ROMMELKRÜID.
CM via.
De heer D. Mooij Pin. te Zaandam schrijft
(mij Ihet volgende omtrent de behandeling van
zijn CliVia.
Gaarne deel1 ik' U mede, dat ik Ulwi advies na
den Woei van rnijtn Clivia dón 29e n Maart op
haar heb toegepast, door met penseed -met on
verdunde brandspiritus de bladeren op de met
woLliuizeii en wasdraden betzette plaatsen deug
delijk te bestrijken. Na pijn. 9 -weken deden
och -weer luizen voor met hun! witte omgeving,
stellijg vanuit den stam opkomend. De iheb toen
nogmaals met brandspiritus zoo diep mogelijk
tuaschen do bladeren gewerkt en er ten over
vloede een paar druppels tusschen laten vloeien
met 'het gevolg dat, naar ikl meen», nu wel de
finitief te mogen vaststellen dat die plant van
luizen is bevrijd.
Wij danken den heer Mooij voor zijn! schrij
ven. Het is altijd- aardig als menJ weet wat het
advies beeft uitgewerkt,
K. VAK KEULEN,
TuinbouWvakonderwijfeer in de teelt- en
siergewassen.
VRAATZUCHT VAN SLANGEN.
Slangen zijn zeer vraatzuchtig; het Is haas'.
ongeHoofeLijk zulke groote dieren zij verzwel
gen. Reuzens'angen van 20 a 25 voet lengte en
een dikte van een mansbeen verorberen met
bet grootste gemak dieren van 30 a 40 pand.
Geitei*. bokken, antilopen-, varkensde reu
zenslangen verslinden eaê met ge-mak. Zij pak
ken haar prooi beet en langzaam1 maar zeker
glijd*, het dier in zijn geheel naar binnen. Als
een gummizok zet (de onderkaak zdch daarbij
uit, om het mogelijk te maken, het veel te groo
te dier naar binnen te werken. Als die prooi
tusschen- de kaken verdwenen is, ziet men aan
de opzwelling van het lichaam waar zij langs
glijdt. De spierkracht van aoo'n groote slang is
oo-k reusachtig. Zoolt heel ingeslikt varken of
ander dier wordt totaal gekraakt. De beende
ren worden verwrongen of gebroken dóór de
ontzaglijke spierkracht van de slang;
luid riep hij: „Kom eens bier, Cuwaertl'
Toen Cuwaert voor 'den koning en Relnaert
«toud, vroeg Relnaert:
„Cuwaert, beef nietl Zeg ©ogenblikkelijk dó->
koning, waar de Krekelput is! Is die niet
Hulaterloo?"
„Wel natuurlijk", antwoordde Cuwaert. „O,
wat heb ik daar al last van kou en honger ge
had!"
Toen Cuwaert dit gezegd had, liet Relnaert
•hom weer vertrekken en hij zei tot koning jNó.
bel: „Sprak ik de waarheid, o koning?"
„Gij deedt het", zei Nobel, „vergeef mij, dat
ik een oogenblik durfde twijfelen. Ga nu met
ons mee naar de plaats, waar de Krekelput is."
„O koning, gaarne zóu ik met U meegaan,
als ik zonder zonden was. Neen, neem Cuwaert
mee, of Ieegnim, maar niet ik Ik' zal voor mijn
Bonden een bedevaart gaan dóen!"
„Goed", zei Nobel, „doe dat dan. De bemerk,
dat ge goede dingen van plan zijl Geve de He-
mol U zegen, Reinaert, dat ge alles, wat ge
wilt, in vrede zul/t mogen volbrengen!"
Toen dit gezegd! "was, gingen de koning en
de koningin op den troon zitten .en namen
Reinaert tusschen hen in. Of die trotscb was!
