r t KMO NIEUWE NUF. VIERDE BLAD. Gemengd Nieuws. Zaterdag 19 April 1924. 67ste Jaargang. INo. 7421. Verg&dediing mn djen Raad op Vrijdag 18 'April 1924, des morgens 10 uur. Alle leden zijn aanwezig. Voorzitter de heer P. Koopman, burgemeester, «se cretaris de heetr P. Haringhuizen. Na opening volgt lezing der notulen, dia onder dankzegging worden goedgekeurd, na een enkele op merking van. den heer Gaijaard. De heer Gaijaard vraagt verder naar het antwoord van het Prov. Waterleidingbedrijf over aansluiting van de Moerbeek, of reeds antwoord is ingekomen van de gemeente Hoogwoud over de verlichting aan de Langereis en informeert naar antwoord van het Bestuur der Schager- en Niedorper Kogge over den. toestand van den weg van den Langereisdijk. Voorzitter deelt mede dat met Hoogwoud nog niet is geconfereerd en antwoord van de Schager en Nie dorper Koggen is nog niet ontvangen. Door hot P.W.B. werd geschreven, dat waar de gemeente niet eiken steun afwijst, het bedrijf opnieuw een onder zoek zal instellen en met de bewoners van Moerbeek in overleg zal treden. Gewezen wordt er op dat do bestaansmogelijkheid niet in gevaar kan worden ge bracht,, en dat het aanbeveling zou verdienen wan neer het aangesloten gedeelte der gemeente meer winst afwierp, in wellc geval een deel dier winst ter tegemoetkoming, zou kunnen dienon van do aan sluiting der Moerbeek. Evenwel er is slechts 53 van de aansluitbare perceelen aangesloten en de totale wateropbrengst per kwartaal is slechts f7o0. Nog wordt meegedeeld dat onder de geraamde op brengst van f1080, een bedrag van f480 is begre pen door het veehoudersbedrijf op te brengen. Mocht na overleg dit bedrag bereikt worden, dan zal het P.W.B. daarover mededeeling aan het gemeentebe stuur doen. Ingekomen! stukken: a. De gemeentebegrooting voor 1924 en de beslui ten) tot het ruilen, van land en het verleenen van overpad., alles van de vereisohte goedkeuring voor- izien. Voor kennisgeving aangenomen. b. Bericht van de gemeentebesturen van Barsin- geribonn, WinEke'l en Oude Niedorp, dat de Raden diier gemeenten afwijzend! hebben (beschikt op ons verzoek om een bijdrage int de kosten van (het uitdie pen van) de Leijersloot, allen zander vermelding van overwegingen. De heer Visser is van oordeel dat uit dit antwoord de eenige conclusie is te trekken, dat ook wij het nu maar kalm moeten aanpakken, indien die gemeente besturen meenen er geen belang bij1 te hebben. Den heer Gaijaard is dit antwoord van de gemeen tebesturen zeer tegen gevallen. Spr. herinnert er aa.n dat verleden jaar die kwestie aan de orde is gesteld door een adres dat van de schippers inkwam, hoofd zakelijk schippers uit Kolhorn, Barsingerhorn en Winkel. B. en W. hebben toen gemeend de belang hebbende gemeentebesturen om financieele mede werking te moeten verzoeken. Het betreft hier een eigenaardige kwestie. Door de gemeentebesturen wordt gezegd dat iedere gemeente1 haar eigen vaarwa ter moet onderhouden, maar tot Amsterdam is er maar een zeer klein stukje dat gemeentewater is, n.1 de Leijersloot, een vaarwater dat hoewel bui ten onze gemeente liggende, in onderhoud is bij onze gemeente. De legende zegt, dat -door onze voorouders in één nacht de Leijersloot is gegraven, en spr. ver onderstelt dat toen de Raaksmaatboezem en de ring vaart wel reeds bestonden. Dat onze voorvaderen dit kanaal gegraven hebben zal niet alleen in het be lang van Nieuwe Niedorp zijn geweest, maar ook vcor de achterliggende gemeenten, speciaal voor de polders Waard en Groet. Hadden