r
t
TWEEDE BLAD.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Raad Harenkarspel.
Donderdag 13 Maarl 1924.
67s(e Jaargang. No. 7400.
Zitting van Maandag 10 Maart 1924.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
UITGSTELD.
De Politierechter verklaart dat behandeling der
zaak oóntra beklaagde Kroon nader ia verdaagd
tot 28 April a.8.
EEN TE GROOTE MOND.
Simon Kok uit Purmerend was niet verschenen.
Hy nam op 3 Febr. jl. te Oudendijk de vrijmoedig
heid om den gemeenteveldwachter S. 'Smit aldaar
leelijke beleedigende woorden toe te voegen, toen
deze zioh, voorwaar niet tot eigen genoegen, met
hem moest inlaten. Tegen Kok-werd geëischt f20
of 20 dagen. Vonnis dito.
SOLIDARITEL
Pieter Reindert Jong uit Alkmaar, iemand met
een nog blanoo strafregister, had ter zijner woon
stede do agenten van Dok en Koot belemmerd, toen
deze een kennis van 'm, den jeugdigen Gerrit
Zwart, wegens openbare dronkenschap wilden op
brengen. En toch waren daar alle termen voor.
Niet voor de tegenwerking van Pieter Reindert..vi
maar voor 't opbrongen van Zwart. Want Gerrit
had 'm aardig om, daar mankeerde niets aan. Al
leen wou vriend Zwart niet met de politie mee en
toonde zich wederspannig. Wat er natuurlijk niet
beter op werd, toen vriend Jong 'n handje kwam
helpen om de politie te bemoeilijken.
Jong en Zwart, die achtereenvolgens wegens hun
optreden terechtstonden, werden thans gevonnisd,
de eerste met f40 of 40 dagen zitten, de tweede met
'n tientie boete of 10 dagen brommen.
DIEFSTAL VAN EENDEN.
Dan volgde Pieter Kurjpers van Ursem, die de
vriendelijkheid had gehaa, om in l'November# jl. in
vereeniging met zijn dorpsgenoot Jan Konijn een
'stuk of wat tamme eenden te stelen ten nadeele van
C. Vader te Oterleek, Maar de heeren wérden ach
terhaald en moesten heden terechtstaan. Pieter deed
zün best om 'te ontkennen, maar het gaf hem riiefc
veel. dat hij daarin ziin heil zocht. Hij werd ge
straft met f50 boete of 50 dagen hechtenis en ziin
makker Jan met 2 maanden gev. voorwaardelijk
met 2 proefjaren.
EEN DURE DAG.
De laatste zaak vandaag gold Cornelis Johan-
nes Strooper uit de Züpe, die zich aldaar onlangs
toen de politie termen vond om zijn geweer in be
slag te nemen, heftigen in dreigende houding tegen
den Callantsooger rijksveldwachter van Honscno-
ten heeft verzet, zoodat deze, noodgedwongen, ten
slotte Strooper het geweer heeft laten 'behouden.
Ook beleedigde Strooper den rijksveldwachter toen.
De Ó.v.J. eischte 2 maanden gev.
De Politierechter nam wel aan, dat door bekl. een
ia maar bedrei-
was hier
dreigende houding was aangenomen, mai
ging in den zin als door de wet bedoeld
niet en bleef dus over de beleediging. Het vonnis
was f60 of 60 dagen hechtenis.
Zitting van Dinsdag 11 Maart 1924.
OVERLEG IS HET HALVE WERK.
We begonnen op de langdurige zitting van van
daag met de 46-jarige Jeltje Jacoba van Hoorn')
huisvrouw J. Kremer, woonachtig te Alkmaar aan
een op het Scharloo uitkomende steeg. Zij zat in
geldverlegenheid en was, na met iemand haar
voornemen te hebben besproken er toe overgegaan
om brand in hare woning te stichten, met het doel
dan de assurantiepenningen te innen. Thans zit
Jeltje gedetineerd.
Terwijl het boeltje al lustig brandde, was zy
op weg naar den assurantie-agent om de verzeke^
ringsgelden in contanten te gaan inheh, wat zij
onomwonden een voorbijganger antwoordde, toen
die er haar nog op wees, dat naar woning in brand
stond.
