Alltntü Nisiis- Aiyertcoiit- luttmllil' VkOliWEMLISI. Woensdag 18 Juni 1924. Uitgevers i N.V, v.h. TRAPMAN Cd., Schagea FEUILLETON. VOETBAL SCHA 67ste Jaargang. No. 7452. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzonding tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiön nog zoovoel mogelijk in hot eor9tuitkomend nummer geplaatst. POSTUEKENINO No. 23330. INT. TELEF no. 20 Prijs por 3 maandon fl.05. Losse nummoro 0 cont. AD VERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels fl.10, iodoro regel moor 20 cent (bowijsnoi Inbegrepen). Grooto lottora wordon naar plaatsruimto berekend, DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Zitting van Maandag 16 Juni 1924. VOOR DEN POLITIERECHTER. GEEN BEWIJS. L In do morgenzitting werd door den heer Ura-Cior in oen schuldhelingzaakje uit Urk tegen den Ur- ker bcklaagdo L. G. f 25 boete geëisoht, sübs. 2d dagen zitten. Het bewijs werd niet voldoende gele verd geacht en vrijspraak volgde. HFIBFT r De beklaagde Leendert Eiland uit Oudkarspel, had aldaar op 17 Maart jl. nogal hoogloopend ver schil met den 15-jarigen schippersknecht Crernt Oud. En toen het van woorden tot daden kwam, werd de jeugdige Gerrit mishandeld. t De oorzaak van de heibel was kwestie over het vastleggen eener schuit. Gewiohtig inderdaad. Leen werd gevonnisd met f 5 boete of 5 dagen hecht. AL TE. VRIJMOEDIG. t Jochem Waiboer uit de Moerbeek, onder gemeen te O. Niedorp, landbouwer, had van den winter in een schriftelijke machtiging om op eenige lande rijen te mogen jagen, zelf maar enkele handteeke- ningen van landbezitters geplaatst, b.v. die van Jac. Stam mee, te Wieringerwaard, P. Scheltufl, N. Niedorp en G. Hoedjes te O. Niedorp. Dat liep echter vast, toen rijksveldwachter Bot in een gesprek met een der betrokken landeigena ren twijfel kreeg, of de handteekeningen op de machtiging wel door de eigenaren van den grond waren geplaatst. Waiboer verklaarde, niet te hebben geweten, In strijd met de wet te fandelen, maar de Presr* dent wou daar niet best geloof aan schenken. Eén maand gev. waè het vonnis. EEN SLECHTE DAG. Jacob Blokker dronken Japie uit Hoorq was den 17 April jl. 2500 kwaad op Trijntje de Boer, een klein Noordscharwouder vrouwtje, dat geen visch van hem wilde koopen, dat hij haar op ge- meene wijze beleedigde. Waarmede de thans afwe zige beklaagde een tientje boete.of 10 dagen brom men opliep. NIET WEER DOEN. Sijbrandus Klein uit Medemblik meer voor den rechterstoel geweest had in Ooster-Blokker een oude wieder gegapt van P. Dekker. Hij liep er net nog met vrijspraak door, daar de getuigenver klaring tot veroordeeling tegen hem niet in vol doende mate bezwarend bleek te zijn. Maar hij kreeg de vermaning mee, om zulke spullen, ook al schijnen het afgedankte dingen, toch met mee te nemen. EEN LASTPOST. Klaas Glas, een slager uit Den Helder, kwam zich in den avond van 2 Mei jl. vervoegen aan de behuizing van Jan Zander in het nabijgelegen Callantsoog. Jan heeft een 35-jarigen kostganger, Kees Bakker en om dien was 't, dat 't Helderslche Naar het EnHelsch van C. N. en A. M. WILLIAMS ON Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. 16. Ben oogenblik later gingen een groote jonge vrouw in een grijze en een kleine jonge vrouw in een brui nen avondmantel het hotel binnen. De sluiers, die van haar nauwsluitende hoeden over haar gezicht vielen, waren niet dik, maar toch kreeg in het elec- trische licht het gaas een glans, die haar bijna on herkenbaar maakte. In hun eenvoudige mantels vie len zij zelfs in een derde-rangs-hotel als Westmor- land niet op en de klerk, tot wien zij zich wendden, toonde zich dan ook volstrekt niet nieuwsgierig. „Mr. Peteraon? Ja, die is op zijp kamer; hij is een uur geleden thuis gekomen en zeide, dat hij Iemand vernachtte, die dadelijk'boven