Zaterdag 1 December 1923.
66ste Jaargang. No. 7343.
TWEEDE BLAD.
Geestelijk Leven.
FEUILLETON.
De Man op den 25ok
Zóó aJs het kind is, zoo was eens de primitiefs
mensch. Bij het kind vinden wij de oude beschou
wingen van eeuwen geleden telkens weer terug. Daar
om is het zoo begrijpelijk voor ons dat onze vroege
voorvaderen een geheel andere voorstelling hadden
van het heelal dan wij, dat hun wereldbeeld ln alle
opzichten van heit onze verschilde. Zij dachten zich
de aarde als een groot plat vlak, waarboven de he
mel als een reusachtige koepel zich welfde.
Daarna, als gevolg van denken en waarnemen,
vestigt zich de meening dat de aarde een hemelli
chaam is, waarom heen zon, maan, sterren zich
wentelen langs vaste banen. Een der oude sterren
kundigen, de Egyptenaar Claudius Ptolemaeus, die
in de tweede eeuw na Chr, leefde, vatte de gangbare
meeningen zijns tijds samen in een systeem, dat
naar hem het Ptolemaeïsche stelsel heet. Dit stelsel
leerde dat de aarde beschouwd moest worden als
het onbewegelijk middelpunt van het heelal. Eeuwen
aaneen heeft dit stelsel als het ware gegolden. Vol
komen verklaarbaar! 't Was immers geheel in over-
eensteming met den schijni
Toch zou die schijn eenmaal als schijn en niet als
werkelijkheid worden erkend.
Op den 19 Febr. 1473 werd te Thora in West-Prui
sen Nicolaas Kopperaigk geboren. Dit kind van
buitengewone gaven, zou later onder den naam van
Coppernicus, beroemd worden als de grondlegger
van een nieuwe opvatting over het heelal en zijn
structuur. Hij maakt zich van den schijn los en voor
hem werd de zon het middelpunt van het planeten
stelsel en niet langer de aarde, die den rang van pla
neet verkreeg.
Deze kleine inleiding achtte ik noodig om te komen
tot 't hespreken van wat ik in mijn vorig artikel be
loofde.
Ik wenschte nl. iets te vertellen van wat geschied
is met Galileo Galileï, den beroemden geleerde, die,
geboren in 1564, nè. een leven van ingespannen stu
die, gestorven is in Januari 1642.
Deze Galileï bouwde voort op de grondslagen door
Coppernicus gelegd. Met rusteloozen ijver arbeidde
hij voort. Met een kijker doorvorschte hij het lucht
ruim. Reeds had de Dominicaan Giordano Bru-
n o in zijn werk „De Tinfinito universo et Montii"
(in 1584 uitgegeven) aangetoond dat het heelal on
eindig is en ontelbare werelden bevat, maar deze
had dit meer beredeneerd dan bewezen. De uitvin
ding der verrekijkers leverde het bewijs. Talloozo
nieuwe sterren werden ontdekt; de geheimzinnige
melkweg werd tot een sterrenreeks; de ontdekkingen
waren verbluffend.
De macht der feiten wordt zóó sterk, dat Gafileï
niet langer zwijgen kón en moest ingaan tegen de
toen heerschende opvatting. Hij wist zeer goed dat de
Coppernicaansche theorie niet werd geduld door de
machtige roomsche kerk en toch moest hij het recht
dezer theorie erkennen.
Hij begeeft zich naar Rome en wil aldaar dehooge
geestelijkheid met zijn ontdekkingen bekend ma
ken. Hij wil haar door eigen oogen laten zien. Het is
in 't jaar 1611. Een commissie van vier leden wordt
benoemd om verslag uit te brengen. Deze commis
sie verklaart, dat de nieuwe sterrenkundige ontdek
kingen van 'n voortreffelijk wiskunstenaar, die zij zoo
leng ontkend, ja, waarmede zij den spot gedreven
hadden, gebleken waren juist te zijn."
Natuurlijk dat deze waardeering hem een aan
sporing was om op den ingeslagen weg voort te
gaan. Hij verklaart zich nu openlijk voor de dubbele
aardbeweging; hij doet daarbij een poging om te be
wijzen, dat zijne meening niet met den bijbel in
strijd was.
