Brieven uit Engeland.
CO
Reclames.
Men moet eerbied voor zijne
gezondheid hökhau.
9$
ÖP
Pi
op
„I
Smnte zegt vorder dat inen in het luidden kan bijv. in de buurt van Dortmundl In den stellen oever de spoorwegmaatschappij was bang voor haar brug-
.A TV 1 van den Emscher zijn kolenlagen ontdekt Wel on- gen en dergelijke wegens het ontzaglijke gewicht.
WÊtm Sindsdien is daarin voorzien.
belangrijke, hoofdzakelijk gruis bevattend, doch het
zwarte goud bevindt zicih n M. onder de oppervlakte
T&lloozo mannen en vrouwen graven daar naar ko
lengruis. Kinderen met jfekken en wagentjes staan
klaar de vondst thuis te brengen. Werklooze mijn
werkers bouwen schachten en vinden soms een ader
met vaste steenkool. Uit een naburig bosch kappen
ze de jonge stammen, waarmee ze het „hangende"
steunen en ze ploeteren om in him primitieve mijn
gang genoeg kolen voor den winter te verzamelen.
De eigenaar van dat bosch, baron v. R., heeft dit
oogluikend toegelaten. Echter blijkt, nu, dat andere
houtliefhebbers op zijn bezitting mooie, oude eiken
geveld hebben. Niet minder dan 50 "acacia's met
prachtige stammen zijn verdwenen, en aan hout
firma's verkocht. Ook op andere plaatsen werden
bosschen geplunderd en niet om aan brandstof te
komen.
Het gaat met hot hout als met de aardappelen. De
aardappeloogst is 1/4 kleiner dan die van het vorige
jaar, die allesbehalve overvloedig was. Een resul
taat, dat te verwachten was. De akkers, in en na
don oorlog uitgeput, zijn deels uitgemergeld. De
voestapel is te gering om overvloedig mest te
leveren. Kunstmest, al komen slakkenmeel, kali,
ammoniak, enz. uit het eigen land, is onbetaalbaar
en moeilijk te krijgen. En wat de hoofdzaak is, met
de poters is het slecht gesteld. Het meerendeel der
boeren heeft al jaren achtereen poters van de eigen
aardappelen genomen en ,dat wreekt zich door
ziekte en mindere opbrengst ieder jaar meer.
De vracht per spoor wordt te duur om de aardap
pelen uit het Oosten te laten komen en 80 pet. der
gozinnen begint den winter zonder voorraad. Geen
j kelen, geen aardappelen, en do beructe koolrapen
zijn ditmaal schaarsch. i
Evenals in de bosschen gaan vele op gerooide
aardappelvelden nalezen. Op een grooten akker in
mijn buurt zag ik laatst een 60, 70 mannen, vrou
wen en kinderen in den grond wroeten, met krab-
brengen dat Frankrijk buiten en afzonderlijk van
zulk een conferentie veel van het werk van de
conferentie te niet zou kunnen doen door een poli
tiek te volgen die lijnrecht tegenover die staat,
welke de conferentie aanbeveelt. Al moge hiervoor
al eenig gevaar bestaan, toch moet men niet te
licht denken, dat Frankrijk zich opzettelijk en voor
langen tijd kan kanten tegen de politiek van oen
Europeesche bevrediging, die zichzelf aanbeveelt in
de goedkeuring dor andere naties.
Eerder mag inen verwachten dat, indien do ar
beid van de commissie wordt verricht met den
goeden geest en met behoorlijke inachtneming van
do belangen der overige bondgenooten, de Fransche
meening zich ook eventueel bij haar zal aansluiten.
Ik koester het vertrouwen, schrijft hij, dat indien
het mogelijk ware een rechtvaardige regeling te
treffen in zake het gcheele complex van vraag
stukken, waarvan het herstelvraagstuk het mid
delpunt vormt on indien de nachtmerrie van deze
groote onrust kon worden weggenomen uit de ge
dachten der menschheid, wij zullen zien dat déze
ook met ingenomenheid zal worden begroet in krin
gen, waar men dat niet verwacht.
De bergafwaartsche beweging in Europa gaat
zeer snel en de groeiende wanorde kan spoedig zulk
een stadium bereiken dat zij, die ovenals de Fran-
schon alles hebben te winnen van een stabilisee
ring, elke redelijke regeling met vreugde zullen
begroeten in plaats van te blijven staan op hun
eigen standpunt. Laat derhalve de conferentie met
haar werk zonder verwijl beginnen in het ver
trouwen dat de resultaten zien zelf zullen aanbe
velen tegenover het geweten der menschheid.