Zij had proppen papier gemaakt, voorts zich een
oyaal gebruik van de petroleumkan "veroorloofd
■n toen het zaakje' aangestoken. Een houten schot
n ook een paar bedmatrassen brandden al lustig,
oen nog '%iiqig een politieman verscheen, die han
dig den beginnenden brand wist te blusschen en
den brandenden inboedel buiten bracht on verder
blusohte.
Jeltje stond heden terecht en beriep er zich op,
dat een ander haar had geadviseerd, aldus te han
delen. Maar daarmee kon zij niet volstaan. Er was
voor de onmiddellijk belendende perceelen ontegen
zeggelijk gevaar geweest. De O.v.J. vindt brand
stichting al een zeer gevaarlijk delict en eisohte 10
maanden gev.
Mr. Begieren Al te na van Heilo was verdediger eu
vroeg invrijheidsstelling van beklaagde en voor
waardelijke veroordeeling. De O.v.J. verzette zich
tegen invrijheidsstelling. En de rechtbank vond
geeen termen om tot nare invrijheidsstelling over
te gaan
ZEDENMISDRIJF.
Met gesloten deuren stond terecht de 68-jarige Cor
nelis Bleek, zonder beroep, te Schagen, thans gede
tineerd terzake bovengenoemd feit.
Mr. van Loockeren Compagne opponeerde in deze
zaak als ambtshalve toegevoegd' verdediger.
Er waren geen getuigen gedagvaard.
Eisch: 5 maanden gevangenisstraf met aftrek van
preventief.
DE RAMP MET DEN BAGGERMOLEN „MIERWE
DE li'
De derde en laatste zaak brengt ons als beklaag
den Leondert Bakker, uitvoerder van baggerwerken
te Zeist en de sleepbootkapitein Teunis Kraaienveld
uit Sliedrecht, terechtstaande wegens het ten laste
yelegd veroorzaken van den dood van 5 opvarenden
van een baggermolen door sohuld, aangezien zij
dezen inet 5 koppen bemanden baggermolen in
open zee hadden achtergelaten en niet een veiliger
Qgplaats hadden gegeven.
Bakker was uitvoerder der Naaml. Venn. de Grootfa
paggermaatechappij te Zedst, die een baggerkarwei
m de haven van Urk had aangenomen. Op 29 Aug.
jl. was bii aanvankelijk mooi weer daarheen op weg
vanuit Medemblik vertrokken een sleepboot Zui
derzee genaamd, met bekl. Kraaienveld als Kapi
tein, welk vaartuig de baggermachine trok, bene
vens tweee baggerbakken en een zolderschuit, be
nevens een ankeraak. De stroom was echter tegen
en nadat „De Ven" en „de Havelaar" waren gepas
seerd en men zeer langzaam met den geheelen
sleep vorderde, werd bij „Spaandersbank op eeni-
amand van Enkhuizen overlegd, hoe verder te
handelen, daar men zoo te langzaam opschoot om
Urk te bereiken.
De sleepbootkapitein gaf in overweging om de
bakken ten anker te leggen en eerst alleen de bag-
SerTrachine mede te nemen. Bakker gaf er echter
e voorkeur aan, de baggermachine te ankeren en
bakken en zolderschuit eerst te slepen naar Urk.
De bemanning van den baggermolen, bestaande
uit 5 koppen, had geen bezwaar on de baggermolen
werd bii Spa&ndersbank geankerd, terwijl de an
keraak er bij werd achtergelaten. Het was toen
's avonds half zeven en mooi weer.
De sleepboot ging toen met de bakken en zol
derschuit verder en 'bereikte eerst 'e nachts Urk,
waar eean der bakken en de zolderschuit achter
eenvolgens de haven werden ingebracht. Van het
de haven inbrengen van den tweeden baggerbak
werd afgezien.. Er was intusschen heel wat meer
wind gekomen en deze ging den volgenden morgen
omstreeks 5 uur over in een storm, die eenigo
uren aanhield. De uitvoerder Bakker begon on
rustig te worden over do baggermachine, nu het
weer zoo ongunstig werd. Een Urker vissotoar,
door hem gevraagd om naar de bemanning van deu
•baggermolen te varen, zag daartoe met het storm
achtige weer geen kans en daarna is na het daartoe
door Bakker gedane verzoek de postboot Enkhui-
senUrkKampen, de „Jonkheer van Geusau"
vertrokken om den baggermolen „Merwede II"
genaamd, op ite zoeken en de bemanning over te
.nemen. Daar er nog vooraf een en ander geregeld
moest worden en stoom gemaakt moest worden, was
het ruim 7 uur 'a morgens, toen de postboot van
Urk uitging.
