RUBBERSCHOENEN
Woensdag 6 Augustus 1924.
67ste Jaargang. No. 7480.
Uitgevers i N.V, v.h. TKAPftiAN Co., ScSiagen
Raad Barsingerhorn.
Biimaalandsch Nieuws»
fl.50 per paar.
A. en J. PRINS,
Heerenstraat Schagen.
Staatsloterij.
SCHA
gij bl&a voESchljnt viermaal pon weok>: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. BIJ inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advor-
tenlifln nog zoovoel mogelijk in hot ooratuitlcomend nummer geplaatst
POSTRFKENINO No. 23330. INT. TELFF no. 20
Prijs por 3 maanden fl.65. Losse nummore 0 cont. ADVERTEN-
TïfiN van 1 tot 5 rogols f 1.10, iodoro j:ogol moor 20 fcent (bowljsno,
lnhegrepon). Grooto lottoro wordon naar plaatsruimto borokond.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 5 Augustus
1924, des middags half 3,
Alle leden zijn aanwezig.'
Voorzitter de heer K. Breehaart Dz., burgemeester,
secretaris de heer P. Bronder.
Na opening volgt vaststelling der notulen.
Medegedeeld wordt, dat van den, heer D. Gorter be
richt is ingekomen, dat hij zijn benoeming tot lid van
de commissie tot wering van schoolverzuim aan
neemt.
Het gemeentebestuur van, Alkmaar berichtte de
wijziging van de verordening tot toelating van leer
lingen uit de buitengemeenten tot de Handelsscho
len, waaruit blijkt, dat de bijidrage voor de buitenge
meenten van 2/3 op 1/3 is gebracht en van de buiten
gemeenten niet meer geeischt wordt de garantiebe
taling van alle leerlingen-
Het comité uit de vereenigingen van Burgemees
ters en Secretarissen in de kantons Alkmaar, Pur
merend, Hoorn en Schagen, oordeelt dat het gemeen
tebestuur van Alkmaar thans dusdanige concessies
aan de buitengemeenten verleent, dat buitenge
meenten nu hare volle medewerking wel kunnen ver-
leenen en adviseert tot het betalen der bijdragen over
de afeeloopen jaren.
Voorzitter wijst er ook nog op. dat nu de gemeente
Alkmaar met hare concessies verder gaat dan het
comité verlangde, en dat het comité in 't gelijk is
gesteld. Algemeen vindt de raad goed dat volle met
dewerking wordt verleend.
Van den Commissaris der Koningin kwam bericht
in, dat de heer K. Breehaart Dz., opnieuw benoemd
tot burgemeester, de vereischte ©éden heeft afgelegd.
Ged. Staten keurden goed de verordening tot hef
fing van plaatselijke inkomstenbelasting, besluit tot
uetaling onvoorziene uitgaven, het doen van, af- en
overschrijvingen en een suppl. begrooting, dienst 1923
Van den Inspecteur der Directe Belastingen, 2e af-
deeling, is bericht ingekomen, dat de opbrengst van
de inkomstenbelasting over 19241925 geraamd
wordt op f 14000 en dat naar dit bedrag de voorloo-
pige uitkeeringen zullen plaats hebben.
Voorzitter zegt, dat de raad de opbrengst van den
hoofdelijken omslag geraamd heeft op f 15500. Vorig
jaar was de opbrengst f 11000. doch de raad heeft er
op gerekend diat de inkomsten dit jaar hooger zouden
zijn. De inspecteur echter mag slechts rekening hou
den met het bedrag van vorig jaar en waar verleden
jauur het heffjagspercentage 1.7 was en nu 2, komt hij
tot een bedrag van f 14000. Door het comité van bur
gemeesters en secretarissen is deze kwestie hespro-
ken en er op gewezen dat deze regeling oorzaak kan
wezen dat gemeenten die er wat krap bij, zitten, geld
moeten leenen voor de algeheele afrekening wordt
gekregen.
