r
TWEEDE SLAT>-
Raad Zuidscharwoude.
Binnenlandse!» Nieuws.
FEUILLETON.
VROUWENLIST.
Woensdag 23 Juli 1924.
67s!e Jaargang. Mo. 7472.
Vergadering van den Raad dezeT gemeente op
Maandag 21 Juli, des avonds half acht.
\fwezig de heer Krapoer.
Als eerste punt is aan de orde de beöediging van
don nieuwbenoemden gemeente-secretaris. De heeren
Groen en Zeeman belasten zich met de taak op ver
zoek van den voorzitter, den heer Kunnen binnen te
leiden. j i
De vereischte eeden worden afgelegd.
Voorzitter wenscht den heer Runnen van harte
geluk met de benoeming en hoopt, dat het vertrou
wen dat hierdoor in hem gesteld is, niet beschaamd
zal worden. Ik twijfel aldus de voorzitter
daaraan niet het minst, waar u theoretisch en prac-
tisch geschikt bevonden bent fot behartiging van de
belangen dezer gemeente, is geen twijfel mogelijk.
Uw naam duidt reeds in die richting. Als dan naast
het kunnen ook het willen geplaatst wordt, zal het
wel rond loopen. Ik hoop. dat u een en ander naar
genoegen van den Raad zult volbrengen. Evenmin
twijfel ik aan een aangename samenwerking tus-
schen burgemeester en secretaris. Ik-vertrouw dat
deze samenwerking zal zijn zooals die behoort. Voor
de ingezetenen is het uw taak prettig, behulpzaam en
tegemoetkomend te zijn. Ais dit zoo is, twijfel ik niet
of u zult slagen. In velerlei opzicht stel ik uw voor
ganger ais voorbeeld. De heer Parma maakte steeds
de gemeentebelangen tot zijn belangen. Hij heeft aan
de gemeente gegeven wat mogelijk was. Ik hoop dat
u binnen korten tijd zult zijn ingeburgerd en dat u
l8nge jaren met uw gezin hier een prettige woon
plaats en werkkring zult vinden.
De heer Kunnen dankt voor de woorden door den
voorzitter gesproken en betuigt den Raad zijn dank
vcor het vertrouwen in hem gesteld. Hij zegt volko
men het gewicht van het ambt te beseffen, hoopt het
in hem gestelde vertrouwen waardig te worden, doet
een beroep op de medewerking van allen en hoopt
onder die omstandigheden nog lange jaren de be
langen der gemeente te dienen.
Hierop volgt algemeene felicitatie.
Ingekomen is een adres van de afdeeling Alkmaar
van de vereeniging tot zedelijke verbetering van ge
vangenen, om een subsidie van f 10.
B. en W. stellen voor dit adres bij de begrooting
te behandelen. Over 1924 zegt de voorzitter, is ook
f10 uitgekeerd.
Aldus besloten.
In verband met het besluit om den datum van
ontslag aan den tijdelijken gemeente-secretaris aan
B. en W. over te laten, deelt de voorzitter mee, dat
dit onderwerp in B. en W. niet vlotten wil, waarom
voorgesteld wordt dit besluit in te trekken en de da
tum door den Raad te laten bepalen.
De heer du Burck frappeerde het dat bij de stuk
ken een schrijven was van den heerBerkhouwer,
waarin deze een verlof vroeg van 22 Juli tot 1 Aug.
Spreker vroeg of dit bij vergissing tusschen de stuk
ken geraakt was.
Voorzitter: Dat was geen vergissing.
De heer du Burck heeft den indruk gekregen, dat
de heer B. liever niet meer op de secretarie komt.
doch meent dat het van belang kan zijn dat de
nieuwbenoemde secretaris nog geassisteerd wordt.
Spreker acht geen enkele aanleiding aanwezig om
nu juist op het einde dit verzoek te doen. Hij krijgt
er den indruk uit dat de heer B. captie wil maken
en zou, als het niet in (\p instructie staat, geen ver
lof willen toestaan. Bij geruchte heeft spreker ver
nomen dat B. op 1 Augustus ontslag wil. Hij zou
dat willen toestaan doch geen verlof tot dien datum.