Maar nu breekt de strijd los. De dominicaner mon
nik Caccini te Florence houdt een strafpredikatie
tegen hem naar aanleiding van den ongetwijfeld
scherpzinnig en geestig gekozen tekst Hand. 111
„Gij Galilesche mannen! wat staat gij en ziet op naar
den hemel!"
Een sterke beweging ontstaat tegen Galileï. In
1615 gaat hij uit vrees voor de kerk naar Rome
om zich te verantwoorden.
Denkt eens aan wat dit beduidt Daar is een ern
stig wetenschappelijk man; door studie en waarne
ming is hij gekomen tot een opvatting, welke niet
strookt met de bestaande en door de kerk gehuldig
de enhij moet zich verantwoorden, hij wien 'i
alleen te doen was om waarheidl
Hoogst merkwaardig is een uit die dagen bewaard
gebleven geschrift, dat hierop betrekking heeft Ik
kan niet nalaten het hier in te voegen.:
„De zeer doorluchtige heer Kardinaal Mellinua
heeft den Eerwaarden Heer Assessor en Com
missaris van het Heilig Officium kennis gege
ven, dat gehoord hot oordeel der Patera over
do beweringen van Galileï, in het bijzonder deze,
dat de zon het middelpunt der wereld ie en zich
niet van haar plaats beweegt; dat echter do aar
de, en wel ook nog dagolljks, zich beweegt iij.
ne Heiligheid aan den zoer Doorluchtigen hoer
Kardinaal Bellarmin bevolen heeft, den genoem
den heer Galileï voor zich te roepen en hem te
vermanen, die meering te laten varen; in
geval hij mocht weigeren ie gehoorzamen, moest
de Pater Commissaris in tegenwoordigheid van
notaris en getuigen hem het bevel mededeelen,
dat hij zich geheel en al moest onthouden een
zoodanige leer en meening te onderwijzen, te
verdedigen, of te bespreken; wanneer hij zich
daar niet hij neerlegde, dan moest hij gekerkerd
worden." (1616).
Galileï onderwierp zich aan de vermaning. Hij
keerde uit Rome terug naar Florence en geeft zich
weder aan zijn studie.
In het jaar 1624 maakt hij zich nog eens op naar
Rome. Zijn. vroegere vriend, nl. de Kardinaal Bar
berini was onder den naam van Urbanus VIII paus
geworden. Hij hoopte van dezen paus, dien hij met
zijn benoeming kwam gelukwenschen, vergunning te
krijgen dat het zooeven genoemde besluit zou wor
den ingetrokken.
Tevergeefs echter. Toch meende hij omdat hij
met groote onderscheiding was behandeld dat
men het met de handhaving van dat besluit niet zoo
heel erg nauw zou nemen en hij ging er toe over om
een geschrift de wereld in te zenden, dat hem ramp
spoedig zou worden.
In 1632 verschijnt te Florence zijn werk „Dialoog
over de twee voornaamste wereldstelsels, het Ptole
maeïsche en het Coppernicaansche."
Op den lsten October 1632 komt het bevel uit Rome
dat Galileï daarheen moet komen.
Daar hij ziek was, kon hij niet terstond gaan en
zijn doktoren vragen om uitstel. Dit wordt toege
staan tot het volgend voorjaar.
Den 13den Februari 1633 komt hij, ofschoon nog
lijdende en zwak, in Rome aan en wordt door den
gezant van Toscane (het gebied, waarin Florence lag)
in het gezantschapshotel gehuisvest.
Op den 12den April 1633 verschijnt de toen reeds
bijna zeventigjarige geleerde voor de Inquisitie.
Hij wordt ervan beschuldigd het bevel van 1618, om
de Coppernicaansche leer niet te bespreken, te heb
ben overtreden.
Hij waagde het niet den rechters fier te weer»
staan. Hij toonde zich deemoedig en onderworpen
en daaraan had' hij 't' te danken dat inplaats van
een gewone gevangenis, hem een tamelijk goede wo
ning als verblijf werd aangewezen
Den 20steri April komt hij weder voor de rechters.
