ALLERLEI FEESTEN TE LI Honigs deTafel Puddingen derde blad. feuilleton. VROUWENLIST. SS£ Om Zaterdag 24 Mei 1924. 67ste Jaargang. No. 7440. Kr was voor 'het bezoek van het Roemeensche ko ningspaar eene enorme reclame gemaakt. Men behoefde werkelijk niet te vragen, of die ook meer*kwamen halen dan brengen. Met Roemenië is het een eigenaardig geval. Hat vorige koningspaar, wijlen koning Carol en zijne gemalin, de bekende schrijfster Carmen Sylva, waren' pro-Duitsch. Hun afkomst, 'hun verwantschap, hun geestesleven stonden in het Duitsche toeken. Koning Ferdinand heeft echter eene Engelsche prinses tot gemalin en dit vorstenpaar ging met zijne sympathiën meer naar de Britsche richting. Gedurende den oorlog trok Roemenië de partij van de Entente. Na den oorlog werd het daarvoor beloondl Maar het gaat met het beloonde Roemenië als met den uitgehongerde, wien men plotseling te veel eten geeft. Roemenië lijdt aan een overladen maag. Roemenië is altijd een eigenaardig land geweest: Hiet heeft van een rijken graanoogst meestal gun stig kunnen profiteeren door uitvoer naar allerlei landen, o.a. naar Duitschland, waar het voorkeur rechten genoot, tegenover andere graanexportae- rende landen. Verder had het petroleum en was daardoor ook in eene bevoorrechte positie. De bevolking zijn Latijnen en verschillen natuur lijk geducht van de omliggende, meestal zuiver Slavische, volken. Na don oorlog kreeg Roemenië als belooning stukken grondgebied, die vóór den oorlog aan an dere rijken toebehoorden, Het kreeg stukken van Hongarije en Rusland, omdat de Groote Heeren -in Versailles dat zoo bepaalden. Natuurlijk zeer tegen den zin van de' oorspronkelijke eigenaren, de Hon garen en de Russen. De bolsjewieken nemen liever wat van anderen af dan dat ze zelf schuiven, zoodat het thans Roe meensche Besarabië een twistappel is. Den trotschen Hongaren zit het zóo hoog, dat een Hongaarsch edelman, een trotsche Magyaar mij eens verzekerde: Wanneer er weer een oorlog komt dan zal hetzij het Roemeensche of het Hongaarsche volk moeten verdwijnen, mannen, vrouwen, kinde ren en grijsaards, want er is op aardie geen plaats èn voor Hongaren' èn voor Roemeenen. Langzamerhand beginnen de zorgen in Roemenië zich onrustbarend op te hoopen. Vandaar een „bodel vaart" naar de Entente. Het Roemeensche echtpaar is reeds in Rome, in Parijs, en in Brussel geweest en heeft thans Lon den bezocht. De vorsten zijn vergezeld van een keurigen hof stoet èn hun Eerste Minister Monsieur Ion Duca. Men behoeft dus niet te vragen waar het om gaat. Vooreerst zal men wel niet veel hooren, maar, wan neer da koning en zijn minister weer thuis zijn, in Boekarest, dan zal wel gauw het resultaat van dit uitstapje blijken. Het onthaal is schitterend geweest. Het begon reeds in Dover. Daar werd de koningin als Engel sche prinses gehuldigd bij het aan land stappen. Te Dover woont Lord Beauchamp, de gouverneur van de Cinque Ports, eene instelling dar middeleeuwen, Hier werd dan ook door de autoriteiten der Cinque Ports (waarvan het meerendeel thans verzande havens zijn) keurig gesproken, in bloemrijke taal en zelfs in verzen, omdat de prinses ook een schrijfster is en dus èn als vorstin èn als letterkundige ge huldigd moest worden'. De Prins van Wales was de hooge gasten reeds naar Dover tegemoet gereisd en kwam met hen aan het Victoria