Almiiti Nisus-
Aiieiteitie- Inüiiiilii
SM i Co., ALKMAAR.
Uitgevers t N.V, v.h. THaPMAN Co., Schageo
EERSTE BLAD.
De dingen om ons heen.
Kweekeril „Snrsum Corda", Schoorl,
DEPOSITO'S.
DE LANGE DE MORAAZ, Alkmaar
Binnenlandsch Nieuws.
15 °|o
korting tot 15 Februari
Kleermakerij,
Zaterdag 9 Februari 1924.
SEHAGER
678te Jaargang. No. 7381.
ClIIIÏT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij Inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF no. 20
Prijs per 3 maanden (1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERJTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels (1.10, iedere regel meer 20 cent (bewljsno.
Inbegrepen). Grooto letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN.
Er gaan onrustbarende geruchten omtrent een
nieuwen oorlog, die in den maak zou zijn.
Het heet, dat Servië niet tevreden is met den
nieuw geschapen stand van zaken en, nu er langs
den weg van verdragen weinig of niets valt te be
reiken, een poging zou willen wagen om zich zelf
„recht" te verschaffén.
Nu heeft Servië of Yoegoslavië dan van trac-
taten geen bijster goede ondervinding opgedaan.
Het geringe succes ten opzichte van Fiume ligt nog
versch in het geheugen. Men vraagt zich af. waf
Servië kan hebben bewogen deze haven in een
streek, die toch volgens de vredesverdragen zuiver j
tot Yoegoslavië behoort en die een der zeer wei-1
nige bruikbare havens is, waarover het beschikt, af
te staan aan Italië om zich zelf te vergenoegen met.
Porto Baros en wat van die „waarborgen" aan
gaande het gebruik en beheer van Fiume, omtrent
wier beteekenis bij niemand twijfel bestaat of kan
bestaan.
Dit verdrag waarvoor Pachitch en Ninchich per
soonlijk naar Rome waren gekomen, is geëindigd
met een diplomatieke overwinning t voor Mussolini,
waarvoor feitelijk geen enkele grond was aan te
voeren, dan dat d'Annuncio zich heeft druk gemaakt
over die stad, waar dan, ook werkelijk eenige men-
schen van Italiaansche afkomst wonen.
De beide Servische ministers hebben niets meer
bereikt, dan zij reeds voor eenige jaren direct had
den kunnen verkrijgen, zoodat al de spanning, die
gewekt is in dien tijd en al het geharrewar dat heeft
plaats gehad, rustig achterwege had kunnen blij
ven. De hardnekkigheid van Belgrado heeft dus
niet gebaat en vermoedelijk heeft de Servische re
geering van te voren geweten, dat zij vocht tegen
de bierkaai van Italië'e onverzettelijkheid. Dat zij toch
volhield moet worden beschouwd als bewijs, dat zij
zich in haar recht gevoelde. Dit was ook inderdaad
het geval. Mits men natuurlijk Yoegoslavië be
schouwt als den rechtmatigen erfgenaam van het
deel der oude Donaumonarchie, waarin Fiume ge
legen is. Die rechtmatigheid, nu, is minstens
kwestieus. Zeker, de Groote Vier in Versailles heb
ben het zoo uitgemaakt en de verdragen dienaan
gaande zijn geteekend, doch als men zich stelt óp
een standpunt van billijkheid en bijv. de Kroaten
zelf eens vraagt of zij zoo gelukkig zijn, nu hun
belastinggelden niet meer naar Weenen, doch naar
Belgrado gaan, zou er op de rechtmatigheid van een
en ander vermoedelijk heel wat zijn af te dingen.
Dit besef had voor Belgrado een spoorslag kunnen
zijn om langer vol te houden en af te wachten of
bij een herziening van allerlei overeenkomsten wel
licht aan de „rechtmatigheid" van Fiume als Zuid-
Slavische haven niet recht zou worden gedaan.
Er moet dus een zeer belangrijk motief zijn ge
weest voor de twee ministers om toe te stemmen in
deze voor hun land onwoordeelige en zelfs krenken-
de regeling.
Vermoedelijk ligt dit motief in den binnenland-
schen toestand van Yoegoslavië. Immers iedereen
is ontevreden in dit land. De Kroaten, Serviërs en
Slovenen gevoelen niet bij elkander te behooren,
een samenbrouwsel te zijn van ongeveer gelijken
aard als de Donaumonarchie was. En terwijl die
historisch was geworden, was opgebouwd uit de erf
landen der Habsburgers, is het Koninkrijk van
Alexander Karajeorgewitch niets meer dan zeer mo
dern maakwerk zonder eenige historischen basis.
