AlitiHi Nieiws-
Mmtuiit- Mliwllai
1
SPARÏA-TERREIH
Co., Schagen
Wonden
Kloosterbalsem
Brieven over Engeland'
Zondag a.s.
Alcmaria Victrix I
R.C.H. 9 (Haarlem).
Gemengd Nieuws.
Woensdag 25 Juni 1924.
SCHA
678te Jaargang. No. 7456.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. BIJ Inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
teuüön nog zooveel mogelijk ,in hot eorstuitkomend nummer geplaatst.
Ji.,ii!Vürs> N.V, v.h.
iMSfUlJftENlNO No. 23330
INT. TELF.F no. 20
I Prijs por 3 maandon f 1.C5. Losse nummoro O cont. AD VERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iodoro rogol moor 20 cent (bowijsno.
inbogropon). Grooto lottors worden naar plaatsruimto borokond.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Zitting van Maandag 23 Juni 1924.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
geen zuivere koffie.
De eerste békl. in de openbare middagzitting
vanmorgen werden kinderwettenzaken (gesloten deu
ren) behandeld. was Wiggert de Vries uit Hoom,
•die gestolen speelkaarten, 'n spel of 4, had gekocht,
terwijl liet hem zeer goed bekend kon zijn. dat het
stelletje' van diefstal afkomstig was.
De O.v.J. vorderde f60 boete, eubs. 50 dagen zitten.
Do Politierechter vond echter geen termen om tot
veroordeelirig over te gaan en sprak den beschuldig-
de vrij.
een gevonden kaasje.
Dan kregen we Elisabeth Adriana Meester, huis
vrouw van den hoer A. de Best en woonachtig in de
Pompsteeg te Hoorn. Zij had van haren bloedeigen
nog minderjarigen broeder, Cornelis Petrus, een
kaasje gekocht voor slechts 50 centen. Dat kaasje had
broerlief gevonden en wederrechtelijk behouden. De
ze schuldheling werd gestraft met een vonnis
tot f20 boete of 20 dagen de doos in.
zeker een gunstig rapport.
Niet verschenen was beklaagde Piet Rooker, een
werkman uit Enkhuizen, die zijn vrouw verloren
heeft en die zijn dochter had mishandeld, in welk
onlangs behandeld strafzaakje eerat rapport der re-
classeering wenschelijk werd geacht. Nadat dit he
den was behandeld, werd den beklaagde f 3 boete of
3 dagen ochtenis opgelegd.
MELKVERVALSCHINGEN.
Jan Bankert, geboren te Venhuizen, en thans vee
houder to Andijk, had 7 Februari aldaar met water
vervalschte melk aan dien 52-jarigen melkslijter W.
Schermer verkocht. Dit terwijl Jan met de verval-
sching bekend was en „dezelve" verzweegl Toen
tippelde hij er inWat 'n wonder...', (niet Jan
zelf 'n wonder want we hadden dan vandaag wel
'n half dozijn zulke „wonders", maar: 't er in tippe
len, zie jet) 't Vonnis was 14 dagen gev.
En waarlijk, Jan kwam er nog genadig af, wan
neer we nagaan, dat de anderen heden allemaal
(ovenals dat sinds jaren reeds met hun lotgenooten,
die soortgelijke feiten pleegden, placht te gebeuren;
een maand brommen kregen op te knappen.
Hoor maar:
Klaas Galis, een uitdrukkelijk als rijk zijnd man
vandaag aangeduide boer uit Schermerhoorn, had met
bijna 4 op 100 met water aangelengde melk als volle
„dito" afgeleverd aan den 21-jarigen melkslijter Kees
Boots en had de toevoeging met water verzwegen,
hoewel hij dit wist.
Mr. Moll, directeur Warenk'euringsdienst Alkmaar,
had deugdelijk melkonderzoek gedaan en héb was
de gefortuneerde Klaas. Het vonnis was overeenkom
stig den eisch en wel: een maand gev.