De baggermachine intusschen heeft den storm
in den morgen van 30 Augustus tot ongeveer half
negen in den morgen doorstaan en is toon met
man en muis gezonken. De postboot, die te ruim
half elf dien morgen Enkhuizen bereikte, heeft
den baggermolen niet kunnen vinden. Na de ramp
ia later de gezonken baggermolen gelicht geworden
en te ^Enkhuizen binnengebracht. De vijf opvaren
den zijn by de ramp verdronken.
De getuige-deskundige G. J. Lap uit Amster
dam, scheeepe-expert en lid van aen Raad van
Scheepvaart, achtte de capaciteit van 3e sleepboot
„Zuiderzee"^ onvoldoende om een zoodanigen sleep
als die in dit geval had, naar Urk over te brengen.
Een baggermolen is geen zeevaartuig, naar do
meening van spr. en men had die niet bij Spaan}-
dersbank moeten aohterlaten, dooh er mee naar
Enkhuizen moeten gaan.
Bekl. Bakker zegt, dat om 's avonds half zeven,
toen de baggermolen werd achtergelaten, het weer
goed was en spr. heeft toen geen gevaar voor bag
germolen .en bemanning gezien, anders zou hij het
wel anders geregeld hebben.
De volgende getuige-deskundige. J. Hoogerwerf
scheeps-expert te Rotterdam, acht de capaciteit
dér hier gebezigde sleepboot voor wat deze had
mede te nemen, wel voldoende. De baggermolen
acht deze' getuige wel zeewaardig. Er zijn wel
baggermolens over zee over veel grootere afstan
den getransporteerd. Spr. kan voorbeelden noe
men van tientallen baggermolens die naar Zuid-
Amerika zijn getransporteerd en goed zijn over
gekomen.
Do bemanning aan boord van Hen achtergelaten
baggermolen kan echter verzuimd hebben om som
mige voorzorgsmaatregelen te nemen, toen het weer
ongunstiger werd. Spr. meent, dat het wel gerecht
vaardigd was om zoo'n baggermolen als de Mer
wede II daar achter te laten en hü heeft de Mer
wede II na de ramp gezien, onderkant en zijkan
ten waren goed in orde en zeewaardig. De beman
ning heeft machinekamer en verdere ruimten niet
afgesloten^ omdat zij geen gevaar duchtten. Ver
moedelijk is de ankerketting gebroken, meent spr.,
daarna zal de baggermolen dwars geslagen zijn,
heeft toen water in gekregen, is gaan overhellen
en daarna gezonken.
Get. kan zioh best begrijpen, dat Bakker te Urk
ongerust werd over den baggermolen en 'beman
ning, die hij 's avonds met mooi weer achterliep
terwijl het weer 's nachts en 's morgens zoo on
stuimig is geworden. De beklaagden teelt hier
geen schuld is de meening van get.
Nadat nog eenige getuigen zijn gehoord, verkrijgt
de heei Omcier net woord tot het nemen van re
quisitoir en Z.E.G. acht het aohterlaten der bag
germachine met_ bemanning roekeloos on onvoor
zichtig. Wat er is gebeurd is het resultaat van het
overleg der beide beklaagden, 't Is mogelijk, maar
niet zeker, dat men op aen baggermolen niet alle
noodige maatregelen heeft genomen. Wegens het
door schuld veroorzaken van den dood der vijf
op den baggermolen achtergebleven .nenschen,
eischt de O.v.J. tegen elk der beide beklaagden 2
maanden gev.
Beklaagden verklaren onschuldig te zijn.
