r
t
KMO NIEUWE NUF.
VIERDE BLAD.
Gemengd Nieuws.
Zaterdag 19 April 1924.
67ste Jaargang. INo. 7421.
Verg&dediing mn djen Raad op Vrijdag 18 'April
1924, des morgens 10 uur.
Alle leden zijn aanwezig.
Voorzitter de heer P. Koopman, burgemeester, «se
cretaris de heetr P. Haringhuizen.
Na opening volgt lezing der notulen, dia onder
dankzegging worden goedgekeurd, na een enkele op
merking van. den heer Gaijaard.
De heer Gaijaard vraagt verder naar het antwoord
van het Prov. Waterleidingbedrijf over aansluiting
van de Moerbeek, of reeds antwoord is ingekomen
van de gemeente Hoogwoud over de verlichting aan
de Langereis en informeert naar antwoord van het
Bestuur der Schager- en Niedorper Kogge over den.
toestand van den weg van den Langereisdijk.
Voorzitter deelt mede dat met Hoogwoud nog niet
is geconfereerd en antwoord van de Schager en Nie
dorper Koggen is nog niet ontvangen. Door hot
P.W.B. werd geschreven, dat waar de gemeente niet
eiken steun afwijst, het bedrijf opnieuw een onder
zoek zal instellen en met de bewoners van Moerbeek
in overleg zal treden. Gewezen wordt er op dat do
bestaansmogelijkheid niet in gevaar kan worden ge
bracht,, en dat het aanbeveling zou verdienen wan
neer het aangesloten gedeelte der gemeente meer
winst afwierp, in wellc geval een deel dier winst
ter tegemoetkoming, zou kunnen dienon van do aan
sluiting der Moerbeek. Evenwel er is slechts 53
van de aansluitbare perceelen aangesloten en de
totale wateropbrengst per kwartaal is slechts f7o0.
Nog wordt meegedeeld dat onder de geraamde op
brengst van f1080, een bedrag van f480 is begre
pen door het veehoudersbedrijf op te brengen. Mocht
na overleg dit bedrag bereikt worden, dan zal het
P.W.B. daarover mededeeling aan het gemeentebe
stuur doen.
Ingekomen! stukken:
a. De gemeentebegrooting voor 1924 en de beslui
ten) tot het ruilen, van land en het verleenen van
overpad., alles van de vereisohte goedkeuring voor-
izien.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. Bericht van de gemeentebesturen van Barsin-
geribonn, WinEke'l en Oude Niedorp, dat de Raden
diier gemeenten afwijzend! hebben (beschikt op ons
verzoek om een bijdrage int de kosten van (het uitdie
pen van) de Leijersloot, allen zander vermelding van
overwegingen.
De heer Visser is van oordeel dat uit dit antwoord
de eenige conclusie is te trekken, dat ook wij het nu
maar kalm moeten aanpakken, indien die gemeente
besturen meenen er geen belang bij1 te hebben.
Den heer Gaijaard is dit antwoord van de gemeen
tebesturen zeer tegen gevallen. Spr. herinnert er aa.n
dat verleden jaar die kwestie aan de orde is gesteld
door een adres dat van de schippers inkwam, hoofd
zakelijk schippers uit Kolhorn, Barsingerhorn en
Winkel. B. en W. hebben toen gemeend de belang
hebbende gemeentebesturen om financieele mede
werking te moeten verzoeken. Het betreft hier een
eigenaardige kwestie. Door de gemeentebesturen
wordt gezegd dat iedere gemeente1 haar eigen vaarwa
ter moet onderhouden, maar tot Amsterdam is er
maar een zeer klein stukje dat gemeentewater is,
n.1 de Leijersloot, een vaarwater dat hoewel bui
ten onze gemeente liggende, in onderhoud is bij onze
gemeente. De legende zegt, dat -door onze voorouders
in één nacht de Leijersloot is gegraven, en spr. ver
onderstelt dat toen de Raaksmaatboezem en de ring
vaart wel reeds bestonden. Dat onze voorvaderen dit
kanaal gegraven hebben zal niet alleen in het be
lang van Nieuwe Niedorp zijn geweest, maar ook
vcor de achterliggende gemeenten, speciaal voor de
polders Waard en Groet. Hadden onze voorouders
toen het kanaal niet gegraven, dan zou het misschien
later wel gemeenschappelijk gebeurd zijn. Spr. wijst
nogmaals op het eigenaardige, dure geval voor Nieu
we Niedorp, want behalve brug en sloot hebben
de landeigenaren in de Banne Nieuwe Niedorp ook
het onderhoud van den Leijerdijk. Spr. blijft van mee
ning dat het voor de achterliggende gemeenten ook
van belang is dat het water goed bevaarbaar is en
zou, voor tot uitdiepen wordt begonnen, eerst nader
onderzocht willen, zien hoe de sloot eigendom van
onze gemeente geworden is. Dat onderhoud is voor
Nieuwe Niedorp een groot bezwaar, want de buiten
gemeenten Barsingerhorn miet haar Waardpolder
en Winkel met haar Groetpolder, profiteeren er het
meest van.
