Li De dingen om ons heen. Zijt gij arm of welgesteld, ONTVANGEN: NIEUWE STüEFEN vuor het a.s seizoen. B. H. Lenghaus, Winkel. Brieven uit Engeland. I V^Zain^Lüab^ zfc D< Zat til 1 W Gü Belgen zult echter ook eens één, fcweo drie maal moe tv n nadenken wat CJ thans te doen staat, nu Smuts en Balclwin namens het Britsche Wereld rijk hebben gesproken. Herinnert maar eens goed, hoe onaangenaam de Engelschen U zouden kunnen zijn in de Congo! Bedenk maar eens goed, wat het voor België zou beteekenen, indien het overal in de Wereld de .oritsche leeuw de liaren overeint^ zag zetten, zoodra de Britsche leeuw een Belg 01 Belgischa belangen zou zien. Maar wat geldt voor den „agent" (ondergeschik te) geldt ook voor den „principal" (patroon), voor Frankrijk. Foincaré zal moeten leeren inzien „wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen." Poincaré zou toch ook niet graag willen, dat de Britsch^ Leeuw overal ging brieschen, waar de Franscho Haan zich zou vertoonen. liet is wel heel mooi van de Franschen om wereldkundig te maken dat zy voorkomen hebben en voorkomen zullen, dat Duitsche industrfb-pro- ducton de Jlritscho markten overstroomen en de pryzen drukken, de Britsche industrie knauwen, maar wanneer het er op aan komt, om elkaar afbreuk te doen, dan legt Frankrijk het loodje. IJ et moet voor de Franschgezinde Engelschen do Franschgezinde Pers een raar oogenblik geweest zijn, toen Poincaré plotseling van politiek veran derde en op het Britsche voorstel inging, al was het dan ook voorwaardelijk. Maar die Franschgezinde Pers, die Morning Post en Rothermpre-bladen hadden toch steeds beweerd, dat Frankrijk niet toe mocht geven aan Britsche eischen en niet toe zou geven. De heeren Baldwin en Curzon hebben hier een groot succes te boeken. Dit succes hebben zij echter voor een groot deel te danken aan Smute, die reeds voor hij Zuid- Afrika verliet, een politiek, die naar vrede zou leiden, voorstond en een niet te onderschatten modestander voor Baldwin en Curzon geweest moet zyn. Maar hu zal veel afhangen van hetgeen Mr. Baldwin vorder zal doen. Gaat hij met Poincaré onderhandelen over diens voorwaarde, dan legt hy het tegen den gladden advocaat af evenals Lloyd George en Bonar Law het tegen Poincaré hebben afgelegd. Ik blijf de meening toegedaan dat er slechts één middel is om vrede> te krijgen en dat is het door zotten van een Britsche Vredespolitiek. Frankrijk moet gedwongen worden, die politiek te aanvaarden, goedschiks en kwaadschiks. Baldwin heeft de azen in handen, hy heeft de geheele Em pire achter zich. Mits hy doorzet.' Ook Amerika zal gemakkelijker Engel ands leiding aanvaarden, indien Baldwin nu krachtig is en doorzet.. Poincaré wykt klaarblykeliik voor het machtige Britsche Empfca*, laat Mr. Baldwin zich nu aan dn door do British Imperial Conference vastge stelde Buitenlandsche politiek houden en wy zullen langzaam doch zeker dón weg naar vrede en welvaart opgaan. Moge Mr. Stanley Baldwin krachtig zyn en niet terugschrikken voor protesten van do Die Hards, van Persmannen als Lord Rothermere, allo maal lieden die meer Fransoh dan Engelsch gezind waren in hun uitlatingen, maar doorzetten, dan zal hem blijken dat hij bijna gcheelEngeland, geheel de Empire, geheel de wereld achter zich zal hebben. Ornaat de wereld 6nakt naar rust, naar herstel, omdat de wereld anders doodbloedt uit vele won den. Moge Mr. Baldwin bedenken, dat het