Fosfer's Rugpijn Nieren Pillen Fosler-McClellan Co. - London. glazen piaeon s, geel etiket Uit het hart van Holland. Daarom ver-timt het zeker aller belangstelling: uat het bataljon Haarlemmermeer van den bijzon deren vrij willigen landstorm -het heeft aangedurfd om op Zaterdag 31 Mei a.s. ter gelegenheid van den landdag te Hoofddorp zoo'n openluchtspel te orga- niseeren. Er is te Leiden .vele jaren achtereen op uiterst verdienstelijke wijze een historische optocht ven; er is moer dan twintig jaren geleden in een riddertournooi gehouden met pagespel en ver leden jaar in Alkmaar een ridderspel op kleine schaal. Hier heeft het uitvoerend oomité op krachtig ini tiatief van den reserve-kapitein K. L Schell gepro beerd de historische optocht met hot riddortour- nooi en pagcuspel' to oombineeren en dit programma zelfs nog uitgebreid met een maagdonrei, waarbij meer dan 80 meisjes bij wijze van lenteaans een symbolische voorstelling van het ontwaken der na tuur. Het getuigt wol van goede samenwerking en liefde voor deze zaak, dat 250 personen enkel uit Haarlemmermeer, geheel belangeloos en kosteloos meewerken om dit grootscho plan to verwezenlijken Een heerlijk oranjezon netje en een grootq schare van toeschouwers zal' zeker de beste belooning zijn voor zooveel energie. 4 Het sportterrein is groot en praktisch gebouwd tienduizend personen kunnen verzekerd zyn van een goed gezicht op het geheeïe spel. WIERINGERWAARD. Voor de a.s. kermis is door den heer Schouten wederom geëngageerd „Het Kleine Tooneel" van Noordscharwoude. Opgevoerd zal worden: „Een zeer wild huwelijk." BREEZAND. Woensdagavond 21 Mei hield de Melkleveran- ciersvereeniging „Gelijkheid en eendracht zij ons streven", een algemeene vergadering in het café ,,'t Centrum" van den heer D. Zon. De voorzitter, de heer A. Rum heette de aanwe zigen welkom en in het bijzonder de heeren Dr. Sohejj, rijkszuivelconsulent te Hoorn en Dr. D. Mol, directeur van den keuringsdienst te Alkmaar, die het hem een groot genoegen was, aan de ver gadering te mogen voorstellen. De secretaris, do heer A. Pranger, las daarop de notulen, welke onveranderd werden vastgesteld. Ingekomen zijn 2 brieven van de Melkcentrale te Helder, respectievelijk van 6 Mei en 14 Mei. De eerste behelst de modedeeling, dat de straatprijs der melk is vastgesteld op 13 cent per Liter, d( «Cl -IIHJJJV iO V OÜ3UfC, UOIVX CUUU J-Ji TO1, Vlo tweede, dat 1700 Liter per dag door Breezand. ge leverd kan worden; voor overmelk wordt betaald 71/2 cent. Tevens heeft een reorganisatie van het Bestuur plaats gehad. Hierop krijgt Dr. Mol. directeur van den keu ringsdienst to Alkmaar, het woord, die zegt, aan merking to hobben moeten maken op 't vetgehalte dor melk van sommige Broezander consumptie- melkers. Dat gehalte is vaak_ te laag en het is wen- schelijk, dat hierin verandering komt. Tot zijn ge noegen mag spreker constateeren, dat hier met de melk niet geknoeid wordt. Maar, daarmee zijn we er nog niet. Wel worden door den melkcontroleur Jansen nu en dan monsters onderzocht, maar dat is niet voldoende. Er moet iets gedaan worden om het vetgehalte te verbeteren, waarom Dr. Scheij hier op sprekoris verzoek aanwezig is, ten einde eens uiteen te zetten, hoe de noodige verbetering is te kragen. Misschien zal ik, zegt spreker, zoo straks nog iets zeggen in verband met de Heïdersdhe