ten Lcvensweq
F E U I r. L E TO N.
Gemengd Nieuws.
LANGEN DIJK.
De vereeniglng der Langendijlcer Gemeenten.
Blijkens bij Ua gemeentebesturen ingekomen be
richten ia de vertjeniglug ü«r 4 LuuKemlijktir gemeen
ten van Um baan, doch wordt In overweging genomen
ilie der gemeenten ZuitUchurwoude, Noc>n»chftrvv«u-
ile en üudkai'u|jul. Broek heeft dus zijn zin gekregen;
hei /.al niet hij de andere gemeenten worden Inge
lijfd. Ala men eena achter do schermen kon kijken,
wat zou men dan een machinaties zien, die tot ge
noemd resultaat hebben geleld. Wie herinnert zich
niet du meerling van den Minister, dia tegen de vor-
ee-rtlging van Broek wee, omdat hot door wa ter
vuii de andere gemeenten was afgescheiden en hel
dus o11 zieh zelf staatI Men moet wel weinig gevoel
Vi or waarheid hebben als men den Minister iets der
gelijke durft vvija te maken, vooral ala men weet,
dat er honderden zulke wateren aan den LangendIJk
liggen en er zich nu ook toevallig eentje bevindt op
de grens van Zuidaeharwoude en Broek. Wie ech
ter de politieke kaart van het land «enigszins kent,
zul beseffen, dat de kneep hier elders zit en dat. de
u\örwbgetide christelijke bevolking in Broek doorzijn
Hidi revolutionnaire en chr. historische vrienden,
een zoodanlgen Invloed op haar vertegenwoordigers
in de Stalen Generaal en elders heeft ultgeoefeuo,
dat Broek met rust werd gelaten.
Dal mVn In die gemeente In de wolken is over
hel ontvangen bericht, Is begrijpelijk, Gf die vreug
de nog niet eens in een andere gemoedsstemming
zal overgaan, durven we nog niet voorspellen, doch
de feiten zullen allicht uitwijzen, dat men ook nog te
ruttg kan juichen.
Gedeputeerde .Staten zullen dus nu' wel de hij de
wet voorgeschreven formaliteiten moeten vervullen
om de verschillende stadia, die in deze moeten wor
den afgelegd, door de gemeentebesturen uit te voe
ren. Wij veronderstellen althans, dat nu in De.n Haag
de beslissing niet zoo maar zal kunnen worden ge
nomen. De adviezen, die door do respectieve gemeen
teraden en commissies uit do burgerij aan God. Sta
ten zijn Uitgebracht, en alzoo ter kennis van deu
Minister gekomen, golden de vereeniglng dor vier
gemeenten. Het is toch gansch niet uitgefloten, dat
sommigen, die van advies dienden, In de eerst voor
gestelde vereeniglng er anders zullen tegenover staan,
als het de vereeniglng der 3 gemeenten geldt. Bo
vendien zijn do raden in dien. tusschentijd ver
nieuwd en is het niet onmogelijk, of ook de Commis
sies uit de Burgerij zouden er anders uitzien dan
<ie eerste, zoodat het niet buitengesloten is, of deze
meeningen zouden ander» zijn. dan de aanvankelijk
uitgebmchto. De quaestio, waarom het gaat, is nu eau
heel andere. Naast nadoelen, die een niet-opueuiiug
in de vereendging meebrengt, staan ook voordoeion,
die voortspruiten uit de bezwaren, die door Broek
zijn geopperd, al zijn ze dan ook veel te zwart en
overdreven afgeschilderd geworden.