onze voorouders toen het kanaal niet gegraven, dan zou het misschien later wel gemeenschappelijk gebeurd zijn. Spr. wijst nogmaals op het eigenaardige, dure geval voor Nieu we Niedorp, want behalve brug en sloot hebben de landeigenaren in de Banne Nieuwe Niedorp ook het onderhoud van den Leijerdijk. Spr. blijft van mee ning dat het voor de achterliggende gemeenten ook van belang is dat het water goed bevaarbaar is en zou, voor tot uitdiepen wordt begonnen, eerst nader onderzocht willen, zien hoe de sloot eigendom van onze gemeente geworden is. Dat onderhoud is voor Nieuwe Niedorp een groot bezwaar, want de buiten gemeenten Barsingerhorn miet haar Waardpolder en Winkel met haar Groetpolder, profiteeren er het meest van. De heer Visser acht de opmerkingen in de raads vergaderingen der betrokken gemeenten gemaakt on juist, want het is hier een kwestie van vaarwater van gemeenschappelijk belang. Spr. wijst er op dat in T algemeen de Leijersloot de diepte heeft van de sluis, mafy; alleen bij 't passeeren is zij te ondiep. Als dus nu Nieuwe Niedorp zich ook onttrok van uitdie pen, zou het gevolg wezen dat de schuiten op elkaar moesten wachten. Om een sneller verkeer te krij gen, zijnvluchthavens noodig en daarom is het een kwestie van algemeen belang. Waar die ge meentebesturen steun weigeren, moeten wij ons nu maar op het standpunt stellen, we doen er ook niets aan. Voorzitter is het er mee eens dat het een eigenaar dig bezit is, dat de dijk voor de Banne veel onder- hpud kost en dat het onderhoud van brug en sluis niet voor de helft betaald wordt door de sluisgelden. Spreker doot toezegging dat een. onderzoek zal worden ingesteld, hoe de gemeente eigenares is ge- wordeh. De heer Wit kan zich met het gesprokene vereeni gen, temeer omdat de zaak uitgegaan is van do schippers van Barsingerhorn en Winkel- De heer Gaijaard kan zich niet indenken dat de gemeente genoodzaakt zal worden de sloot uit te die pen, een mogelijkheid; die reeds in den Raad van Winkel word besproken. Maar mocht dit het geval wezen, dan zou dé vraag naar -voren komen om de sluisgelden zoo te verhoogen, dat de zaak rendabel De belanghebbende schippers zouden het moe ten betalen, zouden het verhalen op de ingezetenen ?n Pi**** zou^ri de achterliggende gemeenten dan tcch bijdragen. Doch spr. zou een dergelijke oplos sing in laatste instantie wallen. Eerst wil spr. een on derzoek hoe wij aan het kostbaar bezit zijn gekomen. zeg^ nog dat de gemeentebesturen er in 1906 anders over dachten; toen maakte slechts 1 gemeente bezwaar. •c. Het aarverslag van do Getzonxiheiidacommissie te Iloom verslag eener vergadering van1 de Com missie voor den Vleeschkeuringsdienst; de (begroeting voor 1924 van den Keuringsdienst voor Waren. Het verslag van de Commissie van den Vleeschkeu ringsdienst wordt voorgelezen, waarin voorkomt de bespreking over de noodslachtplaatsen, mede aan de hand \%n een verzoekschrift van den heer Hartman te Barsingerhorn. De opbrengst van keurloonen van ingevoerd vleesch bedroeg over de maanden November en De cember 1923 (161.99, over het le kwartaal 1924 f 303.62. De heer Visser merkt niog op, dat blijkens de be sprekingen in die commissie het wel goed gezien is dat aan onzen noodslachter een1 behoorlijke vergoe ding is gegeven. Ten aanzien van die begWottng 19B4 van den Keu ringsdienst van waren, merkt de heer Visser op, dat de bijdrage per inwoner 18.75 cent bedraagt. Het is, wel eens interessant te lezen hoe -het komt, dat een dergelijke hooge bijdrage noodig is