Schaper Courant
Uil hel harl van Holland.
Een Levensweg
Oppervlakkige en
gevaarlijke voorlichting.
TWEEDE BLAD.
Inderen
Hpnia'S
Puddingen
Zaterdag 25 Augustus 1923.
65ste Jaargang. No. 7287.
Veel is er- <le laatste' tijden gesproken over malaise
die overal in den lande zou heersehen en vele zijn de
Jachten, die opstijgen uit den boezem van vakver:
eenigirigen en van patroonsorganisaties over de werk*
loosheid van het personeel en over het gebrek aan
orders der fabrieken en werkplaatsen.
Tegenover die klachten wijst men aan den anderen
kant op het gebrek aan werkkracht voor allerlei be
drijven en op de losheid van geld, die niettegenstaan
de dio malaise toch bij velen schijnt te heersehen,
zoowel onder de arbeiders als onder de bourgoisie.
Men behoeft geen diepgaande studie te maken van
het vraagstuk, als men ziet hoe vol alle amusements-
gelegenheden zijn, in en buiten de volksbuurten en
als men zich even rekenschap geeft van het reizen
en trekken, dat in allerlei standen wordt gedaan.
Men9chens die in dezelfde betrekking als vroeger zijn
gebleven en wier inkomen hoogstens is gestegen in
dezelfde verhouding waarin destijds de kosten van
het levensonderhoud omhoog heetten te gaan, men-
schen voor wie een uitstapje naar een goedkoop
plekje op de Veluwe of een paar dagen naar een nog
niet ontdekt dorp in Zuid-Limburg het lang onver-
vulde ideaal was, reizen er nu op los eni bezoeken de
naburige landen, bezoeken eerste klasse badplaatsen
alsof geld geefi waarde had.
De valuta beétt natuurlijk ook oen tekeren invloed
op dit reizen Van mindei gegoeden gehad, maar
als men marken 'heeft op te maken voor ze waarde
loos worden immprs.het vaak gehoord excuus
moet men toch eerst hebben beschikt over voldoende
geld om die thans bijna waardeloos geworden mar-
rken te hebben gqkocht. Moet men er financieel zoo
hebben bijgezeten, dat men een-deel van zijn spaar
pot kon besteden voor speculatie. Het nemen van
verlies kwam dezen speculanten ongewenscht voor.
zij besteden het restje, dat hun inlegkapitaal in deze
speculatie bedroeg (met een paar gulden erbij) voor
een reisje. Iets dat wij hun in het geheel niet mis
gunnen, doch dat niettemin niet geheel in overeen
stemming is te brengen met de algemeen© klachten
over de slechte tijden. Waar men reist, overal ont
moet men Hollanders en bijna nooit de Hollanders
die vroeger reisden. Gelukkig alweer voor deze nieu
welingen, die nu ook toegang krijgen tot het vele
mooie en belangwekkende dat de wereld te zien geeft,
maar /alweer: geen bewijs eenex ietwat algemeene
malaise. In de ontspanningsoorden vlak bij de groote
steden, in Scheveningen, Wassenaar enz. in den om
trek van den Haag, precies hetzelfde verschijnsel
Overal auto's van verschillende kwaliteit, motorrij
wielen met duozitten en zijspannen en overal, zonder
blijkbaar eenige beteekenis wordt gehecht aan de
prijzen, alle café's bezet 'en op alle tafeltje* snoepe
rijen, die volstrekt niet de goedkoopste zijn.
De smaak van het publiek ié in de laatste jaren
verfijnd, zeide me dezer dagen een bekend Scheve-
ningsch hotelhouder, die door zijn carrière zoowel de
allerfijnste als de gewoonste zaken heeft leeren keu
ren. „Als we vroegèr óp warme zomerdagen een paar
porties vanille-ijs verkochten in het café was het al
erg; feitelijk namen we het ijs in huis voor na het
diner. Tegenwoordig wordt vanille-ijs niet aangeke
ken en moeten we er voor zorgen vier, vijf verschil
lende „coupes" te hebben om aan de vraag te vol
doen, plus natuurlijk café glacé en fyombière en
vruchtenijs van verschillende «maken En, lachend
voegde hij er aan toe: de schoonste uitvinding van
onze eeuw is de „coupe a la maison". Die kunfcen we
maken zooals we willen en niemand kan zeggen, dat
ze anders moet zijn. Bovendien drie kwartjes de por
tie, waarvan je de grootte ook kunt varieeren, nadat
er veel of minder vraag op een oogenblik schijnt te
komen. Dat is de eenige soort, waarbij je altijd ge
dekt ben.... 1
Ik zal niet beweren, dat dit een fraaie of zelfs maar
een reëele redeneeiing is. maar menschkundig is zij
zeker. Driekwart van de menschen bestelt tegen
woordig iets, waarvan zij samenstelling noch smaak,
doch alleen den- prijs weten.
