r TWEEDE SLAT>- Raad Zuidscharwoude. Binnenlandse!» Nieuws. FEUILLETON. VROUWENLIST. Woensdag 23 Juli 1924. 67s!e Jaargang. Mo. 7472. Vergadering van den Raad dezeT gemeente op Maandag 21 Juli, des avonds half acht. \fwezig de heer Krapoer. Als eerste punt is aan de orde de beöediging van don nieuwbenoemden gemeente-secretaris. De heeren Groen en Zeeman belasten zich met de taak op ver zoek van den voorzitter, den heer Kunnen binnen te leiden. j i De vereischte eeden worden afgelegd. Voorzitter wenscht den heer Runnen van harte geluk met de benoeming en hoopt, dat het vertrou wen dat hierdoor in hem gesteld is, niet beschaamd zal worden. Ik twijfel aldus de voorzitter daaraan niet het minst, waar u theoretisch en prac- tisch geschikt bevonden bent fot behartiging van de belangen dezer gemeente, is geen twijfel mogelijk. Uw naam duidt reeds in die richting. Als dan naast het kunnen ook het willen geplaatst wordt, zal het wel rond loopen. Ik hoop. dat u een en ander naar genoegen van den Raad zult volbrengen. Evenmin twijfel ik aan een aangename samenwerking tus- schen burgemeester en secretaris. Ik-vertrouw dat deze samenwerking zal zijn zooals die behoort. Voor de ingezetenen is het uw taak prettig, behulpzaam en tegemoetkomend te zijn. Ais dit zoo is, twijfel ik niet of u zult slagen. In velerlei opzicht stel ik uw voor ganger ais voorbeeld. De heer Parma maakte steeds de gemeentebelangen tot zijn belangen. Hij heeft aan de gemeente gegeven wat mogelijk was. Ik hoop dat u binnen korten tijd zult zijn ingeburgerd en dat u l8nge jaren met uw gezin hier een prettige woon plaats en werkkring zult vinden. De heer Kunnen dankt voor de woorden door den voorzitter gesproken en betuigt den Raad zijn dank vcor het vertrouwen in hem gesteld. Hij zegt volko men het gewicht van het ambt te beseffen, hoopt het in hem gestelde vertrouwen waardig te worden, doet een beroep op de medewerking van allen en hoopt onder die omstandigheden nog lange jaren de be langen der gemeente te dienen. Hierop volgt algemeene felicitatie. Ingekomen is een adres van de afdeeling Alkmaar van de vereeniging tot zedelijke verbetering van ge vangenen, om een subsidie van f 10. B. en W. stellen voor dit adres bij de begrooting te behandelen. Over 1924 zegt de voorzitter, is ook f10 uitgekeerd. Aldus besloten. In verband met het besluit om den datum van ontslag aan den tijdelijken gemeente-secretaris aan B. en W. over te laten, deelt de voorzitter mee, dat dit onderwerp in B. en W. niet vlotten wil, waarom voorgesteld wordt dit besluit in te trekken en de da tum door den Raad te laten bepalen. De heer du Burck frappeerde het dat bij de stuk ken een schrijven was van den heerBerkhouwer, waarin deze een verlof vroeg van 22 Juli tot 1 Aug. Spreker vroeg of dit bij vergissing tusschen de stuk ken geraakt was. Voorzitter: Dat was geen vergissing. De heer du Burck heeft den indruk gekregen, dat de heer B. liever niet meer op de secretarie komt. doch meent dat het van belang kan zijn dat de nieuwbenoemde secretaris nog geassisteerd wordt. Spreker acht geen enkele aanleiding aanwezig om nu juist op het einde dit verzoek te doen. Hij krijgt er den indruk uit dat de heer B. captie wil maken en zou, als het niet in (\p instructie staat, geen ver lof willen toestaan. Bij geruchte heeft spreker ver nomen dat B. op 1 Augustus ontslag wil. Hij zou dat willen toestaan