Sctiapr Courant
OUDKARSPEL.
Donderdag 24 Juli 1924.
67slc Jaargang. No. 7473.
Woensdagavond vergaderde „Hulp in Nood" ten
lokale van den heer C. Jansen.
Aanwezig 22 leden.
De voorzitter opent met welkom de vergadering,
in het bijzonder tot den districtsvoorzitter, den heer
J. Kuiper, en deelt mee, dat de penningmeestér
wegens ziekte verhinderd is.
De notulen worden gelezen en onveranderd vast
gesteld.
De voorzitter deelt mee, dat het voorstel van de
vorige vergadering om na overlijden nog 4 weken
uitkeering te verstrekkenniet in behandeling kan
komen onulat een zoodanige uitkeering valt onder
het bereik van de verzekeringswetten.
De heer J. Kuiper is van oordeel, dat dit meit het
toekennen van een gratificatie wel te ondervangen
Medegedeeld wordt, dat voor de volgende be
stuursverkiezing de heeren J. Ruis en G. IJff aan
de beurt van aftreden zijn.
In verband met het besluit in de vorige verga
dering genomen, betreffende ziekenhuisverpleging,
deelt de voorzitter mee, dat deze zaak nog niet
verder gevorderd is, omdat in het uniform statuut
een artikel staat voor zoover dit het ziekenfonds be
treft, dat ziekenhuisverpleging beoogt en het daar
om beter gevonden werd om de bondsvergadering af
te wachten.
Dit artikel luidt: Indien de kas (van het steun
fonds) het toelaat, kan ook tot het verkrijgen van
vrijbedden in ziekenhuizen worden overgegaan.
Opgemerkt werd, dat dit artikel toch wel zeer
vaag is.
Overigens gaat dé vergadering met deze mededee-
ling accoord.
Do heer C. Blokker deelt namens (de commissie
mede, dat de rekening bij den penningmeester vol
komen in orde bevonden is.
De ontvangsten hebben bedragen f 1213.46, de uit
gaven f 1005.20, alzoo een saldo van f 208.26. De re
serve was f 2989.21 y2, zoodat dit nu verhoogd is tot
f 3197.47. Daarvan is op de spaarbank geplaatst
f3012.89.
In verband met de rekening, geeft de voorzitter
de noodige inlichtingen inzake de whzex waaróp da
zaak-Waij, het lid uit ^Noordscharwoude, waarover
kwestie ontstaan was, is opgelost.
Hiervoor is als aandeel in de laatste uitkeering
ruim 32 gulden uit de kas van elk der voreenigingen
te Noordscharwoude, Heerhugowaard en Oudkar
spel betaald. Er zijn 97 uitkeeringen verstrekt aan
29 personen.
In de commissie voor de rekening wordt aangewo
zen de heer C. van der Hoven, die nu met de heeren
M. Kramer cn Cl. Blokker de commissie uitmaakt.
Gevraagd wordt, of een lid, dat naar een andere
gemeente vertrekt, waar een afdeeüng is, verplicht
moet worden overgeschreven.
Op een bevestigend antwoord wordt opgemerkt,
dat dit te Noordscharwoude niet steeds gebeurt.
Bij loting wordt hierna uitgemaakt, dat het lid
P. J. Kat voor het komende half jaar vrijgesteld is
van het betalen van contributie.
Hierna komt aan de orde do bespreking in ver
band met het 25-jarig bestaan der vereeniging.
De voorzitter deelt mee, dat do vereeniging 5 Fe
bruari 25 jaar bestaan zal hebben en het bestuur
gemeend heeft, idezen dag niet onopgemerkt ito
moeten laten voorbijgaan.
Een vraag, of er wat gebeuren moet, evenals dit
met de 12ï/2 jaar geschiedde, wordt algemeen beves
tigend beantwoord..
Na <een geanimeerde^ bespreking wordt uitge
maakt, dat geen enlreé'' geheven zal worden, de
aanwezige ledene enigermate ^onthaald zullen wor
den, elk lid zijn vrouw of meisje mag meenomen, den
avond te vullen met zooveel mogelijk vrijwillige
bijdragen op het tooneel en vooraf de meest noodige
punten van de jaarvergadering met bekwamen
spoed af te handelen.
In de commissie, die de verdere plannen zal heb
ben voor elkaar te zetten, en uit te" werken, worden
naast het bestuur gekozen de heeren C. Kuilman,
P. J. Kat, J. Keizer en Jn. Bruin, die allen hunne
benoeming aannemen.
