Fosfer's Rugpijn
Nieren Pillen
Fosler-McClellan Co. - London.
glazen piaeon s,
geel etiket
Uit het hart van Holland.
Daarom ver-timt het zeker aller belangstelling:
uat het bataljon Haarlemmermeer van den bijzon
deren vrij willigen landstorm -het heeft aangedurfd
om op Zaterdag 31 Mei a.s. ter gelegenheid van den
landdag te Hoofddorp zoo'n openluchtspel te orga-
niseeren.
Er is te Leiden .vele jaren achtereen op uiterst
verdienstelijke wijze een historische optocht
ven; er is moer dan twintig jaren geleden in
een riddertournooi gehouden met pagespel en ver
leden jaar in Alkmaar een ridderspel op kleine
schaal.
Hier heeft het uitvoerend oomité op krachtig ini
tiatief van den reserve-kapitein K. L Schell gepro
beerd de historische optocht met hot riddortour-
nooi en pagcuspel' to oombineeren en dit programma
zelfs nog uitgebreid met een maagdonrei, waarbij
meer dan 80 meisjes bij wijze van lenteaans een
symbolische voorstelling van het ontwaken der na
tuur.
Het getuigt wol van goede samenwerking en
liefde voor deze zaak, dat 250 personen enkel uit
Haarlemmermeer, geheel belangeloos en kosteloos
meewerken om dit grootscho plan to verwezenlijken
Een heerlijk oranjezon netje en een grootq schare
van toeschouwers zal' zeker de beste belooning zijn
voor zooveel energie.
4 Het sportterrein is groot en praktisch gebouwd
tienduizend personen kunnen verzekerd zyn van
een goed gezicht op het geheeïe spel.
WIERINGERWAARD.
Voor de a.s. kermis is door den heer Schouten
wederom geëngageerd „Het Kleine Tooneel" van
Noordscharwoude. Opgevoerd zal worden: „Een
zeer wild huwelijk."
BREEZAND.
Woensdagavond 21 Mei hield de Melkleveran-
ciersvereeniging „Gelijkheid en eendracht zij ons
streven", een algemeene vergadering in het café
,,'t Centrum" van den heer D. Zon.
De voorzitter, de heer A. Rum heette de aanwe
zigen welkom en in het bijzonder de heeren Dr.
Sohejj, rijkszuivelconsulent te Hoorn en Dr. D.
Mol, directeur van den keuringsdienst te Alkmaar,
die het hem een groot genoegen was, aan de ver
gadering te mogen voorstellen.
De secretaris, do heer A. Pranger, las daarop de
notulen, welke onveranderd werden vastgesteld.
Ingekomen zijn 2 brieven van de Melkcentrale te
Helder, respectievelijk van 6 Mei en 14 Mei. De
eerste behelst de modedeeling, dat de straatprijs
der melk is vastgesteld op 13 cent per Liter, d(
«Cl -IIHJJJV iO V OÜ3UfC, UOIVX CUUU J-Ji TO1, Vlo
tweede, dat 1700 Liter per dag door Breezand. ge
leverd kan worden; voor overmelk wordt betaald
71/2 cent. Tevens heeft een reorganisatie van het
Bestuur plaats gehad.
Hierop krijgt Dr. Mol. directeur van den keu
ringsdienst to Alkmaar, het woord, die zegt, aan
merking to hobben moeten maken op 't vetgehalte
dor melk van sommige Broezander consumptie-
melkers. Dat gehalte is vaak_ te laag en het is wen-
schelijk, dat hierin verandering komt. Tot zijn ge
noegen mag spreker constateeren, dat hier met de
melk niet geknoeid wordt. Maar, daarmee zijn we
er nog niet. Wel worden door den melkcontroleur
Jansen nu en dan monsters onderzocht, maar dat
is niet voldoende. Er moet iets gedaan worden
om het vetgehalte te verbeteren, waarom Dr. Scheij
hier op sprekoris verzoek aanwezig is, ten einde
eens uiteen te zetten, hoe de noodige verbetering is
te kragen. Misschien zal ik, zegt spreker, zoo straks
nog iets zeggen in verband met de Heïdersdhe
aangelegenheden, maar overigens ben ik hier van
avond eigenlijk slechts figurant.
