ALLERLEI FEESTEN TE LI
Honigs
deTafel
Puddingen
derde blad.
feuilleton.
VROUWENLIST.
SS£
Om
Zaterdag 24 Mei 1924.
67ste Jaargang. No. 7440.
Kr was voor 'het bezoek van het Roemeensche ko
ningspaar eene enorme reclame gemaakt.
Men behoefde werkelijk niet te vragen, of die ook
meer*kwamen halen dan brengen.
Met Roemenië is het een eigenaardig geval.
Hat vorige koningspaar, wijlen koning Carol en
zijne gemalin, de bekende schrijfster Carmen Sylva,
waren' pro-Duitsch. Hun afkomst, 'hun verwantschap,
hun geestesleven stonden in het Duitsche toeken.
Koning Ferdinand heeft echter eene Engelsche
prinses tot gemalin en dit vorstenpaar ging met
zijne sympathiën meer naar de Britsche richting.
Gedurende den oorlog trok Roemenië de partij
van de Entente. Na den oorlog werd het daarvoor
beloondl Maar het gaat met het beloonde Roemenië
als met den uitgehongerde, wien men plotseling te
veel eten geeft. Roemenië lijdt aan een overladen
maag.
Roemenië is altijd een eigenaardig land geweest:
Hiet heeft van een rijken graanoogst meestal gun
stig kunnen profiteeren door uitvoer naar allerlei
landen, o.a. naar Duitschland, waar het voorkeur
rechten genoot, tegenover andere graanexportae-
rende landen.
Verder had het petroleum en was daardoor ook
in eene bevoorrechte positie.
De bevolking zijn Latijnen en verschillen natuur
lijk geducht van de omliggende, meestal zuiver
Slavische, volken.
Na don oorlog kreeg Roemenië als belooning
stukken grondgebied, die vóór den oorlog aan an
dere rijken toebehoorden, Het kreeg stukken van
Hongarije en Rusland, omdat de Groote Heeren -in
Versailles dat zoo bepaalden. Natuurlijk zeer tegen
den zin van de' oorspronkelijke eigenaren, de Hon
garen en de Russen.
De bolsjewieken nemen liever wat van anderen af
dan dat ze zelf schuiven, zoodat het thans Roe
meensche Besarabië een twistappel is.
Den trotschen Hongaren zit het zóo hoog, dat een
Hongaarsch edelman, een trotsche Magyaar mij
eens verzekerde: Wanneer er weer een oorlog komt
dan zal hetzij het Roemeensche of het Hongaarsche
volk moeten verdwijnen, mannen, vrouwen, kinde
ren en grijsaards, want er is op aardie geen plaats
èn voor Hongaren' èn voor Roemeenen.
Langzamerhand beginnen de zorgen in Roemenië
zich onrustbarend op te hoopen. Vandaar een
„bodel vaart" naar de Entente.
Het Roemeensche echtpaar is reeds in Rome, in
Parijs, en in Brussel geweest en heeft thans Lon
den bezocht.
De vorsten zijn vergezeld van een keurigen hof
stoet èn hun Eerste Minister Monsieur Ion Duca.
Men behoeft dus niet te vragen waar het om gaat.
Vooreerst zal men wel niet veel hooren, maar, wan
neer da koning en zijn minister weer thuis zijn, in
Boekarest, dan zal wel gauw het resultaat van dit
uitstapje blijken.
Het onthaal is schitterend geweest. Het begon
reeds in Dover. Daar werd de koningin als Engel
sche prinses gehuldigd bij het aan land stappen. Te
Dover woont Lord Beauchamp, de gouverneur van
de Cinque Ports, eene instelling dar middeleeuwen,
Hier werd dan ook door de autoriteiten der Cinque
Ports (waarvan het meerendeel thans verzande
havens zijn) keurig gesproken, in bloemrijke taal en
zelfs in verzen, omdat de prinses ook een schrijfster
is en dus èn als vorstin èn als letterkundige ge
huldigd moest worden'.
De Prins van Wales was de hooge gasten reeds
naar Dover tegemoet gereisd en kwam met hen
aan het Victoria Station te Londen aan.
