Van dit en van dal en van alles wet! i\ 1 Voor c Ie. Kim lerei DAMRUBRIEK. De Hardrijderij. Even laehen. Q D D D Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 19 Jan. 1924. No. 7369. gang tegenover de namen in dde kringen uit vroeger eeuwen 'waarbij elke „Paapsche" «mni vermeden wend. In de w<erttien uit den tijd van Karei I staan twee van CromweH's officieren met hun gehce len naam vermeld. De een boette Fight-the- good-fighrt-of-Faith White (strijd den goeden strijd des Goloofs) en de ander torste den voor naam d<oo rzifa lezen: If Christhadncrtdüod for yuo you hadf been damnecE. De l&aste naam wos echter rel fa voor CnamweU's Roodkoppen te lang met hot gevolg dat de officier in kwestie weldra aangeduid werd als „damned-Barebas- aon", het eenige historische voorbeeld dat ook Rondkoppen, rij het onwillekeurig en verschoon baar vloekten. TE VEEL HONORARIUM. De negerhut van Oom Tom verscheen voor X eerst in een maandschrift The national Era. De vrouw van den uitgever las 't verhaal met toenemende spanning en ze wilde vóór dat al le vervolgen verschenen waren, X boek lezen. Haar man schreef om ver kif tot het uitgeven van X verhaal als boek. Mevrouw Stowe leefde in M&ine, waar haar man professor was en nauwelijks had se den brief gelezen of za reis de naar Boston, verbaasd over X plan van den uitgever. Ze zou bereid zijn op elk voorstel van hem in te gaan. Het kwam tot een afspraak, vertelt de Hofstad. Mr. Jarrett zou X boek op zijn kosten uitgeven en de auteur zou 10 pdL van de nettowinst ontvangen. Met dit contract keerde de schrijfster huiswaarts. Na drie maan den kwam ze weer in Boston om 10.000 dollara te innen. Kort daarop kwam er een chèque van 90.000 dollars. De prof. en zijn vrouw wisten beolemaal niet wat ze daarmee moestent be ginnen, want van geldzaken hadden ze vol strekt geen verstand. Ze vroegen eindelijk raad aan anderen, maar toen ze hoorden van een Bank, en van er heen te moeten, besloten ze de ebèque maar een poos te laten liggen. Weer en kele maanden later verscheen er een nieuws wissel van 20.000 dollars. En kort daarna nog één! Ja, nu zouden ze maar naar <fe Bank gaan aament Zoo verschenen, de beroemde schrijfster en haar man, de professor in <te theologie in X Bankgebouw. Tot hun vreugde ging alles doodeenvoudig, fin na dien dag verschenen er nog vele cbèques, maar do inning van de vele duizenden ging zeer vlot toetsankh-amens juweelen zijn millioenen waard. In het derde schrijn van Toet'e sarcofagen- stel zijn juweelen gevonden. Hert was het om hulsel van den eigenlijken stee non doodkist, waarin men zijn mummie hoopt te ontdekken door middel van x-stralen. Wetenschap, kunst en ontdekkingswoede gaan hand in hand, daar in de benauwde grafkamer, die verwonderd staart op al dat drukke gedoe en al die felle electrische lampen. Mi n hoopt eindelijk er achter te komen, hoe oud Toet was toen hij stierf en waaraan hU overleed. Per aio* ral Toet in rijn graf Wijven liggen, maar of men hom in rijn duistere rust de hon derden edelsteenen zaJ laten, die samen enkele mdllioenen waard rijn? Velen dringen er op aan, al was het alleen maar om de gevoelens dor tegenwoordige Egyptenaren te eerbiedigen. Het tegel van den steenen sarcofaag is Amen Toet Ankh Heerschar van Heüopolis in het Zuxfen. DE SIGAAR IH 157». In een in het Latijn geschreven boekje, dat in 1582 tb Kreiau ia uitgegeven, aegt de schrij ver Antoino Schneeber, lijfarts van den koning van Polen, Sigismond Augu^, het volgende. „Tegenwoordig riet men