Banne Hoogwoud en Aartswoud.
derde blad.
De dingen om ons been.
Uit en Voor de Pers.
Ineezonden Stukken.
Gemengd Nieuws.
Zaterdag 27 Oclober 1923.
66ste Jaargang. No. 7323.
De heer Poincaré kan zich voorloopig in de handen
wrijven. De tweespalt in Duitschland, die de repu
bliek voorgoed krachteloos moet maken, is er.
Beieren is in volle politieke muiterij tegen Berlijn
en het. zou ons niets verwonderen als het tot hand
tastelijkheden kwam tusschen Beieren en Saksen.
In Aken is de Rijnrepubliek geproclameerd. Wel
niet van - Smeets en Dorten, maar toch ook een vrij-
staat, die zich zoet en lief de Fransch-Belgische pro
tectie zal laten aanleunen.
K Dit zijn natuurlijk heugelijke tijdingen voor Parijs.
oor het politieke Parijs dan, wel te verstaan.
Niet voor het Fransche volk, dat door deze twee
kostelijke acties de kans nogmaals ziet verkleinen
om ooit een cent van de schadeloosstelling te ver
krijgen. De vordering in principe te Versailles aan
de Duitsch» republiek opgelegd en sedert, in con
ferenties zonder tal nader beredeneerd, (kan nar-
tiiurlijk "nooit van Pruisen alleen worden geëischt.
en wat kon toen Opper-Silezië, Rijn- en Roerland en
I Beieren nog meedeelden in de opgelegde schuld, is
natuurlijk uitgesloten nu deze gewichtige deelen van
het Rijk zijn afgescheiden of zich straks zullen af
scheiden, waarmede dan even natuurlijk (zie Czeoho-
slo.wakije enz.), de boodschap gepaard gaat, dat men
zich van de algemeene schuld nu ook geen cent meer
aahtrekt.
Frankrijk, dat de grootste vordering heeft, moge
zich voor ait financieel verlies troosten met de ge
dachte aan een f£*ootere politieke en militaire zeker
heid, doch daarmede zijn de andere crediteuren niet
geholpen. Engeland had wel is waar reeds een streep
gehaald door een groot deel der vorderingen op
Duitschland, doch door het gebeurde zal het niet al
leen deze schuld vrijwel geheel moeten schrappen,
doch bovendien alle hoop moeten opgeven om ooit
iets binnen te krijgen van zijn vordering op Frankrijk,
want daar zal ïntn natuurlijk nog ietwat doover wor
den, als het woord .terug betalen" of „aflossen" of
„rente" klinkt, dan tot dusverre reeds het geval iwaa
En die doofheid wa#al heel erg.
Als het uiteenvallend Duitschland niet aan Frank
rijk kan betalen, denkt Frankrijk er natuurlijk niet
over een cent af te doen aan Engeland of Amerika.
Binnenkort zal wel blijken, hoe Washington en
Londen over deze dingen denken. De redevoeringen
van Smuts en Harvey, den Ajmerikaanschen gezant
te Londen, die straks heengaat, zijn reeds een indice
van den wind, die daar waait.
Men schijnt te Parijs geheel en al te vergeten, dat
de franckoers abaoluui, afhangt van de welwillendheid
der Engelsche regeering, die groote bedragen één jaar
loopende Fransche schatkistwis&els bezit.
Tot dusverre zijn die bij vervallen telkens verlengd,
maar zoodra men in Downi.ngstreet werkelijk genoeg
krijgt van het Fransche gedoe, behoeft Engeland
slechts een deel dier wissels'te Londen aan te bieden
om die franc met bekwamen spoed beneden de twee
penny te laten zakken. Dezer dagen matureert een
rroot bedrag dier wissels en zal men wellicht kunnen
zien hoe het staat met het Engelsche geduld.
Als het juist is, dat de rede van Smuts is uitge
sproken in overleg met Baldwin het zou eigenlijk
wel heel vreemd zijn, als dit niet het geval was
zou Poincaré binnen eenige dagen voor rare dingen
kunnen komen te staan, alhoewel 'het zeer goed mo
gelijk is, dat Baldwin, alvorens tot zulk en stap over
te gaan, wil afwachten, wat de Rijksconferentie en
het parlepient zelf 'over deze dingen denkt.
