Van dit en van dat en van alles wat! m m DAM RUBRIEK. DE JONGENS VAN DEN MOLEN. Even laehen. it i m s i 181 K! m m Hf Hf n s 9! fff K (f 81 I aaaaaaaaaaaaaaacoaaaaaaaaaaaaaaaaaaac»aaaapaao| Bijvoegsel der Schager Courant van Donderdag 22 Mei 1924. No. 7439. Voor de Kinderënl Op zijn vraag, waar Matindaa was, antwoord de de vrouw, dat hij het bosch was ingegaan om te jagon. Toen zei de koning, dat hij geko men was, om Matindaa to dooden en haar als vrouw ite nemen. HU vroog haar of zij 'zijn vrouw wilde worden. Mogogunoi dacht een oogenblik na en antwoordde toen, dat zij gaarne de vrouw van den koning zou worden. jHaar", ging zij voort, ,ydan moeten wij heel voorzichtig te werk gaan, want al de dorpsbe woners houden veel van Matindas en wanneer ik met u vlucht, zullen) zij u en mij dooden. Om dit to voorkomen, zal het goed zijn, dat u de kleeren van Matindas aandoet en zijn ge woonten nadoet. Dan denken de menschen, dat u Matindaa is en wij zullen ongehinderd van hier kunnen gaan naar uw schip, dat gereed ligt om ons te vervoeren." De koning trok de kleeren van Matindaa aan en liet zich ook het masker van hem door Mo gogunoi voordoen. En 'toen hij, aldus uitge dost, vertrekken wilde, zeide Mogogunoi tot hem, dat Matindas gewoonlijk voor haar uit ging en don op het erf een krijgsdans uitvoer de, waarna zij hem volgde. Ook dit deed de koning. Maar toen hij op het erf danste en zijn zwaard zwaaide, riep Mogogunoi tot de krijgs- dienaren van den koning: „Daar is Matindas, doodt hemt" De krijgsknechten doodden daarop hun ko ning, in de meening, dat hot Matindaa was. Maar zoodra zij het masker van den godoode oplichtten en hun vergissing ontdekten, namen zij vol schrik en angst de vlucht. Matindas kroop nu uit de kist en leefde ge lukkig met zijn geliefde Mogogunoi, die hem op zoo slimme wijze gered had van een anders wissen dood. M. STIJFHOOFDIG, Prinses Béatrico van Engeland moot ala zes- of zevenjarig kind zeer stijfhoofdig zijn ge weest; het volgende verhaal geeft daarvan een klein staaltje: John Brown, de kamerdienaar der koningin, stond! bij deze zeer in do gunst. De kleine prin ses had de gewoorite hem kortweg „Brown" te noemen, niettegenstaande de* koningin haar dikwijls bevolen had, hem met „mijnheer Brown" aan te sproken. Ten laatste word zij gedreigd naar bed ge zonden te zullen worden, indien zij niet ge hoorzaam was. Op datzelfde oogenblik kwam Brown in do kamer en Prinses Eigenzin stap te dadelijk naar -heem toe en sprak hom aldus aan: Hoe gaat het, Brown? Goed Brown T En nu, wel te rusten, Brown, want ik moet naar bed, Brown. En weg was zij. VERSTANDIG VOEDSEL, Waaraan moet een vorotandig voedsel vol doen? Het moet voldoende eiwitten bevatten, vol doende koolhydraten en vetten, voldoende an organische zouten en genoeg vitaminen van alle soorten. 'En verder moet het ook voldoen de onvertoorbare resten als cellulose bevatten; zonder dezo gaat de verwijdering der ontlaa ting niet voldoende regelmatig. Maar er is nog een andere factor bij het eten, waarop tot he den niet voldoende is gelet, en dat is het gevoel van verzadiging, dat men krijgt na het eten van voldoende voedsel. Wij worden in de keuze en in de bepaling van de hoeveelheid van onze spijzen niet ge leid door chemische of physiologische wetten, maar door de sensaties, die van onze maag uil gaan. Zoolang de maag behoorlijk gevuld is en haar verteringssappen afsoheidt, merken wij niet veel van dit orgaan. Maar zoodra dit or gaan leeg is en de afscheiding van het maag sap ophoudt, krijgen wij het gevoel van honger. Door onderzoek met Röntgenstralen kan men bewijzen, dat dit hongergevoel