Almiiti Nisus- Aiieiteitie- Inüiiiilii SM i Co., ALKMAAR. Uitgevers t N.V, v.h. THaPMAN Co., Schageo EERSTE BLAD. De dingen om ons heen. Kweekeril „Snrsum Corda", Schoorl, DEPOSITO'S. DE LANGE DE MORAAZ, Alkmaar Binnenlandsch Nieuws. 15 °|o korting tot 15 Februari Kleermakerij, Zaterdag 9 Februari 1924. SEHAGER 678te Jaargang. No. 7381. ClIIIÏT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij Inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF no. 20 Prijs per 3 maanden (1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERJTEN- TIöN van 1 tot 5 regels (1.10, iedere regel meer 20 cent (bewljsno. Inbegrepen). Grooto letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. Er gaan onrustbarende geruchten omtrent een nieuwen oorlog, die in den maak zou zijn. Het heet, dat Servië niet tevreden is met den nieuw geschapen stand van zaken en, nu er langs den weg van verdragen weinig of niets valt te be reiken, een poging zou willen wagen om zich zelf „recht" te verschaffén. Nu heeft Servië of Yoegoslavië dan van trac- taten geen bijster goede ondervinding opgedaan. Het geringe succes ten opzichte van Fiume ligt nog versch in het geheugen. Men vraagt zich af. waf Servië kan hebben bewogen deze haven in een streek, die toch volgens de vredesverdragen zuiver j tot Yoegoslavië behoort en die een der zeer wei-1 nige bruikbare havens is, waarover het beschikt, af te staan aan Italië om zich zelf te vergenoegen met. Porto Baros en wat van die „waarborgen" aan gaande het gebruik en beheer van Fiume, omtrent wier beteekenis bij niemand twijfel bestaat of kan bestaan. Dit verdrag waarvoor Pachitch en Ninchich per soonlijk naar Rome waren gekomen, is geëindigd met een diplomatieke overwinning t voor Mussolini, waarvoor feitelijk geen enkele grond was aan te voeren, dan dat d'Annuncio zich heeft druk gemaakt over die stad, waar dan, ook werkelijk eenige men- schen van Italiaansche afkomst wonen. De beide Servische ministers hebben niets meer bereikt, dan zij reeds voor eenige jaren direct had den kunnen verkrijgen, zoodat al de spanning, die gewekt is in dien tijd en al het geharrewar dat heeft plaats gehad, rustig achterwege had kunnen blij ven. De hardnekkigheid van Belgrado heeft dus niet gebaat en vermoedelijk heeft de Servische re geering van te voren geweten, dat zij vocht tegen de bierkaai van Italië'e onverzettelijkheid. Dat zij toch volhield moet worden beschouwd als bewijs, dat zij zich in haar recht gevoelde. Dit was ook inderdaad het geval. Mits men natuurlijk Yoegoslavië be schouwt als den rechtmatigen erfgenaam van het deel der oude Donaumonarchie, waarin Fiume ge legen is. Die rechtmatigheid, nu, is minstens kwestieus. Zeker, de Groote Vier in Versailles heb ben het zoo uitgemaakt en de verdragen dienaan gaande zijn geteekend, doch als men zich stelt óp een standpunt van billijkheid en bijv. de Kroaten zelf eens vraagt of zij zoo gelukkig zijn, nu hun belastinggelden niet meer naar Weenen, doch naar Belgrado gaan, zou er op de rechtmatigheid van een en ander vermoedelijk heel wat zijn af te dingen. Dit besef had voor Belgrado een spoorslag kunnen zijn om langer vol te houden en af te wachten of bij een herziening van allerlei overeenkomsten wel licht aan de „rechtmatigheid" van Fiume als Zuid- Slavische haven niet recht zou worden gedaan. Er moet dus een zeer belangrijk motief zijn ge weest voor de twee ministers om toe te stemmen in deze voor hun land onwoordeelige en zelfs krenken- de regeling. Vermoedelijk ligt dit motief in den binnenland- schen toestand van Yoegoslavië. Immers iedereen is ontevreden in dit land. De Kroaten, Serviërs en Slovenen gevoelen niet bij elkander te