De heer Visser acht de opmerkingen in de raads
vergaderingen der betrokken gemeenten gemaakt on
juist, want het is hier een kwestie van vaarwater
van gemeenschappelijk belang. Spr. wijst er op dat
in T algemeen de Leijersloot de diepte heeft van de
sluis, mafy; alleen bij 't passeeren is zij te ondiep. Als
dus nu Nieuwe Niedorp zich ook onttrok van uitdie
pen, zou het gevolg wezen dat de schuiten op elkaar
moesten wachten. Om een sneller verkeer te krij
gen, zijnvluchthavens noodig en daarom is het
een kwestie van algemeen belang. Waar die ge
meentebesturen steun weigeren, moeten wij ons nu
maar op het standpunt stellen, we doen er ook niets
aan.
Voorzitter is het er mee eens dat het een eigenaar
dig bezit is, dat de dijk voor de Banne veel onder-
hpud kost en dat het onderhoud van brug en sluis
niet voor de helft betaald wordt door de sluisgelden.
Spreker doot toezegging dat een. onderzoek zal
worden ingesteld, hoe de gemeente eigenares is ge-
wordeh.
De heer Wit kan zich met het gesprokene vereeni
gen, temeer omdat de zaak uitgegaan is van do
schippers van Barsingerhorn en Winkel-
De heer Gaijaard kan zich niet indenken dat de
gemeente genoodzaakt zal worden de sloot uit te die
pen, een mogelijkheid; die reeds in den Raad van
Winkel word besproken. Maar mocht dit het geval
wezen, dan zou dé vraag naar -voren komen om de
sluisgelden zoo te verhoogen, dat de zaak rendabel
De belanghebbende schippers zouden het moe
ten betalen, zouden het verhalen op de ingezetenen
?n Pi**** zou^ri de achterliggende gemeenten dan
tcch bijdragen. Doch spr. zou een dergelijke oplos
sing in laatste instantie wallen. Eerst wil spr. een on
derzoek hoe wij aan het kostbaar bezit zijn gekomen.
zeg^ nog dat de gemeentebesturen er
in 1906 anders over dachten; toen maakte slechts
1 gemeente bezwaar.
•c. Het aarverslag van do Getzonxiheiidacommissie
te Iloom verslag eener vergadering van1 de Com
missie voor den Vleeschkeuringsdienst; de (begroeting
voor 1924 van den Keuringsdienst voor Waren.
Het verslag van de Commissie van den Vleeschkeu
ringsdienst wordt voorgelezen, waarin voorkomt de
bespreking over de noodslachtplaatsen, mede aan de
hand \%n een verzoekschrift van den heer Hartman
te Barsingerhorn.
De opbrengst van keurloonen van ingevoerd
vleesch bedroeg over de maanden November en De
cember 1923 (161.99, over het le kwartaal 1924 f 303.62.
De heer Visser merkt niog op, dat blijkens de be
sprekingen in die commissie het wel goed gezien is
dat aan onzen noodslachter een1 behoorlijke vergoe
ding is gegeven.
Ten aanzien van die begWottng 19B4 van den Keu
ringsdienst van waren, merkt de heer Visser op, dat
de bijdrage per inwoner 18.75 cent bedraagt. Het is,
wel eens interessant te lezen hoe -het komt, dat een
dergelijke hooge bijdrage noodig is en spr. noemt
bijv. een uitgaaf van f 110.000 voor een nieuw labo
ratorium. Het verslag zal circuleeren.
d. Ptoceis-verbaal van kasverificatae in het le
kwartaal 1924. Er was en moest zijn de som van
f 4119.50.
e. Verélag cunsiis voortgezet onderwijs.
