Woensdag 20 Augustus 1924. 67ste Jaargang. No. 7488. llilyavcrsi N.V, v.h. ÏBAPMAN Co., Scbagen Uit en Voor de Pers. FEUILLETON. GRAAF. RICARDO S^escEhe^opnCLdat haar achter haar bri,,e- Binnenlandse!» Nieuws. SCEAËER Alltntti Kimws- COURANT. iimitiiii- laiilmllil Dit blad vorschijnt viermaal por woolc: Dinsdag, Woonsdag, Donder dag en Zatordag. BIJ inzonding tot 'a morgena 8 uur, worden Advor- tentiön nog zoovool mogolijk in hot oerauntkomorul^uirmnorjgop^ POSTREKENING No. 23330. INT. TFI I I Prijs por 3 rnaandon fl.05. Loaao nummora O cont. ADVKRTEN- TlöN van 1 tot 5 rogols f 1.10, iodoro rogol moor 20 cont (bowljsno. Inhegropon). Grooto lottors wordon naar plaatsruimte borokond. „VERONTRUSTEND GELUID"! De Kafch. Maasbode heeft onder dit opschrift een hoofdartikeltje, naar aanleiding van redevoeringen, door oen paar vooraanstaande Katholieken „uitge sproken op den Katholieken dag, dit jaar te Maas tricht gehouden, waar opnieuw g-roote luister heersohte on duizenden Katholieken present .waren. Het onderwerp van den dag, aldus de Msb., was* eerbied in Gods Huis, t Maar wat ons bijzonder treft in de uitvoerige verslagen van dezen Limburgschen vierdag is, dat de gasten-sprekers, die van oorsprong geen Lim burger zijn, zich strikt aan deze opdracht en aan dit thema hebben gehouden, terwijl de twee zonen van Limburg zelf, die aan net slot van dezen feest dag het woord ^voerden, het eigenlijke onderwerp geheel loslieten en zich voornamelijk bepaalden tot Limburg's trouw aan Nederland, Dr. Felix Rutten deed dit zóó instantelij k en ge prononceerd, dat zijn woord- op den boven-Moer dijk er den indruk moet maken, alsof er weer gevaar dreigt, dat men Limburg van het oude vaderland; wil losscheuren. Dr. Rutten betoogde instanteïijk hoe Limburg één met Nederland wil' zijn en blijven. Maar hij oordeelde 't nog onzeker, wat de toe komst brengen zal. Zeker is volgens dezen spreker, dat voor Limburg niet alle gevaar voorbij is. ,In de gangen der Mijn ligt de roode vijand op de loer als in een loopgraaf" en „de landhonger der natiën is een verscheurend dier, dat nog geen ver da] zeide: „wil men Limburg behouden, dan zal' een I Iolitiek verzadiging vond om nu reeds 'droomloos in te ïJog sterker sprak Dr. Rutten zich uit, waar hij krachtige defensie-politiek noodig zijn." De laatste spreker op dezen Katholiekendag, nie mand minder dan onze Minister-President, Z. Exc. Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouok, sprak meer ingetogen, maar ook hij1 deed hier klanken hooren, die aan het verontrustend geluid vau Dr. Rutten vrijwel verwant waren. Ook do minister-president vorderde Limburg op voor Christus en dit Christelijk Limburg voor Ne derland. Nog krasser waren de woorden van den minister toen Z.E. ,.uit naam van het natuurrecht, het ge schreven recht, het nationale en internationale reoht, ja, van alle rechten, die in de menschelijke wetten en veel dieper in de menschelijke harten zijn gegrift en eindelijk uit naam van het zelf beschikkingsrecht, waarop zich zeker onrecht heeft durven beroepen aan zijp gewestgenooten vroeg om de aanmatiging, die zij in een zorgvollen tijd zoo fier hebben weerstaan," ook nu weer te beantwoorden met dien ééneu uitroep: „Limburg bh Nederland» Niemand die dit alles leest zal den indruk weten te weerstaan, dat het niet zoo maar voorbijgaand en toevallig, maar integendeel zeer opzettelijk is uit gesproken. Zoodat van dezen Katholiekendag een Sterk alar- meerend en verontrustend geluid' is uitgegaan, dat wel degelijk naar het woora van Dr. Rutten, krach-* tig onderstreept door Minister Ruys, bedoelt te zijn „een waakzaam let op uw zaak!" Het Hdbld. vraagt met recht, waarom dit „ver ontrustend geluid" toch wel geuit weid, daar toch op 't oogenblik in België niet direct meer geageerd, alias richard power door C.N. en A.M. WILLIAMSON. Vertaling van Mejuffrouw M. HELLEMA. Esmée s wangen brandden, toen zij' haar plichten daar zoo zwart op wit zag staan. Ze hadden haar niet zoo met afkeer vervuld, toen Rogers ze noemde en er haar een overzicht van gaf. Zij had gedacht, aat zij kon doen, wat er van haar werd verlangd met de werkelijke bedoeling Ricardo's onschuld te bewijzen en de vage beschuldigingen jegens hem te ontzenuwen. Maar nu zag. zij, dat zij moest spionnee- ren om dat te doen. Neen, dat kon zij niet zij kon net huis niet doorsnuffelen om een verborgen P?1"8?