Banne Hoogwoud en Aartswoud. derde blad. De dingen om ons been. Uit en Voor de Pers. Ineezonden Stukken. Gemengd Nieuws. Zaterdag 27 Oclober 1923. 66ste Jaargang. No. 7323. De heer Poincaré kan zich voorloopig in de handen wrijven. De tweespalt in Duitschland, die de repu bliek voorgoed krachteloos moet maken, is er. Beieren is in volle politieke muiterij tegen Berlijn en het. zou ons niets verwonderen als het tot hand tastelijkheden kwam tusschen Beieren en Saksen. In Aken is de Rijnrepubliek geproclameerd. Wel niet van - Smeets en Dorten, maar toch ook een vrij- staat, die zich zoet en lief de Fransch-Belgische pro tectie zal laten aanleunen. K Dit zijn natuurlijk heugelijke tijdingen voor Parijs. oor het politieke Parijs dan, wel te verstaan. Niet voor het Fransche volk, dat door deze twee kostelijke acties de kans nogmaals ziet verkleinen om ooit een cent van de schadeloosstelling te ver krijgen. De vordering in principe te Versailles aan de Duitsch» republiek opgelegd en sedert, in con ferenties zonder tal nader beredeneerd, (kan nar- tiiurlijk "nooit van Pruisen alleen worden geëischt. en wat kon toen Opper-Silezië, Rijn- en Roerland en I Beieren nog meedeelden in de opgelegde schuld, is natuurlijk uitgesloten nu deze gewichtige deelen van het Rijk zijn afgescheiden of zich straks zullen af scheiden, waarmede dan even natuurlijk (zie Czeoho- slo.wakije enz.), de boodschap gepaard gaat, dat men zich van de algemeene schuld nu ook geen cent meer aahtrekt. Frankrijk, dat de grootste vordering heeft, moge zich voor ait financieel verlies troosten met de ge dachte aan een f£*ootere politieke en militaire zeker heid, doch daarmede zijn de andere crediteuren niet geholpen. Engeland had wel is waar reeds een streep gehaald door een groot deel der vorderingen op Duitschland, doch door het gebeurde zal het niet al leen deze schuld vrijwel geheel moeten schrappen, doch bovendien alle hoop moeten opgeven om ooit iets binnen te krijgen van zijn vordering op Frankrijk, want daar zal ïntn natuurlijk nog ietwat doover wor den, als het woord .terug betalen" of „aflossen" of „rente" klinkt, dan tot dusverre reeds het geval iwaa En die doofheid wa#al heel erg. Als het uiteenvallend Duitschland niet aan Frank rijk kan betalen, denkt Frankrijk er natuurlijk niet over een cent af te doen aan Engeland of Amerika. Binnenkort zal wel blijken, hoe Washington en Londen over deze dingen denken. De redevoeringen van Smuts en Harvey, den Ajmerikaanschen gezant te Londen, die straks heengaat, zijn reeds een indice van den wind, die daar waait. Men schijnt te Parijs geheel en al te vergeten, dat de franckoers abaoluui, afhangt van de welwillendheid der Engelsche regeering, die groote bedragen één jaar loopende Fransche schatkistwis&els bezit. Tot dusverre zijn die bij vervallen telkens verlengd, maar zoodra men in Downi.ngstreet werkelijk genoeg krijgt van het Fransche gedoe, behoeft Engeland slechts een deel dier wissels'te Londen aan te bieden om die franc met bekwamen spoed beneden de twee penny te laten zakken. Dezer dagen matureert een rroot bedrag dier wissels en zal men wellicht kunnen zien hoe het staat met het Engelsche geduld. Als het juist is, dat de rede van Smuts is uitge sproken in overleg met Baldwin het zou eigenlijk wel heel vreemd zijn, als dit niet het geval was zou Poincaré binnen eenige dagen voor rare dingen kunnen komen te staan, alhoewel 'het zeer goed mo gelijk is, dat Baldwin, alvorens tot zulk en stap over te gaan, wil