DERDE BLAD. Leijerpolder. FEUILLETON. VROUWENLIST. Ageiit voor Üctiiiyoo: Firma A, J. PMNÜ. Ameriikaniana. Zaterdag 14 Juni 1924. 67ste Jaargang. No. 7450. Vergadering van stemgerechtigde Ingelanden van den Leijerpolder. gehouden bij den heer A. Mijts, aan het Verlaat, op Woensdagavond 11 Juni 1924, des avonds 7 uur (oude tijd). Aanwezig ongeveer 30 Ingelanden, te zamen, (waar sommigen hunner één of meer stemmen hebben door vertegenwoordiging van een of andere instel ling of van een particulier) uitbrengende bijna 00 stemmen. Mede aanwezig het bestuur van dezen polder, n.1. voorzitter de heer Jn. Ligthart, Molenrneesters de heeren H. Wit en A. Molenaar, verder de heer Boom uit Heemstede, ingenieur P.E.N., de heer Beezeveld uit Haarlem, ingenieur Prov. Waterstaat, de heer Pijper van Hoorn van de aldaar gevestigde firma Scholten en Pijper, de heer J. Wit, voorzitter Wes- terkamperpolder, als gast en de heer F. C. Jong, secretaris-penningmeester van den Leijerpolder. De voorzitter opent de vergadering met tot allen een hartelijk welkomstwoord te richten en zijn ge noegen ujt te spreken dat zoovelon aanwezig zijn. Ook de heeren Boom, Beezeveld en Pijper worden door voorzitter welkom geheeten in ons midden, ter wijl spr. hoopt., dat de besprekingen tot bloei van den polder zullen bijdragen. De notulen van 15 Juni 1923 worden gelezen en goedgekeurd. Do commissie van onderzoek der rekening doet bij monde van den heer Helder rapport dat tot goedkeu ring wordt geadviseerd, daar alles in orde werd be vonden. De rekening wordt daama goedgekeurd. A&bieding begrooting voor 192-4. in ontvangst en uitgaaf bedragen f 4892.90met_J 463.15/4 onvoor zien. Voor den molen-timmerman is geraamd f500, terwijl de kosten zijn geraamd op f 16 per HA. Ba tig 9aldo vorig jaar was f 811.68*5. Na toelichting wordt de begrooting goedgekeurd. Punt 4: Machtiging aan het Bestuur tot uitvoering der voorgenomen werken, behoudens wijzigingen. Wordt aangehouden tot straks. Punt 5. Rapporten: a. van J. Smit Pz. te Lutjewinkel, inzake af doend herstel van den molen, geraamd op f1880,* aldus f1350 hooger dan begroot is geworden, wat bij aanneming zal beteekenen een lastenvorhooging van circa f 5 por H.A. Voorzitter zegt, dat de heer J. Smit, ondervraagd geworden naar kosten reparatie molen, onderzoek deed en meehde dat die wel gerepareerd kon. Hij diende toen rapport daarover in. De vergadering kan zich met het rapport vereeni gen. Rapport b. van de N.V. Electro-technisch bureau Schol-toni en Pijper te Hoorn voor een vijzelinstal latie én nieuwe waterloop naast het motorgebouw tje, dus geheel aan te sluiten op den motor, com pleet f2730., bijkomend grond-, schoeiing-, timmer en betonwerk f1135, totaal f3865. Na eenige toelichting door den heer Pijper uit Hoorn, kan de vergadering zich met het rapport vereenigen. Rapport c, inzake gecombineerde clectrische be maling met de polders O.-Kampen en W—Kampen en onderlinge verbinding, toe te lichten door den heer Boem uit Heemstede, ingenieur van hot P.E.N., waarbij de kosten met inachtneming der reeds aan genomen plannen in de polders O.-Kampen en. W.- Karnjjen. 1. Bemalingskosten en - kapitaal lasten f5.31 per HA. 2. Kosten kunstwerken en hoofdvaarten f3.18 per HA. 3. Schoeiingswerk, bunders-bundersgewijze met de beide andere i>olders (O.- en W.-Kampen) begroot naar den stand, de? laatste 10 jaren f4.22 per HA.; hier komt bij: 4. huishoudelijke kosten per H.A. f2. 