Station te Londen aan. Koning George en koningin Mary waren op het perron aanwezig, vergezeld door den premier Mr. Ramsay MacDonald en den minister van Binnen- landsche Zaken, Mr. Arthur Henderson, beide heeren keurig in het ambtsgewaad van Priory Counsellor (Staatsraad), dus ongeveer in bet ambtscostuum van onze Eerste Kamerleden, met veel goud, een degen en een steek met veeren. Er waren verder de Admiraal, Graaf Beatty, voor de vloot, de Chef van den Generalen Staf, .Graaf Cavan, voor het leger, de Lord Mayor van Londen, voor do hoofdstad des rijks. Dan kwamen de Hertog en Hertogin van York en I rins Henry en de vele hovelingen, toegevoegd aan het Roemeensche koningspaar. De beide koningen drukten elkaar hartelijk de hand, de koninginnen kusten elkaar, terwijl de mu ziek de volksliederen deed hooren. Het was een prachtige 3tcet. De koning van Roeme nië in generaals-uniform met kolbak, de koning van Engeland in de scharlaken rok van Britsch veldmaarschalk, prins Henry, in huzarenuniform' de Hertog van York in de uniform van zee-officier, dan al die andere uniformen met schitterende rid- 1 derorden, en daar doorheen de mooie toiletten der dames. De koninklijke stoet reed zeer langzaam door de luid juichende menigte. Eerst kwam het rijtuig met de twee koningen, den prins van Wales en den Duke of York, dan een rijtuig met de twee koningin nen, de Hertogin van York en Prins Henry. i Wat een sympathieke verschijning die Prins Hen. ry Dat zou nog eens later een man voor Juliaantje zijn. Een flinke, sportieve, jonga, gezonde, moedige prins. Een die, toen een der manschappen van zijn escadron last had met een heel moeilijk paard, met den man ruilde. Het kostte hem een beenbreuk, maar never mind. Leve de sport en den moed. Er zijn allerlei feesten geweest o.a. een Hofbal met bijna 2000 gasten. De vorsten zijn naar den Cenotaph gereden om een krans te leggen; ze zijn bij den Lord Mayor in de City op visite geweest. De Lord Mayor en J>ady Mayoress (de burge meestersvrouw) boden een luncbeon aan in Guild- hall. Beide Koningsparen en de verdere leden van de Engelsche Koninklijke familie zaten als gasten aan. Of Koning Ferdinand of diens Eerste Minister ook nog een cheque van de Bank of Engeland onder hun bord gevonden hebben, weet ik niet. Wat zullen die beide heeren naar dat. grijze, eenvoudige Bank of England' gebouw gekeken hebben. Want grijs van buiten zit er toch maar goud bin nen in. In die zelfde City beeft van de week nog een ander feest plaats gehad: een Nederlands«h feest. Wij: hebben het jubileum gevierd van het Koning Willemsfonds. Toen 50 jaar geleden het Regeeringsjubileum van Kening Willem III gevierd werd, waren de Neder landers te> Londen verzameld in het Cannon Street Hotel. Deze feestvierenden besloten om eer: fonds voor behoeftige Nederlanders te stichten. Aldus ont stond het Koning Willemfonds. Dit fonds is velen Nederlanders in Londen ten ze gen geweest en zal het nog blijven, want dank zij allerlei giften ter. gelegenheid van het 50-jarig ju bileum binnengekomen, is de kas met bijna 10.000 Pond versterkt. Het beheer is in uilstekende handen. Voorzitter is onze margarinevorst, onze sympa thieke Mr. Henry van den Bergh, terwijl de heer F. C. Stoop ondervoorzitter is. De Lord Mayor had voor de feestviering welwil lend de Egyptian Hall in he Mansion House afge