenblik als een lichtkroon in haar oogen schitterde. Het volgende oogenblik was die uitdrukking weg; haar oogen vulden zich met tranen. Als hij haar toen begrepen had, hoeveel te heter moest hij haar dan nu begrijpen; en nu moest zij hem opóffereq aan de onschendbare wet. De groot God van het Noodlot riep haar. op om haar nrijs te betalen en met den prijs in haar hand stond zij. gebroken door haar ellende, schokkend dóór haar snikken, voor de toonbank des levens. In dat écne korte oogenblik? waarin zij met dank- baarheid in haar oogen naar hem gekeken had, had jzij geweten, dat haar tijd om te betalen gekomen I was, en zij' trachtte dat. met een dapper hart en niet trillende lippen onder het oog te zien. Het was een eerlijke poging geweest, maar zij was mislukt. Haar lippen trilden, haar oogen;vulden zich mét tranen en met schouders, die gemarteld werden door haar ken. verborg zij haar gezicht in haar handen en huilde alsof haar weerstandsvermogen niet meer ver dragen kor. Tn dAn .beginne was hij verbaasd geweest. Hij had haar- gedachtengang niet gevolgd; hij kon de reden ;voor.die plotselinge htfilbui niet begrijpen. .Ma-ardat j veranderde niets aan de uitwerking, die het op hem .bad Een man gelooft, dat hij een vrouw beter be- vrii?>t, wanneer hij haar eerst in tranen ziet; en in- derdaad \vas dit voor Jerningham her ééne oogenblik intimiteit, dat. noodig was om de vonk van zijn hartstocht aan te blazen tot een alles verterende vlam •Toen hij haar daar met gebogen hoofd en tranen. I welke stroomden door de vingers, die zij voor haar gezicht hield, zitten zag, wist hij, dat zij meer'voor |hem was dan iets anders, dat hij tot dusverre ge kend had de conditio sino qua non voor zijn le- vensTeluk. „Nanno!" riep hij uit, terwijl hij zijn armen om haar heen sloeg. „Huil niet, Nanno! Wat voor reden heb je. om te huilen? Ik heb &1 lang vermoed, dat :e loven niet bijzonder gelukkig geweest is maar het zal nu gelukkig worden." liet kwam geen oogenblik in hem op, dat rij Juist om het feit, dat dat mogelijk was, huilde. .Het ^al nu gelukkig worden", herhaalde hij. Zonder zich erom te bekommeren hoe zij eruit zag, keek zij naar hem op. „Wat. bedoel je daarmede?" vroeg zij met trillen de stem. i ..Ik bedoel, dat ik je leven gelukkig voor je zal maken: ik zal je uit die sombere kamer van je halen; ik zal'met je trouwen als jij dat wil. Nanno,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 5