Het is een diep tragisch schouwspel. Daar staat de
oude geleerde, die als wetenschappelijk mensch to
renhoog boven zijn verwaten rechters uitsteekt; daar
staat hij en mist de kracht om hun oordeel te trot-
seeren, te verachten! Hij verklaart, dat hij diep be
rouw heeft over hetgeen hij gedaan had en hij be
looft een aanhangsel aan zijn boek toe te voegen,
waarin hij de ten gunste van de valsche en ver
doemde Coppernicaansche meening aangevoerde
gronden krachtig zou weerleggen!
Den 21sten Juni staat Galileï voor de laatste maal
voor de inquisitie. Onder bedreiging van
p ij n i g i n g wordt hij naar zijn overtuiging ge
vraagd. Nog ééns vernedert hij zich voor zijne rech
ters en vraagt hun om genade.
Op 22 Juni 1633 viel de uitspraak.
Galileï wordt tot gevangenisstraf veroordeeld voor
„een door ons te bepalen tijd" en hem wordt do boe
te opgelegd om drie jaar lang eenmaal per week de
zeven- boetpsalmen op te zeggen.
Galileï knielt neer en spreekt een plechtig afzwe
ringsformulier uit!
Wij zullen er niet aan denken om Galileï te ver-
ocrdeelen, omdat hij herriep 'tegen zijn geweten en
overtuiging in. Maar wat te zeggen van een kerk.
welke op die manier optrad? Hem daartoe dwong?
Heeft zulk een kerk het recht van zichzelf te getui
gen dat zij de waarheid bezit?
En toch heeft diezelfde kerk ten laatste door de
feiten gedwongen Galileï in oere moeten her
stellen. Dit geschiedde echter eerst in het jaar 1835.
Toen werden de boeken, waarin de dubbele beweging
der aarde werd geleerd, geschrapt van den befaam-
den Index, <t.i. van de lijst der verboden boeken. Ieder
denkend mensch zal hieruit zijn conclusie weten te
trekken!
Ik wil hier nog aan toevoegen, dat de in het het
begin genoemde Giordano Bronu wiens filosofiegeheel
uitging van de Coppernicaansche leer, ook met de
Inquisitie in aanraking kwam en nh een gevangen
schap van zeven jaar, gedurende welke hij bij voort
during weigerde om zijne meening te herroepen, op
den 17en Februari 1600 te Rome werd verbrand! De
kerk van Christus en de geest van Christus zijn dan
toch wel twee zéér verschillende dingen.
ASTOR.
III.
Het groote verschil tusschen deze verkiezingen en
die van verleden Jaar zit ongetwijfeld in het feit.
dat de belde uiierato partijen, de l'nioniaten, zoowel
al» de Labuur 1'artlJ tegenover zioh zullen viml-ui
een heroenigde Liberale Partij.
Deze heroenlging ie wcor typisch Engelech, De Li
berale partij was verdeeld geraakt en wel verdeeld
geraakt onder twee aanvoerders.
De eene aanvoerder, de oude Henry Asquith, de
oud-Premier der Liberale Partij, zag naast zich den
jongeren, impulsieven David Lloyd George. die de
teugels van het bewind uit Asquith's handen had
overgenomen, toen deze laatste gedurende den oor
log niet meer het vertrouwen genoot, dat een Pre
mier moest bezitten, wilde Engeland rnet zijne ge
allieerden de overwinning op de Centrale mogend
heden behalen.
L'oyd George, geestig, scherpzinnig, handig, had
de coalitie gevormd en wist die coalitie ook na den
oorlog door te zetten door algemeene verkiezingen
ui1 te schrijven gedurende den overwinningsroes en
vóór de ontnuchtering gekomen was
Later viel Lloyd George met zijn coalitie-cabinet
onderste boven.
De oppositie van de coalitie was in handen van
Mr. Asquith, den leider der Onafhankelijke Libera
len. die oen scherpe tegenstelling vormden met de
Nationaal Liberalen van Lloyd George. die samen
gegaan waren bij de stembus met de Unionisten, de
Conservatieven.
Men moet niet vergeten, dat Lloyd George feitelijk
s onderste boven geworpen door twee personen, n.1.
door Poincaré en Lord Younger.