doch geen verlof tot dien datum. De heer Zeeman heeft de brief niet gezien. Deze was toen niet bij de stukken. De kwestie is hem dan ook geheel onbekend. Het verbaast hem dat dit punt behandeld wordt. .Voorzitter: Het zijn twee zaken die we moeten scheiden, het verleenen van ontslag en het geven van verdof. De brief is vanmiddag om half drie in gekomen en ik meende deze tpen nog bij de inge komen stukken te moeten leggen. Hert laatste houdt echter geen verband met het eerste. De heer Zeeman: Is er een instructie. Voorzitter: Neen, doch het verzoek behoort afge daan te worden door B. en W. De heer Zeeman meent dat dan het ontslag gege ven moet worden met inachtneming van een termijn die het meest gebruikelijk is. b.v. drie weken of een maand. Morgen of 1 Augustus komt me te koud op. Ik hoop. als de heer Berkhouwer zich de zaak in denkt, hij meer loyaal zal staan tegenover den nieuw benoemden secretaris. U mijnheer de voorzitter, zult natuurlijk alle medewerking verleenen, doch uw plichten roepen u ook elders. Loyaler medewerking i is van de zijde van den heer B. wel gewenscht. De heer Berkhout: Ik kreeg den indruk dat B. en W. hem ontslag verleend hadden met 1 Augustus. Het blijkt nu dat B. liever uit deze functie ontslagen wil zijn. Waar echter de secertaris hier nieuw in- komt, staat hij tegenover sommige zaken vreemd en is eenige voorlichting wel noodig. Ik twijfel niet of met medewerking van den voorzitter zal de zaak marcheeren, ook buiten de medewerking van den heer B. om. Het is me duidelijk, dat hij liever hier I $iet meer verschijnen wil. Ik stel voor het ontslag te verleenen op 1 Augustus, echter zonder verlof. De heer Groen: Het is een eigenaardige geschiede- 1 nis De voorzitter zegt dat het in B. en W. niet vlot ten wilde, doch wijzer worden we niet. Ik begrijp ook dat B. hier liever niet meer verschijnt. Wat achten B. en W. beter. Kan de heer B. gemist wor den. Voorzitter: Gemist en gemist is twee. B. en W. willen op het verzoek van B. afwijzend beschikken, omdat het de gewoonte is, dat do een de zaken aan zijn opvolger overdraagt. Zoo zou de overdracht niet kunnen geschieden. Het is niet noo dig om behulpzaam te zijn, doch om mededoeling te doen hoever sommige werkzaamheden gevorderd zijn. Bovendien is de heer B ook ontvanger en kan de nieuwe secretaris niet direct tijdelijk ontvanger zijn. Ook daarom is het geven van verlof niet gewenscht. De heer Bekker: Wij hadden gesproken van 1 Augustus. Voorzitter: Neen van 15 Augustus. Wethouder Kroon beaamt dat. De heer du Burck meent, dat de secretaris tot 1 Augustus voldoende in staat is zich in te wijden. Spreker acht het dan geen kwaad het ontslag op 1 Augustus te laten ingaan, waarin dan tevens uit gesproken is, dat geen verlof gegeven wordt. Waar dit juist gevraagd wordt op het einde van den werkkring, meen ik dat er een luchtje aan is. Hij moest het op prijs stellen de nieuwe secretaris te kunnen inwijden. De heer Zeeman: Door de discussies kan meer en meer een oordeel geveld' worden. Ik acht het niet in het belang van de gemeente dat de heer B. zoo spoedig vertrekt, doch wil dat hij den nieuwbenoem den in alles bijstaat om zich voldoende te kunnen inwerken. Ook na 14 dagen kan zich de wenschelijk- heid daarvan nog blijven voordoen. Ook zullen d e ontvanger en de secretaris nog wel iets meer met elkaar te doen hebben, waarom ik meen, dat wij alles moeten