aangelegenheden, maar overigens ben ik hier van avond eigenlijk slechts figurant. Dr. Scneij zegt: Uitnooaiging en aannemen, alles S'ng in zoo vliegende haast, dat van oorresponden- 3 met het Bestuur uwer af deeling geen^ sprake kon zijn. De werkzaamheden uwer vereeniging ziin mü echter niet geheel onbekend, want ik lees ae Schagor Courant, die steeds een uitvoerig verslag uwer vergaderingen geeft. Spreker zegt daarop, dat het, als zuivel consulent o.a. ook tot zijn taak behoort, veehouders raad te (reven en dat wenscht hij dan ook vanavond te doen. Komende tot het vetgehalte, zegt spreker, dat de melk niet alleen onvervalscht dient te zijn, maar ook van een redelijke samenstelling moet wezen. Melk met niet meer dan 2 pet. vetgehalte voldoet beslist aan die laatste voorwaarde niet. Hoe komt het nu, dat do melk zoo'n laag gehalte kan hebben? Dat kan liggen aan allerlei oorzaken. Het gehélte van avondmelk is anders dandat van ochtend melk. het hangt af van do melktijden.f van de voeding, maar de allervoornaamste voorwaórde< is gelegen in don aard van de koe. Hoe de melk is over de ge- hoelo periode, dient men te weten en daarvoor moet men geregeld proefmelken en monsteren; dan pas kan men aan net eind zeggen: zóóveel geeft mij die koe. Nu hebben onderzoekingen gedurende de laatste 25 jaar geleerd, dat het vetgehalte bij melk# van hetzelfde dier vrijwel hetzelfde.blijft in verschillen- lendo jaren, hetgeen met cijfers, ontleend aan verschillende voorbeelden, wordt aangetoond. De aard van do koe, als melkgeefster, verandert dus bereid was hora het huis te verkoopen, het dierbare oude huis, waarop hij zijn zinnen gezet had1. Mis- schien zou zij een hoögeren prijs vragen dan hij ge boden had. Enfin, dien zou hij wel kunnen beta len op do een of andero manier. Heron zou hem het geld leenen maar neen, er waren redenen, waar om O'Reilly liever geen gunsten aannam van Heron, hoe dikwijls deze hem ook zijn diensten aangebo den had. Toen hij zijn jas aanschoot, hoorde hij op de deur van zijn zitkamer kloppen; hij haastte zich om open te doen. Een piccolo was de dame vooruit geloopen om te kloppen. Miss O'Reilly om Mr. O'Reilly te spreken", zeide hij met Iersch pleizier om den Ierschen naam. Dan ging hij weer weg^ O'Reilly bleef op den drempel staan om te wachten tot de dame komen zou, maar f;ing Intusschen wat terug voor een andere dame n het wit, die om de een of andere reden voor zijn deur bleef' staan. ZIJ staarde hém aan, zooals een kind gedaan zou hebben. „Pardon", zeide O'Reilly, half lachend. „Mag ik even pnsseeronIk verwacht een dame, die „Ik ben die dame", antwoordde het vrouwelijke wezen in het wit. „Dat wil zeggen, wanneer u Mr. O'Reilly bent". „Ja, ik heot O'Reilly, zeide hij. „Maar ik ver wachtte of heeft mijn nicht u misschien ge stuurd?" „Misschien ben ik uw nicht", opperde het meis je, dat (Justin zag het, n uhij haar goed opnam) de grootste donkerste oogen en de blankste huid had, die hij ooit had gezien. Zij had ook rood haar onder een bekoorlijken hoed. Ofschoon het kind geen schoonheid was, had zjj toch iets feeachtigs over zich. „Zeer aangenaam",, voelde hij zich verplicht te antwoorden. „Ik dacht, dat ik slechts één nicht in de wereldi had, Theresa O'Reilly van Gramercy Park. Maar „Het klinkt bijna als het refrein van een lied: „Theresa O'Reilly van Gramercy Park", merkte Clo