Wie erkent onderdaan te zijn van het koninkrijk van
Serven, Slowenen en Kroaten, geeft ziéh zelf over
al een brevet van Balkanees, terwijl de Kroaat vroe
ger als onderdaan van Frans Jozef een status had
in de wereld. Wat geldt van de Slowenen en Kro
aten, is nog in veel sterker mate v.an toèpassing op
de Montenegrijnen, de Bosniërs en Herzegowiners,
die zich nog levendig hun oude onafhankelijkheid
herinneren en er niet voor gevoelen, door den Ser
viër, dien zij hóógstens zoo ongeveer als hun
gelijke beschouwen te worden geregeerd. Daarbij
komt nog de tegenzin in het opgedwongen konings
schap in het algemeen en in het regime van
Alexander in het bijzonder.
In deze omstandigheden is het duidelijk, dat de
regeering van Belgrado eerder tot toegeven geneigd
was. dan het geval zou zijn geweest, als zij een ho-
piogeen volk achter zich had gehad. Ook hiermede
echter waren de moeilijkheden van Pachitch niet
compleet.
Toen in 1914 het eerste offensief der Oostenrij
kers doodliep zooals alle volgende aanvallen van
de MonaTOhie bekroop Pachitch de vrees, dat hij
het toch op den duur niet zou kunnen bolwerken.
Aan den Griekschen bondgenoot had zijn land niets.
Roemenië was nog niet gekocht en betaald. Czecho-
slowakije bestond nog niet eru zoowel Rusland als
West-Europa hadden genoeg met zich zelf te doen.
Het eenige land, waarvan wellicht hulp was te
verwachten was Italië, nu het zich weinig bereid
toonde te voldoen aan de verplichtingen, die het als
lid van den Driebond op zich had genomen. Italië
wist nog niet wie zou winnen en voelde dus nog
heilige geestdrift voor de eene of andere par
tij. Rome was dus nog in de markt en zoodoende
hmg het af van wat Pachitch had te bieden of het
voor of tegen Servië zou zijn. Pachitch deed een
goede offerte. Heel de Oostkust der Adriatische Zee
ALLE BOOMKWEEKERU-ARTIKELEN.
Groote voorraad. Lage prijzen.
Aanbevelend, P. v. BODEGRAVEN.
toen zeer waarscnqniqk op aen oovengronq
?eningswet van toepassing worden gemaakt
voor dus ongeveer worden betaald, wat
landbouwdoeleinden gteaoht wordt waard
zou tot de monding der Narenta Italiaansch mogen
worden. Als de Italianen het wisten» te veroveren.
Servië zou er zich niet tegen verzetten. Als het Cat-
taro en nog een paar kleine havens kreeg, was het
best tevreden. Altoos, als het met Italiaansche hulp
zijn bestaan zou redden tegen den Oostenrijkschen
aanval.
Rome hield de zaak in beraad. Liet te Londen en
Parijs eens polsen, wat het de regeeringen daar
waard zou zijn als Italië zich tegen' zijn bondgenoo-
ten keerde en of men bezwaar had tegen de offerte
van Belgrado.
Bezwaar was er in het minst niet. België was
ingerekend. Frankrijk voor een groot deel bezet. Op
het oostelijk front werden de Russen overal ach
teruit gedrongen. Een nieuwe bondgenoot was alles
waard. Vooral als hij niets kostte, dan hetgeen hij
zelf zou trachten te veroveren.
De regeling werd goedgekeurd en de Italiaansche
regeering wist waarvoor de Italiaansche soldaten
zouden worden opgeofferd. HA&r was het den prijs
waard.
Italië bleek op het goede paard te hebben gewed.
Het won óók. Met de rest. Maar in Versailles schud
de Wilson het hoofd. Hij zag in, dat de prijs, aan
Italië beloofd, te groot was, dat die kust niet Ita
liaansch kon worden, zoolang het achterland alles
was behalve Italiaansch en dat zulk een regeling
eindelooze geschillen zou veroorzaken.
Maarhet aangeboden tractaat, en der motieven
van het Quirinaal, bleef in wezen.