Alle andere dienen zaten Volgens hun stand
tn het gras. De koning stond; op en zei vrien
delijk:
„Mijto lieve Dieren! Reinaert is bij ons geko
men en heeft beloofd, zich te zullen verbete1-
ren. Mijn vrouw, uwe koningin, heeft nue zoo-
Trouwens, die groote slangen, voor zoover ze
niet giftig zijn, moeten ook meer gevreesd wor
den om haar spierkracht dan Om haar scher
pe tanden. Wel kunnen zij gjevoedige beten toe
brengen, waarbij een aqmtal naaldvormige
tandjes vaak achterblijven- in die twtond, maar
de wond geneest best, aüs men de tandjes er
maar zorgvuldig uittrekt en de wond, verder
doelmatig behandelt,
Maar heeft zoo'n -monster van 20 a 25 voet
lengte zich. om het lichaam van een mensch
weten te kronkelen, dan is er geen redden meer
aan. Zelfs een paard of koe wordt met gemak
door het kronkelend- beest doodgedrukt
Kan een slang groote hoeveelheden verslin
den, aan den anderen kant is zij ook in dtaat
weken aaneen te vasten. Er zijn zelfs gevallen
geconstateerd, dat een slang maanden aaneen
geen voedsel tot zich nam. Een- vroegere direc
teur van den Amsterdiamschen dierentuin, Dr.
Westenmann, heeft mededéelingen gedaan van
een slang, die gedurende twee volle jaren niets
had gebruikt dan water, en diaarna weer be
gon te eten. Slangen, die in zoo langen tijd
geen voedsel tot zich genomen hebben, verma
geren en verzwakken natuurlijk in erge mate.
Het komt zelfs voor, dat zij dan niet meer i n
staat zijn, een prooi door te slikken en er in
blijven stikken.
Het lange vasten, zooals hierboven omschre
ven, komt niet zoo veel voor. Meestal toont een
slang haar groote vraatzucht, wat vaak duide
lijk uitkomt als eenige slangen in -hetzelfde
hok zijn ondergebracht Indien dan een do ode
vogel of ander aas in het hok geworpen wordt,
giebeurt het niet zelden, dat het uitloopt op
een geweldig gevecht De slangenlichamen
kronkelen zich om elkander, de beesten bla
zen en sissen, zij bijten1 elkander en houden
niet op, voor zaj> geheel uitgeput en machteloos
zijn.
Het is zelfs wel gebeurd, dat een prooi aan
twee kanten dbor een alang heet gepakt werd
en dat de beide dieren begonnen te zwoegen
om de prooi naar binnen te werken, met het ge
volg, dat de .fllang, die haar bek het verat wist
open te sperren, niet alleen de prooi, maar ook
haar tegenstandster mee naar binnen werkte.
ML
DE »HOFE"-DIAMANT.
Een diamant, die steeds ongeluk brengt aan
zijn diverse bezitters, is wel een merkwaardig-
lang gesmeekt hem zijn zonden te vergeven,
dat ik het ten slotte gedaan heb. Nu is Rei
naert mijn vriend geworden en ik verbied
iedereen, om Reinaert, of zijn vrouw, en kin
deren verdriet aan te doen. Nooit wil ik' meer
kwaad van Reinaert hooren. Al heeft hij ook
slechte dingen gedaan, nu zal hij zich verbete
ren, en morgen een bedevaart gaan doen!"
Niet alle Dieren hoorden, iwalt de koning zei.
Ticelyn, de Raaf, die boven op een tak zat,
verstond! alles, en vloog dadelijk naar Bruun
en Isegrim. Hij zei: „Vlucht, o-ngelukklgen, Uw
grootste vijand Rednaert is goede vrienden met
den koning en zit naast hem op den troon.
Vlucht spoedig 1"
Isegrim zei: „Och kom, gij bazelt, mijnheer
de Raaf." En met Rruun ging hij voor den
troon staan, hij vertelde zooveel kwaad van
Reinaert, dat de koning (boos werd en beide
Dieren aan elkaar liet binden.
Reinaert ze-ide: „Snijd! Rruun een stuk van
zijtn huid! af, aoodat ft! van zijn vel een reiszak
kan maken." Dit gebeurde en nu had. Reinaert
alleen nog geen schoenen.
Hoor nu, hoe listig hij was, om die schoe
nen te krijgen!
Hij ging naar de koningin en sprak: „Goedi
koningin, ik ben nu, 'een pelgrim. Ik heb' schoe
nen noodig. Mijn oom Isegrtm en mijn tante
Hersinde hebben- mooi vel aan hun poolen,
waarvan ik mooie schoenen zou kunnen ma
ken. Helpt u mij, dat ze mij elk twee schoenen
beid. Bijgeloof? Goed, maar 't is toch wel een
eigenaardige samenloop van omstandigheden
En bijgeloof of niet, we Wlilen toch eens de ge
schiedenis van dezen merkwaardigen edel
steen navertellen.
