llltlttl NitlfS-
NI li SPAARDER 4 Co.,
GRATIS.
DE LANGE&DE MORAAZ, Alkmaar
„De Vrije Gedachte" in verband
met geestelijke zaken in gevaar!
Zaterdag 14 Juni 1924.
67ste Jaargang. No. 7450.
Uliyevers i N.V, v.h. TRAPMAN Co., Scbagen
EERSTE BLAD.
Nieuwe Abonné's
voor de Schager Courant ont
vangen de tot 1 JULI nog
verschijnende nummers
llit bet hart Yan Holland.
CRE DIETEN.
Gemengd Nieuws.
SCHA
Dit blad verschijnt viermaal per week: Din%dag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tonliön nog zooveel mogelijk in hot eorstuitkornend nummer geplaatst.
Prijs por 8 maandon fl.05. Losse nummoro 0 cont. ADVERTKN-
TIöN van 1 tot 5 regels fl.10, iodoro cogol moor 20 cent (bowijsno»
POSTREKEN1NO No. 233?0. INT. TELEP no. 20 inbegrepen). Groote lotton worden naar plaatsruimte bare ka ad.
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN.
Nederland heeft een groot verlies geleden door het
overlijden van Lobman.
Hij was een der weinigen uit den grooten parle
mentairen tijd, die nog dagelijks deelnam aan bet
openbare leven.
Hl) en yan Houten.
Twee tegenstanders, die toch zooveel punten van
overeenkomst bieden al was het slechts in allure.
Doch waar Van Houten zich eenmaal een ideaal
had gesteld, dat onwrikbaar vast stond, zoodat hij
zich door den tijd zag inhalen en wat eertijds rood-
radicaal had geleken, ten slotte als gewoon, als con
servatief, als reactionair zelfs moest hooren betite
len, was Lohman slechts vasthoudend op één punt,
zijn geloof en breidde hij zijn wenschen voor het
volkswelzijn gestadig verder uit.
Van Houten wist wat hij wilde hereiken en wei
gerde verder te gaan.
Lohman ging, in zijn eigen lijn, stap voor stap
verder.
Dit 19 wel het opvallendst verschil tusschen deze
twee groote parlementariërs.
Nu heeft Nederland Lohman verloren en blijven
slechts Van Houten en Karaebeek Sr. over van de
oude garde.
Reeds jaren misten we hem: in de Kamer, doch
van zijn studeervertrek uit bleef hij, evenals Van
Houten, zijn invloed doen gelden op den gang van
zeken.
Nu zwijgt zijn stem en vraagt men zich wie er in
ons politiek leven eigenlijk gesneden is van het hout,
waarvan men groote figuren in het politieke leven
maakt.
Het is den laatsten tijd! eeni vrij algemeen ge
bruik geworden te spreken van de verwording van
het parlement. Het is „goedkoop" af te geven op de
Kamer. Maar hebben zij, dié zich boos maken ov>ir
het „goedkoope" feitelijk recht tot boosheid? Ons
dunkt van niet. Zelfs de meest overtuigde partijman,
die zich het vuur uit de zolen loopt voor zijn lijst
en zich alle moeite geeft voor „zijn" partijleden in de
Kamer, zal toch moeten erkennen, dat het parlement
slechts eenflauwe afschaduwing is van vroeger.
Zeker, er zitten tal van bekwame en eerbare per
sonen, van goeden wil aan beide zeiden van het Bin
nenhof en bepaalde stumpers of half idioten zijn er
zoo goed als niet aan te wijzen, doch het is alles
middelmaat. Zeer weinige figuren bij welke partij
dan ook komen boven hunne kameraden uit.
Zoo goed als er slechts weinige ver beneden het
algemeene peil blijvèn.
Dit was vroeger anders, toen men in de Kamer
een Kuyper, Lohman, Schaepman, Borgesius, Druc-
ker, Van' Houten had. Mannen als Idsinga, Mees,
Beaufort, Van der Vlugt, vinden we niet meer.