'Verslag is ingekomen van de N.V. Spooro(Tram-)
weg WieringenSchagen. Het uit te keeren dividend
zal bedragen 4 pet., terwijl 1.01 pet. van het renteloos
voorschot wordt terugbetaald'. Het verslag zal circu-
leeren, evenals het verslag Keuringsdienst van Wa
ren, van het Genootschap tot Zedelijke verbetering
van gevangenen, van de commissie tot Voorlichting
bij beroepskeuze, en van het Centraal Arbeidsbe
middelingsbureau te Helder.
Nog is ingekomen een verzoek van de Schager
Handeldrijvende- en Industrieels Middenstandsver-
eenigine, om adihaesie op een door haar gericht adres
aan dien Directeur-Generaal der Posterijen tot het
stichten van een telefoonstreeknet voor Schagen en
omstreken.
Voorzitter <zegt. dat dit adres pas is ontvangen
en B. en W. er geen advies over hebben. Persoon!ijk
juicht spr. het toe, wanneer een dergelijk streeknet
voor deze omgeving zou komen.
Wellicht zou het abonnement iets meer kosten,
maar het hebben van zoo'n streeknet zal wel het aan
tal aansluitingen vergrooten.
Algemeen wordt goedgevonden adihaesie aan het
adres te betuigen.
Mededeeling wordt gedaan, van enkele uit te voe
ren gemeentewerken, waarvan de kosten bij uitvoe
ring hooger bleken te zijn dan bij de begrooting was
geraamd-
De heer Blaauboer vraagt, wie de le en wie de 2e
begrooting heeft gemaakt.
De heer Engel: Beide begrootingen zijn van B. en
W., echter na ingewonnen advies.
Voorzitter zegt, dat thans adviseur is de heer Eriks.
doch niet vast. Het is de bedoeling de herstellingen
zoo te maken, dat er weinig onderhoud is. Goedge
vonden.
Ten behoeve van personen wier perceelen niet aan
het waterleidingnet kunnen worden aangesloten,
was besloten tot het maken van 4 putjes in de ge
meente. Deze z.g. standpijpen zullen echter de ge
meente ongeveer f700 kosten en in overleg met den
heer Bel is nu een goedkoopere regeling te treffen.
Er zal water te betrekken zijn aan het bodehuis te
Barsingerhorn, bij' den heer Langedijk te Kolhornen
bii iemand te Haringhuizen. Indien er dan 40 M3.
water wordt verbruikt, bedragen de kosten f 16.
ï>e heer Kistemaker vraagt of er te Kolhorn geen
andere plaats is op den beganen weg, omdat de ge
noemde plaats moeilijkheden oplevert wanneer men
water per rijtuig haalt.
De heer Engel deelt mede, dat het plan bestaat een
slang te koopen, waardoor dit bezwaar wordt onder
vangen. Het water zal op bepaalde dagen verstrekt
worden.
Hot nemen van een dergelijk abonnement door de
gemeente wordt goedgevonden.
De raad hecht verder zijn goedkeuring aan een
wijziging van de gemeentebegrooting dienst 1924.
Aangeboden wordt de gemeenterekening over 1923.
ontvang8t op f 91728.29 K, in uitgaven op
f 83950.33^. batig saldo f7777.96.
Ingekomen is de regeling van de jaarwedde voor
de gemeente-ontvangers, waarbij die jaarwedden
voor de tegenwoordige functionarissen met ingang
van 1 Januari 1925 met 30 pet. worden verlaagd. De
salarisvermindering zal over 5 jaar worden verdeeld.
Voor onze gemeente die tot de 2e klasse behoort, zal
het salaris bedragen tot 2 dienstjaren f490. van 2
tot 4 dienstjaren f 500, van 4 tot 6 dienstjaren f 630.
van 6 tot 8 dienstjaren f700 en voor meer dan 8
dienstjaren f770. Wanneer de betrekking door den
gemeente-secretaris wordt waargenomen, wat in on
ze eemeente het geval is, zal het salaris bedragen
f 490.
Van de gemeente Nederhorst den Berg is een adre*
b.gekomen, waarin te kennen wordt gegeven dat de
ze vermindering van 30 pet. niet over 5 jaar behoort
te worden verdeeld, maar 1 Januari 1925 in haar ge
heel moet worden toegepast. Gewezen wordt op den
levensstandaard en op het feit dat in 1919 het salaris
in eens enorm is verhoogd.