™ of ding te vinden! Zij kon Rogers geen afschriften zenden van al Ricardo's particuliere brieven geheimen, waarbij hij vertrouwde op het secretaresse. En toch, zij kon niet terugtreden. Zij kon die heerlijke, ongedachte kans de? man- weer te ontmoeten niet opgeven. Z8j ^.Cïï.Zien,enJde uitdrukking van zijn gelaat. kerkende. Zij moest weten, wat hij zou i ttl? Kast uit Vouetië binnentrad als zijn nnS nT.fh8 ?°C.te!.are8S®' En daa™a - "Ch, Zij Wist k daarna *od d°eni De omstandighe- i nieï m°esten haar helpen een beslissing zim Tn in ook gebeurde, zij zou hem trouw nnk' a Bic&rdo niet verraden, al moest zij l# Tw«»?;n nn ,naar RoBe Lea. dat het werk haar ta *ie'' Omdat zij dacht, niet lang in Mrs. fer niM IU'l?n b"iven' Pakto '-ij haar kof- den inL.' ?r.,alleen oenlge toiletbenoodigdhe- kiikan .fi Mre' ,J,ennin«3 eens mocht komen r» inhnn waf' portret van Byron sloot L ,nta'r„ÏÏL"™' Jennings mocht dat niet nm bba over 'Pfokenl aeh^chr J~e8TWer,d haar de lunch in de zitkamer fe hohhen ifnni,1gs' die Been bediende scheen beleefd ti™ n u bet blad binnen en babbelde Sf' da tafel dekte. Nu en dan ver- het'Zk|1«ineh™bUi7.<>n om u te hod'enen. miss?" vroeg als u ho^ wonscht 8 "Ik hM m8t gan0e*en d0eD' ZU^kou Wen18Cshte niet en bedankte haar. ouder w i* V00L Zlc^ zelv© zorgen en wat lezen dSt Zii SLet,e?; Te,rIJ1 nam zij een boek, uincs om^ !g0Pa1, *als een wenk voor Mrs- Jen- gaan. Maar al was het de boeiendste wordt om jt bezit van België. Zij 't dan ook, dat degenen, dio in België^ het parool uitgaven, voor de bewuste campagne, niet rusten. Weet men in Limburg meer dan wij van een acouut dreigend gevaar voor ons grondgebied? vraagt het HdblcL En is dan een katholiekendag de plaats om dab den volke van Nederland te doen begrijpen? Heb ben d© heeren Ruys de Beerenbrouok en dr. Rutten alleen willen waarschuwen tegen verslapping der waakzaamheid? Wij gevoelen neiging om het laatste aan 'te ne men, omdat de berichten uit "België een directe aanleiding tot „verontrustende geluiden" op dit tijdstip niet geven. Wij gevoelen daartoe te meer neiging, omdat het voor niemand een geheim is, dat in oe R. K- Staatspartij ernstig verschil van meening bestaat over het defensiovraag- stuk. Ook diar zijn er» en zijn er velen, die zich aan hun democratische gezindheid' verplicnt achten, om de noodzakelijkheid eener landsverdediging, zoo krachtig als de middelen toelaten, te betwisten. Het zou niet onbegrijpelijk zijn, als juist in Lim burg de eerste minister, die daar een zeer bijzonder gezag geniet, een waarschuwend woord heeft willen laten hooren. Wij willen de allerlaatston zijn, die het ,onfcwapeningsvTaagstuk van internationaal ter rein willen overbrengen naar 't gebied der nationale politiek. Wij meenen nog steeds, dat wij naar de mate van onze middelen moeten zorgen voor rede lijke waarborgen, dat het belang van een oorlogvoe rende onze onzijdigheid te ontzien grooter wordt dan zijn belang by een schending van ons gebied. Maar desalniettemin zou het ons niet geheel zonder bedenking voorkomen, als men de neiging daartoe poogt te versterken door „alarm" te roepen, op een tijdstip, waarop dit niet volstrekt noodig is. Volstrekt verwerpelijk zouden wij het echter aoh-> ten, verontrustende geluiden als thans in Maas tricht klonken, te