ARMOEDE.
Men schrijft uit Rijnland aan de N.R.Crt.:
Op do bergen, die het Wupperdal omringen, zijn
de eertijds verdwenen bosschen herlezen. In jaren
van werkloosheid zijn <Ie jonge boompjes aange
plant en nu na 25, 30 jaren vormen ze bosschen, die
men bescheidenlek „Anlagen" noemt. De „Verschö- HVH
nerungsverein" te Barmen en Elberfeld heeft met bers of schoppen werkend, om vergeten aardappels
stedelijke subsidie er wakker voor gezorgd. Waar I te garen.
mogelijk zijn nieuwe boschperceelen aangekocht of Elders, op het platteland, gaan bij lichte maan
men heeft rijke eigenaars bewogen om hun, bosch- heelo benden naar buiten oin nog niet-gerooide
bezit aan de vereeniging te schenken. akkers te plunderen.
Deze bosschen krijgen nu een nooit gedachte be- Dat dit niet altijd op kleine schaal geschiedt, be-
teekenis voor de bevolking. A 1 sinds maanden wijst 'n brief, dien de burgemeester van' Wetter van
wordt er hout gesprokkeld. Vooral na stormweer de eigenares van het kasteel Mallinckrodt ontving,
gaan velen de steile bergwegen op om brandstof te Zij meldt, dat ze niet meer in staat is om maande-
verzamelen. Daaronder heel wat oude vrouwen, die lijks de aardappelen voor de volkskeuken te Wetter
voetje vooj voetje naar boven gaan. Zijn er veel te schenken. Van haar velden en uit haar schuren
liefhebbers, dan duurt het uren, voor ze 'n mandje zijn circa 400 mud gestolen. De helft van haar
vol hebben. Dames, die betere dagen gekend hebben, boomgaard is geplunderd. Een kalf is gestolen en
zoeken afgelegen hoeken op, rangschikken de vondst geslacht, een dragende koe eveneens. Haar koren is
netjes in een langwerpige réticule of in een doek, voor een groot deel 's nachts gemaaid en de eige-
opdat maar niemand den inhoud zal zien. Langzaam nares is gedwongen een eigen veiligheidsdienst op
gaan zo naar beneden, blij met bet resultaat van' haar bezittingen in te richten.
werk, datde kachel in 'n half uurtje zal versin- De aardappelnood, de tot zulke excessen aan-
den. Poovor resultaat dus! 'leiding geeft, roept evenens weer 'beelden uit den
Doch de luitjes zijn tegenwoordig gauw tevreden, hangen oorlogstijd te voorschijn. Evenals toen gaan
Zoo'n sprokkelaarster antwoordde me eens op mijn talrijke hamsteraars den boer op. Hot hamsteren is
opmerking, dat die dunne takjes toch dadelijk ver- echter nu veel lastiger dan toen. De boeren ver
teerd waren, dat ze geen zwaarder kon dragen. En koopen niet tegen Duitsch papiergeld. Wel tegen
daar koken op gas te duur is, was zoo'n bos hout deviezen en dan nog tegen hooge prijzen, omdat ze
not genoog om 30, 40 minuten te branden. Ze kook- de waarde der vreemde munt soms niet kennen,
te alleen 'e avonds het beetje eten en drinken,, Toen de gulden in bet Berlijnsche vrijverkeer reeds
strooide telkens nsch over het dunnen hout en dan op 4 billioen stond, wou een slimme boer aan een
had ze een heerlijk warm uurtje, voor ze naar bed mijner vrienden 600 pond voor tien gulden ver
ging. koopen. De goeie man was echter verbaasd te
De vrouwen uit het volk zijn er beter aan toe. hooren, dat tien gulden veertig billioen waard
Natuurlijk geneeren ze zich niet, weten handig de waren. En daar de boer de aardappelen toch niet
beste plekken te vinden en is er genoeg, dan sjou- ir. de stad bezorgen kon, is de koop afgesprongen,
wen ze met een dikken takkebos naar de stad. Zelfs Deviezen heeft niet iedereen en dus komen de
oude besjes spelen 't klaar met zoo'n vrachtje thuis stedelingen met schoenveters, pakken spijkers,
te komen. doozen met schoensmeer, lappen stof en wat al met
Waar moeders met Jongens zijn, wordt de oogst meer om ze voor aardappelen te ruilen,
grooter. Do bengels klimmon in de boomen, slaan In het district Hattingen heeft de sociaal-demo kra-
een touw om1 doode takken en een flinke ruk brengt tische landraad eenvoudig weg op den geheel en
het dorre 'hout naar benoden. oogst beslag gelegd. Melk, koren, aardappelen,
Ook oude boomstronken vinden liefhebbers. Krach- varkens, alles moet afgeleverd worden na aftrek
tigo kerels en jongens bewerken ze met een bijl. Dat van het eigen gebruik van don boer.