De cursus begon oorspronkelijk met 23 deelnieu
mers(sters), 9 jongens en 14 meisjes, maar 2 leerlin
gen, lieten zich na de eerste les ndert meer zien, ter
wijl later een leerling uit de gemeente vertrok. On
danks de slechte» weersgesteldheid! was het bezoek
aan den cursus uitstekend, wat wel blijkt uit de me
dedeeling, dat het gemiddeld! bezoek 18 leerlingen
Uw schoenen worden bij ons gerepareerd
met prima kernleer voor billijken prijs.
VAN RIJSWIJK'S
Schoenhandel. Schoenmakerij.
Onze nieuwe Voor]aarsartikelen manten
nit door mooie coupe en aiwerking.
Concurreerend.
Ook dit verslag zal bij' de leden drculeeren.
f. Meded'eeliing dat d!e brandlhaken in het Veld eijta
gepvlaatst bij de kerkepLaafs, bewoond) door den (heer
J. Witsen en in de Laingereis hij bet perceiel van den
heter C. Modder.
Voor kennisgeving aangenomen.
g. Herhaald verzoek van dén heer J. A. Poorter-
mans, om een straatlantaarn te plaatsen voor zijne
woning.
B. en W. zijn van) meeniing, cDat de openbare vei
ligheid niet het plaatsen van de gevraagde lantaarn
vernacht en stellen derhalve voor, thans definitief
In afwijzenden1 zin op het verzoekschrift te beschik
ken.
De heter Gaijaard1 vindt bet inderdaad een dönkeire
hoek b'iji adressant, er zijn meerdere plaatsen waar
een lantaarn noodig was, bijv. bij Iden woningbouw
aan den Westertsveg. Spr. zou nog tadet direct afwijL
zend willen beschikken, maar als wijl tot uitbreiding
van het aantal lantaarns in d}e kom besloten, dan
zou deze .plaats we'1 voor een lantaarn inJ aanmer
king komen. Spr. gelooft echter wiel, dat. Poorter-
mans zel'f de meeste hinder heeft, want biet publieke
verkeer heeft licht op. Dat er direct gevaar voor het
.publiek zal wezen gelooft spr,. niet.
Voorzatte!* zegt, dat bet wel hoofdzakelijk' voor de
woning van Poortermains noodig is, Maar als we ons
op dien weg begeven, in den Terdaekerweg zijn ook
veel bochten.
'Die heeir Pluister meent ook, dat Het moeilijk gaat
om voor een enkel huis een lantaarn te plaatsen en
daarom zou de RaaJd' hét yerzoek Wet definitief kun
nen afwijzen.
De heer Blokker gevoelt voor dit persoonlijk ver
zoek ook weinig, iets anders zou het wezen als het
verzoek van een heel buurtje kwam.
De 'heer Kooij meent, uit het schrijven van adres
sant begrepen, te hebben daf zijn vörig verzoek niet
is afgehandeld, maar eendgazins verwachting is op
gewekt, door de belofte dat het verzoek zou worden
toegestaan, wanneer een betere kolenaanvoer enz.
zou zijn verkregen.
De heer Pluistér: Dat was in' 1920, de tijd van veel
beloften.
De secretaris zegt. dat toen niet verder op het ver
zoek is ingegaan, en besloten is, wanneer de straat
verlichting niét meer beperkt behoefde te worden,
het verzoek te zullen overwegen.
De heer Visselr zegt, dat-aridsdieni de omstandig
heden) zijin veranderd, wamt nadien is de verlichting
vani die gasfabriek gekomen.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W* wordt
besloten.
De commissie tot wering van 'schoolverzuim be
richtte, dat de heteren J. Keuken) enJ A J. Veuinman
herbenoemd zijb respectievelijk tolt voorzitter en se
cretaris (der commissie.
Vaststelling pensioengrondslag S. die Boer.
De grondslag wordt vastgesteld op f 1100.