Koning George en koningin Mary waren op het
perron aanwezig, vergezeld door den premier Mr.
Ramsay MacDonald en den minister van Binnen-
landsche Zaken, Mr. Arthur Henderson, beide heeren
keurig in het ambtsgewaad van Priory Counsellor
(Staatsraad), dus ongeveer in bet ambtscostuum
van onze Eerste Kamerleden, met veel goud, een
degen en een steek met veeren.
Er waren verder de Admiraal, Graaf Beatty, voor
de vloot, de Chef van den Generalen Staf, .Graaf
Cavan, voor het leger, de Lord Mayor van Londen,
voor do hoofdstad des rijks.
Dan kwamen de Hertog en Hertogin van York en
I rins Henry en de vele hovelingen, toegevoegd aan
het Roemeensche koningspaar.
De beide koningen drukten elkaar hartelijk de
hand, de koninginnen kusten elkaar, terwijl de mu
ziek de volksliederen deed hooren.
Het was een prachtige 3tcet. De koning van Roeme
nië in generaals-uniform met kolbak, de koning
van Engeland in de scharlaken rok van Britsch
veldmaarschalk, prins Henry, in huzarenuniform'
de Hertog van York in de uniform van zee-officier,
dan al die andere uniformen met schitterende rid-
1 derorden, en daar doorheen de mooie toiletten der
dames.
De koninklijke stoet reed zeer langzaam door de
luid juichende menigte. Eerst kwam het rijtuig
met de twee koningen, den prins van Wales en den
Duke of York, dan een rijtuig met de twee koningin
nen, de Hertogin van York en Prins Henry.
i Wat een sympathieke verschijning die Prins Hen.
ry Dat zou nog eens later een man voor Juliaantje
zijn. Een flinke, sportieve, jonga, gezonde, moedige
prins. Een die, toen een der manschappen van zijn
escadron last had met een heel moeilijk paard,
met den man ruilde. Het kostte hem een beenbreuk,
maar never mind. Leve de sport en den moed.
Er zijn allerlei feesten geweest o.a. een Hofbal met
bijna 2000 gasten.
De vorsten zijn naar den Cenotaph gereden om
een krans te leggen; ze zijn bij den Lord Mayor in
de City op visite geweest.
De Lord Mayor en J>ady Mayoress (de burge
meestersvrouw) boden een luncbeon aan in Guild-
hall.
Beide Koningsparen en de verdere leden van de
Engelsche Koninklijke familie zaten als gasten aan.
Of Koning Ferdinand of diens Eerste Minister ook
nog een cheque van de Bank of Engeland onder hun
bord gevonden hebben, weet ik niet. Wat zullen die
beide heeren naar dat. grijze, eenvoudige Bank of
England' gebouw gekeken hebben.
Want grijs van buiten zit er toch maar goud bin
nen in.
In die zelfde City beeft van de week nog een ander
feest plaats gehad: een Nederlands«h feest.
Wij: hebben het jubileum gevierd van het Koning
Willemsfonds.
Toen 50 jaar geleden het Regeeringsjubileum van
Kening Willem III gevierd werd, waren de Neder
landers te> Londen verzameld in het Cannon Street
Hotel. Deze feestvierenden besloten om eer: fonds
voor behoeftige Nederlanders te stichten. Aldus ont
stond het Koning Willemfonds.
Dit fonds is velen Nederlanders in Londen ten ze
gen geweest en zal het nog blijven, want dank zij
allerlei giften ter. gelegenheid van het 50-jarig ju
bileum binnengekomen, is de kas met bijna 10.000
Pond versterkt.
Het beheer is in uilstekende handen.
Voorzitter is onze margarinevorst, onze sympa
thieke Mr. Henry van den Bergh, terwijl de heer F.
C. Stoop ondervoorzitter is.
De Lord Mayor had voor de feestviering welwil
lend de Egyptian Hall in he Mansion House afge
staan.
Er waren ruim 150 gasten aan den feestmaaltijd
vereenigd.
Onze gezant, de algemeen beminde en geëerde"
Jhr. Mr. R de Marees van S wind eren. was president
van de tafel.