In ieder geval is het duidelijk, dat een nieuwe
conferentie der Ententemogendheden dringend noo-
dig is, zoowel ter bespreking der onderlinge ver
houdingen als van den toestand in Duitschland en de
houding door de Entente ten opzichte van dat land
aan te nemen.
Feitelijk zijn we dus precies zoo ver als een jaar
geleden, toen de conferentie der Entente gevolgd zou
worden door een technisch-financieele bijeenkomst te
Brussel, die toen echter geen voortgang kon hebben,
omdat Poincaré het met de basis der besprekingen
(het voorstel-Bonar Law) niet eens was.
„Precies even ver" is eigenlijk niet juist, omdat de
de toestand bij den debiteur niet achteruitgeloopen,
maar achteruit gevlogen is, terwijl die bij de credi-
:euren ook over het algemeen niet beter is geworden
Wat Smuts en Lloyd George onomwonden de schuld
van Frankrijk noemen en wat feitelijk alleen de
schuld is van de kliek van Poincaré, gesteund door
de Parijsche pers, die harerzijds weer door Poincaré
wordt, gesteund
Het Fransche volk mag niets hooren ten nadeele
van de politiek van den premier. De Parijsche cor
respondent van De Telegraaf .(men zegt, dat het de
heer Schröder, ridder van het Legioen van Eer zelf
is en in ieder geval is zoowel het blad als zijn
correspondent onverdacht pro-Fransch) heeft dezer
dagen een boekje open gedaan over de persverhou
dingen in la douce France, onthullingen die het
geenszins ontbreekt aan pikanterie. Het Fransche
volk leest geen buitenlandsche bladen en zoo kras is
de tooverban op het publiek gelegd, dat zelfs cor
respondenten van buitenlandsche bladen in Parijs
altoos min of meer den toestand zien door den bril
dien de Parijsche pers (d.L Poincaré zelf) wenscht dal
men zal dragen.
Er bestaat dus geen de minste twijfel, dat Frank
rijk alles er op zal zetten om een bespreking van den
Dnitschen toestand en van de onderlinge schulden te
gen te houden en dat het zich zal vastklampen aan
de (incompleote) Commissie van Heratol, waarin heit
nu eenmaal met de hulp van België en den door
slag stem van den voorzitter altoos zoo goed als ge
lijk krijgt.
Dit bezwaar heeft Smuts dan ook nu reeds inge
zien en bij voorbaat uit den weg geruimd: door te
zeggen, dat als Frankrijk mocht weigeren mede te
doen aan zulk een bespreking (een der staten, zeide
hij) men het eenvoudig zonder dien staat moest
doen, doch dat een regeling eindelijk en afdoend
moet worden gevonden.
We riemen aan, dat Smuts gesproken heeft niet
alleen in naam van zijn eigen Zuid-Afrikaansche re
geering, doch dat hij bovendien de opinie van de
Engelsche regeering en van de dominions heeft ver-
kondigd, al zouden die wellicht niet alle even bruusk
als hij hebben gesproken.
x,Pe conferentie komt dus. Met of zonder Frankrijk.
Misschien met Amerika, dat immers heeft gezegd een
uitnoodiging in overweging te zullen nemen als die
gen Monroeleer in overeenstemming is te bren-
Het is alleen de vraag of die conferentie, als
rranknjk - en misschien België zich onthoudt
den zedelijken moed zal hebben de Commissie van
Herstel te vervangen en dit lichaam dat, door het
ruet aanwezig zijn van een Amerikaansch lid, nooit
p.eeft beantwoord aan de gedachte der scheppers er
van, eenvoudig op zij te zetten. Een nieuw orgaan,
v«aarin niet crediteur, curator, rechtercommissaris,
deurnaarder en publieke verkooper in één persoon
vereenigd zijn, is dringend noodig.
Mocht Amerika nog steeds bezwaren hebben, dan
zou het zaak zijn voor Engeland en voor degenen,
di? een behoorlijke bereddering van den faillieten
boedel wenschen, ten minste een rechter-commissa-
ris te zoeken, die waarborg geeft voor onpartijdig
heid en rechtvaardigheid.