Op de vraag van den heer Kooij hoe hoog de bij
drage der gemeente is, antwoordt de secretaris van
524
Naar aanleiding vani een schrijven' van' Dr. Maats
steïlen B. en W. thads voor tot den bouw van een
boet bij dé dokterswoning volgens een gewijzigd pJam
over te gaan.
De gemeenteopzichter, de heer Strijder, geeft de
noodige.toelichting op dit gewijzigde plan. De boet
wordt mans 1 meter korter, van achter komt een
schuin dak en de kosten komen daardoor op een
paar honderd gulden minder.
De heer Wit zou voor verdere bespreking van het
motief, waarom B. en W. dit voorstel doen, in comité
willen overgaan.
De heer Kooij e.a achten dit niet noodig.
De heer Pluister vindt het wel gewenscht dat de
raadsleden weten waarom B. en W. met hun voor
stel komen in afwijking van het besluit vorig maal 1
door dén Raad genomen.
Voorzitter deelt mee dat dit is naar aanleiding i
van een schrijven dat van den dokter is ingekomen. I
In dat schrijven gericht aan B. en W., drukt de j
dokter zijn bevreemding uit over het raadsbesluit tot
het plaatsen van een bijgebouwtje, met welk plan hij
niet accoord kan gaan. Adressant wijst er op dat
hem het huis ter bewoning is aangeboden met stal
voor berging van rijtuig enz. en hij meent daarop
aanspraak te kunnen blijven maken. De dokter stelt I
er hoogen prijs op, dat uit waardeering voor zijn
werk gedurende 30 jaren, wordt overgegaan tot den
bouw van een nieuwe schuur, tot welken bouw reeds I
eerder was besloten.
De heer De Groot vraagt of de Raad wel reeds
vroeger had besloten tot bouw van een nieuwe
sdhuur.
Voorzitter meent vrijl positief, dat de Raad daartoe
heeft besloten.
De heer Gaijaard beaamt dit, doch B. en W. heb-1
ben dit raadsbesluit nooit uitgevoerd. Vcor den j
bouw is geld geleend, maar dat geld is voor andere
doeleinden gebruikt.
De heer De Groot meent dat die leening toch niet
speciaal voor de doktersboet was.
Door den secretaris wordt het leeningsbesluit op
gezocht en daaruit blijkt dat f 6000 is geleend, voor
begrafenistoestel, verplaatsing brandspuithuis, ver
bouw boet bij de dokterswoning enz.
De heer Wit heeft zich vorig maal ook niet kun
nen herinneren dat reeds eerder tot bouwen was be
sloten en heeft ook niet goed begrepen dat dit vorig
maal door den heer Gaijaard is gezegd. Anders zou
hij zeker wel niet tegen bouw van de schuur heb
ben gestemd. 'Spr. begrijpt niet dat door mevr. Maats,
toen ze raadslid was, nooit herinnerd is aan dit vroe
gere besluit.
Dé heer Gaijaard meent toch dat ihij vorig maal tot
den heer Wit heeft gezegd, dat wilde deze conse
quent wezen, dan moest bij' voorstemmen en toen is
door den heer Wit gezegd, dat de tijdsomstandighe
den nu anders waren.
De heer Pluister heeft nooit geweten dat een der
gelijk besluit is genomen. Want hoewel hij betreurt
dat een dergelijke hooge uitgaaf door de gemeente
moet gebeuren, hij zal nu zijn stem niet aan dit ge
wijzigde plan onthouden. Spr. wil geen critiek op de
handelingen van B. en W. uitoefenen, maar hij noemt
het toch een verkeerde handelwijze dat vroeger door
B. en W. voor de doktersboet geld is geleend en dat
geld voor andere uitgaven gebruikt is en waardoor
de dokter gedupeerd is.
De heer Gaijaard zegt dat het was een raads
besluit, dat evenals andere dingen, toen uitgesteld is.
B. en W. hebben het besluit niet uitgevoerd, daar
kan de Raad niets aan doen, alleen hadden we cri
tiek kunnen uitoefenen. Spr. wijst op andere zaken
die in verband met de duurte zijn uitgesteld, als1
restauratie kerktoren.
De heter Pluister: Is daarvoor ook geld openonjen?
De heer Gaijaard: Neen.
'De heer Pluister: Dan is dat een betel andere kwes
tie.