Tot dè Engelsche gasten behoorde o.a. de welbe
kende oud-Minister Reginald McKenna, de man van
de door mij verleden week besproken McKenna
duties, Lord en Lady Bearsted en de Opperrabijn Dr
Hertz.
Wij hadden de eei mevrouw van Swinderen aan
tafèl te zien en Jhr. Dr. Snouck Hurgronje, secre
taris-generaal van Buitenlandsche Zaken, speciaal
voor deze gelegenheid uit Den Haag overgekomen.
Natuurlijk waren er de leden van het Gezantschap.
De populaire Consul-Generaal, de heer D. J. Steijn-
Parvé en zijn lieve gemalin, mevrouw SteijmParvé,
ontbraken natuurlijk niet aan dezen typisch Hol-
land'schen dischr.
Toen wij onze blikken lieten gaan over de aan
wezigen, voelden wij toch even de beteekenis van
Holland en Hollanders in de Wereld. Holland is
een Wereldrijk. Mannen als Sir Henry Diterding.
Directeur-Generaal van de Koninklijke Nederland-
Naar het Enselsch van 0. N. en A. M. WIÏ.LIAMSON
Bewerkt door W. J. A. HOLDAJJUS Jr.
9.
Beverley bleef een kwartier weg. Toen zij weer
naar binnen vloog, zag zij tot haar verbazing Clo
nog te bed. Maar nauwelijks was de deur dicht, of
het jonge meisje wierp de dekens weg, om te laten
nen, dat zy hoelemaal gekleed was.
i bang. dat de Zuster misschien zou komen
kijkenzetde zij. „Ik behoef alleen mijn hoed maar
op te zetten. Is het in orde?"
„Roger zal gaan", zeide Beverley. „Hij telepho-
S.1T..1111 SS-,? heb he' diner uitgesteld
tot half negen, zoodat hij tijd genoeg heeft om thuis
t®,Ten en chate verkleeden. Hij maakte geen en-
HH !^7;Whir ™de pandenrijgster te gaan halen.
„1 L i met me eens, dat het 't beste
d™ lïdfBta^u!fSC1?P' „aIs dle Ktdaan moest wor
den, zelf te doen. En hij was heel hartelijk. Maar
rn anders- beTtenjr
no^U hïrt w hi6 zijl1"' zeid® C1°- zi>
hadhaaT moolcn witten hoed opgezet en
maakte haar elegant manteltje vast Ik zal eerst
naar Westmorland Hotel gaan; Peterson heeft ge
zegd, dat hij kit tien uur daar blijven zou Ik zal
mMT1rnfi' ik d° 5?pleren op' bet spoor ben,
maar dat hij mij zoo noodig tijd moet covpn fr*t mirt
Hoff telefoneren 'riVu naar het Dietz
llotel teletoneeron. Dat kan ik hier niet zoo veilig
doon. Tegen dten tyd zal OHeiliv wei in dTk^ie?
voor het diner
ontvangen, daar ben ik zeker van en do rrct komt
rnKv1^Mhtbu nratik makery dat ik
koStMs^fd„H SardX aato of Zus tor Lake
zii denkin dat 1 dlch' on alles stü vindt, zal
ril enken, dat ik slaap. Ga naar je man terug.
ïk'hewllT man ■oi(P'n hoa«o wef wwkomS?'
Ie? N^nf dozl tLJ° mS?®l>racht." zcido Bever-
dSnaïtof™ beurs- Er vijftig of zestig
op straat- DadoH*
Mr. Peterson was volgens zijn belofte „thuis".
„U al weer?" bromde hij. „Ik had Mra. Sands
verwacht."
„Ik kom voor de tweede maal uit haar naam,"
zeide Clo. „En hoogstwaarschijnlijk zal ik nog een
derde maal komen om alles in orde te maken. Als
u krijgt wat u hebben wilt, dan zal het u waar
schijnlijk weinig kunnen schelen wie het brengt."
„Dan heeft u het leelü'k mis. Ik heb zaken te
doen met oen vrouw en niet met een kind. Maar
als u wat voor mij hebt
„Ik heb het nog niet," viel Clo hem in de rede.