Dr. Scneij zegt: Uitnooaiging en aannemen, alles
S'ng in zoo vliegende haast, dat van oorresponden-
3 met het Bestuur uwer af deeling geen^ sprake
kon zijn. De werkzaamheden uwer vereeniging ziin
mü echter niet geheel onbekend, want ik lees ae
Schagor Courant, die steeds een uitvoerig verslag
uwer vergaderingen geeft.
Spreker zegt daarop, dat het, als zuivel consulent
o.a. ook tot zijn taak behoort, veehouders raad te
(reven en dat wenscht hij dan ook vanavond te
doen.
Komende tot het vetgehalte, zegt spreker, dat de
melk niet alleen onvervalscht dient te zijn, maar
ook van een redelijke samenstelling moet wezen.
Melk met niet meer dan 2 pet. vetgehalte voldoet
beslist aan die laatste voorwaarde niet. Hoe komt
het nu, dat do melk zoo'n laag gehalte kan hebben?
Dat kan liggen aan allerlei oorzaken. Het gehélte
van avondmelk is anders dandat van ochtend melk.
het hangt af van do melktijden.f van de voeding,
maar de allervoornaamste voorwaórde< is gelegen in
don aard van de koe. Hoe de melk is over de ge-
hoelo periode, dient men te weten en daarvoor moet
men geregeld proefmelken en monsteren; dan pas
kan men aan net eind zeggen: zóóveel geeft mij
die koe.
Nu hebben onderzoekingen gedurende de laatste
25 jaar geleerd, dat het vetgehalte bij melk# van
hetzelfde dier vrijwel hetzelfde.blijft in verschillen-
lendo jaren, hetgeen met cijfers, ontleend aan
verschillende voorbeelden, wordt aangetoond. De
aard van do koe, als melkgeefster, verandert dus
bereid was hora het huis te verkoopen, het dierbare
oude huis, waarop hij zijn zinnen gezet had1. Mis-
schien zou zij een hoögeren prijs vragen dan hij ge
boden had. Enfin, dien zou hij wel kunnen beta
len op do een of andero manier. Heron zou hem het
geld leenen maar neen, er waren redenen, waar
om O'Reilly liever geen gunsten aannam van Heron,
hoe dikwijls deze hem ook zijn diensten aangebo
den had. Toen hij zijn jas aanschoot, hoorde hij op
de deur van zijn zitkamer kloppen; hij haastte zich
om open te doen. Een piccolo was de dame vooruit
geloopen om te kloppen.
Miss O'Reilly om Mr. O'Reilly te spreken", zeide
hij met Iersch pleizier om den Ierschen naam. Dan
ging hij weer weg^ O'Reilly bleef op den drempel
staan om te wachten tot de dame komen zou, maar
f;ing Intusschen wat terug voor een andere dame
n het wit, die om de een of andere reden voor zijn
deur bleef' staan. ZIJ staarde hém aan, zooals een
kind gedaan zou hebben.
„Pardon", zeide O'Reilly, half lachend. „Mag ik
even pnsseeronIk verwacht een dame, die
„Ik ben die dame", antwoordde het vrouwelijke
wezen in het wit. „Dat wil zeggen, wanneer u Mr.
O'Reilly bent".
„Ja, ik heot O'Reilly, zeide hij. „Maar ik ver
wachtte of heeft mijn nicht u misschien ge
stuurd?"
„Misschien ben ik uw nicht", opperde het meis
je, dat (Justin zag het, n uhij haar goed opnam) de
grootste donkerste oogen en de blankste huid had, die
hij ooit had gezien. Zij had ook rood haar onder
een bekoorlijken hoed. Ofschoon het kind geen
schoonheid was, had zjj toch iets feeachtigs over
zich.