Hun verdediger, Mr. J. G. Schürmann uit Rot
terdam verkrijgt daarna het woord en ls van mee-
ning, dat van geen der twee beklaagden schuld is
Sebleken. De beklaagden on wij allen betreuren
e ramp, die is voorgevallen. En als de beklaagden
alles geweten Jiadden, zouden zij zeer zeker an
ders gedaan hebben. Maar hen treft geen schuld.
Dat ae baggermolen is gezonken is niet de sohuld
der beklaagden. De bemanning had geen bezwaar
om op den baggermolen achter te blijven. Pleiter
is overtuigd van de onschuld van zijn cliënten en
vraagt aan het eind van zijn kranig pleidooi vrij
spraak voor beide beklaagden.
Uitspraak heden over 14 dagen en in de eerst
behandelde zaak over 8 dagten.
burgemeester geen bezwaar dat het onderwijs aan nigen van vaatwerk enz. in onrein water en de lüfc-
dat klein aantal kindaren in een koolschuur werd zing van privaten op slooten.
gegeven. De burgemeester kon dus met den datum Vooral ten aanzien van het laatste punt, achten
van 1 Juli 1924 meegaan, mits het kerkbestuur goed B. en W. een verbod van tamelijk ingrijpenden aaixl
vond, dat de onderwijzerswoning op dien datum, niet waar in deze gemeente 99 van de privaten op
behoefde verlaten te worden door het tegenwoordig slooten loozen. B. en W. achten zich dan ook nog niet
hoofd der school. Ged. Staten vragen nu den Raad to competent tot het doen van voorstellen en willen
willen bevorderen dat de overdracht op 1 Juli 1924 het schrijven voorloopig aanhouden. Goedgevon-
plaats heeft den.
Van het R.-K. schoolbestuur is eveneens het ver- De gemeente Warmenhuizen bericht dat over 1923
zoek ingekomen, om de overdracht werkelijk op aan onze gemeente is geleverd' 146398 M3. gas en
1 Juli 1924 te doen plaats hebben. aan de hand van de overeenkomst zal aan onze ge-
Voorzitter zegt in zijn verdere toelichting, dat er meente f763.98 worden uitbetaald,
wel kans op is dat do school voor 1 Juli klaar is, Ged. Staten schrijven dat er geen aanleiding be
de woning evenwel niet. De plannen voor het nieu- 1 staat om een vergoeding te geven voor den aan-
wo openbare schooltje zijn gereed, zullen aan het leg van den nieuwen weg in verband met de be
oordeel van den Inspecteur worden onderworpen en strijding van de werkloosheid, omdat de aanleg van
gaan dan naar den Rijksbouwmeester. Mocht het i dien nieuwen weg zonder werkloosheid ook zou zijn
schooltje onverhoopt niet klaar wezen,, dan zouden geschied en omdat de werkloosheid als een seizoen-
de kinderen zoolang In een koolschuur onderge- j werkloosheid is te beschouwen,
bracht kunnen worden, het is in den zomer en Voorzitter verwondert zich over de motieven van
een quaestie van 2 3 weken. Wat de zaak ook I Ged. Staten. Wel is op den man af aan spr. ge-
nog heeft tegengehouden is het Koninklijk besluit, vraagd of die weg zou worden aangelegd als ej
waarbij de toelatingsleeftijd van 6 tot 7 jaar zou geen werkloosheid was, en toen is door spr. meege-
w orden verhoogd. Door dien maatregel zou het kun- deeld dat het wel mogelijk was dat die weg dan
nen gebeuren, dat er op 1 Mei 9 of 7 leerlingen zou- I evengoed zou worden aangelegd. In zekeren zin is
den zijn en de vraag kwam naar voren of er dan het een seizoenwerkloosheid, .het is een periodiek
nog zekerheid was dat de gemeente de rijkssubsi- terugkeerende werkloosheid. Maar spr. wijst op
die zou blijven ontvangen. Bij onderzoek breek dat Anna Paulowna, Ged. Staten besloten voor Anna
de subsidie zou blijven. Later is het Koninklijk be- Paulowna 20 te vergoeden en daar is de toestand
sluit uitgesteld. vrijwel als hier. Het schrijven lijkt spr. niet ad rem
De heer Francis zegt dat deze schoolkwestie al 1 en in een schrijven zouden we kunnen wijzen op de
eenige jaren hangt. Spr. begrijpt dat waar 95 der inconsequentie ten aanzien van bet besluit voor
ouders te Waarland katholiek zijn. het de aange- Anna Paulowna genomen.
wezen weg is een R.-K. schooi te hebben, doch daar
staat tegenover, dat we ook do zekerheid moeten van seizoenwerkloosheid, want er zijn
hebben dat de kinderen die van de openbare school menschen die altijd werkloos zijn.
overblijven, een goed onderdak kunnen krijgen.