En als die prijs niet hoog genoeg is, kan het dus
niet goed zijn. Zoozeer is men verslaafd geraakt aan
bet begrip van exorbiante duurte en misschien ik
zou het eens aan een professor in de crisiseconomie
tnoe'.en vragen is dit wel een van de - redenen,
waarom de prijzen zoo langzaam zakken: dat het pu
bliek het nl. niet noodig schijnt te vinden.
t
FEUILLETON.
naar hst Engelsch van E. TEMPLE THUHSTON
door W. J. A. ROLDANUS Jf.
20.
„Wat bedoelt u met bluf?" vroeg rij.
„Zou jij doen alsof je van een mari hieldt om hem
met jou te laten trouwen, als je dacht, dat hij je
een makkelijk leventje aanbieden kon?'!
„Dat zou ik niet doen", antwoordde zij, «enigszins
door zijn vraag in verlegenheid gebracht.
„Zou jij met een man trouwen", ging hij voort,
niet vermoedend hoe hij haar martelde,, „alleen om
dat hij je levenspositie verbeteren kon of omdat je
vindt, dat de eenige rechtvaardiging der vrouw het
huwelijk is?"
„Voor zij antwoordde, vroeg zij zich af of het goed
zou zijn om te zeggen wat zij in'werkelijkheid dacht.
Moest zij, uit vrees, dat hij een te goede opinie van
haar krijgen zou, niet zorgen, dat zij hem teleurstel
de, en antwoorden, dat zij met iederen man trouwen
zou, die haar een gezellig huis aanbieden kon, en dat
wel uit een gevoel van plicht tegenover zichzelf?
„Zou jij om een van die twee redenen trouwen?"
vroeg hij weer.
Nog even wachtte zij met haar antwoord. „Neen",
zeide zij dan.
„Zou je met hem trouwen, omdat je hem lief hadt?"
„Ja."
„Ben je wel eens verliefd geweest, Nanno?"
Met strakke oogen keek zij door den coupé en of
schoon zij het niet zien kon. voelde zij de intensiteit
m de zijne.
„Waarom vraagt u mij al die dingen?" zeide zij
keurig met afgewenden blik.
VöQr hij antwoorden kon, verminderde de trein zijn
vaart en reed het station binnen.
chin"Ör moeten we uit8taPP®a". hij. ,Dit ia'Hit-
HOOFDSTUK XIII.
zijn cliënt ging bezoeken, wan-
aeiae Nanno het welvarende marktdorpje tdoor. Hij
na d haar gezegd, dat hij haar om vier'uur voor een
windei van haar eigen keuze zou aantreffen en tot
dat oogenblik was rij genoodzaakt zichzelf bezig te
n ouden.
I&middele kom/t er 'toch op allerlei gebied concur
rentie. waarvan dat publiek kan profiteeren. Men
ziet het hier aan -den sigarettenoorlog.
Maandenlang hebben de groote winkels gevochten
tegen de mededinging van zoogen* vliegende of valu-1
tawinkels, die allerlei oorlogswaar verkochten, ver;
onder de normale prijzen voor het sedert dien weer
in den handel en op oude kwaliteit gebrachte artikel
dat de groote zaken verkochten. Die vliegende win
keliers wilden echter ook later hun klanten behou
den en verkochten hun nieuwe voorraden ook ver
onder den» officieelen minimum-detailprijs, door nl.
hun winstpercentage veel lager te nemen. Zoo
kocht men hier Engeleche sigaretten», die in Londen
5 cent per stuk kosten, eerst- voor ZH, toen voor 2.en
thans vóór IX cent per stuk. Alles dank zt) da con
currentie. En zoo krijgen we nu ook de concurrentie
op restaurantgebied. Het publiek, dat vroeger een
broodje kocht en voor dien vermoedelijk met een
pakje boterhammen op weg ging, is tijdens de brood-
9chaarschte van den oorlogstijd aan plats du jour
gewend geraakt, Evënals de restaurateurs aan het
rekenen van een» daalder minimum voor zulk .een
schoteltje. Hiervan hebben nu eenige slimmerds ge
bruik gemaakt; een paar melksalons,een wafelbak
ker, een paar kleine verlofzaken om goedkoope lun
ches samen te stellen en nu zijn zij zelfs met diners
begonnen. Diners voor een daalder, straks voor 25
stuivers lof een gulden. Wie herinnert zich dien .tijd
nog?