Een maand gev. was ook het vonnis tegen Arie
Koppes, geboren te Obdam, den 25 Juni 1898 en thans
veehouder te Ursem, eveneens wegens aflevering
van melk. waarvan hij bij aflevering verzweeg de
hem bekende eigenschap dat die melk met 'water
was vervalscht.
Jacob Koppes, geboren te Obdam, 20 Augustus 1879,
veehouder to Ursem, kreeg wegens eenzelfde delict
ook een maand gev.
Nicolaas Oud van Koedijk, kreeg ook een maand
gev. voor eenzelfde feit.
De laatste der water- en melkleveranciers, wie*
zaakjes door persluidjes en verdere aanwezigen met
onverdeelde belangstelling werden gevolgd, kreeg
ook wegens soortgelijk delict een maandje brommen.
Hij was de veenouder Piet Overtoom. 18 November
1865 geboren te Heerkugowaard, en thans wonende
te Ursem.
Behalve Klaas Galis deden alle 5 andere mewtge-
valletjes-beklaagden vandaag afstand van „noogei
beroen
z'n mond te veel geroerd.
Hendrik Casparus Schutte, een 38-jarlg gehuwd
inwoner van den Helder, had een gehuwde vrouw,
Petronella Kok. die hij van 'n periode van mei haar
in kennis zijn kende en wier man in de Oost was,
(thans is die Oost-ganper naar z'n dierbare PetroneJ
weer gekeerd), grovelijk mondeling beledigd en had
haar bovendien een nogal vmnigen brief geschreven.
Met f 15 te betalen, of 15 dagen in diep nadenken
tusch'en vier netjes gewitte muren door le brengen
kon Hein z'n zonde nu weer Doeten.
IN VERZET.
Theodoor van Es. los werkman te Helder, had zien'
10 Mei jl. gew>eldig tegen een politieagent verzet, die
hem wegens zijn in dronkenschap door schreeuwerij,
vloeken en anderen tot vechten uitdagen veroorza
ken van een omvangrijke volksoploop. In 't ,.bero"
had willen brengen. Vonnis f20 f 20 dagen ae pe
toet in.
HOE GENOEGLIJK ROLT HET LEVEN
Maria Francisca Leers, huisvrouw van Arie Ta-
mis te Hoorn, een mager, maar nogal, gebekt vrouw
tje, deed ons zoo de vrome veronderstelling opperen
dat die Arie ook wel niet'erg veel thuis zal hebben
in te. brengen. Wantals moeder de vrouw zoo
.mans" isdankrijgt ze allicht ruzie met
buurvrouw, als die ook nogal van optreden houdt.
En zooiets gebeurde dan ook hier.
Buurvrouw was hier vrouw Groentjes, van d'r eiges
Catharina Timmer genaamd. Er waren kinderen in
't spel. Ook was er een reeds oude vete. En 't liep
vast. Wien zal dat verwonderen?Maria rrok Ca.
thriert aan heur pas keurig opgemaakte „hairen",
wat in het vroege morgenuur van 12 Mei jl. aan me
vrouw Groentjes geb. Timmer ongewensebte pijn
veroorzaakte en wat nu voor Maria een ongcwensch-
te boete van f 10 of 10 dagen brommen ;engevolge
had!
in drift.
Jaap Mnsk, siager te Wieringerwaard, had aldaar
den 10 Mei jl. z'n knecht Rens Rezelman, oud 17
jaar, mishandeld door hem tot 3 maal toe tegen het
hoofd te slaan. Jaap was kwaad, omdat de knaap
op de baas z'n fiets doorreed in spijt van de ge
sprongen band.
liet vonnis voor den niet verschenen beschuldigde
was- f15 of 15 dag"n hechtenis.
een huur grapje.
Johan Koopmans. Egmond aan Zee. was ook niet
1-hnd zich oMaar 13 Mei jl. weder-
spannig b -lo >m! jegens 'n hem opbreng nden rijks
veldwachter, 't Vonnis was overeenkomstig den door
Mr. Heijmans, Off. van Justitie ingestelden eisch:
f40 boete of 40 dagen zitten.
dat liep fout.