5. uitwateringen zooals deze thans zijn per HA. f3.—. Ingenieur Boom vaja het P.E.N. geeft toelichting. (Dit rapport'met toelichting is door ons reeds weer gegeven in verslag Westerkamperpolderv'ergadering van 28 Mei j.1.). Op een na het einde van het rapport en toelich ting gestelde vraag van den heer P. Pijper uit Nieuwe Niedorp over onderlinge verschillen van wa terstand der 3 betrokken polders, geeft do secretaris toelichting, waaruit als resultaat van door wijlen P. Smit (Lutjewinkel) ten deze indertijd gedaan on derzoek blijkt, dat W.-Kampen ligt 1.69 M. beneden A.P. bij zomerpeil, O.-Kampen 1.66 M. beneden A.P. zomerpeil en Leijerpolder 1.68 M. beneden AJPzo merpeil W.-Kampen is dus 't diepst gelegen. De heer Biezeveld vindt de verschillen zeer gering, zoodat men kan zeggen, dat de polders practisch eigenlijk gelijk liggen. Vanwege den Waterstaat is trouwens onderzoek gedaan en bleken P. Smit'e op metingen juist te'zijn geweest. De heer P. Pijper heeft in opname van den Wa terstaat meer vertrouwen dan in die van zoo'n tim merman. De heer F. Kooij uit bezwaar dat de Leijerpolder 't meeste in de kosten zal hebben te betalen. Voorzitter geeft eenige toelichting hoe dat koüat. De W-Kampen zei met hun nog goeden molen meer bedrijfszekerheid te hebben als de Leijen. waar de molen niet in goeden staat is. Maa£ voorzitter méént dat wij dezelfde bedrijfszekerheid als W.-Ivampen zullen hebben indien wij onzen molen deugdelijk in orde laten maken, waarover J. Smit rapport indiende. De heer Jn. Bakker komt in eene beschouwing ten slotte tot de conclusie, dat het o.a. een gunstige om- j standigheid voor ons is, dat bij den nieuwen toe- I stand bij electr. bemaling de lasten bij ons in den Leijerpolder eigenlijk het minste rijzen, ondanks allo hier aangegeven plannen en mede met het oog daar op gevoelt spr. er wel voor. W.-Kampen b.v. zou rij zen in lasten f3.29 per HA.; O.-Kampen-f 1.66 per H.A.; Leijerpolder slechts f0.46 per H.A. Voorzitter zegt nog dat de aangegeven lastenbe- rekeningen zijn genomen naar de lasten in de laat ste 5 jaren (en ze waren hoog in dat tijdvak). De secretaris licht toe dat hij het niet eens is met. oorzitter dat. we bij' reparatie van onzen molen de zelfde bedrijfszekerheid als W.-Kampen zouden heb ben. De W.-Kampen heeft f2200 voor 2 nieuwe roeden betaald, die ruim 60 jaren mee kunnen. De onze zitten reeds 60 jaren volgens notulen en zullen dus spoedig nieuwe noodig zijn. Door den heer P. Groot en anderen wordt bestre den dat onze roeden 60 jaar zitten, zoolang is het niet, betoogen zij Secretaris: Dan zouden de notulen van dien tijd onjuist moeten zijn. Do secretaris zegt voorts dat rapport over de tegenwoordige machine die we be halve den molen voor bemaling hebben, wel goed ware geweest, doch rapport daarover is door ons niet aan fa. Scholten en Pijper gevraagd. Spr. vindt riskant om onze machine (een 2e handskracht) voor nieuwe bemaling te benutten. In vergadering kroos- schouw j.1. herfst, is reeds besproken dat de tegen woordige bemaling die wij hebnen (watermolen en een Vlastone petroleummotor) niet voldoende is en wij een beter afdoende bomalingsinrichting moeten hebben. Bij electr. bemaling zou waterloozing niet meer zooals nu in de Mient (van de Kogge-Strijk molens) gebeuren, doch wel in Raaxmaatsboezein. De lage landen in de Weel raken te laat het water kwijt. Op ons aan Ged. Staten over een en ander ge richt schrijven, kregen wij antwoord. Daarin was bezwaar tegen loozing op Raaxmaat, die n.1. al te veel water heeft uit te malen om die loozing van ons te kunnen hebben. In overleg met O.