doen, om die twee met elkaar te verstaan. Ik kan me de teleurstelling van i den heer B. indenken, doch wij mogen ons daardoor niet laten leiden. Ik hoop, dat hij gaat gevoelen, een andere hou ding te moeten aannemen. Ik zou hem nog een maand werkzaam wallen houden. Wethouder Kroon: Mijn idéé was tot 15 Aug. en dan de laatste week verlof; dan is h;i hier nog drie weken werkzaam. Voorzitter: De voorlichting gaat alleen over de j loopende zaken. Dat kan in enkele dagen. De heer Berkhout handhaaft zijn voorstel tot 1 j Augustus. Voorzitter wenscht comité voor het doen van eenige mededeelingen zijnerzijds. De raad gaat in ocmite, waarmee een klein kwar tier heen gaat. Na heropening vraagt de heer du Burck het woord. Hij meent dat naar aanleiding van hetgeen hij .gehoord heeft, het op den weg van den raad ligt, alleen rekening te houden met het schrijven wat we voor ons nebben. De hoer. B. wil zoo gauw mogelijk verdwijnen, doch het Is noo-dig een termijn te stellen om den secretaris gelegenheid te geven, zich in 'te wijden. Voorzitter wil de brief buiten beschouwing hou den. De heer du Burck: Dan stel ik voor, hert ontslag te doen ingaan op 1 Augustus. De heel* Groen: Het is d'e vraag of de brief buiten beschouwing moet tblijven. Is het de ge woonte een week verlof te geven, dan moet het ook nu gebeuren, doch dan kan hot in Augustus gege ven Vorden. De heer Zeeman zegt. in zijn meening niet ver- anderd te zijn. De termijn dient zoo ruiin mogelijk genomen te worden. Wat anderen doen, kan hem niet schelen. Als het kans van slagen had, had hij geen bezwaar tot 1 October te gaan. Als we beslui- ten tot 15 Augustus en hij zou eerder- gemist kun nen worden, kunnen B. en W. altijd nog handelen. I Voorzitter wil niet vasthouden aan verlof. De heer Kroon wil tot 15 Augustus en dan de laatste week verlof. I De heer Berkhout wil zioh neerleggen bij het idée-15 Aug., hoewel hij niet van de noodzakelijk heid overtuigd is. De heef- au Bun k legt zich daar ook bij nc*&v Allen blijken hier voor te zijn, zoodat besloten wordt, het ontslag met 15 Augustus te laten ingaan. Voorzitter dankt den hoer Berkhouwer voor de diensten aan de gemeente bewezen, niet. alléén als ambtenaar ter secretarie, doch speeiaal w4t hij, als directeur van do distributie voor ao gemeente gedaan heeft. De heer Kunnen wordt hierna met algemeene stemmen als ambtenaar van den burgerlijken stand benoemd. Deze verklaart gaarne de benoeming aan te no men. De gemeenterekening wordt hierna aangeboden met de volgend xnjfera: gewone ontvangsten ^f 56695.51V2. gewone uitgaven f52980.73, saldo f 8714.78V*. Buitengewone ontvangsten f 9462.50, bui tengewone uitgaven f 7860.50, saldo f1602. Totaal ontvangst f 66158. OIVa, totaal uitgaven f60841.23, (totaal saldo f5816.78V». Met het nazien worden belast de heeren du Burck, Groen en Zeeman, die zich deze aanwijzing laten welgevallen. Zij worden tevens belast inet de rekening van de lichtbedrijven an met die van I het burgerlijk armbestuur. I Ala zetters zijn aftredend de heeren J. Kroon en S d.e Boer Kz. B. en W. geven de volgende aanbeveling: 1. J. Kroon, 2. J. Butsen; 1. 