In de mannen die hen hadden kunnen opvolgen
w® aenhen aan Regout (waterstaat), Loeff, Talma,
De Geer, Treub en dergelijke zijn gestorven of
staan buiten het parlement, waar J&n Gerritsen en
digen. Nederlandsche volk vertegenwoor-
Vermoedelijk is de heer Jan Gerritsen In elk op
zicht een gemiddeld Nederlander. Niet te dit of te
*eeP *e stom, te welsprekend of- te
stotterig, te bekrompen of te visionair. Jan Gerritsen
is een braaf man. die zijn maandgeld aan zijn vrouw
geeft en lid is van zijn partij.
Als men de woorden, dat een Kamerii<r het volk
vertegenwoordigt letterlijk opvat, zoodat de Kamer
een juiste afspiegeling moet zijn van de natie in
al haar eigenschappen, dan is een middelmaat-
Jeejn confectiewezen als Jan Gerritsen on-
heid "volksvertegenwoordiger bij uitnemend-
Maar - we gelooven niet, dat men zoo letter
lijk moet omgaan met die omschrijving van een ver
tegenwoordiger.
Een voorbeeld.
Weken lang hebben de bladen zich dagelijks bezig
SP^ouden me* toonstelling van het Olympisch
a!!iü i en,j zo°wat heel Nederland heeft belang ge
steld in de lotgevallen, de overwinningen en neder-
lagen der yoetballers. Men heeft al zijn best gedaan,
ÏÏS 0.m Jongelui bij elkaar te kriigen, die „het"
Nederlandsche voetbal vertegenwoordigen, doch er
de elf uit te zoeken, die, elk voor zijn plaats, het
allerbest zouden voldoen.
.4]3 k0t er op aan komt een Kamer samen te
stollen is het blijkbaar voldoende dat er honderd
stuks bijeenkomen, die in bepaalde verhouding lid
zijn der verschillende partijen.
Partijman zijn komt eerst. Dan blijkbaar pas de
bekwaamheid en dit is de pest van onze volksver
tegenwoordiging.
Niet de beste krachten, maar de trouwste partij
mannen gaan naar de Kamer.
Iedere lijst heeft een bekwaam man voorop, doch
er is geen enkele, waarop niet, na de paar kop
stukken. allerlei heeren en dames voorkomen, die
zich verheugen in een volmaakte onbekendheid op
elk gebied.
Behalve dan bij het bestuur hunner eigen fractie.
En die juist de middelmatigheid van den middelma.
tigen Nederlander vertoonen.
Dit nu kan de bedoeling van den wetgever niet zijn
geweest. En .al had hij zoo iets wel bedoeld, dan kan
het toch de bedoeling niet zijn van het Nederland
sche volk, dat het in het parlement wordt verieeen.
woordigd door allerlei gemiddelde figuren inplaats
van door de allerbeste. Zooals het Nederlandsche
voetbalelftal I
Als men de Kamer bekijkt, komt men te staan voor
een wonderlijk dilemma: of de natie heeft niets be
ters dan deze honderd personen, of zij besteedt meer
zorg en meer belangstelling aan do kans harer
Oranjehemden, dan aan haar politieke vertegen
woordigers.
In geen van beide gevallen ie de verklaring van
het verschijnsel der middelmatigheid aangenaam of
vleiend voor de natie.
In het eerste geval: als Nederland niets beters zou
hebben, zou men zich bij het feit moeten nt/erleggon,
al betreurde men het nog zoo. Dan was er niets ran
te doen en zou men een heele of halve generatie
moeten wachten.
Doch natuurlijk zijn er in elke partij personen te
vinden, die beter zijn dan een deel der zittende afge
vaardigden der betreffende fractie.
Zoodat we dus terugkomen op de onverschilligheid
zorgeloosheid der natie, die maar rustig een heer of
dame afvaardigt, zoodra zijn of haar partij-overtui
ging in orde is.
Ware dit de verklaring, dan behoorde elk een wien
het landsbelang ter harte gaat, van stonde af aan
alles in het werk te stellen, om belangstelling te
wekken bij het publiek en te maken dat aan de i
mensteling der Kamer ten minste evenveel zorg
wordt besteed, als aan het uitzoeken van eenige
athleten op verschillend gebied.
Men vraagt toch niet of Denis' of De Natris of hoe
de heeren heeten, katholiek, conservatief, gerefor
meerd of communist of wat dan ook zijn. Men vraagt
alleen of zij kunnen voetballen en of zij dit beter
doen, dan een ander wiens neus, geloof, familie of
politiek ons wellicht beter zouden aanstaan.