De heer Gaijaard: Dat geef ik toe. De duurte waa
het motief en of 't verkeerd is geweest, weet ik niet.
De dokter heeft zich weten te redden en als het in
1920 uitgevoerd was, zou het zeker iets duurder hefr-
ben gekost.
De heer Pluister: 'Dat wist U toten; niét.
De heer Gaijaard noemt nog eenige andere! werk
zaamheden die zijn uitgesteld en meent, VHaft niet te
ontkennen valt, dat door 'hem vorig maal gewezen is
op een vorig besluit
De heter Pluister heeft begrepen, dat toen gedoeld
werd op een rondgang langs de gebouwen. Alleen na
den brief van den dokter is h ijl te weten gekomen
dat er reeds tot bouwen was besloten.
De heer Visser vindt het eigenaardig dat wnaaT B.
en W. regelmatig komen te hooren dat ze duur zijn,
we nu hooren een verwijf, dat het geld niet besteed
ia De gemoedelijkheid tusschen Raad en B. en W.
zal wel haar oorzaak 'hnetrin vinden, dat de zaak wel
eens ini comité besproken, zal wezen. Spr. voelt het
woordje schuld niét, maar als er dan sprake van
schuld! is. is het evengoed de Raad als (B. en W. die
schuld heeft. Er waren andéTe dingen die uitgevoerd
moesten worden.
De heter Kooij- denkt, dat heft beter was geweest
als vorig maal op de agenda bad gestaan: uitvoe
ring vani het eerder genomen raadsbesluit tot 'het
bouwen van een schuur, Dan zouden de ledlen, die
nu tegengestemd hebben, allicht anders hebben ge
stemd.
De heer Pluister blijft het afkeuren dat het geleen
de geld voor de boet, voor andere doeleinden, wordt
gebruikt. Daardoor Is nielts beautünigjd'.
De heer Visser meent, dat anders toch voor die
noodzakelijke dingen een nieuwe geldleentog geslo
ten bad' moeten worden, voor dem.piing 'Zaagmol en-
hiav.en, brug in 't Velld, enz., zaken die ni'et uit dte ge-
wolne middelen bestreden! kunnen wordlen.
De hieer Pluister: Dan daarvoor deernen, dat is
zuiver.
De heer Visser: Hét wordt te zwaar aangerekend.
De heer Pluister: Het is schh'n-bezuindging.
De heer Visser: Eerst krijgen we op ons broodje,
dat we te' royaal zijn, nu, dat we niet uitgegeven heb-
ben.
De heer Pluister: Het is niet de juiste manier.
Tenslotte zegt dan de Voorzitter, dat B. én W.
vccrstellen het vorig maal genomen raadsbesluit in te
trekken en over te gaan tot den bouw van eqn nieu
we boet volgens het gewijzigde plan.
Met 6 tegen l stem, die van den heer De Groot,
wordt hiertoe besloten.
De heer Kooij vraagt hoe we nu tegenover de brug
staan.
Voorzitter meent dat dit volgend maal wel komt.
De heer Kooij- wil publieke aanbesteding van den
houw der boet.
Voorzitter zegt dat B. en W. daarmee ondervindin
gen hebben opgedaan, waardoor ze publieke aanbe
steding niet kunnen aanbevelen.
Tot verdere bespreking wordt de openbare ver
gadering geschorst en na heropening wordt de rege
ling van aanbesteding aan B. en W. opgedragen, d9
heer Wit onder voorbehoud dat B. en W. 3 timmer
lieden prijs zullen vragen en niet 2, zooals door Voor
zitter geopperd.
Goedgevonden wordt verder voor den bouw der boet
een geldleening te sluiten van hoogstens f2000, ren
tende ten hoogste 6 en af te lossen in 10 jaar.
Ingevolge een circulaire vani Ged. 'Staten over het
gébruik van slootwater stellen B. eni W. voor, in de
politieverordening die navolgende bepaling op te ne
men:
„Voor zoover door die Kroon ten aanzien vani alle
otf bepaal dé waren geen eiscihen zijn gesteld op grond
van artikel 15, late lid sub b, dér Warenwet 1919,
'Stlbl. No. 581, is het verboden vaart- of slootwater of
in het algemeen water, dat door Burgemeester, en
Wethouders onzuiver, of besmet is verklaard, te ge-1
bruiken! bij het winnen, bereiden of bewaren van
voedingsmiddelen en voor hét reinigen van vaat. j
werk en gereedschappen, bestemd1 om- daarbij te j
Worden, gebruikt."