De heer De Vries meent dat er altijd sprake is
toch niet
JVoorzitter meent dat er streken zijn waar werk-
Den heer De Vries spijt het dat deze zaak" zoolang j loosheid is. door achteruitgang van industrie,
is blijven hangen. Het schrijven van Ged. Staten da- De heer De Vries acht het ook moeilijk te zeggen
teert van 12 December en spr. meent dat er in dien of de weg, zonder werkloosheid, evengoed aango-
tusschentijd heel wat voorbereidingen hadden getrof- legd zou zijn geworden.
fen kunnen worden. Do tijd van voorbereiding om De heer Francis noemt het een eigenaardig mo-
1 Juli 1924 klaar te wezen is niet groot en spr. tief en stelt zich de vraag wat Ged. Staten verstaan
vreest, dat het wel 3, 4 weken of wie weet hoeveel onder seizoenwerkloosheid. De werkloosheid ont-
langer kan duren dat de kinderen in een koolboet staat door malaise en Ged. Staten hebben door hun
onderwijs moeten ontvangen. Spr. dringt er op aan credietverieening aan den tuinbouw zelf erkend dat
dat B. en W. alle spoed betrachten. i hier malaise bestond.
De heer Dekker kan zich best vereenigen met het Voorzitter zegt dat dit terecht is opgemerkt en
voorstel van B. en W. en meent dat het schoolbe- besloten wordt dat een schrijven aan Ged. Staten
stuur al lang genoeg wacht. Spr. acht het geen ramp zal worden gericht, waarin de motieven van Ged..
dat die paar kinderen 2 3 weken of 6 weken in Staten zullen worden bestroden, door te wijzent ls.
een koolschuur moeten. Juist als nu de datum van op het besluit ten aanzien van Anna Paulowna en
overdracht op 1 Juli wordt bepaald, zal er meer 2e op de oorzaken der werkloosheid,
spoed worden betracht. Het aftredend lid van het Burgerlijk Armbestuur,
Voorzitter herhaalt nog eens wat de heeren Fran- de heer Andr. Dekker, wordt met 6 stemmen, 1
cis, De Vries en Dekker nebben gezegd, om dan den Manco, herbenoemd.
heer De Vries er op te wijzen, dat het Koninklijk B- W. stellen voor een geldleening van f3000
besluit van 19 Januari stagnatie heeft gebracht, niet als aandeel van de gemeente in de
het schrijven van 12 December van Ged. Staten, kosten van den nieuwen weg. Met het oog op de
Verschillende factoren hebben verder stagneerend finontieele omstandigheden achten B. en W. het
gewerkt, maar B. en W. willen hun beat doen de gewenscht deze kosten te bestrijden uit de ge-
zaak spoedig voor elkaar to brengen. Den heer Dek- wone middelen maar willen ze een leening sluiten
ker wijst spr. er op dat oorspronkelijk het school- <ïn aflossen in 2 Jaar, zoodat op 1924 en
bestuur gevraagd had voor 1925 de school te mogen op 1925 f 1500 komt te drukken.
hebben. Later, ""in het najaar van 1923, ls dat ver- De heer Francis kap zich in dit speciale geval met
zoek herroepen. het voorstel vereenigen, omdat do opbrengst van
Zonder 'hoofdelijke stemming wordt besloten de hoofdelijken omslag over het afgeloopen Jaar zoo ls
openbare lagere school te Waarland op 1 Juli 1924 tegengevallen. Overigens acht spr. het niet in den
beschikbaar te stellen voor het bijzonder onderwijs, haak de kosten van werkloosheid te verdeelen ovep
Ged. Staten hebben goedgekeurd de aanleg van 2 jaar.
den nieuwen weg van den polder Waarland naar den 1 De heer De Vries infonneert of het toegestane
polder Slootgaard.
i crediet, f 3000, wordt verbruikt, want andera zon
Ten aanzien van het verzoek om adhaesie op een 1 geen f 3000 geleend behoeven te worden.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 11 Maart
1924, des middags 3 uur.