Do heer Blaauboer informeert naar het advies van
B. en W.
De heer Engel meent, diat een advies niet nooddg is,
omdat het een zaak betreft die van bovenaf geregeld
wordt. Alleen ten aanzien van het adres van Neder
horst den Berg zou advies kunnen worden uitge
bracht, doch dit adres is door B. en W. nog niet be
handeld. Het komt spr. wel eigenaardig voor, dat in
dat adres alleen ten aanzien van het salaris van ge
meente-ontvangers gesproken wordt, over den ver
anderden levensstandaard. Spr. weet niet de bedoe
ling van Ged. Staten, maar hij: veronderstelt, dat deze
trapsgewijze vermindering wordt ingevoerd, om in
dien tijd de ontvangers in de gelegenheid te stellen,
meer werk bij te zoeken. Waar over 5 jaar een sala
ris zal worden vastgesteld, dat vrijwel overeenkomt
met het bedrag door den Raad vastgesteld (f500)
meent spr., diat er weinig bezwaar tegen de regeling
is..
Algemeen gaat de raad met de regeling accoord.
Van de afdeeling Alkmaar van het Genootschap
tot zedelijke verbetering van gevangenen is het
verzoek ingekomen om een jaarlijksche subsidie van
f 10. B. en W. adviseeren dit bedrag toe te staan.
Nadat nog enkele inlichtingen over het werken van
het Genootschap zijn gevraagd, wordt overeenkomstig
het advies van B. en W. besloten.
De aanbevelingen voor de aftredende zetters, de hoe
ren C. Smit Gz. en J. Kistemaker worden als volgt
samengesteld: 1. C. Smit Gz,, 2. P. Kater; 1. J. Kiste
maker, 2, K, Burger
Bij de rondvraag informeert de heer Blaauboer of
voorzitter reeds met Pool gesproken heeft over den
bccht bij diens perceel, nl over het wegnemen van
do heining.
Voorzitter heeft er nog niet met Pool over gespro
ken. maar er zijn meer bochten en een beroerde
bocht is hét er niet Dé bocht bij Pluister is heel wat
verbeterd, maar daar is nu ook weer de heining.
De heer Blaauboer zegt. dat het biji Pool wel een
beroerde bocht is.
De heer Engel zegt dat er ook over de bocht bij
Smit wordt geklaagd.
De heer Blaauboer zegt, dat daar tenminste vol
doende ruimte is cxm uit te halen en bij Pluister ook.
Voorzitter doet toezegging er met Pool over te pra
ten. Hierna sluiting.
20718 20742 20751 20810 20896 20019 20959
20960 20961 20983 21016 21025 "21056 21072
21093 21174 21186 21234 21235 21265 21288
21335 23142 21430 21146 21582 21594 21613
21650 21689 21707 21755 21854 21869 21908
21955 21980 22012 22031 22089 22114 22116
22118 22157 22248 22282 —359 —396 —417
22451 22485 22196 22579 22586 —599 —602
22635 22696 22771 22837 22916 22944 22983
ONZE MOLENS BEDREJGD.
Als vervolg op het artikel uitjde Nieuwe Rotter-
damsciïe Courant het voIgenfler T"
.Van twee kanton tegelijkertijd ia dé modernisee
ring van onze molens, net up^tö-date maken van de
machinale inrichting ervan, aangevat: door de Ven
Trekking' van Maandag 4 Aug.
2e Klasse. le Lijst.
Nos. 8853 16596 en 17209 f 400.
Nos. 3088 17126 f 200.
Nos. 3010 5447 15143 15984 16574 19529 f 100*-
sen van f20.