Overtreding van dit verbod wordt gestraft (met
hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete
van ten hoogste vijf en twintig gulden."
j De heer Gaijaard gevoelt alles voor het opnemen
van deze bepaling, doch wijst op het schrijven van
I het Waterleidingbedrijf, dat aansluiting van buiteu-
l wijken mogelijk is, wanneer die rendabel is voor het
bedrijf. Daardoor komen de buitenwijken voor hooge
kosten te staan. Wanneer Ged. Staten ons een der-
j gelijke bepaling in den mond geven, ligt het op hun
weg te zorgen dat de menschen zooveel mogelijk van
gced water worden voorzien. Want wanneer de
menschen in de buitenwijken geen goede put hebben,
zijn ze onwillekeurig op slootwater aangewezen. Om
gebruik van slootwater tegen te gaan, is prachtig,
doch dan moeten Ged. Staten ook zorgen, dat er be
ter water is. Spr. zou daarom willen dat een schrij
ven tot Ged. Staten werd gericht, waarin de wenk
werd gegeven dat dan ook gezorgd wordt dat het
mogelijk is goed water te hebben. Spreker had ook
verwacht een schrijven van Het Witte Kruis, waarin
gewezen wordt op de noodzakelijkheid! dat in de kom
zooveel mogelijk wordt aangesloten aan de water
leiding.
De verordening, zooals B. en W. voorstellen, kun
nen we maken, maar ze zal dikwijls moeilijk zijn uit
te voeren.
De heer De Groot meent ook dat dg verordening in
de buitenwijken moeilijk is uit te voeren. Juist daar
om heeft spreker al eens gevraagd naar de pomp te
'tVeld. Laatst is er heel wat in het slootwater ge
prutst.
De heer Visser zegt, dat ook B. en W. in deze rich
ting gedacht hebben. De toepassing der verordening
is ieitelijk voor de kom, voor de buitenwijken zouden
B. en W. geen bekeuring willen uitlokken. Feitelijk
zou spr. tegen deze verordening willen stemmen, om
dat ze niet geheel uitvoerbaar ls. Er komt nu even
wel nog een motief. Spr. herinnert dan aan het
schrijven van het P.W.B., waarin als spr. zich niet
vei gist, staat, dat wanneer de aangesloten kom een
overschotje gaf, Moerbeek daarmee ontlast zou kun
nen worden. Als dat zoo is, dan is het onze plicht
meer op aansluiting in de kom aan te dringen.
De heer Kooij- ziet de moeilijkheden van den heer
Gaijaard niet zoo en oordeelt dat slootwater zoo min
mogelijk gebruikt moet worden en dat dit ook mo
gelijk fs. Veehouders kunne n voor drinkwater voor
hun vee zorgen voor een) wiel, voor huishoudelijk ge
bruik heeft men zijn regenwater en dus alleen in
periodes van droogte zal men zich moeten voor
zien van regenwater of leidingwater. Die kosten
kunnen wel worden gedragen, want anders heelt men
toch ook de kosten van de waterleiding.
De heer Wit meent dat men niet altijd een wel kan
krijgen.
De heer Pluister acht het gewenscht voor de kom
de bepaling te maken en spr. wijst erop dat in het
dorp herhaaldelijk gebruik gemaakt wordt van het
slootwater, terwijl toch heel wal privaten erop ulv
loozen. We kunnen door dit artikel ook zorgen voor
meerdere aansluiting.
De heer Visser is het eens met de algemeen© strek
king van de woorden van den heer Gaijaard. De Pro
vincie dringt aan op het gebruik van goed water, ter
wijl het P.W.B. die voorziening behandelt als een
commercieel© zaak, 2 dingen die met elkaar in
strijd zijt*.
De heer Gaijaard wfjsfc op de moeilijkheden voor
menschen, die geen paard en rijtuig, enz. hebben,
om zich in een periode van droogte van goed water
te voorzien.