laten hooren, o m d e mo e i 1 ij k- heden, die de leiding eener hepaaïd.e partij onder vinjdt, te verlichten, Daarom meenen Wn, dat na de redevoering van onzen .premier in Maastricht de vraag op haar plaats is: wat is aan de regeering bekend, dat aan leiding geeft te vreezen voor een hernieuwde actié in België gericht op Schending van ons gebied? Of hebben deverslaggevers van den Katholiekendag in Maastricht onder een onjuisten indruk verkeerd, toen zijt verontrustende geluiden hoorden in de redevoering van den minister van Binnenlahdache Zaken? Wij denken, dat die gevraagde 'opheldering wel uit zal blijven. De „verontrustende geluiden" hebben meer een partij-politiek tintje, aan dat er grond voor onrust zou'bestaan op het moment. Het zal wel moeten dienen, om de onwillige broeders <wat volgzamer te maken. poging tot brandstichting. In den nacht van Zondag op Maandag om vier uur werd door een agent van politie en een nacht waker, die de ronde reden, in perceel 43 aan de Leu venhaven te Rotterdam een begin van brand ont dekt. Ze bemerkten, dat uit de brievenbus van de buitendeur van dit pand rook opsteeg. Terstond waarschuwden zij de bewoners en na eenigen tijd was het vuurtje, dat de deur al geheeL in brand "had gezet, gebluscht Bij nader onderzoek bleek, dat in roman van de wereld geweest in plaats van een bundel gedichten, die zij van buiten kende, dan nog had het meisje haar gedachten er niet bij kunnen bepalen. Haar eigen geschiedenis en vooral het tegenwoor dige opwindende hoofdstuk, hielden Esmée's geest en gemoed geboeid. Het viel haar even moeilijk te eten als een boek te lezen, ofschoon de lunch goéd en zelfs fijn was. Maar het meisje dwong zich. toch iets te gebruiken ter wille van Mrs. Jennings. Zij zou Gibbs niet kunnen vertellen, dat Miss Alton zenuwachtig was! In twintig minuten kon zij1 naar Cannon Wood wandelen, maar Esmée kon niet meer rustig in huis blijven, toen het half drie was. Zij verlangde naar beweging en frissche lucht. Zij zou het hek voorbij wandelen en weer terug, zoodat zij tuist met klokslag van drie uur voor de deur zou staan. Zij was be nieuwd. of Graaf Ricardo er de man naar was, om op kleeding te letten en of hij zou vinden, dat zij minder mooi was geworden in de vier jaar tusschen zeventien en een en twjntig. In Italië had hij haar bewonderd. Zij was niet te jong geweest om dat in zijn oogen te lezen. Zou h ijhaar nu nog bewonderen? Zou het hem genoegen doen of ergeren, dat zij door een zonderling toeval in Londen bij hem was ge komen, gezonden doQr een „agentschap"? Of zou het hem onverschillig laten, omdat de eigenaar van Cannon Wood en haar Graaf Ricardo niet dezelfde .varen? Toen Esmée de kleine, witte stoep afging, bemerkte zij een ouderwetsche vigèlante» aan het verst© eind der straat, welker koetsier op den bok zat te dom melen. Haar weg lag in de tegengestelde richting, maar toen zij het rijtuig den rug toekeerde, hoorde zij het geluid van wielen. „Die oude rammelkast wil probeeren een vrachtje aan mij te krijgen", dacht ze. Maar dat was een vergissing. Het rijtuig ging zeker don slakkengang, want het had haar nog niet be reikt, toen zij den hoek omsloeg. Daarna dacht zij er niet meer aan, totdat zij na Cannon Wood te zijn voorbijgegaan zich plotseling omwendde om te terug te keeren. Op ongeveer veertig metor afstand was de vigelante, die even langzaam als te voren voortschommelde. ,.Zou ik misschien worden bespi6d?" dacht ze op eens, maar begreep, dat zulk een zonderlinge ge dachte nooit bij haar zou zijn opgekomen voor de lessen van Rogers. Het zou echter mogelijk,kunnen zijn. dat Rogers zelf haar naging of liet nagaan om te zien. of zij zich aan de afspraak hield. Zij ver haastte haar schreden in de richting van Cannon Wood en trachtte in het voorbijgaan te zien, wie in de vigelante zat. Er was