wortelhout is taai en hard. Menige bijlslag is er Onder de landbevolking heersebt daarover bittere
noodig om den stronk in stukken te splijten. ontevredenheid. De boer, die meestal eigen grond
Nu de winter in aantocht is, blijft het natuurlijk bezit, gaat gebukt onder de vele en hooge belas-
niet bij dat onschuldig houtzoeken. Zoo nu en dan tingen. Hij moet 10, 12 uur per dag werken met een
ziet men brutaalweg een berk vollen, die in stukken deel van zijn gezin en de werkman houdt bard-
gezaagd on naar huis getransporteerd wordt. Dank- nekkig vast aan den 8 uurs-werkdag. De mijnwer-
baarder werk dan het moeizaam stuk'hakken van kers hebben geweigerd om in het algemeen belang
«tronken. Do houtvesters doen maar een oog toe en twee uur langer te arbeiden. En den boer neemt
de Schupo-agenten in de stad zien zoo'n wagentje men klakkeloos een groot deel van zijn productie
met gestolen hout niet. af.
Ze weten, dat er geen kolen zijn en dusWel 't Is ook onder de moderne republiek het oude
wonen we op een paar uur afstand van de kolen- refrein: Sijmen betaalt!
mijnen, maar wat heb jo eraan? De kolenauto's, die
de Franschen oogluikend'op bepaalde wegen door- SNEEUW.
lieten, zijn sinds een paar maanden van de straat- In het Schwarzwald is reeds veel sneeuw gevallen,
wegen vefrdwenén. De kolenmagazijnen in do steden EEN MONSTERKANON.
zijn leeg, kou-lijden zal voor de mee9ten do bood- Tegen het eind van den oorlog is in de gieterij van
schap zijn. Zelfs in het kolengebied is dat het geval. Ruene een monsterkanon gebouwd, dat de Duitsche
In verschillende mijnen wordt nog niet gewerkt, om- Bertha's moest beantwoorden. Gisteren is het naar
dat er geen geld voor looncn is. Het spoorwegver- buurt van Saint-Nazaire verhuisd, waar de daar-
keer is totaal in de war cn de kolen, die hier en ^oe aangewezen commissie het beproeven zal. Hot ka-
daar door mijnen geleverd worden, gaan naar Frank- nber 340, het is 21 meter lang en weegt ongerekend
rijk den waggon en het onderstel, 88.832 K.G. De draag-
Dat kolengebrek in het rijkste kolenland van kracht is 97 K.M. en de projectielen wegen 415 K.G.
Europa kweekt eigenaardige verschijnselen. Zoo Het kanon had al lang verzonden moeten zijn, maar
Heemstede, 10 Nov. 1923.
Het kan zijn, dat ik het gemist heb in onze kran
ten. Het is ook mogelijk, dat onze kranten er over
gezwegen hebben. Een feit is bet, dat ik alleen in de
Engelsche bladen', ongeveer een maand geleden ver
meld heb gezien, dat de Grieksch-Katholieke lan
den eindelijk en ten langen laatste hun tijdrekening
hebben veranderd.
Juliaansch en Gregoriaansch. Het kan mij spij
ten, dat w ij zoo'n tijdrverandering nooit eens heb
ben meegemaakt. Onze ervaringen, helaas, gaan niet
verder dan verspringen van zomer- naar wintert ijd
en vice versa. En velen hebben geweigerd zelfs daar
aan mee te doen.