Intusscheni is deze quaestie longen tijd in Den Haag
hangende gebleven, liet is ook zoo moeilijk, als een
zaak helder en duidelijk de richting aanwijst, die
haar afwikkeling eischt, doch politieke overwegingen
die klaarheid gaan verduisteren. Het schijut nu ech
ter, dat weer een andere richting; moet worden heen
gestuurd, wijl belangen in het spel komen, die moei
lijk met een afwijzend gebaar kunnen worden voor
bijgegaan, of zonder spreken genegeerd. De R.-K. zit
ten met hun school. Aan het Departement van On
derwijs krijgt men niet zoo gemakkelijk geld los
voor een nieuwe school, do Inspecteur in deze in
spectie is in dat opzicht een dankbaar ondergeschik
te van Dr. De Visser in Den Haag, en zoo kan het
gebeuren, dat de 11. K. op schoolgebied niet üiaar
kunnen doen, wat ze willen. Het komt ons voor, dat
het schrijven yan Ged. Staten aan de gemeentebestu
ren: „De aandacht van don Minister van BLnnen-
landsche Zaken en I-andbouw is gevestigd op de uit
gaven, welke tien houw van een nieuwe Roomsche
Katli. L. school te Noordsoharwuudo van de gemeen
tekas zal vorderen, welke uitgaven hij een vereeni
glng van de 4 Langendijker gemeenten vermeden
'/(iiidcu kunnen worden, aangezien in (lat geval wel
licht een der openbare scholen dezer gemeenten zou
kunnen wonien opgeheven en het schoolgebouw voor
B. K. school zou kunnen worden beschikbaar gesteld,
hier eenige aanwijzing geeft. Men zou een vreem
de in Jeruzalèm moeten zijn, om niet to voelen, van-
waar de wind hier komt, die de aandacht van den
Minister op deze zaak vestigt. Wel mag Broek dank
baar zijn tot do regeererule partijen te behooren, en
straks zal het andere deel der coalities stof tot juichen
krijgen, als m^t succes wordt bekroond het vestigen
van des Ministers aandacht op-Het laatste woord
zal in dezen nog wel niet gesproken zijn, 'doch voor
de politieke moraliteit en de moraal der politiek
kan het dunkt ons geen kwaad, nu de vereeniglng
der Langendijker gemeenten een wending heeft ge
nomen in de hier besproken beteekenis (een wending,
die we reeds lang hebben voorspeld) op een en ander
de aandacht te vestigen.
naar het Engelsch van E. TEMPLE THURSTON
door W. J. A. ROLDANU3 Jr.
29.
Wilfrld Ai-mes teökende voor oen firma in elektri
sche artikelen in hert West-End, die zijn. artistieke
bekwaamheden wel op prijs steido, maar niet in. even
redigheid daarmede beloonde. Jn. de wijk van Port
land Street Station had hij een paar kamers op een
bovenste verdieping en daar schilderde hij, zonder
mogelijke hoop op succes, in zijn vrije uren studies
in zwart en wit, in crayon en in goedkoop» Duitsche
waterverf in de verwachting, dat hij nog eenmaal
beroemd worden zou. Daardoor wist hij' zijn inkomen
«enigszins te vergrooten; maar hij behoorde tot die
klasse liobemiec-arüsion, die met een vrouw leven
en, wanneer zij haar trekken op meer doeken dan zij
feitelijk betalen kunnen, geschilderd hebben zonder
ooit de gelijkenis te treffen of er een portret van ta
maken, baar <moe worden en een andere zoeken, gaan
l>e stabiliteit, die tot succes leidt, was in zijn com
positie niet ie vinden. Wat zijn inborst betreft, was
hij heel wat beter dan zijn vriend, maar do stempel
van Bohémien, die op hem gedrukt was, maakte,
dat hij lang niet zoo geliefd was als Stanley Puckle.
Stanley Pucklo was oon bian van do wereld); hij
wist, wat er in de schouwburgen gegeven werd; Wil-
frid Aiyjea had het woord „artist" geschreven op zijn
ongeetijfde l>oordon en wist alleen zoo goed als niets
van Meredith, Sbelley enz. en wat had hij daar-
AftlJ?
'Miss Shand stelde do hoeren aan Nanno voor. „Mijn
vriend, Mr Puckle." Mr. Puckle bracht Nanno's
hand tot de hoogte van zijn schouder en schudde die
familiaar. „Hoe maakt u het?" vroeg hij. Hij had een
speciale stembuiging om met een vrouw to conver
seeren.
„Mr. Almee," ging Miss Shand voort. „Ilij is oen
urtlst, liefste, en schildert goddelijk."
„Niels in de wereld is goddelijk", zeide hij; epigram
matisch; dan keek hij op, zag Nanno's oogen en
voelde zieh geneigd die bewering to niet te doen. Ilij
geloofde, dat hij nog nooit zulke oogen, zulk haar,
zulke lippen gezien had. Den vorderen avond was hij
bozig gebrande-amber op het palet van zijn geest te
mengen en baar haar te schilderen op het doek van.
Kijn phantasie.
Voor het begin van den maaltijd zag Nanno reeds
duidelijk, dat Mr. Pucklo anot zijn gepommadeerd
haar, zijn das dender cri en den geur van lavendel
water, die om hem. heen hing, Miss Shand's speciale
vriend was. Zij gingen samen in een hoekje zitten,
uoodat zij op Mr. Aimes aangewezen was. Én had zij
moeten, kiezen tusschen die twee, dan zou haar keu3
- WEGHINGEN.
