ilitncii Nieuws- REGENJASSEN - REGENMANTELS, DE KONINGIN IE AMSTERDAM. Ilitiievurs i N.V, v.Iï. 1MMAN Ce., Scüiagei) EERSTE BLAD. Brieven uit Engeland. 01 Echte Loden Jassen. SPAANDER Co. ALKMAAR. Zaterdag 8 September 1923. SCHAEER 66ste Jaargang. No. 7295. COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog. zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF no. 20 Prijs per 8 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van l' tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Groote letters worde» naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. Heemstede, 1 Sept. 1923. Een eeuwenoude industrie is bezig in Engeland uit te sterven. Feitelijk kunnen we wel zeggen, dat ze uitge storven is. Het is de vervaardiging van veeren pennen. De schrijfkunst is al oud, al is het schrijve» zelf in de verschillende eeuwen op heefl.' verschilléndé wijzén verricht. De oude Egyptenaren deden het met eén penseel. De Romeinen en Grieken gebruiktén dé schérpé punt van den stilus. waarmee zij de letters in was krasten. Het breede uiteinde van dit schrijfinstrumentkon dienst doen om fouten „uit te vegen". Langen tijd daarna, ongeveer in het midden van de 14e eeuw, kwam- de veeren pen in gebruik. De pénnen van kalkoenen werden het meest gebruikt, maar op die van zwanen werd hooge prijs gesteld/ terwill kraaien- pennen dienst deden bij het trekken van fijne lijmen. Ook in ons land rijn nog monschen genoeg im le ven. die rich de veeren pen herinneren. Feiténjk mag ik zeggen, dat ik zelf tot hen behoor. Immers, voor degenen, die komen studeeren in de leeszaal van hét Britsch Museum, ligt, behalve de gewone stalen pen, ook een veeren pen gereed. Zelfe neb ik gprobéérd ér mee te schrijven, met heel weinig succes evenwél1. Wat misschien aan mij, misschien aan de pen lag. Want dit weten wij1 allen nog wel van de veeren (pen er moet herhaaldelijk aan gesneden worden. We hebben niet voor niets het woord pennemes. Het versnijden van de veeren pennen was een niet onbelangrijk' gedéélté vajn het werk van den vroegeren schoolmeester. Zooals nu in de lagere klassen doorloopend punten aan de pot- loodeh moeten worden geslepen. Warmee ik zeggen wil, dat de veeren pen, waarmee ik in het Museum' pro beerde te schrijven, mogelijk ook wel1 een kleine opératié moest ondergaan, alvorens bruikbaar te wezen. een of andere goede klnta gestorven was en dat rijm zoon de stalen pen inplaats van de veeren gebruikte. Voor wie het betalen ko», vervaardigde de firma een speciale pen. Pennen weraen gesneden en gésmédên,s tot er eindelijk een verkregen werd, die precis pasté Ivoor de hand van den gebruiker. Van die pen konfiem' dan geregeld geleverd worden. Maar de prijs zal wet ongeveer overeengekomen rijn met, laten we zéggén, een nieuwe vulpen per maand. D< niet af. En zouden wij het betreuren? Toch misschien wel. Zooalb er in onS leven telkens een stuk voor goed heengaat, onze schooljaren., veel' later de tijd waarin we schoolgaande kinderen 'hebben, zoo zien we met de veeren pen ook weer eén £tuk Van het groote ïnenschenleven gaan. Shakespeare heeft al rijn werken er mee geschreven. Ook Vondel. Doch Couperus heeft ze waarschijnlijk nooit gebruikt. De tegenwoorige schrijver gebruikt in 't geheel geen pen nieer. Hij staat, of zit, of loopt hoen en Kveer cn dicteert, terwijl een typist op een ratelende schrijfma chine elk woord in keurige drukletters op papier doet verschijnen. Zou dit den stijl van de hedehdaagsche schrijvers ook niet beïnvloeden? De