Maar of een Hagenaar in een wafelkraam gaat di-
neeren? A.
Enkele dagen geleden kwam een vriend bij mij op-
loopen. Het is een oude Engelschman, die op een
buiten in de buurt woont. Hij is dk>l op bloemen. Zijn
Garden»-Parties tuinfeesten) zijn beroemd. Iedereen
komt dolgraag bij den gezellige» ouden heer en be
wondert! dan meteen zijn prachtige bloemen.
Een paar, jaar geleden wa9 hij erg in de narigheid',
hij was beetgenomen» door Telkamp, den bollenhan-
delaar, enl nu had hij niet, zooals andere jaren, mooie
hyacinthen en tulpen.
Kon ik hem niet raden? waa toen zijn vraag. Ik heb
hem toen een paar prima adressen gegeven» en sedert
betrekt hij zijn bollen van Anth. Roozeni in O verveen
en is buitengewoon tevreden.
Verleden voorjaar kwam ik hem herhaaldelijk te
gen met hyacint hen» en tulpen, die de galante oude
heer aan dames in de buürt ging brengen.
Hoe dikwijls heb ik sedert den naam Roozen hoo-
ren noemen en prijzen. Ik denk niet. dat de firma
Roozen door mijn voorspraak erg veel verdiend heeft,
maar zij heeft toch door haar goede uitvoering der
verkregen orders vrienden gemaakt en lieden, die
tengevolge van de steken van Telkamp fel „anti-
dutch bulbgrówers" geworden waren, weer tot pro-
dufchi bekeerd.
Dat is van belang, niet alleen voor Roozen, maar
vooralle bo»llen- en bloemenhand'elaren-in Holland.
Ik ga nog verder, het is van belang voor a 11 e H o 1-
landsche exporteurs in wat voor artikelen
dan ook. Wanneer de reputatie in één artikel daalt-,
dan worderi alle artikelen aangetast. Het oude spreek
woord van de rotte kool bij de groentevrouw is heel
juist Zoodat het van belang is dat de Regeering toe
zicht houde op onze uitvoerproducten, de export van
knoeigoed verhinder©, de knoeiers met naam en toe
naam aan de kaak stelle. Wat voor alle goederen
moet gelden. 1
Ër moet buitendien gezorgd! worden, dat, indien
goederen en producten Engeland in beschadigden toe
stand bereiken, die artikelen niet als „goed" ter
markt gaan.
Dikwijls lijdeni b.v.b. tuinbouwproducten onderweg.
Meestal gaat Jiet product kalm de markt op en be
derft daar Holland's naam.
Er is geen controle, er is geen gelegenheid vergoe
dingen voor geleden schade met de stoomvaartlijnen
te regelen, dusgaat het product op hoop van ze
gen de markt op.
Ik heb dikwijls over dit euvel gesproken en steeds
komt meni op éen afdoend' middel: Een? eigen land- en
tuinbouwhuis, met liefó'en die voor alle belangen
van land:- entuin»bouw strijden, dus zorgen voor
schadevergoeding en verhinderen het- doorgaan van
het beschadigde naar de markt onder een etiket
„gpedf'. Maar een land- en tuinbouwhuis voor Neder
land, zelfs als onderdeel van een Nederlandsch huis,
te Londen, schijnt nog niet bereikbaar.
Toch zou de invloed enorm zijn, zooals dezer da
gen nog door een Nederlandsch correspondent, naar
aanleiding van het Zuid-Afrikaansche Huis. opge
merkt werd.
Pröpaganda voor connecties en verder zorg» voor
instandhouding en uitbreiding der connecties is ab
soluut noodig, wil men tegenwoordig, zaken doen.
Daarom is destemeer te betreuren, indien men ziet
dat inplaata van propaganda de boel nog bedorven
wordt.
Zoolang wij dan nog geen land- en tuinbouwhuis
in Londen bezitten, zoolang we het nog zonder de
door mij geschilderde controle moeten stellen, wil men
toch graag zien dat althans onze autoriteiten zooveel
mogelijk in de goede richting werken.