elk oogen blik te laat kan zyn. En wat dan? poneerd. zoodra het bleek, dat de conclusies niet Het merkwaardigste in deze geschiedenis is ver- De gebeurtenissen volgen elkaar snel op. Do stappen, vun Engeland om met modewerking dor Verecnigde S'taten en, zoo mogelijk, ook met die van neutrale landengte geraken tot een nieuwe taxatie van Duitschlaend's draagkracht hebben eenig succes gehad-. Niet veel cn niet voldoende. Want oudergewoonte weigerde Poincaré in te gaan op elk voorstel, dat „zijn" Fransche Commis sie van Herstel in do (onwettige) uitoefening harer functie zcu kunnen kleinceren. De artikelen, welke op deze cummitsie betrekking hebben; zijn ongeveer de ec-nige in het Verslag van Versailles, waaraan Frankrijk voortdurend de hand houdt.... Er komt dus. gelijk wij in ons vorig artikel reeds aannamen, een commissie van onderzoek, met een Ameiikaansch liri of althans met een „toehoorder". Men spreekt van Jloover of Morgan, doch dit lijkt wel wat heel mooi. Immers, de deskundigen door de versehillendo janden te benoemen, zullen moeten werken, als ambtenaren van de commissie van her stel, waaraan zij, volgens Poincaré, verslag zullen hebben ui' te brengen, een verslag waarvan do ge noemde commissie dan gebruik kan maken oi niet Het is niet aan te nemen-, dat Hoover of Moigan bereid zcu zyn knechtje te spolen voor de Commis sie van ilermei, de namen van wier leden zulk een internationalen klank hebben, dat niemand ze kent... Trouwens, do bankierscommissie, wier rapport door do CL v II. ook zonder meer ter griffie word gede» ik een ontbijt kan krijgen? Ik zou er niet tegen heb ben als ze me wat perziken met room brachten om tuee to beginnen, of een trosje druiven, en dan een klein boeeufstukje met een kop koffie toe." „Zoo, zou je daar niet tegen hebben?" bauwde de agent hem na. „Denk je soms dat het hier de Metro politan Club is? Je krijgt een kop koffie en wat ge bakken spek en daar mag je nog dankbaar voor zijn. Kern maar moe." Warburton deed geruimen tijd over den maaltijd. Hij wilde nog eens goed nadenken 'hoe hij een plau sibele verdediging in elkaar zou zotten- zonder zich daarbij te ontmaskeren. (Ook had hij mij wel willen trachten te hereiken De „saaio Klaas" kon wel eens een vriend in den nood blijken.) „En waar moet ik nu naar toe?" vroeg Warburton, zijn mond afwisschend. „Naar het hoofdbureau. Het zal je niet meevallen als ze jo preventief zetten wegens die poging tot omt- voering. Je deed maar beter te bekennen." „ik zal den rechter wel flink aanpakken", zeide Warburton. „Dat is jouw zaak. Vooruit nu." Toen de deur openging verschoot Warburton^.-au kleur en liet hij een gedeelte van zijn onverschillige houding varen; een geopende politiewagen stond te wachten, „Moet ik daar in?" vroeg hij vol afschuw. „Ja en als je tegenstribbelt zal het je geen goed doen. Warburton trok zijn hoed in zijn oogen. „Ben je bang dat- je een paar van je deftige vrien den ontmoeten zult? Tien tegen één, dat je er mot de verkeerde vrouw van door ging. Denk er aan, ik houd je in het oog!" De arrestant klom naar binnen, rood van schaam te en woede en de politiewagen rolde weg. Warbur ton bleef met het hoofd in de handen zitten; hij ver langde hartstochtelijk naar een sigaar. Hij trad hot hoofdbureau binnen, zeer nieuwsgie rig. Het was voor het eerst, dat hij met den arm der gerechtigheid kennis maakte. Prettig vond hij het niet bepaald. Het was