pen werkte toch steeds als een rem' eonig9zins. Laat het een voldoening rijn voor de veeren pen, dat haar mededingster al weer zoo ernstig bedreigd wordt. Over honderd jaar schrijft niemand meer, en zitten de zes-jarigen op school ónder leiding van cLe juffrouw te tikken op Hoogeveen's schrijfmachine. VAN R IJ S W IJ K'S Schoenhandel Schoenmakerij. „HEVEA" Rubber Zolen en Volhakken merk ECONOMIE. weldige om bet o trachtte de punten duurzaam te maken door ze te vergulden. Twee andere fabrikanten, Hawkins en Mor- dan. bevestigden er kleine stukjes noorn_ of schildpad aan. Evenwel zonder veel' succes. Toen kwam de stalen pen, in 1803. Natuurlijk had zij eenige jaren noodig om m te burgeren. Even natuurlijk wera haar komst met leede oogen aangezien door cle fabrikanten der veeren pennen en weigerden vélétn dié stijve stalen dingen te gebruiken. Doch elke strijd tegen het nieuwe, wanneer dat nieuwe een vérbétéring beteekent, eindigt in nederlaag, na langen of na korten tijd. Omstreeks 1830» toen Perry, Mason en GilTott in Birmingham de stalen pen machinaal' vervaardigden was de strijd feitelijk al' beslecht: de veeren pen werd nog vervaardigd, werd nog gebruikt, maar zag met elk uitstervend geslacht haar aanhangers verminderen. Wij' zijn nu bijna honderd jaar later. Als er ergens hoop mocht bestaan voor de veeren pen, was het zeker wel in het conservatieve Engeland. Conservatief Zeg ik omdat het zoo noode afstand doet van oude gewoónten. In 1915 lag op elke plaats in de leeszaat van (iet iBritsch Museum nog een veeren pen. Ook thans? Ik lees juist dezer dagen, dat niet langer veeren pennen verschalt zullen worden aan de Southwark Rechtbank'. Van andere rechtbanken, van regeeringsbureaux en dergelijke, was ze reeds verdwenen. Southwark scheen er langer op gesteld geweest te rijn. Doch ook daar heeft ze plaats gemaakt voor de stalen pen, de vulpen en de schrijf machine. De groote Londensche firma Cooper Demson en Walhden, wier voorgangers een honderd jaar geleden hofleveranciers waren op het gebied van veeren pennên en hoeveelheden van twee of drie mil'tioen tegélijk naar het Indische Gouvernement verzonden, heeft juist be sloten de vervaardiging der pennen geheeli te staken. Omdat er geen vraag is? Natuurlijk, maar ook, omdat de firma geen enkelen werkman meer heeft, dié dé pennen kan vervaardigen. Het maken va» veeren pennén is een' k'unst. Het is niet iets. dat men in een paar maanden leert. Het snijden (is het ergste niet. Daar komt men betrekkelijk spoedig genoeg achter. De groote moeilijkheid is het „dutchen waarvoor ik geen vertaling weet. Dutchen is net wegnemen van de taaie buitenste huid van de pen, de doorschijnende oppervlakte over te latei en de pit ut het ibinnenste van de pen weg (te (neme».! Het wordt gedaan, door de pen in een vuurtje te houden, dat de werkman naast zich heeft en ze dun over een soort van mes te halen. Van te voren is de pen voor dit proces geschikt gemaakt door haar een tijdlang in een vochtigen kelder te bewaren.. Elke soort moet een kortere» of tongeren tijd in het vuur gehouden Worden. All'een een ondervinding van jaren maakt een werkman tot een bekwaam „dutcher". Het snijden is het tweede werk, maar dat is in^eenige maanden te leeren. Ten slotte blijft nog het binden tot bundeltjes van vijf en twintig stuks. Zelfs dat is niet zoo gemakkelijk, als het lijkt. De firma Cooper, Denison en Walhden placht bezoekers van hun fabriek te vragen, eens een bundeltje pennen bij eilkaar te binden. Dé po