- en W.- Kamperpolderbesturen zijn we tot een compromis ge komen, om bundersbundersge wijze gezamenlijk de zaak te bekostigen. Overwogen werd tenslotte dat W.-Kampen 1/7 deel in de kosten zou bijdragen. Onze schuld zou f20.000 worden, zei een bestuurslid. Wij hebben het berekend cn kwamen tot ruim f 17000 dat onze schuld zou worden, f2.96 per H.A. zouden wij door gezamenlijke bedijking der 3 polders uitwinnen (is over onze 252 H.A. in Leijerpolder) f627. Voor van 'tjaar is hij ons f1250 begroot voor kade- en schoeiingwerk, bij' W.-Kampen echter nog geen f300. Bij gezamenlijk onderhoud: van dijken zou W.-Kam pen per H.A. daarentegen fl.98 en. O.-Kampen f0.52 per H.A. vermeerdering van dijkonderhoudskosten hebben. Komt de combinatie niet tot stand, dan ko men wij niet meer in deze gunstige conditie voor schoeiingwerk, enz. W.- en O.-Kampen zullen als combinatie niet tot stand kwam, zeggen: we hebben u de kans-gegeven, u wilde niet. De, Waterstaat, zal dan zeggen: U hebt er niet aan gewild en wij laten liever ieder baas in eigen huis. Wij kunnen ons be ter met de heide andere polders combineeren. De heer P. Groot dacht dat electr. bemaling zeer duur is. De Hoogwouder meelmolen heeft er al wat anders voor in plaats. De Braak (onder Obdam) ook. En meerderen. De heer Boom geeft dienaangaande eenige toelich ting, dat het eene o.a. niet altijd: met het andere te vergelijken is. Hoogwoud en andere -gevallen b.v. daar is de electr. betrokken van gemeentelijk be drijf tegen K.W.U.-prijs van mogelijk wel om streeks 20 cent. Bij ons geval hier zal die hoogstens ruim 7 cent zijn en laagstens ruim 5 cent per KAV.U. 'n Heel verschil. Ook heeft meerdere of mindere stroomafname invloed op den prijs. Ook is van in vloed welke installatié men plaatst. Er hangt ook Naar het Enqeisch van C. N. en A. M. WILLJAMSON Bewerkt door W. J. A ROLDANUS Jr. 15. Beverley, die hij het bed gestaan had, liet er zich nu op lieervallon en staarde récht voor zich uit. „Hij wist het", zeide zij langzaam. „En en hij is een paar minuten alleen met de parelen in het boudoir geweest. Je moot weten, dat zuster Lake thuis kwam. Zij was boos, omdat jij uit was. Ik trachtte haar te kalmeeren, maar hot lukte mc niet. Zij is op staanden voet vertrokken. O'Reilly was in mijn boudoir. Jo hebt gelijk, Clo! Ilij heeft do pa relen meegenomen." liet jonge meisje had dit ook gezegd; maar toen de woorden door andere lippen dan de hare her haald worden, gaf het haar een schrik. O'Reilly's gelaat rees voor haar oogen op. „Ik geloof niet, dat hij ze meegenomen heeft." hoorde zij zich tot haar eigen verbazing uitroepen. „En je hebt het zelf gezegd!" zeide Beverley. „Dat weet ik wel", erkende het jonge meisje. „Het denkbeeld kwam in mij op. Maar het kan niet waar zijn. Wat hij ook zijn mag, daartoe acht ik hem niet in staat!", „Woedend op jou, op ons alle twee is hij wegge gaan A zeide Beverley. „Hij moet de parelen gesto len hebben. Hij had er een krachtig motief voor: vat op ons te krijgen, om ons te dwingen de papie ren terug te geven". „Als we ze tenminste hebben!" Beverley sprong op. „Ik verlies er mijn hoofd bij!" jammerde zij. „Er zijn te veel dingen tegen mij. Ik kan ze met allemaal tegelijk het