behooren, een samenbrouwsel te zijn van ongeveer gelijken aard als de Donaumonarchie was. En terwijl die historisch was geworden, was opgebouwd uit de erf landen der Habsburgers, is het Koninkrijk van Alexander Karajeorgewitch niets meer dan zeer mo dern maakwerk zonder eenige historischen basis. Wie erkent onderdaan te zijn van het koninkrijk van Serven, Slowenen en Kroaten, geeft ziéh zelf over al een brevet van Balkanees, terwijl de Kroaat vroe ger als onderdaan van Frans Jozef een status had in de wereld. Wat geldt van de Slowenen en Kro aten, is nog in veel sterker mate v.an toèpassing op de Montenegrijnen, de Bosniërs en Herzegowiners, die zich nog levendig hun oude onafhankelijkheid herinneren en er niet voor gevoelen, door den Ser viër, dien zij hóógstens zoo ongeveer als hun gelijke beschouwen te worden geregeerd. Daarbij komt nog de tegenzin in het opgedwongen konings schap in het algemeen en in het regime van Alexander in het bijzonder. In deze omstandigheden is het duidelijk, dat de regeering van Belgrado eerder tot toegeven geneigd was. dan het geval zou zijn geweest, als zij een ho- piogeen volk achter zich had gehad. Ook hiermede echter waren de moeilijkheden van Pachitch niet compleet. Toen in 1914 het eerste offensief der Oostenrij kers doodliep zooals alle volgende aanvallen van de MonaTOhie bekroop Pachitch de vrees, dat hij het toch op den duur niet zou kunnen bolwerken. Aan den Griekschen bondgenoot had zijn land niets. Roemenië was nog niet gekocht en betaald. Czecho- slowakije bestond nog niet eru zoowel Rusland als West-Europa hadden genoeg met zich zelf te doen. Het eenige land, waarvan wellicht hulp was te verwachten was Italië, nu het zich weinig bereid toonde te voldoen aan de verplichtingen, die het als lid van den Driebond op zich had genomen. Italië wist nog niet wie zou winnen en voelde dus nog heilige geestdrift voor de eene of andere par tij. Rome was dus nog in de markt en zoodoende hmg het af van wat Pachitch had te bieden of het voor of tegen Servië zou zijn. Pachitch deed een goede offerte. Heel de Oostkust der Adriatische Zee ALLE BOOMKWEEKERU-ARTIKELEN. Groote voorraad. Lage prijzen. Aanbevelend, P. v. BODEGRAVEN. toen zeer waarscnqniqk op aen oovengronq ?eningswet van toepassing worden gemaakt voor dus ongeveer worden betaald, wat landbouwdoeleinden gteaoht wordt waard zou tot de monding der Narenta Italiaansch mogen worden. Als de Italianen het wisten» te veroveren. Servië zou er zich niet tegen verzetten. Als het Cat- taro en nog een paar kleine havens kreeg, was het best tevreden. Altoos, als het met Italiaansche hulp zijn bestaan zou redden tegen den Oostenrijkschen aanval. Rome hield de zaak in beraad. Liet te Londen en Parijs eens polsen, wat het de regeeringen daar waard zou zijn als Italië zich tegen' zijn bondgenoo- ten keerde en of men bezwaar had tegen de offerte van Belgrado. Bezwaar was er in het minst niet. België was ingerekend. Frankrijk voor een groot deel bezet. Op het oostelijk front werden de Russen overal ach teruit gedrongen. Een nieuwe bondgenoot was alles waard. Vooral als hij niets kostte, dan hetgeen hij zelf zou trachten te veroveren. De regeling werd goedgekeurd en de Italiaansche regeering wist waarvoor de Italiaansche soldaten zouden worden opgeofferd. HA&r was het den prijs waard. Italië bleek op het goede paard te hebben gewed. Het won óók. Met de rest. Maar in Versailles schud de Wilson het hoofd. Hij zag in, dat de prijs, aan Italië beloofd, te groot was, dat die kust niet Ita liaansch kon worden, zoolang het achterland alles was behalve Italiaansch en dat zulk een regeling eindelooze geschillen zou veroorzaken. Maarhet