gingen mislukten steeds. Maar. wat niet direct gaat, zal' misschien na eenige oefening gelukken. Voor het binden van vier bundeltjes in een heelen dag natuurlijk zonder eenige hulp of aanwijzing van de werklieden der fabriek, placht de firma een bankbiljet van 60 gulden uit te loven. Al wist wel, dat ze het veilig doen kon. De penneschachten werden ingevoerd uit Rusland. Kort vóór den oorlog kwamen ze ook' uit Duitschland en een heel bijzondere soort kwam1 van de Hudson Baai. Volgens de kenners levert de laatste het fijnst denkbare schrijfinstrument op. Ze is harder dan de gewone pen, en heeft een zwarte veer. ,,.L9I!<i Beaconsfield,. een van Engeliand's vroegere Eerste Ministers, schreef altijd met dezen Hudson Baai-pennen. Koningin Victoria'gebruik te de gewone ganzenpen. Doch verscheidene aristocratische families in haar tijd deden het met met minder dan de zwanenpennen, die in deh groothandel tusschen de vijf en twintig en dertg gulden de honderd kostten. Een heel verschil dus met een doosje P®11*1611 Yan voor een paar kwartjes. Het is !nog niet zoo Keel lang geleden, een dertig jaren ongeveer, dat de reiziger van de firma Cooper die het wiesten van (Londen bereisde, één of tweemaal per maand terugkwam met orders voor tien tot twintig duizend pennen. Langzamerhand zag de Tirma die orders steeds kleiner worden. En dan bleek bij onderzoek steeds, (lat Donderdag begon £le eigenlijke herdenking van het 25-jarig Jubileum van H. M. de Koningin te Amsterdam met een godsdienstoefening in de Nieuwe Kerk. Een half uur tevoren reeds was het groote gebouw tot in alle hoeken gevuld door een m!et oranje getooid publiek; op alle plaatsen feg een programma in die kleur. De exemplaren voor de Koninklijke familie waren gebonden in perkament mét goud; de tekst was gedrukt m nassau-blauw op oranje. Van de aaniwezige autoriteiten zagen wij' de ministers Ruvs Öe Beerenbrouck, Aalberse, Van Karnebeek, Van Dijk, De Graaft, Van Swaay, Colijn, Heemskëik en Westerveld. Minister De Visser trad, zooals bekend is, ,als feestredenaar op. Voorts merkten wij o.m. op: mr. Gort van der Linden, minister van staat; jhr. Röell, commissaris van tie Koningin de provincie Nootrd- Holland; mr. van Leeuwen, vice-president van den Raad van State; generaal Van Rappard, gouverneur van Amsterdam; de Indische prinsen en den sultan van Boeloengan- De prinsen zaten direct rechts van de Koningsbank dat was de ronde bank! om| den (pilaar tegenover den kansel de sultan van Boenloengan. zat rechts van den kansel, en de beide bankie» links «van de Koningsbank waren gereserveerd voor de ministers, evenals een bank bij den kansel.'In de eerste tniinistérs- bank was ook de plaats, bestemd voor den burgemeester van Amsterdam, die met de Koningin meekwam. Voor het gevolg van de Koningin waren de rechte banken voor de Koningsbank gereserveerd. In het algemeen kan gezegd worden, dat tot bijwoning van de gedachtenisviering waren uitgenoodigd de te Am sterdam' woonachtige leden tier Staten-Generaal, de Pro vinciale Staten van Noord-Holland, de leden van den kerkeraad der Nederl. Hervormde Gemeéntó, bénévéns de leden der sub-commissie voor de gedachtenisviering uit de huldigingscomimisse. Een schitterenden aanblik wat betreft ambtskleedij of uniformen bood de kerk niet. De ministers waren in ambtskostuum en verschillende militairen natuurlijk in uniform. Een paar Indische prinsen droegen den uni form van officier bij 'het Nederl.