„Het is nog geen tijd. Maar ik ben op weg naar
de plaats waar het is, en weet hoe ik het krijgen
kan. Het eenige is, dat het na tienen worden kan.
Dat kwam ik u zeggen."
„Spaar uw verdere praatjes maar. Tien uur is de
uiterste termijn. Als zij niet# wil, dat ik op mijn
belofte terugkom, moet zij niet op do hare terug
komen"
Hij Jpok thans meer dan ooit op een fret, dacht
het meisje.
„Mrs. Sands heeft absoluut niets beloofd omtrent
1 tija. Maar wat dat betreft, wy willen ook even
I graag als u, dat do zaak voor tien uur afgeloopen
is Als wij kunnen, zullen wij hot doen. Als wij niet
kunnen, zult u moeten wachten. Nu de zaken zoo
staan, is het in uw voordeel met ons en niet tegen
ons te zijn."
„O ja? Daar ben ik anders nog zoo zeker niet
van. Ik ben er niet zeker van, dat die mooie me
vrouw geen ander spelletje speelt onthaar man
ook. Ik weet nu, dat zij en Robert Sandsln denzelf
den trein gereisd hebben. Ik laat me hangen, als ik
begrijpen kan, waarom zij het doen zou, maar het
is. mogelijk, dat zij samen een complot gesmeed
hebben. Ik kan begrijpen, waarom Sands het zou
willen, ook al zou zij niet willen, en een man Js
sterker dan een vrouw. "Sands werkte in dien tijd
voor John Heron. Dat wil heel wat zeggen"
I „Maar dat wil niet zeggen, dat Mrs. Sands haar
belofte niet zal nakomen. Ik weet, dat zij haai;
woord altijd houdt," hield Clo vol. Zij sprak krach
tig, maar haar gedachten waren elders. Zij waren
geneel vervuld^ mot den naam van John Heron;
Beverley had dien nooit genoemd. Het jonge meisje
kon niet niden in welk verband die stond met
de zaak, die zij thans had kunnen hooren, maar
toch klonk hij haar niet vreemd in de ooren. H^t
gevoel, dat zij bij het hooren ervan gekregen hart.
verwonderde naar. Het was alsof de naam ..Jol i
i
aan den maaltijd ia dik
wijls het eenige oogen.
blik van den dag, dat
het geheele gezin bij
een is. Laat dan dit
moment voor elk zoo
aangenaam mogelijk
zijn door aan ieders
smaak tegemoet te ko
men. Dat bereikt men
volkomen met
Gefabriceerd mat Honig'» MaixcaaT
ders prijzen, want er ia geen land en geen volk dat
zooveel voor de Joden doet.
Ook dit Koning Willem fonds 3teunt in aller
grootst percentage Joodsche Nederlanders te Lonj
den.
Onze Consul-Generaal, geesti* bekwaam en wel
bespraakt, kwam langs leuke oanen óp eon zeer
practische zaak, nl. een verzoek aan den Secretaris-
Generaal v|n Buitenlandsche Zaken om te bevor
deren de reciprociteit van ouderdomspensioen tus-
schen Nederland en Engeland, zooais dat reeds
tusschen Nederland en België bestaat.
Wanneer dje reciprociteit tot stand zou komen,
da,n kan ik mij alweer geheel met tafel redevoerin
gen verzoenen, want dan is er tenminste één ge
weest, met practisch nut voor de ouden van dagen
en aan die gunnen wij graag wat.
Moge deze 50-jarige Nederlandsche vereenfging,
dit Koning Willemronds, nog jaren lang bloeien
en groeien ter eere van Nederland en Oranje en tot
steun der arme Nederlanders in Londen.
sche Petroleumbroimen, zat daar aan die tafel, een
man, die evenals zijne onderneming, g^ne wereld-
reputatie geniet. Laten wij toch niet luisteren naar
al die sloopers, die, uit afgunst of met politieke
doeleinden, gooien met vuil naar de Koninklijke Pe-
troleum-Ma&tschappij en de Nederlanders, die daar
aan verbonden zijn of-waren. Laten wij Hollanders
toch eens- eindelijk breed zijn en niet zoo eeuwig
critisch.