De diamant, die wij op het oog hebben
werdj door den wereldreiziger Taverniar mee
genomen uit het oosten. Lodewijk XIV cocnt
den steen en gaf 'hem beurtelings ten geschen
ke aan mevrouw de Maintenon en aan Marie
Loezinska. De noodlottige werking van den dia
mant nam een aanvang. Beide dames vielen bij
den vorst in ongenade. Marie Antoinetre, die
den diamant boven ail haar edelsteenen ver
koos, stierf op het schavot.
In 1792 is de diamant, die op een waarde van
3 millioen francs geschat werd gestolen en
niet teruggevonden.
Waarschijnlijk is de diamant gekloofd en zijn
de verschillende stukken weer in dien handel
gebracht Men neemt aan, dat dit te Amster
dam is gebeurd door den Juwelier F als. Het
grootste stuk schijnt den noodlottigen invloed
van den steen overgenomen te hebben. De
zoon van den juwelier Falö ging er stilletjes
vandoor en pleegde zelfmoord. Voor zijh d,ood
gaf hij den steen aan den Franschman Beau-
lieu, die van gebrek omkwam. Hij had wel
getracht den steen te veikoopen* wat hem even
wel niet gelukt was.
In 1330 kwam- de steen Voor 18000 pond ster
ling in handen van den Engelschen lord Hope,
naar wien hij „Hope"-diamant is genaamd.
Lord( Hope is de eenige persoon. geweest, over
wien de diamant geen ongeluk heeft gebracht
Lord Hope heeft den steen verkocht aan een
Russisch prinses, die hem aan een Fransche
txxmee! speels ter ter leen gat Voor de eerste
maal dat deze den diamant dpoeg, werd zij ge
dood.-
Een volgende eigenares werd krankzinnig en
een andere eigenaar viel met zijn vrouw ün een
afgrond.
De sultan van Turkije schonk den diamant
aan zijb gunstelinge Zalma Zuheyba, die door
den geven doodgeschoten werdL
In 1909 bracht de steen- op een veiling te Pa
rijs 400.000 francs op. In 1911 gaf de heer Ed-
ward Mac Laan, de Waahdngtonsohfi multi-
miLlilottiair dien steen, dien hij voor S6000 pond
sterling gekocht had!, aan zijn vrouw, ten ge
schenke. Mevrouw Lean genoot een uitstek era
geven!"
„Zeker", zei de koningin, „niet twee, maar
vier zullen ze U elk geven. De reis, die ge gaat
maken, is lang, Reinaert, en- vier schoenen zou
den heel gauw versleten zijin!"
Zoo wist Reinaert het gedaan te krijgen, dat
•hij van het vel van den armen Isegrtm en zijn
vrouw schoenen kreeg. Door Martijn, de Aap,
liet hij ze vastbinden. Vervolgens sprak hij tot
den koning: „O Majesteit, geef mij mijn staf en
reiszak, en laat mij gaan!"
De koning riep Belijn, de Ram, en toen deze
er was, zei hij': „Zegen onzen pelgrim, voor hij
gratr
Zoo geschiedde. Nu stond Reinaert op en ter
wijl hij met moeite v&lsche tranen uit zijn
oogen perste, haastte hij zich om weg te kou
men.
„Het dooft me verdriet, dat go zoo haastig
«ij;t, Reinaert," zei Nobel, „waarom?"
„Mot goede dingen moet mon nooit treuze
len", zei Reinaert, „geef mij verlof, o koning!"
„Zoo ga dan'In vrede", zei Nobel en Reinaert
deed-, alsof hij zeer verdrietig was, zoodat alle
dieren medelijden met hem kregen.
„Cuwaert en Belijn, vergezel mij naar mijn
«uis", sprak hij. „Gij belden hebt mij nooit
aangeklaagd, laat ik U daarvoor nog eens dan
ken!"
Detee beidie Dieren deden dit en zoo kwamen
ze met hun driefin in Maupertuus aan.
Wordt vervolgd.
de gezondheid, maar kort nadat zij den dia
mant had gekregen, stierf zij aan longontste
king. Daarvoor waren binnen zes maanden na
den koop twee dienstboden en die moeder van
den heer Lean plotseling gestorven. En eeni-
gen tijd, nladat mevrouw Lean ten grave was
gedaaüd raakte d;e elfjarige zoon onder een
automobiel en werd" onmiddellijk gedood.