Om nu weor op het bezoek van mijn ouden En
gelschman terug to komen Hij kwam mij ditmaal
vragen om een adres voor rozen
Ik had Juist 's morgens gelezen over de welgeslaag
de rozententoonstelling, dus gaf ik hein de adressen
der verschillende groote inzenders.
Bij iemand als van Rosser» te Naarden kan hij
slochtö tot zijn gepoegen slagen, kwam mij voor.
Een paar dagen later komt mijn oude heer weer bij
mij en laat mij toen zien boe door de Horticultural
Trades Association gewaarschuwd wordt tegen den
Nederladnachen k.we.o.ker in b*t aJge-
meen.
Wat is de Horticultural Trades Association?
Dat is een vereeniging, waarvan alle bloemkwee-
kers van Groot-Britannië en Ierland lid1 zijn, eene
machtige vak vereeniging dus.
Indien al onze kweekers en tuinders in éen ver
eeniging geamalgameerd zouden wezen, zou men
eene vergelijking kunnen maken. -
Wanneer nu zoo'n Engelsche vereeniging van tuin
bouwers zich zou opmaken om tegen Telkamp te j
waarschuwen, d&n zou ik dat niet alleen begrijpelijk
achten, maar zelfs toejuichen. Dat zoo* iemand als
Telkamp een kleine twee ton per jaar uit de zakken
derEngelschen. klopt, „ten koste van den goeden
„naam zijner landgenooten, is inderdaad' treurig en
„behoort feitelijk onmogelijk gemaakt te worden."
Maar de waarschuwing was eene ware verrassing.
Zij werd! gebaseerd op eene officieel© waarschuwing
indertijd de wereld ingezonden door den Nederland-
schen Handels Attaché te Londen.
Ik heb toen ik die waarschuwing indertijd gelezen
had, dadel ijk "in uw blad op hedj gevaar van een der
gelijk bericht, waarin geen namen geaoem.d
werden, gewezen.
Het bericht luidde:
A number of complaints ha ving been made re-
cently regarding the manner in which orders for
bulbs and! flowers sent to firms in Holland have
been executed, the Netherlandx Legationi desires
to warn the British public against sending such
orders cither prepaid or cash on delivery te any
dealer of whom they have nat satisfactory ©xpe-
rience, or, whose referencee they have notP been
able to obtain and! verify."
Pit bericht van den Handels Attaché der Neder
landsch© Legatie te Londen wordt nu door de ge
noemde Horticultural Trades Association als waar
schuwing tegen» het zaken doen met Nederlandsche
bollen- en bloenmandeleren afgedrukt.
Natuurlijk met het noodige commentaar, maar dóór
het bericht handig te plaatsen heeft de Engelsche
vakvereeniging de schitterendste waarschuwing tegen
de Hollandsche concurrenten in handen. Hoor maar,
wat onze Handels Attaché zegt:
Een aantal klachten zijn kort geleden ingediend
omtrent de wijze, waarop orders op bollen en
bloemen aan firma's in Holland gezonden, zijn
uitgevoerd'. De Nederlandsche Legatie wenscht
het Engelsche publiek te waarschuwen om zulke
orders, hetzij vooruit betaald; of betaalbaar bij
Dat bezighouden bestond voor Nanno in het bekij
ken van de eene etalage na de andere, en het zichzelf
wijzen op verschillende kleine dingen, die zij graag
voor haar kamertje .zou koopen, en in het raden
daar prijzen van hoeaen en blouses, waarvan zij van
te voren wist, dat zij buiten het bereik van haar
beurs waren. Jerningham had getracht haar over te
halen in het hotelletje, waar zij thee zouden drinken;
op hem te wachten, maar dat had zij niet willen
Joen. Zij was ,veel te bang geweest voor wat de
menschen van haar zouden denken.
Na wét heen en weer geloopen te hebben, kwam zij
hét marktplein. Het was nog maar vier weken
vóór, Kerstmis en het vierkant kraampjes binnen
het vierkant huizen begon reeds rijn lampen aan te
steken.
De tallooze snoepkraampjes met hun doozen vol
fel gekleurde lekkernijen, de groentenstalletjes met
hun manden schitterend groen en glanzend rood
deden Nanno denken aan den Pattern-dag in Rath-
more en tot het tijd was, óm naar Jerningham te
gaan, bleef zij naar de gezellige drukte, die op het
marktplein heerschte, kijken.