aangeboden tractaat, en der motieven van het Quirinaal, bleef in wezen. Kan Pachitch, hoewel hij recht zou hebben op Fiume, dit recht doen gelden, waar hij kleine tien jaar geleden niet slechts die haven, doch nog veel meer uit eigen beweging aanbood? Kan Pachitch er voor uitkomen, dat hij destijds aan Kroatië geen j waarde hechtte, als het oude Servië slechts bleef bestaan en dat er een tijd was, waarin hij zelfs j in zijn stoutste droomen niet durfde dienken aan het thans gesticht groot Koninkrijk waarin Serviel den boventoon voert? Wat voor indruk moest dit maken op zijn toch al niet te trouwe Kroatische medeonderdanen? Dit schijnt de verklaring te zijn voor zijn toegeven aan de Italiaansche eischen. Nu heeft Servië Fiume verloren, doch daarmede ook zijn eenige wereldhaven. Spreekt het niet van zelf, dat, nu dit spel mis lukte. nu het aileen beschikt over haventjes als Cat- taro. men zijn best doet een equivalent te krijgen. En dat men te Belgrado thans de oogen richt op Sa- loniki? j Saloniki is Macedonië en Macedonië zijn de Bul- igaarSche rooversbenden, de Komitjadis, die altoos lastig zijn, doch vooral zoodra men hun optreden noodig heeft als voorwendsel voor eent interventie, die wellicht tot, groote dingen kan leiden j Vandaar de toebereidselen langs de grens van Macedonië. De troepenconcentraties, de inrichting van vliegvelden. Vandaar ook de „diplomatieke actie", die volgt op elke gestolen kip, elk „grens incident", eiken stap der Macedoniërs, die anti-Ser visch kan worden uitgelegd! Komt het daar tot een actie „om de woonbenden te beteugelen", dan is het oogenblik niet ver meer af, waarin er een „botsing met geregelde troepen" volgt. Dit ware een casus belli en dus: het bezetten, straks het bezit van Saloniki. Is het wonder, dat men vreest voor een nieuwe botsing op den Balkan? Botsing, die voot eind Maart of begin April 1924 op het program staat? UITKIJK. dan zal toch zeer waarschijnlijk op den bovengrond de onteigeningswet van toepassing worden gemaakt en daarvoor dus hij voor te zijn. DOOR EEN BOOM. Gistermiddag is de 29-jarige zoon van den meubelmaker F. te Amersfoort bij het vervoer van boom en gestruikeld; hij kreeg een boom op het lichaam en is een kwartier daarna overleden. NOG MEER? Men meldt, dat na het aan A. v. cL S. als direo- teur van de Schotensche gasfabriek gegeven ont slag, nieuwe feiten aan het licht zqn gekomen. Daaruit meent men te mogen concludeeren, dat het zijn gewoonte was. zich, alvorens een contract af te sluiten, aanzienlijke fooien te laten geven. Zoo is uitgekomen, dat een Amsterdamscho maatschap- §ij, die een-contract voor 1923 aangegaan heeft voor e levering van 400.000 Kg. teer, daarvoor v. d. S. f2000 uitkeerde. In totaal zou de som, die hq op verkregen heeft in de tienduizenden deze wqze loopen. ANNO 1804. geven, dat een streven naar beperking bij de be zetting van, het personeel wel degelijk bij hem voor zit eni op verschillende wijzen tot uiting ls geko men. Aan de grief van verscheidene leden dat te veel pfrsoneel van hoogen rang wordt gebezigd voor werk. zaamheden van„eenvoudigen aard, waardoor in ver houding tot <ien gepresteerden arbeid veel te hooge salarissen worden betaald, werd door den minister volle aandacht geschonken. De gewraakte toestond is evenwel zeer verklaarbaar. Opruiming van onbruikbaar materiaal heeft gere geld plaats. Een aanbouwvancatia acht de minister onver antwoord, mede in verband met de reeds belangrijk verminderde sterkte onzer marine. Op den duurt ia men het zuinigst uit met een getregeüden aanbouw volgens een vast plan. Ook de minister betreurt dien Tangen! duurt van den bouw der kruisers Java en Sumatra. Een