-Indische leger; anderen waren eenvoudig in politiek. En zoo was het mfeUJhet grootste gedeelte van net publiek. Tegen 10 uur, juist toen de zon door het groote, gebrand-geschilderde gedenkraam begon te schijnen, allé kleuren aangloeiden en het machtige kérkinteriéur géhéél in lichtschijn werd bezet, betrad minister De Visser den kansel, .gekleed in rok met witten das, en spoedig daarna kwam de Koninklijke familie, die zich te voet over'den Dam naar de kerk had begeven, het gebouw binnen. Aan den ingang Damziide werd de Koningin ontvangeh door den voorzitter van de sub-commissie, mr. dr. C. F. Schoch, Terwijl zij zicih, in gezelschap van de Koningin- Moeder Prinses Juliana en Prins Hendrik naar haar plaats begaf, bespeelde de organist van de kerk, de blinde A. W". de Rijp, het orgel. Zacht ruischten de tonen uil het instrument omlaag. De Koningin droeg een lila japond mét witten vos en witten hoed; de Koningin-Moeder was in het zwart het Prinsesje geheel in het wit, en Prins Hendrik Iwas weer in admiraals-uniform. In deze volgorde namen de Vorstelijke personen ook in de Koningsbank plaats, en de dienst begon. De dienst was in hoofdzaak gelijk aan oie gewone godsdienstoefeningen maar in verband met het bijzon dere tioeL. de gedachtenisviering, waaraan de genééfó natie, mannen en vrouwen va» alle religie, ko» deel nemen. gewijzigd. Na het votum1, uitgesproken dioor den leider van de samenkomst, minister De Visser, hieven de aanwezigen gezamenlijk Gez^ 2 1 panDen hoogen God (alleen rij eer i Vervolgens nam1 de minister van onderwijs kun sten en Wetenschappen het woord tot het uitspreken van rijn rede. De rede maakte grooten indruk. Daartoe werkte ook mee, dat dr. De Visser haar geheel bleek té hébbén gememoriseerd, zoodat hij" haar als het ware voor de vuist kon uitspreken, zonder den voor hem' liggenden tekst te raadplegen een merkwaardig voorbeeld van een stalen geheugen. Onmiddellijk nadat -tir. De Visser zijn rede beëin digd had, Verhief zich de stem van mevrouw Noordewier die van een plaats op het orgel den jubileuntózang laW hief, gedicht en gecomponeerd door den organist van de kerk. Uit de diepe stilte die op de toespraak van de» minister volgde, maakte zich die heerlijke» stetn los om als ,n groote,blan ke vogel op te stijgen naar de gewleven van het kerkgebouw en jubelend en juichend, kristal-heldér, de vreugde yan de natie uit te zingen. Tot slot van de plechtigheid zongen alle aanwezigen twee coupletten van het oude Wilhelmus, n.1. het eérsté couplet en het couplet: Mijn schild ende betrouwen. Indrukwekkend dreunde het oude lied van Neer- Ia nd's vrijheidsstrijd door de kerk'. Dr. De Visser beslopt de gedachtenisviering met het aitspreken van den zegen. Daarna verliet de Koninklijke familie het klerkgebouw, uitgeleide gedaan door mr. Schoch ©n de andere ledén der sub-commissie, doch niet dan nadat zij eerst bezich tigd 'had den gedenksteen, welke ter eéré van haar zilveren regeeringsjubileum in de Nieuwe Kérk Is geplaatst. Te 12 uur zou de aubade op den Dam' «piaats heboen, en om 9 uur 's morgens begon daarvoor al reeds de groote drukte en trokken de zangers naar de plaats van samenkomst, de Beurs. i, Do Dam wns intusschen stopvol geloopen en toen eindelijk het oogenblik was aangebroken, om de zangers op den Dam op te stellen, moest deze eerst wordén Ont ruimd. Met bet noodige overleg werd het publiek op j(jj gedrongen en begon de opstelling van de zangers. Toen werd ook het geschenk van de zangers/ aan -de Koningin aangereden: een groot bloemstuk van witte rozen in den vorm' van