De heer Zeeman heeft de brief niet gezien. Deze
was toen niet bij de stukken. De kwestie is hem dan
ook geheel onbekend. Het verbaast hem dat dit punt
behandeld wordt.
.Voorzitter: Het zijn twee zaken die we moeten
scheiden, het verleenen van ontslag en het geven
van verdof. De brief is vanmiddag om half drie in
gekomen en ik meende deze tpen nog bij de inge
komen stukken te moeten leggen. Hert laatste houdt
echter geen verband met het eerste.
De heer Zeeman: Is er een instructie.
Voorzitter: Neen, doch het verzoek behoort afge
daan te worden door B. en W.
De heer Zeeman meent dat dan het ontslag gege
ven moet worden met inachtneming van een termijn
die het meest gebruikelijk is. b.v. drie weken of een
maand. Morgen of 1 Augustus komt me te koud op.
Ik hoop. als de heer Berkhouwer zich de zaak in
denkt, hij meer loyaal zal staan tegenover den nieuw
benoemden secretaris. U mijnheer de voorzitter, zult
natuurlijk alle medewerking verleenen, doch uw
plichten roepen u ook elders. Loyaler medewerking
i is van de zijde van den heer B. wel gewenscht.
De heer Berkhout: Ik kreeg den indruk dat B. en
W. hem ontslag verleend hadden met 1 Augustus.
Het blijkt nu dat B. liever uit deze functie ontslagen
wil zijn. Waar echter de secertaris hier nieuw in-
komt, staat hij tegenover sommige zaken vreemd en
is eenige voorlichting wel noodig. Ik twijfel niet of
met medewerking van den voorzitter zal de zaak
marcheeren, ook buiten de medewerking van den
heer B. om. Het is me duidelijk, dat hij liever hier
I $iet meer verschijnen wil. Ik stel voor het ontslag
te verleenen op 1 Augustus, echter zonder verlof.
De heer Groen: Het is een eigenaardige geschiede-
1 nis
De voorzitter zegt dat het in B. en W. niet vlot
ten wilde, doch wijzer worden we niet. Ik begrijp
ook dat B. hier liever niet meer verschijnt. Wat
achten B. en W. beter. Kan de heer B. gemist wor
den.
Voorzitter: Gemist en gemist is twee.
B. en W. willen op het verzoek van B. afwijzend
beschikken, omdat het de gewoonte is, dat do een de
zaken aan zijn opvolger overdraagt. Zoo zou de
overdracht niet kunnen geschieden. Het is niet noo
dig om behulpzaam te zijn, doch om mededoeling te
doen hoever sommige werkzaamheden gevorderd zijn.
Bovendien is de heer B ook ontvanger en kan de
nieuwe secretaris niet direct tijdelijk ontvanger zijn.
Ook daarom is het geven van verlof niet gewenscht.
De heer Bekker: Wij hadden gesproken van 1
Augustus.
Voorzitter: Neen van 15 Augustus.
Wethouder Kroon beaamt dat.
De heer du Burck meent, dat de secretaris tot
1 Augustus voldoende in staat is zich in te wijden.
Spreker acht het dan geen kwaad het ontslag op
1 Augustus te laten ingaan, waarin dan tevens uit
gesproken is, dat geen verlof gegeven wordt. Waar
dit juist gevraagd wordt op het einde van den
werkkring, meen ik dat er een luchtje aan is. Hij
moest het op prijs stellen de nieuwe secretaris te
kunnen inwijden.
De heer Zeeman: Door de discussies kan meer en
meer een oordeel geveld' worden. Ik acht het niet
in het belang van de gemeente dat de heer B. zoo
spoedig vertrekt, doch wil dat hij den nieuwbenoem
den in alles bijstaat om zich voldoende te kunnen
inwerken. Ook na 14 dagen kan zich de wenschelijk-
heid daarvan nog blijven voordoen.
Ook zullen d e ontvanger en de secretaris nog wel
iets meer met elkaar te doen hebben, waarom ik
meen, dat wij alles moeten doen, om die twee met
elkaar te verstaan. Ik kan me de teleurstelling van
i den heer B. indenken, doch wij mogen ons daardoor
niet laten leiden.