„Zeer aangenaam",, voelde hij zich verplicht te
antwoorden. „Ik dacht, dat ik slechts één nicht in
de wereldi had, Theresa O'Reilly van Gramercy
Park. Maar
„Het klinkt bijna als het refrein van een lied:
„Theresa O'Reilly van Gramercy Park", merkte Clo
op. „Zoudt u misschien ook willen vragen of ik
binnen kom? Ik heb een zeer dringende boodschap".
Werktuigelijk ging de man terzijde en liet haar
do kamer binnen gaan. Hij begon te vermoeden, dat
hij bedrogen was. Hij vroeg haar niet te gaan zitten,
maar keek haar nieuwsgierig aan. Haar oerste bewe
ging was de deur te sluiten. Zij zeide niets.
„Mag ik uw naam weten?" vroeg hij, terwijl zij
elkaar aanstaarden.
„Dezelfde als de uwe op een paar letters na",
zeide Clo. „Waarom kan ik geen nicht van u zijn;
Je kan nooit weten. Maar ik ben niet gekomen om
niet en jammer genoeg zijn er heel wat met laag
vetgehalte. En goede voedering is wel van invloed,
maar dat geeft toch niet genoeg. Wel kan gezegd
worden, dat bü niet goede voedering het gehalte
lager wordt dan het zóu kunnen zijn.
Doch de melkgift is voornamelijk een kwestie van
erfelijkheid. Was de moeder oen goee melkgeef
ster, dan bestaat de kans, dat ook de afstammelin
gen dat zullen zijn en omgekeerd. Doch ook de
stier dient van goede afkomst te zijn. Was de moe
der daarvan bv. een slechte melkproducente, dan
bestaat er alle kans, dat ook de vrouwelijke nako
melingen van een overigens goede melkgeefster dat
zullen zijn. Bij veehouders aie dit weten, worden
dan ook de koeien met laag vetgehalto opgeruimd
eii het is gebleken, dat die vaak bij oonsuraptiemel-
kers. terecht kwamen. Vandaar vaak# de klacht
over een te laag gehalte der oonsumptiemelk.
Friesland is voorgegaan met verbetering van den
veestapel en de andere provincies dienen le volgen,
voor zoover zn dat nog niet gedaan hebben. Toen
de kaasfabriekon begonnen ao leveranoiers naar
het gehalte te betalen, heeft dat de zaak heel wat
vooruitgobracht, want toen ontstond gewoonlijk
ook al heel gauw een fokvereeniging. Wat nu speci
aal deze vereeniging betreft, er is hier in de ge
meente een meikoon troleur. Laat de vereeniging
met dezen een overeenkomst aangaan, dat geregeld
do melk wordt onderzocht, opdat men weet, welk
product men heeft, om vervolgens langzamerhand
tot beter vetgehalte te komen. Dan krijgt men later
geen moeiïnkneden meer met den keuringsdienst.
Dr. Mol zegt, we hebben niet van te voren gecon
fereerd, ik wist dus niet, wbt Dr. Scheij hier zou
zeggen, maar Dr. Scheij gaat mij niet ver genoeg.
Ik zou willen, dat de zaak maar dadelijk flink
door u word aangepakt, 't Is waar, op 't oogenblik
wordt u slechts per Liter betaald, maar geloof me,
dat zal anders worden. Maak dus gebruik van het
advies dat Dr. Scheij u gegeven heeft, onders komt
ge later ten achter. Trouwens, het is toch niet
meer dan billijk, dat melk met net laagste vet ook
het ïaagst wordt uitbetaald. Bovendien ik houd op,
met maar altijd op dezelfde wijze door te gaan.
zooals ik nu al 2 jaar gedaan heb en zal, bij onvol
doend vetgehalte tot proces-verbaal moeten over
gaan. Maar, zoover moet het niet komen. Wij zijn
nier, dunkt mij, bij elkaar om door samenspreking
tot verbetering te komen.
Dr. Scheij beantwoordt daarop verschillende vra
gen, door den heer Nuij gedaan, terwijl Dr. Mol
nog zegt, dat gebroken moet worden met den stel
regel: melk is melk. Ik moet mij, zegt hij verder,
niet enkel op het standpunt van den verkooper,
maar ook op dat van den gebruiker plaatsen.