afwachten, wat de Rijksconferentie en het parlepient zelf 'over deze dingen denkt. In ieder geval is het duidelijk, dat een nieuwe conferentie der Ententemogendheden dringend noo- dig is, zoowel ter bespreking der onderlinge ver houdingen als van den toestand in Duitschland en de houding door de Entente ten opzichte van dat land aan te nemen. Feitelijk zijn we dus precies zoo ver als een jaar geleden, toen de conferentie der Entente gevolgd zou worden door een technisch-financieele bijeenkomst te Brussel, die toen echter geen voortgang kon hebben, omdat Poincaré het met de basis der besprekingen (het voorstel-Bonar Law) niet eens was. „Precies even ver" is eigenlijk niet juist, omdat de de toestand bij den debiteur niet achteruitgeloopen, maar achteruit gevlogen is, terwijl die bij de credi- :euren ook over het algemeen niet beter is geworden Wat Smuts en Lloyd George onomwonden de schuld van Frankrijk noemen en wat feitelijk alleen de schuld is van de kliek van Poincaré, gesteund door de Parijsche pers, die harerzijds weer door Poincaré wordt, gesteund Het Fransche volk mag niets hooren ten nadeele van de politiek van den premier. De Parijsche cor respondent van De Telegraaf .(men zegt, dat het de heer Schröder, ridder van het Legioen van Eer zelf is en in ieder geval is zoowel het blad als zijn correspondent onverdacht pro-Fransch) heeft dezer dagen een boekje open gedaan over de persverhou dingen in la douce France, onthullingen die het geenszins ontbreekt aan pikanterie. Het Fransche volk leest geen buitenlandsche bladen en zoo kras is de tooverban op het publiek gelegd, dat zelfs cor respondenten van buitenlandsche bladen in Parijs altoos min of meer den toestand zien door den bril dien de Parijsche pers (d.L Poincaré zelf) wenscht dal men zal dragen. Er bestaat dus geen de minste twijfel, dat Frank rijk alles er op zal zetten om een bespreking van den Dnitschen toestand en van de onderlinge schulden te gen te houden en dat het zich zal vastklampen aan de (incompleote) Commissie van Heratol, waarin heit nu eenmaal met de hulp van België en den door slag stem van den voorzitter altoos zoo goed als ge lijk krijgt. Dit bezwaar heeft Smuts dan ook nu reeds inge zien en bij voorbaat uit den weg geruimd: door te zeggen, dat als Frankrijk mocht weigeren mede te doen aan zulk een bespreking (een der staten, zeide hij) men het eenvoudig zonder dien staat moest doen, doch dat een regeling eindelijk en afdoend moet worden gevonden. We riemen aan, dat Smuts gesproken heeft niet alleen in naam van zijn eigen Zuid-Afrikaansche re geering, doch dat hij bovendien de opinie van de Engelsche regeering en van de dominions heeft ver- kondigd, al zouden die wellicht niet alle even bruusk als hij hebben gesproken. x,Pe conferentie komt dus. Met of zonder Frankrijk. Misschien met Amerika, dat immers heeft gezegd een uitnoodiging in overweging te zullen nemen als die gen Monroeleer in overeenstemming is te bren- Het is alleen de vraag of die conferentie, als rranknjk - en misschien België zich onthoudt den zedelijken moed zal hebben de Commissie van Herstel te vervangen en dit lichaam dat, door het ruet aanwezig zijn van een Amerikaansch lid, nooit p.eeft beantwoord aan de gedachte der scheppers er van, eenvoudig op zij te zetten. Een nieuw orgaan, v«aarin niet crediteur, curator, rechtercommissaris, deurnaarder en publieke verkooper in één persoon vereenigd zijn, is dringend noodig. Mocht Amerika nog steeds bezwaren hebben, dan zou het zaak zijn