55
151
195
217
262
297
313
349
370
387
531
556
617
621
808
877
18
1019
1042
1329
1470
1569
1590
1751
17%
1848
1923
1948
19%
2063
2091
2133
2140
2186
2199
2222
2255
2272
2348
2389
2474
2551
2567
2614
2687
2708
2746
2752
2776
28377
2853
2868
2923
2925
2964
2980
3022
3038
3060
3095
3131
3185
3203
3235
3247
3302
3316
—27
—45
3431
3471
37%
3823
3928
4044
4127
4280
4281
4325
4369
4390
4395
4424
4446
4511
4521
4745
4762
4767
4780
4822
4831
4899
4918
4957
4965
64197
5039
5078
5080
5113
5142
5205
5290
5299
5332
5394
5580
5598
5807
—30
5910
5976
6023
6092
6129
6150
6126
6285
6340
6341
6431
6452
6899
6931
6932
6954
7006
7064
6079
7178
7190
7297
7306
7368
73%
7433
7482
7492
7516
7559
75%
7826
7706
7740
7807
7946
7959
8052
8062
8078
8087
8124
8229
8304
8349
8-105
8426
Ute
8555
8600
8623
8630
8668
8745
8764
8925
9019
9080
9244
92-15
9269
9302
9317
9344
9351
9555
%52
%54
%63
9694
9731 9745 9821 9941 10250 10414 10142
10552 10563 10672 10706 10726 10749 10854
10895 10896 10908 11135 11182 11200 11280
11312 11319 11379 11405 11407 11213 11465
11509 11617 11700 11706 11835 11890 12036
12052 12071 12078 12226 12276 12312 1 2483
12507 12539 12552 12579 12605 12619 12626
12679 12696 12889 12895 12957 13013 13053'
13105 13203 13205 —237 —317 - .100 13445
13632 13692 13815 13823 13833 13815 13856
13940 13959 41027 11041 14019 11064
14095 14113 14116 14295 14315 14320
13881
14089
14331
14332 14394 14468 14535 14683 14744
14769 14827 14838 14852 14910 14952 14958
14991 15043 15084 15158 15235 15254 —333
15409 15435 15472 15488 —505 —527 —621
15679 15733 15817 15853 16008 16009 16018
16047 16051 16094 16109 16170 10197 10912
16271 16367 10372 10373 10423 16419 16455
1C-A.1 I 1-7AA1 1 "7AQ1
17001
17031
17370
16456 16498 16532 16702 16954
17074 17099 17136 17223 17248 17301
17375 17390 17406 17415 17485 17199 17547
17581 17582 17634 17782 17886 17988 18025
18067 18092 18160 18163 18218 18209 18273
18316 18380 18468 18181 181X8 —713 —749
18758 18833 18852 18^72 19095 19208 19245
19288 19298 19319 19367 19389 19127 19415
19454 19463 19479 19510 19500 19708 19720
19641 19776 19781 1(1827 19830 20033 2D061
20064 20092 20106 20107 20156 201/0 20242
20256 20316 20331 20339 20355 20.387 20395
20397 20)11 204'8 "XP78 ^483 2O500 20--20
o- <V5S"/ w g o v 20 95 20"! 1
eeniging tot behoua van molens in Nederland de
Hollandsche Molen", en door het Koninklijk In
stituut van Ingenieurs. Het is eigenlijk jammer dat
beide pogingen niet samengaan, maar deze verdeeld
heid, dit uitschrijven van twee prijsvragen, be
treffende het zelfde onderwerp, kort achter elkan
der, vindt zijne oorzaak in het verschillend stand,
punt waarop beide lichamen zich te dezen opzichte
plaatsen. De Vereeniging tot behoud van molens in
Nederland, ziet in de molens in de eerste plaats
factoren van schoonheid in het Hollandsche land
schap, zij het dan ook dat zn nuchter genoeg is om
den praotischen kant van hot vraagstuk niet te ver-
waarloozen, terwijl daarentegen het Kon. Instituut
vóór alles wij weten niet of wij het recht hebben
te schrijvenalleen het nut ziet, het nuttige doel,
het nuttig effect, en hieraan desnoods den uiterljj-
ken vorm van de molen wil opofferen.