Laten wij dankbaar zijn, dat wij zulke zaken en
zulke mannen bezitten. Ik ben een arme drommel,
maar ik kan zonder eenige jalousie kijken naar die
mannen. Wanneer ik hun iets zou benijden, dan
zou het zijn hun mooien, moeilijken werkkring,
hun verantwoordelijken arbeid, maar.... diet hun
geld.
Ik benijd hen echter niet, doch breng mijn hulde
voor hetgeen zij deden en doen voor Groot-Neder
land en Nedorland's Grootheid.
Dan kan men odk met eere opzien naar de heer
Henry van den 'Bergh en even denken aan het
offer dat hij, door zijne zonen, gébracht heeft op
het altaar van zijn nieuwe vaderland.
Men moet ook trotsch zün op den goeden naam
dien de firma Stoop op ae Londensche effecten
beurs geniet.
Wij zien daar den ifvengen voorganger van de
Nederlandsch Hervormde Gemeente te Londen, Ds.
Baart de la Faille. Wij zien ook den koster dier
kerk. J._ Rus, die tevens ijverig werkzaam is voor
het Koning Willemfonds.
Het is zoo naar dat ik zoo'n hekel heb aan feest
maaltijden, omdat er altijd die ellenlange redevoe
ringen gehouden worden. Natuurlijk krijgt men ook
wel mooie, ook wel geestige redevoeringen te hoo
ren, maarhet gros is lang en vervélend en er 'zijn
er zeker 20 pet. overbodig.
Ik ga dus geen redevoeringen aanhalen, al waren
ditmaal allen de moeite waard, omdat ik dan èn
U èn mijzelf zou vervelen. Ik wil echter even zeg
gen, dat de heer McKenna natuurlijk over de poli
tiek sprak.
Heb ik U onlangs niet verteld, dat een Engelsch-
man, losgelaten op een feestmaaltijd, altijd over
iets spreekt wat hem na aan het hart gaat. McKen
na sprak dan ook over de McKenna-rechtenheel
grappig.
Uit ae rede van onzen Gezant bleek, dat er
ridderorden zouden zijn uitgedeeld, indien
de bestuursleden niet genaturaliseerde Engelschen
waren. Schrik niet, dat is niet omdat onze Konin
gin daarom een orde aan de heeren zou onthouden.
Hoelemaal niet: Hare Majesteit zou heel graag
die heeren decoreeren, doch... de Engelsche wet ver
biedt een Engelsehroan het aanvaarden van een bui
tenlandsche onderscheiding. Het is wel heel jam'
mer. Ik had het den heer van den Bergh zoo
faarne gegund. Hij is echter Engelschman gewer
en evenals de heer Stoop en nu Volgt deze conse-
Ïuentie. De heer Stoop heeft trouwens eene Neder-
andsche ridderorde; waarschijnlijk was die wet
toen nog niet in werkiiig.
De Opperrabijn, Dr. Hetz, noemde Holland het
Heilige Land van Europa.
Wel mag de heer Hertz Holland en de Holl'an-
Binnenlandsch
RIDDERSPELEN.
Er is een tijd geweest, dat er eohte Ridderspelen
in werkelijkheid zijn gehouden.
Ook in ons land.
Zoo naar de geschiedschrijvers vermelden
te Geertruidenberg, Utrecht, 's-Gravenhage en
Haarlem.
Vooral in de stad Haarlem moet Graaf Willem
III in 1307 of 1308 een schitterend steekspel heb
ben doen geven.
Deze spelen waren de groote volksfeesten uit dien
tijd en liepen zelfs niet altijd zonder ongelukken
af. Drie Graven van Holland rijn daarbij in een
tijdperk van een kwarteeuw omgekomen; dit waren
Flores V (1235)zijn broeder Willem (1238) en
Flores de# Voogd (1258).
In het jaar 1179 wera er te Keulen een feest ge
geven door graaf Floris III, waarbij niet minaor
aan 480 Ridders in volle wapenrusting op buni
zware paarden in het strijdperk kwamen en op
de stampvolle tribunes bovonden zich onder het
zeer talrijke gezelschap van toeschouwers 19 vorsten
en 51 graven en 28 baanrotsen.