Ik hoop, dat hij gaat gevoelen, een andere hou
ding te moeten aannemen. Ik zou hem nog een
maand werkzaam wallen houden.
Wethouder Kroon: Mijn idéé was tot 15 Aug. en
dan de laatste week verlof; dan is h;i hier nog
drie weken werkzaam.
Voorzitter: De voorlichting gaat alleen over de
j loopende zaken. Dat kan in enkele dagen.
De heer Berkhout handhaaft zijn voorstel tot 1
j Augustus.
Voorzitter wenscht comité voor het doen van
eenige mededeelingen zijnerzijds.
De raad gaat in ocmite, waarmee een klein kwar
tier heen gaat.
Na heropening vraagt de heer du Burck het
woord. Hij meent dat naar aanleiding van hetgeen
hij .gehoord heeft, het op den weg van den raad
ligt, alleen rekening te houden met het schrijven
wat we voor ons nebben. De hoer. B. wil zoo
gauw mogelijk verdwijnen, doch het Is noo-dig een
termijn te stellen om den secretaris gelegenheid te
geven, zich in 'te wijden.
Voorzitter wil de brief buiten beschouwing hou
den.
De heer du Burck: Dan stel ik voor, hert ontslag
te doen ingaan op 1 Augustus.
De heel* Groen: Het is d'e vraag of de brief
buiten beschouwing moet tblijven. Is het de ge
woonte een week verlof te geven, dan moet het ook
nu gebeuren, doch dan kan hot in Augustus gege
ven Vorden.
De heer Zeeman zegt. in zijn meening niet ver-
anderd te zijn. De termijn dient zoo ruiin mogelijk
genomen te worden. Wat anderen doen, kan hem
niet schelen. Als het kans van slagen had, had hij
geen bezwaar tot 1 October te gaan. Als we beslui-
ten tot 15 Augustus en hij zou eerder- gemist kun
nen worden, kunnen B. en W. altijd nog handelen.
I Voorzitter wil niet vasthouden aan verlof.
De heer Kroon wil tot 15 Augustus en dan de
laatste week verlof.
I De heer Berkhout wil zioh neerleggen bij het
idée-15 Aug., hoewel hij niet van de noodzakelijk
heid overtuigd is.
De heef- au Bun k legt zich daar ook bij nc*&v
Allen blijken hier voor te zijn, zoodat besloten
wordt, het ontslag met 15 Augustus te laten ingaan.
Voorzitter dankt den hoer Berkhouwer voor de
diensten aan de gemeente bewezen, niet. alléén
als ambtenaar ter secretarie, doch speeiaal w4t hij,
als directeur van do distributie voor ao gemeente
gedaan heeft.
De heer Kunnen wordt hierna met algemeene
stemmen als ambtenaar van den burgerlijken stand
benoemd.
Deze verklaart gaarne de benoeming aan te no
men.
De gemeenterekening wordt hierna aangeboden
met de volgend xnjfera: gewone ontvangsten
^f 56695.51V2. gewone uitgaven f52980.73, saldo
f 8714.78V*. Buitengewone ontvangsten f 9462.50, bui
tengewone uitgaven f 7860.50, saldo f1602.
Totaal ontvangst f 66158. OIVa, totaal uitgaven
f60841.23, (totaal saldo f5816.78V».
Met het nazien worden belast de heeren du
Burck, Groen en Zeeman, die zich deze aanwijzing
laten welgevallen. Zij worden tevens belast inet
de rekening van de lichtbedrijven an met die van
I het burgerlijk armbestuur.
I Ala zetters zijn aftredend de heeren J. Kroon en
S d.e Boer Kz.
B. en W. geven de volgende aanbeveling: 1. J.
Kroon, 2. J. Butsen; 1. 8. tie Boer Kz., 2. C.
8. de Boor Kz.
De stemming brengt daarin geen verandering.
Rondvraag. De Heer du Burck merkt op, dat
de brug van K. Kostelijk zoo ver vooruit steekt. Nu
de jstraat zoo verbeterd is, is het gewenscht, hier
ook een poging te doen.
Voorzitter is het daarmee volkomen eens.