op. „Zoudt u misschien ook willen vragen of ik binnen kom? Ik heb een zeer dringende boodschap". Werktuigelijk ging de man terzijde en liet haar do kamer binnen gaan. Hij begon te vermoeden, dat hij bedrogen was. Hij vroeg haar niet te gaan zitten, maar keek haar nieuwsgierig aan. Haar oerste bewe ging was de deur te sluiten. Zij zeide niets. „Mag ik uw naam weten?" vroeg hij, terwijl zij elkaar aanstaarden. „Dezelfde als de uwe op een paar letters na", zeide Clo. „Waarom kan ik geen nicht van u zijn; Je kan nooit weten. Maar ik ben niet gekomen om niet en jammer genoeg zijn er heel wat met laag vetgehalte. En goede voedering is wel van invloed, maar dat geeft toch niet genoeg. Wel kan gezegd worden, dat bü niet goede voedering het gehalte lager wordt dan het zóu kunnen zijn. Doch de melkgift is voornamelijk een kwestie van erfelijkheid. Was de moeder oen goee melkgeef ster, dan bestaat de kans, dat ook de afstammelin gen dat zullen zijn en omgekeerd. Doch ook de stier dient van goede afkomst te zijn. Was de moe der daarvan bv. een slechte melkproducente, dan bestaat er alle kans, dat ook de vrouwelijke nako melingen van een overigens goede melkgeefster dat zullen zijn. Bij veehouders aie dit weten, worden dan ook de koeien met laag vetgehalto opgeruimd eii het is gebleken, dat die vaak bij oonsuraptiemel- kers. terecht kwamen. Vandaar vaak# de klacht over een te laag gehalte der oonsumptiemelk. Friesland is voorgegaan met verbetering van den veestapel en de andere provincies dienen le volgen, voor zoover zn dat nog niet gedaan hebben. Toen de kaasfabriekon begonnen ao leveranoiers naar het gehalte te betalen, heeft dat de zaak heel wat vooruitgobracht, want toen ontstond gewoonlijk ook al heel gauw een fokvereeniging. Wat nu speci aal deze vereeniging betreft, er is hier in de ge meente een meikoon troleur. Laat de vereeniging met dezen een overeenkomst aangaan, dat geregeld do melk wordt onderzocht, opdat men weet, welk product men heeft, om vervolgens langzamerhand tot beter vetgehalte te komen. Dan krijgt men later geen moeiïnkneden meer met den keuringsdienst. Dr. Mol zegt, we hebben niet van te voren gecon fereerd, ik wist dus niet, wbt Dr. Scheij hier zou zeggen, maar Dr. Scheij gaat mij niet ver genoeg. Ik zou willen, dat de zaak maar dadelijk flink door u word aangepakt, 't Is waar, op 't oogenblik wordt u slechts per Liter betaald, maar geloof me, dat zal anders worden. Maak dus gebruik van het advies dat Dr. Scheij u gegeven heeft, onders komt ge later ten achter. Trouwens, het is toch niet meer dan billijk, dat melk met net laagste vet ook het ïaagst wordt uitbetaald. Bovendien ik houd op, met maar altijd op dezelfde wijze door te gaan. zooals ik nu al 2 jaar gedaan heb en zal, bij onvol doend vetgehalte tot proces-verbaal moeten over gaan. Maar, zoover moet het niet komen. Wij zijn nier, dunkt mij, bij elkaar om door samenspreking tot verbetering te komen. Dr. Scheij beantwoordt daarop verschillende vra gen, door den heer Nuij gedaan, terwijl Dr. Mol nog zegt, dat gebroken moet worden met den stel regel: melk is melk. Ik moet mij, zegt hij verder, niet enkel op het standpunt van den verkooper, maar ook op dat van den gebruiker plaatsen. Voorzitter meent, dat de gemeente Helder de zaak moet aanpakken, een kleine afdeeling als Breezand vermag zoo weinig. Dr Mol: Wie