voor Engeland en voor degenen, di? een behoorlijke bereddering van den faillieten boedel wenschen, ten minste een rechter-commissa- ris te zoeken, die waarborg geeft voor onpartijdig heid en rechtvaardigheid. Een functie, waarvoor het Haagsche Hof wellicht in aanmerking zou komen. En anders wordt het tijd, dat de volken, die niet direct belang hebben bij het verdeelen van den „buit", doch die dagelijks en in steeds grooter mate schade ondervinden van den janboel op economisch gebied in Europa in het leven geroepen, zich aaneensluiten om plaats op te eischen in een werkelijke Commissie van Herstel. Niet „herstel van geleden schade, door den oorlog", doch van geleden schade door den vrede. Feitelijk zou men thans reeds het volste recht heb ben in neutrale landen over te gaan tot de stichting van zulk een gemeenschappelijk orgaan. Misschien zouden verschillende Ententelanden het gaarne zien. En zeer zeker zou niemand het reciht hebben de vc-rming van zulk een officieele commissie door de schadelijdende neutrale regeeringen kwalijk te ne men. De Nederlandsche Bajik had toch vermoedelijk ook niet zulk een rekening bij den Girodienst? UITKIJK. Vergadering van het College van Dagelijksch Be- sfcuur en van Hoofdingelanden der Banne Hoog woud en Aartswoud, gehouden ten Raadhuize, al- daar, o|> Woensdag 24 Ootober 1923, 's voormiddags Tegenwoordig waren de heeren: K. Slagter, voor zitter, C. Ursem en P. Donker Jz., leden van Dag. bestuur, Jb. Helder, A. Zijp Cz„ A. Rood Kz. en D. Koorn, hoofdingelanden, L. Glas, penningmees- ster en J. Breebaart Dz., secretaris. De voorzitter heet de heeren welkom en opent de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden gele zen en goedgekeurd. Naar aanleiding der notulen wordt medegedeeld: a. door den heer Glas: dat de contributie over dit jaar voor het Hoogheemraadschap is betaald. b. door voorzitter: dat het schilderwerk van de Niedorperbrug over de Langereis is opgedragen aan schilder L. Galis aldaar, voor f 48.75, terwijl hij het werk zal uitvoeren met hulp van schilder G. Modder aldaar. Goedgevonden. Als ingekomen stukken komen ter tafel: Een schrijven van den hoofdopzichter dor Vier Noorder Koggen. <LcI. 4 .October j.L. waarin wox-dt modegedeelq ons wat betreft de lekkage water- keermgen in dc Tropweere, direct te wenden tot Dijkgraaf en Heemraden der Vier Noorder Koggen. Hieraan zal worden voldaan. Bh hetzelfde schrijven wordt verzocht de straat op den Boekeiweg boven de rioleering bij de Trop weere op te halen. Bij nat we^r blijft daar nog vrij wat water op den weg staan. Voorzitter heeft genoemden hoofdopzichter go- sproken en hem medegedeeld, dat alreeds besloten was genoemd gedeelte straat op te laten halen. Een schrijven van Ged. Stalen d.d. 19 September j.1., no. 108, waarbij goedgekeurd teruggezonden wordt het besluit van Hoofdingelanden cler Ranne d.d. 5 April 1923, waarbij bepaald is. geen pensioen bijdrage van de ambtenaren te vorderen en de in koop voor rekening van de Banne te nemen. Verder deelt voorzitter mede: dat wegens aftreding" volgens den rooster op 1 Januari a.s. van de heeren K. Slagter als voorzitter en Jb. Helder Kz. als hoofdingeland, de stemming is bepaald op Maandag 10 December a.s. en de herstemming zoo noodig op Maandag den 17 De cember a.s. dat het stembureau voor ovengenoemde stemmin gen zal bestaan uit de heeren K. Slagter, voorzitter en C. Ursem en D. Koorn Jz., ledenplaatsvervan- Sers de heeren P. Donker Jz.,. A. Rood Kz. en Zijp Cz.; dat de