B. en W. hebben meermalen de wen schel ijkheid
uitgesproken, doch Voorzitter gelooft niet, dat oen
poging succes zal hebben. Destijds is er veel moeite
voor gedaan do brug 'te krijgen waar die nu is,
•nlijk door de familie
en meermalen is me
Kostelijk meegedeeld, aat ze het zullen toejuichen
als de brug zoo blijft. Hot schijnt toen nog gegaan
te 'zijn, met opoffering van oen hoekje gemeente
grond.
Wethouder Kroon: Gemeentegrond is daar nist,
als het de straat hief raakt. De toestand is cLa&ij
vroeger nooit zoo erg geweest als nu de boomen
weg zijn. De brug komt nu zoo uit. Het is wél
gewenscht met klem op verbetering aan te dringen.
Ik geloof, dat het met weinig moeite verbeterd kan
worden.
Voorzitter zal een poging doen.
De heer Zeeman wijst op een steenen drempel
voor de brug van de pastorie, die ook in de straat
ligt
Voorzitter: Dat treft u. De president-kerkvoogd,
de heer Kroon, zal er wel nota van nemen.
De heer du Burck bepleit aanschaffing van oen
schrijfmachine.
Voorzitter deelt mee, dat destijds reeds machti
ging verleend is, docji toen niemand de kunst ver
stond. Later is er een op proef geweest, doch tot
aanschaffing is het nooit gekomen, met het oog de
plannen van Langendjjk-één. Het zal nu wel ge
beuren; ze zijn onmisbaar in don tegenwoordigen
tijd.
De heer du Burck zegt, dat de ontvanger van
de inkomstenbelasting te Noordscharwoude zitting
houdt, doch het tiaar zoo druk is, dat de mensohen
de centen niet kwht kunnen komen. Kan geefft
verzoek gedaan worden, om ook in deze gemeente,
zitting te houden.
Voorzitter: Het is eerder reeds geprobeerd, doch
er werd afwijzend op beschikt.
De heer Groen: Was het toen misschien in den
tijd van den Girodienst, dat het niet noodig geacht
werd. Misschien is liet goed het verzoek nu te
herhalen.
Voorzitter gelooft niet aan resultaat, doch het
kan geprobeerd worden.
Hierna sluiting der vergadering.
(Reeds gisteren aan onze abonnees aan den Lan-
gendijk toegezonden.)
DE MEDEZEGGINGSCHAP IN HET BEDRIJFS
LEVEN.
In 1923 heeft de Yrijz.-Dem. Bond een commissie
benoemd die over het vraagstuk der „medezeggen-
schap in het bfdrjjf&leven zou moeten rapporteèren.
Voorzitter der commissie was mr. A. C. Josephus
Jitta.
Haar rapport is thans gepubliceerd.
Uitgangspunt daarvan was het derde onderdeel van
punt II der beginselverklaring van den Vrijzinnig-
Democratischen Bond, luidende: „Allen, die in het
bedrijfsleven werkzaam zijn, behooren belang te heb
ben bij de uitkomsten van het bedrijf eni medezeg
genschap in de regeling der arbeidsvoorwaarden en
in de organisatie van het bedrijf.
Daarnaast beschouwde de commissie als richtsnoer,
de bevordering der samenwerking van de beidie pro-
i ductiefactoren, arbeid en kapitaal, of liever van den
j levenden en den dooden arbeid.
In de conclusies lezen wij oa.:
I „De collectieve samenwerking van arbeiders en on
dernemers moet verder worden uitgebouwd. Zij dient,
waar eenigszins mogelijk, <te taak over te nemen, die
thans nog voor het grootste deel door de overheid en
j haar ambtelijke organen moet worden verricht,
i „Hat begrip medezeggenschap dient voor alles te
1 worden opgevat in organischen zin. Al zou de com
missie niet willen beweren, dat van een individueele
medezeggenschap ook in de verste toekomst nooit
sprake zal kunnen zijn, zeker is de tijd daarvoor
thans nog bij lange na niet rijp.11
„Daarvoor wil de commissie geen nieuwe „raden'1
in 't leven roepen.