Zij gaan om te voetballen welnu, hierin moeten zij
uitmunten.
Of Kamercandidaten kunnen wetgeven, vraagt nie
mand. Nog minder of zij uitmunten in het wetge
versvak. Als zij maar recht zijn in de politieke leer
is 't voldoende. Trekt nummer één, die meestal wel
kan wetgeven, voldoende clientèle, dan zijn er van
de volgende nummers ook een paar onderdak.
Het nummer Jan Gerritsen en het nummer Gerrlt
Jansen.
De fout ligt dus niet aan penurie van bekwame
mannen.
Ligt bij de onverschilligheid van het publiek.
Doch, daar dit zelfde publiek toch dostijds wel
mannen wist te vinden als 'n Lohman, 'n van Hou
ten, 'n Drucker, *n Kuyper, moet er iets. oen of ande
re invloed zijn, waardoor dit publiek thans met Jan
en Johanna Gerritsen genoegen neemt.*
Die invloed! kan nergens anders worden gevonden,
dan in het systeem van de kieswet, die het er op aan
stuurt het eventueel contact tusschen den candidaat
en zijn mogelijke kiezers zooveel doenlijk onmoge
lijk te maken. De wet, die een kiezer, die zeg Troel
stra of Kooien of welk leider dan ook, in, de Kamer
begeert, verplicht heel het lijstje te aanvaarden, dat
door de partij achter den1 leider wordt geplakt. Of.
te hopen, dat die leider een eenling zal blijken!
Bij elk overlijden of aftreden van een lid hoort, men
bijna met verrassing den naam van zijn opvolger.
Hoe eer er aan dit wanhopig lijstengedoe een eind
komt, hoe beter het zal zijn.
Er zijn waarlijk beter systemen te verzinnen.
Tenzij men natuurlijk streeft naar 4e middelma
tigheid. een streven, dat op elk ander gebied met da
verend hoongelach zou worden begroet, doch in po.
liticis wel de hoogste wijsheid lijkt! A.
ftSNO 1804.
dezelfde, n.1. de onderdrukking van het vrije denken
en de ge^vetensvrijheid. Deze methoden nu wekken
reeds zooals gezegd, weerzin bij den vrijdenkenden,
vrijzinnigen Nederlander, Indien hij ziet dat zij in
andere landen worden toegepast. Wanneer hij ech
ter door de ervaring leert, dat dit ook in zijn eigen
land geschiedt en wel op steeds vrijmoediger wijze,
dan wordt het hem duidelijk, dat zijn land en zijn
volk geestelijk en zedelijk in groot gevaar verkeeren.
Het ia waarlijk niet overdreven om in dit verband te
spreken van gevaar, want omze vrijheid van denken
in verband met geestelijke zaken en met godsdienst,
onze gewetensvrijheid, behoort tot onze heiligste en
zeer duur-gekochte nationale goederen 1
Merkwaardig genoeg wordt er het sterkst getornd
aan deze vrijheid door hen, die zich de steunpilaren
noemen van den Troon van Haar, wier voorvaderen
goed en bloed veil hadden en hebben geofferd, om
deze vrijheid voor ons volk te veroveren. Het is
steeds de roem, en,glorie van ons land, geweest, dat
het een vrijplaats was voor hen die vervolgd werden,
omdat zij in verband met geestelijke vraagstukken
er andere denkheelden op na hielden, dan de in
hun tijdsgewricht officieel erkende en gangbare.
Voor die kostbar^ vrijheid van denken heeft Neder-
hun
gen overmachtige on
dien strijd gewon-
NORDEMANN Adj. Directeur.
Alkmaar.
HOEDEN en PETTEN,
STROOHOEDEN.
Onze Vertegenw. de heer HOVENIER, is
eiken Donderdag bij den hr. Zwaag, Schagen.