Wij weten allen dat de tijdrekening, door Julius
Caesar ingevoerd, in de middeleeuwen spaak ging
loopen. Er waren te veel schrikkeljaren. De fout
was klein, doch liet zich na een vijftiental eeuwen
toch voelen. Men zag in, dat de kalender gewijzigd
moest worden, of dat anders eenmaal Kerstmis in
dén zomer terecht zou komen.
Nu was die verandering op zich zelf zoo erg niet I
Voor te schrijven, dat er drie schrikkeljaren minder
zullen zijn voortaan in elke vierhonderd jaar is ge
makkelijk genoeg. Geen mensch bovendien, die er
zich iets van aantrekt. Wie interesseert er zich bui
tengewoon voor, of dit of het volgende jaar een dag
je meer of minder telt?
Neen, het bezwaarlijke van de verandering, was, dat j
de fout eerst hersteld moest worden, die in een klei- j
ne zestienhonderd jaar geleidelijk was ontstaan.
Een fout van elf dagen, bijna een halve maand'.
Het was in het jaar 15B2, dat Paus Gregorius XIII
last gaf tot verandering van de kalender. Dat betee-
kende dus, dat elf dagen plotseling vervielen, eenvou
dig werden overgeslagen. Aangezien het de Paus
was, die de verandering instelde, werd zij, alleen
door de katholieke landen ingevoerd.
Evenwel, men bemerkte later, dat men daarmee
alleen zichzelf plaagde. In 1700 volgde dus Protes-j
tantsch Europa het katholieke voorbeeld. De tijdire-1
kening was overal weer in orde, behalve in de
Grieksch-katholieke landen en Engeland. Enge
land hield niet van die nieuwigheden,, en in geen go-
val van nieuwigheden, die door een ander waren
bedacht.
Maar ook Engeland haalde bakzeil. Twee en vijftig
jaren later, wat toen nog gepaard ging met groote
onlusten. Het volk meende, dat hun elf dagen ont- j
stolen werden. Het eischte die elf dagen van hun le-
ven op.
Iets begrijpelijks zat er toch wel in. Niemand, die
tot een zekeren leeftijd gekomen is, ziet zich graag
ouder worden. Nu zag men' plotseling zijn volgen
den verjaardag elf dagen dichter bij komen. Wie
nog elf dagen van zijn vijftigsten geboortedag af was,
was onverwachts een halve eeuw oud. Honderden, of
duizenden liever, zagen hun trouwdag, hun verjaar
dag, of een andere feestelijkheid heel eenvoudig
overslaan dat- jaar.
Maar ook, wat een voordeelen! Vooreerst voor de
schooljongens. Engeland voerde de nieuwe rgeeling
in in de maand September. Elf schooldagen tusschen
de groote vacantie en Kerstmis verdwenen als me*,
een too verslag.
Dan de menschen met een maandsalaris. Negen
tien dagen nadat je je geld ontvangen bad, stond de
gemeente al weer klaar met een nieuwe som."t Was
voor de menschen om uit de zorgen te komen.
En de gevangenen 1 Op de vijf en twintig jaar ma
ken elf dagen geen noemenswaardig verschil, maar
wie voor een paar maanden zat te brommen, tot 1 Oc-
tober of 1 November bijvoorbeeld, zag de tijd in let
terlijken zin voorbij vliegen.
Na 1752 hielden alleen dus de Grieksch-katholie
ke landen nog vol: Rusland, Griekenland en de
meeste Ballcanstaten. Hoe meer de handelsbetrek
kingen tusschen de verschillende landen zich ont
wikkelden, hoe lastiger dit werd. Feitelijk waren ge
noemde landen de laatste anderhalve eeuw genood
zaakt in hup correspondentie met het overige ge
deelte van Europa zich van twee datums te bedie
nen.
Doch men schijnt er dan toch ten laatste genoeg
j van gekregen te hebben. Dit jaar is door een congres,
bestaande uit vertegenwoordigers der verschillende,
zooeven genoemde landen, besloten de Juliaansche
1 tijdrekening te laten vervallen en de Gregoriaansche
fn te voeren. De verandering, als zij werkelijk ge-
I schied is, want daarover heb ik niets gelezen, heeft
I plaats gehad op den lsten October. De elf dagen
waren ondertusschen dertien dagen geworden.
Afgesproken werd dus op het congres, om den lsten
October kort en goed den 14den te noemen -en daarna
met de schrikkeljarenregeling door te gaan zooals in
de overige landen.