Alle leden zijn aanwezig.
Voorzitter de heer J. Burger, secretaris de heer
Jb. Dam.
Alhoewel van 1924 reeds een tamelijk gedeelte is
gepasseerd, opent voorzitter deze eerste vergadering
in 1924 met te wijzen op den zoozeer verbeterden
economischen toestand in deze gemeente en het doet
hem genoegen, dat wanneer de toestand dit moge
lijk maakt, Duitschland weer op onze markten ver
schijnt. Spr. hoopt, dat de eerste jaren de econo
mische toestand zoo blijft, dankt voor de aange
name samenwerking in 1923 met den Raad cn
koestert de stille hoop, dat deze samenwerking zal
worden bestendigd, in het belang der gemeente.
De notulen worden gelezen. Ze worden onder
dankzegging goedgekeurd.
Ged. Staten hebben goedgekeurd de suppletoir©
begrootingen.
Bij de gehouden kasopname bij den administrateur
van het G.E.B. bleek alles in orde te zijn.
De ingekomen balans en winst- en verliesrekening
over 1923 van het G.E.B. geeft aan een winst van
f 111.10.
De heer Francis informeert naar de totale ontvang
sten en uitgaven, doch voorzitter kan daarover niet
inlichten. Alles moet nog nagegaan worden door den
gemeente-ontvanger en in een volgende vergadering
zullen dan specifieke gegevens worden verstrekt.
Van Ged. Staten zoowel als van het R.-K. school
bestuur te Waarland is een schrijven ontvangen in
zake de overdracht van de openbare school.
Ged. Staten deelen in hun schrijven mee, dat er
een bespreking met den burgemeester en het school
bestuur heeft plaats gehad, naar aanleiding van
een schrijven van het schoolbestuur om thans een
bepaalden datum te bepalen, waarop de overdracht
der openbare school voor het bijzonder onderwijs zal
plaats hebben, opdat dit bestuur zijn voorbereidende
maatregelen, als het aanstellen van personeel, zal
kunnen treffen. Bij de bespreking werd door het
schoolbestuur gevraagd de datum van overdracht op
1 Juli 1924 te bepalen en de burgemeester had tegen
dien datum geen bezwaar. Wel was er geen zeker
heid dat de nieuwe openbare school dan gereed
zou zijn, maar gedurende dien korten tijd. had de
advies van de gemeente Werkendam, beoogende wij
ziging van de Hooger Onderwijswet, advtseeren B.
en W. geen adhaesie te betuigen. Wel sympha-
tiseeren B. en W. met het adres, doch waar zoowei
de Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen
in de verschillende kantons, als de Vereeniging. van
Nederl. Gemeenten in dezen werkzaam zullen zijn,
vinden B. en W. het beter de actie over te laten
fi&n deze organisaties.
De heeren Francis en De Vries verklaren het eens
te zijn met het advies van B. en W., doch de heer
Dekker oordeelt, dat wanneer men sympathiseert
i met het adres, het gesteund dient te worden.
Nadat Voorzitter erop had gewezen dat van de
organisaties meer succes Is te wachten, wordt over-
eenkomstig het advies van B. en W. besloten.
Bij de op 27 December 1923 gehouden kasopname,
was, met inbegrip van het geld bil den postchequo-
I en girodienst het kassaldo f2021.6ÖH.
Het saldo van den postchèque- en girodienst was
geheel overeenkomstig de boekingen van den ge
meenteontvanger.
Ged. Staten hebben verdaagd de goedkeuring van
i de gemeentebegrooting.
De Inspecteur 2e afdeeling der directe belastingen
deelde mede, dat de opbrengst der plaatselijke be
lasting over 19231924 bedraagt f13000
Voorzitter zegt dat de raming was f15000, de heer
Francis dacht van f16000.
Meegedeeld wordt dat in het St. Ellzabethgestlcht
te Alkmaar zijn opgenomen een dochtertje van A.
Kjeft en mej. Dekker en mej. Semeins.