Voor ieder vrijdenkend en vrijzinnig mensch is
het Bolsjewisme dèèrom zoo weerzinwekkend, om
dat het in beginsel de verkrachting is van het vrije
denken. Men heeft de uitwerking van dit beginsel
kunnen waarnemen overal waar het Bolsjewisme
optrad en wel het best natuurlijk, in Rusland. In
dat land werden verschillende vooraanstaande per
sonen, leiders van vrijzinnig-geestelijke bewegingen
o.a., gevangen genomen. Men liet hen uren en da
gen lang, kruisverhooren ondergaan, beloofdo hen
allerlei faciliteiten voor hun bewegingen, indien zij
die van nu af aan wilden bestemmen als propaganda-
organen, zoodat de verkondiging van de leer van
het Bolsjewisme in verband met religie: „dat het
geloof in het bestaan van God, de grootste vloek
voor de menschheid is". Indien zij dit weigerden wa
ren vervolging en doodstraf hun deel; slechts zeer
weinigen zagen kans te ontkomen. Zagen zij zich dus
onder het Tsarisme gedwongen in het geheim en
met de grootste voorzichtigheid te arbeiden, door
dat de orthodoxie der Russische kerk met den Tsaar
als Hoofd de verklaarde vijandin van alle gewetens-
en denkvrijheid was, het nieuwe regime bracht hen
in een heel moeilijk parket. Een dergelijk verschijn
sel valt op te merken bij de praktijk van het Fa-
cis me.
In Italiö sluit Museolini de Vrijmetselaarsloges en
decreteert dat de R.K. Godsdienst daar op de open
bare scholen zal worden onderwezen. Het Russische
régime werkte met fusillades en martelingen op
groote schaal, het Italiaansche zette kracht bi) aan
zijn daden door een overvloedige toepassing van
wonderolie, het dragen van zwarte hemden en lange
sakken, terwijl er ook menig .geval met doodelijken
afloop" bij deze vreedzame revolutie te constateeren
viel. De middelen en het doel mogen dus verschillen,
het beginsel en de uitkomst zijn bij beide systemen
ten allen tijd onthoudt aan andersdenkenden.
De gevolgen van dit alles blijven niet uit en zul
len in de naaste toekomst reeds een groot nadeel
blijken te zijin voor de goede verstandhouding der
vorschilende groepen onder ons volk. Reeds is het
bekend onder vrijzinnig geestelijke schrijvers, zoo
als predikanten, sprekers, schrijvers en sociale wer
kers. dat op dorpen waar nooit eenige strijd of af,
scheiding was tusschen' andersgeloovenden en den*
kenden nu de oude toestanden van vijfentwintig,
dertig jaar geleden weer ingetreden zijn, dat Room-
schon en Protestantsch geloovigen en niet-geloovi-
gen weer als vijanden tegenover elkander staan.
Men is er in sommige vrijzinnige kringen van eo*
ciale werkers dn ons land van overtuigd, dat sa
menwerking tussoheiï de andersdenkenden en ge-
Ioovenden, zooals die voor vijf of zes jaar geleden
met succes plaats vond. nu reeds niet meer mogeu
iijk is.
In de laatste twee werkseizoenen is het geen uit
zondering, predikanten en geestelijken van kansel
en podium te hooren verkondigen, dat zij die sa
menwerking en verbroedering niet wenschen en dat
zij de oude strijd over de dogma's weer in volle
kracht terugwenechen!
Deze strijd nu kan niet andeT» dan nadeelig wer
ken op het geheele zedelijke en geestelijke leven van
ons volk en men veroorlooft zich de vrijheid te mee-
nen, dat het provoceeren van dien strijd zooals de
Regeering dit op het oogenblik doet, „strijdig is met
de goede zeden van ons land en ons volk" en dat
daarop „de Koninklijke Goedkeuring" allerminst
past. Wij zullen weer gedompeld worden in alle eL
lende van godsdiensttwist en schoolstrijd en we zul
len hoe langer hoe meer zien de verschillende be-.
noemtiigen door de regeering op belangrijke punten
zooals hoofden van groote gemeenten, posten bij
de rechterlijke macht e.d. wijzen reeds duidelijk
hier op), dat niet alleen, het feit van bekwaamheid
en karakter, eigenschappen bil de benoeming tot
betrekking den doorslag zal geven, doch tevens de
kwestie van het geloof veel gewicht in de schaal zal
leggen.