Kan Pachitch, hoewel hij recht zou hebben op
Fiume, dit recht doen gelden, waar hij kleine tien
jaar geleden niet slechts die haven, doch nog veel
meer uit eigen beweging aanbood? Kan Pachitch
er voor uitkomen, dat hij destijds aan Kroatië geen j
waarde hechtte, als het oude Servië slechts bleef
bestaan en dat er een tijd was, waarin hij zelfs j
in zijn stoutste droomen niet durfde dienken aan
het thans gesticht groot Koninkrijk waarin Serviel
den boventoon voert?
Wat voor indruk moest dit maken op zijn toch
al niet te trouwe Kroatische medeonderdanen?
Dit schijnt de verklaring te zijn voor zijn toegeven
aan de Italiaansche eischen.
Nu heeft Servië Fiume verloren, doch daarmede
ook zijn eenige wereldhaven.
Spreekt het niet van zelf, dat, nu dit spel mis
lukte. nu het aileen beschikt over haventjes als Cat-
taro. men zijn best doet een equivalent te krijgen. En
dat men te Belgrado thans de oogen richt op Sa-
loniki?
j Saloniki is Macedonië en Macedonië zijn de Bul-
igaarSche rooversbenden, de Komitjadis, die altoos
lastig zijn, doch vooral zoodra men hun optreden
noodig heeft als voorwendsel voor eent interventie,
die wellicht tot, groote dingen kan leiden
j Vandaar de toebereidselen langs de grens van
Macedonië. De troepenconcentraties, de inrichting
van vliegvelden. Vandaar ook de „diplomatieke
actie", die volgt op elke gestolen kip, elk „grens
incident", eiken stap der Macedoniërs, die anti-Ser
visch kan worden uitgelegd!
Komt het daar tot een actie „om de woonbenden
te beteugelen", dan is het oogenblik niet ver meer
af, waarin er een „botsing met geregelde troepen"
volgt.
Dit ware een casus belli en dus: het bezetten,
straks het bezit van Saloniki.
Is het wonder, dat men vreest voor een nieuwe
botsing op den Balkan? Botsing, die voot eind
Maart of begin April 1924 op het program staat?
UITKIJK.
dan zal toch zeer waarschijnlijk op den bovengrond
de onteigeningswet van toepassing worden gemaakt
en daarvoor dus
hij voor
te zijn.
DOOR EEN BOOM.
Gistermiddag is de 29-jarige zoon van den
meubelmaker F. te Amersfoort bij het vervoer van
boom en gestruikeld; hij kreeg een boom op het
lichaam en is een kwartier daarna overleden.
NOG MEER?
Men meldt, dat na het aan A. v. cL S. als direo-
teur van de Schotensche gasfabriek gegeven ont
slag, nieuwe feiten aan het licht zqn gekomen.
Daaruit meent men te mogen concludeeren, dat het
zijn gewoonte was. zich, alvorens een contract af
te sluiten, aanzienlijke fooien te laten geven. Zoo
is uitgekomen, dat een Amsterdamscho maatschap-
§ij, die een-contract voor 1923 aangegaan heeft voor
e levering van 400.000 Kg. teer, daarvoor v. d. S.
f2000 uitkeerde. In totaal zou de som, die hq op
verkregen heeft in de tienduizenden
deze wqze
loopen.
ANNO 1804.
geven, dat een streven naar beperking bij de be
zetting van, het personeel wel degelijk bij hem voor
zit eni op verschillende wijzen tot uiting ls geko
men.
Aan de grief van verscheidene leden dat te veel
pfrsoneel van hoogen rang wordt gebezigd voor werk.
zaamheden van„eenvoudigen aard, waardoor in ver
houding tot <ien gepresteerden arbeid veel te hooge
salarissen worden betaald, werd door den minister
volle aandacht geschonken. De gewraakte toestond
is evenwel zeer verklaarbaar.
Opruiming van onbruikbaar materiaal heeft gere
geld plaats.
Een aanbouwvancatia acht de minister onver
antwoord, mede in verband met de reeds belangrijk
verminderde sterkte onzer marine. Op den duurt ia
men het zuinigst uit met een getregeüden aanbouw
volgens een vast plan.
Ook de minister betreurt dien Tangen! duurt van
den bouw der kruisers Java en Sumatra.