moest, komen." „Hij verwacht ons. een of allebei", viel Clo hem in da rede. „Wat is het nummer van zijn kamer?" „658, tweede étage", zeide de klerk. „De lift ls hier links tegenover." „We zullen samen naar boven gaan", fluisterde Clo. „en wanneer je er bij blijft, dat het beter is. dat jij alleen den kerel spreekt, blijf' ik in den hall rondscharrelen, tot je mij roept," Beverley antwoordde niet. Reeds was zij in diep gepeins verzonken. De muf riekende lift bracht haar viug op debovenste étage. Beverley, die voor Clo uitstapte, maakte heelemaal den indruk, alsof zij het bestaan van haar vriendin vergeten had. De angst van het jonge meisje werd steeds grooter. Het D^ste wat zij doen kon was Mrs. Sands door flauw verlichte gangen met donkere muren naar kamer 658 .te brengen. Beverley had, vóór zij uit den taxi stapte de tasch met geld en juweelen aan haar vriendin gegeven. Clos overspannen zenuwen begonnen zicli nu te wreken. Het smerige hotel was een slechte plaats. Iedere gesloten deur verborg iets geheimzin- ntgs en s.risters. Tusschen de lift' en Peterson* s ktf- mer kwamen zij niemand tegen. Onwillekeurig ble ven z.j beiden een ccgenblik voor kamer 658 slaan, alvorens aan. te kloppen. Binnen hoorden zij niets, wanneer Peterson in zijn kamer was, was hij blijk baar alleen. Beverley tikte hard en zenuwachtig. „Binnen! nep een stem, die uit de verte klonk, alsof degene, die riep, in den versten hoek van de kamer of in een muurkast was. „Blijf in de buurt, maar niet te dicht bij", fluis- Beverley en deed dan de deur open. Tot haar en Clos groote verbazing was er geen licht in de kamer en toch was zij niet donker ook. De jalouzie van het raam. dat geen gordijn had. was zoo hoog mogelijk opgetrokken, zoodat het licht van de straat, die zes étalages lager lag, binnenvallen kon. Toen BevnrJey naar binnen ging, zag Clo een manneg?- statte makkeluk in een fauteuil met een hoogen rug slagertje kwam aanbellen, meenende nog f25 van Bakker te goed te zijn en te kunnen vorderen. Maar Klaas had een paar glaasjes bier op en toen hü aan Bakker, die nem naar Zn bankier ver wees, (heel deftig:), begreep, dat er van betalen op dit uur weer mets zou komen, werd Glas boos. 't Werd twist. Baas Jan was daarvan niet gediend en wees Glas de deur, netjes maar met beslist heid. 't Gaf niet. Klaas werd naar buiten gehob beld en kreeg toen van den rechthebbende aanzeg, het erf ook te „ontruimen". Ook hierin geen zin. En heer Klaas werd het erf afgeduwd. Huisvredebreuk, erf vredebreuk, zoo men wil, enfin: termen voor 'n zaakje. En dat ist er van gekomen, met als resul taat dat Klaas, die een groot gezin heeft, nu f10 boete of 10 dagen hechtenis kreeg. NIET MIS. Elbert Ruiter uit Schagen, (absent), had den 40-jarigen machinist Lucas van Gastel aldaar, be- leedigd. Dat gebeurde 6 Mei jl. bij gelegenheid van eenig verschil over een ondergrondsche püp van den een in terrein van den anaerbodem, waar op inderdaad ruzietjes welig kunnen tieren. Eisch en vonnis f 50 boete of 50 dagen zitten. KLEINE OORZAKEN, GROOTE HEIBEL. C-ornelis Vlaar eh Willem Petrus Mooij uit Lim- men stonden gezamenlijk terecht wegens mishan deling, gepleegd op.... elkander. Zij hadden niet allerlei flauwe kul, o.a. het vrapen van een siga< ret, wat geweigerd werd, geweldig heibel gekregen ten trommelden er wederzij dsch duchtig op. De een zelfs met een stuk metaal, vermoedelijk^ een rij wielsleutel. Dat gebeurde te Heilo 4 mei jl. Moojj kreeg f25 of 25 dagen hechtenis. Vlaar kreeg vrijspraak. Mooij niet tevreden zei: nog 'n klein woordje, meneer I Maar de Praesus zei: neen, geen klein woordje, want er zjjn alreeds ge noeg kleine en groote woordjes gesproken. EXOPPEN MAAR. Christiaan Hulsebos (absent) wonende te Koe dijk, had den smid Maarten Riedel van St.