hoofd bieden. Ik moet naar het boudoir terug om de enveloppe te halen, wat er ook gebeuren mogé". „Wat moet ik doen?" vroeg Clo. Beverley had de deur reeds geopend. „Als ik binnen vijf minuten niet terug hen, zal dat een teeken zijn, dat jij bij moet komen." Toen de deur achter haar Engel dichtgevallen was, voelde Clo, dat de vijf minuten respijt haar goed zouden doen. Zij lag languit op haar rug als een figuur op een marineren graftombe; maar toch kon zij niet rusten door het denken aan O'Reilly. Zijn oogen schenen in de hare te kijken, en al deed zij de hare dicht, dan kon zij daardoor toch zijn beeld niet uitsluiten. Toen zij dacht, dat de vijf minuten om waren, liet zij zich moe van het bed glijden. „Ik moet. naar 'Engel gaan", zeide zij halfluid. Maar zij stond nog niet, toen Beverley, zonder te .kleppen, de deur open gooide. Onmiddellijk begreep Clo, dat er een nieuw en nog erger ongeluk gebeurd was. „Nou is het 't einde. Nou geef ik het op!" hijg de Beverley. „Na de parelen is de enveloppe ver- dwenen. En ik had het' ding nog niet eens open- jgemaakt. Ik weet fiiet wat erin zat". „Verdwenen! De enveloppe weg! Weg van waar?" „Van de tafel-in het boudoir", antwoordde Be- j verley. „Ik had haar daar neergelegd, toen Miss Blackbume me van de parelen vertelde. Het. ding lag er nog, toen ik naar jou toeging. Miss Black burne is niet uit de kamer geweest. Zij heeft de enveloppo zelfs niet gezien. Ik. heb overal gezocht maar zij is er niet. HOOFDSTUK XVHT. Alle inspanning van Clo voor niets. Zij had voor niets bedrogen, gestolen, haar leven gewaagd1: de enveloppe was weg. „Je kan niet overal gekeken hebben", hield zij vol. „Het ding moet ergens gevallen zijn tenzij Miss Blackburnemaar neen, die is veel te eer lijk!" „Ik weet zeker, dat je gelijk hebt; zij is goed en eerlijk. Maar -... zij zegt. dat er niemand in do ka mer geweest is, terwijl zij er zatik heb hot haar gevraagd. Anders zou ik misschien gedacht heb ben, dat Rog Zij hield1 op. „Ik wou je onder vier oogen spreken", begon Engel weer, „daarom ben ik teruggekomen. Je hebt vandaag al zooveel prachtige dingen gedaan, dat ik heelemaal op jou vertrouw. Als er iets te doen was, zou jij de eenige zijn om het te doen. Maar er is niets te doen wel? Ik zie geen enkel lichtpuntje, jij*?" „Laat ik beginnen met je te helpen zoeken naar de enveloppe", zeide Clo. „Ga clan mee", zeide Beverley mot een toonlooze stem. Samen gingen zij naar Beverley's boudoir, waar Clo en Miss Blackburne elkaar eerst begroet ten. Clo was juistt naar de verloren «nveloppe gaan veel af van het nuttig effect dat men verkrijgt 52 M3. waterverzet, 1,45 M. opvoerhoogts en 26 KAV.U. stroomverbruik dat zijn 3 dingen die leverancier moet garandeeren. De Schager polder, de polder Wierin- gerwaard. een polder in Zijpe, en Beemsterpolder zij allen zullen electrisch gaan draaien, licht de heer Boom verder nog toe. De heer Biezeveld, ingenieur Prov. Waterstaat, licht daarna den techniseben kant van de zaak toe en' komt tot de conclusie, dat combinatie der 3 polders het meest, aanbevelingswaardig is en de meeste kans van sdagen biedt. Als de besturen der 3 polders het er over eens zijn, gaat het op rolletjes. Als Leijerpolder alleen de combinatie verzocht zou deze niet tot stand komen, denkt spr.. verzoek door de besturen gemeenschappelijk is beter om te slagen. De heer Pijper uit Hoorn geeft nog eenige toelich ting aangaande het