Men venmoedt, dat de „Hope"-diamant met
de Lusitania naar den bodem der zee verdie
nen ia
De noodlottige diamant was een prachtig
saffierblauwe diamant met hoogen glans en
schitterend kleurenspel, het gewicht bedroeg
4424 karaat De oorspronkelijke diamant, door
Tavernder uit Indië meegebracht, woog ruw
112 3/16 karaat en na het slijpen nog 67 2/16
karaat
Of de diamant rog nooit eens weier voor den
dag zal komen, mag -zeker ten hoogste betwij
feld! worden. Het zou anders wed de moeite
waard zijn de geschiedenis van den steen ver
der te kunnen volgen* -om te zien of de nood
lottige werking diuurzaam la M.
ELECTRISCH LICHT ALS BEVORDERAAR
VAN PLANTENOROEL
Het gebruik* van! electxdach1 licht als hulp
middel bij plam/tenteedt heeft, volgens de „Gard1.
Chronicle", ernstig de aandacht gehad van de
„Westinghouse Electric Cbmpamy", welke eeni
ge bijzonder belangwekkende! proefnemingen
heeft gedaan betreffende dien invloed van elec-
trisch licht op het vervroegen van bolgewas--
sen, in de 'kassen van de hoeren Peter Hender-
sqn en Co„ Baldwin, L. L Bijzonderheden orver
deze proeven zijn gepubliceerd in het Amerl-
kaanache blad „The Florists' Exchange" van 8
Maart jlL
De voor de proef gekozen bolgewassen waren
Narcissen* Hyacihthen, vroege tulpen, en Der-
win tulpen. De bollen werden vroeg in Novem
ber in potten gezet en in Februari ln de kas
gebracht.
De aangewende electrtechei belichting werd
ontleend1 aan acht 500-watt Mazda lampen,
type C, waaraan reflectors werden bevestigd
om een volkomen belichting te verzekeren
over d» geheele oppervlakte djer proef. De
helft der planten werd! aan het edectrisch licht
blootgesteld! fle andere helft werd enkel on
der daglicht gekweekt de cultuuromstandigihe-
den waren overigens ln beide gevallen nauw
keurig dezelfde.
Te beginnen met den 4en Februari werden
de lampen! eiken nacht van 8 uur des avonds
tot 1 uur s' nachts ontstoken en binnen een
week reeds konden verschillen tusschen de
beide plantengroepen Opgemerkt worden; de
planten- welke aan de behandeling met elec-
trisóh licht waren onderworpen, waren ver
vooruit boven de andere, zgL oantrol e-pla-nten.
Vroege tulpen werden Zoo binnen 14 tot 18 da
gen tot vollen bloei! gebracht, waarvoor in ge
wone vervroiegingB-omstandigbeden drie tot
drie en een halve week1 worden vereischt.
Hyacinthen bloeiden ln» zeventien diagen tegen
ongeveer een -maand dn gewone omstandighe
den, en Narcissen waren binnen twee weken
geschikt om te snijden* waarbij minstens een
week van den tijd1 werd gewonnen, die anders
zou worden gevergd!Darwln-tulpen standen
in twintig diagen volop ln bloed, terwijl bij ge
wone vervroeging daarvoor vier tot vijf weken
noodig zijn.
Van handelsoogpuint beschouwd, worden de
ze uitkomsten van groot belang geacht, wijl
door het gebruik van electriadh ldcht veel ar
beidden brandstof wordfen uitgespaard,, terwijj
de kosten voor het benoodigde electrische licht
onbeteek en-end zijtal
VLÖGCELEN.
In OverijseT ligt nog een typisch oudorwetsch
provinciestadjje, van het drukke! verkeer vrijWel
afgesloten* daar spoor noch tram U er heen
kan voeren. Misschien dat tegenwoordig het
moderne vervoermiddel da autobus ar zijn in
trede heeft gedaan.