Lord Younger, die Chief' Wlhip der Conservatieven
was, behoorde tot de Die Hards, de uitersto vleugel
der Conservatieven en toen de heer Poincaré in de
buitenlandsche politiek den Britschen Premier beentje
lichtte, rolde Younger Lloyd George even naar den
waterkant. De heeren van de Morning Post, Colonel
Gretton en eenige anderen gaven nog een zetje en
Lloyd George ging kopje onder.
Onmiddellijk daarop schreef Bonar Law verkiezin
gen uit.
De Coalitie Unionisten Chamlberlain on Birken-
head werden met den nek aangezien, de Conserva
tieve Partij brak met de coalitie en kreeg het ver
trouwen van het Britsche volk, kwam met een meer
derheid van ruim 60 stemmen boven het totaal der
drie ander» partijen in de Kamer terug.
Drie partijen, want de Liberalen hadden geen ge
legenheid om zioh te hereenigen. Hoe kon dat ook,
terwijl oven te voren Asquith en Lloyd George elkaar
bestreden hadden?
Zoo kreeg men o a. het eigenaardige geval, dat in
sommige kiesdistricten, waar geen conservatief can-
didaat was. de conservatieven hun stem uitbrach
ten op den man van Lloyd George, op den gealli
eerden uit den tijd der coalitie, op den Nationaal
Liberaal.
Beide Liberale partijen kregen flink klop. Het erg
ste de partij van Lloyd George, want er waren in
1918 districten geweest waar ten gerieve van den
Nationaal Liberaal geen Conservatief gesteld Was.
Dit w erd nu anders. Vooral in districten met 4 can-
didaten, won dan meestal de Unionist en bleven de
Liberalen, wijl verdeeld, ver achter.
Nu zal dat anders worden.
Er was gedurende 1923 herhaaldelijk getracht om
de partij hereenigd te krijgen. maar het was steeds
on allerlei factoren afgestuit. O.a.'op den factor: Wie
zal de leiding hebben. Asquith of George?
Maar dat niet alleen. De adjudanten., zooals Sir
Jchn Simon en Sir Alfred Moud bleven het roerend
oneens.
Zoo bleef de zaak rusten. Tot dat de heer Baldwin
deze verkiezingen uitschreef.
Lloyd George was op den terugweg van Amerika,
waar hij succes had behaald, toen het feit der
a.s. Kamerontbinding wereldkundig werd.
Dadelijk deelde hij mede. dat hij hoopte op een
hereenigd Liberale Partij en dat hij zich dan zou
stellen onder Asquith.
Nu kon niemand meer roet in het eten gooien.
Bij de zitting van het Huis van Afgevaardigden
"conden Asquith en George dat zij hereenigd waren
en de Speaker, de President, bleek van het feit in
kennis gesteld en benoemde de whips der beide libe
rale flanken tot stemopnemers.
De Liberalen hebben een gemakkelijke keuze:
Vrijhandel.
De liberale partij in Engeland is altijd de partij
van Vrijhandel geweest.
Wie daar meer van weten wil, kan ik aanbevelen
de levensbeschrijving van Cobdon te lezen, geschre
ven door den kortelings overleden Lord Morley.
Lloyd George is onmiddellijk de campagnes be
kennen en bracht dadelijk te Northampton grof ge
schut in actie en zeide o.a.: De voriee regeering is
ovou'''c gedreven geworden door de uitersten harer
partij (Die Hardsb Het gevolg was dat de knapste
lieten der Conservatieven werkeloos waren geble
ken verdreven door hun pnrtijeenooten. Deze peheele
verkiezing is humbug, is nUeen rnnnr eron berekend
om het Britsche volk zand in de oogen te strooien
opdat het niet zal zien hoe deze regeering tekort
geschoten is ten opzichte Van de Buiteniandsche po-!
litiek en toegelaten heeft dat Europa ten grond o gaat.
Do werkloosheid is een gevolg van de geringer
koopkracht der afnemers, die geleden hebben doo
de' grooten oorlog.
Kun der e*nte stapnun, die men doen tnoet, 1* 0
órde vnn zaknn in Europa hor»t«Jlen.