Door den heer L. (de Wit wordt hierna verslag uit-
Sebracht van de te Alkmaar gehouden Bondsverga-
ering. Ilij deelt mee, dat eerst een districtsverga
dering heeft plaats gehad, waar men bij punt
de contributieregeling, zooals die in het ontw6rp--
reglement is neergeschreven, is blijven hangen, om
dat de vergadering vrij unaniem van oordeel was,
dat deze regeling, 2y2 cent premie per verzekerde
gulden, voor deze afdeelingen niet uit te voeren
was, zonder een teruggang van het aantal leden te
krijgen. In stemming gebracht werd deze regeling
mot 6 tegen (en 1 (blanco verworpen.
Toen kwam de bondsvergadering. Een geheelen
dag vergaderd belang voor de vereeniging nieman-
dal. Statuten met meerderheid van stemmen aange
nomen, reglement bij staking van stemmen verwor-
pen.
14 Vereenigingen waren dit jaar uitgetreden, 7
het vorig jaar en 6 in het jaar daarvoor. Toen ge
vraagd werd, wat van het bedanken de oorzaak kon
zijn, werd meegedeeld ,dat dit er niet bij geschre
ven wordt.
Voor het belang van de vereeniging, aldus spre
ker, hebben we geen bondsvergadering meer te
bezoeken. Ik zeg niet, dat dit de schuld van het
bondsbestuur is. Het is voor hen zeker zwaar wer
ken, doch de plattelands- en stedenvereenigingen
zijn niet gemakkelijk met elkaar te vereenigen.
Ik heb geen goeden indruk gekregen en vraag
me af, wat we eigenlijk nog langer aan den bond
doen. Het is nutteloos voor de plattelands-af deelin
gen, daar zij er in het minst niet van profiteeron.
Ik stel voor, te trachten een districtsvergad ering
bijeen te krijgen en daar de afscheiding van het
district te bespreken en tegelijk een band te vor
men voor overname van elkanders loden. Het
district omvat 9 afdeelingen, onder welken ook
reeds afscheiding begint te komen.
Voorzitter deelt hierna mede, dat het bestuur
het niet noodig oordeelde voor de bondsvergaering
een ledenvergadering te beleggen, omdat het be
stuur reeds de concept-statuten cn huishoudelijk
reglement onuitvoerbaar achtte Noordscharwoude
heeft zich nu ook reeds afgescheiden en ook wij
vragen ons af of de uitgaven wel opwegen tegen
hetgeen wo van den bond kunnen profiteeren. Het
heeft ons verwonderd dat de pers niet op die ver
gadering aanwezig was, doch misschien is dit,omdat
de vorige vergadering nog al rumoerig was en het
beter geoordeeld werd, dat de pers van do verga
dering maar onkundig bleef.
De secretaris deelt mede, dat Schagen ook reeds
het plan tot* afscheiding heeft en ook Heerhugo
waard reeds een besluit genomen heeft.
De heer Paarlberg het woord verkrijgende, zegt
volkomen overtuigd te zijn, dat het Bondsbestuur
veel werk heeft en het werken niet gemakkelijk valt.
Toch is het treurig als er 21 afdeelingen bedanken
en de vraag wordt gesteld wat daarvan de oorzaak
kan zijn, dat het Bondsbestuur daarop het antwoord
moet schuldig blijven. Dit is toch geen bewijs van
bijzondere activiteit.
Wat de pers betreft, is het hem bekend dat ver
schillende bladen geen uitnoodiging gehad hebben,
of het een verzuim of moedwil is, kan spreker niet
beoordeelen. Eén blad was vertegenwoordigd, om
dat het. toevallig met het houden dezer vergadering
bekend kwam.
Wat het niet aannemen van het reglement betreft,
staat in het verslag in zelfbeheer, dat een besluit tot
de volgende vergadering verdaagd wordt. Afgewezen
schijnt het dus toch niet.
Spreker zou er niets tegen hebben, wanneer direct
tot afscheiding van den Bond besloten kon worden,
doch mischien is het beter eerst een districtsverga
dering te hebben en dan daar te trachten voor over
name van elkanders leden een band te vormen tus-
schen die afdeelingen die tot afscheiding besloten
hebben.
De heeren J. Bruin en G. IJff zijn van oordeel, dat
het beter is voor dit punt een nieuwe ledenvergade
ring te houden, waarna de voorzitter het reglement
inziende, meedeelt, dat er voldoende recht is nu een
beslissing te nemen, wanneer het bestuur dit. ge-
v/enscht acht en de leden er in de meerderheid voor
zijn.
Na vrij breedvoerige bespreking wordt daarna bui
ten het bestuur om met 12 voor en 2 tegen besloten
hel punt afscheiding te behandelen, nadat het be
stuur met op één na algemeene stemmen den
wensch daartoe te kennen gegeven had.