Klaas Mol van Petten wou varen en had 'n kloet
gestolen. Maar Louw Mosk, een 32-jarige stoere Alk--
maarsche vletschipper, #die daar geweldig ongerief
van had, was daarmee niet content en lolde Klaas er j
in. Klaas was niet verschenen, maar zal zijn vonnis
f 40 boete of 40 dagen hechtenis wel hooren. Hij was
poortsluiter, dus: Fine.
veroorzaakt door branden, snijden
stooten. builen en insectenbeten
dadelijk behandelen met AKKER'*
verooi
B of 8tOC
I dadeli
21 Juni 1924.
Hebben wij in Engeland een drankprobleem,
vraagt de Londensche Obsorver in een artikel van
het nummer van verleden week.
Voor ik gelezen had, wat in het artikel vermeld
stond, gaf ik onwillekeurig antwoord op de vraag:
„Ja. heel zeker."
Wij hebben een drankprobleem in Holland. Het
kleinste kind. .helaas, in ons land kent de uitwer
king, die sterke drank heeft op het menschelyk
lichaam. Wie heeft nooit een dronken kerel langs
de straat zien slingeren?
Dat dit in Engeland minder zou zijn, heb ik
nooit opgemerkt. Natuurlijk wil dat weinig zeg
gen. Of er meer of minder dronkenschap bestaat in
net eene land dan in het andere, kunnen alleen de
statistieken uitmaken.
Maar één ding heb ik opgemerkt, en met afschuw
opgemerkt, in Engeland. Dat is do dronkenschap
by vrouwen. Ik kan niet gelooven, dat het zuiver
toeval is, dat ik nooit een dronken vrouw zie in
Amsterdam en herhaaldelijk dronken mannen. Ik
geloof niet, dat er veel drankmisbruik bestaat by
vrouwen in ons land. Misschien vergis ik me, he
laas. Statistieken daarover heb ik niet.
Van Engeland heb ik die wel. Daarbij komt dan,
wat ik zelf herhaaldelijk heb gezien in de Londen
sche 8traten. Het is trouwens geen wonder.
De drankbestrijding zegt heel terecht: „Hot is
niet het laatste glas, dat het hem doet. maar het
eerste." Welnu, #met dat eerste glas zijn de Engel-
sche vrouwen uit het volk veel te goed vertrouwd.
Een Hollandsche werkvrouw krijgt zooveel loon.
Een Engelsche, zooveel loon en oen flesch bier.
Vraag haar, hoeveel een flesch bier kost en zeg,
dat ze dat geld extra kan krijgen. Ze komt met
de flesch. Ik zou durven zeggen, dat zooiets in
Holland niet bestaat. In elk geval heb ik er per
soonlek nooit kennis mee gemaakt.
Is het zelfs wel erg algemeen onder de man
nen om een flesch bier mee te nemen naar het
werk? Ook dat betwijfel ik. In Amsterdam woonde
ik op een plein in een van de nieuwe buurten. Zoo
lang ik er woonde, drie jaren, werd er druk ge
bouwd. Een klok hadden we eigenlijk niet noo-
digwe rekenden bij de fluit van het werk.
Zoo was erheen fluit van half negen. Dat was
de tijd dat wij aan het ontbijt zaten, of daar juist
mee klaar waren. lederen morgen was het dan het-1
zelfde gezicht: de timmerlui en metselaars en op
perlieden holden van het werk af en kwamen terug,
beladen met flesschen. Met flesschen.... jyolk van
V.A.M.I., (voor iederen Amsterdammer een wel
bekend woord.)
Even verder dan V.A.M.I. was een bierzaak. Ik
heb nooit één enkelen werkman bier zien halen. Het
komt me voor, maar misschien vergis ik me, 'lat
zooiets vijf en twintig jaar geleden heel anders
geweest zou zijn. Dat de enkeling, die een flesch
'melk^ had gehaald, zou zijn uitgelachen. Als het
zoo. is, dan hulde ervoor aan de onvermoeibare
drankbestrijders.!