Een functie, waarvoor het Haagsche Hof wellicht
in aanmerking zou komen.
En anders wordt het tijd, dat de volken, die niet
direct belang hebben bij het verdeelen van den „buit",
doch die dagelijks en in steeds grooter mate schade
ondervinden van den janboel op economisch gebied
in Europa in het leven geroepen, zich aaneensluiten
om plaats op te eischen in een werkelijke Commissie
van Herstel.
Niet „herstel van geleden schade, door den oorlog",
doch van geleden schade door den vrede.
Feitelijk zou men thans reeds het volste recht heb
ben in neutrale landen over te gaan tot de stichting
van zulk een gemeenschappelijk orgaan.
Misschien zouden verschillende Ententelanden het
gaarne zien.
En zeer zeker zou niemand het reciht hebben de
vc-rming van zulk een officieele commissie door de
schadelijdende neutrale regeeringen kwalijk te ne
men.
De Nederlandsche Bajik had toch vermoedelijk ook
niet zulk een rekening bij den Girodienst?
UITKIJK.
Vergadering van het College van Dagelijksch Be-
sfcuur en van Hoofdingelanden der Banne Hoog
woud en Aartswoud, gehouden ten Raadhuize, al-
daar, o|> Woensdag 24 Ootober 1923, 's voormiddags
Tegenwoordig waren de heeren: K. Slagter, voor
zitter, C. Ursem en P. Donker Jz., leden van Dag.
bestuur, Jb. Helder, A. Zijp Cz„ A. Rood Kz. en
D. Koorn, hoofdingelanden, L. Glas, penningmees-
ster en J. Breebaart Dz., secretaris.
De voorzitter heet de heeren welkom en opent
de vergadering.
De notulen der vorige vergadering worden gele
zen en goedgekeurd.
Naar aanleiding der notulen wordt medegedeeld:
a. door den heer Glas: dat de contributie over
dit jaar voor het Hoogheemraadschap is betaald.
b. door voorzitter: dat het schilderwerk van de
Niedorperbrug over de Langereis is opgedragen
aan schilder L. Galis aldaar, voor f 48.75, terwijl hij
het werk zal uitvoeren met hulp van schilder G.
Modder aldaar. Goedgevonden.
Als ingekomen stukken komen ter tafel:
Een schrijven van den hoofdopzichter dor Vier
Noorder Koggen. <LcI. 4 .October j.L. waarin wox-dt
modegedeelq ons wat betreft de lekkage water-
keermgen in dc Tropweere, direct te wenden
tot Dijkgraaf en Heemraden der Vier Noorder
Koggen. Hieraan zal worden voldaan.
Bh hetzelfde schrijven wordt verzocht de straat
op den Boekeiweg boven de rioleering bij de Trop
weere op te halen. Bij nat we^r blijft daar nog vrij
wat water op den weg staan.
Voorzitter heeft genoemden hoofdopzichter go-
sproken en hem medegedeeld, dat alreeds besloten
was genoemd gedeelte straat op te laten halen.
Een schrijven van Ged. Stalen d.d. 19 September
j.1., no. 108, waarbij goedgekeurd teruggezonden
wordt het besluit van Hoofdingelanden cler Ranne
d.d. 5 April 1923, waarbij bepaald is. geen pensioen
bijdrage van de ambtenaren te vorderen en de in
koop voor rekening van de Banne te nemen.
Verder deelt voorzitter mede:
dat wegens aftreding" volgens den rooster op 1
Januari a.s. van de heeren K. Slagter als voorzitter
en Jb. Helder Kz. als hoofdingeland, de stemming
is bepaald op Maandag 10 December a.s. en de
herstemming zoo noodig op Maandag den 17 De
cember a.s.
dat het stembureau voor ovengenoemde stemmin
gen zal bestaan uit de heeren K. Slagter, voorzitter
en C. Ursem en D. Koorn Jz., ledenplaatsvervan-
Sers de heeren P. Donker Jz.,. A. Rood Kz. en
Zijp Cz.;
dat de verhuring van het grasgewas langs de
wegen is bepaald op Donderdag 27 December 1923.