De heer Kooij evenwel oordeelt, dat er menschen
zijn, die altijd in de sloot willen en weer andetrfo
Voorzitter zegt, dat het wel goed is voor aan
sluiting aan de waterleiding eenige dwang uit te
oefenen. Het is hem tegengevallen, dat maar 53
pet. aangesloten is.
De hoer Pluister zegt, dat hier dus f3000 aan
water wordt opgebracht (f 7q0 per kwartaal).
Wanneer dus alle perceelen aansloten, zou dat wor
den f6000 en met Moerbeek erbij f7000 a f8000.
Dat is dus een derde deol van den hooiftfcdfljfeten
omslag. In verband daarmee aoht spr. het toch wel
gewenscht, dat we de verplichting tot aansluiting
eenigszins soepel toepassen.
De heer Visser vindt toch eenige aandrang wel
noodig.
De heer Pluister erkent dat er gevallen zijn,
waarbij op aansluiting aangedrongen dient te wor
den.
De heer Blokker vindt het resultaat,, zonder ver
plichting, al niet zoo slecht.
De heer Gaijaard wil toch wat pressie nitoefonen.
De heer Pluister tot den heer Gaijaard: Sinds
wanneer is U zoo voor pressie?
De heer Gaijaard: Nu, Maar ik was vroeger ook
zeer sterk voor aansluiting.
De heer Pluister: Ook voor pressie?
De heer Gaijaard: Daar ben ik voor door de
lezing van Dr. Vos.
De heer PluisterAls wethouder heeft U ten
minste niet veel blijk gegeven voel voor pressie te
gevoelen.
De heer Visser, lachend: Maar nu wordt het
toch mooi; omdat B.e n W. tot nu de verplichting
soepel hebben, toegepast, moeten we dat daarom tot
in het oneindige blijven doen?
De heer Pluister, tot den hoer Visser: U schijnt
het erg vermakelijk te vinden, als ik een opmer
king maak tegen den heer Gaijaard.
D e heer Gaijaard wijst er op, dat de toepassing
der verplichting tot aansluiting aan B. en W. is.
Door den burgemeester is ook al opgemerkt, dat
het hem tegenviel .dat niet meer dan 53 pet. was
aangesloten. Ook in do vergadering van Het Witte
Kruis is daarop gewezen en daarom zou door die
vereeniging verzocht worden, drang uit te oefenon.
Ook spr. heeft in die vergadering voor dat ver
zoek gestemd en wil nu meer pressie uitoefenen. Bo
vendien waar is de grens? Door het gevogelte is er
niemand in de gemeente die geen verontreinigd
drinkwater heeft. Spr. vertelt van een geval tijdens
zijn wethoudersschap, waarbij B. en W. op aanslui
ting hebben aangedrongen bij een huiseigenaar, om
dat de bewoner nooit goed water had. Op dien huis
eigenaar is pressie uitgeoefend, maar tot aansluiting
is het nooit gekomen.
Voorzitter zegt dat de niet aangeslotenen er aan
herinnerd zullen worden dat het op hun weg ligt
aan te sluiten.
De voorgestelde bepaling wordt daarna zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Aan de orde komt:
Wijziging der verordening, aanwijzende de wijken,
buurten en wegen, waarin geen vergunningen voor
den verkoop van sterken dranik lm het klein verleend
mogen worden en aangevende het (maximum aantal
vergunningen in bepaalde wijken, buurten of -wegen,
zoodanig* dat in de koon dér gemeente miet meer dan
twee vergunningen mogen worden verleend.
Tot nu waren er drie vergunningen, maar waar
er nu een vergunning los komt, oordeelen B. en
W. het beter het aantal maar tot 2 te bepalen.
Zonder bespreking goedgevonden.
Hierna sluiting.
ONTPLOFFING IN EEN FABRIEK-
Uit Berlijn, 17 ApriL In een chemische fabriek
te Berlijn-Gharlottenbung, heeft heden een ontplof
fing plaats gevonden, waarschijnlijk door het vlam
vatten van een hoeveelheid' alcohol. Eén arbeidster
werd gedood' en verscheidene andemen werden zwaar
gewond.
DE VROEGERE KROONPRINSES VAN OOSTEN.
RIJK ZENUWZIEK.