-Pancraa den 9 Mei mishandeld, toen de man vrijheid nam om naar een door hem aan Chris verhuurden wagen te vragen. Wel heeft Maarten den wagen later/ weerom gekregen, maar de mishandeling, slagen en stompen schonk Riedel den ander niet. En Chrisje liep f 10 boete of 10 dagen hecht. op. VAN HOUT KENDE ZIJN HOUT. De gebroeders Jaap en Nico Waij uit Oudkarspol stonden terecht wegens hen ten laste gelegde we derrechtelijke toeëigening van een plank en een. lange spar, of .„juffer". Een en ander ton nadeele van de houthandelaarsfirma Eecen. Een employe van het houtbedrijf aldaar, de 50- jarige Jan van Hout, had het ontvreemde vermist en ae politie had de spullen in een boot, waarmee beklaagden voeren, waargenomen. Nicolaas Wan erlangde vrijspraak; rin broer Ja cob^ kreeg f20 boete or 20 dagen zitten. WESTGRAFTDIJKJJR DRAMA IN 3 ACTEN. Maarten Schoenmaker had ter zijner woonplaat- se, Westgraftdijk, Etse Hiemstra geslagen, daar Etse een jongetje van Romijn een paar klappen gaf, waar Maarten kwaad om was. Het bewijs scheen intusschen niet sterk genoeg, althans Maar ten kon zich verheugen in vrijspraak. Etse Hiemstra stond daarna terecht omdat hij Maarten Schoenmaker van zooeven ..had mis handeld. Hiervoor was wel voldoende bewijs en waa het vonnis f10 boete of 10 dagen hechtenis, plus f5.50 schadevergoeding. Daarna de slot-apotheose: beklaagde Anthonius Rómijn evenals de vmigen te Westgraftdijk en v;adcr van het jongetje, dat door Etse Hiemstra was mishandeld. Maar Etse werd op zijn beurt door den vertoornden vader met een bijl van respec tabele afmetingen bedreigd. Doch dat vreeseRjke wapen werd den boozen papa ontrukt voor er „on gelukken" gebeurden. Gelukkig voor Anthonius werd het bewijs niet geleverd geacht en kroeg hij vrijspraak. Toon lekker!Hij mocht zijn geliefde strijdbijl een dmg waarmee je onder de ruwste Indianen-stammen ontzag zuodt wekken weer meenemen. En de verzoeking om er opnieuw capriolen mee te gaan maken, zal wel niet groot zijn. PARTIJ GEKOZEN VOOR HET ZWAKKE GESLACHT. Pieter Kossen en zijn broeder Willem Kossen, de eerste present en smidsknecht van beroep de tweede absent en 'lbe werkman, fietsten den 22 April jl. te Anna Paulowna in gezelschap van een beschonken marinematroos, die een Anna Pau- lownaasch meisje aanreed, wier fiets daarbij werd beschadigd. De beschonkene wist, ondanks zijn toestand, gauw weer weg te rijden. En dat was goed ook voor nem. Want een paar iongelui, Jaap Boon en Jan Muntje- werf, reden bij nét meisje en waren ontstemd over het voorgevallene. De metgezellen van den matroos kregen toen zonder dat zulks lang duurde twist met Boon en Muntjewerf, die door de pootige heeren gebroe ders Kossen werden geslagen. Het vonnis was voor Piet en Willem elk f 20 boete ot 20 dagen zitten. EENEDEL DRIETAL. Een ^drietal gedetineerde bedelaars, W. Los, A. van Klune en P. Rempt, stonden wegens openbare bedelarij achtereenvolgens terecht. Vonnis legen Los 6 dagen hechtenis, tegen van Klune ook 0 da gen hechtenis en tegen Piet Rempt 3 dagen hecht, en 1 jaar en 10 maanden opzending rijkswerkin richting. Hiermee was de ritting afgeloopetn. SPARTA I—ADELBORSTEN. Zondag heeft Sparta weer eens bezoek gehad van een elftal Adelborsten uit Helder. Als te 2.15 beide elftallen in het veld gefloten worden, bij afwezigheid van den scheidsrechter door den heer A. Vader, zien wij dat Sparta met invallers voor Biersteker en Brantenaar uitkomt De Adelbor sten hebben een niet zoo sterk elftal als vorig jaar, deels door vertrek, deels door deelname aan roei- wedstrjjden. Onmiddellijk na aftrap valt Sparta's voorhoede vinnig aan, en de A.