en spr. noemt bijv. een uitgaaf van f 110.000 voor een nieuw labo ratorium. Het verslag zal circuleeren. d. Ptoceis-verbaal van kasverificatae in het le kwartaal 1924. Er was en moest zijn de som van f 4119.50. e. Verélag cunsiis voortgezet onderwijs. De cursus begon oorspronkelijk met 23 deelnieu mers(sters), 9 jongens en 14 meisjes, maar 2 leerlin gen, lieten zich na de eerste les ndert meer zien, ter wijl later een leerling uit de gemeente vertrok. On danks de slechte» weersgesteldheid! was het bezoek aan den cursus uitstekend, wat wel blijkt uit de me dedeeling, dat het gemiddeld! bezoek 18 leerlingen Uw schoenen worden bij ons gerepareerd met prima kernleer voor billijken prijs. VAN RIJSWIJK'S Schoenhandel. Schoenmakerij. Onze nieuwe Voor]aarsartikelen manten nit door mooie coupe en aiwerking. Concurreerend. Ook dit verslag zal bij' de leden drculeeren. f. Meded'eeliing dat d!e brandlhaken in het Veld eijta gepvlaatst bij de kerkepLaafs, bewoond) door den (heer J. Witsen en in de Laingereis hij bet perceiel van den heter C. Modder. Voor kennisgeving aangenomen. g. Herhaald verzoek van dén heer J. A. Poorter- mans, om een straatlantaarn te plaatsen voor zijne woning. B. en W. zijn van) meeniing, cDat de openbare vei ligheid niet het plaatsen van de gevraagde lantaarn vernacht en stellen derhalve voor, thans definitief In afwijzenden1 zin op het verzoekschrift te beschik ken. De heter Gaijaard1 vindt bet inderdaad een dönkeire hoek b'iji adressant, er zijn meerdere plaatsen waar een lantaarn noodig was, bijv. bij Iden woningbouw aan den Westertsveg. Spr. zou nog tadet direct afwijL zend willen beschikken, maar als wijl tot uitbreiding van het aantal lantaarns in d}e kom besloten, dan zou deze .plaats we'1 voor een lantaarn inJ aanmer king komen. Spr. gelooft echter wiel, dat. Poorter- mans zel'f de meeste hinder heeft, want biet publieke verkeer heeft licht op. Dat er direct gevaar voor het .publiek zal wezen gelooft spr,. niet. Voorzatte!* zegt, dat bet wel hoofdzakelijk' voor de woning van Poortermains noodig is, Maar als we ons op dien weg begeven, in den Terdaekerweg zijn ook veel bochten. 'Die heeir Pluister meent ook, dat Het moeilijk gaat om voor een enkel huis een lantaarn te plaatsen en daarom zou de RaaJd' hét yerzoek Wet definitief kun nen afwijzen. De heer Blokker gevoelt voor dit persoonlijk ver zoek ook weinig, iets anders zou het wezen als het verzoek van een heel buurtje kwam. De 'heer Kooij meent, uit het schrijven van adres sant begrepen, te hebben daf zijn vörig verzoek niet is afgehandeld, maar eendgazins verwachting is op gewekt, door de belofte dat het verzoek zou worden toegestaan, wanneer een betere kolenaanvoer enz. zou zijn verkregen. De heer Pluistér: Dat was in' 1920, de tijd van veel beloften. De secretaris zegt. dat toen niet verder op het ver zoek is ingegaan, en besloten is, wanneer de straat verlichting niét meer beperkt behoefde te worden, het verzoek te zullen overwegen. De heer Visselr zegt, dat-aridsdieni de omstandig heden) zijin veranderd, wamt nadien is de verlichting vani die gasfabriek gekomen. Overeenkomstig het voorstel van B. en W* wordt besloten. De commissie tot wering van 'schoolverzuim be richtte, dat de heteren J. Keuken) enJ A J. Veuinman herbenoemd zijb respectievelijk tolt voorzitter en se cretaris (der commissie. Vaststelling pensioengrondslag S. die Boer. De grondslag wordt vastgesteld op f 1100. Op de vraag van den heer Kooij hoe hoog de bij drage der gemeente is, antwoordt de