vereischte slootwerk. De secretaris licht toe, dat bij de gecomb. electr. bemaling de kapitaalslasten (is rente en aflossing) voor Leije/rpolder zullen zijn f2.12 per HA. (gedu rende 30 jaar; grond- en kunstwerk (gedurende 40 jaar) f3.18 per HA.; directe bemalingskosten f3.18 per H.A.; schoeiingswerk (was in laatste 10 jaren (bundersbundersgewijze gelijk met de beide andere polders) f4.22 per H.A. in elk der 3 polders, Uitwa- teringskosten van strijkmolens zooals deze thans zijn f 3.per H.A (verlaging daarvan is niet. waarschijn lijk, verhooging wel waarschijnlijk). Huishoudelijke j kosten geraamd op f2.per HA. Aflossing bestaan- j de schuld: nog 2 jaar lang per HA. f2.20, nog 1 jaar per ILA. f 2, en nog 9 jaar per H.A. f 1—, voor 1 bestaande oude schuld van totaal f3850 (is gedurende 12 jaar ongeveer f 1.50 per HA. gemiddeld af te los sen. Volgens den heer Pijper zal f3 per. H.A. voordeel verkregen worden als de motor gebezigd wordt. Trekken we hier af f2.49 per HA. voordeel ten aan zien van het schoeiingwerk, bij electT. bemaling, dan zou 51 ct. per HA., zeg rond 50 ct. verschil in voor deel overblijven. Is 't voor 50 cents meer de moeite om electr. bemaling to doen of wenscht men voor 50 cents minder de bestaande bemaling te behouden. Dat is te overwegen. Volgt nog eenige toelichting over den vereischten waterafvoer door den heer Biezeveld, die aangeeft dat de toevoercapaciteit der slooten in evenredigheid j met capaciteit van bemaling moet zijn. Nadat voorzitter gewezen heeft op de zooeven ge- noemde 51 cents verschil in voordeel hij gecombi neerde electr. bemaling of motort>emaling, volgt stemming over het id"ée gecombineerde electrische bemaling dat met 31 voor en 24 tegen wordt aange nomen. Voorzitter: Dus daartoe is besloten. Voorzitter stélt punt 4 nu aan de orde, dat luidt: Machtiging aan het bestuur tot uitvoering der voor genomen werken behoudens wijzigingen. Besproken werdt dat de toestand, van den molen niet best is, waardoor er slechts zeer voorzichtig mee gemalen kan worden. De andere polders zouden wel bema- lingshssistentie kunnen geven, maar de vraag is dan neg of het water voldoende gauw weg raakt. Het bestuur wordt gemachtigd om met voorlichting van deskundige zijde de noodige werken op de meest doeltreffende wijze tot uitvoering te brengen. Bij de rondvraag komen nog enkele kleine zaken ter sprake, die zullen worden gedaan. De secretaris deelde nog mede dat omdat de ver gadering zulk een aangenaam verloop heeft, het be stuur besloot^ dat de aanwezige ingelanden elk 2 ge- lagjes vrij zullen hebben voor rekening der polders. Voorzitter dankt allen voor opkomst en medewer king tot prettig vergaderen en voor genomen beslui ten en .hoopt dat deze tot bloei van onzen polder zullen mogen strekken. (Applaus.) Hierna sluiting. in. Toen ik mijn vorig artikel eindigde, schreef ik, dat het Amerikaansche idealisme altijd naar bankpapier rook. Ik zou nu mijne lezeressen en lezers, zoowel als mijzelf te kort doen indien ik daar niet nog eens iets meer van vertelde. Want u zult wellicht denken, dat het Drankverbod (Prohibition) tenminste een zuiver idealisme is. Ik moet u teleurstellen. Achter die heele beweging zit grootendeels winstbejag. K Aanvankelijk niet. Aanvankelijk was de „Vollstead Act", zoo heet de Drankverbodwet, met zeer goede bedoelingen ge maakt. Gedurende den oorlog luisterde men onwillekeu rig graag naar de drankbestrijders, die