Drankbestrijders heeft ook Engeland genoeg. Met
tegenstand en bitteren tegenstand hebben zy te
kampen, zoo goed als de drankbestrijders in Hol
land. En hun tegenstanders vergenoegen zich niet
met schreeuwen, met holle phraeses. Do drank
wordfc wetenschappelijk aangevallen welnu hii
wordt wetenschappelijk verdedigd. Of als het niet
de drank zelf is, die verdedigd wordt,
dan wordt toch door wetenschappelijk ontwikkel
de mannen aangetoond, dat drankverbod en der
gelijke middelen tot bestrijding van drankmisbruik
onnoodig zfyn.
Zoo schrijft Professor Starling in een onlangs
versohenen boek: „Er is geen reden om te vreezen.
dat de toenemende matigneid, die zich doorloopend
heeft getoond gedurende de laatste generatie, nu
zou eindigen eerder mogen wij verwachten, dat
zij sneller door zal gaan."
Drankbestrijders erkennen deze toenemende ma
tigheid, hijvoorbeeld gedurende de laatste timi ja
ren, met dankbaarheid. Een sterke verminering van
alkoholgebruik en een even groote afname van al
de dingen die daarvan een gevolg zijn, hebben zich
de laatste tien jaren doen zien. Evenwel, do drank
bestrijders zijn het niet eens met Professor Star
ling over de oorzaken van dit verblijdend verschijn
sel, en hoe graag ze het zouden zijn. ze zijn he
laas niet zoo_ hoopvol als hij omtrent den doorgang
van het matigheidsverschijnsel, laat staan een toe
nemenden doorgang.
Integendeel. Zij gelooven, dat, wanneer de toe
standen van vóór den oorlog terugkwamen, de
drankbelasting werd verminderd, de sluitingsuren
werden afgeschaft, een groot gedeelte van de ver
betering, zoo niet de geneele verbetering weer zou
verdwijnen. Zij worden in deze overtuiging ver
sterkt door het feit, dat de verzachting van de
beperkende bepalingen in den drankverkoop sinds
1918, geleid heeft tot een aanzienlijke toename in
drankgebruik en dronkenschap. De volgende cijfers
voor Engeland en Wales laten dit zien:
In 1918 werden 21853 mannen en 7222 vrouwen
veroordeeld wegens openbare dronkenschap. In 1920
waren deze cijfers 80517 en 15246. In 1922 weer iets
minder: 63253 en 13094. Sterftegevallen tengevolge
van alcoholmisbruik bedroegen in 1918 voor man
nen 222, voor vrouwen 74. In 1920 voor mannen
451, voor vrouwen 140. In 1922 respectievelijk 335
en 136.
De getallen spreken voor zich zelf. In 1922
kwamen 84257 gevallen van dronkenschap voor den
rechter in Engeland en Wales. Maar we weten alle
maal, dat er heel wat geschreven moet, eer een ge
val van dronkenschap voor den rechter koint. 2e
kor mogen we wel zeggen, dat .als er 84000 gevallen
vervolgd worden, er minstons vier maal zooveel wa-
rtin in werkelijkheid, doch dat een kwart roillioeii
aan de alndacnt der politie ontsnapte of ingrijpen
niet direct noodig maakte. Het aantal sterftegeval-
len wegens alcoholmisbruik moet natuurlijk ook
aanzienlijk vermeerderd worden. Een dronken man,
die door een auto wordt overreden, sterft, volgens
opgave, tengevolge van een ongeval. In werkelijk
heid is de alcohol er oorzaak van.
Uit de cijfers, die ik noemde, blijkt, dat de open
bare dronkenschap onder vrouwen in Engeland zeer
sterk is toegenomen: van 7222 veroordeelingen in
1918 oen opklimming tot 18094 in 1922. „Het moe
derland alleen onder de Engelsch sprekende naties,"
zegt de Observer, „levert net dagelijksch schouw
spel van duizenden vrouwen en moeders, die zich
in onze kroegen bedrinken."