bijna aHe toe varen den, die uit Indiè en Portugal terugkomen, een klein tonnetje van palmhout of stroo in den mond houden. Ze stoppen in diait tonnetje gesneden gedroogde tabaksbladeren. Zij steken het aan met vuur, en zuigen er dan op, dien mand half open, en halen zooveel rook bin nen, als zij kunnen. Zij beweren, dat daardoor honger en- dorst worden gestild, de krachten worden herwen nen, de geest wordt geschleopt" 1 WARE WOORDEN. Niet de grootte der weldaad, Is een! maatstaf voor de waardeering, welke zij verdient, doch de vorm, waarin zij bewezen wordt Gezond venstand komt veeltijds beter door de wereld dan groote geleerdheid- Wees steeds uzelf, maar wordt steeds beter Wanneer een menech sterft, zullen de men- scaen vragen: hoeveel bezittingen, hoeveel geld heeft bij nagelaten; maar enkelen zullen vra gen: welke goede daden hebt gij voor u uiige zondenT De beste dag van het jaar Is.vandaag. I \e!en ziet men hun tijd verknoeien met het zoeken naar middelen om hun tijd goed te be steden. Allen, die hun verstand kennen, kennen nog hun hart niert. een goed opmerker. Vader: „Jan, wte is de luiste jongen in Je klas?" „Dat weet lk niet vader," „Dat moet jo toch weten, jongen. Als alle an dere kinderen ijverig bezig zijn met' schrijven of met hun lessen te etudeeren, wie zit er dan stil en rustig te wachten, In plaats van zelf töe werken?" Jan nadenkend: „O, da meesteer, vadJarl" aan de pastorie F.en man vroeg den kapelaan te spreken. „Eerwaardie", vroeg de bezoeker vriendelijk, „heb u tijd?" „Ja een minuut of tien", zei de kapelaan, „X is Zaterdagavond." j „Tien minuten", zei de man, „neen, dat is te kort, .ik moet u ovor de eeuwigheid praten." eerlijk verdeeld. „Mijn vader en Ik kennen alles in de wereld", blufte een jongen tegen zijn kameraad. -Zoo", raé <te ander. „Weet jij dan waai Aziö ligt?" De jongen dacht een oogenibllk na en ant woordde: „Ja, dat is nou een van die dingen, welke mijn vader weet." OM op te nuchteren. Hij, pas getrouwd, kwam 's avonds naar huis en zei opgewerkt: „Vrouwtje, vrouwtje, ik kan mij nog niet goed voorstellen, dat wij samen getrouwd zijn." „Nou", nerf sa vriendelijk, „kijk dan mnnr even deze rekeningen in." tot den man van. de controle: Ik ben do eigenaar van Goudvos. - En ik ben de trainer van Goudvos, zei Moos, die vlak achter hem volgde. De jockey van Goudvos, zed Levi, op zijn beurt. En ik, zei A&ron, terwijl hij op h&nder en voeten door de controle kroop, ik ben Goud vos zelf. Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden aan C. Am els Wt, Winkel. Deze week het 3e en 4e wedstrijd-probleem. PROBLEEM No. 7*. Auteur D. OUe Ax, N. Niedorp. ZWART. WIT. Stand Zwart, 11 schijven, op: 3 8 9 10 17 tot 20 23 25 2a Stand Wit, 11 schijven, op: 27 28 32 34 36 42 43 46 47 48. PROBLEEM Na 77. Auteur C. Amels Wr, WtnkeL ZWART. WIT. Stand Zwart, 12 schijven, op: 2 6 8 9 11 12 19 15 18 19 20 41. Stand Wit, 12 schijven, op: 17 21 22 27 29 32 37 44 46 48 49 5a Wit speelt en wint geldt voor ieder probleem. Goede oplossingen binnen 8 dagen. damnteuws. GEEN ANDERE UITWEG. Zondag 20 Januari gooit de heer W. Vijn ren Sam, Mooa, Levi en A&ron wildfcn samen Hoogwoud! een simultaanseance bij P. Bakker graag de wedrennen bijwonen, maar hadden winkoL Waar haer Vij» beleend staat geen geld genoeg om entrée te betalen. j als bekwaam simultaanspeder, belooft hat oen Wact* maar. Sam. Hij rotte een hooge1 moole te borat op. wierp bot hoofd in den nek en rol VREUGDE Kleine Jan kreeg een puar schaatsen Van z'n opoe