hoofdzakelijk uit aanhangers der streng orthodoxe calvinistische kerken voortkwamen. Vóór den oorlog had men minder geluisterd naar de drankbestrijders die eene vereeniging gevormd hadden, de „Anti Saloon Leage". Een Saloon is eene tapperij en slijterij. Gedurende den oorlog liep het publiek warm voor alcoholbestrijding en wilden als tijdelijke maatregel wel een wet zien gemaakt, die het alcohol verbruik beperkte. Of dat zelfde publiek zoo. warm zou gelóopen zijn indien het de permanente gevolgen van hun idealis me hadden kunnen voorzien, betwijfel ik ten sterk ste. Wat toch is het geval. Niet zoodra was Amerika zoogenaamd droog of de smalle gemeente begon er belang bij te krijgen, dat die toestand bestendigd werd. Zoodra er een ver bod gemaakt wordt, zijn de overtreders geschapen. De wet zelf werkte de overtreding in de hand door we 1 het f a br.i ceere-n en verkoopen, doch niet het drinken van bedwelmende dranken te ver bieden. Zoodat de drinkers hieven en het aantal op drank belusten zelfs nog toenam en buitendien een geheel nieuw bedrijf ontstond: drank maken hu het geheim en drank smokkelen. De smalle gemeente zag hier een reusachtigen kans om een slag te slaan. Er ontstond een bepaald bedrijf: „bootlegging" en daar dit smokkelbedrijf groote winsten afwerpt, werd het een vitaal belang voor de heeren bootleggers dat de Prohibition gehandhaafd blijft. De Anti Saloon Leage, de Drankbestrijders, krij gen dus steun van de Bootleggers, de Dranksmok kelaars. Wat een miserabele vertooping. Trouwens ik weet niet wie de groote zondaren zijn: de Boot- leggers of de Anti Saloon Leaguers. Do leider van den Bond, eeri'zekere William Anderson, bleek een aarts- hyponiet te zijn, die een paar maanden geleden we gens valschheid in geschrifte en verduistering de bak is ingedraaid en door zijn Leaguers als held en mar telaar verheerlijkt wordt. Do Droogleggers schrikten nu wel terug om hun heilige Prohibition te behouden en daar dit inmid dels eene politieke quaestie geworden is, houden zij er een kaartsysteem op na teneinde door middel van politieke chantage hun doel: „uitersie doordrijving der Prohibition" te bereiken. Maar het drinken van alcohol verbieden, die eenig mogelijke conse quentie van hun draven, durven zij niet aan. Het zijn treurige figuren, die Droogleggers. De Bootleggers, de smokkelaren, riskeeren ten minste nog iets, altijd geld, veelal hun vrijheid, somtijds hun leven. Er wordt ontzaggelijk gesmokkeld en tegen de wet gezondigd. Het aantal overtredingen door do Rechtbanken behandeld sedert de wet werkt, loopt in de honderdduizend. Nog wel honderdduizend ge vallen wachten op berechting. Uit allerlei blijkt, dat men de wet overtreedt en ik heb reeds vroeger ge schreven dat het drankgebruik en drankmisbruik in Amerika is toegenomen op eene wijze, die een gewoon burger doen griezelen. Het is weerzinwekkend te bemerken, hoe de jon gere generatie der Amerikanen door dit Drankver bod bedorven wordt: door drankmisbruik, lichame lijk en moreel. Men ziet weer waar die uiterst calvi nistische dweepers de maatschappij h'eensturen. Te genover het drijven der dweepers wordt echter front gemaakt Allereerst door den Rector Magnificus van de Co- lumbia Universiteit te New-York. Deze, de heer Dr. Nicholas Murray Butler, een der voornaamste Republikeinen. Professor Butler heeft eene redevoe ring gehouden en daarbij gezegd dat door de wet het Staatsgezag