samen gaat met samentrekkingen van do maag. Wij wor den dus telkens gedwongen om weer te eten ten zoo worden caloriön, eiwitten, zouten en vita minen op den achtergrond gedrongen en letten wij voor de bepaling van de hoeveelheid en den aard van ons eten in de eerste plaats op dit subjectieve hongergevoel. De mensch hoeft ook geleerd, dat het eene voedsel eerder honger geeft dan het andere; er zijn er, die lang in de maag blijven, en er zijn er, die spoedig verteren en naar den darm verhuizen. Eiwitrijk voedsel blijft lang in de maag; koolhydraten jMtaseeren spoediger. Een broodmaaltijd is moestal na 1% uur in den darm verdwenen; vloesch blijft twee of drie keer langer in do maag. En dus krijgt men na brood ook veel eerdor honger dan na vleesch. Uit dit gezichtspunt bezien, komt dus eerst het vleesch, dan mengsels van. eiwit en vet, zooals kaas, en eindelijk de cerealiën: brood, pap en dergelijke. Deze laatston moet men dus vaker eten om geen honger te hebben, dan de eerste. WARE WOORDEN. De menschen, die. langzaam, denken, leven het langst zegt een knap psycholoog. Maar niet als zij de straat oversteken. Een Amerikaansch blad zegt: Een mensch leeft gemiddeld 31 jaar langer dan in 1800. Hij moet dat om zijn belasting betaald te krijgen. Moeders hebben altijd een angstig leven. Zij zijn altijd bang, dat een meisje haar zoons wil trouwen, en zijn meteen in zorg, dat er geen ana-n zal komen voor haar dochters. Tracht eigen schuld niet goed to maken, Door *t kwaad dat gij van anderen woel. Do modder op uwa naasten mantel Kan nimmer zeep zijn voor uw kleed. Zachtheid van karakter wordt slechts lang haam verkregen, indien zij niet bij ons aanwe zig is; bezit van voel zolfbehoereching U d&JU&- toe 'n eerste vereischte. De voorspoedige wind maakt geen goed ma troos. NIET VRIENDELIJK. Op een verlovingspartij zei een klein nichtje tot het gelukkige aanstaande bruidje: „Je ziet er toch niet zoo vermoeid uit, als Sk wel gedacht heb." „Waarom, Wiesje, zou ik vermoeid zijn?" lachte het jonge meisje. „Omdat ik moeder zoo juist hoorde zeggen, dat je Piet jarenlang nagektopen hebt" T WAS zoa Ik heb voor het oogenblik een tientje noo dig. Zou Je mij dat even kunnen Joonen?" „Weet je zeker dat je *t nwir voor een oogenblik noodig hebt?" „Ja zeker.** „Nou vriend, wacht dan een oogenblik, dan heb je 't niet meer noodig." WELLICHT GOED BEDOELD. Do man: „Ja, do akeligste korols trouwen altijd mot de aardigste meisjes." De vrouw: „Vleier 1" DE REDEN, Eaflst bediende: „Waarom lach Je niet, als de baas een mop vertelt?" Tweede bedieudo: „Dat hoef ik mdet, ik ga toch aan het eind der woek hier vandaan." HET LAATSTE WOORD. Hij: Als je niet zoo lang tijd noodig had ge had, om klaar te komen, zouden we dien trein nog hebben kunnen halen." Zij: „Ja, en als jij me niet zoo gehaast had, zouden we nu niet zoo lang op den volgenden behoeven to wachten." GOED GEZEGD. Patiënt: „Knnt U mij garandeeren, dat U me weer beter zult maken, dokter?" Öoktor: „Ja, als U imaar lang genoeg leeft." Verzoeke alles betreffende deze rubriek zenden aan C. AmeJs Wz, WixvkftL No. L ZWART. m UB m m M - mg M m WIT. Stand Zwart» 7 schijven, op: 10 12 13 14 20 20 27. Stand Wit 7 schijven, op: 23 00 30 37 39 48 50. In bovenstaanden stand staat de witte voor post op 23 nogal hulpeloos. Wit speelde 30—25 cn Zwart antwoordde met 1^-*19, om de schijf te winnen, maar was hiermoo to vroeg en ver loor heel mooi Wit: 37—31, zwart 28 37, wit 48-42, zwart 8748, wit 38—31 en 314, prachtig. Op Wit 87—31 had zwart ook 1928 kunnen slaan, maar had een schijf verloren. I WIT. Stand Zwart, 15 schijven, op: 1 8 4 7 tot 11 13 14 