Wanneer men protectie wil, iaat men dan profecP
scheppen tegen het steeds toenemende inilHalrismo
van Frankrijk.
Lloyd George betreurde het dat de Britsche han
del eenvoudig als een soort sport beschouwd werd
«loor politieke intriganten.
Protectie, kijk naar Amerika en weest overtuigd,
dat zoolang de Vereenigde Staten van Noord-Ame
rika protectionistisch blijven, de schepen
van Groot-Britannië de wereldzeeën zullen behoor-
sehen.
Natuurlij* 19 ook Mr. Winston Churchill onmid
dellijk naar voren getogen in do liberale legerscha
ren. Mr Cburchill begon zijn taak in Manchester
en deed een aanval op Labour. HIJ wees op de dwaze
«uschen van Labour, die door hun Capital I.evy (hef
fing in eens) het land zouden verarmen op een wijze,
waarvan het Britsche volk wellicht nimmor to bo-
ven zou komen.
Hij wees op het noodlottige dwingen der Diehards,
de uiterste conservatieven, t»n oogstte grooten bijval
door er op te wijzen dat het merkwaardig van de
Liberale Partij is. dat zij alleen krachtig is in dagen
van gevaar. Heden was er gevaar en daarom zou do
Liberale partij ook een geweldige kracht ontwik
kelen bij deze verkiezingen, omdat het land gered
moest worden van de Twee Uitersten, van de Con
servatieve Diehards met hun protectie, en de Sociaal
Democraten (Labour) met hun Heffing in eens.
De Liberale Partij, thans weer één geheel, zou ook
als regeeringspartij een partij van groote beteekenie
kunnen blijken wanneer mannen al.s Asquith, Grey
en Lloyd George de regeering zouden aanvaarden,
het land besturen mot hunne bekwaamheid en ont
zaglijke ervaring.
Churchill riep uit: Groot-Britannië zonder Liberale
idéé, is Groot-Britannië zonder ziel; Europa zonder
liberale idéé, is Europa zonder hoop.
Laten we denkon aan den grooten Gladstone, laat
diens geest ons bezielen wanneer wij in do komen
de weken het Liberale Vaandel opheffen, de liberale
beginselen hoog houden, den Vrijhandel verdedigen
en de belangen van het Britsche Volk dienen.
Laat het nog twijfel, dat zulke sprekers, zulke
redenaars als Lloyd George en Churchill zalen trek
ken waar tienduizenden toegang trachten te krijgen.
Zeker, Churchill heeft dadelijk te doen gehad met
hecklers (herrieschoppers) maar zij zijn stil gewor
den als waren zij getroffen door het groote rede
naarstalent van den bekenden politicus.
Winston Churchill, die caudidaat is in West Lel-
cester, zal daar een harden dobber hebben. Hij vedht
als een leeuw. Hij zei onlangs nog dit: Wij hebben
de protectionistische Hunnen verhinderd om Parijs
tc bereiken en kapitaal te plunderen.
Wij moeten nu 'de Protecfcionisfcen onder ons
terugjagen naar de holen, waaruit zü nimmer had
den moeten te voorschijn komen.
Do Protectionisten zouden de armen heiasten, de
Socialisten zouden do rijken plunderen.
Tegen beide politieke grondbeginselen zullen wn
Liberalen front maken.
Een van de mooie oogenblikken voor de Libo
ralen is geweest toen te Paisley, het district vari
den ouden heer Asauith, de beide liberale Staats
lieden Asquith en Lloyd George op het podium
kwamen.
Het was voor de aanwezige liberalen een evene
ment van groote beteekenis.
Eerst heeft Mr. Asquith gesprokon, en gezegd,
onder daverend applaus, aat het feit dv zijn
vriend Lloyd George naast hem stond wel het
beste^ bewijs was. dat de Liberale partij weer één
fiartuverband geworden was en dat hü onbeschnf-
eliik verheugd was, Lloyd George weer naast zich
te hebben.