L)o Weieerw. Hoer J. W. van Samborg, Oandidaat
bü den 11. 1). to Leiden, heelt voor de toezegging
van Jjet beroep naar de Nod. Herv. Gemeente vap
llippolytughoei' en Wesfcerland alhier, bodaukt.
DE KONINGIN NAAR ALKMAAR.
Do Koningin heeft het voornomen Maandag 8 Oc-
tobor por extra trein te Alkmaar to komen omstreeks
11 uur. li. M. wordt aan het station door den ge
meenteraad ontvangen, waarna de Koningin zich inot
gevolg in rijtuigen naar do plechtigheid ter gedegen
heid) van de herdenking van Alkinaar'a ontzet bij hot
VictorioLïeokl begeeft, 'e Namiddags /al do Koningin
hot ridderhofspel in het sportpark bijwonen*.
WETHOUDERSBENOLM 1NG PURMEREND.
Wij hebben roods vermeld, dat de wethoudorsver-
kiezlng. te Purmereud «enige minder aangename ge
volgen heelt.
De nieuw gekozen wethouder, de hoer F. J. B. Mid
delhof! (R. K.) had met den V. B.- en een A. R.
raadslid een bespreking gehouden over de verkiezing
van wethouders en daarbij doen uitkomen, dat hij en
nog twee andere katholieken op den Vrijheidsbonder
zouden stemmen.
Op grond hiervan werd tusschen hen een afspraak
gemaakt voor de verkiezing der wethouders.
Later bleek echten dat de twee andere li. K. raads
leden niet gestemd hadden volgens die afspraak, om
dat hen daarvan niets bekend was.
Hot bestuur van den Vrijheidsbond en de Katho
lieke raadsleden hebben nu naar aanleiding van deze
zaak aan het bestuur dor R. K. kiesvereeniging ver
zucht een onderzoek te willen instellen.
Hiertoe heeft dat bestuur oen vergadering gehou
den en in deze bijeenkomst alle R. I\. raadsleden ge
hoord.
Na hoor en wederhoor is met algemoeno stemmen
de volgende verklaring vastgesteld:
„Het bestuur der H. K. Kiesvereeniging te Purme
reud verklaart, dat hot onderzoek der gebeurtenissen
ten aanzien van de laatste wethoudersverkiezing en
het verhoor dor vier Roomsche raadsleden bij het
bestuur den indruk versterkt heeft, dat de houding
van don lieer F. Middel boft' Sr. in deze ten zeerste
te betreuren is, en hooft met de grootste eenstem
migheid besloten deze ernstige- afkeuring te zijner
kennis to brongen".
Naar wij vernemen blijft de heer Middelhoff ech
ter elke afspraak ontkennen.
BESLAG GELEGD.
Het gemeentebestuur van Zaandijk heeft thans,
raar aan Het Volk wordt geroeid, bij vier fabrikanten'
die weigeren do zakelijke bedrijfsbelasting te- voldoen,
beslag laten leggen op kantoor- en fabrieksinven-
tarlssen. Op 1 OctGber zal bij niet-voldoening van de
belasting tot executie worden overgegaan.
HET VLOEKVERBOD.
Ged. Staten van Friesland hebben bij brief van
20 Juni don minister yan binnenlandsche zaken on
landbouw in overweging gegeven de vernietiging
wegens strijd niet het algoineen belang te bevor
deren van ae door do raden der gemeenten Wijm-
britseradeel en Wonseradeel vastgestelde besluiten,
waarbij onderscheidenlijk werd verboden, in het
openbaar God te hóonen. te lasteren, dit te bevor
deren of daartoe gelegenheid te geven, en het open
lijk tentoonstelion of aanslaan van Godslasterlijke
geschriften, publicaties of afbeeldingen.
Ged. Staten moti voeren dit advies als voïghi
Het lijkt ons niet gewonsoht, dat de gemeentere
den in hun strafverordeningen trachten to keer to
gaan handelingen, waarvan door opvoeding van de
ieugd en voorlichting van het volk in zyn geheel
:an worden afgehouden. Wij meonen toen. dat de
strafwetgever de rechtsovertuiging van het volk kan
volgen, maar niet moet trachten rechtsovertuigin-
gingen onder het volk te gaan vestigen.