Bovenstaande meaedeelingen en ingekomen stuk
ken worden voor kennisgeving aangenomen.
Daarna stelt voorzitter aan de orde:
Verslag kroosschouw. Uit de rapporten blijkt, dat
enkele ingelanden en gebruikers nalatig zijn geble
ven en in het geheel niet gekroosd of het werk
onvoldoende hebben verricht. Aan acht personen
wordt een waarschuwing gezonden, terwijl aan
negen personen elk f 1 boete wordt opgelegd.
Verslag uitgekeurde slooten. Tot vijf personen
zal een aanschrijving worden gericht, om enkele
hunner slooten voor 15 Maart a.s. te speten.
Peil. Voorzitter deelt mede, dat de peilschaal te
Hoogwoud 20 c.M. hooger staat dan die aan de
Gouwe. Vermoedelijk is hier of daar een gebrek.
Voorzitter zal een onderzoek instellen.
Groene Paadje, Ter verbetering van het Groene
Paadje heeft Voorzitter een arbeider te werk ge
steld. Voor het vervoer is hem een paard ter be
schikking gesteld. Het werk knapt verbazend op.
Kohier van Omslag voor 1923. Na inzage wordt
het kohier vastgesteld ten bedrage van 33554.14,
met bepaling dat de betaling zal geschieden in één
termijn op 30 November en 3 December te Hoog
woud, 4 December te Aartswoud en 5 December in
de Wee re.
Rondvraag. De heer Rood bespreekt het loon
voor eventueel sneeuwopruimen. Algemeen wordt
goedgevonden op een werkdag 40 cent per uur en
op een Zondag 50 cent per uur uit te betalen.
De heer Rood heeft behoeft aan puin voor den
weg in Tropweere. Wordt goedgevonden de bij
N. Mulder liggende halve steenen daarvoor te be
stemmen. Voorzitter zal order geven tot vervoer
en .tevens 1 M3. zand laten brengen in de Trop
weere.
De heer Koorn zegt, dat een der huurders zqn
wegen nog niet gemaaid heeft, hij is er mede bezig
het groen aan zijn vee te vervoederen. Voorloopig
zal hem nog geen waarschuwing gezonden worden.
De secretaris wijst op de sloot voor de kaasfa-
briek in de Weere. Yoor ^verversching van het
water zou het gewenscht zijn dat nu en dan ge
spuid kon worden. 'Na besprekingen zal door net
aanbrengen van een duiker met schuif onder den
weg door een oplossing te vinden zijn, het zou
gewenscht zijn dezen duiker met sohuif te doen
aanbrengen voor rëkening van Banne en gemeente
te zamen. De secretaris de de zaak met de
heeren Wethouders bespreken, terwijl de heer Rood
vooraf prijsopgaaf aan timmerman Schntte zal
vragen; tevens verklaart de heer Rood zioh bij
eventueele d aars telling bereid, zich met het spuien
nu en dan te belasten.
Sluiting met dank.
ZOO ZIJN ONZE MANIEREN.
Onze lezers weten dat het bericht de rónde heeft
gedaan, dat zelfs de Roomsche pers door de regee
ring was beïnvloed om niet tegen de Vlootwet te
schrijven.
Dat bericht is met verontwaardiging door de
Roomsche en Christelijke bladen geloochend.
Ter illustreertng van deze heele kwestie laten wij
hu het volgende antwoord der Nieuwe Rotterdamsche
Courant op een uitval van de Christelijk-Histori-
sche 'Nederlander volgen.
De N-R.Crt schrijft dan:
De (c.-h.) Nederlander is &tr van streek geraakt,
omdat wij aan het bericht ven Het Vaderland, Jat
ons aanleiding gaf tot oas artikel van Dinsdag, meer
waarde hebben gehecht, dan aan de in de Room
sche en christelijke pers daarvan gegeven tegen
spraak. Zie hier:
„Inderdaad hier zijn wij in politiek vaarwater, maar
in vaarwater, zoo troebel en vies, dat een fatsoenlijk
schipper er zich zoo spoedig mogelijk uit verwij
dert
Wij hebben aanvankelijk nog eendgszins verschoo-
nend over het gebeurde geoordeeld; maar nu krijgt
de zaak een ernstiger aanzien.