Wij gelooven dat het" standpunt van de Vereeni
ging breeder is dan dat van hei Instituut, en mer
ken hierbij teven9 op dat het standpunt van het
Instituut toch niet als het ingenieursstandpunt kan
worden beschouwd. Althans4 afgaande op het stuk
dat. wij meenen in het begin van dit jaar, in het
tijdschrift „de Ingenieur" is opgenomen. Daarin
is betoogd dat wel Jdegelijk beide belangen, de
schoonheid en do utiliteit, vereeni gld moeten en
kunnen worden, en zijn de windmolens verde
digd juist met een beroep op de historie van.... het
ingenieursvak. De molens, zoo lezen wij daarin,
behooren onder de belangrijkste oude ingenieurs
werken in ons land. „De molenmaker was de voor
ganger van den werktuigkundig-ingenieur van
thanshij was de uitvinder van een groot aantal
technische verbeteringenhij ook was het, die_ moge
lijk gemaakt heeft de drooglegging van al die poe
len en plassen, waardoor „de Hollander zijn land
gemaakt heeft. Als nigenieura past ons dus een ge
voel van piëteit tegenover de oude molens, oude
monumenten van ingenieurskennis iïi ohslahd. Wie
wel eens met zorg een der oude Molenboeken be
studeerde of een paar waarlijk goed-geconstrueerde
oude molens nauwkeurig bekeek, moet eerbied krij
gen voor de vindingrijkheid en zuiver constructie-
ven geest van de bouwers."
De Ingenieur, die dit schrijft, noemt dan nog een
andere ten minste even belangrijke reden waarom
zijne vakgenooten belangstelling moeten hebben
voor het streven der vereeniging, en dus wat moeten
leeren gevoelen voor het behoud der windmolens. In
zeer veel gevallen is het, naar hij opmerkt, do
iiygpiiieur, die het bestaan van de molens bedreigt,
voóral onze poldermolens. vSoms is het niet te ont
kennen, dat eene vervanging van don windmolefi
door mechanische bemaling eene economische nood
zak elijkheid is, dikwijls is het zolfs niet verant
woord den ouden molen te sparen, doch er zijn
ook gevallen en meer dan men wellicht denkt
waarbii een molen noodelooe wordt opgeofferd. Een
veel voorkomend geval is bijvoorbeeld, dat de mo
len op zichzelf sterk genoeg is en ook nop in goede
conditie, doch door de hoogere eischen, die aan de
bemaling gesteld worden, door een meer zekere
beweegkracht dan wind vervangen moet worden.
Door de sterk gestegen kosten van onderhoud, dik
wijls ook door de lasten, die de Arbeidswet aan de
bediening oplegt, kan men berekenen, dat de to-
taalkosten van een nieuwe bemalingsinrichting met
veel hooger zijn dan de bestaand©, terwijl een veel
betere bemaling verkregen wordt. De ingenieur,
die niet van prutsen houdt, stelt daarom de af
doende verbetering voor van geheel© mechaniseering)
der bemaling. Stelt men echter den eenvoud, het
geen. men moet het erkennen, geen zuiver econo
misch belang is, niet zoozeer op den voorgrond en
let men op de schoonheid en belangwekkendheid
van den molen, dan bestaat er dikwijls een andere
mogelijkheid, aie in guldens en centen zich zee?
wel met de bovengenoemde laat vergelijken. Men
kan dan toch, hetzij een eenigszms lichtere romp
plaatsen naast den molen, of den mol en 4 erop inrich
ten, dat het scheprad bü gebrek aan wind door een
motor kan worden aangedreven. Dikwijls zullen
deze oplossingen een weinig duuider zyn bn de
tegenwoordige prijsverhoudingen, doch de ooriogs
jaren hebbens ons geleerd, hoeveel het waaid Is M
een vitaal Mans: als ppldCTbemahng van dm aan
voer van olie .onafhankelijk te zijn. Plaatst men
een afzonderlijke ni'snve pomp, dan beeft mm
daarbij nog het voordeel van totaal onafhankelijke
reservee n van, een ddbbel sterke bemaling. Laat
men deze rooideelen wegen, Wicht komt men dan
tot do conclusie, dat behoud van de molen met al
leen om gevoelsargumenten, doch Ook om maten
eele redenen de voorkeur verdient. Het is daarvom
echter noodig, dat men naast dos ingenieurs na
tuurlijken zin voor een simpele oplossing bezit
liefde voor den ouden molen, dien molen. di». zoo n
belangrijk monument m ons land uitmaakt.