ondermijnd, de persoonlijke vrijheid aan getast en het moreel der natie besmet, wordt. Zoo staat de quaestie van het Alcoholverbod mid den tusschen de a.s. Republikeinsche Conventie. Doch ook in de Democratische Conventie zal de Prohibition-quaestie behandeld worden. De door wijlen Boris Murphy naar voren geschoven candidaat, de heer Alfred Smith, Governor of New- York State, is tegen Prohibition. Governor Smith heeft n.1. een poos geleden geweigerd om zijn veto te geven, nadat de senaat van den Staat New-York geweigerd had het z.g.n. 18e amendement in den, Staat New York in te voeren. Do heer Smith stond klaarblijkelijk op hetzelfde standpunt als zijn Par lement n.1. dat dit door Washington voor geheel Amerika aangenomen amendement niet de afzonder lijke staten tegen hun wil kan dwingen. Governor Smith is Roomsch en staat dus toch al niet best aangeschreven bij de fijne calvinisten, nu kunt go begrijpen hoe zij hem tegenwerken nu hij aan hun heilig huisje, het „toegespitste Drankverbod" 1 dorst raken. Eigenlijk dit vertelde mij onlangs een onzer consulaire ambtenaren uit Amerika zou bij oen referendum het Drankverbod zeker weer opgeheven j worden. I Maar er komt geen referendum en de politici -zijn veel te bang voor de machten, die achter de drank wet zitten: anti saloon leaguers, vakvereenigingslei- jders, enz., allerlei lui, dié in do politiek intrigueeren, i dus waarvoor de afgevaardigden als' de dood zoo bang zijn. Want de afgevaardigden willen herkozen worden en als zij de meeste kans hebben om her kozen te worden door vast te houden aan Prohi- bition, dan doen zij dat, al gaat Amerika, de Ame rikaansche staatsorde en bevolking daarmede ook naar den afgrond. Eerst de politiek. Want de leiders der arbeiders, die tegen opheffing van het drankverbod zijn, zullen zich waremnol niet hun whisky behoeven te ontzeggen. Daar zijn im mers de bootleggers. Maar ook do heeren politici lijden heelemaal niet onder het Drankverbod. Ik had juist al zoo jammer gevonden, dat die oude mop als men trek in een borrel had, niet meer opging van: „Wat zei de Gou verneur van North Carolina tegen den Gouverneur vuu South Carolina? Laat ons een borrel vatten! Dat zat zoo: Jaren geleden was er tusschen dio twee staten een geschil over de grenzen. De heeren trokken naar Washington om recht te halen. Iedo- ren dag gingen zij naar het Kapitool en wachtten tot zoeken, toen Roger Sands langzaam langs de half muis ,zij had vandaag geprobeerd het net door te open deur kwam. t Beverley had die op een kier knagen! Zij had een klein gaatje geknaagd, inaar laten staan, niet ómdat zij hem wilde roepen (na zelfs nog vóór de gevangene worstelen kon om zich de verdwijning der parelen was dat verlangen ver- te bevrijden, 'was het gat weer dicht gegaan. Toch dwenen), maar om te zien, dat hij uitging. Zij was de muis bereid opnieuw te beginnen. Het was stond met haar rug naar do deur op dat oogenblik. een dappere, vermetele muis! Om de een of andere maar aan den muur tegenover hing een lange spie- vreemde reden stelde zij al haar hoop op Clo. gel. Door het kleine gilletje, dat Engel gaf, vermoed- Gedurende haar afwezigheid had het jonge meisje de Clo, dat zij zijn spiegelbeeld gezien had. Hij keer- het boudoir'geheel doorzocht. Haar scherpe oogen de zich om en kwam terug. hadden geen scheur overgeslagen, groot genoeg om „Stel je voor. dat hij vraagt de parelen te zien!" een speld te