Het verspreiden van een verzonnen bericht met
geprononceerd-politieke bedoeling is heel leelijk.
Maar het voortdragen en uitspinnen van den leugen,
nadat' -men zeker weet, dat het een leugen is, dit is
erger dan erg.
Wij dachten tot heden niet, dat in de Nederland
sche pers zoo iets mogelijk zoo zijn."
Wij zouden vreezen, dat de schipper, die het bo
venstaande voor zijne verantwoording heeft geno
men, in zijn baast om zich uit het hem ongewenschte
vaarwater te verwijderen, tusschen de baliekluivers
is te land gekomen, en zich hun taal heeft eigen
gemaakt, ware het niet, dat de ondervinding ons
had geleerd, dat de toon en uitdrukkingswijze van
de christelijke pers gemeenlijk gekruider is, naar
mate het ongelijk duidelijker ia De redactie van De
Nederlander houde ons ten goede zoo wij haar bou
tade niet al'te tragisch opnemen. De tegenspraken
van het bekende bericht van Het Vaderland waren
ons niet ontgaan wij hebben dat in ons artikel
laten uitkomen maar wij vonden niettemin, gelijk
wij schreven, „vooralsnog geen vrijheid" aan de
juistheid van het bericht te twijfelen. Wij1 volgen nu
reeds vele jaren de binnenlandsche pers, en 'hebben
daardoor geleerd, meer waarde te hechten aan de
waarheidsliefde dor liberale bladen, dan aan die
van de Katholieke en protestantsch-christelijke bla
den. Het spijt on9 dit tot de Nederlander te moeten
zeggen, die langen tijd ook op het stuk van waar
heidsliefde eene goede reputatie had, doch wij kun
nen niet anders dan verklaren, dat, nu de oude
garde: Lobman, de Geer en van As, geheel uit de
redactie is getreden, dit blad zich niet steeds boven
De Standaard verheft.
Intusschen heeft men nu uit ons Ochtendblad kun
nen zien, dat Het Handelsblad, dat eerst ook een te
genspraak van het bericht van Het Vaderland had
gegeven, thans, beter ingelicht, daarop terug is ge
komen. Van roomsche zijde werd nu aan Het Hbl.
medegedeeld, dat in het bericht van Het Vaderland
do hoofdzaak waar was. „En men voegt daaraan
toe, dat de leider der regeering niet alleen de
Toomsch-katholieke kamerfractie, maar ook de room
sche pers >p de politieke govclg^n van een ver
werping van d..- Vlootwet heeft gewczec."
Ook ons is dit bevestigd. Zijn wij wol ingelicht
en wij vinden geen reden, daaraan te twijfelen,
dan is de mededeeling uitgegaan van den voorzitter
van de katholieke persvereeniging, die daarbij niet
uit eigen initiatief handelde ,doch dn opdracht 1) en
heeft deze medeeling zakelijk hetzelfde bevat als
Het Vaderland berichtte. Niet slechts dit echter. In
die mededeeling wordt tevens gezegd, dat de zakelij
ke inhoud ook aan de Roomsch Katholieke Kamer
club was kenbaar gemaakt.
Hiermede hebben wij met De -Nederlander afgere
kend. Maar nu wij toch over deze aangelegenheid
schrijven, mogen wij ook nog wel even nadruk leg
gen op de averechtsche waarheidsliefde van «die
Roomsche bladen, die brutaalweg de juistheid van
het bericht in Het Vaderland' loochenden, niettegen
staande op hun bureaux de brief waaruit de juist
heid bleek, aanwezig was.
De Nederlander is de trappen van vergel ijking be
gonnen. Erger, dan erg noemt zij, dat in ons blad
geen waarde is gehecht aan tegenspraken, die wij
niet konden vertrouwen. Het ergste lijkt ons in deze
geschiedenis wat de Roomsche bladen hebben gedaan
Of zal de Nederlander bereid blijken dit te vergoe
lijken? Wij zijn benieuwd! naar haar antwoord.