De heer Asquith keerde zich èn tegen protectie
én tegen heffing in eens en zeide dat h«ri, nnmw-
lyk was voor een Liberaal om heteü met den
verdelger der Britsehe handelsbelangen of met den
verdelger van Britseh Kapitaal een compromis te
sluiten. Daarom streden de Liberalen zoowel tegen
de Conservatieven als togen de Labour Party.
Wat de Labour Party betreft, zoo meende Mr.
Asquith. dat zij indien aan de Begeering zijnde^
het slechts enkele maanden zou uithouden.
Mr. Lloyd George. die na Mr. »Asouïth sprak,
heeft nog eens duidelijk zijne meening over do
buitenlandsehe politiek gezegd.
HS verklaarde, dat Poincaré den meest afscliu-
welijken oorlog begonnen was. die er ooit gewoed
heeft en dat vóór allee een Britsche Begeering erop
bedacht moest wezen om het Herstel van Europa tc
bovorderen en te reali scoren.
De heer Baldwin liet zich veel te gauw over
bluffen. Dat is bedenkelijk omdat er zooveel bluï
in dc wereld is.
Verder wees Lloyd George nog op een leemte in
de arbeidersverzekeringswetten en sprak als zijne
16.
vrij bewerkt naar het Engelsch van
HAROLD MAC GRATH
door TITTA EASTON.
HOOFDSTUK XV.
Een vriend te verraden is slecht, een vrouw te ver
raden nog slechter, maar zijn vaderland te verra
den! een daad te begaan waardoor het in de
macht van zijn vijanden valt! Ach! de oneervolle
dood van hem, die zich aan deze misdaad hebben
schuldig gemaakt! Iloe moeten zij ineenkrimpen
wanneer zij de verachting te lezen krijgen op het
gelaat van elk van hun landgenooten!
In deze wereld wordt alles beheerscht door een
drijfveer. Men doet ook iets slechts uit goede be
weegredenen, of omgekeerd. Nu volgt de historie
van een misdaad, begaan uit goede beweegredenen.
Er leefde eens een militair, een man van zeer
goede faimilie, intelligent, van onaantastbaar karak
ter. Hij was knap van uiterlijk, zeer moedig, bezat
landgoederen en een groot kapitaal, d-w.z. dit laat
ste was onder zijn beheer. Daarenboven bezat hij
een dochter, die hem hartelijk liefhad en niet zon
der reden. Welke duivelsche oorzaken spanden dan
samen om dezen man te ruïneeren, hem van het
licht in de duisternis te werpen? Welke stap bracht
hem er toe, zijn land te verraden, zelfs in vredes
tijd? Wat kan hij tot zijn verdediging aanvoeren?
Gedwongen ledigheid brengt een arm mensch
vaak tot misdaad: een rijke gaat reizen. Daar hij
zijn eigen land goed kende verlangde hij natuurlij
kerwijze, andere landen te zien. Dus vertrok hij, in
gezelschap van zijn kind. oezocht o. beroemde
hoofdstad» n n w as een geëerd gast in aanzienlijke
kringen. I'e; was een heerlijke tijd en beiden ge-
neten er volop van. De vader had eervol ontslag ge
kregen u:t den dienst en ha<J tot voor korten tijd een
v nntwov V' e positie bekieed bij hei Departe
ment van O^r ••a. 7ijn kennis was gebleken voor het
gcuveniement van veel waarde te zi;n, want hl)
was een geboren strateeg en had zich vooral toe
gelegd op kustverdediging.
Op zekeren dag kwamen zij gedurende een van
hun reizen te Monte Carlo aan. Tot dusverre had
hij niet naar Monaco willen gaan, want de verhalen
ciie hij ervan gehoord1 had, hadden bij hem den
lust daartoe niet aangewakkerd. Maar er woonden
vrienden van zijn dochter en zij wilde hen graag
bezoeken. Er zouden danspartijtjes zijn aan boord
van een jacht, en diners, vuurwerk, etc.
Op den derden avond na hun aankomst voegde
de ei genaar van het jacht, een schatrijk bankier,
wiens zoon voor gastheer speelde, zich bij hem. Er
was een gramofoon aan boord en daar de bankier
niet hield van dit soort van vermaak, verzocht hij
zijn gast met hem mee de stad in te gaan. Tegen
middernacht naderden zij den Tempel van het For
tuin. Eerst stribbelde onze militair tegen, maar zijn
gastheer hield vol. dat hij niet zou kunnen zeggen
Monte Carlo gezien te hebben als hij hier niet ge
weest was. Dus traden zij lachende binnen.