verhuring van het grasgewas langs de wegen is bepaald op Donderdag 27 December 1923. Bovenstaande meaedeelingen en ingekomen stuk ken worden voor kennisgeving aangenomen. Daarna stelt voorzitter aan de orde: Verslag kroosschouw. Uit de rapporten blijkt, dat enkele ingelanden en gebruikers nalatig zijn geble ven en in het geheel niet gekroosd of het werk onvoldoende hebben verricht. Aan acht personen wordt een waarschuwing gezonden, terwijl aan negen personen elk f 1 boete wordt opgelegd. Verslag uitgekeurde slooten. Tot vijf personen zal een aanschrijving worden gericht, om enkele hunner slooten voor 15 Maart a.s. te speten. Peil. Voorzitter deelt mede, dat de peilschaal te Hoogwoud 20 c.M. hooger staat dan die aan de Gouwe. Vermoedelijk is hier of daar een gebrek. Voorzitter zal een onderzoek instellen. Groene Paadje, Ter verbetering van het Groene Paadje heeft Voorzitter een arbeider te werk ge steld. Voor het vervoer is hem een paard ter be schikking gesteld. Het werk knapt verbazend op. Kohier van Omslag voor 1923. Na inzage wordt het kohier vastgesteld ten bedrage van 33554.14, met bepaling dat de betaling zal geschieden in één termijn op 30 November en 3 December te Hoog woud, 4 December te Aartswoud en 5 December in de Wee re. Rondvraag. De heer Rood bespreekt het loon voor eventueel sneeuwopruimen. Algemeen wordt goedgevonden op een werkdag 40 cent per uur en op een Zondag 50 cent per uur uit te betalen. De heer Rood heeft behoeft aan puin voor den weg in Tropweere. Wordt goedgevonden de bij N. Mulder liggende halve steenen daarvoor te be stemmen. Voorzitter zal order geven tot vervoer en .tevens 1 M3. zand laten brengen in de Trop weere. De heer Koorn zegt, dat een der huurders zqn wegen nog niet gemaaid heeft, hij is er mede bezig het groen aan zijn vee te vervoederen. Voorloopig zal hem nog geen waarschuwing gezonden worden. De secretaris wijst op de sloot voor de kaasfa- briek in de Weere. Yoor ^verversching van het water zou het gewenscht zijn dat nu en dan ge spuid kon worden. 'Na besprekingen zal door net aanbrengen van een duiker met schuif onder den weg door een oplossing te vinden zijn, het zou gewenscht zijn dezen duiker met sohuif te doen aanbrengen voor rëkening van Banne en gemeente te zamen. De secretaris de de zaak met de heeren Wethouders bespreken, terwijl de heer Rood vooraf prijsopgaaf aan timmerman Schntte zal vragen; tevens verklaart de heer Rood zioh bij eventueele d aars telling bereid, zich met het spuien nu en dan te belasten. Sluiting met dank. ZOO ZIJN ONZE MANIEREN. Onze lezers weten dat het bericht de rónde heeft gedaan, dat zelfs de Roomsche pers door de regee ring was beïnvloed om niet tegen de Vlootwet te schrijven. Dat bericht is met verontwaardiging door de Roomsche en Christelijke bladen geloochend. Ter illustreertng van deze heele kwestie laten wij hu het volgende antwoord der Nieuwe Rotterdamsche Courant op een uitval van de Christelijk-Histori- sche 'Nederlander volgen. De N-R.Crt schrijft dan: De (c.