staan. Er waren ruim 150 gasten aan den feestmaaltijd vereenigd. Onze gezant, de algemeen beminde en geëerde" Jhr. Mr. R de Marees van S wind eren. was president van de tafel. Tot dè Engelsche gasten behoorde o.a. de welbe kende oud-Minister Reginald McKenna, de man van de door mij verleden week besproken McKenna duties, Lord en Lady Bearsted en de Opperrabijn Dr Hertz. Wij hadden de eei mevrouw van Swinderen aan tafèl te zien en Jhr. Dr. Snouck Hurgronje, secre taris-generaal van Buitenlandsche Zaken, speciaal voor deze gelegenheid uit Den Haag overgekomen. Natuurlijk waren er de leden van het Gezantschap. De populaire Consul-Generaal, de heer D. J. Steijn- Parvé en zijn lieve gemalin, mevrouw SteijmParvé, ontbraken natuurlijk niet aan dezen typisch Hol- land'schen dischr. Toen wij onze blikken lieten gaan over de aan wezigen, voelden wij toch even de beteekenis van Holland en Hollanders in de Wereld. Holland is een Wereldrijk. Mannen als Sir Henry Diterding. Directeur-Generaal van de Koninklijke Nederland- Naar het Enselsch van 0. N. en A. M. WIÏ.LIAMSON Bewerkt door W. J. A. HOLDAJJUS Jr. 9. Beverley bleef een kwartier weg. Toen zij weer naar binnen vloog, zag zij tot haar verbazing Clo nog te bed. Maar nauwelijks was de deur dicht, of het jonge meisje wierp de dekens weg, om te laten nen, dat zy hoelemaal gekleed was. i bang. dat de Zuster misschien zou komen kijkenzetde zij. „Ik behoef alleen mijn hoed maar op te zetten. Is het in orde?" „Roger zal gaan", zeide Beverley. „Hij telepho- S.1T..1111 SS-,? heb he' diner uitgesteld tot half negen, zoodat hij tijd genoeg heeft om thuis t®,Ten en chate verkleeden. Hij maakte geen en- HH !^7;Whir ™de pandenrijgster te gaan halen. „1 L i met me eens, dat het 't beste d™ lïdfBta^u!fSC1?P' „aIs dle Ktdaan moest wor den, zelf te doen. En hij was heel hartelijk. Maar rn anders- beTtenjr no^U hïrt w hi6 zijl1"' zeid® C1°- zi> hadhaaT moolcn witten hoed opgezet en maakte haar elegant manteltje vast Ik zal eerst naar Westmorland Hotel gaan; Peterson heeft ge zegd, dat hij kit tien uur daar blijven zou Ik zal mMT1rnfi' ik d° 5?pleren op' bet spoor ben, maar dat hij mij zoo noodig tijd moet covpn fr*t mirt Hoff telefoneren 'riVu naar het Dietz llotel teletoneeron. Dat kan ik hier niet zoo veilig doon. Tegen dten tyd zal OHeiliv wei in dTk^ie? voor het diner ontvangen, daar ben ik zeker van en do rrct komt rnKv1^Mhtbu nratik makery dat ik koStMs^fd„H SardX aato of Zus tor Lake zii denkin dat 1 dlch' on alles stü vindt, zal ril enken, dat ik slaap. Ga naar je man terug. ïk'hewllT man ■oi(P'n hoa«o wef wwkomS?' Ie? N^nf dozl tLJ° mS?®l>racht." zcido Bever- dSnaïtof™ beurs- Er vijftig of zestig op straat- DadoH* Mr. Peterson was volgens zijn belofte „thuis". „U al weer?" bromde hij. „Ik had Mra. Sands verwacht." „Ik kom voor de tweede maal uit haar naam," zeide Clo. „En hoogstwaarschijnlijk zal ik nog een derde maal komen om alles in orde te maken. Als u krijgt wat u hebben wilt, dan zal het u waar schijnlijk weinig kunnen schelen wie het brengt." „Dan heeft u het leelü'k mis. Ik heb zaken te doen met oen vrouw en niet met een kind. Maar als u wat voor mij hebt „Ik heb het nog niet," viel Clo hem in de rede. „Het is nog geen tijd. Maar ik ben op weg naar de plaats waar het is, en weet hoe ik het krijgen kan. Het eenige is, dat het na