geen aanlokkelijke verblijf plaats, waar men hem bracht kale banken, die vol gepropt zaten- met armoedige merischen. Hij werd ge duwd op een plaats tusschen twee dames van ver dacht allooi en de onaangename geur van sterken geheel konden dienen tot verdediging van het ?ian sche standpunt, kan niet anders dan een afschrik wekkenden invloed hebben op het aannemen van een lidmaatschap der commissie van taxatie. Ten slotte hóeft Iioover, Morgan, Goodenough of Meken- na wel wat beters te doen, dan de heer Poincaré en diens creaturen naar den mond praten of toe to zien, hoe het resultaat hunner nasporingen in den prullemand gaat. Dat Poincaré, die moeilijk anders kon, dan toe stemmen in althans het onschadelijkste deol van het Engelsche voorstel, er geen oogenblik aan denkt goed te inden, dat ook neutrale deskundigen als taxateur optreden. Spreekt van zelf. Zonderlinger lijkt het, dat Engeland, nu zijn voor stel geheel ontwricht en vrijwel waardeloos is ge maakt, er tcch aan vast houdt en niet den weg gaat door Smuts aangewezen, van „desnoods zonder een bepaalde mogendheid, die het onderzoek niet wenscht" over te gaan tot instelling van een onder zoek, waaraan de beste krachten deelnemen zonder onderscheid van nationaliteit. Zulk een commissie zou niet 'officieel zijn, zegt men, toegegeven, maar de commissie, model ..Poin caré", zal hebben af te wachten, in hoeverre het do resultaten van zijn onderzoek verder zal mogen pu- büceeren, dan door overlegging aan de commissie van herstel. Een commissie van internationaal bekende vak- lieden, op uitnoodiging van Engeland c.s. bijeen ge komen, zou althdns vrij staan wat hare conclusies betrof en die niet behoeven in te richten naar den .wensch der lastgevers. Zij zou bovendien het rap port en eventueel© nevenrapporten kunnen publicee- ren en zoodoende gesteld dat de mogendheden er niet op in gingen, d.w.z. het beter meenden te we len, dan hun beste raadsgevers, toch een moreelen invloed kunnen uitoefenen, waarvan de waarde on miskenbaar zou zijn. Bijv. al dadelijk wegens het feit, dat de blaam van den tegenwoordigen toestand dan zou worden gelegd, waar hij moet zijn: bij Ber lijn of bij Brussel en Parijs. Of bij allebei. Hoewol dus Engeland bleef voortgaan met de po litiek van Job: geduld, geduld en nog eens geduld, is er althans een punt gedurende do laatste dagen op den voorgrond gebracht, dat er op vtijst, dat Downing Street toch niet alles zal slikken, wat Parijs wenscht te brouwen. Dat is de erkenning der onafhankelijke Rijnrepu bliek, die met hulp van Fransche en Belgische francs en dito bajonetten is gestich't en wordt ge handhaafd. onder leiding van een aantal meer dan suspecte O^eërs en een troepje leiders die wegens allerlei en alle -soorten van misdaden, behalve poli tieke misdrijven, buitengewoon goed op de hoogte zijn van het inwendige van een tuchthuis. De koppe laars, souteneurs, dieven en straatroovers, die in de ze „revolutie" (die 24 uur van te voren te Brussel openlijk werd aangokondigd) een niet onbelangrijk deel der hoofdrollen bezetten en hun roeping zoo trouw blijven, dat zij op éen dag voor bijna zestig billioen aan bankpapier wisten te,,requireeren" heet bet geloof ik, in beleefüenden term uit oorlogstijd zullen door Engeland niet worden erkend als regee ring, ook al zou Frankrijk er wel toe „overhellen" zijn creatuur niet in den steek te laten. Immers van zeer officieuse