Een maand geleden dus hebben de bewoners van de
Grieksch-katholieke landen de verschillende voor-
en nadeelen ondervonden, waarover ik straks heb
gesproken. Eén ding heb ik daarbij nog over het
hoofd gezien, wat trouwens voor de protestajitsehe
landen van' voel minder belang was dan voor de ka
tholieke of Grieksch-katholieke. Dit zijn de feestda
gen. Het congres overwoog, dat het onmogelijk aan-
ging de kerkelijke feestdagen tusschen 1 en 14 Octo.
ber eenvoudig over te slaan. Besloten werd daarop
alle feestdagen, die tusschen beide datums vielen,
te zamen te vieren op den veertienden.
Aan die feestdagen zit trouwens nog wat meer vast
Servië, één van de landen, die nu pas de nieuwe
tijdrekening hebben ingevoerd, is bewonderen^,
waardig rijk aan die dagen. M.en heeft wel eens uit
gerekend, dat de Hollandsche onderwijzers het ge
heel© jaar vacantie hebben op één dag na en» dat
is de koninginnedag voor Servië, zou men zeggen,
is daar wel iets van waar. Praktisch zijn twee der
den van de dagen van het jaar feestdagen van een
of ander soort. Meer dan honderd daarvan zijn groo
te feestdagen, mot winkelsluiting en» alles, wat daar
verder aan vast zit Bovendien heeft Servië nog af
zonderlijke vrouwenfeestdagen, wat meer in het bij
zonder een genot is voor do dienstmaagden.
Dit lijkt al erg, of, als men wil, al heerlijk genoeg.
Maar daarmee is de zaak niet uit Eon land als Ser
vië is niet zuiver Grieksch-katholiek. Het is ge
deeltelijk Roomach, gedeeltelijk Grieksch. Waaruit
volgt ,dat tot het afgeloopen» jaar eerst voor de
Roomschen het Kerstfeest en Nieuwjaar kwamen,
met vacantie, en dan, ais Driekoningen precies ach
ter derü rug was, nl. den 7den Januari, begon voor do
Grieksche kerk het Kerstfeest, gevolgd door Nieuw
jaar op den 14en. Schijnbaar alweer niet zoo erg. Dat
zou het ook niet zijn, als de solidariteit van de Ser
vische werklui niet zoo hartroerend groot was. Want
de Grieksch-katholieke arbeider kan het eenvoudig
niet over zijn hart krijgen, zijn Roomsch-katholieke
broeder te laten feestvieren en wijn te laten» drinken,
en hm daarbij zijn halve vreugde te vergallen, door
voor zijn oogen te gaan werken. Wel neen, hij vierde
met hem mee. Uit erkentelijkheid hield dan de Room"
sche collega niet op met de festiviteiten van Drieko
ningen», maar begon eenvoudig daags 'daarna op.
nieuw aan bet Kerstfeest. Ik moet toch eens infor-
meeren, hoe 't daar gesteld is met de scholen. ]Mnar
dat is waar ook. Ik zou vergeten, dat aan al deze
heerlijkheden juist met ruwe hand een eind is ge
maakt.
Zoo heeft dus feitelijk dé geheele beschaafde we
reld thans de Gregoriaansche tijdrekening. Perzis
niet. Perzië heeft zijn eigen tijdrekening, en zal daar
misschien nog niet zoo heel gemakkelijk van afstap
pen. Want, ze mag dan anders zijn dan de onze.
algemeene, ze mag ook iets ingewikkelder zijn, ze f
niet slechter, neen zelfs beter dan de Gregoria;
sche. Met acht schrikkeljaren in de drie en dei
jaar maakt de Perzische tijdrekening een fout
één dag in de 5000 jaar. Daar is voorloopig nog
over heen te komen.
