Alitlttl Nimis-
MratiMit- Lsiilinlljl.
EEN UITSTAPJE MET EN8ELSCHEN.
pinsdag 1$ Februari 1924.
67ste Jaargang. No. 7382.
lijvers i IV, v.h. TRAPMAN CoScbogeo
EERSTE BLAD.
kind is gauw
tevreden!
Plaatselijk Nieuws.
SEBAGER
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitlcomend nummer geplaatst.^
POSTREKENINQ No. 23330. INT. TELEF no. 20
Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 8 cent. AD VERTEN-
TIëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
De lage Belgische frank werd nog lager.
Mijn vriend B. wilde mij persé mee hebben naar
België.
Ik sputterde nog al tegen, B. wees mij in de Times
de wisselkoersen, pakte mijn Handelsblad op pp
vond de wisselkoersenrubriek.
Daarop bewees hij mij zonneklaar, dat ik nog een
veel betere koers zou maken dan hij, zoodat ik hem
eiken dag wel op een flesch wijn mocht tracteeren
wegens het feit, dat hij mij „er eens uithaalde", zoo
als hij het noemde.
B. is het levend voorbeeld, dat Engelschen best tar
len kunnen leeren, indien zij willen. Hij spreekt keu
rig Fransch, kan oa. Hollandsch lezen en bestudeort
de taal van het land waar hij heen gaat.
Enfin, ik heb toegegeven en eenj paar dagen later
zaten we in den trein naar Dover, vervdlgens op de
boot naar Ostende en kort daarop in een hotel te
Brugge.
Het is een uitstekend hotel, dit hotel Memline
Palace op de Groote Markt te Brugge.
Waarom het Palace heet, begrijp ik alleen niet.
Het is een klein hotel.
Het is echter een uitstekend hotel, met een prettige
directie, goede keuken en nette bediening.
Voor ons Hollanders is het spotgoedkoop bij1 de
huidige wisselkoers.
Wie niet gelukkig is Of hij moet Hollanders ocm
zich heen hebben, die moet niet naar Memline toe.
Het is vrijwel geheel bezet door Engelschen.
Het gevolg daarvan is een allergezelligste, beschaaf
de en gemoedelijke toon.
Wij werden dadelijk in de groote familie opgeno
men en maakten een dag na onze aankomst reeds
een groote theepartij mee, die een der Engelsche da
mes gaf.
Het was een internationale theepartij: Engelschen,
Canadeezen, Franschen, Belgen, Denen en een Hol
lander.
Wo moesten allemaal iets aanhangen, wat de titel
van een boek beteekende. Ik kwam met een doosje
lucifers: le Feu van Henry Barbusse.
De Engelsche dominee uit Brugge had een stuk of
tien badpoppetjes om zijn hals hangen. Hij was het
boek over de: Overbevolking- en de noodzakelijkheid-,
desnoods door afmaking, in dit euvel te voorzien.
Een lief Canadeesch meisjes was: „Canadian bo
ven", die had dus nietsbehoeven om te hangen,
want dit was zelf haar boek.
Een Schot had een uitgebrand gloeilampje om:
Kiplings: the Light that failed.
Nu kregen wij bij hét binnenkomen allemaal een
nummer aangespeld en een lijst met nummers en
een potlood in de hand gedrukt.
Wie de meeste nummers zou raden, kreeg den
prijs. Er was een damesprijs eni een heerenprijs.
Niemand werd voorgesteld of stelde zich voor, maar
allemaal praatten met elkaar, zoodat er geen stijve
toon heerschte, maar iedereen de grootste pret had.
Niemand vond iets of een ander gek. Niemand be
keek een ander. Niemand zei: ik ben niet voorge
steld, wat eng.
Iedereen was vlot en aardig en beleefd. De kunst
was iemand uit te hooren wanneer men een titel niet
kon oplossen. Men had de grootste pret.
Wat een interessante menschen heb ik in de gau
wigheid ontmoet. Ik heb met een Franschman ge
sproken, in wiens chateau, de Duitsche Keizer hoofdr
kwartier had gehad. Toen de brave, eerlijke, onkrenk-
baar correcte Wilhelm het huis verliet, liet hij het
in brand steken en brandend photographeeren en
aan den eigenaar een photp sturen. Ik kan mij zoo
levendig voorstepen hoe trotsch vele Hollandsche fa
milies in Doorn en omstreken1 moeten zijn bi) zoo'n
edel en deftig heer als ex-keizër Wilhelm aan huis
te mogen komen. Het is een groote eer met zulk
een Kultur-Uebermensch te mogen omgaan.