De Regeering bedenke echter wel. dat het een be
wijs van slecht en kortzichtig staatsmanschap is,
wanneer men zijn volk ln vijandige Kampen ver
deelt en zij bedenke daarbij tevens, dat zij vele re
ligieus- denkenden en voelenden in en buiten de
kerk voor goed van zich verwijderd heeft door haar
recente maatregelen. De tijden zijn voorbij waarin
men geloofde, dat een gezond, sterk en Gode waar
dig leven kan opbloeien onder dwang. Er is geen
geestelijk leven en dus ook geen godsdienstig leven
van boteekenis mogelijk, zonder vrijheid van den
ken en geweten, „God is groot genoeg, dat wij men-
schenn in vrijheid over Hem denkon kunnen zonder
aan Zijn Grootheid te kort te doen." Het is oneerbie
dig en ongeestelijk om aan het denken over het Op
perwezen en geestelijke zaken dwang te willen op
leggen. Het leidt onvermijdelijk tot huichelarij bij
do zwakken, tot ontevredenheid bij de sterken ge
vaarlijker voor de vredige ontwikkeling der samen
leving, naarmate zij krachtiger wordt onderdrukt
van boven af. Deze methode van belemmering van
het vrije denken, tracht de geestelijke zelfwerk
zaamheid van het volk te dood-en en tot de bereiking
van dat doel vormen de verslechtering van het on
derwijs (vooral voor het volkskind), de belemme
ring van de arbeidsvrijheid der gehuwde vrouw en
een sterk geprovonceord militairisme de inzet. Dit
is een verderfelijk systeem al vertoont het zich ook
in het kleed van het anrti-revolutlonairisme, want
het is, zooals wij in het begin zeiden, de overheer-
schtng door macht van een minderheid over de
massa. In de volksvertegenwoordiging toegepast,
zal het leiden tot'het wekken van afkeer bij de me
nigte voor het parlementarisme omdat dit door de
ze regeering «n de haar steunende partijen wordt
verbasterd op een wijze, die het onherkenbaar
maakt Het zal, indien ons volk niet krachtig ont
waakt en begrijpt hoe groot het gevaar is dat
dreigt en hoe heilig de nAtlomale goederen zijn
waar. het om. gaat, ons voeren en wel veel sneller
dan do meesten denken) tot een starre autocratie,
die als een stalen keurslijf alle progressief leven on
zer natie zal belemmeren. Het werk van deze Re
geering is anti-Nederlandsch en anti_Oranje„ al
juicht zij ook nog zoo van „Oranje Boven."
Hot is een bespotting van den arbeid van den
Grooten- Zwijger en onzen niet minder grooten Ko-
nfng-stadhouder. Wederom is de oproep uit de .,Va-
Ierius-Gedenckklancken" op zijn plaats: „O, Neder
land lei op uw saeck!"
Wat hierop het antwoord van ons volk zal zijn,
wacht het vrijdenkend deal «der Nederlanders met
zorg af.
land tachtig jaar gevochten, ti
sterke vijanden en.het h<
oen.
Onze vrijheid van het gesproken woord, onze
groote vrijheid van drukpers, ons vrij vereenigings-
en vergaderingsrecht steunen in den grond allen
op het pleit, dat in den tachtigjarigen oorlog door
ons volk, geholpen door Oranje, is gewonnen. Bo
vendien heeft deze strijd voor de vrijheid ons volk toe
gankelijk gemaakt voor de groots ethische bewegin
gen van dezen tijd waaronder die voor Internationa-
mm WM -laat»
eten-
goedé kwam, dat die in ons land tot een buiten
gewoon hoog peil konden worden opgevoerd.
De schoolstrijd tusschen do confessioneelem en de
mannen der openbare school is tenslotte beslecht
door de loyale houding der vrijzinnigen, de gren
zen tusschen andersdenkenden op religieus gebied
werden in de laatste jaren, vóór den oorlog en kort.
daarna, steeds minder scherp omlijnd. Mén zocht
oprecht naar samenwerking tusschen andersdenken
den ter bevordering der gemeenschapsbelangen, men
zag in dat er veel meer en beter was wat de
monschen te zamen verbond, dan wat hen scheidde.
De congressen en conferenties, nationale zoowol als
internationale, gedurende de jaren 1910—1920 gehou
den in ons land, getuigen allen van samenwerking
en verbroedering der geesten op een ruimen vrij
zinnigen grondslag.