tienen worden kan. Dat kwam ik u zeggen." „Spaar uw verdere praatjes maar. Tien uur is de uiterste termijn. Als zij niet# wil, dat ik op mijn belofte terugkom, moet zij niet op do hare terug komen" Hij Jpok thans meer dan ooit op een fret, dacht het meisje. „Mrs. Sands heeft absoluut niets beloofd omtrent 1 tija. Maar wat dat betreft, wy willen ook even I graag als u, dat do zaak voor tien uur afgeloopen is Als wij kunnen, zullen wij hot doen. Als wij niet kunnen, zult u moeten wachten. Nu de zaken zoo staan, is het in uw voordeel met ons en niet tegen ons te zijn." „O ja? Daar ben ik anders nog zoo zeker niet van. Ik ben er niet zeker van, dat die mooie me vrouw geen ander spelletje speelt onthaar man ook. Ik weet nu, dat zij en Robert Sandsln denzelf den trein gereisd hebben. Ik laat me hangen, als ik begrijpen kan, waarom zij het doen zou, maar het is. mogelijk, dat zij samen een complot gesmeed hebben. Ik kan begrijpen, waarom Sands het zou willen, ook al zou zij niet willen, en een man Js sterker dan een vrouw. "Sands werkte in dien tijd voor John Heron. Dat wil heel wat zeggen" I „Maar dat wil niet zeggen, dat Mrs. Sands haar belofte niet zal nakomen. Ik weet, dat zij haai; woord altijd houdt," hield Clo vol. Zij sprak krach tig, maar haar gedachten waren elders. Zij waren geneel vervuld^ mot den naam van John Heron; Beverley had dien nooit genoemd. Het jonge meisje kon niet niden in welk verband die stond met de zaak, die zij thans had kunnen hooren, maar toch klonk hij haar niet vreemd in de ooren. H^t gevoel, dat zij bij het hooren ervan gekregen hart. verwonderde naar. Het was alsof de naam ..Jol i i aan den maaltijd ia dik wijls het eenige oogen. blik van den dag, dat het geheele gezin bij een is. Laat dan dit moment voor elk zoo aangenaam mogelijk zijn door aan ieders smaak tegemoet te ko men. Dat bereikt men volkomen met Gefabriceerd mat Honig'» MaixcaaT ders prijzen, want er ia geen land en geen volk dat zooveel voor de Joden doet. Ook dit Koning Willem fonds 3teunt in aller grootst percentage Joodsche Nederlanders te Lonj den. Onze Consul-Generaal, geesti* bekwaam en wel bespraakt, kwam langs leuke oanen óp eon zeer practische zaak, nl. een verzoek aan den Secretaris- Generaal v|n Buitenlandsche Zaken om te bevor deren de reciprociteit van ouderdomspensioen tus- schen Nederland en Engeland, zooais dat reeds tusschen Nederland en België bestaat. Wanneer dje reciprociteit tot stand zou komen, da,n kan ik mij alweer geheel met tafel redevoerin gen verzoenen, want dan is er tenminste één ge weest, met practisch nut voor de ouden van dagen en aan die gunnen wij graag wat. Moge deze 50-jarige Nederlandsche vereenfging, dit Koning Willemronds, nog jaren lang bloeien en groeien ter eere van Nederland en Oranje en tot steun der arme Nederlanders in Londen. sche Petroleumbroimen, zat daar aan die tafel, een man, die evenals zijne onderneming, g^ne wereld- reputatie geniet. Laten wij toch niet luisteren naar al die sloopers, die, uit afgunst of met politieke doeleinden, gooien met vuil naar de Koninklijke Pe- troleum-Ma&tschappij en de Nederlanders, die daar aan verbonden zijn of-waren. Laten wij Hollanders toch eens- eindelijk breed zijn en niet zoo eeuwig critisch. Laten wij dankbaar zijn, dat wij zulke zaken en zulke mannen bezitten. Ik ben een arme drommel, maar