Een Engelschman vertelde mij, dat gedurende den
oorlog zijn mooie woning in Brugge door de Duit-
schers gebruikt was geworden. Toen hij het terugr
kreeg, waren stoelen, gordijnen en kleeden vernield,
men had hat benedenhuis klaarblijkelijk de laatste
dagen voor urinoir en W.C. gebruikt. Mooie schil
derijen waren uitgesneden en verdwenen. Een antiek
ivoren crucifix was uit de lijst gerukt en meegenomen.
De Duitsche generaal vond het heel gewoon wat ge
beurd was. De tuin was onderhouden, dat hadden de
oppassers der officieren in hun vrijen tijd gedaan.
De soldaten der Keizerlijke Duitsche Armee stonden
wat Kultur betreft, vrij wat hooger dan „die Herren
Offizieren."
Een professor, die eene speciale studie- over Britsch-
Indië heeft gemaakt, vertelde mij allerlei belangrijks
en noodigde mij uit om een serie lezingen te komen
bijwonen.
Inmiddels werd thee en gebak gepresenteerd en
tenslotte werden de nummers voorgelezen en moest
ieder zeggen welk boek zijn nummer voorstelde.
Mijn lucifersdoosje vond ik zelf erg onbeholpen,
maar ik had wel tijd gehad iets beters te verzinnen,
maar niet om het uit te voeren.
Er waren keurige puzzles bij, o.a. een van öen
•dame van 82 jaar, de moeder van onze gastvrouw.
Die oude dame deed mee alsof ze pas 50 jaar was.
Ik ken nu meteen de géheele v^eemdélinjgenkolo'nle
in Brugge. Vroeger was die véél gTOoter. Voor dén
oorlog waren ér wel 1000 Engelschen in Brugge.
Bugge is voor de RoomschrKathoüeke Engelschen
een plaats van belang.
Hier gingen ien gaan de Engelschen heen, die
Roomséh wfllen' worden en worden' novice in die
Brussel sche kloosters.
Er waren ihder vóór den oorlog uitmuntende sclhb-
len, waar de Engelsche koloniale ambtenaarsfamilies
dikwijls hun kinderen lieten opvoedien.
Door den oorlog is dat vérdwenen. Er zijn echter
tusschen de Engelschen, die in Brugge wonen, fami-
liöS, die hier elk jaar wéés 's winters neerstrijken en
dikwijls daarna cfes zomérs naar jKnocke, de gezellige
Belgische badplaats, gaan.
Een van dé heeren, waarmee ik veel gepraat heb,
kwam reeds voor het 5e jaar in Brugge.
De moeder is echter
niet tevreden voordat
de kleertjes absoluut
schoon zijn# Veel
werk behoeft dit
thans gelukkig niet
meer te kosten. Meer
dan vijf minuten zijn niet noodig om het waschgoed 's avonds in
een RINSO sopje te zetten. R1NSO doet 's nachts het werk en
maakt al het vuil los. Het moet dan alleen maar uitgespoeld
worden zonder wrijven of boenen.
RINSO, de fijnste zeep in korrelvorm is overal
verkrijgbaar.
Rinso
DE LEVER'8 ZEEP MAATSCHAPPIJ. VIJLAEDWOE*.
Heeft Minister do Graaf wel eens gedacht aan
de belangen van Maatschappij Nederland, Rotter-
damsche Lloyd en Koninklijke Paketvaart, wanneer
die Duitsche staat in een staat zou worden ge
sticht, met al de aankleve van dien, waartoe, o.a» de
Duitsche scheepvaart belangen behooren.
Minister de Graaf, indien ge maar iets meer
weet dan men vreest, dat gy weet, dan zult ge
het spreekwoord kennen: Charitó bien ordexonée,
oommence par soi même.
Denk toch, Excellentie, eerst aan Nederland en
dan aan den Hertog van Mecklenbui* en aan de
slimme Duitsche vogels, die hem, den braven broe
der van Prins Hendrik, als aas gebruiken, waar
aan gij, met of zonder witte broek maar wellicht
toch ook door een klein vleugje ijdolhedd, zult
moeten bijten.