Engelsche zijde is met den moesten nadruk geconstateerd, dat een splitsing in Duitschland precies wat wij een week of wat geleden hier schreven een direct nadeel is voor al le crediteuren van Duitschland en dat dus de mo gendheid, die zulk een splitsing zou bevorderen, of post factum zou erkennen, zou handelen tegen het Vredesverdrag en tegen het belang van alle bondge- nooten, zoodat Engeland er in elk geval niet- over denkt de afscheiding te sanctioneeren. Nu dit, in dezer voege, is gezegd, w$et men te -Brus sel en Parijs, waaraan zich te houden. En -het is dan ook buitengewoon frappant, aanstqi^ds na deze Lon- densehe verklaring in de Fransche" en Belgische pora verhalen te moeten lezen., dat men er geen seconde aan gedacht heeft de separatistische beweging te 9teunen. Dit is nu wat op z'n Hollandsch 'n leugen heet. Zeker: er is geen enkel bewijs ,dat Poincaré of Jas- i m moedelijk wel dit, dat er steeds in Rijnland een stroo ming heeft bestaan voor een eigen Rijnstaat, die evenwel vroeger niet paste in het kader van het kei zerrijk, omdat hij e.en republiek zou zijn geworden. Die staat Rijnland, o.a. verdedigd en bepleit door den opperburgemeester van Keulen, Dr. Adenauer, zou evenwel ten allen tijde deel zijn blijven uitmaken van het Duitsche Rijk. De nieuwe republiek van meneer O. W. Deckers en zijn syif van boeven (plus wellicht een paar behoor lijke idealisten) wil dit niet, wil vrijstaan van het rijk, vriend worden met Frankrijk en België, zelfs waar de Rijksregeering hier toe geen kans ziet. Is er in <ieze omstandigheden een ander propagan damiddel mogelijk, dan" dat meeneer Deckers, met- of zonder volmacht van zijn betaalsheeren, proclameert, dat zijn groenwitrood Rijnland niet mee zal behoe ven te betalen aan de schadeloosstelling? En is het dan niet zeer vanzelf sprekend, dat Lon den nu al verklaart, zulk een splitsing van het com plex der debiteuren als een groot gevaar to beschou wen, tot het verwezenlijken, waarvan hot -zelf niet wil meewerken en ook zijn bondgenooten wil af houden? Dit is alweer, zooals bij de Roerbezetting en zoo veel andere- gelegenheden, de groote vraag of Londen voet hij stuk houdt, als Poincaré zijn frasenfontein openzet om te „bewijzen" met hoe erg groot gelijk men aan de Quai d'Örsay toch eigenlijk geboren is UITKIJK. Draagt LENGHAUS' kleedicg 't Spaart U geld AANBEVELEND, Overal te ontbieden. Vraagt stalen. Heemstede, 27 Oefcober 1923. Vier dagen geleden, terwijl ik dit schrijf, den 23sten October, heeft de Abdy te Tewkesbury in Gloucestershire, aan de rivier de Severn, haar 800-jarig feest gevierd. Het achtste eeuwfeest van de wijding der kerk. Ook voor Engeland, dat meer van deze eerbied waardige gebouwen kent, is zulk een feest geen alledaagsche gebeurtenis. Tewkesbury Abbey neemt een eereplaats in onder de kerken en abdijen van het Britsche Koninkrijk, met haar zuster van Westminster, Winchester cn Canterbury. Acht honderd jarenl De geheele geschiedenis der middeleeuwen, ae geheele nieuwe geschiedenis heeft Tewkesbury aan zich voorbij zien gaan. Niet als een lijdelijk toeschouwer. Neen, de abdij heeft in die geheele geschiedenis een rol gespeeld. Immers, zy, die heeren en meesters waren van Tewkesbury Abbey, waren de makers dier ge schiedenis:. de graven van Gloucester, de de Clares, de Despensers, de Beauchainps, do Nevilles en de Warwicks zyn namen, die iederen Engelschen schooljongen