Er is intusschen een neiging om steeds meer lian-
dolingen, die de zedelijke orde betreffen, onder
do werking dor strafwet te brengen en dit lijkt
ons ongeraden, zelfs in die mate, dat wq ü\vo
Excellentie zouden willen adviseoren. dit togen' t.o
do tr in dezen to vork laren, dat een dergelijk
optreden van de gemeenteraden strijdt met het
openbaar belang. Uit een algemeen oogpunt van
wetgeving dient dit te worden gekeerd. En den
gemeenteraden zou ook vanwege de regeering door
net casseeren van een bepaling als do nu voorge
dragen» kunnen worden duidelijk gemaakt, dat {pen
"met het nemen van maatregelen op ethisch terrein
zeer voorzichtig moet zijn. Hiertegen wordt aange
voerd, dat hei niet in de bedoeling ligt het misdrijf
der Godslastering zelf te straffen, daar dan 3e
zwaarste straf niet voldoende zou zijn om het naar
eisoh te treffen, maar dat de rechtsorde dient ver
dedigd door te verhoeden, dat het feit worde ge
pleegd, door het te voorkomen, en dit zou het best
kunnen geschieden door het als ongeoorloofd en
strafbaar te brandmerken. Wij meenen, dat de ge
meenteverordening niet de aangewezen plaats is om
van deri afkeer der overheid tegen een vergrijp als
het hierbedoelde te doeu blijken.
zeker op hem gevallen zijn. Hij' waa tenminste geen
„kwast". Zijn kennis stond op een: hoogeren trap
dan die, van Stanley Puckle. Natuurlijk praatte hij
over -zijn kunst; maar zij vond dat bij deze eerste
kennismaking een heel interessant onderwerp. ;En
al dien tijd dwaalden zijn oogen van haar lippen
naar haar oogen, van haar oogen naar haar haar,
om dan ihun tocht van heel duidelijke bewondering
opnieuw te beginnen. Het speet Nanno niet bepaald,
toen Miss Shand haar vroeg te gaan 'kijken of het
Men klaar waa
Toen alles gereed was, gingen zij aan tafel en werd
het gesprek algemeen. Nanno deed mede-met het ge
lach. Voor het eerst na eenige maanden voelde zij
zich in een opgewekte stemming.
„Een verrukkelijk stukje", zeide Mr. Puckle, ter
wijl hij opkeek van den lepel, dien hij, juist naar zijn
mond bracht. Zes pence sherry waren voor het klaar
maken, van die lekkernij noodtg geweest. Miss Shand1
voelde zich gevleid door die opmerking.
„Altijd heerlijk zoo -met sherry klaar gemaakt",
zeide zij. ,Wil je je nog oen portie?"
Mr. Puckle zei onmiddellijk gretig van ja waarna
hij met Miss Shand een gesprek begon over de ope-
retto The Orchid.
„Ileb-t u ooit voor een portret geposeerd, Miss
Troy?" vroeg Aimes, zich tot Nanno wendend.
Zij koek naar hem op en lachte hartelijk.
„Voor mijn portret? Noen nooit Daar moet Jo
farmers voor -betalen!"
„Och dat hangt ervan af." Hij aarzelde. Hij
dacht, over wat hij zou willen betalen, wanneer zij
voor «hem poseeren wilde.
„Om het uwe te mogen schilderen zou ik niets re
kenen."
„Maar waarom zoudt u dat doen?"
„Omdat ik het zoo graag zou willen. TT hebt pre
cies het' type uitzicht, dat vol aspiraties is voor een
man van mijn temperament. Wanneer ik iets voel,
moet ik het schilderen. Ik voel niet, dat ik leef vóór ik
een penseel in mijn hand heb. Dat is natuurlijk het
temperament; ik ben gevloekt met het artistieke tem
perament.
„Maar waarom noemt u dat een vloek? Is het
niet mooi te voelen, dat je iets doen moet, en dan
In slaat te zijn het te doen?"
„Van dien kant kunt u het ook beschouwen", gaf
Aimes toe. „Maar ik beu bang, dat ik een knoeier
ben, Miss Troy. Ik spreek over het artistieke tem
perament en wanneer ik zeg, dat ik daarmee ge
vloekt hen, dan bedoel ik, dat ik geloof, dat ik niet
veel beteeken".
„Maar waarom wilt u mij dan schilderen?"