Voorzitter meent, dat de gemeente Helder de
zaak moet aanpakken, een kleine afdeeling als
Breezand vermag zoo weinig.
Dr Mol: Wie niet meewerkt, heeft mij niet op de
hand, maar ik heb den kantonrechter wel op de
hand.
De heer Naastepad zegt,. we zijn hier allemaal
boertjes met l tot 10 koeien, een duren fokstier
koopen^ daar is dus geen denken aan. En als
er nu niet geknoeid wordt met de melk,' zooals Dr.
Mol zelf getuigt, kan men dan toch, weerens te
laag gehalte voor den kantonrechter gebracht wor
den? Dat vind ik verschrikkelijk.
Dr. Mol: Ja, dat recht, is ons gegeven. Maar dat
ik er nog altijd geen gebruik van heb gemaakt, ge
tuigt toch zeker wel van mijn gematigdheid. Na 2
jaar is er evenwel nog niets gebeurd. Er moet ech
ter wat gedaan worden; ik reken er op, dat er wat
gebeuren zal en gestreefd moet worden, dat er
wordt uitbetaald naar het vetgehalte, dan begint
elke consumptiemelker het belang van melkverbete-
ring te beserfen.
Het blijkt wel, dat Bestuur en vergadering dien
kant uitwillen on de heer D. Blaauboer meent, dat
het alvast een goed begin zou zijn, om het geld
van Helder ontvangen, hier uit te betalen naar het
gehalte, hetgeen de heeren Dr. Mol en Dr Soheij
geen kwaad idóe lijkt.
Het resultaat van de verdere besprekingen is, dat
Dr. Scheij zich voor een nadere samenspreking
beschikbaar stelt om met den controleur en eenige
vertegenwoordigers der Vereeniging uit te maken,
wat er moet en kan gebeuren en hoe hoog de kosten
zullen zijn.
"Voorzitter dankt daarop de heeren Dr. Scheij en
Dr Mol yoor hun moeite en bereidwilligheid, ter
wijl hij de verzekering geeft, dat hun woorden zeer
kwam vragen niet om geld, wees maar niet
bang".
„Ik ben miji niet bewust bang te zijn", lachte
O'Reilly. Hij moest lachen of hij- wilde of niet. Hij
geloofde niet, dat d» naam van het meisje dezelfde
was als de zijne. ,„Maar al ben ik niet bang, ik
ben wel nieuwsgierig", bekende hij. „Wat wilt u
mij vragen, als liet geen geld is? Een boodschap
van mijn nicht misschien
Clo hield op brutaal te zijn. Zij was door bruto-
liteit tot in het hol van den leeuw doorgedrongens
maar kon niet verder gaan op die manier. Deze
man, dae precies het tegenovergestelde type was
van wat zij verwachtte, bracht haar plan in de war.
Een groot gevaar was, dat zij sympahtie voor dezen
O'Reilly zou kunnen voelen in plaats van hem te
haten; hij zag er meer uit als een beschermer dan
als een vervolger van vrouwen. Zij - zou kunnen
aarzelen hem op de eerste manier, die zich aan
bood, een poets to bakken en op die wijze de zaak
van haar Engel .baden.
In haar vurig rin hartje bad Clo voor de wijs
heid van de slanj, cm terwijl er een angstige uit
drukking op haar elfengezichtje kwam, werd zij des
te interessanter voor O'Reilly. Haar bleek gelaat
leek pijnlijk en wanhopig.' „Als ik Marat was en
zij Charlotte Corday", dacht hij, „zou zij: mij door
steken".
„Het is een geluk voor mij, dat u een nicht hebt,
anders zoudt u mij misschien niet binnen gelaten
hebben. Ik weet niet waarom God mij den naam
Riley gegeven heeft. Ik hoop, dat Hij mij vergeven
zal, dat ik de O' erbij genomen heb. Ik was ver
plicht op de een of andere manier bij u te komen.
En dit was het eenige middel, dat ik bedenken
kon".
,JHet was een heel handig middel", prevelde
O'Reilly. „Maar u hebt mij nog niet gezegd
„Dat zal ik doen. Maar - ik geloof, dat ik zal
moeten zitten. Ik voel me een beetje
Lieve hemel! U kunt hier niet flauw vallen!"