secretaris van 524 Naar aanleiding vani een schrijven' van' Dr. Maats steïlen B. en W. thads voor tot den bouw van een boet bij dé dokterswoning volgens een gewijzigd pJam over te gaan. De gemeenteopzichter, de heer Strijder, geeft de noodige.toelichting op dit gewijzigde plan. De boet wordt mans 1 meter korter, van achter komt een schuin dak en de kosten komen daardoor op een paar honderd gulden minder. De heer Wit zou voor verdere bespreking van het motief, waarom B. en W. dit voorstel doen, in comité willen overgaan. De heer Kooij e.a achten dit niet noodig. De heer Pluister vindt het wel gewenscht dat de raadsleden weten waarom B. en W. met hun voor stel komen in afwijking van het besluit vorig maal 1 door dén Raad genomen. Voorzitter deelt mee dat dit is naar aanleiding i van een schrijven dat van den dokter is ingekomen. I In dat schrijven gericht aan B. en W., drukt de j dokter zijn bevreemding uit over het raadsbesluit tot het plaatsen van een bijgebouwtje, met welk plan hij niet accoord kan gaan. Adressant wijst er op dat hem het huis ter bewoning is aangeboden met stal voor berging van rijtuig enz. en hij meent daarop aanspraak te kunnen blijven maken. De dokter stelt I er hoogen prijs op, dat uit waardeering voor zijn werk gedurende 30 jaren, wordt overgegaan tot den bouw van een nieuwe schuur, tot welken bouw reeds I eerder was besloten. De heer De Groot vraagt of de Raad wel reeds vroeger had besloten tot bouw van een nieuwe sdhuur. Voorzitter meent vrijl positief, dat de Raad daartoe heeft besloten. De heer Gaijaard beaamt dit, doch B. en W. heb-1 ben dit raadsbesluit nooit uitgevoerd. Vcor den j bouw is geld geleend, maar dat geld is voor andere doeleinden gebruikt. De heer De Groot meent dat die leening toch niet speciaal voor de doktersboet was. Door den secretaris wordt het leeningsbesluit op gezocht en daaruit blijkt dat f 6000 is geleend, voor begrafenistoestel, verplaatsing brandspuithuis, ver bouw boet bij de dokterswoning enz. De heer Wit heeft zich vorig maal ook niet kun nen herinneren dat reeds eerder tot bouwen was be sloten en heeft ook niet goed begrepen dat dit vorig maal door den heer Gaijaard is gezegd. Anders zou hij zeker wel niet tegen bouw van de schuur heb ben gestemd. 'Spr. begrijpt niet dat door mevr. Maats, toen ze raadslid was, nooit herinnerd is aan dit vroe gere besluit. Dé heer Gaijaard meent toch dat ihij vorig maal tot den heer Wit heeft gezegd, dat wilde deze conse quent wezen, dan moest bij' voorstemmen en toen is door den heer Wit gezegd, dat de tijdsomstandighe den nu anders waren. De heer Pluister heeft nooit geweten dat een der gelijk besluit is genomen. Want hoewel hij betreurt dat een dergelijke hooge uitgaaf door de gemeente moet gebeuren, hij zal nu zijn stem niet aan dit ge wijzigde plan onthouden. Spr. wil geen critiek op de handelingen van B. en W. uitoefenen, maar hij noemt het toch een verkeerde handelwijze dat vroeger door B. en W. voor de doktersboet geld is geleend en dat geld voor andere uitgaven gebruikt is en waardoor de dokter gedupeerd is. De heer Gaijaard zegt dat het was een raads besluit, dat evenals andere dingen, toen uitgesteld is. B. en W. hebben het besluit niet uitgevoerd, daar kan de Raad niets aan doen, alleen hadden we cri tiek kunnen uitoefenen. Spr. wijst op andere zaken die in verband met de duurte zijn uitgesteld, als1 restauratie kerktoren. De heter Pluister: Is daarvoor ook geld openonjen? De heer Gaijaard: Neen. 