Nu echter staan wij voor de ernstige vraag: wat
zal er binnen afzienbaren tijd van dit alles in ons
land zijn overgebleven? De vrees is gerechtvaar
digd, dat indien de Regeering voortgaat te handelen
op de wijze zooals zij dit gedurende de laatste ja
ren heeft gedaan, er van ons trotsch nationaal be
zit, onze vrijheid van denken, niet veel over zal blij
ven' in het openbare leven. In de hoofden en har
ten van die Nederlanders, waarin deze vrijheid van
denken den grondslag vormt voor al hun levens
uitingen en voor wie zij de stuwkracht is van al
hun werk voor de gemeenschap, is zij Goddank door
geen enkele regeeringsmaatregel te dooden! Maar
aan het openbare leven van ons volk kan veel
kwaad geschieden, wanneer op den ingeslagen weg
wordt voortgegaan. Een weigering zooals die van de
Koninklijke goedkeuring op de gewijzigde statuten
van, «de vereeniging „de Dageraad", op grond van 't
feit dat deze vereeniging in die statuten vastlegt,
dat zij atheïstisch is en de regeering dit „strijdig
met de goede zeden acht", is in ons land en voor
ons volk een bedenkelijk verschijnsel. Het feit dat
aan een niet-kerkelijke religieuse gemeenschap door
de betrokken gemeentelijke overheid moet worden
aangezegd, dat piano-muziek bij de samenkomst, in
plaats van muziek op 'n sorafientje, die samenkom
sten stempelt tot niet^religieus en haar dus als open
bare vermakelijkheid in conflict brengt met de Zon
dagswet, zou belachelijk zijn indien het niet zoo diep
treurig wasl De belemmering die de Regeerihg in den
weg legt aan de crematie, zoodat verschillende ge
meenten geon goedkeuring kunnen verkrijgen op
haar besluiten om een crematorium te bouwen,
pleit niet voor verdraagzaamheid ten opzichte van
andersdenkenden. De uitlatingen over het weder
invoeren van de doodstraf, die men hoort uit de met
de Regeering sterk gelieerde kringen, zijn niet be
paald bemoedigend. De wijze waarop onder de vroo-
lijk wapperende vlag der bezuiniging, die het schip
van staat dezer Regeering in top voert, menig door
haar ongewenscht geacht stuk van de aan haar zor
gen toevertrouwde nationale leiding over boord
wordt geworpen, bewijst duidelijk, dat deze Regee
ring op alles gesteld is, behalve op een vrijdenkend
vclk. Het bewijsmateriaal hiervoor vindt men in de
manier waarop ons onderwijs mishandeld en ver
minkt is, de gehuwde ambtenares naar huis wordt AARDSCHOKKEN,
gezonden, het bewapeningsvraagstuk wordt behan- Sedert Maandag worden in Bosnië en Herzeg -
deld en de ambtenaren in den hoek worden geduwd, wina voortdurend aardschokken waargenomen, /uj
De wijze waarop deze maatregelen getroffen zijn veroorzaakten onder de bevolking groote panier,
getuigt van een geesteshouding, die wèl vrijheid van do^h richtten tot dusver alleen eenige materie*
denken opeischt voor zich zelf, maar deze overul en schade aan.
DE DREIGENDE STAKING BIJ DE DUITSCHE
SPOORWEGEN.
Uit Berlijn, 12 Juni. De drie voornaamste orga
nisaties van het Duitsche spoorwegpersoneel hebben
thans besloten de staking te proclameeren, tenzij de
rijksminister van verkeerswezen nog op het laatste
oogenblik een andere loonregeling voorstelt. De be-
ti effende organisaties deelon mede, dat de debatten
in de gisteren en heden gehouden vergaderingen wo -
iswaar nog zeer opgewonden waren, maar dat des
ondanks het besluit door de drie organisaties me
algemeene stemmen werd genomen.
De leiders der organisaties willen den ndnltUr
nog een laatste kans geven en met dit doel hebben zjj
vanavond reeds een onderhoud met bem gehaci.
Het resultaat is nog niet bekend. Het spoorweg
personeel eischt een algemeene loonsverhooging en
bovendien een bijslag voor een mogelijke negende
werkuur. NaaT wij vernemen, staat men m rege
ringskringen op bet standpunt, dat de loonen van
het spoorwegpersoneel in geen geval hooger
worden dan die van de mijnwerkers. Voorts is het
volgens de spoorwegdirecties onjuist dat het spoor
wegpersoneel slechter betaald wordt daü de i&r
brieksarbeiders. NJLLt.