8. tie Boer Kz., 2. C. 8. de Boor Kz. De stemming brengt daarin geen verandering. Rondvraag. De Heer du Burck merkt op, dat de brug van K. Kostelijk zoo ver vooruit steekt. Nu de jstraat zoo verbeterd is, is het gewenscht, hier ook een poging te doen. Voorzitter is het daarmee volkomen eens. B. en W. hebben meermalen de wen schel ijkheid uitgesproken, doch Voorzitter gelooft niet, dat oen poging succes zal hebben. Destijds is er veel moeite voor gedaan do brug 'te krijgen waar die nu is, •nlijk door de familie en meermalen is me Kostelijk meegedeeld, aat ze het zullen toejuichen als de brug zoo blijft. Hot schijnt toen nog gegaan te 'zijn, met opoffering van oen hoekje gemeente grond. Wethouder Kroon: Gemeentegrond is daar nist, als het de straat hief raakt. De toestand is cLa&ij vroeger nooit zoo erg geweest als nu de boomen weg zijn. De brug komt nu zoo uit. Het is wél gewenscht met klem op verbetering aan te dringen. Ik geloof, dat het met weinig moeite verbeterd kan worden. Voorzitter zal een poging doen. De heer Zeeman wijst op een steenen drempel voor de brug van de pastorie, die ook in de straat ligt Voorzitter: Dat treft u. De president-kerkvoogd, de heer Kroon, zal er wel nota van nemen. De heer du Burck bepleit aanschaffing van oen schrijfmachine. Voorzitter deelt mee, dat destijds reeds machti ging verleend is, docji toen niemand de kunst ver stond. Later is er een op proef geweest, doch tot aanschaffing is het nooit gekomen, met het oog de plannen van Langendjjk-één. Het zal nu wel ge beuren; ze zijn onmisbaar in don tegenwoordigen tijd. De heer du Burck zegt, dat de ontvanger van de inkomstenbelasting te Noordscharwoude zitting houdt, doch het tiaar zoo druk is, dat de mensohen de centen niet kwht kunnen komen. Kan geefft verzoek gedaan worden, om ook in deze gemeente, zitting te houden. Voorzitter: Het is eerder reeds geprobeerd, doch er werd afwijzend op beschikt. De heer Groen: Was het toen misschien in den tijd van den Girodienst, dat het niet noodig geacht werd. Misschien is liet goed het verzoek nu te herhalen. Voorzitter gelooft niet aan resultaat, doch het kan geprobeerd worden. Hierna sluiting der vergadering. (Reeds gisteren aan onze abonnees aan den Lan- gendijk toegezonden.) DE MEDEZEGGINGSCHAP IN HET BEDRIJFS LEVEN. In 1923 heeft de Yrijz.-Dem. Bond een commissie benoemd die over het vraagstuk der „medezeggen- schap in het bfdrjjf&leven zou moeten rapporteèren. Voorzitter der commissie was mr. A. C. Josephus Jitta. Haar rapport is thans gepubliceerd. Uitgangspunt daarvan was het derde onderdeel van punt II der beginselverklaring van den Vrijzinnig- Democratischen Bond, luidende: „Allen, die in het bedrijfsleven werkzaam zijn, behooren belang te heb ben bij de uitkomsten van het bedrijf eni medezeg genschap in de regeling der arbeidsvoorwaarden en in de organisatie van het bedrijf. Daarnaast beschouwde de commissie als richtsnoer, de bevordering der samenwerking van de beidie pro- i ductiefactoren, arbeid en kapitaal, of liever van den j levenden en den dooden arbeid. In de conclusies lezen wij oa.: I „De collectieve samenwerking van arbeiders en on dernemers moet verder worden uitgebouwd. Zij dient, waar eenigszins mogelijk, <te taak over te nemen, die thans nog voor het grootste deel door de overheid en j haar ambtelijke organen moet worden verricht, i „Hat begrip medezeggenschap dient voor alles te 1 worden opgevat in organischen zin. Al zou de com missie niet willen beweren, dat van een individueele medezeggenschap ook in de verste toekomst nooit sprake zal kunnen zijn, zeker is de tijd daarvoor thans nog bij lange na niet rijp.11 „Daarvoor