Om nn op Morel terug te komen, is mijn Gou
verneur niet erg te spreken over dezen vreaesprijs-
candidaat.
Ik heb met dien man enorm veel last gehad, zei
hij, want hij is een gevaarlijk intrigant en een
gevaarlijke onruststoker, wien het niet Qjp vrede
te doen is, doch om onvrede.
De heer MaoDonald en zijne vrienden moeten
woten of hetgeen Morel verder gedaan heeft, hom
tot vredeeprys-candidaat- kan qualificeoren, doen
ik vind, dat zij Engeland met zulk een oandidaafc
belachelijk maken.^
Morel heeft j
anders gedaan
nieuwe vaderland van vredeeverstoring 1
Duitschland zelfs het Duitechland van onder
Wilhelm IIals vredelievend schilderen. Is dt
manier om vrede te stichten^ gelegen in het feit
om het />udo Pruisische militairisme schoon te
wasschen?
Zijn boeken als „Ten Years of seoret Diplomacy"
oaI j.Truth and the War", boeken die iemand tot
vreacsprhs-candidaat promoveeren?
Maar dat moeten zijn promotors, de heeren van
't Kabinet-MacDonald weten. Ik weet dat hij geen
vredesapostel is, maar een onruststoker, een man,
die kans zou zien om in tien minuten tijd in eebi
doof stommen-instituut een algemeene vechtpartij
te doen losbarsten.
Willen ze nu zoo'n man een Nobelprys gurmehP
.Mijn brave gouverneur, antwoordde ik, bij de So
cialistische heilstaat kent men heel bijzondere me*
tiioden om de lastposten zcwftf te houden. Men ver*
deelt baantjes en buit. Ik denk, dat ze Morel
slechts op één voorwaarde buiten hun Ministerie
konden houden. Die voorwaarde zal geweest zijn
een zak vol Nobelsche Kronen.
Waar zoo'n drommelsche kapitalist als wijlen de
Naphta Koning Nobel al niet goed voor is..
Laten we bly zijn, dat Morel niet in ons
gelijke hotel is.
zen.
gedurende en na den oorlog niets
t aan te trachten zijn éigen oude en
md van vredeeverstoring betichten en
genoe*
Hij is gouverneur geweest van een1 dér Engelsche sche, Mies Elisa Emiméliria de Horne.
Afrikaansche kolonies. Het is de genogelijkste oude De vader stierf, de -moeder, alhoewel geen recht op
heer, dien men zdch kan voorstellers Hij. is heele- pensioen hébbende, kreeg van het Fransche gouver-
maal niet van het soort van: als ik mijn witte broek nément een klein pensioen en ging te Eastbourne tn
aan heb, dan ben ik de koningin". Ik kan mij wel EDgeland wonen.
zoowat voorstellen welke Holüanjcftsche gezant dat ge Morel bleef Franschman, werd voor den Eranschen
zegd heeft. Ik ken over dien nieuwbakken, ik- zou krijgsdienst voorloopig afgekeurd, d'och geplaatst bij
bijna zeggen oorlogswee gezant, nog meetr moppen, de reserve en als zoodanig in 1918 ingedeeld bij én
Hij was gedurende den oorlog commandant van een opgeroepen voor het 33e Fransché infanterieregimlent.
vluchtelingenkamp, reed daar in een soort phantasie Morel bleef in Engeland en liét zich later itot En-
uniform te paard rond, duikelde wéltewaar bijna van gelschmari nkturaliseeren. Hiji bleef zorgvuldig buiten
zijn kleppen af, doch wilde generaal genoemd wor- schot.
den: In een aorp in Noord-Hol'land waren veel1 Bel- Dit is natuuWijk slechte een1 quadstie, die slechts
gische vluchtelingen. Zij moesten naar het kamp Morel en Frankrijk aangaan en niets met den Vre-
van onzen ijdeltuit. De djames van het comité teslo- desprijs te maken heeft
ten de Belgische vluchtelingen zelf te gaan afleveren. Morel was indertijd als handelsgeëmplbyeerde naar
Ze kwamen aan de poort van het' kamp, gingen bin- Wéét-Afrika vertrokken en hééft zich' déar in! het
nen en waren besluiteloos, waaihéen zich ,te wanden, bijzonder bezig gehouden met het schrijven van ve-
Daar reed een raar bebaard en onthaard heer op nijnige artikelen over de Belgische Congo. Morél
haar af, iemand in zonderling gewaad en met woe- wist het zoover met zijn aantijgingen en' ophitlserij te
deinde blikken. Wat moeten jullie? brulde hij de sturen, dat het een haalr gescheeld heeft of indertijd
vrouwen toe. Wij willen dezé Belgische vluchtelingen was er oorlog ontstaan tusschen Engelarid en Belglé
hier onderbrengen, meneer, antwoordde de woord- over de Belgische Congo.