10 19 20 21 20. Stand Wit, 18 schijven, op: 25 27 23 29 31 32 36 87 38 40 42 43 45 48 49. Deze partijotand is van P. de Groot te War- menhuizen. De vraag is hier, mag wit 27—22 spelen? J&wol, want als zwart een schijf wil winnen door 2127 en 1G 18, volgt 28—23, 37— 32 (28 37 gedw.) 29—24, 25-29, 38—32, 42—38, 38—33 en 43 5, voor wit. DE MOOIE KAMER. In Holland, in Holland is 't proper en schoon, Dat zijn we van Holland van oudsher gewoon. We schrobben en plassen met naarstige vlijt En we halen een 10 voor ons ochoonmaakbeleid We aanbidden de zeep, zelfs de boenwas, die dweil, We hebben ons leven voor kachelglans veil! Dat zit in ons ras en dat sluipt door ons bloed, Zie, daar houden we van' en dat (loet ons zoo goed!! Maar wat is van Holland z'n trots en zhi eer? De kamerde Kamerde Kamer meneer, De kamer van pronk, ook bekend als salon, Met d'r glimmende meubels en d*r schijntje aan zon, Waar do stoelen gedokt zijm met kranten mevrouw, Want ziet U de meubels vensohieten zoo gauw, Waar 't penduletje tikt met een Zondagsch geluid, En een tafeltje pronkt voor een glanzende ruit, Waar do theetafel zwijgt mot een doekje gedekt En een foto een bloeke herinnering wekt!! Daar rusten we 's Zondags van; 't daag'li jksche werk, Wel een beetje verveeld!, maar plechtstatig en sterk, Daar trekken we sobertjes aan de sigaar, Want sigarenrook is voor gordijnen Wat zwaar, Ze worden er geel en safnaankleunig van En zegt U nn zelf of diat mag of dat kan!! Daar spieden we veilig gedekt langs do straat, Wie of er het eerst met ecu zomerhoed gaat, Of dat mensch nn. wel voelt hoe die mantel haar kleedt, Getailleerd' in den rug en van anderen breed! 1 Daar schudden we ernstig meowarig het hoofd, „Is dat leelijke kind nu toch eind'lijk verloofd?! „Wat vindt daar die jongen van Dinges nu an, „Enfin hij moet het weten <m zij krijgt een man!" Daar komen de kennissen knus op de thee En brengen de laatste verkwikkingen mee.... ,De vent is niet wijs meneer, wat ik U zeg, „Mevrouw nog eon koekjeV gaat toch niet weg? I" O paaschbeste kamer, o kwebbel-salon Met je deftige schijn en je schijntje aan zon, Wat zijn' we aan jou en je klotshoek gehecht En wat zwammen w'ar voel ook al meent men 't niet slecht, Wat heeft er de Hollandscho natie misdaan, Dat ze zonder "jou hulp niet intiem kan bestaan Vervolende leeghoofd, tyran in hof klein 0 kamer, o paaschbeste kamer verdwijn!1 Mei 1924. Alle rechten voorbehouden. KROE9L Nu behoeven we niet meer te klagen over de koude! De zomer hoeft nu dan eindelijk (en nu wel voor goed) zijn intocht gedaan Alle boomen, die een dag pf tien geleden nog niets dan kale takken vertoonden, hebben nu een groen waas gekregen. Wat zien de perken en tuinen er heerlijk friach uit En wat is 't nu prettig, om een poosje tussoheu al dat jonge groen in de lauwe lucht te wandelen! Ja, ik weet wel, dat er menschen zijn die 't nu al weer te warm vinden, maar U is nu eenmaal onmogelijk om alle menschen tevreden te stel. len. Ik vind, dat de natuur flink haar best doet! Als we maar weer niet aoo'n hittegolf krijgen, net als verleden jaar, weten jullie nog wel? Dat was wel een beetjd al te veel van 1 goede! Het mooie weer heeft mijn vriendjes en vriendinnetjes naar buiten gelokt, en door hun spelletjes hebben ze mijn raadsels vergoten. Dat Is niet erg voor een keer, maan4 willen jul lie er geen gewoonte van maken? De oplossingen zijn: L Mijn eerste deel zwoeft in de lucht: wnDc. PLANTEN IN KAMER EN TUIN. 88. (Vragen deze rubriek betreffende in to zen den aan; den 'heer K. van Keulen, Tuinbouw- vakonderwijzer, Veenenlaan 88, Hoorn. Zoo noodig goed verpakt materiaal mee te