niet meewerkt, heeft mij niet op de hand, maar ik heb den kantonrechter wel op de hand. De heer Naastepad zegt,. we zijn hier allemaal boertjes met l tot 10 koeien, een duren fokstier koopen^ daar is dus geen denken aan. En als er nu niet geknoeid wordt met de melk,' zooals Dr. Mol zelf getuigt, kan men dan toch, weerens te laag gehalte voor den kantonrechter gebracht wor den? Dat vind ik verschrikkelijk. Dr. Mol: Ja, dat recht, is ons gegeven. Maar dat ik er nog altijd geen gebruik van heb gemaakt, ge tuigt toch zeker wel van mijn gematigdheid. Na 2 jaar is er evenwel nog niets gebeurd. Er moet ech ter wat gedaan worden; ik reken er op, dat er wat gebeuren zal en gestreefd moet worden, dat er wordt uitbetaald naar het vetgehalte, dan begint elke consumptiemelker het belang van melkverbete- ring te beserfen. Het blijkt wel, dat Bestuur en vergadering dien kant uitwillen on de heer D. Blaauboer meent, dat het alvast een goed begin zou zijn, om het geld van Helder ontvangen, hier uit te betalen naar het gehalte, hetgeen de heeren Dr. Mol en Dr Soheij geen kwaad idóe lijkt. Het resultaat van de verdere besprekingen is, dat Dr. Scheij zich voor een nadere samenspreking beschikbaar stelt om met den controleur en eenige vertegenwoordigers der Vereeniging uit te maken, wat er moet en kan gebeuren en hoe hoog de kosten zullen zijn. "Voorzitter dankt daarop de heeren Dr. Scheij en Dr Mol yoor hun moeite en bereidwilligheid, ter wijl hij de verzekering geeft, dat hun woorden zeer kwam vragen niet om geld, wees maar niet bang". „Ik ben miji niet bewust bang te zijn", lachte O'Reilly. Hij moest lachen of hij- wilde of niet. Hij geloofde niet, dat d» naam van het meisje dezelfde was als de zijne. ,„Maar al ben ik niet bang, ik ben wel nieuwsgierig", bekende hij. „Wat wilt u mij vragen, als liet geen geld is? Een boodschap van mijn nicht misschien Clo hield op brutaal te zijn. Zij was door bruto- liteit tot in het hol van den leeuw doorgedrongens maar kon niet verder gaan op die manier. Deze man, dae precies het tegenovergestelde type was van wat zij verwachtte, bracht haar plan in de war. Een groot gevaar was, dat zij sympahtie voor dezen O'Reilly zou kunnen voelen in plaats van hem te haten; hij zag er meer uit als een beschermer dan als een vervolger van vrouwen. Zij - zou kunnen aarzelen hem op de eerste manier, die zich aan bood, een poets to bakken en op die wijze de zaak van haar Engel .baden. In haar vurig rin hartje bad Clo voor de wijs heid van de slanj, cm terwijl er een angstige uit drukking op haar elfengezichtje kwam, werd zij des te interessanter voor O'Reilly. Haar bleek gelaat leek pijnlijk en wanhopig.' „Als ik Marat was en zij Charlotte Corday", dacht hij, „zou zij: mij door steken". „Het is een geluk voor mij, dat u een nicht hebt, anders zoudt u mij misschien niet binnen gelaten hebben. Ik weet niet waarom God mij den naam Riley gegeven heeft. Ik hoop, dat Hij mij vergeven zal, dat ik de O' erbij genomen heb. Ik was ver plicht op de een of andere manier bij u te komen. En dit was het eenige middel, dat ik bedenken kon". ,JHet was een heel handig middel", prevelde O'Reilly. „Maar u hebt mij nog niet gezegd „Dat zal ik doen. Maar - ik geloof, dat ik zal moeten zitten. Ik voel me een beetje Lieve hemel! U kunt hier niet flauw vallen!" „Dat zal ik ook niet, tenzij u daar zelf