De hartstocht voor het spel is ieder aangeboren,
man of vrouw gelijk. Bij sommigen sluimert zij(
maar er is gewoonlijk niet veel noodig om het
zwakke vonkje tot een vlam aan te blazen. Het
schijnt zoo eenvoudig een geldstuk op de roulette
te wernen. Men kan dit verachtelijk doen of on
verschillig of uit louter nieuwsgierigheid, maar de
uitslag is altijd dezelfde.
De bankier speelde oenigen tijd, verloor en won
won en verloor. De militair stak zijn hand in zijn
zak en haalde er een vl.iffrancstuk uit. Hij plaat
ste het op een nummer. Hij won. Hij lachte als een
schooljongen, die bij het knikkeren zijn tegenstan
der alles afwint. Hij was er zich volstrekt niet be
wust van iets verkeerds te doen.
Dien avond won hij ongeveer duizend francs. De
eerste stap dien hij op don verkeerden weg decri
was dat hij er zijn dochter niets van vertelde. Don
volgenden avond won hü' weer. Langzaam maar
zeker werd zijn speelzucht sterker. Zijn dochter,
zich met haar vrienden vermakende, vermoedde
niets, trouwens, hij ging or pas heen nadat hü
haar goedennacht gekust had.
Hü yrloor twee--, driemaal achte»- elkaar. Or>
zekeren morgen drong het tot hem door dat hü
verscheidene duizenden dollars kwijt was. Als het
zijn eigen geld geweest was zou hü nmt srvden
zijn opgehouden, genezen van de kwaal. MaAr
dit geld was hem slechts toevertrouwd. TTq moest
het weer teruggeven. Daarom zou hü blüven tot
hü do som teruggewonnen had en dan voor goed
uitscheiden..... Ja, dat was een uitstekende oplos
sing. Dien winter verloor hü ongeveer vüftien dui
zend dollar. Den d aaropvol gen den zomer bleven deze
verliezen steeds aan het klimmen. Hü begon op
de landgoederen hypotheken te nemen, want hè
had het geheele beheer over zü'n dochter's bezit-
Itingen. I?ij bogon te speculeoren, met ongelukkig
gevolg, en van het fortuin van zü'n dochter was
zoo goed als niets meer over. Ach, als hij alleen
geweest ware zofv Jin dapoer een bestaan vól
armoede aanvaard hebban. Maaj- dat meisje, dat
meisje. Zü mocht het nooit te weten kom w zn
mocht ntets onti>»rrt> en xij wis in zulk «en we°'.D
opgegroeid.Om harentw.Ue moest hij nog een
laatste poging wagen. Ifü moest winnen, h*^
nam meer geld on de landgoedere-». Hü w^rd ze
nuwachtig. prikkelbaar, met plotselinge uitbar>*:n-
gen van teederheid, waarover Betty zich ver
baasde.
Den zomer vóór deze gebeurtenissen hadden zü
te Dieppe doorgebracht Eenmaal had hü een a.v
zienlyke som (tusschen dr» zestig en zeventig dui
zend) teruggewonnen. Had hü toen het spelen maar
gestaakt en alles aan zy i doekte- be' end. dan was
het misschien nog vrü goed terecht g k-men. ^aa
neen. hü wilde het geheele bedrag van z'jn schuld
terugwinnen. Hii verloor, verloor steeds ln Au
gustus kwam de crisis. Niet meer.dan een klein
deel der uitgestrekte landgoederen in Virginië was
nog hun eigendom. Vy'f francs, achteloos op de
roulette-taf el geworpen, hadden hem geruïneerd on
onteerd. Het dankbeeld dat hü nutteloos het erf
deel van zü'n dochter verkwist had, het erfdeel,
hem door haar moeder in goed vertrouwen in be- i
heer gegeven, vervulde zü'n ziel met bitterheid. En
zijn dochter vervolgde argeloos haar vrooliik leven
tje, kocht dure kleeren iuweolen. bont. gaf dinars, i
en danspartijen, meende dat zij een rijke erfgo-
name was en vond de wereld een bizond^v or^t-
tig« plaats ora in te leven. Ieder lachje van haar
stak hem als een doorn; het vroolü'ke schitteren
harer oogen scheen hem een verwü't. want hij wis»
dat zij naar d^n afgrond tepdanste. djpn Ui Si-
voorbereid had.