„De medezeggenschap moet worden verwezenlijkt
door middel van bestaande organen, de vakvereeni-
gingen der arbeiders en werkgevers. De sociale be-
toekenis dezer vereenigingen valt Diet te loochenen.
Waar zij bestaan, ls het tn leven roepen van een af
zonderlijke organisatie overbodig; waar zij ontbre
ken, bestaat nog zoo weinig organisatorisch verband
tusschen de individueele bedrijfsgenooten, dat van
het in het leven roepen van een of anderen raad
geen heil i9 te verwachten. Dat sluit natuurlijk niet
uit, dat in bedrijven, waar de wenschelijkheid daar
van wordt gevoeld, door de organisaties van werkge
vers en arbeiders gemeenschappelijke organen in
het leven worden geroepen, die op de naleving van
ccllectieve aanspraken hebben toe te zien of beslis
singen over geschilpunten hebben te nemen. Het be
zwaar tegen „kunstmatig" van bovenaf in het leven
geroepen organisaties zal immers Juist bij laatstge
noemde niet aanwezig zijn".
Wat kan de overheid doen tot bevordering dezer
ontwikkeling? In verband daarmede verwijst de com
missie naar het beginsel uit de arbeidswet, dat af
wijking van den normalen ^arbeidsdag op grond van
collectief overleg van organisaties van ondernemers
en loonarbeiders mogelijk maakt.
„Het zwaartepunt der medezeggenschap van do aiv
beidors in de bedrijven, ligt naar het oordeel der
commissie voor hen in 't medebeslisson over do ar
beidsvoorwaarden, die op hen van toepassing zijn
en over de loonen, die zjj zullen verdienen. Om deze
te kunnen regelen tot wederzijdsche tevredenheid
zal moeten werden gestreefd naar collectieve arbeids
overeenkomsten, af te sluitem tusschen de organisa
ties van bedrijfsgenooten (werkgevers en werkne
mers, of bij ontstentenis van een organisatie der
werkgevers tusschen de werkgevers individueel en
de arbeidsorganisaties11.
„Het zal voor een vruchtbaar overleg over de af
sluiting van dergelijke contracten van het grootste
belang zijn, en liet is van de mede beslissingsmacht
over de arbeidsvoorwaarden de onafwijsbare conse
quentie, dat aan de vertegenwoordigers der arbei
ders inzicht wordt gegeven in den gang van zaken
van het bedrijf".
Ook hier kan de wet niet rechtstreeks dwingend
optreden, maar in de arbeidsgeschillenwet ligt een
mogelijkheid in die richting.
„De toepassing van die wet zaJ er in Bterke mate
toe moeten bijdragen, dat de opvatting, dat de bo-
oordoeling van hetgeen het bedrijf kan dragen niet
alleen do zaak des werkgevers is, gemeen goed wor
de".
„De Commissie gaat mede met het door een groo-
te meerderheid van don Hoogen Raad (van Arbeid)
aanbevolen denkbeeld der bindendverklaring van de
colléctieve arbeidsovereenkomsten, look voor dege
nen, die de overeenkomst niet gesloten hebben".
De prijzenpolitiek wil de commissie althans voor-
loopig niet betrekken in den kring der onderwerpen
waarover medezeggenschap moet worden verleend.
Hot rapport wil mede in verband met de beoordee
ling der vrafig, of er aanleiding bestaat een collectie
ve overeenkomst bindend te verklaren, aan den Hoo
gen Raad van Arbeid verordenende bevoegdheid ge
ven.
Ten aanzien van het overheidspersoneel sluit de
commissie zich aan bij den wensch, dat de rechts
positie en de arbeidsvoorwaarden van dit personeel
worden geregeld door een commissie waarin verte
genwoordigers van het personeel en van de over
heid zitting hebben. Intusschon wenscht de commis
sie er daarbij ter voorkoming van misverstand na
drukkelijk op ie wijzen, dat zij hiermede geenszins
op het oog heeft een regeling, krachtens welko aan
de overheid bepalingen zouden kunnen worden opge
drongen, die deze niet wenscht.
Ten slotte bespreekt de commissie ook de winst-
deeling en het deelhebberschap.