de schuld van bent, dat beloof ik u!" Zij had nu het spoor, dat zij volgen moest, gevonden. „Ga in 's hemels naam zitten!" zeide O'Reilly, ter wijl hij den grootsten stoel uit de kamer naar haar toe schoof. Clo liet er zich in neef vallen. Zij- sloot haar oogen en haalde zwaar en diep adem. De man stond er belachelijk hulpeloos bij. „Wil ik om cognac bellen?" vroeg hij. „Neen, als het u blieft niet!" Zij sloeg haar groote oogen weer open. „Luister alleen maar. „Ik kom van Mrs. Roger Sands om u die papieren van haar te Wij vestigen er de aandacht op dat thans uitsluitend verkocht worden in verpakt in met zwarten opdruk. Weigert alle andere verpakkingen. zéker overwogen en ter harte zullen worden geno men. Hierop worden nog eenige huishoudelijke zaken behandéld, daarna rondvraag en sluitng, EEN VASTE BRUG OVER DEN IJSSEL. Men meldt uit Deventer:. In een bijeenkomst van leden van den Raad dezer gemeente zijn de plannen van een vaste brug over den IJssel behandeld. Na ampele discussie sprak de overgroote meerderheid van -de Raadsleden zich uit in dezen geest, dat de tijd voor het uitvoeren van vaste-brug-plannen nog niet gekomen is, maar dat in afwachting van betere dagen B. en W. den Raad een voorstel kunnen doen tot het uitschrijven van een prijsvraag voor de beste oplossing van t vraagstuk der verbinding tusschen de beide IJssel- oevars. Men zou dan gereed zijn tegen het tijdstip, dat aan die oplossing practische toepassing zou kunnen worden gegeven. INBRAAK IN HAARLEMMERMEER. De Haarlemsche rechtbank veroordeelde heden den inbreker, die betrapt werd bij een inbraak bij mr. Slob, burgemeester van Haarlemmermeer, en later uit het Huis van Bewaring te Haarlem ont snapte, tot een jaar voorwaardelijk gevangenisstraf, met een proeftijd van 3 jaar, onder speciale voor waarde, dat hij zich onder toezicht zal stellen van de Amsterdamsehe afdeeling van het Leger des Heils. Van de week hebben we hier iets beleefd, dat tot dusverre in ons brave, door werkstakers opgegeten land nog niet voor kwam: een staking van den Bur gemeester. Ja zelfs is bet niet eens een gewone sta king geweest, met opzegging van termijn, dreige menten en onderhandelingen en inmenging van bemiddelaars. Het was je zuiverste directe actie. Mr. Patijn „smeet er den boel bij neer" in casu zijn ambtsketting en verklaarde de vergadering voor gesloten, hoewel eigenlijk de zaak waarover het ging, nog best een half uur of langer bespreking zou hebben kunnen rechtvaardigen. De reden van deze actie was helaas ta zoeken bij den burgemeester zelf. De -heer P&tijm is een be kwaam man, die veel weet en veel goeds wil, maar die 'n halve eeuw te laat is geboren, voor dezen raad. I Hij leeft nog altijd in de meening, dat de Haag- sche raad Van nu een dergelijk lichaam is als in de J jaren, toen zijn vader hier het voorzitterschap be- kleedde. Vermoedelijk denkt Patijn: menschen zijn men- schen, dus wat toen kon, moet inu ook kunnen. Hoe de raad uit die jaren was samengesteld weet ik niet precies. Vermoedelijk had drie kwart der le- den een dubbele naam en bad zeven achtsten een j titel (behalve die van Mr.) vermoedelijk ontmoetten alle heeren elkaar op de Witte of in de Besogneka mer, kwamen zij bij elkander aan huis en gingen hun vrouwen samen winkelen of bij dezelfde ken nissen ('s avonds) theedrinken. Dat was de tijd toen de burgemeester kon zeggen: Heeren, jelui hebt zeker allemaal de voorstellen ge zien? En vermoedelijk is er niets aan te merken? 