Dat stadje ia Ootimarsum*
Het ligt er nog als eenige bandenden jaren
geleden, de straatjes zijn smal, 'de huizen oud
met 'hier en daar een vernieuwden gevel,
Eu er beeft nog een oud Paaschgebruik aftand
gehouden, dat er „vüöggelen" genoemd wordt
Op Paaschzondag komen er op de markt een
vijftigtal mannen en jongens bijeen. Het zal
ongeveer 9 uur zijn* als zij een oud! Paasoh-
lied beginnen te zingen, waarvan' het eerste
couplet luidt:
Christus is opgestaudent
Al van de "Joden hun handen,
Dus willen we ellen vnoolijk zijn,
Christus zal onze verlosser zijd Halleluja.
Het geheele lied bestaat uit 10 coupletten^ die
alle tien wordjen gezongen, terwijl men de
straten door gaat* zoodót men 'weer op t markt
plein terug kotmt Tegen 10 uur gaan allen ter
kerk. 's Middags om half twee wordt de rond
gang met gezang herhaalld, en volgt ffen dó na
middagdie nat in de kerk. Daarna trekken al
len tegen vier u*ur naar de Paaachweide. Het
heete stadje, oud én jong, loopt leeg en men
verlustigt zich aan den schoonen aanblik van
een groot P&aschvuur, d(at d,e jeugd en enkele
ouderen daar gedurende de voorafgaande we
ken hebben opgestapeld. Men zingt, terwijl
men over de weide wandelt, verschillende lie
deren en natuurlijk ook het bovengenoemde.
En als dan eindelijk het uitgebrande Paaach-
vuur langzaam wegdooft, trekken alle aanwe
zigen zingende naar de stadL
Bij 'den ingang van de stad geven rij elkaar
fle hand! en vormen een lange rij* die door de
nauwe straten slingert. Ook door verschillende
huizen gaat de mensctoenrij* bij voorkeur door
bepaald e oudorwetsch e huizen, die nog van dl'e
dubbele voordeuren 'hebben met een paal in 't
midden. De menschenslinger trekt rondom
die paal of dwars door het hu-ia, achter in,
voor *uit Steeds-zingende wordt elk) Jaar dó
aan de OotmarBumere bekende weg afgelegd,
en eindelijk komt men op dó markt uit Hier
verzamelt zdch de menigte, die steeds grooter
wordt, naarmate bet emde van den slinger
het marktplein nadert Als dlan ten slotte bijna
de geheele Ootmarsumsché bevolking, waar
dikwijls ook nog vele nieuwsgierigen uit dón
omtrek en soms Van verre bij komen, als een
samengepakte massa op 't marktplein bijeen is,
wordt nog eenmaal hert geheele lied vap. 10
coupletten gezongen. Aan- 't einde van Iedere
strofe wo-iiden de kinderen omhoog geheven. En
bdenmedó is het ^vlöggeleri" afgoloopen.
Op tweeden Paaschdag, die niet dn die imate
als een- christelijke feestdag wordt beschouwd,
als de 'eerste, wordt het spel nog eens her
haald. Maar heel vaak ontaaiidt het dSan in
een dronk e nrmjanspart ij. M.
OUDE P AAS CHGEBRUTKEN.
Als men Paschen $ena in de toekomst op
een vasten datum van het jaar zal vieren ln
welke richting reeds sedert jaren een sterke
internationale strooming drijft en niet meer,
elk jaar verschillend, op den Zondag na de
Lente-vollemaan (of, wanneer deze zelf Op een
Zondag volt, op dón volgenden), zullen mis
schien ook slechts echte en- chocoladen Paasch-
eieren het eenige overblijfsel «ijto van de vele
schilderachtige overoude Paaschgebruik e n De
ze gebruiken zijtn, door de eeuwen heen, maar
in steeds1 meer afgelegen streken in eere ge
houden, tot zij ten slotte ook daar afbrokke
len en in -het vergeetboek geraken van dezen
tijd!, die zoo weinig geheugen meer heeft voor
de dingen van het verre Verleiden.