herziening van de bezoldigings- eni pensionnee- ringsregelmg van biet personeel acht de minister zeer noodig; zij zal eahter billijkheid&haJl ve eerst aan db orde komen, wanneer dit- voor het gëheele Rijksper soneel noodzakelijk wordt geacht. Dat reeds bij de Regeering voornemens bestonden, tot een algemeene herziening der loonen, welke ook zij te hoog acht, over te gaan, mag als bekend wor den verondersteld. De post voor opleiding der adelborsten la vermin derd met f37.385, omdali in velband met de niet-tot standkoming van de 'Vlootwet 1924 het aantal In 1924 aan te nemen adelborsten 1b teruggebracht van 70 op 38. Opheffing van de Hoogere Krijgsschool zou aan de organisatie op den duur ernstige schade toebrengen en kan zelfs in de huidige omstandigheden niet ib overweging worden genomen, FIANANTÏëN. Uit de memorie van antwoord van den Minister van Financiën deelen wq mede, dat de minister erkent de langzame werking van den pensioenraad in sommige gevallen. De Minister is bereid een regeling te ontwerpeaj zen ambtenaren, *oor krachtens welke, voor gewezen wie de regeling van het pensioen buiten hun schuld ernstige vertraging ^ondervindt, de gelegenheid wordt geopend, uit het pensioenfonds een voor- EN GLUT7PEER- EEN GEDUPEERDE STAD DE SPECULANTEN. Men schrijft aan het Hdbld. Een geweldigen strop heeft, zooals blijkt uit me- dedeelingen in het Avondblad van 5 Februari, de gemeente Roermond aan de gewijzigde inzienten ten aanzien van de steenkolen-exploitatie bij Vlodorp, maar daarnaast zijn er vele particulieren, die dientengevolge zeer belangrijke' bedragen heb ben af te boeken. Een der centra n.1. van het toekomstige exploita- tiegebied was de zoogenaamde Meinweg, eën on geveer trapeziumvormig gedeelte van de Limburg- sche gemeente Helic-ïlerkenbosch, die haü drie kanten door Duifcsch gebied wordt begrensd. Dit terrein, ter grootte van eenige honderdon Hec taren^ hoog gelegen en van Nederlandsche plaat sen uit alleen maar bereikbaar langs ongebaande voetpaden, werd voorheen enkel gebruikt tot bosch- bouw, terwijl bovendien enkele Duitsche boeren er reeds voor den oorlog met ontginning tot bouw land begonnen waren, wat echter zeer matige resultaten opleverde, als gevolg van de kwaliteit van den bodem. *Die kwaliteit, gepaard met de hooge en zeer excentrische ligging was dan ook oorzaak dat deze gronden bi) verkoop per H.A. nooit meer dan f50 tot f75 konden opbrengen* tot omstreeks 1917 de geruchten, dat de daar voorheen aangeboorde steenkolenlagen van regee- ringswoge geëxploiteerd zouden worden, vasten vorm gingen aannemen. Toen liepen de prijzeh VARKENSVLEKZIEKTE BIJ DEN MENSCH. Een arts beschrijft in het Tijdschrift voor Ge neeskunde weer een geval van besmetting van, den mensch met den verwekker der varkensvlekziekte (bacillus rhusiopathiae Suis). Het geval is niet zeer belangrijk en ook> onvoldoende geobserveerd. Wel' belangrijk zijn de slotbeschouwingen van den schrij ver. Wij ontleenen daaraan de volgende passage: De mensch besmet zich met dezen verwekker (der varkensvlekziekte) op zqn huid, maar ook door den mond. Van de eerste wijze van besmetting zijn een rijkelijk aantal gevallen bekend gemaakt, van de tweede voorzoover mq bekend slechts zeer en kele. Toch zal men goed doen aan deze oorzaak bij voorkomende ingewandsontstekingen al of niet ge paard met geelzucht of verschijnselen van bloed vergiftiging zijn aandacht te schenken, vooral wan neer deze voorkomen ten tijde van een vlekziekte epizoötie of van erysipeloid-infecfcies. De mensch is vatbaar voor dozen verwekker en de kans om ze naar binnen te krijgen bestaat ongetwijfeld, zelfs al wordt het vleesch zeer nauwgezet toebereid. Zoo