„Omdat ik uw portret graag zou maken. Dat zou
ik misschien beste in de Royal Acaderay kunnen
krijgen."
De arme man geloofde dat van Iedere vrouw, tot
wie hij zich aangetrokken voelde.
Zoudt u niet voor mij willen po&eeren?" vroeg bij
Wordt het hioromschreven^ feit strafbaar gesteld,
dan zullen stollig andoro feiten op ethisch terrein
op don duur niet door een plaatsolijkon straf wet
gever onopgemerkt kunnen worden gelaten en is to
wachten pen reeks van bepalingen, waarbij hande
lingen. die indruisohen tegen hotgoen een dool der
ingezetenen in strijd oordeelt met haar godsdiensti
ge en zedelijke opvattingen, strafjbaar worden ge
steld. In de vraag of een dergelijke taak, indiea aij
verricht moot worden, niet vpeleer zóu moeten wor
den opgedragen aan den algemeonen wetgever,
willen wii niet treden, al komt het ons voor, dat
overtreding van geboden van 'ethischen aard en
die in verband staan met de religeuse opvattingeu
van de meerderheid der burgers, niet iu de eene
gemeente anders moet worden behandeld dan in
de andere.
Evenzeer willen wij ter zijde laten, of de over
heid en de rechterlijke macht bij hun pogingen tot
toepassing niet telkens worden gesteld voor do
vraag of artikel 7 van de Grondwet zich tegen
die toepassing verzet, en ook willen wij niet treden
in de vraag, of de heiliging vin God's naam en de.
verzorging van de uiterst teore belangen, waarom
het hier gaat, wordt gediend door dg zaak te be
handelen als een van strafwetgeving en door ze
bloot to stellen aan het vaak zeer weinig verheffen
de verloop ter terechtzitting. i%
Het kwaad, waartegen de verordeningen willen
waken,, komt nu lieol weinig voor, en wat er in
dit opzicht nog voorvalt, is spoedig vergoten. Straf
baarstelling op de wijze als thans geschiedt, 'zal het
kwaad doen vermeerderen on de uitwerking daar
van versterken. Het kwaad vermeerderen omdat er
du eenmaal menschen zijn, die door een verbod als
het onderhavige .juist geprikkeld "worden tot
overtreding en die zich gevleid gevoelen door de
publieke opmerkzaamheiddie zij tot zich trekken
door hot voorworp to worden van een# strafvervol
ging, die mot een luttele straf eindigt. Er zijn
van die laakbare handelingen, die men verstandig
doet van overheidswege onopgemerkt te laten voor
bijgaan, wil men niet het te bestrijden kwaad juist
bevorderen. Gelijksoortige overwegingen zullen de
overheid veelal er toe brengen, een strafvervolging-
wegens majesteitsschennis, waarop toch een zooveel
zwaarder straf staat dan die bü gemeentelijke ver
ordening kan worden bedreigd, na te laten, en de
beslissing over het al of niet instellen van een
strafvervolging naar aanleiding van een overtre
ding al het hier geldt, zal men aan lagere ambte
naren moeten overlaten.
Ook mag wel worden rekening gehouden met de
zeer groote bezwaren, die zouden rijzen indien dpze
bepalingen in de praktijk moeten blijken de hier
boven geschetste verkeerde gevolgen op te leveren.
Aan intrekking znn ten minste even groote be
zwaren verbonden als aan niet-handhaving.
De minister heeft thans naar aanleiding hiervan
onder de aandacht van Ged. Staten van Friesland ge
bracht, dat het in het in het openhaar hoonen of las
teren van. God's naam dan wel het tentoonstellen
van daartoe strekkende geschriften of afbeeldingen
naar zijn meening leidt tot zedelijke verwording en
ontaarding, waardoor de openbare zedelijkheid wordt
aangetast. Op dezen grond zie ik met uw college
aldus de minister in de desbetreffende bepalingen
van de politieverordeningen van Wonseradeel en
Wymbritseradeel geen strijd met de wet, met name
niet met art. 135 der Gemeentewet. Deze beschou
wing sluit, naar mijn -oordeel, tevens uit dat de be
doelde bepalingen in strijd zouden, moeten worden
geacht met het algemeen belang, zoodat ik de slot
som, tot welke uw college, komt, niet kan aanvaar
den.
Op grond van een en ander acht ik geeni termen
aanwezig, de door u vooigestelde vernietiging te be
vorderen.