'De heer Pluister: Dan is dat een betel andere kwes tie. De heer Gaijaard: Dat geef ik toe. De duurte waa het motief en of 't verkeerd is geweest, weet ik niet. De dokter heeft zich weten te redden en als het in 1920 uitgevoerd was, zou het zeker iets duurder hefr- ben gekost. De heer Pluister: 'Dat wist U toten; niét. De heer Gaijaard noemt nog eenige andere! werk zaamheden die zijn uitgesteld en meent, VHaft niet te ontkennen valt, dat door 'hem vorig maal gewezen is op een vorig besluit De heter Pluister heeft begrepen, dat toen gedoeld werd op een rondgang langs de gebouwen. Alleen na den brief van den dokter is h ijl te weten gekomen dat er reeds tot bouwen was besloten. De heer Visser vindt het eigenaardig dat wnaaT B. en W. regelmatig komen te hooren dat ze duur zijn, we nu hooren een verwijf, dat het geld niet besteed ia De gemoedelijkheid tusschen Raad en B. en W. zal wel haar oorzaak 'hnetrin vinden, dat de zaak wel eens ini comité besproken, zal wezen. Spr. voelt het woordje schuld niét, maar als er dan sprake van schuld! is. is het evengoed de Raad als (B. en W. die schuld heeft. Er waren andéTe dingen die uitgevoerd moesten worden. De heter Kooij- denkt, dat heft beter was geweest als vorig maal op de agenda bad gestaan: uitvoe ring vani het eerder genomen raadsbesluit tot 'het bouwen van een schuur, Dan zouden de ledlen, die nu tegengestemd hebben, allicht anders hebben ge stemd. De heer Pluister blijft het afkeuren dat het geleen de geld voor de boet, voor andere doeleinden, wordt gebruikt. Daardoor Is nielts beautünigjd'. De heer Visser meent, dat anders toch voor die noodzakelijke dingen een nieuwe geldleentog geslo ten bad' moeten worden, voor dem.piing 'Zaagmol en- hiav.en, brug in 't Velld, enz., zaken die ni'et uit dte ge- wolne middelen bestreden! kunnen wordlen. De hieer Pluister: Dan daarvoor deernen, dat is zuiver. De heer Visser: Hét wordt te zwaar aangerekend. De heer Pluister: Het is schh'n-bezuindging. De heer Visser: Eerst krijgen we op ons broodje, dat we te' royaal zijn, nu, dat we niet uitgegeven heb- ben. De heer Pluister: Het is niet de juiste manier. Tenslotte zegt dan de Voorzitter, dat B. én W. vccrstellen het vorig maal genomen raadsbesluit in te trekken en over te gaan tot den bouw van eqn nieu we boet volgens het gewijzigde plan. Met 6 tegen l stem, die van den heer De Groot, wordt hiertoe besloten. De heer Kooij vraagt hoe we nu tegenover de brug staan. Voorzitter meent dat dit volgend maal wel komt. De heer Kooij- wil publieke aanbesteding van den houw der boet. Voorzitter zegt dat B. en W. daarmee ondervindin gen hebben opgedaan, waardoor ze publieke aanbe steding niet kunnen aanbevelen. Tot verdere bespreking wordt de openbare ver gadering geschorst en na heropening wordt de rege ling van aanbesteding aan B. en W. opgedragen, d9 heer Wit onder voorbehoud dat B. en W. 3 timmer lieden prijs zullen vragen en niet 2, zooals door Voor zitter geopperd. Goedgevonden wordt verder voor den bouw der boet een geldleening te sluiten van hoogstens f2000, ren tende ten hoogste 6 en af te lossen in 10 jaar. Ingevolge een circulaire vani Ged. 