Men lette ook eens op de volgende cijfers: In
1923 werd 93.000.000 pona sterling uitgegeven aan
melk in Groot-Britanië en 193.000.000 p. st. aan
bier. Voor 1200 millioen gulden meer aan bier dan
aan melk. En dan vrago men zich af, in aanmer
king genomen, dat deze 193.000.000 j> st. zijn uitge
geven aan bier, dus niet aan wyn, door welke
klasse van de bevolking die geweldige belasting is
opgebracht? Is het te verwonderen, dat er voor do
1 melk zoo weinig overblijft?
De drankhandel kan aeze. cijfers niet bestrij
den. Probeert dit trouwens ook niet. Wel tracht
men er een ander licht op te laten vallen. Zoo werd,
eenigen tijd geleden, met zekeren ophef en trots,
bekend gemaakt, dat er in Engeland en Wales
slechts 3 dronkaards waren op de 1000 menschen.
Daarmee wildede drankhandel natuurlijk aan-
toonen, hoe weinig noodzaak er bestaat, om den
drank te bestrijden.
Maar hun tegenstanders waren er als de kippen
bij. Drie per duizend dat is 113.000, bijna do ge^
heele volwassen bevolking van Cardiff, toonden zij
aan. En dan echte dronkaards. De drankhandel,
zou wij in Holland zeggen, „Had daarvan niet
terug". Trachtte^ later aan te toonen, dat het oyfer
3 per duizend feitelijk te hoog was.
Het antwoord op de vraag aan het begin, van do-
zen brief: Bestaat er een drankprobleem in Engo-
land? behoef ik na de voorgaande cijfers niet meer
te beantwoorden. Ik hoop alleen,, dat het drank
probleem in Holland minder ernstig moge zijn dan
dat in Engeland.
t"gen
DE ANGST VOOR DEN RUSSISCHEN BOER.
Wanneer wij, aldus het Hdbld., aandachtig de de
batten van het dertiende communistische congres
doorlezen, dan bemerken wij dat boven de zorgen
over de nietsluitende begrooting, over de binnen-
landsche en buitenlandsche moeilijkheden staat de
vrees voor den boer. De Russische boer, die de laat
ste jaren hoegenaamd gc$n rol meer op politiek ge
bied heeft gespeeld, begint opnieuw zijn rechten te
doen gelden en hiervoor vreezen de bolsjewiki meer
dan voor alle witte generaals bij elkaar genomen.
Kamenew heeft openlijk erkend dat de economische
crisis van het vorige jaar dreigde niet alleen met
een ontwrichting van de afzetmarkt, maar. ook het
gevaar bevatte van een politieke omwenteling. Ka-
menu w verklaarde letterlijk het volgende:
„Wat'zagen wij toen? Een volkomen begrijpelijke
onrust onder de boeren, een ontevredenheid, een ver
wijdering van de idealen van de proletarische revo-
lutie".
Verder erkende Karaenuw dat de onrust onder de
boeren de aanleiding tot een gelijk verschijnsel on
der de werklieden was. welke onrust later tot' de be
ruchte „discussie" en het optreden van Trotsky heelt
geleid. Om het dreigende gevaar het hoofd te kun
nen bieden moesten de maatregelen getroffen wor
den, die toen door de tegenstanders van de partij
leiding zoo heftig gecritiseerd werden. Om de onrust
onder de boeren te verminderen heeft de regeering de
prijzen gedrukt; om dezelfde redenen werd de nieuwe
valuta ingevoerd. Het gevaar is echter nog niet ge
weken. Het is trouwens een onvermijdelijkgevolg
van de evolutie der boorenhuishouding. Het herstel
van den landbouw en (Je groei van de productie
moet onvermijdelijk er toe leiden dat de economisch
sterke boeren steeds meer en meer invloed op het
platte land krijgen en zij kunnen de leiders worden
van de opstandige beweging der boeren tegen de sov
jets. Kamenew zag het in, maar drukte het in be
dekte termen uit. maar Rykowe het officieele hoofd
\an de regeering, zette de puDtjes op de i's. Hij zei
o.a. het volgende:
„De boer is eigenaar van zijn productiemiddelen
'en zy'n welstand is een kapitalistische welstand, die
onvermijdelijk tot kapitaalvorming leidt.