wil de commissie geen nieuwe „raden'1 in 't leven roepen. „De medezeggenschap moet worden verwezenlijkt door middel van bestaande organen, de vakvereeni- gingen der arbeiders en werkgevers. De sociale be- toekenis dezer vereenigingen valt Diet te loochenen. Waar zij bestaan, ls het tn leven roepen van een af zonderlijke organisatie overbodig; waar zij ontbre ken, bestaat nog zoo weinig organisatorisch verband tusschen de individueele bedrijfsgenooten, dat van het in het leven roepen van een of anderen raad geen heil i9 te verwachten. Dat sluit natuurlijk niet uit, dat in bedrijven, waar de wenschelijkheid daar van wordt gevoeld, door de organisaties van werkge vers en arbeiders gemeenschappelijke organen in het leven worden geroepen, die op de naleving van ccllectieve aanspraken hebben toe te zien of beslis singen over geschilpunten hebben te nemen. Het be zwaar tegen „kunstmatig" van bovenaf in het leven geroepen organisaties zal immers Juist bij laatstge noemde niet aanwezig zijn". Wat kan de overheid doen tot bevordering dezer ontwikkeling? In verband daarmede verwijst de com missie naar het beginsel uit de arbeidswet, dat af wijking van den normalen ^arbeidsdag op grond van collectief overleg van organisaties van ondernemers en loonarbeiders mogelijk maakt. „Het zwaartepunt der medezeggenschap van do aiv beidors in de bedrijven, ligt naar het oordeel der commissie voor hen in 't medebeslisson over do ar beidsvoorwaarden, die op hen van toepassing zijn en over de loonen, die zjj zullen verdienen. Om deze te kunnen regelen tot wederzijdsche tevredenheid zal moeten werden gestreefd naar collectieve arbeids overeenkomsten, af te sluitem tusschen de organisa ties van bedrijfsgenooten (werkgevers en werkne mers, of bij ontstentenis van een organisatie der werkgevers tusschen de werkgevers individueel en de arbeidsorganisaties11. „Het zal voor een vruchtbaar overleg over de af sluiting van dergelijke contracten van het grootste belang zijn, en liet is van de mede beslissingsmacht over de arbeidsvoorwaarden de onafwijsbare conse quentie, dat aan de vertegenwoordigers der arbei ders inzicht wordt gegeven in den gang van zaken van het bedrijf". Ook hier kan de wet niet rechtstreeks dwingend optreden, maar in de arbeidsgeschillenwet ligt een mogelijkheid in die richting. „De toepassing van die wet zaJ er in Bterke mate toe moeten bijdragen, dat de opvatting, dat de bo- oordoeling van hetgeen het bedrijf kan dragen niet alleen do zaak des werkgevers is, gemeen goed wor de". „De Commissie gaat mede met het door een groo- te meerderheid van don Hoogen Raad (van Arbeid) aanbevolen denkbeeld der bindendverklaring van de colléctieve arbeidsovereenkomsten, look voor dege nen, die de overeenkomst niet gesloten hebben". De prijzenpolitiek wil de commissie althans voor- loopig niet betrekken in den kring der onderwerpen waarover medezeggenschap moet worden verleend. Hot rapport wil mede in verband met de beoordee ling der vrafig, of er aanleiding bestaat een collectie ve overeenkomst bindend te verklaren, aan den Hoo gen Raad van Arbeid verordenende bevoegdheid ge ven. Ten aanzien van het overheidspersoneel sluit de commissie zich aan bij den wensch, dat de rechts positie en de arbeidsvoorwaarden van dit personeel worden geregeld door een commissie waarin verte genwoordigers van het personeel en van de over heid zitting