'Staten over het gébruik van slootwater stellen B. eni W. voor, in de politieverordening die navolgende bepaling op te ne men: „Voor zoover door die Kroon ten aanzien vani alle otf bepaal dé waren geen eiscihen zijn gesteld op grond van artikel 15, late lid sub b, dér Warenwet 1919, 'Stlbl. No. 581, is het verboden vaart- of slootwater of in het algemeen water, dat door Burgemeester, en Wethouders onzuiver, of besmet is verklaard, te ge-1 bruiken! bij het winnen, bereiden of bewaren van voedingsmiddelen en voor hét reinigen van vaat. j werk en gereedschappen, bestemd1 om- daarbij te j Worden, gebruikt." Overtreding van dit verbod wordt gestraft (met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden." j De heer Gaijaard gevoelt alles voor het opnemen van deze bepaling, doch wijst op het schrijven van I het Waterleidingbedrijf, dat aansluiting van buiteu- l wijken mogelijk is, wanneer die rendabel is voor het bedrijf. Daardoor komen de buitenwijken voor hooge kosten te staan. Wanneer Ged. Staten ons een der- j gelijke bepaling in den mond geven, ligt het op hun weg te zorgen dat de menschen zooveel mogelijk van gced water worden voorzien. Want wanneer de menschen in de buitenwijken geen goede put hebben, zijn ze onwillekeurig op slootwater aangewezen. Om gebruik van slootwater tegen te gaan, is prachtig, doch dan moeten Ged. Staten ook zorgen, dat er be ter water is. Spr. zou daarom willen dat een schrij ven tot Ged. Staten werd gericht, waarin de wenk werd gegeven dat dan ook gezorgd wordt dat het mogelijk is goed water te hebben. Spreker had ook verwacht een schrijven van Het Witte Kruis, waarin gewezen wordt op de noodzakelijkheid! dat in de kom zooveel mogelijk wordt aangesloten aan de water leiding. De verordening, zooals B. en W. voorstellen, kun nen we maken, maar ze zal dikwijls moeilijk zijn uit te voeren. De heer De Groot meent ook dat dg verordening in de buitenwijken moeilijk is uit te voeren. Juist daar om heeft spreker al eens gevraagd naar de pomp te 'tVeld. Laatst is er heel wat in het slootwater ge prutst. De heer Visser zegt, dat ook B. en W. in deze rich ting gedacht hebben. De toepassing der verordening is ieitelijk voor de kom, voor de buitenwijken zouden B. en W. geen bekeuring willen uitlokken. Feitelijk zou spr. tegen deze verordening willen stemmen, om dat ze niet geheel uitvoerbaar ls. Er komt nu even wel nog een motief. Spr. herinnert dan aan het schrijven van het P.W.B., waarin als spr. zich niet vei gist, staat, dat wanneer de aangesloten kom een overschotje gaf, Moerbeek daarmee ontlast zou kun nen worden. Als dat zoo is, dan is het onze plicht meer op aansluiting in de kom aan te dringen. De heer Kooij- ziet de moeilijkheden van den heer Gaijaard niet zoo en oordeelt dat slootwater zoo min mogelijk gebruikt moet worden en dat dit ook mo gelijk fs. Veehouders kunne n voor drinkwater voor hun vee zorgen voor een) wiel, voor huishoudelijk ge bruik heeft men zijn regenwater en dus alleen in periodes van droogte zal men zich moeten voor zien van regenwater of leidingwater. Die kosten kunnen wel worden gedragen, want anders heelt men toch ook de kosten van de waterleiding. De heer Wit meent dat men niet altijd een wel kan krijgen. De heer Pluister acht het gewenscht voor de kom de bepaling te maken en spr. wijst erop dat in het dorp herhaaldelijk gebruik gemaakt wordt van het slootwater, terwijl toch heel wal privaten erop ulv loozen. We kunnen door dit artikel ook zorgen voor meerdere aansluiting. De heer Visser is het eens met de algemeen© strek king van de woorden van den heer Gaijaard. De Pro vincie dringt aan op het gebruik van goed water, ter wijl het P.W.B. die voorziening behandelt als een commercieel© zaak, 2 dingen die met elkaar in strijd zijt*. De heer Gaijaard wfjsfc op de moeilijkheden voor menschen, die geen paard en rijtuig, enz. hebben, om zich in een periode van droogte van goed water te voorzien. De