iemand, dat kon 'ze zien. maar niet meer, tenzij zij midden op straat was gaan staan, om door het raampje te gluren. Dat kon zi de brievenbus een pakje kranten, gedrenkt in pe troleum, was geduwd, waarna men het papiep had aangestoken. Gistermorgen is verdacht van brandstichting ie mand aangehouden, die lang geen onbekende is van de Rotterdamsche politie. Zijn vrouw had hem verlaten en was bij de fa milie in het bewuste pand' gaan inwonen. Natuurlijk was de verdachte, daar niet mee ingenomen en her haaldelijk zocht hij ruzie, waarbij het niet zelden tot een vechtpartij kwam. Ook dreigdo hij dan menig maal daar de boel in brand te zullen steken, aan welk voornemen hij in den afgeloopen nacht gevolg heeft gegeven. Hij is ter beschikking van de justitie gesteld. julianadorp. Zondagmorgen hield de vereeniging „De Postduif' een wedvlucht vanaf Vlissingen, welke afstand 188 K.M. bedraagt. Voor deze vlucht waren 29 duiven in concours, die aldaar om 7.15 uur zijo losgelaten. Tij dens het in vrijheid stellen der vogels en gedurende de vlucht, was het prachtig helder weer met een zwak zuidenwindje, zoodat het haast niet beter kon. Dit liet zich ook wel blijken, alle vogels waren spoe dig thuis. De eerst binnenkomende duif heeft 1253 meter per minuut of rond 75 K.M. per uur gevlogen, hetwelk best ia te noemen. De uitslag van dezen vlucht is als volgt: le prijs duif van Jac. van der Haag, thuiskomst 9.44.13 uur; 2e prijs duif van W. van der Haag, thuiskomst 9.44.15 uur; 3e prijs duif van B. Delver, thuiskomst 9.47.40 uur; 4e prijs duif van J. Mare es, thuiskomst 954.19 uur. De volgende week wordt gevlogen vanaf Utrecht, afstand 95 KM. Door den heer J. A. in 'tVeld is Maandag opge vangen een Blauwe Postduif van Engelsche her komst Op een aan één harer poolen zich bevindende aluminiumring staat: Nurp 24. N.P.46. en doorzitten bij fietsen (zadel- %91 1pijn) kunt gij gemakkelijk'en da- delijk verhelpen met den alom ge- IQOpen prezen Akker'. Kloosterbalsem. oudkarspel. Maandagavond werd in de zaal van den heer Via een uitvoering gegeven door hot Noordhollandedh Tooneel ensemble, waarvan de hoer Loevens de lei der is. Opgevoerd weid het tooneelspeï in drie bedrijven: „De Dief', door Bernsfcein. Van dit stuk hebben we volop genoten. 'Het jls een stuk naar het leven geteekena, niet overdre ven, doch een stuk waarin de gevolgen van een tef weelderig leven op Bprekende wijze worden naar voren gebracht. Er is vooral door de hoofdpersonen prachtig spel geleverd. De enkele zeer zware rollen werden uitmuntend vertolkt en over het algemeen ia er door allen goed, veelal uitstekend spel geleverd., Als we een aanmerking moeten- maken, is het deze, dat we de rol van isabella gaarne meer ge voelvol gespeeld liadden gezien en ook de grime van Ferdinand leek ons niet gelukkig gekozen. Aan het succes van den avond hebben deze beide tekortkomingen echter weinig tekort gedaan. *We durven zeggen, dat liet vrij talrijk opgekomen pu* bliek een praehtigon avond heeft meegemaakt. Ons .compliment willen we brengen aan de mu ziek, dio zeer mooie nummers ten gehoore bracht, doch waar jammer genoeg, weinig naar geluisterd werd. w ier inger waard. Ondanks het slechte weer heeft toch Maandag avond de officieelo opening plaats gehad van War niet doen, omdat het rijtuig zeer waarschijnlijk niets met haar te maken had. Toen zij het ijzeren tralie- heb bereikte en omzag, was de vigelante niet om gekeerd, maar sukkelde voort, als om haar onschuld t9 bewijzen. Het zou echter gemakkelijk genoeg zijn geweest voor den koetsier, te zien waarheen zij zich begaf. Zij besloot het hek door te gaan, en daar het nog een paar minuten vóór drie was, zich een oogenblik te verbergen tusschen de boomen en struiken om t.e zien, wat de vigelante zou doen. Maar dit plan mis lukte. Het hek was gesloten. Zij was