Ingekomen was de rekening van den Warendienst
te Alkmaar.
Door den Minister van Onderwijs is ontheffing
verleend, ten aanzien van de vervulling van vaca
tures onderwijzend personeel. Voorzitter licht toe dat
hot hier gaat over 1922. Door de overdrachtplannen
van de scholen te Waarland en te Kerkebuurt was
tijdelijk personeel aangosteld en door deze ontheffing
nu, is nu evengoed de volle rijks vergoeding verze
kerd.
In verband met het idee van den heer De Vries over
de aanstelling van een schoolarts, hebben B. en W.
deze zaak overwogen. Zij meenen dat een dergelijke
aanstelling tamelijk wat kosten vraagt, ongeveer f 1
per kind. Toch voelden zij wel wat voor het idéé
en zijn daarom met den dokter in overleg getreden.
Als de dokter een onderzoek noodig acht, zou hem
door B. en W. opdracht worden gegeven en het ge
volg is nu dat een onderzoek in verschillende scho
len heeft plaats gehad. Denkt de dokter dat nog
één of twee keer een dergelijk onderzoek moet plaats
hebben, dan zouden B. en W. opdracht geven. In
zeker opzicht dus zijn we reeds in het bezit van een
schoolarts, doch in plaats van- een definitieve benoe
ming willen B. en W. opdracht tot een onderzoek
geven wanneer de dokter denkt dat het noodig is.
De resultaten van het onderzoek waren zoodanig,
dat wel bleek dat de hygiëne wel wat te wenschen
overliet.
De heer De Vries informeert of B. en W. al heb
ben geïnformeerd naar de kosten van zoo'n gelegen-
heidsonderzoek en naar die van een vaste benoeming
tot schoolarts. Het verschil zou wel eens zoo gering
kunnen wezen, dat ook B. en W. het beter vonden
een schoolarts te benoemen. Spr. voelt meer voor
een definitieve benoeming en gelooft niet dat de
kosten zóó zijn, dat benoeming voor onze gemeente
niet mogelijk is.
De heer Dekker kan zich vereenigen met de door
B. en W. genomen proef, terwijl de heer Francis
het moeilijk vindt een oordeel uit te spreken zoolang
de Raad geen opgaaf van kosten heeft en de resul
taten van het onderzoek niet kent.
Voorzitter zegt dat de dokter bet onderzoek na
gemeenschappelijk overleg noodig oordeelde en toen
lag het niet op onzen weg direct te vragen welke
kosten er aan verbonden waren. Wat betreft de
kosten van schoolarts, de Vereeniging van School
artsen neemt als basis fl.per kind, dus dat wordt
voor onze gemeente ongeveer f 450.Het blijkt uit
de nroef die B. en W. willen, dat ze niet onsym
pathiek staan tegenover het idee van den heer De
Vries, maar ze willen eerst zien hoe deze regeling
gaat. Goedgevonden.
Ingekomen is het verslag van den Vleeschkeurings-
dienst, over 1923. De winst bedroe* f 123.
Ged. Staten berichten, dat ht aanbeveling verdient
•en verbod uit te vaardigen, ten aaniien van het rei-
Voorzitter erkent dat de agenda ten dien aan
zien niet geheel volledig is, maar het is de bedoeling
niet meer te leenen dan noodig is. Tot nu is f1600
k f1700 aan arbeidsloon uitbetaald.
Overeenkomstig het voorstel van JL en W. wordt
besloten.
B. en W. stellen den Raad voor den stroomprijs tot
32 cent te verlagen voor het verbruik boven het ge
garandeerd minimum, ingaande 1 Januari 1924.
Voorzitter licht toe dat de tegenwoordige regeling
luidt dat men voor 3 lichtpunten garandeert een
verbruik van 46 K.W.U. en voor meer dan 3 lichtpun
ten 74 K.W.U., terwijl voor het meerdere boven deze
gegarandeerde stroomafname de prijs is 56 cent per
K.W.U. Spr. herinnert aan hetgeen vorig maal door
den heer De Vries is besproken, aan het gebruik vau
petroleum, wanneer men het gegarandeerd minimum
bereikt had. B. en W. hebben een onderhoud met
den administrateur en de heeren Dekker en Groen
gehad en stellen nu voor het gegarandeerde mini
mum onveranderd te handhaven, doch den prijs
voor het meerder stroomverbruik te bepalen op 32
cent inplaats van op 55 cent.