„Dat zal ik ook niet, tenzij u daar zelf de schuld
van bent, dat beloof ik u!" Zij had nu het spoor,
dat zij volgen moest, gevonden.
„Ga in 's hemels naam zitten!" zeide O'Reilly, ter
wijl hij den grootsten stoel uit de kamer naar haar
toe schoof. Clo liet er zich in neef vallen. Zij- sloot
haar oogen en haalde zwaar en diep adem.
De man stond er belachelijk hulpeloos bij.
„Wil ik om cognac bellen?" vroeg hij.
„Neen, als het u blieft niet!" Zij sloeg haar groote
oogen weer open. „Luister alleen maar. „Ik kom van
Mrs. Roger Sands om u die papieren van haar te
Wij vestigen er de aandacht
op dat
thans uitsluitend verkocht worden in
verpakt in
met zwarten opdruk.
Weigert alle andere verpakkingen.
zéker overwogen en ter harte zullen worden geno
men.
Hierop worden nog eenige huishoudelijke zaken
behandéld, daarna rondvraag en sluitng,
EEN VASTE BRUG OVER DEN IJSSEL.
Men meldt uit Deventer:.
In een bijeenkomst van leden van den Raad dezer
gemeente zijn de plannen van een vaste brug over
den IJssel behandeld. Na ampele discussie sprak
de overgroote meerderheid van -de Raadsleden zich
uit in dezen geest, dat de tijd voor het uitvoeren
van vaste-brug-plannen nog niet gekomen is, maar
dat in afwachting van betere dagen B. en W. den
Raad een voorstel kunnen doen tot het uitschrijven
van een prijsvraag voor de beste oplossing van t
vraagstuk der verbinding tusschen de beide IJssel-
oevars. Men zou dan gereed zijn tegen het tijdstip,
dat aan die oplossing practische toepassing zou
kunnen worden gegeven.
INBRAAK IN HAARLEMMERMEER.
De Haarlemsche rechtbank veroordeelde heden
den inbreker, die betrapt werd bij een inbraak bij
mr. Slob, burgemeester van Haarlemmermeer, en
later uit het Huis van Bewaring te Haarlem ont
snapte, tot een jaar voorwaardelijk gevangenisstraf,
met een proeftijd van 3 jaar, onder speciale voor
waarde, dat hij zich onder toezicht zal stellen van
de Amsterdamsehe afdeeling van het Leger des
Heils.
Van de week hebben we hier iets beleefd, dat tot
dusverre in ons brave, door werkstakers opgegeten
land nog niet voor kwam: een staking van den Bur
gemeester. Ja zelfs is bet niet eens een gewone sta
king geweest, met opzegging van termijn, dreige
menten en onderhandelingen en inmenging van
bemiddelaars.
Het was je zuiverste directe actie.
Mr. Patijn „smeet er den boel bij neer" in casu
zijn ambtsketting en verklaarde de vergadering voor
gesloten, hoewel eigenlijk de zaak waarover het
ging, nog best een half uur of langer bespreking
zou hebben kunnen rechtvaardigen.
De reden van deze actie was helaas ta zoeken bij
den burgemeester zelf. De -heer P&tijm is een be
kwaam man, die veel weet en veel goeds wil, maar
die 'n halve eeuw te laat is geboren, voor dezen raad. I
Hij leeft nog altijd in de meening, dat de Haag-
sche raad Van nu een dergelijk lichaam is als in de J
jaren, toen zijn vader hier het voorzitterschap be-
kleedde.
Vermoedelijk denkt Patijn: menschen zijn men-
schen, dus wat toen kon, moet inu ook kunnen.
Hoe de raad uit die jaren was samengesteld weet
ik niet precies. Vermoedelijk had drie kwart der le-
den een dubbele naam en bad zeven achtsten een j
titel (behalve die van Mr.) vermoedelijk ontmoetten
alle heeren elkaar op de Witte of in de Besogneka
mer, kwamen zij bij elkander aan huis en gingen
hun vrouwen samen winkelen of bij dezelfde ken
nissen ('s avonds) theedrinken.