genoodzaakt aan een ouderwetsche bel te trekken en te wachten, tot een bejaard man op zijn gemak uit de portierswo ning was komen aanhinken. Dat moest de man zijn, waarvan Rogers haar had verteld de tuinman, die huisbewaarder werd, toen het huis onbewoond bleef; de man, die wist, wat er was gebeurd in dien zonderlingen nacht, toen Powers dubbelganger te Cannon Wood kwam. Door te dénken over hem en wat hij misschien zou weten, vergat het meisje de voortsukkelende vigelante. „Mr. Power verwacht mij om drie uur", zeide zij, en moest die woorden nog eens luider herhalen, eer de man haar scheen te verstaan. Toen eerst opende hij het hek halverwege, aarzelend alsof hij niet recht wist, of hij er goed aan deed. „U is zeker de nieuwe secretaresse, miss?" vroeg hij. „Men heeft mij gezegd, dat u werd verwacht en dat u een kaartje van het agentschap zou meebren gen". Rogers had haar zulk een kaartje gegeven, voor het geval dit noodig mocht zijn, en zij- nam het uit haar beurs. Dit was het. „Open Sesame!" Zonder meer te zeggen, ging de oude man op zij en liet het meisje de laan naar het huis in wandelen. Deze laan slingerde zich door de boomen; en nu zij eenmaal binnen het hek was. voelde Esmée haar zenuwachtigheid verdwijnen. Het was een mooi oud landgoed, of liever, dat was het geweest. Nu was het Teheel verwaarloosd. Zelfs vier oorlogsjaren en ge brek aan tuinlieden verklaarden nog niet het lange ,-ras onder rottende ,bladeren( ongesnoeide heesters en hoog opgeschoten onkruid. Het meisje dacht aan den heerlijken, zoo uitstekend onderhouden tuin in Venetië. Waarom zou Graaf Ricardo die rijk was en gelukkig had geschenen zich opsluiten in zulk een somber verblijf als dit? Zij bleef een oogenblik staan om haar moed te ver zamelen, en hoorde het gekraak van dorre takken onder een voetstap. Uit een zijpad, achter laurierboo- men verscholen, kwam een man te voorschijn. „Giuseppe!" riep zij zonder na te denken. Hij schrikte ^even en herkende haar toen, dat zag zij aan zijn oogen. En zij las«daarin nog iets anders, maar wist niet precies wat. Het was meer dan ver terleiding en Electriciteifc. Bn deze voor onzo gemeente zoo belangrij'ka plechtigheid waren behalve het Dag. Bestuur en den Gemeenteraad verschillende autoriteiten en an deren, daartoe door het Gemeentebestuur uitgenoo- digd, aanwezig. Gelukkig was het even halfnegen droog weer, toen de Burgemeester, do heer O. Haringhuizen, op het Polderhuiserf ongeveer het volgende heeft gesproken: Namens het Gemeentebestuur heet ik U allen hartelijk welkom hier, inzonderheid de noeron Smit Kleine, directeur en Boom Hoofdingenieur van het P.E.N., de heeren Mensert, Ifcofdingenieur. Van der Plas, hoofdopzichter veto P.W.N., de adviseurs v.d Ter. v. Ned. Gem., Verhoekx, directeur, en Vleugels, ingenieur, de aannemer», de hoeren Ouwe hand en de Ruiter, de hoer R. Kaan als fid van de Gezondheidscommissie, het Polderbestuur en de ver dere genoodigden, wier aller tegenwoordigheid op hoogen prijs wordt gesteld. Thans is de tijd daar en is het een voldongen feit, dat Wieringerwaard zal hebben Waterleiding en electriciteit. Op 3 November 1923 in een en dezelfde vergadering werden de besluiten tot aansluiting en oprichting genomen en nu is het wel eigenaar dig en toevallig, dat de werken van aanleg voor bei den gelijktijdig voltooid zijn. Deze gelijktijdige totstandkoming van voor Wieringerwaard zoo be langrijke zaken is een historische gebeurtenis van groote beteekenis voor onze gemeente. Het Ge meentebestuur heeft gemeend dit niet ongemerkt té moeten laten passeeren en door een officieel© opé- ning daaraan uitdrukking te geven. Maar niet al leen hierom, maar ook omdat daardoor gelegenheid bestaat de voorbereiding te releveearen en uiting te geven aan onze ingenomenheid en tevredenheid, heb ben wij dit gewild. In het algemeen zal