„De overheid zal deze deelhebberschap in particu
liere bedrijven langs indirecten weg kunnen bevor
deren, door ten aanzien van haar eigen bedrijven in
deze het voorbeeld te geven. Een staatkundige partij
als de onze kan echter daarnaast ook op andere
wijze propaganda voor verwezenlijking dezer denk
beelden maken".
JULI A N ADORP.
Zondag hield de vereeniging „De Postduif" Üe
eerste wedvlucht met jonge duiven vanaf Alkmaar,
afstand 34 K.M. Er namen 40 duiven aan deel, die
's morgens per E.S.O.N.A. verzonden waren en
om hall twaalf et Alkmaar werden losgelaten.
De le prijs behaalde O. van TJperon, aankomst
11 u. 57 m. 38 sec.; 2e prijs B. Delver, aanfltomart
11 u. 58 m. 30 fcec.; '3e prys S. J. r. d. Haag*
aankomst 11 u. 58 m. 33 sec.; 4o pris P. BroenCz..
om 11 u. 58 min. 45 sec.; 5e pa$8 J. A. tin 'fc Veld,
om 11 u. 59 m. 45 sec.; 6e prijs J. Marees om. 121
u. 59 sec.
Deze vlucht is goed goslaagd en begunstigd door
prachtig weer. De volgende week vanaf Beverwijk,
afstand 52 K.M.
WINKEL.
Zondag hield de Postduivenvereeniging „Steeds
Verder", een vlucht vanaf Alkmaar. Er werd met 44
jonge vogels gevlogen, die om 9.30 uur werden los
gelaten. De thuiskomst was als volgt:
1. P. Kort, 2 vogels om 9.44.32.
2. P. Strobbe, 2 vogels om 9.44.49.
3. Th. de Pree, 3 vogels om 9.45.03.
4. G. Smits, 2 vogels om 9.45.55.
5. N. Wijn, 1 vogel om 9.46.55.
6. D. v. d. Hulst, 4 vogels om 10-4.11.
7. D. A. de Bruin 1 vogel om 10.4.55.
Alle vogels waren binnen het uur thuis.
Volgende Zondag vanaf Weesp.
Naar het Engelsch van C. N. en A. M. WILLIAMS ON
Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr.
29.
„Daar ben ik nog zoo zeker ntefc van. Kit weet
alles van haar. Zij heeft het aan Churn verteld."
„Zij zal het aan niemand anders vertellen, daar
kan jo op rekenen. Als zij van den moord beschul
digd wordt, zal zij als motief nooit opgeven, dat zij
parelen wilde stelen. Zij zal zeggen, dat Peterson
haar beleodigde of iets van dien aard."
„Zij heeft er tegen Ohurn over geklaagd, dat
Pete zoo onhebbelijk tegen liaar was en dat, als
Churn gehoord had wat hij "tegen haar zeide, deze
hem dadelijk do hersens ingeslagen zou hebben."
„Je ziqt wel, dat ze zich in de oogen van haar
amant wilde excuseeren. Je kunt dus wel begrijpen,
daarop nog meer den nadruk zal leggen
om mch vfce redden van den Stoel. Wat je vriendin
Mrs. Sands betreft, kan je gerust zijn. Ik zal niets
togen haar zeggen. Jo hebt naar lier. Jij kimt mis
schien geluk hebben en ik ongelijk. Ik wordt nede-
ng. Ik stel mijn oordeel niet tegenover dat van jou,
ofschoon ik van de dame in quaestie eenige din
gen weet, die jou waarschijnlijk onbekend zijn-
Maar voor jou is zy good geweest. En dat maakt
voor mij alle verschil. Zij moet gered worden van de
gevolgen van 'dingen die je van mijn lippen
nooit zult hoorem."
„Dus dan zal je haar de papieren geven?"
,.,Do papieren, die jij mij &en Zondagavond te
ruggestuurd hebt?"
„Dat heb ik niet gedaan. Ik weet niet wie hel
wel gedaan heeft. Dat is het grootste mvsterio.