-acliterhoede moet hard werken om de hevig opdringende voorhoede te houden. Bin nen 5 minuten na aftrap geeft B. Buiskool met een keurig schot Sparta de leiding, 1—0. Onmid dellijk na aftrap weer het zelfde keurige, enthou siaste spel van Sparta en bijna dadelijk volgt nog maals een doelpunt van Buiskool. Er komt nu even verandering in het spel' en ook do S.; achterhoede moet handelend optreden, ge vaarlijk zijn de aanvallen der Adelborsten niet. Langzaamaan komt Sparta weer totaal' in de meer derheid en Hogoendoorn brengt met een keihard schot den stand op 30. Bü jeen aanval der Adelborsten die na aftrap volgt, wordt 'n pinalty toegekend aan do gasten we gens hands in 't strafschopgebied, deze wenschen van ae geboden kans geen gebruik te maken en schie ten kalm naast. In de hierop volgende aanval wordt door Sparta gedoelpunt, door buitenspel evenwel terecht geannuleerd. Hierna spoedig rust Na rust gaat het spel eenigen tijd op en neer, de aanvallen der Adelborsten zijn evenwel geen enkele maal gevaarlijk, totdat plotseling een door braak volgt, waaruit onhoudbaar gedoelpunt wordt, 81. Het eenigszins verslapte spel herleeft nu weer en reeds spoedig hierna volgt een Sparta- aanval. De bal wordt evenwel met do hand het doel ingeslagen en bracht alzoo geen verandering in den stand. De voorhoede blijft evenwel volhouden en uit stekend gesteund door .de halflinie bluft de druk onafgebroken op het doel der Adelborsten en het is Kamp die nog 2 maal doelpunt voor Sparta en de stand opvoert tot 51, waarmee het einde komt. Het Sparta-elftal kan terug zien op een uit stekenden wedstrijd, wij zouden haast zeggen da Ïiooiste wedstrijd in het afgeloopen seizoen. Door at do spelers wisten een zware tegenpartij te krn- gene, gaven ze zich volkomen, en wanneer de goedé wil aanwezig is, kan Sparta's eerst elftal een uit stekende partij voetbal laten zien. Het elftal der Adelborsten heeft oen goodén wedstrijd gespeeld, maar tegen het enthousiast spe lend 0 Sparta waren ze niet opgewassen. Wij moe- ten hieraan toevoegen dat in dit elftal dan ook eenige krachten uit hun tweede en tierde olftal uitkwamen. Hoewel hun voorhoede enkele goede kansen gehad heeft, werden deze nimmer benut en ontbrak in de voorhoede een goed schot totaal en werd het samenspel te lang doorgedreven. De leiding van den heer Vader voldeed uitste kend. De wedstrijd werd door een vrij groot pu bliek bijgewoond, welke bijzonder voldaan het veld verlieten, daar het, afgescheiden van de groote overwinning van Sparta, een fairen wedstrijd was, waarin trucken etc. achterwege bleven en de tegen standers ondanks verliezen sympathiek bleven. Voor volgende week heeft Sparta 1 weder een keurigen wedstrijd; de tegenpartij bestaat dan uit een Am sterdam sche Studenten-combinatie, waarin verschillende Oostelijke eerste klasse spelers uit komen. NOORDSCHARWOUDE. Holland speelde Zondag haar serieweastrijaen. Om half drie speelde Rood-Wit II uit Alkmaar voor het raam zitten. Zij herkende zelfs het gemeene profiel van Peteraon, dat donker afstak tegen het lichte vierkant van een ruit, en een woede stak in haar op, dat hiji Mrs. Sanxis durfde ontvangen zonder op te staan. Dan ging de deur dicht en liep Clo, ge- hporzamendl aan het' hevel „In' de buurt te blijven, maar niet te dicht bij" een paar passen in de gang terug. Zij bleef staan op een plek, waar zij! do deur in het oog houden, maar de stemmen niet hooren kon, tenzij er geschreeuwd zou worden. Het was een vreeselijke gedachte voor Clo, dat En gel daar alleen met dien kerel met het fieltengeziclut achter die gesloten deur was. Hij zou Beverley met die sluwe dievenhanden dood kunnen worgen, zon der dat zij, die hier op schildwacht stond, er iets van merkte. „Waarom zat hij daar in het' donker", vroeg zij zich af, „als een spin in zijn net om op zijn prooi af te schieten?" Zij kon den indruk niet van zich afzetten, dat er nog iets ergers was gebeurd, dan zelfs Beverley vernacht had. Niemand kwam of ging. Per slot van rekening had zij er hoogstens rier of vijf