ik kan zonder eenige jalousie kijken naar die mannen. Wanneer ik hun iets zou benijden, dan zou het zijn hun mooien, moeilijken werkkring, hun verantwoordelijken arbeid, maar.... diet hun geld. Ik benijd hen echter niet, doch breng mijn hulde voor hetgeen zij deden en doen voor Groot-Neder land en Nedorland's Grootheid. Dan kan men odk met eere opzien naar de heer Henry van den 'Bergh en even denken aan het offer dat hij, door zijne zonen, gébracht heeft op het altaar van zijn nieuwe vaderland. Men moet ook trotsch zün op den goeden naam dien de firma Stoop op ae Londensche effecten beurs geniet. Wij zien daar den ifvengen voorganger van de Nederlandsch Hervormde Gemeente te Londen, Ds. Baart de la Faille. Wij zien ook den koster dier kerk. J._ Rus, die tevens ijverig werkzaam is voor het Koning Willemfonds. Het is zoo naar dat ik zoo'n hekel heb aan feest maaltijden, omdat er altijd die ellenlange redevoe ringen gehouden worden. Natuurlijk krijgt men ook wel mooie, ook wel geestige redevoeringen te hoo ren, maarhet gros is lang en vervélend en er 'zijn er zeker 20 pet. overbodig. Ik ga dus geen redevoeringen aanhalen, al waren ditmaal allen de moeite waard, omdat ik dan èn U èn mijzelf zou vervelen. Ik wil echter even zeg gen, dat de heer McKenna natuurlijk over de poli tiek sprak. Heb ik U onlangs niet verteld, dat een Engelsch- man, losgelaten op een feestmaaltijd, altijd over iets spreekt wat hem na aan het hart gaat. McKen na sprak dan ook over de McKenna-rechtenheel grappig. Uit ae rede van onzen Gezant bleek, dat er ridderorden zouden zijn uitgedeeld, indien de bestuursleden niet genaturaliseerde Engelschen waren. Schrik niet, dat is niet omdat onze Konin gin daarom een orde aan de heeren zou onthouden. Hoelemaal niet: Hare Majesteit zou heel graag die heeren decoreeren, doch... de Engelsche wet ver biedt een Engelsehroan het aanvaarden van een bui tenlandsche onderscheiding. Het is wel heel jam' mer. Ik had het den heer van den Bergh zoo faarne gegund. Hij is echter Engelschman gewer en evenals de heer Stoop en nu Volgt deze conse- Ïuentie. De heer Stoop heeft trouwens eene Neder- andsche ridderorde; waarschijnlijk was die wet toen nog niet in werkiiig. De Opperrabijn, Dr. Hetz, noemde Holland het Heilige Land van Europa. Wel mag de heer Hertz Holland en de Holl'an- Binnenlandsch RIDDERSPELEN. Er is een tijd geweest, dat er eohte Ridderspelen in werkelijkheid zijn gehouden. Ook in ons land. Zoo naar de geschiedschrijvers vermelden te Geertruidenberg, Utrecht, 's-Gravenhage en Haarlem. Vooral in de stad Haarlem moet Graaf Willem III in 1307 of 1308 een schitterend steekspel heb ben doen geven. Deze spelen waren de groote volksfeesten uit dien tijd en liepen zelfs niet altijd zonder ongelukken af. Drie Graven van Holland rijn daarbij in een tijdperk van een kwarteeuw omgekomen; dit waren Flores V (1235)zijn broeder Willem (1238) en Flores de# Voogd (1258). In het jaar 1179 wera er te Keulen een feest ge geven door graaf Floris III, waarbij niet minaor aan 480 Ridders in volle wapenrusting op buni zware paarden in het strijdperk kwamen en op de stampvolle tribunes bovonden zich onder het zeer talrijke gezelschap van toeschouwers 19 vorsten en 51 graven en 28 baanrotsen. Drie dagen lang duurde dit wapengevecht. •Het tournooiveld was afgezet met palisaden, terwijl