Op zekeren avond onfTneettc hii teug !o
maat, rük en knap. Hü «cnr»«ldp nok e<m
maar meer els tüdverdrüf dan e»*» h^f T.0f ,.jf
dagen. Hij was ge'nkkig in hrtt snel. TV mar
voor de grap speelt, wint meestal. T-T"
dien avond en de andere vorJnni* ev«m <*"vLieh+ ho i
diplomaat stond er op, zgn nieuwen vriend tr-dd te i
leenen om opnienw op te zetten en deze. zooals ge-
woonlük. verloor weer alles.
De diplomaat werd aan de dochter voorgesteld.
Het bleek, dat zü wederzijdache kennissen hadden,
in Parijs zoowel als in Washington. Eij gingen alle
drie naar het hotel terug, het hoofd vol van de
heerlijke melodieën, welke zy zooeven gehoord had
want zij was zeer muzikaal. Zij ging naar haai
kamer en de twee heeren bleven nog wat praten,
bü hun koffie en sigaren. Het gesprok nam vele
wendingen en kwam ten laatste op de diplomatie
„liet heeft me alty'd verwonderd,' zeide de mili
tair, „hoe Rusland toch zoo op de hoogte weet té
koinen van allerlei geheimen."
„Dat is gemakkelijk te verklaren. Rusland bezil
«ie sluwheid van de siang. Ais er een man is, wiem
geheim ze wenschen te doorgronden, bestudeer en z<
cm. Als hü gouddorst bezit, koopen ze hem zü'n
geheim af mee groote sommen; als hü macht zoekt,
wijzen zü hem den kortsten weg daartoe.'
...Maar huo komen ze zoo op ue hoogte van dc
sterkte van een anders leger en vloot?
„Allemaal een kwestie van geld. Rusland bezil
nauwkeurige kennis van elk fort, schip en kanon
waarop Engeland zoJ trotsch is; van .Frankrijk eE
Lui teen land. dito. \Ye hebben het totnogtoe nooii
in ons hoofd gekregen Amerika op dezelfde maniei
te onderzoeken, wü vonden het niet de moeite
waard. Maar nu heeft Rusland plotseling gevondei
dat het met dit land moet gaan doen zooals mol
zorv "I andere landen, n.1. do vestingwerken later
nateekenen, een opgave laten maken van de weer
macht te land en ter zee, enz. De Veveeni«rd° Sta
ten zün nog geen vü&nd van ons, maar zü kunner
h»-t wel eens worden. Ik spreek niet al rijd zo
openhartig. Maar ik wil u laten zien wat wi;
vermogen.
„Dat zal u nooit gelukken," war hot heftige
antwoord.
„Het zal ons zeker gelukken," antwoordde d<
graaf glimlachend „OndinTij- de waakzaaviheit
van uw deskundigen, ondanks uw geheimen dienst
ondanks alle hinderpalen zal Rusland kaltt.weg d<
verlangde inlichtingen kunnen inwinnen. I i t i>--zi
een sleutel, die op elk slot past."
Fn »'*at is dat voor een sleutel?" was de ir«>ni
sehe vraag.
„Goud.'*
..Maar als de Vereenigde Staten ontdekten wa
Rusland in het schild voert, zou het den oorlog
vprklaren."
„O wel neen. Rusland zou eenvoudig ontk«»nn
dat het met dit alles iets te maken had. De l ian
dien zij uitgezocht hadden om dit werk te verrich
ten, zou waarscrhünlük naar Siberië verbannoi
worden. Neen, er zou geen oorlog van komen
Rusland zou# wel voorzichtig zijp niet dc keuze vai
zijn werktuig. Het zou een man uitkiezen var