1 Zullen we ze dan maar voor aangenomen beschou- wen? Niemand iets tegen? Klop. Laten we dan maar naar huis gaan Tegenwoordig is het ietwat anders. De vertegenwoordigers der kiesvereenigingen en vakverbonden willen nu weten hoe alle vorken in alle stelen zitten, brommen, mopperen, stemmen te gen, kortom gedragen zich of er geen van hooger- hand benoemd burgemeester is, wiens wenschen zij hebben te eerbiedigen en goed te keuren. De heer Patijn, -die veel aan democratie heeft ge daan en vele jaren van zijn burgemeesterschap ten- miste bestuurslid, en vaak voorzitter was van onteL bare vereenigingen van openbaar belang, hoeft dit verschil nog niet ingezien. Hij is overtuigd in het belang der stad en der gemeentenaren te werken en staat voorts op het (zeer verouderd) standpunt dat dit werken waardeering verdient en dat hij dus niet door Jan en alleman behoort te worden betut teld en tegengesproken en tegengewerkt. Zoo is het voor een groot deel aan hun te danken, dat Den Haag sedert eenigen tijd geen beroeps brandweer meer heeft on dat do politie -tegenwoor dig ook fungeert als brandweer. Het gevolg van de zen maatregel is een besparing, waarvan hot bedrag door don een op tachtig mille, door den andor op ruim een millioen per jaar wordt getaxeerd. Aan deze ietwat uiteenloopende cijfers kan men reeds zien, dat de bezuiniging niet zeer duidolijk is en dat allerlei hoofden der begrooting er bij moeten worden- bestudeerd, alvorens men precies weet, hoe veel wo verdiend hebben aan dezo reorganisatie. De groote vraag was echter, of do nieuwe brand- blusschors even goed waren als de oude. Het bewijs hiervoor was niet gemakkelijk te leveren, aangezien er gelukkig in Den Haag weinig groote branden zijn en er sedert de hervorming van kracht is, nog geen enkele voorviel. Vandaar dat er tusschen eenige journalisten en den -hoofdcommissaris, tevens opper-brandmeester, een afspraak werd gemaakt voor een loos alarm, waarbij men dan zou kunnen zien in hoeverre men zich op de activiteit der brandweer kon verlaten. Deze proef werd genomen, doch viel zoo falikant uit, dat de kranten er op verzoek van den hoofd commissaris over zwegen, na de toezegging te heb ben ontvangen van een herhaling dier proef. Pas toen bleek, dat de burgemeester die herhaling niet wenschte, zijn de bladen, die aan de proef hadden meegedaan, met het verhaal en hun critiek gekomen. Een en ander was van -dien aard' dat zeker 'n assura deur met Haagsche risico's, doch ook menig burger '9 nachts niet rustig meer sliep bij de gedachte wat er zou gebeuren als er eens een groote brand kwam. Om van twee branden tegelijk maar heele- maal niet te spreken, hoewel d-e uitbreiding der ge meente en dubbel brandalarm volstrekt niet tot iets buitengewoons zou stempelen. Vandaar vragen en moties in den Raad. Ongerust heid zich uitendi in min of meer scherpe opmerkin gen. Nu is de positie van den Burgemeester in; dit ge val niet zéér duidelijk. De brandweer is een ge meentezaak en hieromtrent is het Dagelijksch Be^ stuur of de burgemeester natuurlijk den Raad op heldering en verantwoording schuldig. Maar de brandweerman is een doublure van den politieagent en in politiezaken is de Burgemeester natuurlijkvrijwel souverein. Vraagt men