Dat was de tijd toen de burgemeester kon zeggen:
Heeren, jelui hebt zeker allemaal de voorstellen ge
zien? En vermoedelijk is er niets aan te merken? 1
Zullen we ze dan maar voor aangenomen beschou-
wen? Niemand iets tegen? Klop. Laten we dan
maar naar huis gaan
Tegenwoordig is het ietwat anders.
De vertegenwoordigers der kiesvereenigingen en
vakverbonden willen nu weten hoe alle vorken in
alle stelen zitten, brommen, mopperen, stemmen te
gen, kortom gedragen zich of er geen van hooger-
hand benoemd burgemeester is, wiens wenschen zij
hebben te eerbiedigen en goed te keuren.
De heer Patijn, -die veel aan democratie heeft ge
daan en vele jaren van zijn burgemeesterschap ten-
miste bestuurslid, en vaak voorzitter was van onteL
bare vereenigingen van openbaar belang, hoeft dit
verschil nog niet ingezien. Hij is overtuigd in het
belang der stad en der gemeentenaren te werken en
staat voorts op het (zeer verouderd) standpunt dat
dit werken waardeering verdient en dat hij dus
niet door Jan en alleman behoort te worden betut
teld en tegengesproken en tegengewerkt.
Zoo is het voor een groot deel aan hun te danken,
dat Den Haag sedert eenigen tijd geen beroeps
brandweer meer heeft on dat do politie -tegenwoor
dig ook fungeert als brandweer. Het gevolg van de
zen maatregel is een besparing, waarvan hot bedrag
door don een op tachtig mille, door den andor op
ruim een millioen per jaar wordt getaxeerd.
Aan deze ietwat uiteenloopende cijfers kan men
reeds zien, dat de bezuiniging niet zeer duidolijk is
en dat allerlei hoofden der begrooting er bij moeten
worden- bestudeerd, alvorens men precies weet, hoe
veel wo verdiend hebben aan dezo reorganisatie.
De groote vraag was echter, of do nieuwe brand-
blusschors even goed waren als de oude. Het bewijs
hiervoor was niet gemakkelijk te leveren, aangezien
er gelukkig in Den Haag weinig groote branden
zijn en er sedert de hervorming van kracht is, nog
geen enkele voorviel.
Vandaar dat er tusschen eenige journalisten en
den -hoofdcommissaris, tevens opper-brandmeester,
een afspraak werd gemaakt voor een loos alarm,
waarbij men dan zou kunnen zien in hoeverre men
zich op de activiteit der brandweer kon verlaten.
Deze proef werd genomen, doch viel zoo falikant
uit, dat de kranten er op verzoek van den hoofd
commissaris over zwegen, na de toezegging te heb
ben ontvangen van een herhaling dier proef. Pas
toen bleek, dat de burgemeester die herhaling niet
wenschte, zijn de bladen, die aan de proef hadden
meegedaan, met het verhaal en hun critiek gekomen.
Een en ander was van -dien aard' dat zeker 'n assura
deur met Haagsche risico's, doch ook menig burger
'9 nachts niet rustig meer sliep bij de gedachte
wat er zou gebeuren als er eens een groote brand
kwam. Om van twee branden tegelijk maar heele-
maal niet te spreken, hoewel d-e uitbreiding der ge
meente en dubbel brandalarm volstrekt niet tot
iets buitengewoons zou stempelen.
Vandaar vragen en moties in den Raad. Ongerust
heid zich uitendi in min of meer scherpe opmerkin
gen.
Nu is de positie van den Burgemeester in; dit ge
val niet zéér duidelijk. De brandweer is een ge
meentezaak en hieromtrent is het Dagelijksch Be^
stuur of de burgemeester natuurlijk den Raad op
heldering en verantwoording schuldig.
Maar de brandweerman is een doublure van den
politieagent en in politiezaken is de Burgemeester
natuurlijkvrijwel souverein. Vraagt men hem dus
naar een agent-brandwacht, dan behoeft hij niets
te zeggen, als hij den man als agent, en alles mede
ta doelen, als hij- -hem als brandwacht bèschouwt.