Een herziening van de bezoldigings- eni pensionnee-
ringsregelmg van biet personeel acht de minister zeer
noodig; zij zal eahter billijkheid&haJl ve eerst aan db
orde komen, wanneer dit- voor het gëheele Rijksper
soneel noodzakelijk wordt geacht.
Dat reeds bij de Regeering voornemens bestonden,
tot een algemeene herziening der loonen, welke ook
zij te hoog acht, over te gaan, mag als bekend wor
den verondersteld.
De post voor opleiding der adelborsten la vermin
derd met f37.385, omdali in velband met de niet-tot
standkoming van de 'Vlootwet 1924 het aantal In 1924
aan te nemen adelborsten 1b teruggebracht van 70
op 38.
Opheffing van de Hoogere Krijgsschool zou aan de
organisatie op den duur ernstige schade toebrengen
en kan zelfs in de huidige omstandigheden niet ib
overweging worden genomen,
FIANANTÏëN.
Uit de memorie van antwoord van den Minister
van Financiën deelen wq mede, dat de minister
erkent de langzame werking van den pensioenraad
in sommige gevallen.
De Minister is bereid een regeling te ontwerpeaj
zen ambtenaren, *oor
krachtens welke, voor gewezen
wie de regeling van het pensioen buiten hun schuld
ernstige vertraging ^ondervindt, de gelegenheid
wordt geopend, uit het pensioenfonds een voor-
EN
GLUT7PEER-
EEN GEDUPEERDE STAD
DE SPECULANTEN.
Men schrijft aan het Hdbld.
Een geweldigen strop heeft, zooals blijkt uit me-
dedeelingen in het Avondblad van 5 Februari, de
gemeente Roermond aan de gewijzigde inzienten
ten aanzien van de steenkolen-exploitatie bij
Vlodorp, maar daarnaast zijn er vele particulieren,
die dientengevolge zeer belangrijke' bedragen heb
ben af te boeken.
Een der centra n.1. van het toekomstige exploita-
tiegebied was de zoogenaamde Meinweg, eën on
geveer trapeziumvormig gedeelte van de Limburg-
sche gemeente Helic-ïlerkenbosch, die haü drie
kanten door Duifcsch gebied wordt begrensd. Dit
terrein, ter grootte van eenige honderdon Hec
taren^ hoog gelegen en van Nederlandsche plaat
sen uit alleen maar bereikbaar langs ongebaande
voetpaden, werd voorheen enkel gebruikt tot bosch-
bouw, terwijl bovendien enkele Duitsche boeren er
reeds voor den oorlog met ontginning tot bouw
land begonnen waren, wat echter zeer matige
resultaten opleverde, als gevolg van de kwaliteit
van den bodem. *Die kwaliteit, gepaard met de
hooge en zeer excentrische ligging was dan ook
oorzaak dat deze gronden bi) verkoop per H.A.
nooit meer dan f50 tot f75 konden opbrengen*
tot omstreeks 1917 de geruchten, dat de daar
voorheen aangeboorde steenkolenlagen van regee-
ringswoge geëxploiteerd zouden worden, vasten
vorm gingen aannemen. Toen liepen de prijzeh
VARKENSVLEKZIEKTE BIJ DEN MENSCH.
Een arts beschrijft in het Tijdschrift voor Ge
neeskunde weer een geval van besmetting van, den
mensch met den verwekker der varkensvlekziekte
(bacillus rhusiopathiae Suis). Het geval is niet zeer
belangrijk en ook> onvoldoende geobserveerd. Wel'
belangrijk zijn de slotbeschouwingen van den schrij
ver. Wij ontleenen daaraan de volgende passage:
De mensch besmet zich met dezen verwekker (der
varkensvlekziekte) op zqn huid, maar ook door den
mond. Van de eerste wijze van besmetting zijn
een rijkelijk aantal gevallen bekend gemaakt, van
de tweede voorzoover mq bekend slechts zeer en
kele. Toch zal men goed doen aan deze oorzaak bij
voorkomende ingewandsontstekingen al of niet ge
paard met geelzucht of verschijnselen van bloed
vergiftiging zijn aandacht te schenken, vooral wan
neer deze voorkomen ten tijde van een vlekziekte
epizoötie of van erysipeloid-infecfcies. De mensch
is vatbaar voor dozen verwekker en de kans om
ze naar binnen te krijgen bestaat ongetwijfeld, zelfs
al wordt het vleesch zeer nauwgezet toebereid. Zoo
vond Petri dat hoewel kooktem peratuur 'de bacil
len snel doodt, toch in langdurig gebraden vleesch
nog, baccillen konden worden aangetroffen.