hebben. Intusschon wenscht de commis sie er daarbij ter voorkoming van misverstand na drukkelijk op ie wijzen, dat zij hiermede geenszins op het oog heeft een regeling, krachtens welko aan de overheid bepalingen zouden kunnen worden opge drongen, die deze niet wenscht. Ten slotte bespreekt de commissie ook de winst- deeling en het deelhebberschap. „De overheid zal deze deelhebberschap in particu liere bedrijven langs indirecten weg kunnen bevor deren, door ten aanzien van haar eigen bedrijven in deze het voorbeeld te geven. Een staatkundige partij als de onze kan echter daarnaast ook op andere wijze propaganda voor verwezenlijking dezer denk beelden maken". JULI A N ADORP. Zondag hield de vereeniging „De Postduif" Üe eerste wedvlucht met jonge duiven vanaf Alkmaar, afstand 34 K.M. Er namen 40 duiven aan deel, die 's morgens per E.S.O.N.A. verzonden waren en om hall twaalf et Alkmaar werden losgelaten. De le prijs behaalde O. van TJperon, aankomst 11 u. 57 m. 38 sec.; 2e prijs B. Delver, aanfltomart 11 u. 58 m. 30 fcec.; '3e prys S. J. r. d. Haag* aankomst 11 u. 58 m. 33 sec.; 4o pris P. BroenCz.. om 11 u. 58 min. 45 sec.; 5e pa$8 J. A. tin 'fc Veld, om 11 u. 59 m. 45 sec.; 6e prijs J. Marees om. 121 u. 59 sec. Deze vlucht is goed goslaagd en begunstigd door prachtig weer. De volgende week vanaf Beverwijk, afstand 52 K.M. WINKEL. Zondag hield de Postduivenvereeniging „Steeds Verder", een vlucht vanaf Alkmaar. Er werd met 44 jonge vogels gevlogen, die om 9.30 uur werden los gelaten. De thuiskomst was als volgt: 1. P. Kort, 2 vogels om 9.44.32. 2. P. Strobbe, 2 vogels om 9.44.49. 3. Th. de Pree, 3 vogels om 9.45.03. 4. G. Smits, 2 vogels om 9.45.55. 5. N. Wijn, 1 vogel om 9.46.55. 6. D. v. d. Hulst, 4 vogels om 10-4.11. 7. D. A. de Bruin 1 vogel om 10.4.55. Alle vogels waren binnen het uur thuis. Volgende Zondag vanaf Weesp. Naar het Engelsch van C. N. en A. M. WILLIAMS ON Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr. 29. „Daar ben ik nog zoo zeker ntefc van. Kit weet alles van haar. Zij heeft het aan Churn verteld." „Zij zal het aan niemand anders vertellen, daar kan jo op rekenen. Als zij van den moord beschul digd wordt, zal zij als motief nooit opgeven, dat zij parelen wilde stelen. Zij zal zeggen, dat Peterson haar beleodigde of iets van dien aard." „Zij heeft er tegen Ohurn over geklaagd, dat Pete zoo onhebbelijk tegen liaar was en dat, als Churn gehoord had wat hij "tegen haar zeide, deze hem dadelijk do hersens ingeslagen zou hebben." „Je ziqt wel, dat ze zich in de oogen van haar amant wilde excuseeren. Je kunt dus wel begrijpen, daarop nog meer den nadruk zal leggen om mch vfce redden van den Stoel. Wat je vriendin Mrs. Sands betreft, kan je gerust zijn. Ik zal niets togen haar zeggen. Jo hebt naar lier. Jij kimt mis schien geluk hebben en ik ongelijk. Ik wordt nede- ng. Ik stel mijn oordeel niet tegenover dat van jou, ofschoon ik van de dame in quaestie eenige din gen weet, die jou waarschijnlijk onbekend zijn- Maar voor jou is zy good geweest. En dat maakt voor mij alle verschil. Zij moet gered worden van de gevolgen van 'dingen die je van mijn lippen nooit zult hoorem." „Dus dan zal je haar de papieren geven?" ,.,Do papieren, die jij mij &en Zondagavond te ruggestuurd hebt?" „Dat heb ik niet gedaan. Ik weet niet wie hel wel gedaan heeft. Dat is het grootste mvsterio. Maar als je mij liefhebt, mbet je ze