Drie dagen lang duurde dit wapengevecht.
•Het tournooiveld was afgezet met palisaden,
terwijl stevige slagboomen toegang gaven bot de
eigenlüke kampplaats, het krijt.
Rondom waren zitplaatsen getimmerd, in ver
schillende vakken verdeeld en amphiteathersgewijze
oprijzende.
De Graaf en Gravin zaten in het voornaamste,
hoog verheven gedeelte; prachtig versierd met
schitterende tapijten, met fluweelen en zijden be
kleedsel; overal omgeven van banieren, banderol
len en schilden.
Iets lager waren de zitplaatsen voor de Edel vrou
wen en bejaarde Ridders, voor de Kamprechters
en andere Edelen van verschillenden rang.
Een ontzaglijke menigte van personen, behooren-
de tot het hof van de Graven of de vele kasteelen
der Edelen alsmede van poorters en dorpers uit de
nabii gelegen steden en dorpen was samenge
stroomd.
Schitterend was de intocht van do Ridriers, in
blinkende maliën-kolders gegord, gezeten op snui
vende paardon met prachtige dekkleeden omhan
gen, onder het geschal van pauken, bazuinen on
klaroenen en de aankomst van de Krütbewaarders
(scheidsrechters) met hun lange en de Tournooi-
knechten met hun korte staven.'
Toen het einde van dit driedaagsche feest geko
men was, reed de Gravin van Holland, gekleed in
een zeer kostbaar gewaadgetooid mot paarlën
en edelgesteenten als Keizerin de# stad uit Trtet hon
derden paarden, waaronder sierlijke Engelsche die
ren en 15 vergulde praalwagens, waarop Edelvrou-
wen en Jonkvrouwen zaten.
En toen de beroemde Graaf uittrok was hij ver
gezeld van een stoet van Graven, Ridders en Hee
ren, met hun gevolg, wel 600 in getal.
Geen wonder, dat ons Volk nog steeds belang
stelt in wat ons uit dit riddertijdperk in geschie
denis en litteratuur is behouden gebleven.
Geen .wonder, dat enkele malen geprobeerd is
ook zulk een middeneeuwsch ridderspel in beeld
te brengen en ons als voor eigen oogen te laten
zien.
Hoewel in de laatste jaren de openluchtspelen
zijn toegenomen, heeft men deze ridderspelen nog
weinig herhaald.
Dit komt deels omdat het zeer kostbaar is, de
personen die meedoen, te steken in de schitteren
de Weeding- van dien tijd; deels omdat het uiterst
moeilijk is,# g-oede en ervaren ruiters to
vinden die in ae zware wapenrusting van dien
tijd voldoende lenigheid behouden om een mooi spel'
te geven.
In ons goede vaderland is in de laatste jaren
slechts een enkele maal een t soortgelijk spel voi^
toond; meest in de academiesteden ter gelegen
heid van het een of ander lustrumfeest der stu
denten.
droom een droom, die zij niet vergeten had,
maar die onder andere dingen in haar brein begra
ven was. Het jonge meisje was dadelyk op haar
hoede. Er was slechts één ding, dat zij met span
nende zekerheid wist. In dien begraven droom
waren andere dingen met dien gofluisterden naam i
verbonden: snikkende geluiden als van iemand, die
in het# donker huilt.
„In ieder geval," ging Peterson voort, „er was
een complot en degenen, die daarin betrokken wa
ren, moeten boeten voor hetgeen ik in Chicago
doormaakte, toen ik haar in Chicago gemist heb. I
Dat is één van de redenen, waarom ik hier in I
New-York ben. Als ik diepapieren vóór tien uur,
niet heb, zal ik naar het huis van Sands gaan en
mevrouw te spreken vragen."
„U zoudt Mr. Sands niet thuis vinden," viel het
jonge meisje hem in de rede. „Hij is uit. En waii-
neer hij terugkomt, zal hij waarschijnlijk dadelijk
weer weggaan."
„Zoo, zoo." Zijn persoonlijkheid werd wakker
als die van een zwak nachtdier, dat zich verscholen
houdt. Clo nam hem goed op en trachtte zijn be
doelingen uit te vorschen.