even bekend zijn als die van Gerard van Velzon, Jan van Sohaffelaar, Oldenbarneveld aan zijn Hollandschen lotgenoot. Droeg niet de graaf van Warwich den bijnaam an „den Koningmaker"? Trouwden zij, wier na-: i.»en ik noemde, niet met prinsen en prinsessen van koninklijken bloede? De hoeren van Tewkesbury j Abbey waren nimmer mannen van vrede en rust. Zij verlieten de rustige stilte van Gloucestershire en de oude abdij, om te strijden voor werkelijke i of vermeende rechten. Zy overwonnen, of werden i Aken of &aa Dorter te Wtesbaden. Ook zijn er geen weerzjen want voor al haar heeren door de eenwen officieels brieven gewisseld tusschen de twee paar h j Tewkesbury Abbey do laatste rustplaats aan beide zijden van de grenslijn. Maar dat de ae- Keweeat paratidten zijn betaald met geld, door Frankrijk en In October xm weefc, of het den 23ijten Belgie in Duitschland ontvangen of „gerequtreerd waa; waarschijnlijk was het dat niet, in verband dat Fransche en Belgische bezettingsoverheden en m(jt de veranderdo tijdrekening sinds dien tijd -troepen hun vergaderingen en demonstraties en ten in elk al_ in October 1923 kwamen in Tewbes- I slotte de „actie mogelijk maakten en in bescherming bury Abbey bijeen de bisschoppen van Worchester, I namen, staat als een paal boven water. Hereford, Llandaff en Dublin, om "de nieuwe abdij i Zoowel Brussel als Parys wenschten een neutrale Wyden. In October 1923, vier dagen geleden, zone, waar hun zetbazen de lakens uitdeelen, een zo- de bisschoppen van Worchester, Hereford, ne die. feitelijk, als filiale zou kunnen worden be- Llandaff en Dublin weer byeen gekomen in Tew- schouvd. nu eer* verdere uitzetting der grenzen naar kesbury Abby, om het achtste eeuwfeest te vie- het Oosten te Versailles niet werd goedgevonden. de wijding, door hun voorgangers ver- Die zone konden zij niet verkrijgen door spontane richt, actie der bevolking, zoomin als door dwang bij den Zy-' hebben, den 23sten October van het jaar vrede. Te meor reden om het dan langs anderen weg 1923, Tewkesbury Abbey gezien, zooals do bis te probeeren. schoppen van 1123 haar zagen. Van de kerken, die NI. door alle ontevredenen, die er reeds waren, sa- naar op zulk een hoogen ouderdom mogen men met hen, die men als a,s. ontevredenen kon bogen, is deze abdy alléén zoo goed als onveran- koopen, op één hoop te drijven en met dit materiaal derd gebleven. Sommige zyn tnans nog slechts" onder do boven, aangegeven „leiders", een republiek ruïnes, andere zijn zóó verbouwd £11 zóó vortim- te laten proclameeren. merd, dat ze voor liet voorgeslacht onherkenbaar zouden zyn. Maar Tewkesbury Abbej is gebleven wat zij was. Nog steeds rusten dezel.de sLmen JJ elkander, die acnt honderd jaren geleden op aanL aanwijzing van den bouwmeester werden gelegd. Robert Fitz Harnon, de stichter van do abdy, een neef van Willem den Veroveraar, zal misschien zelt niet Vermoed hebben, dat het bouwwerk, dat z(jn vrijgevigheid deed verrijzen, acht eeuwen over zich zou heen zien gaan. En nog staat Tewkesbury Abbey hecht en sterk. Waarom zou a'ls toevallige ongelukken het gebouw sparen, de abdy niet -het i duizendjarig feest van haar inwijding vieren? Do abdij zelf is vello eeuwen jonger dan do kork, die eenmaal op haar plaats gestakn heeft. Voor do geschiedenis daarvan moeten wij zelfs afscheid Aora nemen van de zuivere geschiedenis, en min of meer Sen vertrouwen stellen in do legenden. Doch