heer Kooij evenwel oordeelt, dat er menschen zijn, die altijd in de sloot willen en weer andetrfo Voorzitter zegt, dat het wel goed is voor aan sluiting aan de waterleiding eenige dwang uit te oefenen. Het is hem tegengevallen, dat maar 53 pet. aangesloten is. De hoer Pluister zegt, dat hier dus f3000 aan water wordt opgebracht (f 7q0 per kwartaal). Wanneer dus alle perceelen aansloten, zou dat wor den f6000 en met Moerbeek erbij f7000 a f8000. Dat is dus een derde deol van den hooiftfcdfljfeten omslag. In verband daarmee aoht spr. het toch wel gewenscht, dat we de verplichting tot aansluiting eenigszins soepel toepassen. De heer Visser vindt toch eenige aandrang wel noodig. De heer Pluister erkent dat er gevallen zijn, waarbij op aansluiting aangedrongen dient te wor den. De heer Blokker vindt het resultaat,, zonder ver plichting, al niet zoo slecht. De heer Gaijaard wil toch wat pressie nitoefonen. De heer Pluister tot den heer Gaijaard: Sinds wanneer is U zoo voor pressie? De heer Gaijaard: Nu, Maar ik was vroeger ook zeer sterk voor aansluiting. De heer Pluister: Ook voor pressie? De heer Gaijaard: Daar ben ik voor door de lezing van Dr. Vos. De heer PluisterAls wethouder heeft U ten minste niet veel blijk gegeven voel voor pressie te gevoelen. De heer Visser, lachend: Maar nu wordt het toch mooi; omdat B.e n W. tot nu de verplichting soepel hebben, toegepast, moeten we dat daarom tot in het oneindige blijven doen? De heer Pluister, tot den hoer Visser: U schijnt het erg vermakelijk te vinden, als ik een opmer king maak tegen den heer Gaijaard. D e heer Gaijaard wijst er op, dat de toepassing der verplichting tot aansluiting aan B. en W. is. Door den burgemeester is ook al opgemerkt, dat het hem tegenviel .dat niet meer dan 53 pet. was aangesloten. Ook in do vergadering van Het Witte Kruis is daarop gewezen en daarom zou door die vereeniging verzocht worden, drang uit te oefenon. Ook spr. heeft in die vergadering voor dat ver zoek gestemd en wil nu meer pressie uitoefenen. Bo vendien waar is de grens? Door het gevogelte is er niemand in de gemeente die geen verontreinigd drinkwater heeft. Spr. vertelt van een geval tijdens zijn wethoudersschap, waarbij B. en W. op aanslui ting hebben aangedrongen bij een huiseigenaar, om dat de bewoner nooit goed water had. Op dien huis eigenaar is pressie uitgeoefend, maar tot aansluiting is het nooit gekomen. Voorzitter zegt dat de niet aangeslotenen er aan herinnerd zullen worden dat het op hun weg ligt aan te sluiten. De voorgestelde bepaling wordt daarna zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Aan de orde komt: Wijziging der verordening, aanwijzende de wijken, buurten en wegen, waarin geen vergunningen voor den verkoop van sterken dranik lm het klein verleend mogen worden en aangevende het (maximum aantal vergunningen in bepaalde wijken, buurten of -wegen, zoodanig* dat in de koon dér gemeente miet meer dan twee vergunningen mogen worden verleend. Tot nu waren er drie vergunningen, maar waar er nu een vergunning los komt, oordeelen B. en W. het beter het aantal maar tot 2 te bepalen. Zonder bespreking goedgevonden. Hierna sluiting. ONTPLOFFING IN EEN FABRIEK- Uit Berlijn, 17 ApriL In een chemische fabriek te Berlijn-Gharlottenbung, heeft heden een ontplof fing plaats gevonden, waarschijnlijk door het vlam vatten van een hoeveelheid' alcohol. Eén arbeidster werd gedood' en verscheidene andemen werden zwaar gewond. DE VROEGERE KROONPRINSES VAN OOSTEN. RIJK ZENUWZIEK. Uit Weenen, 17 