„Het zou beter voor u zijn om naar huis te gaan,
kindje," raadde hü aan. „Wil ik u soms thuis
brengen of
„Ik heb nog een andere boodschap te doen,"
zeide het jonge meisje waardig. Zn was van plan
geweest uit het Westmoreland Hotel naar het Dietz
Hotel te telefoneeren, om te vragen of Justin
O'Reilly thuis was; maar thans besloot zij dat niet
te doon. Beter wat tijd te verliezen dan dat Peter
son hoorde, dat zij naar O'Reilly vroeg-. In J>laats
van te wachten om te telophoneeren, liep zij naar
de deur en vroeg een jongen in hotellivrei een taxi
voor haar te halen.
„Als het frettengezicht probeert mij te volgen,
zal ik hem een aardige poets bakken," dacht zij.
Maar het frettengezicht scheen haar gedachten te
radon.
„Tot straks," zeide hij. „Ik heb nog ^een boel
werk te doen. dat mij tot tegen .tien uur in beslag
nemen zal. Daarna zal het mij aangendém zijn
bezoeken te ontvangen.'
Hij draaide zich om en hinkte naar de lift. "Vóór
de taxi er was, was hü reeds naar hoogere rogionm
gebracht.
„Zoo, dat is in orde," mompelde Clo tegen zich
zelf, terwül hü naar h#*t Diotz Hotel roed^ Toch
vroeg zi? zich af. terwijl zij die woorden zeide. óf
persoonlij kheid zoo veranderd, -toen hü hoorde, dat
Sands (oien hü volgens zijn eigen woorden wilde
spreken) dien avona niet thuis zou zü'n. Moest zij
Beverley telefoneeren en haar waarschuwen op
haar hoede te zün? Ja, zü zou uit het Dietzhoteüt
I telefoneeren, terwijl .rij wachtte om O'Reilly te
spreken. Het Zou veilig zün, omdat Roger tegen
dien tü'd ver weg wezen zou.
HOOFDSTUK. X.
Justin O'Reilly had een paar eenvoudige appar
tementen in het weelderige Diet» Hotel. Zü grens
den aan de weelderige vertrekken van Mr. en Mrs.
John Heron en bestonden uit een kleine zitkamer
een slaap- en een badkamer. IIwas juist met zü'n
das bezig, toen de telefoon ging. TIü greep den
hoorn als was het een slang, die gewurgd" moest
worden, en riep norsch: Allo'
„Een dame om u to spreken," antwoordde een
stem.
„U hebt toch, hoop ik, niet gezegd, dat ik thnis
ben? Een mooi iets voor een goed hotel, vaa
neer
„Neen, maar zü zegt, dat het belangrijk is. Zü
is Miss O'Reilly."
Miss O'Reilly De man van dien naam was verbas
terd. De eenige Miss O'Reilly, die, voor zoover hü
wist, hem een bezoek brengen kon, was de laat
ste vrouw, van wien hü dat verwachtte. Hü-
was voornamelük in de hoop haar te zullen spro-
kon, naar New-York gekomen. Zü had geweigerd]
hem te ontvangen.
„Zeg haar, dat ik binnen drie minuten boneden
zal zyn," antwoordde hü.
„Zü Heeft liever, dat u niet beneden komt. Zü
zegt, dat zü belangrijk nieuws voor u heeft, en
vraagt, of u haar in uw eigen kamer ontvangen;
wilt.
„Goed" OTtei.lly probeerde kalm te antwoorden.
„Laat de dame boven brengen"
Hij ging naar zijn slaapkamer terug, om nog
maals met zijn das te worstelen. Hij moest miss
O'Reilly aan de deur ontvangen en hij had zijn
jas en zijn vest nog aan te trekken. Doch dat ging
nog wel. Zijn appartementen lagen op de vijftien
de verdieping en een oude dame als Miss O'Reilly
had zeker nog wel een minuut, noodig om van de
lift naar zijn kamer te loopen. Terwijl hij alles in
derhaast aanschoot, trachtte hij te bedenken wat
eiin. Het had er