-h.) Nederlander is &tr van streek geraakt, omdat wij aan het bericht ven Het Vaderland, Jat ons aanleiding gaf tot oas artikel van Dinsdag, meer waarde hebben gehecht, dan aan de in de Room sche en christelijke pers daarvan gegeven tegen spraak. Zie hier: „Inderdaad hier zijn wij in politiek vaarwater, maar in vaarwater, zoo troebel en vies, dat een fatsoenlijk schipper er zich zoo spoedig mogelijk uit verwij dert Wij hebben aanvankelijk nog eendgszins verschoo- nend over het gebeurde geoordeeld; maar nu krijgt de zaak een ernstiger aanzien. Het verspreiden van een verzonnen bericht met geprononceerd-politieke bedoeling is heel leelijk. Maar het voortdragen en uitspinnen van den leugen, nadat' -men zeker weet, dat het een leugen is, dit is erger dan erg. Wij dachten tot heden niet, dat in de Nederland sche pers zoo iets mogelijk zoo zijn." Wij zouden vreezen, dat de schipper, die het bo venstaande voor zijne verantwoording heeft geno men, in zijn baast om zich uit het hem ongewenschte vaarwater te verwijderen, tusschen de baliekluivers is te land gekomen, en zich hun taal heeft eigen gemaakt, ware het niet, dat de ondervinding ons had geleerd, dat de toon en uitdrukkingswijze van de christelijke pers gemeenlijk gekruider is, naar mate het ongelijk duidelijker ia De redactie van De Nederlander houde ons ten goede zoo wij haar bou tade niet al'te tragisch opnemen. De tegenspraken van het bekende bericht van Het Vaderland waren ons niet ontgaan wij hebben dat in ons artikel laten uitkomen maar wij vonden niettemin, gelijk wij schreven, „vooralsnog geen vrijheid" aan de juistheid van het bericht te twijfelen. Wij1 volgen nu reeds vele jaren de binnenlandsche pers, en 'hebben daardoor geleerd, meer waarde te hechten aan de waarheidsliefde dor liberale bladen, dan aan die van de Katholieke en protestantsch-christelijke bla den. Het spijt on9 dit tot de Nederlander te moeten zeggen, die langen tijd ook op het stuk van waar heidsliefde eene goede reputatie had, doch wij kun nen niet anders dan verklaren, dat, nu de oude garde: Lobman, de Geer en van As, geheel uit de redactie is getreden, dit blad zich niet steeds boven De Standaard verheft. Intusschen heeft men nu uit ons Ochtendblad kun nen zien, dat Het Handelsblad, dat eerst ook een te genspraak van het bericht van Het Vaderland had gegeven, thans, beter ingelicht, daarop terug is ge komen. Van roomsche zijde werd nu aan Het Hbl. medegedeeld, dat in het bericht van Het Vaderland do hoofdzaak waar was. „En men voegt daaraan toe, dat de leider der regeering niet alleen de Toomsch-katholieke kamerfractie, maar ook de room sche pers >p de politieke govclg^n van een ver werping van d..- Vlootwet heeft gewczec." Ook ons is dit bevestigd. Zijn wij wol ingelicht en wij vinden geen reden, daaraan te twijfelen, dan is de mededeeling uitgegaan van den voorzitter van de katholieke persvereeniging, die daarbij niet uit eigen initiatief handelde ,doch dn opdracht 1) en heeft deze medeeling zakelijk hetzelfde bevat als Het Vaderland berichtte. Niet slechts dit echter. In die mededeeling wordt tevens gezegd, dat de zakelij ke inhoud ook aan de Roomsch Katholieke Kamer club was kenbaar gemaakt. Hiermede hebben wij met De -Nederlander afgere kend. Maar nu wij toch over deze aangelegenheid schrijven, mogen wij ook nog wel even nadruk leg gen op de averechtsche waarheidsliefde van «die Roomsche bladen, die brutaalweg de juistheid van het bericht in Het Vaderland' loochenden, niettegen staande op hun bureaux de brief waaruit de juist heid bleek, aanwezig was. De Nederlander is de trappen van vergel ijking be gonnen. Erger, dan erg noemt zij, dat in ons blad geen waarde is gehecht aan tegenspraken, die wij niet konden vertrouwen. Het ergste lijkt ons in deze geschiedenis wat de Roomsche bladen hebben gedaan Of zal de Nederlander bereid blijken dit te vergoe lijken? Wij zijn benieuwd! naar haar antwoord. 