Hiermede had de heer Patijn kunnen volstaan.
Ixjplaats vamde informatie over de „politie" glad t,e
weigeren, poogde hiji de reorganisatie de hand bo
ven het hoofd te houden, o.a. door te beweren, dat
hij een herhaling van de alarmproef niet wenscht9,
omdat, naar 'hem ter oore was gekomen, sommigen
van het personeel die -proef zouden willen sabo-
taeren.
Dit is opzichzolf' zeer goed mogelijk, Vooral.aan
gezien de burgemeester deze waarschuwing via den
hoofdcommissaris scheen te hebben ontvangen. Doch
aangezien een vertrouwelijke vingerwijzing van
dezen aard nooit te bewijzen is zonder in meerdere
of mindere mate iemand te verraden, ware de toe
speling bater achterwege gebleven.
Nu vlogen -natuurlijk allerlei leden op den voor.
zitter af, om to schreeuwen of te v&rtel icr>, er
van sabotage geen sprake was en niet kon zijn,
enz. enz.
r Ofschoon toch iedereen, als hij maar even denkt
aan de algemeene menschel ijke natuur, heel goed
begrijpt, dat de brandwachts van vroeger, die in da
kazerne schaakproblemen zaten op te lossen of
schoenen te repareeren, het niets pleizierig vinden
voor hetzelfde geld ook nog agent te moeten spelen.
En omgekeerd.
Dat derhalve niet veel animo zal worden- getoond
bij een alarm, dat maar „komediespel" is, ligt vrij
wel in den aard van het beestje
Maar Patijn maakte zich boos.
Dat was zijn tweede verkeerdheid in dit debat en
de derde was, dat hij verklaarde van alle sprekers
er slechts een, 'n wethouder, te zullen beantwoor
den.
Wat een der arme stakkers, die geen antwoord
zouden krijgen, -de vraag ontlokte of hij- „een zweer
of 'n puist" was.
Jammer genoeg heeft Patijn ook daarop in de zit
ting geen antwoord gegeven. Want hij sloeg met
den hamer en gooide zijn ambtsketen op tafel en
ging huis toe.
De Raad keek zich zelf aan.
En ging toen ook maarA.
„Mrs. Roger Sands! Haar papieren? Ik weet niets
van papieren van Mrs. Roger Sands", riep O'Reilly
uit. „Over welke papieren hebt u het?"
„De papieren, waarvoor u iemand gehuurd hebt
om ze op het perron te Chicago te stelen".
O'Reilly schrok. ,.Wie beschuldigt mij daarvan?"
vroeg hij scherp.
„Niet zij! Ik!"
„U! Nogmaals, wie bent u? Wat hebt u met deze
zaak te maken?"
„Ik ben niemand! Ik ben maar de muis van
een leeuw."
O'Reilly vroeg niet wat bet beteekende de muis
van een leeuw te zijn. Hij begreep het. Hij had een
even vlug verstand als zij.
„En ik ben het net, dat u hoopt door .te knagen!
Miss Mutè, uw kleine tandjes zullen mij taai vin
den. Ik durf zeggen, dat ik een ondoorknaagbaar
patentnet ben. Het beste voor u zal zijn zoo gauw
mogelijk naar huis te gaan en aan degenen, die u
gestuurd hebben, te zeggen
„Ik heb mezelf gestuurd", hield Clo koppig vol.
„Ik heb u gezegd, dat ik u op de een of andere
manier spreken moest. O, Mr. O'Reilly, u lijkt mij
niet de groote wreedaard dien ik dacht, dat u zijn
zou. Als u maar half wist wat Mrs. Sands door
maakt, zoudt u haar de papieren teruggeven. Houd
u nou niet alsof u niet weet wat ik bedoel".
„Ik weet heel goed wat u bedoelt", zeide O'Reilly,
„en ik heb de documenten (die niet het eigendom
van Mrs. Sands waren) min of meer gekregen op de
manier, waarop u denkt. Maar geen muis, geen
mastodont zou mij ertoe kunnen brengen ze aan Mrs.