„De rijke boeren vormen een steeds toenemende
klasse van bourgeois. Onze agrarische wetten geven
deze boeren geen gelegenheid veel grond op te koopen
en daarom gaan zij over tot andere vormen van
exploitatie: zij worden handelaars, fabrikanten. Deze
welgestelde, boeren steunen op de kleine-en arme
boeren en zoodoende wordt, een maatschappelijke
groep gevormd ih staat de macht aan zich te trekken
Er zijn mij talrijke gevallen bekend waarin de rijke
boeren niet alleen in do coöperaties en andere econo
mische instellingen wisten baas te worden, maar
zelfs de plaatselijke sovjets het apparaat van onze
macht aan zich wisten te onderwerpen en er ge
bruik van maakten voor hun doeleinden".
Handeldrijven is nu de eenige weg dien de naar
expansie verlangende welgestelde plattelander kan
bewandelen. Op dezen weg ontmoet hij echter veel
moeilijkheden, die het gevolg zijn van de monopolie
van den staat op het gebied van industrie etn
engroshandel en van de willekeur dor bolsjewistische
administratie. Hij wordt dus onvermijdelijk een vij
and van de sovjets en de aangewezen leider vah de
eveneens ontevreden landbouwers. De bolsjewiki
hebben daarom besloten den strijd tegen den particu
lieren handel te beginnen, hoewel zij zich de geva
ren van deze politiek volkomen bewust zijn. Rykow
heeft daarom ook nadrukkelijk verklaard dat de
kleine koopman alleen dan vervolgd moet worden
wanneer dit geen nadeelige gevolgen voor de markt
zal hebben. Aan da coöperaties is opgedragen den
kooplieden te vervangen, bovendien hebben deze een
p.-lftieke taak te vervullen, n.1. met behulp van
speciale comitó's de andere boeren van den invloed
der welgestelde boeren te „bevrijden" en op deze
wijze een bondgenootschap te stichten tusschen deze
plattelandelementen en de sovjets.
Is dit echter uitvoerbaar? Alle berichten van de
bolsjewistische bladen wijzen er op dat de evolutie
in een geheel andere richting gaat. Zoo bjjv. lezen
wij in de Ekonomitsjeskaja Zjizinj:
„Als regel behoort de heerschappij in de coöpera-
ties aan de rijke boeren, die er steeds een leidende'
rol in spelen. Een speciale organisatie van de arme
boeren zou wel de economische kracht van het plat
teland; kunnen verminderen, maar zou den inyloed m
van de.arme boeren hoegenaamd niet kunnen ver-
grooten. Bovendien zou een dergelijke politiek ten
gevolge hebben, dat de boeren, die bedrijven van
middelmatigen omvang hebben, het beste en meest
nuttige gedeelte van de boeren, aan zich zelf zou
worden overgelaten, hetgeen onvermijdelijk er toe
zou leiden ,dat zij zich nog meer bij de rijkere boe
ren zouden aansluiten, hetgeen de economische
macht van deze laatsten nog grooter zou maken."
Men ziet dus, dat de poging om een. wig te drijven
tusschen de verschillendo groepen van het platteland
en het zich voltrekkende proces te stuiten, niet veel
kans op succes heeft.
DE DUURTE TE WEENEN.
De Weensche correspondent van de N. R. Orfc.
schrijft d.d. 20 Juni:
Dó index voor Mei was 2 pot. hoog er dan die
vTOr April. Op zich zelf zegt dat niet veeL Maar
uit de gegevens, die het centrale bureau voor da
statistiek maandelijks openbaar maakt, blij'kt dat
de kosten eener huishouding tot het 15147-voudige
zijn gestegen van die van voor den oorlog, terwijl
de waarde van het geld slechts tot het 1/14400 is
gedaald. Waaruit volgt dat dezo koeten thans aan
zienlijk hoogeer zijn aan in 1914. Daarbij is echter
alleen rekening gehouden met de allereerste le
vensbehoeften, die in Juli 1914 nog met kr. 10.53 in
de maand konden worden bestreden, waarvan kr.