Eindelijk, toen het' vier uur sloeg, liep zij terug
naar de High Street De lantaarnopsteker deed zijn
ronde reeds. Over vijf minuten zou zij weer bij hem
zijn, zou hij haar misschien weer dezelfde vragen
loen, waaraan het binnenstoomen van het station
een einde gemaakt had. Wat beteekende dat? En hoe
noest zij antwoorden? In het uur, dat hij weg ge
weest was, had zij getracht alles te overwegen. Wat
school er achter de vragen, die hij gedaan had? Zij
wist het niet precies. Zij kon niet gelooven, dat ooit
de gedachte om met haar te trouwen bij hem opge
komen was. Zij had niets om hem. aan te trekken
voor zoo iets; en juist 'daarom was zij zoo dank
baar voor zijn vriendschap. Geen \man zou ooit in
haar armzalige opvoeding, in haar geringe ontwikke
ling zoQveel zien als hij gezien had. Maar was het,
voor het meer dan onwaarschijnlijke geval, dat hu'
er zelfS ook maar een oogenblik aan had gedacht
haar tot zijn vrotfw te maken, haar plicht niet hem
nu alles te vertellen, een eind te maken aan hun
vriendschap doo^ hem de waarheid omtrent haar
zelf jnede te deelen?
Toen zij hem in de verte zag. toen zij een blij
den glimlach op 'jijn gezicht zag komen, zeide zij
tot zichzelf, dat zii wist, dat het haar plicht was.
„Het móet!" riep zij' binnensmonds uit. terwijl zij
naar hem toeliep, co haar stem stokte, nu zij op het
punt stond'haar eigen geluk te vernietigen. Maar zij
kiemde haar tanden op elkaar en haar oogen glim
rullen U gauw vertellen welke
pudding zi> liet lekkerst
vinden. Honig's Puddingen
gefabriceerd met Honig's
Maizena krijgen altijd verre
weg de meeste stemmen.
aankomst (rembours) te zenden aan een hande
laar, waarvan zij geen voldoende ervaring bezit-
>ten of van wien zij, hetzij geen informaties heb
ben ontvangen of die nipt» hebben kunnen con
troleeren'.'
Dat is nu heel mooi! Maar tegen welke firma'»
waarschuwt onze scherpzinnige honoraire Handels
Attaché hef! Engelsche publiek nu eigenlijk?
Wanneer er toch klachten zijn binnengekomen zal
mep dié toch wel behoorlijk hebben onderzocht. Dan
zal men de namen der firma's waarover die klachten
gingen, hebben ontvangen.
Dan zal men na deugdelijk onderzoek bevonden
hebben de klachten over die en die firma zijn juist.
Want indien men de juistheid der klachten niet ge»
constateerd zou hebben, ware natuurlijk nimmer een
dergelijk ttaatwtuk de wereld ingezonden, nog wel
Juist toen de gezant met verlof was.
Wanneer dus de klachten over bepaalde firma's
zoo ernstig waren, dat de Handels Attaché eene waar
schuwing noodig achtte, zou toch tevens „den naam
„dier firma's vermeld geworden moéten zijn." -
Waren de vele klachten (number of complaints)
juist, dan behoefde de Legatie ook niet bang te zijn
door vermelding der namen zich aan koud water te
branden.
Wat doet de Handels Attaché nu, die waarschuwt
niet tegen een of meer bepaalde, met name genoem
de onbetrouwbare Hollandsche firma's, maar zegt:
pas op de Hollandsche firma's, waarover Je niet
reeds oordeelen bi waarover je geen informaties hebt
ontvangen of de informaties niet hebt kunnen con!
troleeren.
Dat is eene officieel© waarschuwing tégen de be
trouwbaarheid der Hollandsche bollen- en bloemen
handelaren in hef algemeen.
Men kan nu wel probeeren dat goed te praten, om
dat men den bonorairen, dus onbetaajden
handels attaché wil sparen, maar de te groote
algemeenheid der waarschuwing wordt door al hét
water van de zee niet weggespoeld en men moét toch
ernstig in twijfel gaan trekken of deze handels atta
ché, zelfs onbetaald, niet toch nog te duur betaald is.
Onze bollen- en bloemenkweekers hebben werkelijk
reeds moeilijkheden genoeg te bekampen dan dat men
nu nog met. zulke grappen 'moet aankomen.