Dit wordt verklaard door de waarneming dat bq
braden in het binnenste van het vleesch nooit een
temperatuur van 100 gr. wordt bereikt.. Zelfs bij
langdurig koken bereikt de temperatuur in stukken
vleesch van 3 tot 5 kilo nooit de 100 gr. Er be
staat thans na invoering der nieuwe vleeechkeu-
ringswet van 1919, ongetwijfeld veel minder dan
voorheen de gelegenheid' om vleesch afkomstig van
zieke varkens (noodslaehtingen) of van aan vlek
ziekte gestorven varkens zonder dat het Yan rijks
wege gesteriliseerd wordt te verknopen. Niettemin
zal ook deze wet wel meer dan eens ontdoken
worden.
Maar het besmettingsgevaar komt van de zq'de
der gezonde varkens, waarvan een aantal den ver
wekker der varkensvlekziekte herbergen (bacillén-
dragers). En zoo streng wordt de wet ten op
zichte der vlekziekte met toegepast, dat slacn-
ten van gezonde varkens uit een besmetten stal niet
zou voorkomen. Men zij dus eenigermate op zijn
hoede, vooral in ons land, waar zooveel varkens
worden gefokt en men vergete niet, dat de besmet
ting zoowel door de huid als door den mond bq
den mensch veelvuldiger zal voorkomöh dan ons
artsen tot heden bekend is geworden. N.RCt
MARINE.
Uit de Memorie van Antwoord van den Minister
van Marine kunnen wij meedeelen, dat het plan
bestaat een nieuwe Vlootwet in te dienen (zie el
ders in dit blad). Daar dit nog wel even zal duren,
werden er alvast een viertal nieuwe schepen aange
vraagd met de bedoeling deze ook voor zoo
ver mogelijk, voor de onderdeelen in ons land te
laten bouwen.
Wat de bezuiniging betreft, is op de defensieuit
gaven gerekend op 12^ millioen te kunnen bezui
nigen, waarvan de helft op Marine.
Teneinde dit bedrag te verkrijgen, zal de regee
ring alles doen om een spoedige invoering van het
beginsel, dat elk deel der vloot haar eigen personeel,
krijgt, zooveel mogelijk te bewerksteligen. Het ligt
in de bedoeling der regeering daartoe een interde
partementale commissie te benoemen, met vertegen
woordigers der Departementen van Marine, Koloniën
en Financiën, teneinde de regeering voor te lich
ten op welke wijze de splitsing in twee marine
schot op hun pensioen te ontvangen.
Tegen uitbreiding van iet aantal
waaraan uitzicht op vervroegt
is verbonden, bestaat bezwaar.
Aan den wensch van die leden, die de voor 1921
en 1922 vastgestelde regeling van de nooduitkoe
aan gemeenten ook voor volgende jaren bestem
:oering
BmdSra
3 dek-
nog
dier voor landbouw vrijwel onbruikbare gronden personeelsorganisaties zoo spoedig mogelijk tot uit-
met sprongen omhoog tot f 400, f 500 per H.A., voering zou kunnen worden gebracht,
ia, enkele gedeelten, aie in de toekomst het een- In afwachting van een en ander is de Minister
trom heetten te zullen worden, gingen zelfs voor echter bereids met zijn ambtgenoot van Koloniën in
f700 tot f800 per H.A. in andere handen over en overleg getreden over een wijziging in de recrutee-
verschillende koopers, die toen met hun geld geen i ring en opleiding van in Indië benoodigde catego-
weg wisten 't was midden in den O. W.-tqa Ineen van personeel, die geen bepaalde manne-op-
koenten, op hoop van zegen, betrekkelijk groote j leiding in Nederland noodig hebben, Waardoor een
oimervlakten tegen dergelqke fancy-prijzen. niet onbelangrijke bezuiniging kan worden ver-
Met het gevolg, dat ze nu een stevigen strop om kregen,
jlen hals hebben. Want ook al is het waar, dat het Op de exploitatie zal over de heele lijn ernstig
een of andere consortium het recht tot exploratie naar bezuiniging worden gestreefd,
van de Nederlandsche regeering zal overnemen, De Minister zegt voorts de verzekering te kunnen
zouden wenschen te srien; totdat een nieuwe
nitieve regeling van de nnancieele verhouding tus-
schen het? rijk en de gemeenten zal zijn tot stand
gekomen, kan de Minister geen gevolg geven. De
uiterst zorgelijke toestand van 'b lanas finanoiën
zou niet toelaten de staatsbegrooting, welke thans
reeds zulk een aanzienlijk tekort aanwijst,
met een dergelqke uitkeering extra te belat
De bezwaren tegen de thans bestaande regeling
der Forensenbelasting heeft aanleiding gegeven tot
de samenstelling van een wetsontwerp tot herzie
ning.