dan be- £ra> geven we ons ook nog vijfhonderd jaren verder biee j terug in het verleden. K Omstreeks het jaar 600 bouwde de priester Thcoo Perc i een kleino kerk te jdezer plaatse, met het 'oog op 1 de heidensche bevolking van do streek, oen bevol- 1 iking, die zich geregeld uitbreidde. Want de streek was vruchtbaar en gunstig gelegen, aan een goed m I bevaarbare rivier. Om ae kerk ontstond een I [plaatsje een stadje, de stad van Theoc: Tewkcs- bury. Het kerkje werd een kerk. In 800 bood het f een laatste rustplaats aan Britric, koning van West K Saxen. Ruim drie honderd jaren later verdween de» kerk en verrees de abdij, zooals het nageslacht van 11923 ze kent. Wie op de hoogte is van de Engelsche geschiede nis, kent den strijd tusschen Saksen en Norman- diëis. door Wal ter Scofct zoo goed beschreven in Ivanhoe. Ook Tewkesbury, was Berthric, de zoon van Algar. Tot zyn ongeluk maakte hy in zijn jonge jaren kennis met Matilde, dochter van don graaf van Vlaanderen. Tot zijn ongeluk, want Ma- ----- tilde schijnt zich aangetrokken gevoeld to hebben 's r tot den jongen Engelschen grap,f. Ook schijnt zij cj van haar genegenheid geen geheim gemaakt te hebben. In elk geval Berthric zag zich de eer aan- H gedaan van de aanbieding der hand van de sehoo- - ne, of misschien niet schoone, Matilde. Berthric weigerde die-hand aan te nemen. Of hy M voelde nog weinig voor trouwen, óf de Vlaamseho V i Matilde wenscht hem niet te bekoren. Hoe dit zy, do Engelschman voelde zich vrij en onafhankelijk van alle graven van Vlaanderen. Jullie maakt me niets, dacht hij (in zuiver Middel Engelsch) en bedankte, natuurly'k op zeer hoffelijke wijze, voor de groote eer hem bewezen. Matilde vergat, noch vergaf. Ook Berthric zal I wel niet vergeten hebben, en ongetwijfeld met%zeor gemengde gevoelens vernomen hebben, eenigo ja- ren later, dat Matilde van Vlaanderen koningin van Engeland was geworden. De Engelsche koning I scheen een apderen smaak te hebben, dan do edelman uit Gloucestershire. Kon de koningin dul den, dat iemand in haar ryk zicb mogelijk erop zou kunnen beroemen, al was Jt maar in stilte, tegon j zich zelf, dat hy haar hand had geweigerd? De geschiedschrijven van dien tijd, William I of Malmesbury noemt Matilde „do volmaaktheid der deugd". Of hy daarmee bedoelde, dat zij, als getrouwde vrouw, alle andere mannen van de 1 aarde \™lde wegvagen, waarop haar meisjesoogen 1 wel eens met welgevallen hadden gerust, durf ik I niet zeggen. Dit staat vast, dat de nieuwe koningin terstond aan haar man als geschenk vroeg om lewkesbury en omgeving.'Het cadeautje wera haar n}.ePgeweigerd. Berthrio zat in minder dan geen f.iin til rlo rraironrpnni'i. n.nn.. k.'.' 11 D Ni zal l d es van aan om pen 3 g gra en met Pat tyd in de gevangenis, waar hy spoedig overleed, op de manier, waarop gevangenen in die dagen do gewoonte hadden te overlijden. Matilde was misschien de eerste, doch in elk foval niet de laatste vrouw, die over het lot van owkesbury heeft beslist. Een „rechte linio" scheen in de heeren van Tewkesbury niet to kunnen loven. Volgend op Matildo gaf Mabel, de dochter van Fitz Uamon de heerlijkheid aan" haar echtgenoot, don eersten graaf van Gloucester. Amice of OJou- eester braent y.a aan Rioliard do Cla.ru. -*.n de Clare aan Hugh le Despenser, Isabolla Desnensei aan de Beauchamps, Ann Beauchamp aan de Ne villes. en eindelijk Isabella Neville aan de hertog