Tot zoover het citaat.
Ik ben daarbij niet te zuinig geweest, mist om
het belang van de zaak, d.w.z. van dézen kant, van
de zaakde praetisehe. Dat ook de Vereen, dien ni-t
voorbijziet, blijkt o.a. uit de t-verde vnorwaaHe vnn
haaT prijsvraag, t-w. dat de ontwerper van in
wendige verbeteringen van den molen, rekening
mee moet houden, dat die verbeten-urm vm*nr
onevenredig groote kosten kunnen worden aange
bracht.
Een der verbeteringen, men mag gernst z«"gen:
de groote verbetering vs 7„1 f-n
bestaan in het bijplaatsen van< een motor. Het
blijkt uit hot stuk van den Ingenieur, maar ook nit
de voorwaarden van de prijsvraag, waarin gespro
ken wordt van het aanbrengen van een ar ander
krachtwerktuig in den Molen, dat do windkracht
kan vervangen. Hieruit blijkt dus dat de motor in
Hoofdzaak aanvullend werk moet doen. En dat zoü
ook zeker wel de meest-eoonomisohe oplossing zijn.
Het is in strijd met alle efficiency om dat mode
woord nu ook eens in dit verband te gebruiken:
misschien maakt het indruk om do windkracht,
die wij toch voor niets hebben, geheel uit te scha
kelendus ongebruikt te laten. En JSoo kan dus
gelukkig ook met het sterkste argument van dezen
;ijd, op grond van zuinigheidsoverwegingen, voor
ïot behouden van onze mooie molens (aangepast
aan die eischen des tijds) worden gepleit, 't Zoo,
eohter noodig Zijn, dat de Provinciale Electrica-
fceitsbedrijven hierbij helpen dooor het instellen van
een speciaal tarief voor windmolens. Thans zijn de
tarieven voor de molens, di. het kleinbedrijf, op
dezelfde leest geschoeid als die van het groot
bedrijf. Het zal noodig zijn te schrappen den eisch,
die in enkele provincies gesteld wordt, t.w. dat
per jaar een zeker minimum kilowatt eleotrioiteit
wordt gebruikt. Want om dit te bereiken moeten,
zooals reeds in het jaarverslag van do Vereeniging.
is opgemerkt door den secretaris, den heer Cleyn-
dert, vele eleotrische maaldagen gebruikt worden,
waaruit weer voortvloeit dat de eleotrische bo
weegkracht hoofdzaak wordt on do wieken morden
weggenomen om de onderhoudskosten van den mo
len te verminderen. En dat beteekent het einde van
den molen.
Het einde van den molen.
De verdwijning van onze windmolens. Maar dat
beteekent het verlies van een nationalen schat aan
schoonheid.
Mogen allen dit bedenken, die ©enigerlei invloed
kunnen oefenen op het voortbestaan van de molens.
Allereerst de leiders der provinoiale electriciteits-
bedrijven. Ik noem hen het eerste, omdat de electri-
citeit natuurlijk de ergste vijand is van den wind
molen. Met genoegen vernemen^ wif dat bijv. het
Provinciaal Electnciteitsbedrijf in G-ellderland jiiet
meer, zooals eerst, den molenaars pleegt voor te
rekenen, dat het veel voordeeligcr is hun oude
bedrijf te laten varen en electriciteit te stellen
in de plaats van windkracht, hetgeen zoo als
bleek verminking van den molen beteekent.
Maar laten die leiders nu een stapje vorder gaan en
uitzonderingstarievcn vaststellen voor het mole
naarsbedrijf, zooals .hiervoor werd aangegeven.