teruggaven O'Railly k*ek ernstig. „Ik hri> je lief," zeide hij, „meer dan ik ooit gedacht had te kunnen liefheb ben, pfschoon ik wel Vermoedde, dat het erg met me zijn zou, als het oogmblik voor mij kwam. Maar ik heb de papieren aan Heron gegeven, wiens eigen dom zij waren en zijn. Ik bewaarde ze alleen maar voor hem, omdat hij bang was, dat ze bij hem niet veilig waren." „John Heron" riep Clo uit. Een gedachte was I plotseling van den achtergrond van haar geest naar voren gesprongen en deea haar angst voor Bever- ley wijken. „Ja, natuurlijk, hij is een vriend van je. I Maar hü is in een ernstiger gevaar dan zijn papie- i ren ooit waren. Uit dingen, die zij zeiden, maak ik op, dat Pete naar het Oosten kwam, om hem te vermoorden. Het was hun natuurlijk ook om de papieren te doen. Pete had een persoonlijken wrok tegen Mr. Heron en was dus een prachtig werktuig. Toen Pete vermoord was, moest Chuff iemand an ders zoeken. Ik ken John Heron niet; 'ik heb hew» nooit in mijn léven gezien, maar „Dan vergis je je," viel O'Reilly haar in. de rede. „Heb je niet gemerkt, dat er iemand kwam uit de appartementen naast mijn kamer, waarin je je toe gang verschafte met mijn sleutel, dien je hum! gevonden hadt?" „Jal" riep Cld uit „Een mooie vrouw in een prach. tigen japon met schitterende juweelen en een groote man met roodachtig haar en o, oogen! Groote donkere oogen, die me op een vreemde manier aan keken. Ik kreeg er kippevel van!" „Dat was de eerste maal, dat je John Heron gezien hebt, den man. dien zijai vijanden nog steeds den: Oil Trust King noemen ofschoon zij, dank zij Roger Sands, dat niet meer hardop durven doen. De twee de maal moet het in Heron's kamer geweest zijn. Maar oordeel zelf. Hij was met zijn vrouw beneden geweest. Hij ging weer naar boven om iets te halen en vlak bij zijin deur die hü juist geopend had viel hij flauw. Enfin, om kort tQ gaan. nadat je m!j je avonturen verteld hadt, viel het me in, dat er een reden voor die flauwte zijn moest. Heron is er de man niet naar, om zelfs voor zooiets in onmacht te vallen. Dat zou verklaard kunnen worden, wan neer „Ik begrijp het", zeide Clo. „Ik zag toen, dat hij ver bijsterd was, maar den eersten keer, bij de deur, teen hij met zijn vrouw was. keek hij mij niet aan alsof ik een- vreemde was. Het was. alsof hij mij. ken de en hij heel verbaasd was mi) weer te zien. Dien indruk kreeg ik tenminste, maar ik was erg ze nuwachtig." „De meeste mei&jes zouden een lijk geweest zijn!1* „Maar ik was als een vurige kool. Maar we moeten van Mr. Heron geen lijk laten maken. Laten we hem waarschuwen! Maar waar zün we eigenlijk?" „In hetzelfde huis nog als waarin je bijna veertien 1 dagen geweest bent. De dokter vond het to gevaar- j lijk je te vervoeren. Wij hebben de kamer zou gauw en zoo goed mogelijk gedesinfecteerd en toen heeft j hij den kogel uit je armen schouder gehaald. Maar je 1 bent nu weer veel heter of je zult het in ieder geval zijn, wanneer je* wat gerust hebt en dan brengen we je naar een ziekenhuis. En wat Heron betreft, hü en zijn vrouw zijn naar Narragansett gegaan. Dat is dicht bij Newport, waar Mrs. Sands woont." „Engel al in Newport! En) de parelen dan maar ik heb aan Ellen Blackburne gezegd, dat zij ze daar heen brengen moest als het noodig was. Geloof je, dat ze het doen zal?" „Zeker. Zij zal den eersten trein1 nemen." „Neen, dat zal zij niet doen. Zij denkt