In dat verleden weid het Paaschfeeftf, even
als Kerstmis als een vreugdefeest vooral voor
de Jeugd beschouwd en deed de Kerk er braaf
aan mee, os. door het vertoornen van de
Paaschspelen, waarin verkleede geestelijken
medewerkten, maar. die later met de Passie
spelen samengesmolten werden. Het christelij
ke feest is een nagalm van éen oudi heddensch
feest, ter eere van een Lentegodin Ostaona (van
daar de Duitsdhe en Engelsche namen: Ostera
en Easter). Men begroette in dió oudé tijden
de lentezon, die nieuw leven uit de aardq te
voorschijn tooverde, met dansen, optochten,
spelen en vreugdevuren. Men stelde daarbij de
overwinning van de lente over den winter
plastisch voor door een gevecht tegen een pop,
die tot besluit van het feest geeteenigd, ver
dronken of verbrand! werd. De hierbij ln het
Noordwesten van Duitachland, Nederland, Dé-
nemarken, Thurlngen en -Hessen gebruikelij
ke Paaschvu-ren moesten mei „nieuw vuur"
ontstoken worden* dat men volgens de methode
der natuurvolken verkreeg door tWee stukkien
hout 1 tegen elkaar te wrijven of -een houten
wagenwiel om zijn as te draaien, Vooraf moes
ten alle brandende vuren in het heele dorp ge
doofd zijn. Sommige beogen: en heuvels op
welke elk Jaar het Paaecbvuur ontstoken werd,
werden het middelpunt van ceremoniën, wel
ke ten doel hadden de vruchtbaarheid van de
akkers te bevorderen en het vee gezond te hou
den. In die Paaschvuren werden, al naar het
plaatselijk gebruik' was, een eskh-oorntje als
offerdier, een bokkehoo-nn of een paardakop ge
worpen.
Lateer is het Paaschfeest veelal met het Mei
feest samengesmolten. Daarentegen hebben zich
de zinnebeeldige spijzen van hlet oude lentefeest
(Paaschkoeken, Paaacheieren en Paaschhazen),
meerendeels zinnebeelden van wederopstan
ding en vruchtbaarheid, tot op heden, gehand
haafd, omdat de omenedh rich nu eenmaal niet
graag stoffelijk# genietingen ontzegt.
Een ander oud gebruik is het rond dragen
van de JPalmpaschens", d.z. stokkien, waaraan
koek', broodjes, sinaasappelen, vijgen, enx zijn
gestoken en die versierd zijn met papieren
vlaggetjes en palmtakjes, Tegenwoordig ion-
pen de kinderen ar vaak op Palm-Zatordag
en Patin-Zondag mee rond, maar ook dit be
hoort tot die heidensdhe Paasbhgebnuiken,
want de gewijde takken moesten niet alleen
het huis tot do volgende Paschen tegen blik
sem en brandgevaar beschermen, maar zij wW-
den ook* met de schalen van Paascheleren en
de verkOolfl e overblijfselen vani het Paaach-
vuur op de hoéken der akkers begraven, om
dorae vruchtbaar te maken. Voorts warden Ook
groen uitgeloop en takken ln Oost-Duitschlaiid
als symbool van vruchtbaarheid en tierigheid,
«ebruikt, precies zooals tn het oude Indifi en
Rome (waar vooral het vee met de eerste
groene takken, dé „lervenaroedón" geslagen
werd) voor het kastijden van hen, wien men
alle goeds toewenscht.
In den vroegen Ochtend van den -tweeden
Paaschdag trachten ouders en kinderen elkaar
ook over en weer in bed! te verrassen, om el
kaar met den gezondheidbrengendeai1 tak te
bewerken, wat dan een bron van groot Jolijt
wordt. De kinderen of het personeel krijgen
daarvoor een geschenk in geld Of een snoepe
rijtje een zede, dje met verplaatsing van den
datum op den Zaïterdag vóór Pinksteren, in Ons
land nog Voortleeft als „Luilak" wanneer dé-
geen die het langst geélapen heeft moet trak-
teeren en vroege ochtendwandelingen ondier-
nomen worden, bet „dauwtrappen".
Oiok in 'Ópper-Beieren heeft men eigenaar
dige Paaschgebruik en die tot op den huidiigen
dag in stand zijn gebleven
Daar wordt te Traunstetn op TweedeJPaasch-
dag telken jare nog een plechtig» processie
gehouden naar de oude kapel van St. Veit,
waarbij alle dedknemera te paard zitten en ten
deéle gecostumeerd zijn als engelen, St Joris,
Romeinsche soldaten enz. St Vedfc is de be
schermheilige der paarden en de plechtigheid
wordt beéloten met de wijding der paarden
Het gebruik hangt Stellig srraen met de hier-