verbergen, om niet te spreken van dacht Clo. Haar blik ontmoette dien van Beverley een parelsnoer of een groote caWloppe met vijf roo- en zij las er denzelfden angst in. de lakken. Zoowel de parelen als de enveloppe „En wat zegt. u van de snuisterijen?" vroeg hij moesten gestolen zijn. Waren er twee dieven of onverschillig aan Miss Blackburne. slechts één? De twee jonge vrouwen hielden haar adem in. Na Roger's vertrek en Beverley's terugkeer kon- Zou de parelenrijgster allesr verraden? den de drie vrouwemvrijuit spreken, vooral na Mrs. Maar Miss Blackburne, zichzelf trouw blijvend, Sands' verklaring tegen den buttler, dat hij bij was de discretie in persoon. het diner niet behoefde rond te dienen. „Ik heb de parelen nog niet goed genoeg bekeken, Miss Blackburne herhaalde, dat zij niets van de om mij al een oordeel te kunnen vormen", antwoord- enveloppe wist. Zij had aan niets anders gedacht de zij, „maar mijn indruk is, dat het buitengewone dan aan de parelen. Het verdwijnen daarvan bracht steonen zijn." haar in een zeer moeilijke positie, tenzij Mrs. Sands „rk ben blij, dat uw indruk goed is" zeide Ro- haar man en de politie onmiddellijk met het ge- ger. En zich dan tot zijn vrouw wendend: „Mis- beurde in kennis stelde. schien kom ik pas laat terug. Wacht maar niet op „Ik zag aan uw gezicht, dat u liever niet wilde, me. Goeden avond". dat ik iets zeide, toen uw man binnen kwam", zeide Beverley volgde hem in den hall. zij tegen Beverley. „Daarom heb ik er omheen ge- Roger!" riep zij op smeekenden toon. „Je doet praat zonder te liegen. Ik vermoedde, dat u zelf me een vreeselljk onrecht aan. Ik kan het niet uit- hem het nieuws wilde medadeelen. Dat hebt u nu houden". zeker gedaan? Hij zal de politie wol sturen of een „Wat bedoel je?" vroeg hij. particulieren detective om nog verhooren af te ne- „Je kunt het niet weten van Justin O'Reilly", men. terwijl ik hier ben?" M zeide zij. „Je denkt, dat ik ,Jk wil ze zoo gauw mogelijk terug hebben ant- „Heb ik je van iets beschuldigd?" vroeg hij, ter- woordde Beverley. „Maar ik#heb het mijn man wijl hij zijn wenkbrauwen samentrok. nog niet verteld en we kunnen de politie er met in „Neen, maar mengen en ook geen detectivo. Dat zal u wel onbe- „Je phantasie schijnt zelfs nog levendiger te zijn grijpelijk toeschijnen, Miss Blackburne, maar ik be- dan je geweten gevoelig is. beste kind. Wat heb loof u, dat u er niet onder zult lijden. Ik geloof, je gedaan, dat ik je beschuldigen zou?" dat ik weet wie de parelen gestolen heeft. Als ik „rk heb niets gedaan. Roger. dat jij me daarin niet vergis, dan is hier niet bepaald „Dan is het in orde. Waarom je muizenissen in sprake van diefstal Misschien kan ik ze. als ik het je hoofd halen? Ik moet me haasten, anders kom handig aanleg, terugkrijgen. Waartoe zou het die- ik te laat voor mijn afspraak. Goeden avond. En nen mijn man lastig te vallen, wanneer over een slaap lekker!" of twee {lagen alles weer in orde kan zijn?" Roger liep. zonder om te kijken, naar de deur. „Hum", prevelde Miss Blackbume. „Ik geloof, dat Beverley gevoelde, dat zij gevangen was in de ma- u u vergist, Mrs. Sands. Ik heb zoo'n gevoel dat zen van een groot net. Mr. Sands vermoedens heeft". Wat had Clo dien dag ook weer gezegd? „Er was „Dat de parelen weg zijn? Hoe zou dat kunnen? eens een muis, die aan een net knaagdeArme riep Beverley uit.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 13