Perzië heeft die tijdrekening te danken aan d<
beroemden dichter-sterrenkundige Omar Khayyéa
die ze uitdacht omstreeks het jaar 1100. Dit is één.
van de twee dingen' waardoor Omar Khayydm ziet
wereldberoemd heeft gemaakt. Het andere is zijn
gedicht de Rubaiyat, waarvan zulk ;n buitengewoon i
mooie vertaling, of liever bewerking in het Engelsdi
is geleverd door Edward Fitzgerald. Als. Omar I 00
Khayydm nooit geleefd had, of nooit zijn Rubaiyat
had geschreven, was Edward Fitzgerald al9 een on»;
bekend man ten grave gedaald. En 't had maar een^ M
haartje gescheeld, of dat was evengoed; gebeurd. Maar
daarover misschien eens een volgenden keer.
het grasveld toe, waar hij op en neer begon te
wandelen, met zenuwachtigen, snellen pas. Nu en
dan, wanneer oen klagende toon van de .yl°ol
hém doordrong, stond hij stil en hief zijn bleek
gelaat naar den hemel op. Hij behoefde nu niet
meer te glimlachen; hij zag or verdrietig uit Ten
laatste sloop hn zacht tot onder het raam van de
muziekkamer Neen. geen zorgelijke uitdrukking
stond op dat fijne gezichtje te lezen, geen verdriet,
alleen jeugd, heerlijke jeugd en aangename ge;
dachten, door de muziek opgewekt. En wat leek zy
op haar moeder. Precies haar moeder!
Plotseling sloeg hij zich met do gebalde vuist
tegen hot voorhoofd. Schurk!" Ellendeling, hoe
heb je haar opdracht vervuld? En wat heeft dat
kind je gewond! In haar onschuld je gepijnigd.
Mnn land! Mijn eer!Mijn moed en standvas
tigheid!Het is een bespotting!"
Don volgonden morgen werd Warburton naar
zijn kamer gebracht, oen klein vertrek ja, vlak
naast de remise. Er stonden een bed, een wasch-
tafcl met loopond water en oen# schoenpoetema
chine. Aan de muren hingen eenige afbeeldingen
van beroemde paarden, boKsers en ballet-danseres
sen, welke. do Koetsier van den senator verzameld
naa. Terwill© van den schijn had onze James een
goedkoopen koffer gekocht. Al wat er in zat was
ock nieuw, want hy had zijn zilvoren toiletgerei
in een safe laten opbergen, waar al eenige fami
lie juweel en rustten. De oenige voorwerpen, die
Duiten zj[n kader vielen en die hij behouden had,
waren zyn zegelring en zijn Zwitsersch horlogo.
.Jlebt n al ontbeten, mijnheer?" vroeg William,
de staljongen.
„.Ta, ventje. Ep nu. de juffrouw heeft het ver
geten: wil jij mo eens precies vertellen wat ik
nier alzoo te doen heb?" I
/tWel u spant de paarden in on bestuurt het
rijtuig en moet voor hot metaal van net tuig
zorgen. Ik houa het lederwerk schoon en do rijtui
gen en verzorg de stallen. Als er iets nieuws ge
kocht moet worden, moeten we eerst met u er over
spreken. Houdt u veel van vloeken, mijnheer?'
„Van vloeken?" herhaalde Warburton.
„Ja. mijnheerDe juffrouw kan het niet velen
Do vorige koetsier, mijnheer, kon prachtig vloeken
en ik denK dat hij daarom weggestuurd is. Dat
was tenminste één van do redenen."
Warburton'a mond trilde verdacht. „Maak je
maar niet bezorgd, William, het strookt niet met
my'n godsdienst om onbehoorlijke taai uit te slaan.'
William knipoogde, Jkrocg een knipoogje terug
en zoo worden die twee vrienden.
„U hebt dan ook zeker heëlemaal niets tegen.
Vrijbuiter gezegd, toen hy zoo plotseling met u
over dien hoogen muur sprong, hc?"
„Och, ik geloof, dat ik er een paar opmerkingen
over maakte tegen Vrijbuiter, die niet netjes zou
den klinken in gezelschap, maar daar er toch nie
mand iets van kon hooren, denk ik dat het nieit
erg hinderde, William."
„Neen, mijnheer, dat denk ik ook niet"
„En vertol me nu eens, hoe is de kolonel voor ons
ondergeschikten?" vroeg Warburton, terwijl hy zijn
slobkousen aantrok.
{,Ja, hoe moet ik dat noemen. Ziet u, ik ben $d
by do familie van mijn zesde jaar af. En do kolo
nel is altyd oen van jdo. aardigste menschen ge
weest, die ik gekend heb. Vriendelijk en goed voof
iedereen. Maar in de laatste paar jaren is hij
veranderd."
„Hoezoo?"
*},Hij stelt geen belang meer in de dingen waar
hij vroeger belang in stelde. Hij loopt maar rond,
alsof hij iete heeft dat hem dwars zit, is erg afge
trokken en is vandaag vergoten wat hü gisteren
gezegd heeft. Maar hy trekt zijn gezicht dadelijk in
eon anderen plooi als juffrouw Betty in de buurt
komt."