minuten gestaan, ofschoon het veel langer leek. Het zou best een half uur kunnen duren, zeide Clo tot zichzelf., voor haar gevraagd zou worden binnen te komen of de tasch te geven. Zij keek me lancholiek naar het dichtstbijzijnde einde der gang. Daar voor een raam stond een groote bruine koffer. Zij zou op dien koffer wat gaan zitten uitrusten. Zij kon van daar af best de kamerdeur van Peterson zien. Zij zou geen oog van die deur afhouden! Met nieuwe krachten zou zij kunnen opspringen, als zij zag, dat die door Engel geopend werd. „Ja, ik kan niet meer!" zeide het jonge meisje tot zichzelf. Zij was zóó uitgeput, dat het, toen zij zich naar den koffer sleepte, leek aLsof er gewichten aan haar voeten hingen. Toen zij bij den koffer was, liet zij er zich bovenop vallen. Maar nauwelijks had zij den deksel tangeraakt, of zij' sprong op, als had zij een electrisehen schok gekregen. Het was alsof iets in den koffer opgesprongen was en de groote koffer zelf onder haar gerild had. Op hetzelfde oogenblik werd de deur van kamer 658 opengegooid en kwam Beverley naar buiten. HOOFDSTUK XX. Er waa iets onnatuurlijks in Beverley's houding en manieren. In gewone omstandigheden had zij een trotschen, vasten gang. Thans waggelde zij met ge bogen hoofd en schouders kamer 658 uit, sloop den hall in en liet de deur half open staan; dan echter bleef zij plotseling staan en ging terug. Clo, haar eigen zwakheid en den vreeselijken koffer vergetend, vloog naar haar vriendin toe. Maar Beverley scheen de aanwezigheid van het jonge meisje niet eens te merken. Zij bleef zoo ver mogelijk afstaan van de. deur, die zij thans gesloten had en wilde weer ver der loopen, toen Clo haar arm om haar middel legde, .lieveling, wat heeft hij gezegd, wat heeft hij je gedaan?" -rneekte het jonge meisje. Beverley gree.v Clo bij haar pols en trok haar me- I de naar de lift „Vooruit!" fluisterde zij. „Wij moeten om Roger zou gauw mogelijk weg zien ite komen." „Maar de papieren en de parelen?" drong Clo aan. „Heeft Peterson' ze gestolen? Heeft hij ze jo terugge geven?" „Ik weet niet of hij ze gehad heeft of niet. Het eenige wat nog van belang is, is zoo gauw mogelijk j j;aar huis te gaan", luidde het verbijsterende ant woord. Clo kon nauwelijks gelooven, dat zij goed gehoord had. Toen vijf minuten geleden bestond I er voor Beverley in de geheele wereld niets dan de 1 papieren en de parelen. En nu hadden zij alle belang verloren! „Heb je ze dan. biet meer noodig?" vroeg zij ver baasd. „Niet meer noodig?" herhaalde Beverley. „Natuur- I lijk, meer dan ooit. Maar het is te laat. Vraag me 1 niet. waarom. Ga mee!" Clo kon met Engel, nu zij in zoo'n stemming was, niet redeneeren, en zich ook niet tegen haar verzet ten. Zij wilde dat zij haar eigen zin gedaan had en zelf naar binnen gegaan was om met Peterson „het zaakje klaar te spelen." Zij voelde, dat niets er haar '.oe gedwongen zou kunnen hebben weg te gaan zonder dat zij tenminste wist of hij het gestolene in zijn bezit had of niet. Terwijl zij naast Beverley liep, schroefde zij haar moed op tot één laatsten, wan- hopigen coup. Zij zou 't doen tegen den zin van En gel in. Zij kwamen bij de lift, maar vóór Clo op het üoc- trische knopje kon drukken, trok Beverley haar mede naar de trap. Vlug en, zwijgend liepen zij dio af. De entrée-hall van hot hotel stonk naar inbak. J Een troepje mannen stond bij het bureau, waar zij naar Peterson gevraagd hadden, en de twee jonge vrouwen in auto-mantels en met gesluierde hoedon liepen er langs zonder den klerk, die haar naar 658 gestuurd had, te zien. Drie of vier van de mannen, j die op handelsreizigers leken, keken naar de grijze en bruine gestalten; maar juist op dat oogenblik stapte een goudblonde, donker-oogige Jonge vrouw in een rose avondtoilet uit de lift. Zij werd dadelijk het