1) De aanvang van zijn brief luidde ongeveer al
dus:
„Naar aanleiding van de in sommige kringen uit
gesproken wenschelijkheid, de Vlootwet te verwer
pen, acht de minister-president jhr. Ruys de Bee-
renbrouck zich verplicht ter kennis van de katho
lieke pers te brengen, dat", enz.
Hooger invoerrecht op thee.
Een medewerker van de Ecom-Stat. Berichten
schrijft over de voorgestelde verhooging van het in
voerrecht op thee:
Thee vroeger een luxedrank is thans doorge
drongen tot in de kleinste arbeiderswoning en mag
als volksdrank op één lijn gesteld worden met kof
fie. Thee en koffie kunnen eigenlijk niet meer als
genotmiddelen zonder meer aangemerkt worden,
daar zij beiden aan de levensbehoeften zijn gaan
grenzen. Heeft de regeering zelve zulks niet erkend
door in de crisisjaren die beide artikelen als levens
behoeften van het Nederlandsche volk te distri-
bueeren? En dit was geenszins het geval met bier,
dat als zuiver genotmiddel en niet eens onschul
dig aangemerkt kan worden. Thee heeft boven
dien als volksdrank nog dit vóór op koffie dat zij
uit een medisch en volkshygiënisch oogpunt hoOger
staat aangeschreven dan koffie, waar zij als substi
tuut geldt voor het gebruik van alcoholische dran
ken.
Uit dien hoofde is het al geheel onjuist dat de mi
nister in zijn toelichting tot deze wet de thee vast
koppelt aan het bier! Thee dient als belasting
object vastgekoppeld te worden aan koffie en niet
aan bier! Een minder verbruik van thee zal geen of
nagenoeg geen grooter verbruik van bier in de hand
werken, vooral niet in het gezinsleven! Men zal er
niet aan denken om 's morgens aan het ontbijt in
plaats van thee, bier te gaan drinken, maar wel kof
fie! Wordt thee schaars of duur, dan zal dus het
koffieverbruik stijgen en omgekeerd. Doch er is meer
vooral als mep deze aangelegenheid beziet van een
economische standpunt. Nederland verbruikt in de
laatste jaren een hoeveelheid thee van circa 9.5 mil-
lioen Kg. en koffie ten beloope van ca 30 millioen
Kg. Van -die ruim 9.5 millioen Kg. thee is ca. 82 pet.
afkomstig uit onze eigen koloniën, terwijl van de ca
30 millioen Kg. koffie, die hier verbruikt wordt,
meer dan 75 pet. afkomstig is uit den vreemde! Met
de voorgestelde verhooging van invoerrechten, waar
bij koffie nog geheel onbelast blijft, wordt dus in
hoofdzaak een eigen koloniaal product getroffen,
terwijl een ongeveer gelijkwaardig verbruiksartikel,
dat voor het overgroote deel uit den vreemde wordt
ingevoerd, vrij van rechten blijft. Dit is het, wat in
theehandels- en cultuurkringen groote ontstemming
wekte en waarvoor men tevergeefs een plausible
verklaring zoekt. Ziet de minister niet in, dat hij de
bandelaren in het eene artikel zwaar belast en die
in het andere vrij uit laat gaan? Want een groote
verhooging van het invoerrecht brengt voor den
handelaar in een artikel, dat uitsluitend in het „vrije
verkeer" bewerkt wordt, groote financieele lasten
met zich mede.
Is om zijn eenzijdigheid het voorstel van den mi
nister niet te verdedigen, nog sterker is dat het ge
val, wanneer men de voorgestelde rechten verhoo
ging op zichzelf beschouwt. De bestaande rechten
worden daarbij gebncht van 25 ets. per Kg. op f 1
per Kg., een verhooging dus met 300 pet. Zulk een
enorme verhooging van rechten op een dergelijk
artikel is in onze annalen onbekend! Een invoer
recht van 50 cta. per pond beteekent bij normale
theeprijzen, zooals die vóór den oorlog golden (nu
zijn ze door een eigenaardige conjunctuur veel hoo
ger) en waarbij de theecultuur juist kon beslaan,
een invoerrecht van 100 pet. ad valorem, zoodat hier
met recht gezegd mag worden, dat zulk een belas
ting op zichzelf beschouwd te hcog is. Met een in
voerrecht van 50 pet. per pond slaat Nederland
welks eigen koloniën belangrijke theeproducenten
zijn onder de theeverbruikende landen van de
wereld het hoogterecord.