Sands terug te geven".
Glo narn hem eens goed op. Hij zag er in zijn goed
gemaakt avondtoilet slank en kranig uit. In zijn
zakken kon er niets dikker zijn dan een horloge en
dan nog een dun.
„Als u -met Mrs. Sands zoudt willen spreken, £aii
zoudt u misschien van idee veranderen', pleitte zij.
„Breng mij bij haar terug en neem de papieren mee.
Wanneer u dan
„Ik kan geèn van beide doen", was 0'Reilly's ant
woord. „Ik wil met u naar beneden gaan en u in uw
auto helpen, als u er een hebt, of in een taxi, als u
er geen- hebt. Maar
„U zult mij thuis moeten brengen", zeide Clo.
„Ik ga niet zonder u. Ik heb genoeg doorgemaakt.
Ik zaJ mij laten flauw vallen. Ik heb beloofd- dat
niet te doen, als u daar zelf niet de schuld van was.
En dat bent u nu."
,.U verdient uit het raam gegooid te worden".
„Dat is me al eens overkomen." mompelde bet
kuoVo TTmUie. .Het was van de vierde verdieping
en al mijn ribben heb ik daarbij gebroken. Van
daag ben ik voor het eerst weer op. Ik dafht, dat
ik dit wel doorstaan kon, als u vriendelijk was. Ik
zou graag voor Mrs. Sands sterven. En als ik dat
doe
„Houd u goed!" riep O'Reilly uit. „Ik zal u
thuis brengen. Ik weet waar het huis is. Ik ben er f
vanmiddag langs gekomen. Er was een man, die
maar dat komt er niet op aan. Hebt u een auto
beneden?"
Oio was bijna over het stadium van 'antwoorden
heen; bijna, maar niet heeleinaal. Doch zwakheid
was haar „wachtwoord". Nu zij een aansporing
om in zwijm te vallen lieveri dan „zich good to
houden," zooals O'Reilly wilde, vond zij hot boter
zich flauw te laten vallen Toch was er iets in haar
op zijn hoede en wist, dat er goed op O'Reilly gelet
moest worden.
Hij vloog naar de telephoon en bestelde een taxi.
Dan ging hij terug naar hot, meisje in den stoel.
Haar oogen waren half dicht, een kleine streep
wit was slechts tusschen haar wimpers zichtbaar.
Hij moest he*t vreemde verhaal over den val en
de gebroken ribben- en dat dit de eerste dag was,
dat zij weer op was, wel gelooven. Dat zou haar ma
gerheid en haar bleekheid verklaren. Hij raakte haar
hand, die over den arm van den stoel hing, aan. Zij
had geen handschoenen aan en de magere hand was
ijskoud.
„Zij is flauw gevallen", prevelde hij. Clo hoorde
de woorden dof, als had zij watten in haar ooren. Het
was haar plicht den man- te bedriegen, maar zij
verfoeide dien- plicht.
O'Reilly legde het kleine handje, dat hij in de
zijne genomen had, weer zacht neer. Hot was slap
als de hand van een dood meisje. Clo zou minder
wroeging gevoeld hebben wanneer hij haar hand
ruw had laten vallen. Hij deed vlug een paar stap
pen, alsof hij tot een besluit gekomen was. Zij
dwong zich uithaar bewusteloosheid terug om te
beseffen, dat hij naar de deur ging niet de bui
tendeur, waardoor zij binnengekomen was, maar
een andere. Hij deed die open en Clo zag, dat aan
de andere zijde van de deur een slaapkamer was.
Vlug liep hiji naar een tafeltje, waarop een groote.
glazen karaf stond met fijn gestampt ijs en water.
Hij stond met zijn rug naar het meisje toe, toen hij
den inhoud van de karaf in een tumbler begon te
schenken, maar plotseling keerde hij zich, als door
een sterken impuls gedreven, om. Clo trilde zelf3
niet. Iets zeide haar, dat het ding. waarom zij ge
beden had, op het punt stond te gebeuren.
Wordt vervolgd.