toegestuurd En hij stapte heel gewichtig 's Middags door de drukke buurt! Met dbe ijsmuts op z'n krullen, In z'n trui van blanke wol, Bracht ie alle huisgenooten Zelfbewust het hoofd op holl Moeder knuffelde d'r jongen Met een traan en met een grap, Vader dokte een pop vijftig Voor het ijsclublidmaatschap, En toen Jantje vrij van school had Trok ie fluitend er op uil, Op z*n borst een wuivend kaartje, In z'n keel een feestgeluid. Vroolijk wapperden de vlaggen Langs de spiegelgladde baan, Heerlijk, dlat je van je vader Daar maar zoo naar toe mocht gaan! Moeder gaf 'em nog een duppie, (Was hij niet d'r kleine vent?l) Voor een lekker warm onthaaltje In de chocolade te nJt. Dat werd weer een reuzenmiddag, Vol van echte, leuke lol, Mot een sliert van kameraadjes, O, wat was de ijsbaan vol! Hé, zit Hanni op hot bankje, Die is zeker alweer moe, Kijk daar heb je Wet en Truusje, Wim en Keesje: „Oe-oe-oell* Jantje heeft niet veel gereden. Wel geweldig schik gehad, Heel z'n rose snoetje straalde, O, die dreumes was een scha tl Lachend' stond ie toe te kijken Op het slootje naast de baan. Reed een peufrig armoojoggie Met klein Jantje's schaatsen aanlt En de blonde schattejongen, Gaf dien kleinen schooiersveöt Met een lieven lach z'n duppie Van die chocolade-temt! 's Avonds in z'n kermisbedje, Toegedekt door moeder's rok, Sabbelde een haav'looe ventje Op een zalig noga-brok1 leen als men per brief antwoord verlangt ga- lieve men een postzegel in te si róten. Mededas- lingen zijn ook zeer wolkomen.) Prijscouranten ontving ik van da firma A. Zwaan Jr„ Zaadteelt en Zaanhandel, Kakhui zen, en van da N.V. Z&adfoandaJ vJl Joe. Reyers, Zwijodrecht. Bij beide firma's zijn bloemzaden verkrijgbaar. Ik stel deze prijscou ranten op aanvraag gratis beschikbaar, als men bij zijn aanvrage 4 cL aan postzegel voegt ter voldoening aan porto. Deze keer krijgen jullie geen raadsels en ook geen antwoord op je briefjes, want mijnheer Roggeveen is ziek en kon dus niets voor jullie schrijven. Nu hoeft hij mij gevraagd een ver haaltje te maken. Ik hoop, dat bet een beetje naar je zin zal zijn, d!an mag ik het een volgen den keer misschien nog wel eens doen, hè? Laten we nu maar hopen, dat mijnheer Rog geveen weer gauw beter is en weer heel spoe dig nieuwe raadsels voor jullie kan maken. Stuur hem allemaal maar een briefje, dan is hij zóó blij, dat hij direct uit bed springt en weer heelemaal beter is! X Was Woensdagmorgen 12 uur en de school kinderen waren al klaar om naar huis te gaan, toen meester hun zei nog even te blijven ziften want hij wilde nog iets zeggen, En wat had meester dan voor nieuws? Ze wa ren allemaal even blij toen ze X hoorden: „Van middag om half twee hardrijderij op de Tocht sloot!" Dat was fijn! Jan Pieter, die altijd de meeste praatjes in de klas had, was er een oogenblik stil van, maar toen riep hij plotseling, zonder zijn vinger op te steken: „Om prijzen, meester?" „Natuurlijk", zei meester. „Er rijn 4 prijzen en 2 troostprijzen, dus 6 in het geheel, Wat de Januari 1924. Nadruk verboden. KROES. planten in kamer en tuin. 21, (Vragen, en mededeelingen, deze rubriek be treffende, in te zenden aan den heer k. van Keulen, TuinbouwvakanderwiJzjar, Hoorn. ai- Mej. F. Valentijn De Wit schrijft mij bet vol gende: „Naar aanleiding van uw artikeltje in deover het overhouden van Cyclamen hert volgende: Toen mijn plant een witte die ik Nov. 1922 zoo rót de kas had ge ka ogen, in Maart was uitgebloeid, heb ik haar eerst tot half Mei, in een koeler vertrek