„Zoo.... Wat is mijn vrije avond?" (Deze vraag
zou William ongetwijfeld in de ooren klinken als
van iemand die al lang in betrekking geweest
was!)
„Waarschijnlijk Zondagavond; dat hangt van de
juffrouw af. In Virginië konden wy bijna iederen
avond uitgaan, maar hier is het wat anders." En
William trok haastig zijn rubber schoenen en hand
schoenen aan, greep de rijtuigsponsen en verdween.
Warburton zat op den rand van zyn bed en
lachte in allo stilte. Dat was ales hoogst vermake
lijk. Was ooit een man in een toestand geweest
ais den zijnen? Hij betwijfelde het. En bovendien
zou hij ook nog als huisknecht moeten fungeeren.
Dat zou iete zijn om zich tot op zyn ouden dag te
herinneren. Toch kwelde hem zyn geweten nog. Hij
behandeldo Nancy zoker niet aardig. Hy vond het
alleronaangenaamst dat zy nu denken zou dat hy
zoo weinig hartelijkheid voor haar gevoelde. Maar
wat kon Hy doenr Hy had zich niet meer kunnen
terugtrekken.
Over één ding kon hy het nog maar niet met
1 zichzelf eens worden: waarom had zy hem in
Het moge al goed zijn, niet al te veel op zich zelf
acht te slaan, hot is zeker slecht heelemaal geen acht
op zichzelf te slaan. De gezondheid verdient den eer
bied, de oplettendheid en de zorg die men aan zijn
dierbaarst goed verschuldigd is.
Laat dus uwe gezondheid niet in gevaar brengen
door allerlei kleine ongesteldheden, waaraan gij,
als ieder mensch, somtijds onderhevig zijt. Neemt,
zoodra gij u niet wel gevoelt, een paar doosjes Pink'
Pirlen, en gij zult zien hoe goed die voor u zijn.
De Pink Pillen zullen aan uw bloed zijn rijkdom,
zijn zuiverheid en de voor den goeden staat van u»
lichaam onmisbare kracht weergeven. Zij zullen
uw zenuwstelsel versterken en in korten tijd zult gjj
een volmaakte gezondheid hebben weergekregen. 1
De Pink Pillen doen de verzwakte gestellen eenti
geheele gedaanteverwisseling ondergaan. Zij gew
altijd uitmuntende resultaten tegen bloedarm gé i
bleekzucht, neurasthenie, algemeene verzwak#
en de storingen die uit den groei en den kritiiB s
leePijd voortkomen.
De prijs der Pink Pillen bedraagt f 1.75 de 4»
f9.do zes doozen. Zij worden verkocht in W
Hoofddepot: Nassaukade 314 te Amsterdam. Eiscb
adres en de Hollandsche gebruiksaanwijzing. Pt
Pink Pillen zijn ook te verkrijgen bij allo goed»
apothekers en drogisten.
D
R'
Prij
1
Zaa
P
d-
tele
Dilt
Opf
Aai
:dienst willen nemen, na alles wat; er tusschen hen
was voorgevallen? Als zy het klaarspeelde die
episode by het uitstappen van het rij tuig te
vergeten., hy kon dat niet. Hy wist, dat iederen'
keer dat hij haar zag. de herinnering aan die broe- 1
derlyke omhelzing weer bij hem boven zou komen 1
en hem van een gedeelte van zyn zelfbewustzijn be-
rooven zou een eigenschap, die Robert in groote
mate bezat, al had hij dit niet gaarne willen
erkennen. Als zijn handelingen voor haar een
mysterie vormden, de hare deden het voor hem
zeker niet minder. Hy nam zich voor, zich buiten
gewoon, in acht te nemen en niet door houding of
blik zyn bizondere belangstelling voor haar te
toonen. Dat hy op zekeren dag door de mand zou
moeten vallen begreep hy best, maar hy was er
niet rouwig om.
Hy begon zich te scheren en terwijl hij zijn
gezicht aan den handdoek afdroogde, verscheen
Celesto in dö deuropening. Zn bekeek hem met het
hoofd opzij, 7/Ooals oen vogel doet die een merk
waardig insect ontdekt.