Maar als je mij liefhebt, mbet je ze teruggaven
O'Railly k*ek ernstig. „Ik hri> je lief," zeide hij,
„meer dan ik ooit gedacht had te kunnen liefheb
ben, pfschoon ik wel Vermoedde, dat het erg met
me zijn zou, als het oogmblik voor mij kwam. Maar
ik heb de papieren aan Heron gegeven, wiens eigen
dom zij waren en zijn. Ik bewaarde ze alleen
maar voor hem, omdat hij bang was, dat ze bij hem
niet veilig waren."
„John Heron" riep Clo uit. Een gedachte was
I plotseling van den achtergrond van haar geest naar
voren gesprongen en deea haar angst voor Bever-
ley wijken. „Ja, natuurlijk, hij is een vriend van je.
I Maar hü is in een ernstiger gevaar dan zijn papie-
i ren ooit waren. Uit dingen, die zij zeiden, maak ik
op, dat Pete naar het Oosten kwam, om hem te
vermoorden. Het was hun natuurlijk ook om de
papieren te doen. Pete had een persoonlijken wrok
tegen Mr. Heron en was dus een prachtig werktuig.
Toen Pete vermoord was, moest Chuff iemand an
ders zoeken. Ik ken John Heron niet; 'ik heb hew»
nooit in mijn léven gezien, maar
„Dan vergis je je," viel O'Reilly haar in. de rede.
„Heb je niet gemerkt, dat er iemand kwam uit de
appartementen naast mijn kamer, waarin je je toe
gang verschafte met mijn sleutel, dien je hum!
gevonden hadt?"
„Jal" riep Cld uit „Een mooie vrouw in een prach.
tigen japon met schitterende juweelen en een groote
man met roodachtig haar en o, oogen! Groote
donkere oogen, die me op een vreemde manier aan
keken. Ik kreeg er kippevel van!"
„Dat was de eerste maal, dat je John Heron gezien
hebt, den man. dien zijai vijanden nog steeds den: Oil
Trust King noemen ofschoon zij, dank zij Roger
Sands, dat niet meer hardop durven doen. De twee
de maal moet het in Heron's kamer geweest zijn.
Maar oordeel zelf. Hij was met zijn vrouw beneden
geweest. Hij ging weer naar boven om iets te halen
en vlak bij zijin deur die hü juist geopend had
viel hij flauw. Enfin, om kort tQ gaan. nadat je m!j
je avonturen verteld hadt, viel het me in, dat er een
reden voor die flauwte zijn moest. Heron is er de
man niet naar, om zelfs voor zooiets in onmacht te
vallen. Dat zou verklaard kunnen worden, wan
neer
„Ik begrijp het", zeide Clo. „Ik zag toen, dat hij ver
bijsterd was, maar den eersten keer, bij de deur,
teen hij met zijn vrouw was. keek hij mij niet aan
alsof ik een- vreemde was. Het was. alsof hij mij. ken
de en hij heel verbaasd was mi) weer te zien. Dien
indruk kreeg ik tenminste, maar ik was erg ze
nuwachtig."
„De meeste mei&jes zouden een lijk geweest zijn!1*
„Maar ik was als een vurige kool. Maar we moeten
van Mr. Heron geen lijk laten maken. Laten we hem
waarschuwen! Maar waar zün we eigenlijk?"
„In hetzelfde huis nog als waarin je bijna veertien
1 dagen geweest bent. De dokter vond het to gevaar-
j lijk je te vervoeren. Wij hebben de kamer zou gauw
en zoo goed mogelijk gedesinfecteerd en toen heeft
j hij den kogel uit je armen schouder gehaald. Maar je
1 bent nu weer veel heter of je zult het in ieder geval
zijn, wanneer je* wat gerust hebt en dan brengen we
je naar een ziekenhuis. En wat Heron betreft, hü en
zijn vrouw zijn naar Narragansett gegaan. Dat is
dicht bij Newport, waar Mrs. Sands woont."
„Engel al in Newport! En) de parelen dan maar
ik heb aan Ellen Blackburne gezegd, dat zij ze daar
heen brengen moest als het noodig was. Geloof je,
dat ze het doen zal?"
„Zeker. Zij zal den eersten trein1 nemen."