Een heffing op de grondstof der tabak acht de
minister niet noodig en meent, dat dit niet uit
de wereld zal helpen de ontduiking der accijns door
reeds gebruikte zegels.
Ten opzichte der debacle der Hanzebanken deelt
de minister mee, dat maar 64 credioten zqn goed
gekeurd, tot een bedrag van f 49.200.
Of uit deze garantieverleening voor den Staat
nog verliezen kunnen voorstepruiten, is nog hiet te
&e Staatsloterij zal geleidelijk worden afgeschaft.
UITVOER VAN PAARDEN, RUNDVEE EN VLEESCH
IN 1923.
In 1923 zijn uit ons lankj 17.355 paarden uitgevoerd
dat ia ruim 4000 mindert «Jan in' 1923. Onza belangrijk
ste afnemers wairen voor de oudere paarden (boven
3 jaar) Duitschland, dat mee<r dan de helft van het
totale aantal betrok, en verder Zwitssrlarid en België;
de jonge paarden, beneden 3 jaar, waren voor het
grootste deel voor België gestemd.
Zeer belangrijk! was de achteruitging van onzen
uitvoer van rundvee In 1922 werd<en nog 65.252 stuks
slachtvee uitgeroeid; in 1923 slechts 2.838 stuks.
De uitvoer van fokvee bedroeg in 1922 52.980 stuks
en in 1923 20.969 stuka
België heeft in 1923 15.162 stuks fokvee uit ons
land ingevoerd en was dus verreweg onze voornaam
ste afnemer; verder vond uitvoer van fokvee plaats
naar Italië. Oostenrijk, Tsjecho-Skrwakije, Hongarije,
Spanje en Frankrijk. De achteruitgang van den uit
voer houdt verband met het heerscben hier te lande
van het mond- en klauwzeer.
Onze uitvoer van wol vee liep terug van 132.739
stuks in 1922 tot slechts 4.951 in het afgeloopen jaar
en de uilvoor van levende varkens, die in 1922 132.115
bedroeg, tot 71.731. Frankrijk hield om de hierboven
vermelde reden zijn grenzen ook voor den invoer van
Nederlandsche varkens gesloten; de uitvoer vond. in
hoofdzaak naar de Oostelijke landien, Zwitserland,
Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije plaats.
Hier staat tegenover, dat do uitvoer van vereen
varkens vlee«sch, een uitbreiding onderging
2&5W.OOO Kg. In 1922 tot 33567.000 Kg. Bijna de hel(t
van deze hoeveelheid was voor Frankrijk bestemd;
daarnaast was, zooals gewoonHijfk, Engeland een be
langrijke afnemer van ons varkensvleosch. Echter
werd in 1923 slechts 2.509.000 Kg. gezouten varkens-
vleesch uitgevoerd tegen 8.682.000 Kg. in 1922.
De uitvoer van rundvleesch, waaronder begrepen
kalfsv.leesch, stond slechts weinig bij dien van het
vorige jaar teni achter; in do jaren 1922 en 1923 wertd
onlderschëiderilijk 9.852.000 Kg. en 9.323.000 Kg, uitge
voerd. Het overgroots dfeel van deze hoeveelheid was
voor Engeland bestemd.
De uitvoer van schapenvüeescb onderging eveneens
een vermindering en wel van 7.324.000 Kg. in 1922
tot 6.393.000 Kg. in 1923. Van 'deze hoeveelheid was
bijna 6.000.000 Kg. voor Engeland bestemd.
RIJWIELBELASTING.
Het bestuur van den Algem. Nederl. Bond van
Handels- en Kantoorbedienden heeft aan de Tweede
Kamer verzocht, hfet wetsontwerp tot heffing van een
rijwiel belasting met aan te nemen, dan wel daarin
zeer belangrijke uitzonderingsbepalingen te ctoen op
nemen*