sturen. Betreft dit groene plonitendeelen, dan is ver pakking in droog gras aan to bevolen.) Van mijn twoodo deel heb jo op de rekenles gehoord: breuk. •Hot geheel kon voefl schade aanrichten: wolkbreuk. i 2. Ik ben een langzaam kruipend dier: Neom mijn kop er. af, dan komt er iets, dat ge bruikt wordt bU 't dichtmaken van envelop pen: lak. 3. De meisjesnaam Maria verandert door 1 weglaten van de eerate lettor in een jongens naam: Aria. 4. Verborgen dieren: Daar loopt eon der schapen. Eend, Kijk Ko en Jan oons loopen. KOA Goede oplossingen zonden: Gerrie Boontjes, Arkel; Betsie, Nellie en Gommort Witte, Wlo- ringerwaard; Dirkje Kassen, Koegras, Betey Leiden; Koenraad Koorn, Texel (raadsels van twee weken 1); Trijnie Reijno, IToerhugowaard, Aagje en Piet Roozing, Schagerbrug. NIEUWE RAADSELS. 1. Schrijf achten' elkaar: en klein viervoetig diertje en een woordje, dat bij *t optellen veel gebruikt wordt. Het geheel draait! 2. Met b vaar ik ln H water, met g vervoer tk water, met I zit lk in do lente aan de boo- VRAGENBUS. Wijtte uitwKHSon op Azalea, Vraag 38. Mej. J. C. H. ite Schagen schrijft het volgende: In bijgaand doosje zult U een takje aantroffen van een Azalea. Ik venonidenv, stel dat du witte uitwasöon aan) de blaadjes oen soort zwam zijn. Ik zou gaarne van U venna* men of dit juist is en op welke manier is dft te bestrijden? Aan verschillend» takjes kamen ze voor. De plant stond dicht in do nabijheid van een vaas met verschillende soorten katk.es en van eon xnaandroosjo; kan dit er soms eeni- gen invloed op hebben uitgeoefend? De Aza lea ziet er overigens gezond en sterk uit len heeft volop gebloeid. Do laatste bloemen ba. ginnen nu af te vallen. Antwoord: Dikwijls wil heit gebeuren dat «ff na den bloed van die witte uitwassen aan Aza lea's verschijnen. In- het blad woekert dan een zwam die een mooien naam draagt, tul Ekoba- sddium. Deze zwam is alleen to bestrijden doo®. de aangetaste blaadjes af te plukken en te verbranden. I Slakken. Vraag 39. Mej. P. F. V. te Purmdrend echijEPt: Wij hebben tn ons tuintje heol voel last van slakken, welke jonge plantjes en Dahlia-knal len geheel of gedeeltelijk afvreten. Weet U hiertegen eon afdoend middel? Wij hebben het al mot ongebluschte kalk en met bder ge probeerd. Ik heb ook al oens gedacht om zouf over de planten te strooien, maar ben bang dat dit hinderlijk is voor don groei dor 'knollen. Antwoord: U moot eens probeeron Wat lok aas uit te loggen, b.v. schijfjes aardappelen a# kroten. Ik heb er zelf ia mijn eigen tuin ook zoo veel last van en nu deze week hab ik «si men, met n ben ik een vrucht, mot p zie je infc j aan een stoel Wat? 3. Met b zio je me aan elke flets, met 'h ken je me heel goed, met t zit ik in je mond, mei r heeft me olke tafel en mot z ben ik droog ion korrelig. Wat? Oplossingen zenden naar L. Roggeveen, Spui 97, den Haag. Henk vervolgt de historie van Reimoert do Vob. Bij het krieken van don morgen gingen Rel- (naert en Grim beert op weg. Reinaort «ai tol zijn vrouw: „Wees niet bedroefd, Hermelijn,} ik ga met Grim beert naar den 'koning. Al mocht Ik ook waf lang wegblijven, iaat je dal niet verdrietig maken; ik zal doen wat -St kan!" „Och goeie beate man", «ei Hormaltynjo, TJbllff toch hier! Laatst kwam Je ook zoo vermoeid en opgewonden bij don koning vandaan, en toen zert je, dat je nooit meer naar hem toe z&a gaanl" „Lieve vrouw, ik kan toch wol vooüp ander* zaken dan toen naar don koning gaan? Maas wees gerust, want er Is geen gevaar, ik Oen op. zijn laatst over vijf dagon terug!" Toen gingen Roinaori op Grimbedrf wteg. Cp

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 5