HET POLITIK-SCHANDAAL TE BATAVIA
Uit Weltevreden, 24 Sopt. De -directeur der poli
tieschool met den titel van hoofdcommissaris van
politie, Misset, zijn ambtgenoot De Waart en de ad
junct-hoofdcommissaris van politie Len-dorink zijn
voorgedragen voor untslag wegens ongeschiktheid.
Deze drie politie-commissarissen zijn vroeger in
specteur geweest bij de Haagsohe politie. In Indië
heeft indertijd de kwestie van de leverantie van In-
dian-motorrijwielen voor de veldpolitie sterk de aan
dacht getrokken, gecontracteerd werd tegen oen prijs
f600 hooger dan een particulier behoefde te betalen.
Commissaris Misset werd algemeen beschouwd als
dog een. die dit contract sloot, de heer 's Jacob bracht
dy zaak in den Volksraad ter sprake, doch een oa-
partijdig onderzoek werd niet ingesteld. Tel.
HET AUTOVERKEER IN NOORD=HOLLAND.
Uit Haarlem, 24 Sept. In de Dinsdagavond ge
houden vergadering van- de Kamer van Koophandel te
Haarlem, was een schrijven in zake de verordening
van Gedeputeerde Staten betreffende het rijden met
vrachtauto's op niet-Rijkswegen, ingekomen van den
heer' A. Beijnes, lid dezer kamer, waaraan het vol
gende is ontleend:
op smeekenden toon. „Ik zou u betalen zooals ze een
model betalen, want ik kan uw tijd niet gratis in be
slag nemen."
Hij. zou haar betalen. Zij zou wat geld verdienen;
góed verdiend, als bét'-hem hielp eën portret tè schil
deren, dat in de Royal Academy zou kewnen. Maar
het zou geld zijn. waarmede zij- Mrs. Hudson kon. be
talen, waarmede zij zich eenigszins kon kwijten van
haar verplichtingen tegenover Mis3 Shand.
„Zeg, -dat u komen zult", herhaalde hij smeefkend,
toen hij de halve toestemming reeds op haar gezicht
zag.
„Ja ik zal komen," zeide zij, „als u werkelijk,
gelooft, dat u mij als model noodig hebt ik zal
komen, maar ik wil niet, dat u het uit vriendelijkheid
doet."
Waarom gebruikte zij dat woord „vriendelijkheid?"
Was het niet veel meer vriendelijkheid' van haar
kant, ook al betaalde hijl haar?
.Weet- u zeker dat u mijn portret graag wilt schil
deren?" drong zij aan.
Daarvoor behoef ik slechts naar u te kijken", zei
de hij en hij1, keek naar baar. Zij had toen mis
schien kunnen weten dat het niet zoozeer haar por
tret was, dat hij wilde; maar hoe kon zij dat weten,
nu 2jjn geestdrift hem zelf om den tuin leidde? Hij
had zoovele vrouwen willen schilderen en bet wa9
gewoonlijk op dezelfde manier geëindigd. Hij nam
ze uit de klasse, waarbij zoo'n einde mogelijk zijn
zou. Toch gelukte het hem nooit zichzelf te door
zien. De neiging om een portret te schilderen, bracht
hem steeds op een dwaalspoor. Misschien was het
waar, was hij gevloekt door zijn artistiek tempera
ment. Maar ieder temperament kan een vloek zijn
net als het leven zelf. Alles hangt af van de vraag
hoe men het gebruikt; of het den mensch beheerscht
of dat de roensth zlm meester is.
„Wanneer zal ik komen?" vroeg Nanno.
„Het zal 's avonds moeten zijn", antwoordde hij,
„na mijn werk."
Zij maakten een afspraak voor den eersten dag en
nadat zij een ocgenblik gezwegen hadden, werd hun
aandacht getrokken door Mr. Puckle's stem. Hij vet-
teldo Miss Shand hoe moeilijk het hem viel wat geld
dat hij aan een vriend geleend had. terug te krijgen.
„Van een vriend wou ik natuurlijk geen schuld
bekentenis aannemen", zeide hij. „Maar ik wil er
ook nif-t tusschen genomen worden."
„Heeft hii je geen quitantie of zoo iets gegeven?"
„Neen, dat is juist het ergste. Ik had hem een chè-
que moeten geven, maar wapneor je niet erg goed
bekend bent je begrijpt wat ik bedoel vragen
de menschen allorlei dingen over je chèquea, en daar
heb ik het land aan. Ik heb hem zoo netjes mogelijk
behandeld. Ik heb geschreven en nog eens geschre
ven. maar ik kan hem niet" blijven onderhouden.