het verwondering hebben gebaard dat ln zoo'n welvarende plaats als de onze waar landbouw en veeteelt intensief wordon uitge oefend, nog steeds geen eloctrische stroom wend benut. Allerlei omstandigheden waren daarvan oor zaak. Reeds meer dan 10 jaar geleden waren plan nen aanhangig gemaakt. Door het uitbreken Van den oorlog en het schrikbarend oploopen der prij zen, geraakten die van de baan. In 1920 opende zich voor -pnze gemeente weer oen gelegenhid, toén het P.E.N. oen bovengrondsche hoogspanningsgelei ding wilde aanleggen naar den Helder door onze gemeente. Ons Bestuur heeft toen, hoewel gaarne ETeotri- fioatie wenschende, ter voorkoming van ontsiering, enz. krachtig bezwaar ingebracht tegen het plaat sen van de masten en palen. Als gevolg^ daarvan wijzigde de provincie haar plan en ging toen ondergrondsoh een kabel leggen langs de spoorbaan. Wij zijn zeker het Provinciaal bestuur en den heer Smit Kleine groote erkentelijkheid verschuldigd voor het toen genomen besluit, omdat tengevolge daarvan niet alleen onze gemeente, maar het ge- heele Noordon van Noord-Holland voor de mas sa's palen en bokken zijn bespaard gebleven. De electrificatie voor onze gemeente werd daar door weer van de baan geschoven; we vonden dit minder erg, omdat we het een goed beleid achtten meer normale prijzen van materialen af te wach ten. Thans hebben wij ndet alleen hoogspannings kabel, maar bovendien voor het grootste deel ons laagspanningsnet ondergrondsch, een net, dat, naar we verwachten, vele jaren een gelijke waarde zal behouden. Wij mogen nu de vreugde smaken, dat het mooie bazing. Zij dacht, dat er angst, werkelijk vrees lag in dien blik. HOOFDSTUK VI. De man met zijn Rug naar het Licht. „Het is de jonge dame uit Venetië!" riep hij uit in zijn eigen taal. „Het is toch niet mogelijk, dat zij (hij sprak mot Italiaansche beleefdheidin den derden persoon) de nieuwe secretaresse is?" Esmée had wel gedacht, dat deze ontmoeting vroe ger of later zou plaats hebben. Maar zij had ver wacht eerst zijn meester te zien en zich dan heel verwonderd te moeten toonen Graaf Ricardo weer te vinden als Mr. Richard Power. Zij had zich voor gesteld, hoe hij zijn ouden bediende zou roepen en hoe verbaasd deze zou zijn over zulk een zonderling toeval. Doch nu moest zij tweemaal dezelfde comedie spelen. En dat was ellendig moeilijk, met dien wan trouwenden blik in de donkere Italiaansche oogen. „Ik ja, ik word verwacht door 'door Mr. Po wer", stamelde zij in het Italiaansch. „Maar gij dat begrijp ik niet". Giuseppe wierp een blik naar het huis, dat door boomen half verborgen aan het eind der laan lag, en vestigde toen zijn oogen op haar. Het was zeker een wantrouwende blik, maar toch lag er iets pein- zends en trouwhartigs in. „De signorina weet het dus niet?" vroeg hij twijfelend. „Wat weten?" „Dat mijn meester hier is?" ..Graaf Ricardo?" „Ja, signorina. Dit is heel vreemd". „Het is zeker vreemd u hier te ontmoeten en te vernemen, dat Graaf Ricardo hier is", zeide Esmée. „Maar dat ik hier ben om te solliciteeren naar een betrekking van secretaresse is niet vreemd, Giuseppe. Ik woonde bij een tante, en die is gestorven. Ik meende, dat zij mij wat geld zou nalaten, maar dat was niet het geval. Zij was heel boos, toen het uit kwam, dat ik naar Italië was geweest zonder haar voorkennis, toen ziji in het ziekenhuis lag. Ik moet nu mijn eigen brood verdienen, en het eenige dat ik ken, is stenographie en machineschrijven, dat ik leerde om haar te helpen". „Ik begrijp het, signorina", zeide Giuseppe, „ik begrijp het. En natuurlijk doet het mij genoegen de jonge dame weer te zien. die zoo aardig was jegens mijn vrouw en mij in Venetië. Maar ik weet niet, hoe mijn meester het zal opnemen. Ik moet de waar- heiJ spreken en het hem vertellen". Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 1