stevige slagboomen toegang gaven bot de eigenlüke kampplaats, het krijt. Rondom waren zitplaatsen getimmerd, in ver schillende vakken verdeeld en amphiteathersgewijze oprijzende. De Graaf en Gravin zaten in het voornaamste, hoog verheven gedeelte; prachtig versierd met schitterende tapijten, met fluweelen en zijden be kleedsel; overal omgeven van banieren, banderol len en schilden. Iets lager waren de zitplaatsen voor de Edel vrou wen en bejaarde Ridders, voor de Kamprechters en andere Edelen van verschillenden rang. Een ontzaglijke menigte van personen, behooren- de tot het hof van de Graven of de vele kasteelen der Edelen alsmede van poorters en dorpers uit de nabii gelegen steden en dorpen was samenge stroomd. Schitterend was de intocht van do Ridriers, in blinkende maliën-kolders gegord, gezeten op snui vende paardon met prachtige dekkleeden omhan gen, onder het geschal van pauken, bazuinen on klaroenen en de aankomst van de Krütbewaarders (scheidsrechters) met hun lange en de Tournooi- knechten met hun korte staven.' Toen het einde van dit driedaagsche feest geko men was, reed de Gravin van Holland, gekleed in een zeer kostbaar gewaadgetooid mot paarlën en edelgesteenten als Keizerin de# stad uit Trtet hon derden paarden, waaronder sierlijke Engelsche die ren en 15 vergulde praalwagens, waarop Edelvrou- wen en Jonkvrouwen zaten. En toen de beroemde Graaf uittrok was hij ver gezeld van een stoet van Graven, Ridders en Hee ren, met hun gevolg, wel 600 in getal. Geen wonder, dat ons Volk nog steeds belang stelt in wat ons uit dit riddertijdperk in geschie denis en litteratuur is behouden gebleven. Geen .wonder, dat enkele malen geprobeerd is ook zulk een middeneeuwsch ridderspel in beeld te brengen en ons als voor eigen oogen te laten zien. Hoewel in de laatste jaren de openluchtspelen zijn toegenomen, heeft men deze ridderspelen nog weinig herhaald. Dit komt deels omdat het zeer kostbaar is, de personen die meedoen, te steken in de schitteren de Weeding- van dien tijd; deels omdat het uiterst moeilijk is,# g-oede en ervaren ruiters to vinden die in ae zware wapenrusting van dien tijd voldoende lenigheid behouden om een mooi spel' te geven. In ons goede vaderland is in de laatste jaren slechts een enkele maal een t soortgelijk spel voi^ toond; meest in de academiesteden ter gelegen heid van het een of ander lustrumfeest der stu denten. droom een droom, die zij niet vergeten had, maar die onder andere dingen in haar brein begra ven was. Het jonge meisje was dadelyk op haar hoede. Er was slechts één ding, dat zij met span nende zekerheid wist. In dien begraven droom waren andere dingen met dien gofluisterden naam i verbonden: snikkende geluiden als van iemand, die in het# donker huilt. „In ieder geval," ging Peterson voort, „er was een complot en degenen, die daarin betrokken wa ren, moeten boeten voor hetgeen ik in Chicago doormaakte, toen ik haar in Chicago gemist heb. I Dat is één van de redenen, waarom ik hier in I New-York ben. Als ik diepapieren vóór tien uur, niet heb, zal ik naar het huis van Sands gaan en mevrouw te spreken vragen." „U zoudt Mr. Sands niet thuis vinden," viel het jonge meisje hem in de rede. „Hij is uit. En waii- neer hij terugkomt, zal hij waarschijnlijk dadelijk weer weggaan." „Zoo, zoo." Zijn persoonlijkheid werd wakker als die van een zwak