Wanneer ik mijn bankboekje naga eri de bedragen
zie, die ik hem geleend heb, dan word ik gewoon
„Het grootste bezwaar, hetwelk aan deze nieuwe
verordening verbonden is is de verwisseling van oor
zaak met gevolg. Immers de wegen zijn er voor hot
autoverkeer, en niot omgekeerd; velerlei bopallngeti
voor 't autovervoer en in 't bijzonder voor hot auto.
busverkeer worden er gemaakt, terwijl er over het
hoofd gezien wordt dat do meeste wegen nooit fat
soenlijk berijdbaar geweest zijn; zou het niet veol
meer logisch zijn de wegen aan de elschen, die het
snolvorvoer nu eenmaal stelt, aan te passen?
Zeer vele groote verkeerswegen in Nederlaitd, om
slechts te noemen den hoofdweg Haarlem-Amster
dam, Den Haag-Rotterdam, Rotterdam-Hoek van Hol
land, hebben nooit aan de eischen van een verkeers
weg voldaan. Alle vervoermiddelen, daarover rij
dende, hebben technisch en constructatlef te lijden en
tóch beweert men dat de motorwagens de wegen
vernielen?
Door de besturen van automobilistenvereenigingcn 1
is reeds gedurende een reeks van jaren de aandacht
gevestigd op den tpestand, waarin sommige trajoc- I
ten verkeeren. "Gaat men nu op den ingeslagen weg G
consequent door, dan zou ^.lle verkeer aan banden
gelegd worden, slecht9 in dat geval zou ljet mogelijk
zijn de wegen in uitstekenden staat te houden."
De heer Beynes eindigt zijn schrijven met aan te
dringen op krachtige maatregelen tot verbetering.
Tel.
SPOORWEGAFSLUITING.
In de Msb. lezen wij:
De voortdurend terugkeerende vragen van Kamer
leden aan den Minister over een voorgenomen op
heffing van afsluiting en bewaking van overwegen
bij de spoorwegen, toont dat men hier te lande, onge
acht de hooge kosten voor het daarvoor noodigfè per
soneel, maar al te zeer op afsluiting gesteld is. Hef
zichzelf helpen en uitkijken op de spoorwegen heeft
men hier niét. geleerd, al is dit in bedekt terrein ook
moeilijk.
Het ongeluk bij Merxem, waar men van den weg
af de spoorbaan niet zien kon. heeft aangetoond, dat
op afsluitboom en ook niet altijd gerekend mag wor
den.
Nu men hier te lande, gedwongen door de zuinig
heid tal van overwegen open laat, vermeent men als
veiligheidsmaatregel te kunnen volstaan met het
plaatsen van een veelarraig waarschuwingsbord. In
do duisternis is zoo'n bord niet te zien en het heeft
bovendien het bezwaar, dat men tenslotte toch zelf
moet kijken of er een trein op komst is.
Langzamerhand vindt men ook hier te lande bijna
overal efectrische leidingen, zoodat de vraag gerecht
vaardigd -is, of men niet op buitenwegen bij spoorweg
overgangen- van electrische seinen ter waarschuwing
dat een trein op komst is gebruik zou kunnen -maken.
In Zweden vindt men dit systeem de laatste jaren
algemeen toegepast.
Op een 25 Meten, van den overgang vindt men aan
beide zijden een groote roode seinlamp, gelijk aan die
welke bij de electrische trams in gebruik zijn, aan de
eindpunten van nauwe straten met één stel rails.
Op 300 Meter van den overweg worden de lampen
door den rijdenden trein automatisch ingeschakeld
en op 300 Meter voorbij den overweg op tegenoverge
stelde wijze uitgeschakeld.
Evenals afsluitboomen bij Merxem kunnen falen,
zoo kan ook dit electrische waarschuwingssein defect
raken, maar volmaakt is er nu eenmaal niets op dit
gebied. De aanleg kost. meer dan een eenvoudig
waarschuwingsbord doch de veiligheid is niet alleen
grooter, maar de mogelijkheid bestaat ook dit stel
sel op drukkere overgangen toe te passen. Zou een
proefneming met dit systeem niet eens genomen kun
nen worden?
BEROOVING IN EEN HOTEL TE BERLIJN.