1) De aanvang van zijn brief luidde ongeveer al dus: „Naar aanleiding van de in sommige kringen uit gesproken wenschelijkheid, de Vlootwet te verwer pen, acht de minister-president jhr. Ruys de Bee- renbrouck zich verplicht ter kennis van de katho lieke pers te brengen, dat", enz. Hooger invoerrecht op thee. Een medewerker van de Ecom-Stat. Berichten schrijft over de voorgestelde verhooging van het in voerrecht op thee: Thee vroeger een luxedrank is thans doorge drongen tot in de kleinste arbeiderswoning en mag als volksdrank op één lijn gesteld worden met kof fie. Thee en koffie kunnen eigenlijk niet meer als genotmiddelen zonder meer aangemerkt worden, daar zij beiden aan de levensbehoeften zijn gaan grenzen. Heeft de regeering zelve zulks niet erkend door in de crisisjaren die beide artikelen als levens behoeften van het Nederlandsche volk te distri- bueeren? En dit was geenszins het geval met bier, dat als zuiver genotmiddel en niet eens onschul dig aangemerkt kan worden. Thee heeft boven dien als volksdrank nog dit vóór op koffie dat zij uit een medisch en volkshygiënisch oogpunt hoOger staat aangeschreven dan koffie, waar zij als substi tuut geldt voor het gebruik van alcoholische dran ken. Uit dien hoofde is het al geheel onjuist dat de mi nister in zijn toelichting tot deze wet de thee vast koppelt aan het bier! Thee dient als belasting object vastgekoppeld te worden aan koffie en niet aan bier! Een minder verbruik van thee zal geen of nagenoeg geen grooter verbruik van bier in de hand werken, vooral niet in het gezinsleven! Men zal er niet aan denken om 's morgens aan het ontbijt in plaats van thee, bier te gaan drinken, maar wel kof fie! Wordt thee schaars of duur, dan zal dus het koffieverbruik stijgen en omgekeerd. Doch er is meer vooral als mep deze aangelegenheid beziet van een economische standpunt. Nederland verbruikt in de laatste jaren een hoeveelheid thee van circa 9.5 mil- lioen Kg. en koffie ten beloope van ca 30 millioen Kg. Van -die ruim 9.5 millioen Kg. thee is ca. 82 pet. afkomstig uit onze eigen koloniën, terwijl van de ca 30 millioen Kg. koffie, die hier verbruikt wordt, meer dan 75 pet. afkomstig is uit den vreemde! Met de voorgestelde verhooging van invoerrechten, waar bij koffie nog geheel onbelast blijft, wordt dus in hoofdzaak een eigen koloniaal product getroffen, terwijl een ongeveer gelijkwaardig verbruiksartikel, dat voor het overgroote deel uit den vreemde wordt ingevoerd, vrij van rechten blijft. Dit is het, wat in theehandels- en cultuurkringen groote ontstemming wekte en waarvoor men tevergeefs een plausible verklaring zoekt. Ziet de minister niet in, dat hij de bandelaren in het eene artikel zwaar belast en die in het andere vrij uit laat gaan? Want een groote verhooging van het invoerrecht brengt voor den handelaar in een artikel, dat uitsluitend in het „vrije verkeer" bewerkt wordt, groote financieele lasten met zich mede. Is om zijn eenzijdigheid het voorstel van den mi nister niet te verdedigen, nog sterker is dat het ge val, wanneer men de voorgestelde rechten verhoo ging op zichzelf beschouwt. De bestaande rechten worden daarbij gebncht van 25 ets. per Kg. op f 1 per Kg., een verhooging dus met 300 pet. Zulk een enorme verhooging van rechten op een dergelijk artikel is in onze annalen onbekend! Een invoer recht van 50 cta. per pond beteekent bij normale theeprijzen, zooals die vóór den oorlog golden (nu zijn ze door een eigenaardige conjunctuur veel hoo ger) en waarbij de theecultuur juist kon beslaan, een invoerrecht van 100 pet. ad valorem, zoodat hier