nachtdier, dat zich verscholen houdt. Clo nam hem goed op en trachtte zijn be doelingen uit te vorschen. „Het zou beter voor u zijn om naar huis te gaan, kindje," raadde hü aan. „Wil ik u soms thuis brengen of „Ik heb nog een andere boodschap te doen," zeide het jonge meisje waardig. Zn was van plan geweest uit het Westmoreland Hotel naar het Dietz Hotel te telefoneeren, om te vragen of Justin O'Reilly thuis was; maar thans besloot zij dat niet te doon. Beter wat tijd te verliezen dan dat Peter son hoorde, dat zij naar O'Reilly vroeg-. In J>laats van te wachten om te telophoneeren, liep zij naar de deur en vroeg een jongen in hotellivrei een taxi voor haar te halen. „Als het frettengezicht probeert mij te volgen, zal ik hem een aardige poets bakken," dacht zij. Maar het frettengezicht scheen haar gedachten te radon. „Tot straks," zeide hij. „Ik heb nog ^een boel werk te doen. dat mij tot tegen .tien uur in beslag nemen zal. Daarna zal het mij aangendém zijn bezoeken te ontvangen.' Hij draaide zich om en hinkte naar de lift. "Vóór de taxi er was, was hü reeds naar hoogere rogionm gebracht. „Zoo, dat is in orde," mompelde Clo tegen zich zelf, terwül hü naar h#*t Diotz Hotel roed^ Toch vroeg zi? zich af. terwijl zij die woorden zeide. óf persoonlij kheid zoo veranderd, -toen hü hoorde, dat Sands (oien hü volgens zijn eigen woorden wilde spreken) dien avona niet thuis zou zü'n. Moest zij Beverley telefoneeren en haar waarschuwen op haar hoede te zün? Ja, zü zou uit het Dietzhoteüt I telefoneeren, terwijl .rij wachtte om O'Reilly te spreken. Het Zou veilig zün, omdat Roger tegen dien tü'd ver weg wezen zou. HOOFDSTUK. X. Justin O'Reilly had een paar eenvoudige appar tementen in het weelderige Diet» Hotel. Zü grens den aan de weelderige vertrekken van Mr. en Mrs. John Heron en bestonden uit een kleine zitkamer een slaap- en een badkamer. IIwas juist met zü'n das bezig, toen de telefoon ging. TIü greep den hoorn als was het een slang, die gewurgd" moest worden, en riep norsch: Allo' „Een dame om u to spreken," antwoordde een stem. „U hebt toch, hoop ik, niet gezegd, dat ik thnis ben? Een mooi iets voor een goed hotel, vaa neer „Neen, maar zü zegt, dat het belangrijk is. Zü is Miss O'Reilly." Miss O'Reilly De man van dien naam was verbas terd. De eenige Miss O'Reilly, die, voor zoover hü wist, hem een bezoek brengen kon, was de laat ste vrouw, van wien hü dat verwachtte. Hü- was voornamelük in de hoop haar te zullen spro- kon, naar New-York gekomen. Zü had geweigerd] hem te ontvangen. „Zeg haar, dat ik binnen drie minuten boneden zal zyn," antwoordde hü. „Zü Heeft liever, dat u niet beneden komt. Zü zegt, dat zü belangrijk nieuws voor u heeft, en vraagt, of u haar in uw eigen kamer ontvangen; wilt. „Goed" OTtei.lly probeerde kalm te antwoorden. „Laat de dame boven brengen" Hij ging naar zijn slaapkamer terug, om nog maals met zijn das te worstelen. Hij moest miss O'Reilly aan de deur ontvangen en hij had zijn jas en zijn vest nog aan te trekken. Doch dat ging nog wel. Zijn appartementen lagen op de vijftien de verdieping en een oude dame als Miss O'Reilly had zeker nog wel een minuut, noodig om van de lift naar zijn kamer te loopen. Terwijl hij alles in derhaast aanschoot, trachtte hij te bedenken wat eiin. Het had er

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 9