Clarence, die, evenals do straks genoemde Berthric, zijn leven in de gevangenis- eindigde. Ziehier een greep uit de geschiedenis van Tew kesbury. Al deze cüngen, en honderden meer, heeft de Abay zien gebeuren. En zelf bewaart zij de her innering er aan in de graftomben en praalgraven, die mode haar trots en glorie uitmaken. Niet alleen de hare, zelfs die van Engeland. Want het praal graf van Sir -Despenser geldt voor een der schoon ste van het rijk. Aan Edward Lord Despenser, een van de eerste ridders van de beroemde orde van de kousenband, is een kapel in do abdy gewijd. Op het dak der kapel ligt Lord Despenser knielend onder een troonhemel net gelaat gericht naar het altaar. Daar ,is verder de kapel van Fitz Hamon, den stichter der abdy, van Warwich, en anderen, die geholpen hebben Engeland te maken tot wat het is. Zy allen hebben geleefd, en zyn heengegaan. Zy allen hebben Tewkesbury Abbey gekend, hebben er lief en leed ondervonden, en zyn er eindielLilk; ter ruste gelegd. Hoeveel geslachten zal de abdij nog zien opgroeien en heengaan, alvorens zy zelve j niet langer weerstand kan bieden aan do verwoes-j ting, die do tyd brengt voor alle, ook de hechtstK j bouwwerken I< Bak [Col kar een giei pchu en Big een een kin s all< drank, vermengd' met dien van goedkoope odeur nam het laatsto restje van zijn nieuwsgierigheid weg. „Zeg, leuke vent, heb je een stuk in je kraag ge had?" vroeg één dezer verwelkte schoonen hem zachtjes. Zij stootte hem aan met haar elleboog. „Neen, sehatje", antwoordde hij, zijns ondanks glimlachend. ..Zoo, jou rakkerl Iemands zak gerold?" „Öok al niet!" „Waarom zit je hier dan?" „Plezier gemaakt ten koste van een ander: Als je goed luis-ert, zal je er straks wel alles van hooren." Stilte daar, op die bank!" riep een der agenten. „Zeg Marie", fluisterde de vrouw tot haar gezel lin. ..kijk eens wat een deftige dames daar binnen komen Wat moeten die hier?" Warburton keek onverschillig in do richting, die zij aanwees, maar ontstelde toen hevig. Twee dames beiden met donkere voiles voor. De kleinste van de twee keek zijn richting uit en haar blik bleef on miskenbaar op hem rustenj Daarna trad zij op een der klerken toe, en fluisterde dien iets toe. Deze her haalde het voor den hoofdcommissaris. De hocfdcom missaris knikte. Warburton werd rood van ergernis. Een mooie toestand om zóó gezien te worden door een beschaafde vrouwl „James Osborne!" riep de klerk af. Een agent wenkte James en deze naderde de tafel. De hoofdcommissaris bekeek hem koeltjes. „Je naam?" „James Osborne". „Ben je hier geboren?" „Neen," „Zpg er „mijnheer" achter". „Neen mijnheer, dan'. .Waar ben je dan geboren?" „In den staat New York". „Hoe oud ben ie? En vergeet niet „mijnheer" te zeggen terwijl je mijn vragen beantwoordt" „Ik ben acht en twintig, mijnheer." „Getrouwd?" „Neen, mijnheer." „Hoe lang ben je als koetsier in dienst geweest?" „Nog niet lang, mijnheer". ..Ik vraag hoe lang?" „Nog geen vier en twintig uur,* mijnheer". Algemeen© verbazing bij het publiek dat in de banken zat „Hm! Jo wordt beschuldigd van onbehoorlijk ge drag, roekeloos rijden en een poging tot ontvoering. Dio .aatste aanklacht is weer ingetrokken, gelukkig voor jou. Ben je er al» eens meer bij geweest?" „Er bij geweest, mijnheer?" „Of je al eerder in de gevangenis hebt gezeten?" „Neen. mijnheer." „Zoo. Vijf en twintig dollar boete voor je roeke loos rijden en tien voor