vond Petri dat hoewel kooktem peratuur 'de bacil len snel doodt, toch in langdurig gebraden vleesch nog, baccillen konden worden aangetroffen. Dit wordt verklaard door de waarneming dat bq braden in het binnenste van het vleesch nooit een temperatuur van 100 gr. wordt bereikt.. Zelfs bij langdurig koken bereikt de temperatuur in stukken vleesch van 3 tot 5 kilo nooit de 100 gr. Er be staat thans na invoering der nieuwe vleeechkeu- ringswet van 1919, ongetwijfeld veel minder dan voorheen de gelegenheid' om vleesch afkomstig van zieke varkens (noodslaehtingen) of van aan vlek ziekte gestorven varkens zonder dat het Yan rijks wege gesteriliseerd wordt te verknopen. Niettemin zal ook deze wet wel meer dan eens ontdoken worden. Maar het besmettingsgevaar komt van de zq'de der gezonde varkens, waarvan een aantal den ver wekker der varkensvlekziekte herbergen (bacillén- dragers). En zoo streng wordt de wet ten op zichte der vlekziekte met toegepast, dat slacn- ten van gezonde varkens uit een besmetten stal niet zou voorkomen. Men zij dus eenigermate op zijn hoede, vooral in ons land, waar zooveel varkens worden gefokt en men vergete niet, dat de besmet ting zoowel door de huid als door den mond bq den mensch veelvuldiger zal voorkomöh dan ons artsen tot heden bekend is geworden. N.RCt MARINE. Uit de Memorie van Antwoord van den Minister van Marine kunnen wij meedeelen, dat het plan bestaat een nieuwe Vlootwet in te dienen (zie el ders in dit blad). Daar dit nog wel even zal duren, werden er alvast een viertal nieuwe schepen aange vraagd met de bedoeling deze ook voor zoo ver mogelijk, voor de onderdeelen in ons land te laten bouwen. Wat de bezuiniging betreft, is op de defensieuit gaven gerekend op 12^ millioen te kunnen bezui nigen, waarvan de helft op Marine. Teneinde dit bedrag te verkrijgen, zal de regee ring alles doen om een spoedige invoering van het beginsel, dat elk deel der vloot haar eigen personeel, krijgt, zooveel mogelijk te bewerksteligen. Het ligt in de bedoeling der regeering daartoe een interde partementale commissie te benoemen, met vertegen woordigers der Departementen van Marine, Koloniën en Financiën, teneinde de regeering voor te lich ten op welke wijze de splitsing in twee marine schot op hun pensioen te ontvangen. Tegen uitbreiding van iet aantal waaraan uitzicht op vervroegt is verbonden, bestaat bezwaar. Aan den wensch van die leden, die de voor 1921 en 1922 vastgestelde regeling van de nooduitkoe aan gemeenten ook voor volgende jaren bestem :oering BmdSra 3 dek- nog dier voor landbouw vrijwel onbruikbare gronden personeelsorganisaties zoo spoedig mogelijk tot uit- met sprongen omhoog tot f 400, f 500 per H.A., voering zou kunnen worden gebracht, ia, enkele gedeelten, aie in de toekomst het een- In afwachting van een en ander is de Minister trom heetten te zullen worden, gingen zelfs voor echter bereids met zijn ambtgenoot van Koloniën in f700 tot f800 per H.A. in andere handen over en overleg getreden over een wijziging in de recrutee- verschillende koopers, die toen met hun geld geen i ring en opleiding van in Indië benoodigde catego- weg wisten 't was midden in den O. W.