Mijn Engelsche Vriend, de genoegelijke oude heer,
maakte zich bepaald kwaad dat door dit staatsstuk
ook zijn vriend „Roezen", zooals hij hem noemt, in
goeden naam wordt aangetast.
Hij meende, dat dit stuk veel kwaad doet, vooral
door het listige gebruik, dat de H.TA. er van maakt
door te waarschuwen tégen de Dtitch growers, die
door hun eigen Legatie niet vertrouwd worden.
Waarom niet Telkamp genoemd, vroeg hij?
Buitendien, wat is dat nu vqor een onzinnige, pe
dante manier van doen om daar aan het Engelsche
publiek te gaan voorschrijven om vooral geen zaken
met de Hollanders te doen vóór en aleer men keuri
ge inlichtingen heeft ingewonnen en die nog eens
goed heeft geverifieerd.
Ook de waarschuwing om slechts zaken te doen
me* firma's die men kende.
Mijn hemel, riep hij uit, hoe moet ik dan aan rozen
uit.Holland komen? Ik hebl nog nooit met een roo-
zénkweeker in Holland zaken gedaan en als ik al die
informaties moet gaan inwinnen,, die je handels at
taché voorschrijft., ben ik misschien al dood en be
graven voor de rozen hier zijn.
What a bother! Wat een last! wil die man om-
balen. Laat hij liever man en paard noemen, laat hij
zorgen dat de onbetrouwbare firma's bekend raken,
zoodat ieder wëet, dat als hij aan eiken bollen»- of
bloemkweeker schrijft, behalve aanVlegenen, waarte
gen gewaarschuwd is, hij in goede handen is. De
Oud© heer „heeft gelijk. Want, laten wij dat nu toch
eens uitdrukkelijk constateeren, het gros is eerlijk en
betrouwbaar en bedriegers zijn er overal in dé wereld
en in elk vak.
Wanneer iemand in Engelandde Spoorweg Maat
schappij bedriegt, wordt zijn naam aan alle spoor
wegstations gepubliceerd. Er is in Engeland- heel wei
nig fraude van reizigers.
Wanneer wij de namen van onze verval schors en
bedriegers in handel en industrie eens publiceerden,
zou er hoogstwaarschijnlijk veel minder fraude zijn.
„Maar om de goeden feitelijk in de put te trappen
„door de slechten te sparen, dat' gaat niet op!"
Onze bollen- en bloemenhandelaren moeten het
niet -op zich laten zitten.
Maar laat ik tevens nog een raad geven aan Hol
landsche exporteurs. Laat toch niet in Duitschlaild
drukken, laat toch vooral niet uwe circulaire met
Duitsche postzegels het. buitenlandsche publiek be-
reiken.
Ik heb heusch geen aandeel in een Hollandsche
I drukkerij en ik krijg heusch geen provisie van de Ne-
J derlandsche posterijen.
Ik spreek zuiver in uw eigen belang.
Dutch kan men weer gauw in Deutsch veranderen
en dan is het German. r
De Engelschen zijn heusch niet erg op de Duitschers
gesteld.
Maar buitendien, wees Hollander, betaal dan iets
meer aan drukwerk in Holland en aan Nederlandsche
j postzegels, wat zijn die nieuwe postzegels tuschen 2
foei leelijk, maar steun je eigen land, steun je
lachten, toen zij weer bij hem was. vZij wist niet,
dat zij ging in het dal van de schaduwen des doods
den dood van al haar 'hoop, van haar geheelen
steun in het leven. Verder scheen er voor haar niets
te zijn dan het grijze, terugstootende licht als toen
de ochtend aangebroken was na den nacht, dat zij
haar man verlaten had.
„Je zult het wel vreeselijk .koud hebben", zeidé hij
en hij gaf haar een arm op zoo'n manier, dat zij den
hare niet wegtrekken kon. „We gaan dadelijk thee
drinken,"
Hij bracht haar terug naar het hotel en daa* in
de gelagkamer voor een knetterend vuur, waarin
groote blokken hout met een aromatischen geur
brandden, werd hun thee gebracht
„Nou, hoe vindt je Hltchin?" vroeg hij, terwijl hij
zijn handen warmde bij den gloed en keek hoe zij
thee schonk.
,Het is een mooi plaatsje", zeide zij. „Ik heb een
tijdje op de markt staan kijken. Weet u waar het
me aan heeft» doen denken?'