Denkt nu de Minister werkelijk dat de 'Schatkist
bij zulk een enorme belastingverhooging de daaruit
geraamde 07 millioen zal binnen krijgen? Een ver
hooging der invoerrechten met 37.5 cents per pond
beteekent voor den verbruiker een verhooging van
den detailprijsmet ten minste 50 ets. per pond. Im
mers zoowel de groothandel als de kleinhandel re
kent percentsgewijze zijn winst over den kostprijs,
die dus ook in verhouding moet stijgen. En waar
nu reeds voor gewone goede thee in het klein f 1.50
per pond betaald moet worden, zal zooals de
„Kruidenier" voorrekent na het in werking tre
den van het verhoogde invoerrecht weinig goede thee
verkrijgbaar zijn beneden den prijs van f 2 per pond.
Gelooft de Minister nu werkelijk, dat het gebruik in
Nederland niet ernstig getroffen zal worden door
zulk eén prijsverhooging, zoodat op die manier nooit
de geraamde f7 millioen meer zullen binnenkomen?
Ook uit een fiscaal oogpunt is dus een ma'ige
verhooging v. rechten van alle genotmiddelen, dio als
gelijkwaardige en elkaar vervangende volksdranken
kunnen worden aangemerkt, aan te bevelen als ze
kerste middel om de inkomsten van de Schatkist te
doen stijgen en zoodoende een sluitend budget te
verkrijgen.
Nieuwe Niedorp, 24 October 1923.
Geachte Redactie van de Schager Courant,
Met deze kom ik tot u met beleefd verzoek mij
eenige plaatsruimte af te staan in uw veelgelezen
blad.
Dat de wet op 'het civiele of burgerlijk levens soms
zeer onbescheiden en zeer onrechtvaardig wordt
toegepast, is mij gebleken op Donderdag 18 October
jl., toen mij in zake ontvreemding der 6 vaarzen
door een dienaar der rechten in het bijzijn van an
dere personen werd gelast mede te gaan naar het
politiebureau.
Van willen of niet willen was natuurlijk geen
sprake ik moest mee, want met een arm mensch
leeft men als honden met een worst
Op het bureau gekomen bleek mij, dat ik verdacht
werd van den diefstal der genoemde vaarzen, om
dat de koopman en veehandelaar, de heer Jb. van
Giezen ie Alkmaar, had gezegd: hij lijkt er wel op!
Dus enkel op Let zeggen van Var. Giezen: hij lijkt
er wel op, kwam het dat de gerechtsdienaren direct
bereid waren om mij uit mijn werkkring vandaan te
halen en te brengen onder een streng verhoor.
Gachte Redacteur, gaat dat maar zoo? Wat de
opzet wel geoorloofd dat de politie enkel op 't ge
zegde van één koopman die zei: hij lijkt er wel op!
het recht heeft je op een volle markt met volk te
komen halen om te worden verhoord?
Had men dat niet op veel minder opzienbarende
manier kunnen doen? Immers, ik was de wereld
niet uit en wat heeft de wereld er mee te maken met
wie zijn geld ik .handel drijf? En toch, wilde ik weer
spoedig op vrije voeten zijn .was ik wel ten zeerste
verplicht mijn geheele gewicht in de weegschaal te
leggen, opdat men precies moest weten hoe zwaar
ik woog,; mijn geheele hebben en houden moest ik
blootleggen en hoewel ik iemand sprak die zei: dat
had ik nooit gedaan, want geld is blind, durf ik ge
rust aannemen dat men mij niet losgelateen had. ik
was verplicht! In elk geval heeft men mij door deze
erreur opgehangen aan de groote klok.
Bij wie kan ik mij vervoegen om schadevergoe
ding, mij op deze ongepaste wijze van optreden, toe
gepast?