hem dus naar een agent-brandwacht, dan behoeft hij niets te zeggen, als hij den man als agent, en alles mede ta doelen, als hij- -hem als brandwacht bèschouwt. Hiermede had de heer Patijn kunnen volstaan. Ixjplaats vamde informatie over de „politie" glad t,e weigeren, poogde hiji de reorganisatie de hand bo ven het hoofd te houden, o.a. door te beweren, dat hij een herhaling van de alarmproef niet wenscht9, omdat, naar 'hem ter oore was gekomen, sommigen van het personeel die -proef zouden willen sabo- taeren. Dit is opzichzolf' zeer goed mogelijk, Vooral.aan gezien de burgemeester deze waarschuwing via den hoofdcommissaris scheen te hebben ontvangen. Doch aangezien een vertrouwelijke vingerwijzing van dezen aard nooit te bewijzen is zonder in meerdere of mindere mate iemand te verraden, ware de toe speling bater achterwege gebleven. Nu vlogen -natuurlijk allerlei leden op den voor. zitter af, om to schreeuwen of te v&rtel icr>, er van sabotage geen sprake was en niet kon zijn, enz. enz. r Ofschoon toch iedereen, als hij maar even denkt aan de algemeene menschel ijke natuur, heel goed begrijpt, dat de brandwachts van vroeger, die in da kazerne schaakproblemen zaten op te lossen of schoenen te repareeren, het niets pleizierig vinden voor hetzelfde geld ook nog agent te moeten spelen. En omgekeerd. Dat derhalve niet veel animo zal worden- getoond bij een alarm, dat maar „komediespel" is, ligt vrij wel in den aard van het beestje Maar Patijn maakte zich boos. Dat was zijn tweede verkeerdheid in dit debat en de derde was, dat hij verklaarde van alle sprekers er slechts een, 'n wethouder, te zullen beantwoor den. Wat een der arme stakkers, die geen antwoord zouden krijgen, -de vraag ontlokte of hij- „een zweer of 'n puist" was. Jammer genoeg heeft Patijn ook daarop in de zit ting geen antwoord gegeven. Want hij sloeg met den hamer en gooide zijn ambtsketen op tafel en ging huis toe. De Raad keek zich zelf aan. En ging toen ook maarA. „Mrs. Roger Sands! Haar papieren? Ik weet niets van papieren van Mrs. Roger Sands", riep O'Reilly uit. „Over welke papieren hebt u het?" „De papieren, waarvoor u iemand gehuurd hebt om ze op het perron te Chicago te stelen". O'Reilly schrok. ,.Wie beschuldigt mij daarvan?" vroeg hij scherp. „Niet zij! Ik!" „U! Nogmaals, wie bent u? Wat hebt u met deze zaak te maken?" „Ik ben niemand! Ik ben maar de muis van een leeuw." O'Reilly vroeg niet wat bet beteekende de muis van een leeuw te zijn. Hij begreep het. Hij had een even vlug verstand als zij. „En ik ben het net, dat u hoopt door .te knagen! Miss Mutè, uw kleine tandjes zullen mij taai vin den. Ik durf zeggen, dat ik een ondoorknaagbaar patentnet ben. Het beste voor u zal zijn zoo gauw mogelijk naar huis te gaan en aan degenen, die u gestuurd hebben, te zeggen „Ik heb mezelf gestuurd", hield Clo koppig vol. „Ik heb u gezegd, dat ik u op de een of andere manier spreken moest. O, Mr. O'Reilly, u lijkt mij niet de groote wreedaard dien ik dacht, dat u zijn zou. Als u maar half wist wat Mrs. Sands door maakt, zoudt u haar de papieren teruggeven. Houd u nou niet alsof u niet weet wat ik bedoel". „Ik weet heel goed wat u bedoelt", zeide O'Reilly, „en ik heb de documenten (die niet het eigendom van Mrs. Sands waren) min of meer gekregen op de manier, waarop u denkt. Maar geen muis, geen mastodont zou mij ertoe