„Neen."
„Aan Rathmore op- Pattern-dag."
„Ja Waarachtig ja, de Patterndag, Herinner je
je dien avond nog, toen je met mij over heiligen
gepraat hebt?"
Zij knikte ernstig van ja.
„Ik heb later, wanneer ik alleen in mijn bureau
zat. dikwijls aan jou en dien avond gedacht. En
weet'je nog dat toen ik «je naar Troy's Lane terug
bracht
„Wij aan het hek stonden
„Ja en toen we iemand konden hooren- lachen,
heb ik je gevraagd of dat" de 'reden was waarom
je liever n;et naar huis gegaan was."
„Dat herinner ik me".
.En je gaf geen antwoord: je zei alleen-. Goeden
avond".
„Ja."
„Ja, dat zei je «n toen ging je over het erf de keu
ken in.^Maar ik bleef nog bij het hek staan."
,0 Mr. Jerningham!"
„Ik zag je de deur'ooen doen ik hoorde het ge
lach en gezang weer en ik zag een Jieele boel man
nen. die, te oordeelen naar hun uiterlijk, veel ge
dronken hadden; en dit was de reden waarom je
niet naar huis hadt willen gaan, niet?"
Een heel kort oogenblik trachtte rij in zijn gezicht
tc kijken. De gedachte, dat zelfs toen, toen zij elkaar
'pas zoo. kort kenden, hij on haar gelet en haar be
grepen had. vervulde haar met een dankbaarheid.
welke op. dat ééne oogenblik als een lichtkroon in
haar oogen schitterde. Het volgende oogenblik was
die uitdrukking weg; haar oogen vulden zich met
tranen. Als hij haar toen begrepen had, hoeveel te
heter moest hij haar dan nu begrijpen; en nu moest
zij hem opóffereq aan de onschendbare wet. De
groot God van het Noodlot riep haar. op om haar
nrijs te betalen en met den prijs in haar hand stond
zij. gebroken door haar ellende, schokkend dóór
haar snikken, voor de toonbank des levens.
In dat écne korte oogenblik? waarin zij met dank-
baarheid in haar oogen naar hem gekeken had, had
jzij geweten, dat haar tijd om te betalen gekomen
I was, en zij' trachtte dat. met een dapper hart en niet
trillende lippen onder het oog te zien. Het was een
eerlijke poging geweest, maar zij was mislukt. Haar
lippen trilden, haar oogen;vulden zich mét tranen
en met schouders, die gemarteld werden door haar
ken. verborg zij haar gezicht in haar handen en
huilde alsof haar weerstandsvermogen niet meer ver
dragen kor.
Tn dAn .beginne was hij verbaasd geweest. Hij had
haar- gedachtengang niet gevolgd; hij kon de reden
;voor.die plotselinge htfilbui niet begrijpen. .Ma-ardat
j veranderde niets aan de uitwerking, die het op hem
.bad Een man gelooft, dat hij een vrouw beter be-
vrii?>t, wanneer hij haar eerst in tranen ziet; en in-
derdaad \vas dit voor Jerningham her ééne oogenblik
intimiteit, dat. noodig was om de vonk van zijn
hartstocht aan te blazen tot een alles verterende vlam
•Toen hij haar daar met gebogen hoofd en tranen.
I welke stroomden door de vingers, die zij voor haar
gezicht hield, zitten zag, wist hij, dat zij meer'voor
|hem was dan iets anders, dat hij tot dusverre ge
kend had de conditio sino qua non voor zijn le-
vensTeluk.
„Nanno!" riep hij uit, terwijl hij zijn armen om
haar heen sloeg. „Huil niet, Nanno! Wat voor reden
heb je. om te huilen? Ik heb &1 lang vermoed, dat
:e loven niet bijzonder gelukkig geweest is maar
het zal nu gelukkig worden."
liet kwam geen oogenblik in hem op, dat rij Juist
om het feit, dat dat mogelijk was, huilde.
.Het ^al nu gelukkig worden", herhaalde hij.
Zonder zich erom te bekommeren hoe zij eruit
zag, keek zij naar hem op.
„Wat. bedoel je daarmede?" vroeg zij met trillen
de stem. i
..Ik bedoel, dat ik je leven gelukkig voor je zal
maken: ik zal je uit die sombere kamer van je
halen; ik zal'met je trouwen als jij dat wil. Nanno,