een lier, rustende op een voet van paars-getinté bloemen. Linten in de nationale kleuren voltooiden het geheel en eén uur lang mar cheerden zangers en zangeressen in dichte rijen den Dam op, om haar plaats te krijgen. Het gaP heel wat gedoe om alles goed te regelen. Maar eindelfik is alles gereed, klaar om te beginnen. Daar gaat plotseling door die geweldig groote en toch volkomen ordelijke menschenschaar, opgesteld on der de statig aan de decoratieve masten waaiende oranje vlaggen, één oogenblik slechts, een ontroerende stilte. De balcondeuren onder het grijs-velours baldakijn op de eerste verdieping va» het paleis 'gaan open, en achtéréén- volgens treden naar buiten de Koningin en de Koinihgib- Moeder, gevolgd voor Prins Hendrik en Prinses Juliana. Slechts heel even duurde de spanning van die stilte; (dan gingen plotseling duizenden hoeden en petten én zak doeken en tekstboekjes, wuivend de lucht in, en barstté een oorverdoovend gejuich los, dat minutenlang aan hield en toen de toejuichingen van de zangers' op den Dam wat begonnen te verzwakken, hoorde men als een stormwind aanloeien van uit al de omliggende straten de jubel van de menschenmassa, die daar geplaatst wós. Daar zette de muziek, eerst nauw hoorbaar, maar de eerste maten krachtiger aanzwellend, de éérsté matén den admiraalssteek; Je officieren op de kleine stééntjés brachten eveneens het.militair saluut aan het Volkslied, en op de tribunes verhieven rich allen van hun zit plaatsen. Nauw zijn de laatste tonen van het Wilhelmus verstorven, of het mannen- en vrouwenkoor heft het eerste lied van de cantate aan, dat machtig opklinkt iuit duizenden kelen tot de Vorstin, die deze hulde géldt en haar Huis. Afwisselend ringen de gemengde koren van volwassenen en kinderen, de vrouwen- en man nenkoren of de jongens- en meisjeskoren afzonderlijk, dé Koningin de door den heer H. J. den Hertogh op tekst van den heer Ed. Brom gedichte jubelklanken toe. De cantate werd besloten met een -Wilhelmus van alle koren gezamenlijk op de oude toonzetting, met volle orkestbegeleiding, en daarna volgde een geestdriftigé, bijna een kwartier aanhoudende ovatie; aan het juichen en wuiven scheen geen einde te zullen kamén, stééds machtiger klonk het op tot de Koningin, haar Moeder, gemaal en dochter, die het vriendelijk wuivend en lachend beantwoordden. De dirigent, de heer H. J. den Hertogh, de dichter <ven den tekst, de heer Ed. Brom', de leden van bet «aubade- comité en een deputatie van de zangeressen en zangérs, bestaande uit drie weesmeisjes, zijn na afloop ten paleize ontboden, waar de Koningin, de Koningin-Moeder, de Prins en de Prinses hun in de hartelijkste bewoordingen hun dank en hun waardeering betuigden en verzochten die over te brengen aan allen, die aan' deze öchoone huldebetooging hadde» deelgenomen. Te twee uur had ten Paleize plaats de overhandiging van het Nationaal Huldeblijk, bij monde van den heer Dr. C. J. K. v. Aalst. Zooals mén Weet, bestaat dit hulde blijk hoofdzakelijk in het herstellen van het Koor van de Nieuwe Kerk te Delft. Daarnaast werd aangeboden een verzameling aquarellen van de mooiste en méést karakteristieke plaatsen en plekjes van ons land, uitge voerd door 200 Nederlandsche meesters.. De Koningin bedankte in een rede hartelijk! voor "dit geschenk en sprak de beste wenschen uit voor de toe komst van óns land. De gezamenlijke ministers zijn Donderdagochtend om half twaalf ontvangen door de Koningin, ten einde Hare Majesteit hun hulde te brengen. Dit