De lijnwerker wilde een lichtpuntenbelasting, doch
B. en W. en de heeren Dekker en Groen gaven ds
voorkeur aan het garantie-systeem. Zij meenen dat
door hun voorstel het verbruik heel wat zou toene
men.
Meegedeeld wordt nog dat bet meerderverbrulk
in 1923 bedroeg 827 K.W.U.
Van den Tuindersbond Oost (L.T.B.) is nog een
schrijven ingekomen, waarin er op wordt gewezen,
dat het gegarandeerde minimum ontoereikend is, dat
dit kwantum wordt overschreden, doch dat dan de
K.W.U.-prJJs te hoog is en als meening wordt uitge
sproken, dat een prijsverlaging in het belang van
het bedrijf en van de tuinders zal wezen.
De heer Francis mist in het rapport de rekening
van het afgeloopen jaar, vindt er wel een algemeen
overzicht. Oorspronkelijk dacht spr. dat B. en W.
accoord gingen mot het rapport van den lijnwerker,
doch later bleek hem dat B. en W. een ander voor
stel hadden. Spr. evenwel acht het niet goed dat
we bij de voorgestelde regeling behouden het 2-klas-
sen-stelsel, waarbij voor 3 lichtpunten gegarandeerd
moet worden 46 K.W.U. en bij meer dan 3 lichtpun
ten 74 K.W.U. Nu er boven het gegarandeerde mi
nimum zoo'n belangrijke reductie zal worden gege
ven, acht spr. het niet billijk dat dit 2-klassen-stel-
sel' gehandhaafd blijft en had spr. zich een verdee
ling van 11 klassen gedacht en wel als vogt: Met
2 lichtpunten 46 K.W.U. garandeeren, 3 lichtpunten
56 K.W.U., 4 lichtpunten 65 K.W.U., 5 lichtpunten
73 K.W.U., 6 lichtpunten 80 K.W.U., 7 lichtpunten
86 K.W.U., 8 lichtpunten 91 K.W.U. 0 lichtpunten
96 K.W.U., 10 lichtpunten 101 K.W.U. 11 lichtpunten
106 K.W.U., 12 en meer lichtpunten 111 K.W.U. ga
randeeren.
Voorzitter acht het moeilijk over dit nieuwe voor
stel direct een oordeel te vellen en zou het onvoor
zichtig vinden het plompverloren aan te nemen. Spr.
meent dat door het systeem van B. en W. het groot
ste gedeelte der aangeslotenen zullen profiteeren
van de reductie, bij het systeem-Francia een min--
der aantal.
De heer Francis verdedigt zijn regeling en wijst
er op dat zij die 4 en 5 lichtpunten hebben er naeer
van profiteeren, terwijl het ook vanzelf is aai ie
mand die 10 lichtpunten beeft, spoediger aan <3e ra*
ductie toe is. _,r
Voorzitter wil bet voorstel van BenW. zoo wei
als dat van den heer Francis aanhouden en dan
geen. 3 maanden wachten met bet uitschrijven, van
oen volgende vergadering.
De heer Dekker is niet te vinden voor bet voorstei-
Francis. Hij meent dat het een rompslomp van ver
anderingen zal geven, die ontzettend is. Spr. wijst
er op, dat de lichtpunten gemaakt zijn zonder licht
puntenstelsel en wanneer nu een regeling gemaakt
wordt als de heer Francis wil, dan hebben de
menschen toch zeker alle recht om lichtpunten af te
breken. Het eerste lichtpunt verbruikt het meeste,
2e, 3e en 4e ook nog wel in het bedrijf, maar van
de overige lichtpunten is het gebruik zoo miniem.
Vorig jaar onder abnormale omstandigheden heb
ben we het gered met deze 2-klassen regeling, de
menschen klagen er niet over, en spr. twijfelt er dan
ook niet aan of de uitkomsten van de regeling die
B. en W. voorstellen, zullen goed wezen.
De heer Francis wijst er nog op dat de opklimming
der klassen vermindert van 10 tot 6 en de veate