„James, de juffrouw gaat rijden, vanmorgen.
Ox jo je dadelyK gereed zult maken," en zy begon
een Fransch minneliedje te galmen, terwijl do kok
in de keuken met woedenden blik zijn ommelette
soufflé bereidde en gemelden James niet veel goeds
voorspelde, wanneer deze het wagen durfde. Celcste
meer dan tweemaal per dag aan te kijken.
„Goien morgen," zeide James, zijn handdoek
opnangond. Zyn gezicht gloeide van het wrijven.
„Bonjour!" Kreeg hy op bewonderenden toon
ten antwoord.
„Alsjeblieft geen „bonjours" togen mij^ juf
frouw", vervolgde hij parmantig. „Voor my bestaat
er maar één taal en dat is Engelsch."
„Merci! Jullie koetsiers zijn toch allemaal even
pedant. Maar als ik jo nu eens Fransch wilde
feeren, zeg James?"
„Niets voor mij, hoor," en hy schudde het
hoofd... Zü was heel bekoorlijk en in gewone om
standigheden.... (Hy maakte zyn gedachtenging
niet af, maar ik wil het voor hora doen: in
gewone omstandigheden zou James haar gekust
hebben.)
„Geen Fransch leeren? Non! Extraordininaire!"
en zy trippelde weg, lachende, terwijl de kok met
potten en pannen begon te smijten en James floot.
„Verdraaid!" mompelde de nieuwe koetsier. „Het
verbaast me dat juffrouw Annesley hier dat aar
dige meisje laat rondloopen. Zy moet wel goed
doordrongen zyn van haar eigen aantrekkelijkheid i
Ik ben benieuwd of ik Karloff hier nog wel eeM
tegen het lijf zal loopen? Karloff! Die gedachte
ontmoedigde hem. Wat beteekende Karloff voor
haar?t Had hij geweten, dat zy dezen winter ia
Washington zou doorbrengen? Wat een ironie van
het Lot zou het zyn, wanneer hy tot koetsier g»
Sromoveerd zou worden op het trouwrijtuig van
eze tweeAls Karloff haar het hof wilde ma
ken, kon hij dat openlijk doen. En, wat hemzi'lf
betrof, hoe zou hy het moeten klaarspelen? „Ohucl
had gelyk, ik heb het vcrTseerd aangelegd en ik
begin het den eersten morgen den besten al te be
treuren." Hij knipte met zijn vingers en ging
naar den rechtervleugel der villa, waar "de paar
den waren.
Tegen negen uur bracht hy Jane en Dick voor
en wachtte. Lang duurde het niet, want zy kwam
by'na dadelijk do deur uit, haar handschoenen aan
trekkend. Zij droeg een zwarte amazone en j»
Dir
in c
A
afar
lol
tentleeren rylaarsjes. Zij droeg geen hoed op»'
glanzende haar, wat bewijst dat zy een goeden ni*
dos had en een minachting voor zomersproeten.ïflf.
do natuur had haar een huid geschonken, wa#
zon en wind weinig invloed hadden.
;,Wy zullen naar hot noordon intrekken, Jal* E:
daar zijn de wegen beter en stiller. Jane moet
van karren hebben." t i
„Ja, juffrouw," zeide hy eerbiedig{ U wilt
zeker wel wat wegwijs maken hier in do naast*
omgeving."
„Ik zal wel maken dat jc hier al heel gauvr
overal den weg weet. Je Kent Washington «'-13 1 ulJ
niet goed?"
„Neon juffrouw. Zal ik u een eh -evWj
helpen-opstügen?" Hy kreeg een kleur, hij «ad
by'na gezega „een zetje geven.'"
Zij knikte: hy plaatste zijn handpalm on<dw.
haar laars en zy' sprong in het zadel. Daarna steef Qp
hy op en wachtte op baar bevelen.
„Als wo alleen ryden, James, heb ik er met
tegen dat je naast me ry'dt. maar als er f.as^ G(
zyn moet ie altijd een meter of vijf achterblijven-
„Ja. juffrouw." Als hy toch maar do gedaenre
aan dien Karloff en de mogelijkheden daaraan veel jn
bonden kwijt had kunnen raken, zou hij dit aliw
buitengewoon grappig hebbon gevonden. ,..ntntr
„Vooruit maar!" ën zy raakte Jane's flank even
met haar karwats aan.
Wordt vervolgd