kunnen brengen ze aan Mrs. Sands terug te geven". Glo narn hem eens goed op. Hij zag er in zijn goed gemaakt avondtoilet slank en kranig uit. In zijn zakken kon er niets dikker zijn dan een horloge en dan nog een dun. „Als u -met Mrs. Sands zoudt willen spreken, £aii zoudt u misschien van idee veranderen', pleitte zij. „Breng mij bij haar terug en neem de papieren mee. Wanneer u dan „Ik kan geèn van beide doen", was 0'Reilly's ant woord. „Ik wil met u naar beneden gaan en u in uw auto helpen, als u er een hebt, of in een taxi, als u er geen- hebt. Maar „U zult mij thuis moeten brengen", zeide Clo. „Ik ga niet zonder u. Ik heb genoeg doorgemaakt. Ik zaJ mij laten flauw vallen. Ik heb beloofd- dat niet te doen, als u daar zelf niet de schuld van was. En dat bent u nu." ,.U verdient uit het raam gegooid te worden". „Dat is me al eens overkomen." mompelde bet kuoVo TTmUie. .Het was van de vierde verdieping en al mijn ribben heb ik daarbij gebroken. Van daag ben ik voor het eerst weer op. Ik dafht, dat ik dit wel doorstaan kon, als u vriendelijk was. Ik zou graag voor Mrs. Sands sterven. En als ik dat doe „Houd u goed!" riep O'Reilly uit. „Ik zal u thuis brengen. Ik weet waar het huis is. Ik ben er f vanmiddag langs gekomen. Er was een man, die maar dat komt er niet op aan. Hebt u een auto beneden?" Oio was bijna over het stadium van 'antwoorden heen; bijna, maar niet heeleinaal. Doch zwakheid was haar „wachtwoord". Nu zij een aansporing om in zwijm te vallen lieveri dan „zich good to houden," zooals O'Reilly wilde, vond zij hot boter zich flauw te laten vallen Toch was er iets in haar op zijn hoede en wist, dat er goed op O'Reilly gelet moest worden. Hij vloog naar de telephoon en bestelde een taxi. Dan ging hij terug naar hot, meisje in den stoel. Haar oogen waren half dicht, een kleine streep wit was slechts tusschen haar wimpers zichtbaar. Hij moest he*t vreemde verhaal over den val en de gebroken ribben- en dat dit de eerste dag was, dat zij weer op was, wel gelooven. Dat zou haar ma gerheid en haar bleekheid verklaren. Hij raakte haar hand, die over den arm van den stoel hing, aan. Zij had geen handschoenen aan en de magere hand was ijskoud. „Zij is flauw gevallen", prevelde hij. Clo hoorde de woorden dof, als had zij watten in haar ooren. Het was haar plicht den man- te bedriegen, maar zij verfoeide dien- plicht. O'Reilly legde het kleine handje, dat hij in de zijne genomen had, weer zacht neer. Hot was slap als de hand van een dood meisje. Clo zou minder wroeging gevoeld hebben wanneer hij haar hand ruw had laten vallen. Hij deed vlug een paar stap pen, alsof hij tot een besluit gekomen was. Zij dwong zich uithaar bewusteloosheid terug om te beseffen, dat hij naar de deur ging niet de bui tendeur, waardoor zij binnengekomen was, maar een andere. Hij deed die open en Clo zag, dat aan de andere zijde van de deur een slaapkamer was. Vlug liep hiji naar een tafeltje, waarop een groote. glazen karaf stond met fijn gestampt ijs en water. Hij stond met zijn rug naar het meisje toe, toen hij den inhoud van de karaf in een tumbler begon te schenken, maar plotseling keerde hij zich, als door een sterken impuls gedreven, om. Clo trilde zelf3 niet. Iets zeide haar, dat het ding. waarom zij ge beden had, op het punt stond te gebeuren. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 10