voerdster van het comité, de flinke vrouw van een Het is zeer merkwaardig dat Morel rioh slecht»
flink winkelier uit het dorp. Onze potentaat builde tot de Belgisohe Congo bepaald heeft en niet zijn
haar toe:, ,rk ben «een meneer, «.vjd. en voor hij onderzoek en berichtgeving uitstrekte over het
verder kon gaan antwoordde onze brave Noordhol- Duit8che Congo-gebied. Dit is daarom zoo merio
l&ndsche: „Dat zie en hoor lk wel waardig, omdat, indien er wreedheden tegen-
Ik ben generaal, riep onze bureaucraat nog, maar over negers in de Congo gepleegd zyn, het bewezen
toen hij bemerkte, hoe onbedaarlijk al die vrouwtjes is, dat ae Belgen nog altijd een lesje konden nemen
aan het lachen waren redde hij zijn provere figuur bij de Duitschers, want dat de behandeling der
door weg te rijden. l <9 i. negers door de Duitschers met hun bekenden „Tro-
Die zelfd! mans is nu losgelaten als Hafe MajeSteits penkoller", werkelijk alle beschrijving te boven
?;ezant en zegt dat als hij de witte broek aan heeft gaat, zoo schadelijk was die.
de -broek van zijn galacostuum) hij Hare Majesteit Dit is mij trouwend gedurende mijne zeereizen
zelf is. Toen ik een jongen was heb ik dezen klein- door Duitscners zelf verteld, die er trouwens met
zoon van een Duitsch antiquair, waarvan de firma brauvoure over spraken.
nog in Amstérdam bestaat, ontmoet. Hij was toen al Ik moest hieraan en aan dien beruchten „Tropen
even dwaas ijdel, maar ook reeds bijzonder knap. koller" denken toen ik het ongelooflijke bericht las,
Want deze man, die barst van opgeblazen1 ijdel, ts dat Minister de Graaf een bijzondere concessie
weliswaar geen* beroepsdiplomaat van huis uit, doch zou verleenen aan Adolf Hertog van Meoklenburg„
is door zijn bekwaamheid alé vertegenwoordiger van voor groote terreinen in Nieuw Guinea.
Handelsbelangen een groote* aanwinét voor het corps. Weet de heer tfe Graaf wel, dat do Duitschers in
tegelijk met de tropen een ziekte krijgen, die by Engelschen
3 3 -- nX Tropenkoller, een
EMIGRATIE NAAR CANADA.
Zaterdag j.L werd in het hotel „Vredelust" een
een bespreking gehouden over bovenstaand onder
werp. Deze bijeenkomst was belegd door de Di-
stricts-arbeidsbeurs te Helder en daartoe waren
uitgenoodigd de besturen der gemeenten, behooren-
de tot genoemd District. terwijl in aansluiting
tot deze bijeenkomst mede was belegd een verga
dering van ^Burgemeesters en Secretarissen in het
Kanton Schagen.
.De bijeenkomst was niettegenstaande het belang
rijke onderwerp, slechts matig bezocht, slechts een
zestal gemeenten waren vertegenwoordigd.
De heer Verstegen uit den Heldor, voorzitter van
de Districts-Arbeidsbeurs te Helder, opent de by
eenkomst en begint te vertellen, hoe tegenwoordig
het vraagstuk der emigratie tot een zoodanig be-
verschillende
langrijk vraagstuk is geworden, dat
De handelsgeest, die zijn grootvader xegeujK mer q0 tropen SÊÊfê
een roode zakdoek, waarin zijn vermogen, uit Duitsch en Hollanders onbekend is,
land bracht, is ook bij den kleinzoon in hooge mate soort razernij?
aanwezig en de daarmede bewezen diensten moeten
on:s maar witte broek en> andere kwartelorumgrappen
doen vergeven en vérgeten.