„Neen, dat zal zij niet doen. Zij denkt vóór alles
altijd aan haar moeder. Maar het bal is morgen
avond pas. Engel zal de parelen niet eerder noodig
hebben. O, als ik maar zekerheid had, dat zij ze krij
gen zal. Eerder zal ik geen rust hebben. Ik moet naar
Nekport Ik moet."
„Wanneer je sterk genoeg bent"
„Ik ben nu sterk genoeg. Hoe laat is hot?
„Het loopt tegen den avond. Het heeft lang geduurd
vóór je bijkwam. Dadelük zal do dokter zeggen, of Je
vanavond naar het ziekenhuis vervoerd kan worden.
„Als ik naar een ziekenhuis vervoerd kan' worden,
kan ik ook naar Newport vorvoerd worden. Zeg aan
den dokter, dat ik uit mün vel springen zal, als ik
niet kan."
Zeg hem dat zelf maar."
,Jk moet gaan. Ik moet weten of a!le9 met de pa-
beroemde bal te zijn laten we zeggen in een mak
kelijken auto met. veel kussens, wil jo dan gaan als
mijn vrouw?"
Clo staarde O'Reilly verbaasd aan. alsof hij een
vreemde taal gebruikt had, waarvan hij verwachtte*
dat zü die begrijpen zou. „Als je vrouw?"
tija wii je dan niet met me trouwen? Dat ge
beurt toch altijd, als een man en een vrouw van
elkaar houden!"
„O later als je zeker weet, dat je een dom
me kleine meid hebben wilt, die in een weeshuis
opgegroeid is, winkeljuffrouw is geweest en geen
cent in de wereld heeft behalve een paar dollar,
dlo ik nog over heb van Mrs. Sands1 geld. Heel
veel later, als Je er goed over gedacht hebt 11
„Ik heb, nadat we elkaar hebben leeren kennen,
nergens anders aan godacht en ben tot het besef
gekomen, dat jü mijn leven en mijn ziel bent. Als
jij wilt, kan het net zoo goed morgen al. Wil je
me niet troosten voor het verlies van het eenige
ding behalve jü dan dat ik ooit met mijn
heele hart heb willen hebben? Ja, dat moet je, als
je me lief hebt. Het lieve oude huis is van mijn var
der geweest. Toen je je bij mij liet aandienen als
Miss O'Reilly, dacht ik, dat je mün half idiote nicht
Theresa was, die mij kwam zeggen, dat zij van
idee was veranderd en mij haar huis wilde verkoo-
pon. Ja, heusch, als je van me houdt, dan moet je
die teleurstelling goed maken. De man van jou
Engel heeft Theresa omgekocht om het aan hem
te verkoopen. Ik ben het nu voor goed kwüt. Maar
reC 2ÏdSisIkm^ wïten M bo Twr of betê; als Je vaSavond met me wilt trouwen, kan he me
U dit Stmton dwïï is" niet schelen. In de vreugde de man en de verpleger
%.Xn dotd?" le zijn van de dapperste en liefste muis in de we-
:?a Heb jfhem gekend?" feld zal ik alles vergeten en de gelukkigste man
Tk wwt wat van hem Hil is n °P Gods aardbodem zijn
"zeg het me niet. Misschien wil ze liever biet, dat „Maar je kan zoo maar met In een; handom-
ik het weet. Ik weet niets dan dat Kit en Churn1 over draaien trouwen Am ..fl
zijn dood praatten en zeiden, dat Engel bedrogen „Niet? Hoe lang heb je in Amerika gewoond,
wa3» mijn kleine Iersche schat?
I „Bij God, ik begin licht te zien.** -Maanden lang. Meer dan een jaar. Maar ik heb
I „Zie Je dan ook in waarom ik naar haar toe moet? nooit over het huwelijk gepraat.
En je hebt misschien vergeten wat ik je over Mr. ..Daar ben ik heel blij om. Maar Je zult over niets
Heron verteld heb. Als hü dicht bij Newport is, anders meer hooren tot de band gelegd is. we
dan—" laten er hier geen gras over groeien
..Luister eens. lieveling, als de dokter regt. dat ie Dan ging de deur open en kwam de dokter bln-
morgen erheen kunt vroeg genoeg om er vóór het nen.