geschiedde bjj monde van den tijdelijken voorzitter van den mi nisterraad, jhr. Ruys de Beerenbrouck. Vervolgens werd alles in gereedheid gebracht voor de T** - grachten, de N.P deelnemers rich op. Gelderland, ginas __T J. Met extra-treineL. waren ze uit hun woonplaatsen, soms reeds zeer vroeg in den ochtend, naar de hoofdstad vertrokken. Zij! die niet woonden aan de lijn waarlangs de speciale trein liep, hadden voor dag en dauw zich reeds opgemaakt. En overal langs den weg waren nieuwe groepen in de versierde treinen gestapt, totdat eindelijk tegen twaalf uur al die treinen hun vracht van meer dan 11.000 (per sonen te Amsterdam konden afzetten. Even na twaalf uur begon de opmarsch. Tusschen een steeds dikker wordende, dubbele naag van toeschouwers, marcheerden de deelnemers aan net hoofd van elke provincie een muziekkorps naar den Dam. Zoo waren er dan wel eenige uren verloopen met de opstelling van de meer dan 1500 vaandels en banieren van al die deputaties van vereenigingen uit alle streken van het land. Eindelijk staan deze menschen met hun banieren, vlaggen en vaandels, tot voor de kleine steen tjes op aen Dam opgesteld. Een kleurig beeld; schitterender, levendiger, en daar Nationale Huldebetooging. Op de grachten, de N.Z. Voorburgwal en elders stelden de dee' Hier de Zuidelijke provinciën, elders weer Groningen, Friesland en Limburg. Met extra-treinen door wellicht ook grootscher dan dat van de aubade, dmzelfden morgen. Alle deelnemers zijn in groepen, een geheélé provincié omvattend, ingedeeld; de verschillende vakken worden aangegeven door wapenschilden, gedragen door padvin ders. Nog is het niet geheel stil in de 'groote 'toenschen- menigte, als de hoornblazers van de artillerie uit den Haag, die bij het kranige muzieikkorps van de grenadiers en jagers zijn ondergebracht, de hoorns steken, en het militaire Wilhelmus doen weerklinken. De huldigers, die deze eigenaardige hoornjnélodie niet yerstaan, voelen dat er iets komen gaat: doch Wat weten zij' niet. En nogmaals laat de bevelvoerende luitenant de trom petten schalie» over de hoofden der menigte. Als de laatste galm' tusschen de huizen is weggeschaterd, openen zich de balcondeuren van het paleisTNog is de Konin klijke familie niet buiten verschenen of reeds begint het gejuich, en te midden daarvan, als het ware erdoor omvangen, treden achtereenvolgens naar buiten Konin gin ilhelmina, de Koningin-Moeder, de Prins en Prinses Juliana. Kor Kuiler, de componist van het huldigingelied, verheft den dirigeerstok en het uit ruim 1000 per eoner- bestaande dameskoor, zet het „Wilhelmus" in, en onmiddellijk daarna het „Heil Koningin der Ne derlanden. Stilte heerscht dan alom. Als de zangeressen geko men zijn aan den regel: „Bii 't wapperen der oranje- vanen", wuiven allen metl kleine oranje-vlaggetjes. iSpoedig ia men genaderd! tot de strofe: „Herauten voor! Gij zult verkonden Met jubel en klaroengeschal, Wat Neerlands volk uit duizendi monden, Maar één van riu bezweren aal." Dan zwijgt plots de muziek* Alleen het trompet geschal, waarmee de herauten den ban openen, klinkt over de menigte. Men voelt onder de korte fanfare de spanning grooter worden, Men speurt het komen van een historisch moment. Een seconde stilte, en dan klinkt plechtig uit tienduizend kelen, op de statige gedragen melodie van de oude Wilhelmus en do toeschouwera verheffen zich van hun zetels, en al kennen zij de woorden niet, dan zingen zij toch de melodie mede de eed van trouw aati ons Konings huis: „Wilhelma