Voorzitter acht het een grooten stap wanneer tot
afscheiden besloten wordt. Er is over dit punt reeds
zeer veel gesproken; laten de voorstanders de voor
deden van aangesloten blijven eens noemen.
De heer G. IJff zou het jammer vinden wanneer
de Bond uiteen gaat. Liever had hij gezien dat be
sloten werd het Bondsbestuur te bewegen meer in
den geest der leden te handelen, de werkzaamheden
van den Bond meer te leiden in de banen zooals die
hier ge wensch t worden.
Voorzitter wijst er op, dat, dit reeds meer gepro
beerd is, doch er wordt in het minst niet in onzen
geest gewerkt. Het bestuur geeft gehoor aan de wen-
schen van de afgevaardigden uit de steden en het
platteland wordt, er de dupe van.
De heer De Wit spreekt als zijn oordeel uit, dat, als
het bestuur zich zou regelen naar het platteland, de
afdeelingen in de steden zouden uittreden. Nu gaat
het juist andersom.
Enkele stemmen: Dan een plattelandsbond.
De lieer J. Kuiper merkt op, dat het voor hem een
lastige geschiedenis is om hier over dit punt te
spreken. Het ligt, aldus spreker, op mijn weg als
fondsbestuurder te werken voor den Bond. Ik mag
den Bond niet afkammen, doch kan er ook niet voor
pleiten. Meermalen wordt er gevraagd: wat krijg ik
voor, misschien wel wat al te veel. Toch is het wel
eens goed dit onder oogen te zien. De Bond vordert
een jaarlijksche uitgaaf van ongeveer f100, wat in
25 jaar een bedrag zonder rente van f2500 is. Het
is bijna de geheele reservekas. Zulke getallen geven
wel te denken. Er moeten- dus aan de aansluiting
wel voordeelen verbonden zijn. Er wordt in het
Bondsbestuur wel opgekomen voor de belangen van
het platteland, doch er wordt op de vergadering zoo
veel gepraat dat er voor behandeling van de noodige
zaken geen tijd overblijft. Toch is het doel der verga
dering niet praten, doch afwerken. De oorzaak hier
van is geweest dat er noch in bestuursvergadering,
noch in bondsvergadering gelegenheid geweest is
om zelfs de begrooting af te werken. Dat kan niet
leiden tot een gezond leven in den Bond.
Nu de algemeene geest hier voor afscheiding is,
meent spreker deze dingen hier te mogen zeggen.
Koedijk heeft gevraagd een districtsvergadering te
beleggen over dit punt van afscheiding, doch ik wil
geen propagandist zijn tegen den Bond. Elke ver
eeniging kan een zoodanige vergadering bij elkaar
rccpen. Ik bedank natuurlijk als bondsbestuurder,
nu mijne vereeniging uitgetreden is. Daarna pas kan
ik me met een districtsvergadering bemoeien over
dit punt. Ik ben er van overtuigd dat we daar
vruchtbaar werk kunnen doen, daar er zeker een 11
a 12 leden bij elkaar te krijgen zijn, met welk aan
tal nog recht op erkenning mogelijk is. Ik ga er
sterk in dat er dan evengoed erkenning komt als wo
aan de eischen van reserve enz. voldoen.
Het is wel een eigenaardige gedachte, dat juist in
hetzelfde centnim, waar de Bondsidée naar voren
gekomen is, ook de sterfte begint. De oorzaak is ech
ter juist dat de samenwerking in den Bond te wen-
schen overlaat en we den Bond in het leven riepen
om samenwerking te krijgen. De zaken komen nu
niet tot haar recht. Ik geloof dat de afscheiding in
het belang der leden een vooruitgang zal zijn.
De secretaris wijst er nog op, dat in de districtsver
gadering drie punten tot bezuiniging zijn voorgesteld,
welke echter in de hondsvergadering niet eens be
handeld zijn.
Opgemerkt wordt, dat dit ook wel een gevolg van
het vele praten zal zijn.
Het voorstel tot afscheiding wordt hierna in stem
ming gebracht en met 19 vóór en 2 blanco tot af
scheiding besloten.
De bode leest hierna de veranderingen der leden
voor, waaruit blijkt, dat 3 leden bedankten, 3 zijn
vertrokken, 1 is overleden, 1 die tijdelijk vertrokken
was is weer als lid ingeschreven, 1 lid is ingekomen
en 50 nieuwe leden tot de vereeniging zijn toegetre
den. Hieruit blijkt een vooruitgang van 45 leden,
welke mededeeling met daverend applaus begroet
werd.