Uit Weenen, 17 April. Naar het „Neue Wiener
Journal" meldt, is gravin Stéphanie Lonyay, de we
duwe van kroonprins Rudialf, ernstig zenuw-ziek. Zij
lijdt aan waanvoorstellingen, waarin zij allerlei epi
sodes uit het verleden opnieuw -beleeft Vooral komen
haar voor den gest het drama van Meyerling en de
ongelukkige dood van kroonprins Rudolf. Gravin
Ltonyay is thans 60 jaaf oud. Zij' huwde na den dood
van kroonprins Rudolf met graaf Lonyay.
LEGER-INKRJMPING IN DENEMARKEN.
Volgens een bericht uit Kopenhagen is het nieuwe'
kalblnet-Stauning voornemens een plan tot zeer be
langrijke inkrimping van het leger op te stellen.
EEN VORSTENDOM TE KOOP.
'Wie wil een vorstendom koopen? zoo vraagt de TeL
Deze vraag, die in een operette-libretto denkbaar
zou zijn, wordt door den Berlij-nsohen correspondent
van de „Daily Chitonlcle" aan hot begiw van een re
laas neergeschreven, waarin hij' vertelt, dat wie wil,
een reëel bod kan doen op 'het vorstendom Sagan i!n
Duitsch Silezië.
„(Deze gelegenheid,, mijne hoeren, is eenig: zoo iets
komt mooit terug". We hóóren het al. En hoe heilig
schendend het klinkt, de uitdrukking is zeer o- haar
plaats. Men kan een Duitsch staatje koopen, van al
le moderne comfort voorzien met dien verstande,
dat er momenteel geen parlement is en- esr slechts
één onbeteekenende krant verschijnt.
Voor de rest alles in prima étaat
De hoofdstad van Sagan, eveneens Sagan geheeften,
is gelegen aan den spoorlijn' Berlijm-Breslau. Hot
gebied is aan alle kanten door Duitsch territoir om
geven, het hehoort toe aan een Fransehman en kan
niet zonder .toestemming dér Pruisische regeering
worden verkocht Kan men heft met den eigenaar
eens worden, dan zal een beetje tact den adspirant-
kooper over de moeilijkheden niet Berlijn heen hel
pen.
In den koop zijn inbegrepen: 65.000 zielen (met
bijbehoorende menschelijke lichamen) waarvan
15.100 woonachtig in de hoofdplaats, voorts een
kasteel met .prachtig park, een stadhuis, compleet
met raadzaal, burgemeesterskamer, poliorechtbank
en belastingkantoor, verder een Gotische kerk, twee
goede hotels, en een bronzen standbeeld van Keizer
Fritedjrichi ni.
De meeste inwoners werken op het land of in 'do
lakenfabriek van de hoofdstad. Er zijn aardige win
kels, en de rivier de Bober, die door Sagan stroomt,
is rijk aan forellenl
Er is nóg iets aanlokkelijks aan dezen koop. NI.
de titel. De kooper wordt vijfde hertog van Sagan,
met praedicaat „Senie Durchlaucbt". Daft is niet
voor de poes.
En welk een reeks aedoptief-voorvaderenkrijgt
de nieuwe eigenaar 1 Ze loopen alvast over 375 jaar,
maar een goed na zoeker knóopt er nog wol een slor
dige eeuw aan vast. Ook d'e kwaliteit is opperbest:
het romantische tintje dat er de ware pikanterie
aan geeft, ontbreekt evenimin.
Thans is eigenaar een Fra-nsche schooljongen, die
ergens in de Avenue du Bois de Boulogne .te Parijs
woont: Charles Maurice Pierre Jasan Howard de
Talleyrand—Périgord, 15 jaar oud. Zijn vader, vijf
de hertig van Talleyrand, is getrouwd met de doch
ter van den Amerikaamschen millionnair Jay Gould.
Wat wil men meer? Habsburgs en Hohenzollerns,
Talleyrands, galant vrouwenleven, mooie adellijke
grootmoeders en overgrootmoeders, een snippertje
Fransch en'een futje Amerikaansch! Alla, wie biedt?
ZICH DOOD GELACHEN.
Een 17-jarig meisje te Liverpool kreeg tijdens de
voorstelling in een bioscoop zulk een lachbui dat zij
een beroerte kreeg en neerstortte. Het meisje werd
naar een zijkamer overgebracht doch voorzie aan-