vóór alles altijd aan haar moeder. Maar het bal is morgen avond pas. Engel zal de parelen niet eerder noodig hebben. O, als ik maar zekerheid had, dat zij ze krij gen zal. Eerder zal ik geen rust hebben. Ik moet naar Nekport Ik moet." „Wanneer je sterk genoeg bent" „Ik ben nu sterk genoeg. Hoe laat is hot? „Het loopt tegen den avond. Het heeft lang geduurd vóór je bijkwam. Dadelük zal do dokter zeggen, of Je vanavond naar het ziekenhuis vervoerd kan worden. „Als ik naar een ziekenhuis vervoerd kan' worden, kan ik ook naar Newport vorvoerd worden. Zeg aan den dokter, dat ik uit mün vel springen zal, als ik niet kan." Zeg hem dat zelf maar." ,Jk moet gaan. Ik moet weten of a!le9 met de pa- beroemde bal te zijn laten we zeggen in een mak kelijken auto met. veel kussens, wil jo dan gaan als mijn vrouw?" Clo staarde O'Reilly verbaasd aan. alsof hij een vreemde taal gebruikt had, waarvan hij verwachtte* dat zü die begrijpen zou. „Als je vrouw?" tija wii je dan niet met me trouwen? Dat ge beurt toch altijd, als een man en een vrouw van elkaar houden!" „O later als je zeker weet, dat je een dom me kleine meid hebben wilt, die in een weeshuis opgegroeid is, winkeljuffrouw is geweest en geen cent in de wereld heeft behalve een paar dollar, dlo ik nog over heb van Mrs. Sands1 geld. Heel veel later, als Je er goed over gedacht hebt 11 „Ik heb, nadat we elkaar hebben leeren kennen, nergens anders aan godacht en ben tot het besef gekomen, dat jü mijn leven en mijn ziel bent. Als jij wilt, kan het net zoo goed morgen al. Wil je me niet troosten voor het verlies van het eenige ding behalve jü dan dat ik ooit met mijn heele hart heb willen hebben? Ja, dat moet je, als je me lief hebt. Het lieve oude huis is van mijn var der geweest. Toen je je bij mij liet aandienen als Miss O'Reilly, dacht ik, dat je mün half idiote nicht Theresa was, die mij kwam zeggen, dat zij van idee was veranderd en mij haar huis wilde verkoo- pon. Ja, heusch, als je van me houdt, dan moet je die teleurstelling goed maken. De man van jou Engel heeft Theresa omgekocht om het aan hem te verkoopen. Ik ben het nu voor goed kwüt. Maar reC 2ÏdSisIkm^ wïten M bo Twr of betê; als Je vaSavond met me wilt trouwen, kan he me U dit Stmton dwïï is" niet schelen. In de vreugde de man en de verpleger %.Xn dotd?" le zijn van de dapperste en liefste muis in de we- :?a Heb jfhem gekend?" feld zal ik alles vergeten en de gelukkigste man Tk wwt wat van hem Hil is n °P Gods aardbodem zijn "zeg het me niet. Misschien wil ze liever biet, dat „Maar je kan zoo maar met In een; handom- ik het weet. Ik weet niets dan dat Kit en Churn1 over draaien trouwen Am ..fl zijn dood praatten en zeiden, dat Engel bedrogen „Niet? Hoe lang heb je in Amerika gewoond, wa3» mijn kleine Iersche schat? I „Bij God, ik begin licht te zien.** -Maanden lang. Meer dan een jaar. Maar ik heb I „Zie Je dan ook in waarom ik naar haar toe moet? nooit over het huwelijk gepraat. En je hebt misschien vergeten wat ik je over Mr. ..Daar ben ik heel blij om. Maar Je zult over niets Heron verteld heb. Als hü dicht bij Newport is, anders meer hooren tot de band gelegd is. we dan—" laten er hier geen gras over groeien ..Luister eens. lieveling, als de dokter regt. dat ie Dan ging de deur open en kwam de dokter bln- morgen erheen kunt vroeg genoeg om er vóór het nen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 5