voorwerp van belangstelling en de eenvoudig ge- j kleede jonge vrouwen verdwenen ongemerkt. De taxi, dien zij hadden laten wachten, stond dichtbij. Zij vlogen erheen. Clo maakte het portier j open en duwde er Engel bijna in! „Zal ik zeggen, dat hij rijdt naar de standplaats, waar we ingestapt zijn?" vroeg zij. Beverley knikte en liet zich achterover tegen de vuile leeren kussens vallen. Dit was het oogenblik, waarop Clo gewacht had. Zij wist wat zij doen moest. Eerst legde zij het taschje met juweelen in Bever ley's schoot. Vervolgens gaf zij den chauffeur duide lijk aanwijzingen. Dan sloeg zij het portier goed' dicht ging terug op het trottoir en gaf den chauffeur een teeken, dat hij wegrijden kon. „Engel zal zoo verbaasd zijn, dat zij de eerste mi nuut niet weten zal wat zij doen moet", dacht h'et jonge meisje. „Tegen den tijd. dat zij van haar ver- bazing bekomen is, zal zij beseften <lat het ite laat is om mij tegen te houden." Zoo hard als zij durfde liep zij naar het hotel te rug. Zij vond het verschrikkelijk Beverley alleen te laten, maar van twee kwaden moest zij het minste kiezen. Wanneer de taxi stil hield, zou Engel uitstap pen; en dan behoefde zij nog maar een paar blokken huizen te loopen om thuis te zijn. De tasch zou zij wel niet vergeten. Het ding was te zwaar dan. dat het, zonder dat zij het hoorde, van haar schoot val len kon. Zij zou de juweelen in veiligheid brengen, terwijl Clo trachtte met «Peterson te onderhandelen op de belofte van een belooning. Tegen het oogenblik. dat Clo haar grootsten angst had weggeredeneerd, was zij het Westmorland Ho tel weer binnengegaan. Zij had zich voorgenomen om, wanneer haar iets gevraagd werd, te zeggen, dat haar vriendin boveni ets vergeten had; maar het bureau was nog omringd door de groep pratende mannen en zij liep, alsof zij een gast van het hotel was, door naar de trap achter in den hall. Die klom zil op. Eerst toen zij weer bij de deur van kamer 658 kwam en den bruinen koffer aan het einde van de gang zag staan, dacht zlf aan het vreemde bij-inci dent in haar avontuur. Zij aarzelde tusschen haar verlangen om voort te maken en haar wensch om het mysterie'op te lossen. Doch het zou haar hoog stens een minuut kosten om naar den koffer te loo pen, erop te gaan zitten en te zien wat er gebeurde. Inmiddels kon niemand kamer 658 in- of uitgaan, ronder dat zij het zag. Nieuwsgierigheid kreeg de overhand. Clo liep op haar teenen naar den koffer, liet zich, zooals zij reeds eerder gedaan had, zwaar op den deksel neer vallen en er gebeurde niets. Er was niets van bewe ging binnenin te merken; en Clo vroeg zich reeds af of zij zich de eerste maal niet door haar zenuw achtigheid verbeeld had iets te hooren. Plotseling kwam zij op het denkbeeld te probeeren den koffer te openen. Zij pakte den deksel beet, maar deze bleef onbeweeglijk. Zij rukte aan het lid, dat voor het slot hing. Het gaf niet mee, maar haar vingers of ver beeldde zij het zich? raakten iote vochtigs aan. Het jonge meisje sprong achteruit en keek naar haar hand. Duim en wijsvinger zaten vol bloed. Het jonge meisje voelde een huivering door haar lichaam gaan en was bijna flauw gevallen. „Bah!" verweet zij zichzelf. „Je hebt je in je vingers geene den. Een goed lesje, om je niet met andermans za ken te bemoeien. Schiet nu op en geen onzin, als hert je blieft!" Zoo zichzelf moed insprekend, liep zij naar de deur van 658 en klopte aan.Geen antwoord; de moed begon het jonge meisje te ontzinken. Maar het was bijna onmogelijk, dat Peterson haar ontsnapt zou zijn in de enkele minuten, die zij noodig gehad had om Engel naar den taxi te brengen. Bovendien had zij den ingang van het hotel geen minuut uit het oog verloren. „Misschien slaapt hij." dacht Clo. Zij draaide de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 1