Uit Berlijn, 25 Sept. Naar de avondbladen mel
den, werd in een groot Berlijnsch hotel nabij het
startion Friedricpsstrasse aan een Amerikaansch
echtpaar voor een waarde van rond drie blliioen
mark, aan juwëelen en sieraden ontstolen. De besto
lenen hebben een balooning van tachtig milliard
EEN AARDIGE VANGST.
Een Brusselsch blad verneemt, dat de douane te
Zeebrugge een belangrijke vangst heeft gedaan. Een
gewapende sloep, die de Hollandsche vlag voerde,
zou door de storm in de haven van Zeebrugge heb
ben moeten binnenloopen. Het had een lading cham
pagne- en andere alcoholische dranken, met bestem
ming Anlerika, aan boord, ter waarde van ongeveer
100.000 frank. De bemanning zou gewapend zijn ge-
'weest. De kapitein en de eerste stuurman zijn ge
arresteerd.
VLIEGDIENST LONDEN—PARIJS.
Uit Londen, 25 September. De maatregelen zijn
thans getroffen voor de invoering van een lüchtvcr
keersdienst bij nacht tusschen Londen en Parijs. De
dienst zal de volgende maand begiunen. Eenige maan
den geleden heeft het ministerie van vliegwezen
woest. Je kent Turner toch wel, Aimes?"
„Ja zeker."
„Nou, ihij heeft me het geld. dat ik hem geleend
heb, nooit teruggegeven. Ik zal hem nou gewoon ne
geeren, als ik hem op straat zie. Rn dat zou ik ook
dóen, als ik jou was. O, hij ia natuurlijk geen gentle
man."
Later op den avond werd1 er whisky en een syphon
sodawater te voorschijn gehaalct Nanno zag nog iets
later, dat Mr. Puckle's arm, die op den mg van Miss
Shand's stoel gelegen had, nu om baar middel rustte
Het gelach, waarin zij nu eri dan uitbarstten, klonk
vreemd en hysterisch. Eindelijk stond Nanno op en
zeide, dat zij naar bed ging.
„Hè neen, nog niet!" riep Miss Shand uit.
„O, neen, als -het u blieft niet!" echode Mr. Puckle.
Mr. Aimes keek haar zwijgend, aan.
„I'k ben heel moe," zeide zij bij wijze van excuus.
,Maar als. ju'lie heit willen, al ik natuurlijk blijven
„O, we willen je niet dwingen, liefste den^
niet. Dwinger, willen wo baar ni»wtl?' vroeg
aan de anderen.
Mr. Puokle zeide nadrukkelijk „Neent" Mr. Aimes
schudde melancholiek zijn hoofd.
Nanno nam afscheid en toen zij weg was, Mr. Al-
mes ontroostbaar alleen latend, maakte Miss Shand
hdt zich nog wat makkelijker in Mr. Pucklo's armen
„Een vreemd exemplaar," zeide zij.
Mr. Aimes keek haar belangstellend aan.
„Waarom zeg je dat?" vroeg hij.
„Nou, luister eens. Maar jullie m-oeten mo allebei
beloven niets te zeggen. Jullie zijn allebei vrienden
van mo, anders zou ik er natuurlijk met goon woord
over spreken. Ik boud er niet van o-m alles rond' te
vertellen van anderen. Dat weten jullio invmera
wel?" Zij vroeg bet meer in het bijzonder aan Stan
ley Puckle en deze trachtte meer in hot bijzonder te
antwoorden in den vorm van een zoen.
„Dat moet jo laten," zeide zij noröch. „Nou, dal
meisje was vroeger -met mij bij Maynard, waar ik
nu nog ben"
„Speelt zij dan?" vroeg Mr. Puckle.
„Neen zij1 bediende. Nou, daar kwam oon man,
een echte mijnheer, dikwijls met baar praten. Op oen
avond heb ik. hem op baar kamer ontmoet. Ku toon
ik naar huis ging, is hij' met mij -meegegaan. Dat
was, toen ik nog op don Gray's Inn Rond woonde.'
„Is hij met jou .meegegaan?" vroeg Mr. Pucklo.
„O, maar tot de deur. Ik geloof wel dat h Ij graag
maar dat gaat jou niets aan, wel?" En zij keek co-
quet op naar haar bewonderaar. „Nou hij vertelde
me toen, dat hiji verliefd op haar was Nanno, be
doel ik Miss Troy en een. tijdje later kreeg ze
bij Maynard gedaan"
„Waarom?" vroeg Mr. Aimes.
Wordt vervolgd.