In de tweede plaats de molenaars zolvendo .ko
renmolenaars ook, die in hun feilen concurrentie-
de coöperatieve malerijen van do Boe
renbonden vaak naar de electriciteit grijpen als
wapen in dien strijd. 'Én de polderbesturen. Dat
degenen die op het punt staan een beslissing te ne
men tot buitengebruikstelling van het winubedrijf,
met afnemen van de wieken nog ik 'denk hier
in de eerste plaats aan Dijkgraaf cn Heemraden
van den Schenner (zie mijn eerste stuk) ten
minste wachten tot de uitslag van de prijsvraag van
de vereeniging bekend is. Aan het emd van dit of
begin van 't volgond jaar zal die uitslag gepubli
ceerd worden.
En ten slotte pok het publiek. Er moet een
groote, machtige beweging in ons land ontstaan
voot het behoud der molens, op den reëelcn grond
slag waarop zich de Vereeniging stelt. En hot beste
middel daartoe is, zich aan to sluiten bil do er-
eeniging tot behoud van molens in Nederland: de
Hollandsche Molen. Het adres is: Ilecrcngrachi
■260266 te Amsterdam.
HET VOORSCHRIJVEN VAN „VERSTERKENDE
MIDDELEN".
De geneeskundige medewerker der NJl.Crt. schrijft:
Met bijzondere belangstelling en volkomen instem
ming heb ik kennis genomen van oen artikel dat
van de hand van den Utrechtschen gemeentearts dr.
W. Hingst in het zoo juist verschenen nummer van
het Tijdschrift voor Sociale Geneeskunde het licht
zag. Ik meen goed te doen de aandacht van de over
heid, van burgerlijk armbestuur en vereenigingen,'
die zich met armenzorg en maatschappelijk werk be
zighouden te vestigen op ditartikel omdat het zoo
scherp de misvattingen van het groote publiek over
„versterkende middelen" formuleert, een misvatting
waaraan ongetwijfeld sommige geneeskundigen mede
schuld hebben, een misvatting ten slotte, die in hert.
huidig tijdsgewricht tot economische dwaasheden
leidt, die minder dan ooit toelaatbaar zijn.
Maar laat ik een oogenblik den schrijver van het
genoemde artikel aan het woord laten:
.Bovengenoemde bezigheid (het voorschrijven van
.versterkende middelen") was mij vroeger een aan
gename taak. Ik had toen andere inzichten over
voedingswaarde; op gezag van autoriteiten op het
gebied' van de voedingsleer achtte ik toevoer van veel
dierlijk eiwit noodig en omdat dat over het algemeen
een artikel is te duur en daardoor onbereikbaar voor
de beurzen onzer on- en minvermogende patiënten,
maakte ik gaarne gebruik van de mij geboden gele
genheid ze to doen. verstrekken. Met die autoriteiten
was ik, als 't ware, blind voor hetgeen al den dag
plaats had in, eigen naaste omgeving, nl. dat tal van
menschen zwaar werk verrichten (of ook wel ziek
waren) zonder ooit groote hoeveelheden dierlijk ei
wit te gebruiken en, daarbij gezond en sterk bleven
(resp. genazen).
„Sinds dien tijd heb ik andere opvattingen gekre
gen en heb ik meer respect leeren krijgen voor den.
eerbied' van mijn toeninaligen koetsier voor g°^do
kleiaardappolen en goed vet. Deze wijsheid wordt
vericondigd tentijde dat vele medici met mi] ais
ware zwoeren bij dierlijk edwit en de aardappelen o -
geveer hielden voor een combinatie van J^ht
water. Het komt mij voor, dat wij,
in meerdere of minder© mate eens ziju over de vol
gende aangelegenheden.
1. De mensch. heeft voedsel nooduf, dht een zekere
hoeveelheid calories bevat; die h°e_v<^lheid_ wisse
naar leeftijd, lichaamsgewicht, verricht arbem, li
chaamstemperatuur en iemperratuur der omgeving.
Een koortsende zieke verbruikt meer door zijn koor s
maar spaart meer doordat hij rust neemt.
2. Het voedsel moet een zekere hoeveemeid eiwit
bevatten, ter vervanging van de „versleteri ce
en tot opbouw van het onvolwassen lichaam.
Iu;; na nipt ZOO groot 'P
hoeveelheid behoeft bij lange na niet zoo