-tqa Ineen van personeel, die geen bepaalde manne-op- koenten, op hoop van zegen, betrekkelijk groote j leiding in Nederland noodig hebben, Waardoor een oimervlakten tegen dergelqke fancy-prijzen. niet onbelangrijke bezuiniging kan worden ver- Met het gevolg, dat ze nu een stevigen strop om kregen, jlen hals hebben. Want ook al is het waar, dat het Op de exploitatie zal over de heele lijn ernstig een of andere consortium het recht tot exploratie naar bezuiniging worden gestreefd, van de Nederlandsche regeering zal overnemen, De Minister zegt voorts de verzekering te kunnen zouden wenschen te srien; totdat een nieuwe nitieve regeling van de nnancieele verhouding tus- schen het? rijk en de gemeenten zal zijn tot stand gekomen, kan de Minister geen gevolg geven. De uiterst zorgelijke toestand van 'b lanas finanoiën zou niet toelaten de staatsbegrooting, welke thans reeds zulk een aanzienlijk tekort aanwijst, met een dergelqke uitkeering extra te belat De bezwaren tegen de thans bestaande regeling der Forensenbelasting heeft aanleiding gegeven tot de samenstelling van een wetsontwerp tot herzie ning. Een heffing op de grondstof der tabak acht de minister niet noodig en meent, dat dit niet uit de wereld zal helpen de ontduiking der accijns door reeds gebruikte zegels. Ten opzichte der debacle der Hanzebanken deelt de minister mee, dat maar 64 credioten zqn goed gekeurd, tot een bedrag van f 49.200. Of uit deze garantieverleening voor den Staat nog verliezen kunnen voorstepruiten, is nog hiet te &e Staatsloterij zal geleidelijk worden afgeschaft. UITVOER VAN PAARDEN, RUNDVEE EN VLEESCH IN 1923. In 1923 zijn uit ons lankj 17.355 paarden uitgevoerd dat ia ruim 4000 mindert «Jan in' 1923. Onza belangrijk ste afnemers wairen voor de oudere paarden (boven 3 jaar) Duitschland, dat mee<r dan de helft van het totale aantal betrok, en verder Zwitssrlarid en België; de jonge paarden, beneden 3 jaar, waren voor het grootste deel voor België gestemd. Zeer belangrijk! was de achteruitging van onzen uitvoer van rundvee In 1922 werd<en nog 65.252 stuks slachtvee uitgeroeid; in 1923 slechts 2.838 stuks. De uitvoer van fokvee bedroeg in 1922 52.980 stuks en in 1923 20.969 stuka België heeft in 1923 15.162 stuks fokvee uit ons land ingevoerd en was dus verreweg onze voornaam ste afnemer; verder vond uitvoer van fokvee plaats naar Italië. Oostenrijk, Tsjecho-Skrwakije, Hongarije, Spanje en Frankrijk. De achteruitgang van den uit voer houdt verband met het heerscben hier te lande van het mond- en klauwzeer. Onze uitvoer van wol vee liep terug van 132.739 stuks in 1922 tot slechts 4.951 in het afgeloopen jaar en de uilvoor van levende varkens, die in 1922 132.115 bedroeg, tot 71.731. Frankrijk hield om de hierboven vermelde reden zijn grenzen ook voor den invoer van Nederlandsche varkens gesloten; de uitvoer vond. in hoofdzaak naar de Oostelijke landien, Zwitserland, Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije plaats. Hier staat tegenover, dat do uitvoer van vereen varkens vlee«sch, een uitbreiding onderging 2&5W.OOO Kg. In 1922 tot 33567.000 Kg. Bijna de hel(t van deze hoeveelheid was voor Frankrijk bestemd; daarnaast was, zooals gewoonHijfk, Engeland een be langrijke afnemer van ons varkensvleosch. Echter werd in 1923 slechts 2.509.000 Kg. gezouten varkens- vleesch uitgevoerd tegen 8.682.000 Kg. in 1922. De uitvoer van rundvleesch, waaronder begrepen kalfsv.leesch, stond slechts weinig bij dien van het vorige jaar teni achter; in do jaren 1922 en 1923 wertd onlderschëiderilijk 9.852.000 Kg. en 9.323.000 Kg, uitge voerd. Het overgroots dfeel van deze hoeveelheid was voor Engeland bestemd. De uitvoer van schapenvüeescb onderging eveneens een vermindering en wel van 7.324.000 Kg. in 1922 tot 6.393.000 Kg. in 1923. Van 'deze hoeveelheid was bijna 6.000.000 Kg. voor Engeland bestemd. RIJWIELBELASTING. Het bestuur van den Algem. Nederl. Bond van Handels- en Kantoorbedienden heeft aan de Tweede Kamer verzocht, hfet wetsontwerp tot heffing van een rijwiel belasting met aan te nemen, dan wel daarin zeer belangrijke uitzonderingsbepalingen te ctoen op nemen*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 1