De voorzitter deelt mede, dat de stilte en het
applaus te verklaren zijn; het is een schitterende
prestatie na het besluit tot het verspreiden van een
circulaire. Een woord van dank aan den bode voor
het vele werk dat hij hieraan gedaan heeft, is zeer
zeker op zijn plaats; 50 nieuwe leden en dan in
hoofdzaak jonge krachten, is een belangrijke aan
winst voor de vereeniging. De uitslag'van dezen
arbeid was het bestuur zeer welkom.
Rondvraag. De heer J. Keizer vraagt hierna het
woord. Ilij wijst er op, dal door hem in de vorige
vergadering de vrees geuit is van een baantjesjagerij
in het bondsbestuur. Deze uiting blijkt voor sommi
gen geweest te zijn een knuppel in het hoenderhok.
De heer Butter, de uitgever van het Nieuwsblad voor
Westfriesland, heeft zich daardoor geroepen gevoelt
als kampvechter voor den Bond op te treden door
het schrijven van een krabbel in zijn blad. Ik zal
niet trachten de gedachten te ontleden welke daarbij
bij hem hebben voorgezeten, doch een feit acht ik
het, dat het, niet voortgekomen is uit zijn eigen- ik,
doch meer uit de gedachte: wiens brood ik eet, wiens
woord ik spreek. Daartegen protesteer ik.
Aan het. adres van den heer Visser wil ik ook niet
trachten zijn gedachten bij het lezen van dien krab
bel te ontleden, doch wel geeft het te denken, als
men weet, dat met zekere gretigheid de krabbel
wordt overgenomen in ons blad „Zelfbeheer". De
heer Visser heeft in den heer Butter wel een krach
tige redder gevonden, waarachter hij zich verschui
len kan. Ik ontzeg den heer Visser het recht een
zoodanigen krabbel uit het nieuwsblad over te ne
men ter verdediging van den Bond. Het bewijst zijn
onbekwaamheid als bondsbestuurder. doch niet zijn
optreden in het belang van den Bond.
Wat de pers betreft, is het wel eigenaardig, dat
deze voor de vergadering geen uitnoodiging oritvani-
gen heeft. De vraag kan gesteld worden of het soms
een uitvloeisel is van het uitgebreid verslag in die
bladen van de vorige vergadering. Het feit, dat het
Nieuwsblad voor Westfriesland wel een uitnoodiging
blijkt te hebben gehad en geen enkel ander blad,
moet als een groot schandaal beschouwd worden,
liet is meer dan verschrikkelijk, dat op zoo'n manier
met de pers gedoold wordt. (Daverend applaus.)
De heer H. de Geus geeft den leden den raad,
toch direct bij ongesteldheid daarvan aangifte te
doen. Dit levert soms moeilijkheden op.
De heer C. Blokker wil voor de vergadering, die
het bestuur na de ledenvergadering heeft, vrij ver
tering geven.
De voorzitter deelt mee, dat het bestuur op <Io
gewon ebestuursvergaderingen 60 cent presentie
geld ontvangt.
De vergadering gaat met bet voorstel-BI okker
aceoord en het bestuur aanvaard het als een bil
lijkheid cn blijk van waardeering.
Nadat een idee van den voorzitter verworpen was,
om met het stichten, van het fonds voor ver
pleging in het ziekenhuis te wachten tot na do
districtsvergadering, wordt een commissie voor de
uitwerking gevormd, bestaande uit de herren J.
Bruin, C. Kuilman, C. Paarlberg, G. van der Hoven,
P. J. Kat, A. Visser, C. Blokker en Jb. Bruin.
Allen nemen deze benoeming aan.
De beer Keizer wijst er nog op, dat jn het zelfde
blad waarin de krabbel stond, een mededeling
voorkwam van de propagandist Kuiper dat bet
bestuurslidmaatschap van den bond niet mag ont
aarden in een baantjesjagerij. Wat spreker dus
niet mocht zeggen, mocht blijkbaar de heer Kuiper
wel.
De heer Ruis deelt nog mede, dat de penning
meester Bakker het volgend jaar 25 jaar lid van het
bestuur is. 'm
De voorzitter gaat hierna tot sluiting over. Hy
dankt voor de gezellige besprekingen, er op wijzen
de, dat waarschijnlijk het besluit tot afscheiding
niet veel gemoederen in beweging zal brengen,
dankt de verslaguitbrengors voor hunne moeite,
den penningmeester voor zijn beheer, de pers on
den heer Kuiper voor de aanwezigheid en wenscht
allen een wel te rusten toe.