April. Naar het „Neue Wiener Journal" meldt, is gravin Stéphanie Lonyay, de we duwe van kroonprins Rudialf, ernstig zenuw-ziek. Zij lijdt aan waanvoorstellingen, waarin zij allerlei epi sodes uit het verleden opnieuw -beleeft Vooral komen haar voor den gest het drama van Meyerling en de ongelukkige dood van kroonprins Rudolf. Gravin Ltonyay is thans 60 jaaf oud. Zij' huwde na den dood van kroonprins Rudolf met graaf Lonyay. LEGER-INKRJMPING IN DENEMARKEN. Volgens een bericht uit Kopenhagen is het nieuwe' kalblnet-Stauning voornemens een plan tot zeer be langrijke inkrimping van het leger op te stellen. EEN VORSTENDOM TE KOOP. 'Wie wil een vorstendom koopen? zoo vraagt de TeL Deze vraag, die in een operette-libretto denkbaar zou zijn, wordt door den Berlij-nsohen correspondent van de „Daily Chitonlcle" aan hot begiw van een re laas neergeschreven, waarin hij' vertelt, dat wie wil, een reëel bod kan doen op 'het vorstendom Sagan i!n Duitsch Silezië. „(Deze gelegenheid,, mijne hoeren, is eenig: zoo iets komt mooit terug". We hóóren het al. En hoe heilig schendend het klinkt, de uitdrukking is zeer o- haar plaats. Men kan een Duitsch staatje koopen, van al le moderne comfort voorzien met dien verstande, dat er momenteel geen parlement is en- esr slechts één onbeteekenende krant verschijnt. Voor de rest alles in prima étaat De hoofdstad van Sagan, eveneens Sagan geheeften, is gelegen aan den spoorlijn' Berlijm-Breslau. Hot gebied is aan alle kanten door Duitsch territoir om geven, het hehoort toe aan een Fransehman en kan niet zonder .toestemming dér Pruisische regeering worden verkocht Kan men heft met den eigenaar eens worden, dan zal een beetje tact den adspirant- kooper over de moeilijkheden niet Berlijn heen hel pen. In den koop zijn inbegrepen: 65.000 zielen (met bijbehoorende menschelijke lichamen) waarvan 15.100 woonachtig in de hoofdplaats, voorts een kasteel met .prachtig park, een stadhuis, compleet met raadzaal, burgemeesterskamer, poliorechtbank en belastingkantoor, verder een Gotische kerk, twee goede hotels, en een bronzen standbeeld van Keizer Fritedjrichi ni. De meeste inwoners werken op het land of in 'do lakenfabriek van de hoofdstad. Er zijn aardige win kels, en de rivier de Bober, die door Sagan stroomt, is rijk aan forellenl Er is nóg iets aanlokkelijks aan dezen koop. NI. de titel. De kooper wordt vijfde hertog van Sagan, met praedicaat „Senie Durchlaucbt". Daft is niet voor de poes. En welk een reeks aedoptief-voorvaderenkrijgt de nieuwe eigenaar 1 Ze loopen alvast over 375 jaar, maar een goed na zoeker knóopt er nog wol een slor dige eeuw aan vast. Ook d'e kwaliteit is opperbest: het romantische tintje dat er de ware pikanterie aan geeft, ontbreekt evenimin. Thans is eigenaar een Fra-nsche schooljongen, die ergens in de Avenue du Bois de Boulogne .te Parijs woont: Charles Maurice Pierre Jasan Howard de Talleyrand—Périgord, 15 jaar oud. Zijn vader, vijf de hertig van Talleyrand, is getrouwd met de doch ter van den Amerikaamschen millionnair Jay Gould. Wat wil men meer? Habsburgs en Hohenzollerns, Talleyrands, galant vrouwenleven, mooie adellijke grootmoeders en overgrootmoeders, een snippertje Fransch en'een futje Amerikaansch! Alla, wie biedt? ZICH DOOD GELACHEN. Een 17-jarig meisje te Liverpool kreeg tijdens de voorstelling in een bioscoop zulk een lachbui dat zij een beroerte kreeg en neerstortte. Het meisje werd naar een zijkamer overgebracht doch voorzie aan-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 13