van Nassoue, Vorstin van Nederland, U zweer ik eeuw'ge trouwe, U en/ het Vaderland', In goede en kwade stonden Geleid door 's Heeren hand, Blijv1 vast en trouw verbonden, Oranje en Nederland." Diit is wel het hoogtepunt van alle jubileumfeesten; dit is geen festiviteit; het is een plechtigheid. Dan een nieuw nummer, het vaandeldefilé. Klaroengeschal kondigt het begin hiervan aan. En in een schier eindeloozen optocht beginnen de vaan- deldeputaties langs het 'balkon van het paleis heen te trekken, voorafgegaan door het hoofdcomüé. Het is een kleurige en fleurige optocht en de natio nale costuums der verschillende provinciën zijn van groote variëteit. Aan het slot van de feestelijkheden hebben 15 deel nemers op het paleis aan de Koningin de oorkonde aangebodeh, die het feit van de huldiging boekstaaft, Gistermiddag om kwart voor vijf heeft de Konin gin een aantal deputaties ontvangen, die geschen ken kwamen aanbieden. Allereerst boden Amster damse ho dames een kamer-scherm aan. Daarna verschenen Arbeid Adelt en Tesselschade die ieder een handwerk als cadeau hadden meege bracht; en de commissie voor het Gedenkboek 1898 1923 (redactie Kapt. de Bas). Ook het geschenk van de Amsterdamsche Huldigingscommissie bestond uit een gedenkboek, benevens uit een gedenkpenning. Vervolgens verscheen de Kamer van Koophandel en bood f 10.000 aan voor een fonds, waarvan de vruchten, volgens nader vast te stellen regelen, zul len worden besteed) op het gebied van handel, scheep vaart en industrie, meer in het bijzonder ter bevor dering van daartoe behoorende onderwerpen, voor welke, hoezeer zij ook geldel ijken steun verdienen, (geen andere fondsen meer bepaaldelijk aangewezen of beschikbaar zijn. Het te Amsterdam gevestigde corps consulaire deed zijn gelukwenschen van een bloemenhulde vergezeld gaan. De oud-gouverneur van Cura^ao, mr. Nuyens, kwam de gevoelens der kolonie vertolken, en bood namens de bevolking bloemen aan. Een deputatie uit de Nederlandsch-Indische Officierenvereendging over handigde der vorstin een teekening van een gobelin, hetwelk voor haar zal worden vervaardigd. De Bond van Christelijke Granje-Vereenigingen, de Nationale Landstormcommissie, en de Christelijke Nationale Werkmansbond hadden de gelukwenschen der leden in een huideadres vervat. Mannen en vrouwen uit Zeeland in het costuuin hunner provincie, brachten de Koningin een album •met foto's uit alle gedeelten van hun gewest. De vereenigmg Koninklijke Kunstzaal Kleykamp, die de vriendelijke gedachte had gehad den schilder Toorop op te dragen een portret van de Koningin- Moeder te vervaardigen, waarvoor de vorstin welwil lend heeft geposeerd deed dit huldeblijk door de de putatie aanbieden. Afgevaardigden van de Rijkspolitievereeniging brachten bloemen, vertegenwoordigers der Maat schappij Rembrandt een album met teekendngen door de werkende leden vervaardigd. De heer L. Canrinus, tijdelijk hier vertoevende, overhandigde de vorstin een huideadres van het „Sel skip Fryslan" te Petroria. Namens de vereeniging „De Joodsche Invalide" werd een kussen aangeboden, geborduurd door een der verpleegden. Afgevaardigden van den bijzonderen vrijwilligen landstorm kwamen de gelukwenschen van het corps uitspreken, en ten slotte hebben in België ge vestigde Nederlanders hunne felicitaties door een de putatie overgebracht, vergezeld doen gaan van een bedrag in geld, bestemd voor een weldadig doel ten bate der Nederlanders in België.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 1