Wie zuivert mijn diepe, zoo zeer ten onrechte en
onverdiende blaam, een blaam die men op mij de
wereld heeft ingezonden?
Natuurlijk zal niemand mij eenige vergoeding ge
ven, noch medewerken die blaam weg te werken, zoo-
ik mij zelf niet verplicht gevoelde dat te doen, door
de hulp van u, geachte heer Redacteur in te roepen,
met een bescheiden' verzoek dit ingezonden stukje
voor mij te willen plaatsen, waardoor ik mij in
staat kan stellen ©enigszins weg te nemen de groo
te blaam die van mij uitgaat.
Ik plaats dit in' t' belang van mij zelf, maar te
vens ook in 't belang der andere menschen die ver
der verdacht worden en hoop dat het hun niet zal
gaan, zooals dit met mij is gegaan.
Ik raad den heer Jaap van Giezen voortaan dan
cok aan, voorzichtiger te wezen met zijne verdaent-
makingen, te meer daar ik iemand op de markt
sprak die tegen mij zeide: Hoe krijgt die Jaap van
Giezen het in zijn kop om te zeggen, dat jij op dien
persoon gelijk, die die vaarzen aan hem verkocht! Je
hebt er niets van en als ik hem zag, ken ik hem uit
duizenden. Dus wel het bewijs, dat Van Giezen op
het geluk af er maar iemand uitkiest die door zijn
nonchelante manier van doen een goheel onschul
dig mensch in minder dan geen tijd aan de schand
paal hangt ten spot van duizenden menschen.
U, geachte Redacteur, dankbaar voor de verleen
de plaatsruimte, teeken ik.
Achtend,
Jh. SCHUIEREN.
WAAR DE DUITEN IN INDIë BLIJVEN.
De N. Soer. Ct. schrijft:
Ongeveer vijf jaar geleden lief een particuliere on
derneming in het Palembangsche op Java een ijze
ren brug maken ter vervanging van een aan staal
kabels bevestigde rotan hangbrug.
Toen het gevaarte goed en wel was aangevoerd,
bleek hei geraden, met het oog op bandjir-gevaar,
voorloopig de hangbrug nog maar te blijven behou
den en, zoodra de financiën het zouden toelaten, een
grootere ijzeren brug te laten uitkomen, dio niet op
pijlers zou 'behoeven te rusten. Aangezien de dienst
dor B.O.W. in dezelfde buurt ook aan het bruggen
slaan was en ten (behoeve van een smallere kali wel
emplooi had voor een brug van de afmetingen als
die door de onderneming pas was ontvangen, 'kocht
de B.O.W. de brug tegen een zeer billijk bedrag, n.1.
kostprijs plu9 transportkosten, samen f7500. Dezer
dagen nu deelde een bestuursambtenaar uit die
streek mee, dat bedoelde brug op het oogenblik, na
omstreeks vijf jaren, nog steeds, ongebruikt, in stuk
ken en brokken ligt te verroesten in de rimboe! De
B.O.W.-ambtenaren van thans weten er het bestaan
niet eens meer van en, als zooveel nnder, is ook dit
geld letterlijk als weggesmeten te beschouwen!
Enkele maanden geleden werd do prauwen-uit-
zwavelingsdienst van den B.G.D. in Oost-Java be
langrijk ingekrompen, naar bekend verondersteld
mag worden. Een maatregel, die toejuiching verdien
de, eensdeels door de daardoor verkregen geldbe
sparing, anderdeels, doordat handel on verkeer er
minder door worden bemoeilijkt.
Do dienst kost en wij blijven aan den zeer
veiligen kant, wanneer wij dit getal aannemen
in Soorabaja de kleinigheid van f 20.000. Ook andere
veel en voel hopgere bedragen werden ons genoemd,
doch wij willen de zaak voordeelig voorstellen.
Werden nu voor die f20.000 jaarlijks ook 20.000
pest ratten gevangen, dan zou er geen sprake van
eenig bezwaar zijn. Voor het pestgevaarlijke Soera-
baja zou f 1 per rat voor de groote scheepvaart een
onaangename, niettemin onontkoombare belasting
zijn, zonder meer.
Maar de vangst is niet zoo groot, zegt het Soer.