je onbehoorlijk gedrag." „Maar mijnheer, de paarden sloegen op hol". „Ja, omdat jo er de zweep over gelegd had." „En ik heb me niet onbehoorlijk gedragen, mijn heer.'' .7a zeggen, dat je dronken geweest bent." „Mijnheer ik had het verkeerde rijtuig uitgezocht. Mijn nummer was zeventien en ik ben met nummer zever.t'g weggereden." (Zou zij dit gelooven?) „Dat verklaart nog niet waarom je als een razen- de met dat rijtuig door de hoofdstraten reed", was het sarcastische antwoord. „Om te beginnen zat je dus al op een ander rijtuig dan waarmee je wegge gaan waart." „Het eenige wat ik zeggen kan, mijnheer, is, dat het een ongelukkige vergissing was." „De vergissing was dat je jo rijtuig in den steek hebt gelaten om ergens in de buurt te gaan zit'en drinken. Je hebt daarmee al de wet overtreden. Nu, als een man vergissingen begaat moet hij er voor boeten. Deze aardigheid komt je te staan op vijf en; dertig dollar." Maar ik heb geen cent in mijn zak, mijnheer." „Agenten, sluit hem op en houdt hem achter slot totdat zijne boete betaald is. Iets anders wee», ik er niet op. Geen woord meer eindigde hij, toen Warburton protesteeren wilde. „Marie Johnson, Mabel Tyner, Belle Lisle!" riep de klerk af. De twee gesluierde dames verlieten haastig het gebouw. James, die naar een cel gebracht wase nep haas tig om po,n. inkt en papier. En dienzelfden morgen om half elf kreeg ik het volgende briefje: „Beste Chuck! „Ik zit in een q>.o«HÜk parket, voorloopig gevan gene op 't politiebureau. Wou een grapje met de meisjes hebben, gisteravond, en verkleedde me als koetsier. Kreeg het verkeerde rijtuig te pakken cn werd gearresteerd. Breng me vijf en dortig dollar én een pak kleeren zoo gauw je maar ©enigszins kunt En in 's hemels naam, vertel het aan niemand, al lerminst aan mijn familie. Ik heb opgegeven, dat ik James Osborne heet. Haast je, alstjehlieft BOB." Nu, dk haastte me zooveel ik kon. HOOFDSTUK VIII. Nog een dolle InvaL Toen ze hem nergens konden vinden, zagen dat zijn bed onbeslapen fras, zijn hoed en jas aan den kapstok hingen, zijn wandelstok, waarvan hij onaf scheidelijk was, in den standaard stond, toen wisten zij niet, wat te denken. Zij ondervroegen Jane, maar deze wist van niets. Jack ging naar de stallen, maar daar kwam hij evenmin iets te wetem William, die de dames zelf naar huis gereden had. durfde niets zeggen. Daarna kreeg Jack het verstandige denk beeld mij op te bellen en ik kwam haastig naar hen toe. „Misschien is hi| een paar oude kennissen tegen-! gekomen," was mijn veronderstelling. „Maar hier )iangt zijn hoed!" riep Nancy. „O, er is hém stellig niets overkomen, maak je 1 maar niet ongerust. Ik zal de stad eens ingaan. Hij kan wel op de een of andere club zitten." Gelukkig voor den heer James Osborne keerde ik eerst naar huis terug en vond daar zijn briefje. Te gen twaalven stond ik voor het politiebureau cn verzocht een der klerken te sprekem „Is hier ook een jongmensch, als koetsier gekleed en gisteravond gearresteerd?" zeide ik voorzichtig. „Ik wil de boete voor hem betalen." „James Osborne?" „Juist, dat is de naam; James Osborne", en ik stak mijn hand al in mijn zak. „De boete is zoo juist betaald. We wilden hem vrij laten. Zog, John, wijs dezen heer eens oven de cel. van James Osborne en zeg hem dat hij zijn boeltje V, d F bij elkaar kan pakken en weggaan.' Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1923 | | pagina 6