geplaatst en daar ze nog xric* geheel was afgestorven, gaf ik af en toe nog een beetje water. Toen heb ik den knol uit den pot genomen en in den tuin geselt (tot de helft in den grond). In X laatst van September heb ik da Cycla men uit den tuin gehaald en in een pró gezró met gewone aarde uit den tuin (besrte, lichte grond). Zij was toen prachtig in blad en zat vol knoppen. Ik heb haar toen voor X raam op X Westen in m'n woonkamer gent, waar zjj nog geregeld prijzen zijn, mag ik nog nfert verklappen, dat zal je vanmiddag wel zien." „Ik win de eerste prijs!" riep Henk Bouwer. „Ik heb net van m'n vaidcr een paar doorioopers gekregen. Daar kramer» jullie nooit tegenop.' Hij kon wel hardrijden, die Heide, maar de anderen waren toch niet van plan om den eer sten prijs zoo maar te laten gaan. Ze zouden al hun krachten inspanden. „Gaan jullie nu maar naar huis, dhn kan Je je buik vullen en nog even jo schaatsen nakij ken,'" zed moester. Weg waren ze al en onderweg werden natuur lijk druk de kansen beeprokJcn. X Zou er oan spannen. Over X algemeen roden de jongens al lemaal even hard. Als er nu maar niemand een ongelukje kreeg, zou X een heel mooie wedstrijd worden Een jongen was er, die niert met de anderen meepraatte. X Was Gerrit Baak. Gerrit kon wel goed schaatsenrijden, hooi good zelfs, maar.... hij had geen schaatsen. Ze hadden het thuis heel arm, z'n vader was bijna den hooien winter zonder werk geweest, zoodat er voor Gewit goen paar schaatsen kon overschieten. X Was heel jammer voor hem. Hij zou zoo heel erg graag hebben meegedaan. De jongens zouden een zware partij aan hem heb ben gehad, maar 't kon nu eenmaal nfat Gerrit liep maar flink door, dan hoorde hij X gepraat van de anderen tenminste niet. De jongens had den hert vee! te druk om op Gerrit te letten. Hij deed toch niet veel met hun spelletjes mee, dus misten ze hem nu ook niet. Alleen Jan Pieter keek af en toe eens naar hem. Die begreep niet, waarom Gerrit ook niert blij was. Hij zou X toch ook fijn vinden, dart er vanmiddag hardrijderij waa „Ik zal het hem toch oen» vragenT, dacht Jan Pieter en toen w allebei denrclfden weg Hepen en de anderen doorgekropen waren, Rep Jan Pieter hard achter Gerrit aan en had hem gauw IngehaakL „Doe jij niet mee vanmiddag?" „Nee", zei Gerrit, Jk heb geen zin." Dat begreep Jan Pieter met Geen zin om aan de harró-ijderij mee te doen? „Zijn je schaatsen soms te slijpen?" vroeg Jan Pieter. „*k Heb geen schaateen", zei Gerrit en meteen liep hij hard weg, want bij wikte niert, dat Jan Pieter zag, dat hij tranen in de oogen had. Dat vcoti Jan Pieter verschrikkelijk. Hij kón dus niert meedoen. Nooit had hij erover nage dacht, dat er ook nog jongens waren, die X niet zoo hadden als hij, die niet konden krijgen, wat ze wilden hebben. Wat was dat naar voor dfen armen Gerrit Daar moest wat op gevonden worden en hij dacht, en hij dachttoen bed hij hert en zoo gauw als-te kon liep hij naar huls en ging direct naar zXi vader. Wat Jan Pieter allemaal met z'n vader bepraatte, dart weet ik allemaal niet, maar *k weet wel, dat toen X gesprek afgeloo- pen was Jan Pieter bed blij keek en z'n vader hem goedkeurend op zijn schouder klopte. Een tijdje daarna liep Anrtje, de dienróbode, met een pakje onder haar arm het dorp in. Waar naar toe? X Was half twee en alle jongens waren al wel een kwartier op <te Tochtsloot En weet je wie er ook was? Gerrit Baak! Nu weet je zeker wel wat Jan Pieter bedacht

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 11