7.41 voor voeding, kr. 151 voor kloeding en kr L61
voor vuur on lient, terwijl alle weeldeartikelen
veel meer in prijs zijn gestegen en de belastingen
veel drukkender zijn geworden dan voor den oorlog.
De index van de prijzen in den groothandel per
19465 wijst er op, dat de gemiddelde prijs van alle
goederen, die als basis van deze berekening die
nen, meer dan een derde hooger is dan die, welke
uit de waardevermindering van de kroon voort
vloeit. In het geheel worden" steeds de prijzen van
60 goederen vergeleken. Daarvan zijn thans 14 wa
ren, die beneden de goudpariteit zijn gebleven. De
prijs van het eerste halfjaar 1914 als eenheid aange-
I nomen beloopt die van tarwe thans 13.821, van g©-
1 condenseerde melk 12.531, van thee 10.400, van ca-
cao j.0.139, van rundloder 13.492, van kalfsleder
11.844. van petroleum 10.249, van koper 13.455, van
nikkel 9130, van .margarine 11.850, van hooi 13.402,
van gezaagd hout 14.286, in plaats van 14.400.
Daartegenover staat dat de prijs van aardappelen
gestegen is tot 34.127, van katoen tot 35.912, van ka
toenen garens tot 35470, van wol tot 28.308, van
steenkolen tot 25.323, van bruinkolen tot 26.316, van
cokes tot 28.256, van "boonen tot 28.700, van erwten
tot 28.777 en van linzen tot 28.3^3.
In de volgende groep, waarin de prijzen het
20.000 tot 25.000-vouaige oeloopen van die van voor
den oorlog, behooren, gerst, melk, w;ijn, peper,
brandhout, tin. boter, lijnolie, terpentijn, soda en
1 steenen, terwijl in de laatste groep, waarin de prij
zen tot het 14.400 tot 20.010 voudige zijn gestegen,
opgenomen zy'n tarwe, rogge, haver, mais, rijst,
suiker, zout, rund-, kalfs- en varkensvlees1 h, k ï-
fie, paraffine, benzine, ijzer, plaatijzer, lori, zink.
aluminium, varkensvet, chocolade, stroo, zout eu
zwavelzuur.
I Over het algemeen zün deze hoogere prijzen van
bijna allo goederen verklaarbaar door de'duurte van
do productie, niet alleen veroorzaakt door den 8-
urigen werkdag, maar vooral door do geringe-
I ro prestatie van den werkman na den oorlog, do
duurte van het geld en. de hooge belastingen, maar
in tal van gevallen is de prysverhooging op die
wyze niet te verklaren. Waarom b.v. aardappelen
dit jaar zoo verbazend duur zijn, niettegenstaande
de oogst byzonder goed was en Oostenrijk 94 pet.
van het eigen verbruik zelf dekte, tegen 74 j>ct.
in 1922 is een raadsel.
In den .kleinhandel zijn de prijzen nog^ veel
meer gestegen dan in den groothandel, en in de
huishouding moet natuurlijk uitsluitend daarmee
rekening worden' gehouden. De Weensche kaïner
van koophandel maakt deze pryzen maandelijks be
kend, en daaruit blijkt eigenlijk hoe duur Wee
non in de laatste iaren is geworden. Ook zij neemt
de prijzen van vóór den oorlog als eenheid aan, en
komt dan tot het resultaat, dat b.v. een pak kleeren
nu 24286 kost, damess taffen. £1579, katoenen s. off en
31579, flanel 26512. wollen garens 30.000. katoenen
garens 27200, een eenvoudige tafel 29890. een stoel
26374, een glas 18001, een hord 21667, stijfsel 2->000,
kaarsen 21538. kolen 22"71. enz Deze ciif rs zen na
genoeg alle tweemaal hot»ger dan d gou iriteit,
en maken dat. Weenen. twee jaar geleden nog een
van «In goedk'iopste steden in Etirop.i. {iu -n v.an
de duurste plaatsen is geworden.