met recht gezegd mag worden, dat zulk een belas ting op zichzelf beschouwd te hcog is. Met een in voerrecht van 50 pet. per pond slaat Nederland welks eigen koloniën belangrijke theeproducenten zijn onder de theeverbruikende landen van de wereld het hoogterecord. Denkt nu de Minister werkelijk dat de 'Schatkist bij zulk een enorme belastingverhooging de daaruit geraamde 07 millioen zal binnen krijgen? Een ver hooging der invoerrechten met 37.5 cents per pond beteekent voor den verbruiker een verhooging van den detailprijsmet ten minste 50 ets. per pond. Im mers zoowel de groothandel als de kleinhandel re kent percentsgewijze zijn winst over den kostprijs, die dus ook in verhouding moet stijgen. En waar nu reeds voor gewone goede thee in het klein f 1.50 per pond betaald moet worden, zal zooals de „Kruidenier" voorrekent na het in werking tre den van het verhoogde invoerrecht weinig goede thee verkrijgbaar zijn beneden den prijs van f 2 per pond. Gelooft de Minister nu werkelijk, dat het gebruik in Nederland niet ernstig getroffen zal worden door zulk eén prijsverhooging, zoodat op die manier nooit de geraamde f7 millioen meer zullen binnenkomen? Ook uit een fiscaal oogpunt is dus een ma'ige verhooging v. rechten van alle genotmiddelen, dio als gelijkwaardige en elkaar vervangende volksdranken kunnen worden aangemerkt, aan te bevelen als ze kerste middel om de inkomsten van de Schatkist te doen stijgen en zoodoende een sluitend budget te verkrijgen. Nieuwe Niedorp, 24 October 1923. Geachte Redactie van de Schager Courant, Met deze kom ik tot u met beleefd verzoek mij eenige plaatsruimte af te staan in uw veelgelezen blad. Dat de wet op 'het civiele of burgerlijk levens soms zeer onbescheiden en zeer onrechtvaardig wordt toegepast, is mij gebleken op Donderdag 18 October jl., toen mij in zake ontvreemding der 6 vaarzen door een dienaar der rechten in het bijzijn van an dere personen werd gelast mede te gaan naar het politiebureau. Van willen of niet willen was natuurlijk geen sprake ik moest mee, want met een arm mensch leeft men als honden met een worst Op het bureau gekomen bleek mij, dat ik verdacht werd van den diefstal der genoemde vaarzen, om dat de koopman en veehandelaar, de heer Jb. van Giezen ie Alkmaar, had gezegd: hij lijkt er wel op! Dus enkel op Let zeggen van Var. Giezen: hij lijkt er wel op, kwam het dat de gerechtsdienaren direct bereid waren om mij uit mijn werkkring vandaan te halen en te brengen onder een streng verhoor. Gachte Redacteur, gaat dat maar zoo? Wat de opzet wel geoorloofd dat de politie enkel op 't ge zegde van één koopman die zei: hij lijkt er wel op! het recht heeft je op een volle markt met volk te komen halen om te worden verhoord? Had men dat niet op veel minder opzienbarende manier kunnen doen? Immers, ik was de wereld niet uit en wat heeft de wereld er mee te maken met wie zijn geld ik .handel drijf? En toch, wilde ik weer spoedig op vrije voeten zijn .was ik wel ten zeerste verplicht mijn geheele gewicht in de weegschaal te leggen, opdat men precies moest weten hoe zwaar ik woog,; mijn geheele hebben en houden moest ik blootleggen en hoewel ik iemand sprak die zei: dat had ik nooit gedaan, want geld is blind, durf ik ge rust aannemen dat men mij niet losgelateen had. ik was verplicht! In elk geval heeft men mij door deze erreur opgehangen aan de groote klok. Bij wie kan ik mij vervoegen om schadevergoe ding, mij op deze ongepaste wijze van optreden, toe gepast? Wie zuivert mijn diepe, zoo