Mijn Engelsche gouverneur is de eenVoud zeil
Wij hebben een lang gesprek gehad over den Brit-
scben Nobelprijb-candidaat, over MoreL De gouver
neur heeft de vredeeevolutieö van Mtorel iri Afrika ge
zien en weet wat men aan dezen vredesapostel heeft.
Het merkwaardigste is wellicht, d'at het Britsehe
kabinet als Britsch candidaat voor den Nobel-Vredes
prijs opgegeven en sterk aanbevolen heeft een man,
dlie niet als Brit. doch alé Franschman geboren is.
Georgo- Edonard Piené Aobü'le Morel Deville is 10 kunnen maken, indien wij via H<
Juli 1893 te Parijs geboren. Zijn vader was klerk op een deel van Nieuw Guinea Tropenk<
het Bureau der Domeinen en zijn moeder een Engel- gaan importeeren.
De Duitschers krijgen die razernij en vinden
het dan heel gewoon om b.v. de drinkwater-bronnert
der inboorlingen te vergiftigen en hen zoodoende
„en gros" op to ruimen, terwy'1 ze de overgebleve
nen „en detail" gruwelijk vermoorden. De Duit
schers vinden dat heuscn heel gewoon en slechts
een van de moeilijkheden om Duitsche Kultur in
de tropen te ifitroduceeren.
Weet Minister de Graaf dat het deel van Nieuw
Guinea,hetwelk vroeger Duitsch was en thans aan
Australië behoort? Vergeet hy dat de Austra
liërs het ons in ïndië heel onaangenaam zouden
B AdoUf ih
Ier zouden
groote instellingen zich dat hebben aangetrokken en
bureaux zyn ingesteld om emigranten afdoende te
kunnen in- en voorlichten.
De Rijksdienst der arbeidsbemiddeling en werk
loosheidsverzekering heeft zich ook deze zaak aan
getrokken en bekleedt een plaats, in een der
grootste emigratie-maatschappijen.
De dis tricts-arbeidsbeurs heeft zich in verbinding
gesteld met vooraanstaande personen en tenslotte
als het lichaam dat de inlichting zal verstrekken
aangewezen de centrale emigratie-maatschappij
„Holland". Deze maatschappij is een groote orga
nisatie, «welke hare vertakkingen heeftt zoowel hier
als in Canada en
regeering dier landen,
over f125
»pi un.iv m iigyu UVCAu, «wnui uioi
werkt in samenwerking met de
ien. Deze maatschappij besohikt
000, welk kapitaal door
•te te gemeenten uit ons land is gebra
der
,t op
welk kapitaal uitsluitend wordt aange-
i de nooaige gegevens t<
het verstrekken van inlichtingen.
wend, om de
vens te verkrijgen voor
Emigratie is niet te boschouwen als gevolg der
werkloosheid, doch als gevolg der behoefte aan
land. Vroeger jaren emigreerde pl.m. 10.000 perso
nen jaarlijks. De toestanden der latere jaren in het
buitenland hebben dit onmogelijk gemaakt. Zoodat
deze menschen nu hier bleven, daarbij nog een aan
was der bevolking van pl.m. 100.000 per jaar. Zoodat
ten slotte onze bodem te klein is, daarvoor een ar
beidsveld te vinden en nu dit dreigt vast te loopen
wordt uitgezien naar een geregelde emigratie.
Nq is de emigratie naar Canada zeer gemakkelijk,
omdat daar de grootste behoefte is. Duizenden H.A.
land, vruchtbaar land, zyn daar nog onontgonnofi
en de regoerlng van Canada wil gaarne, dat deze
gronden m cultuur worden gebracht Het spreekt
vanzelf, dat daarvoor behoefte is aan 1 andbouw
arbeiders en vaklieden uit daaraan verwante vak-
ik end met
van Canada
_andbouwende
landen, als#Nederland en de Scandinavische landen.
Voor emigranten uit deze landen is geen limiet
gesteld.
De behoefte hier aan land voor eigen bevolking
is wel een van do redenen dat de drooglegging der
Zuiderzee wordt doorgezet, niettegenstaande daar
tegen veel verzet is gehoord.
Canada vraagt uitsluitend dus boerenarbeiders,
uitsluitend valide arbeiders, de beste en de gezond
ste en in de meest gewenschte leeftijd van 20 tot
40 jaar. Ongehuwde arbeiders hebben allereerst
de voorkeur. Gehuwde arbeiders zonder kinderen