zeer ten onrechte en onverdiende blaam, een blaam die men op mij de wereld heeft ingezonden? Natuurlijk zal niemand mij eenige vergoeding ge ven, noch medewerken die blaam weg te werken, zoo- ik mij zelf niet verplicht gevoelde dat te doen, door de hulp van u, geachte heer Redacteur in te roepen, met een bescheiden' verzoek dit ingezonden stukje voor mij te willen plaatsen, waardoor ik mij in staat kan stellen ©enigszins weg te nemen de groo te blaam die van mij uitgaat. Ik plaats dit in' t' belang van mij zelf, maar te vens ook in 't belang der andere menschen die ver der verdacht worden en hoop dat het hun niet zal gaan, zooals dit met mij is gegaan. Ik raad den heer Jaap van Giezen voortaan dan cok aan, voorzichtiger te wezen met zijne verdaent- makingen, te meer daar ik iemand op de markt sprak die tegen mij zeide: Hoe krijgt die Jaap van Giezen het in zijn kop om te zeggen, dat jij op dien persoon gelijk, die die vaarzen aan hem verkocht! Je hebt er niets van en als ik hem zag, ken ik hem uit duizenden. Dus wel het bewijs, dat Van Giezen op het geluk af er maar iemand uitkiest die door zijn nonchelante manier van doen een goheel onschul dig mensch in minder dan geen tijd aan de schand paal hangt ten spot van duizenden menschen. U, geachte Redacteur, dankbaar voor de verleen de plaatsruimte, teeken ik. Achtend, Jh. SCHUIEREN. WAAR DE DUITEN IN INDIë BLIJVEN. De N. Soer. Ct. schrijft: Ongeveer vijf jaar geleden lief een particuliere on derneming in het Palembangsche op Java een ijze ren brug maken ter vervanging van een aan staal kabels bevestigde rotan hangbrug. Toen het gevaarte goed en wel was aangevoerd, bleek hei geraden, met het oog op bandjir-gevaar, voorloopig de hangbrug nog maar te blijven behou den en, zoodra de financiën het zouden toelaten, een grootere ijzeren brug te laten uitkomen, dio niet op pijlers zou 'behoeven te rusten. Aangezien de dienst dor B.O.W. in dezelfde buurt ook aan het bruggen slaan was en ten (behoeve van een smallere kali wel emplooi had voor een brug van de afmetingen als die door de onderneming pas was ontvangen, 'kocht de B.O.W. de brug tegen een zeer billijk bedrag, n.1. kostprijs plu9 transportkosten, samen f7500. Dezer dagen nu deelde een bestuursambtenaar uit die streek mee, dat bedoelde brug op het oogenblik, na omstreeks vijf jaren, nog steeds, ongebruikt, in stuk ken en brokken ligt te verroesten in de rimboe! De B.O.W.-ambtenaren van thans weten er het bestaan niet eens meer van en, als zooveel nnder, is ook dit geld letterlijk als weggesmeten te beschouwen! Enkele maanden geleden werd do prauwen-uit- zwavelingsdienst van den B.G.D. in Oost-Java be langrijk ingekrompen, naar bekend verondersteld mag worden. Een maatregel, die toejuiching verdien de, eensdeels door de daardoor verkregen geldbe sparing, anderdeels, doordat handel on verkeer er minder door worden bemoeilijkt. Do dienst kost en wij blijven aan den zeer veiligen kant, wanneer wij dit getal aannemen in Soorabaja de kleinigheid van f 20.000. Ook andere veel en voel hopgere bedragen werden ons genoemd, doch wij willen de zaak voordeelig voorstellen. Werden nu voor die f20.000 jaarlijks ook 20.000 pest ratten gevangen, dan zou er geen sprake van eenig bezwaar zijn. Voor het pestgevaarlijke Soera- baja zou f 1 per rat voor de groote scheepvaart een onaangename, niettemin onontkoombare belasting zijn, zonder meer. Maar de vangst is niet zoo groot, zegt het Soer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 9