ROMMELKRUID.
wonden dikwijls reeds gedood bij oen tempera
tuur van 45 graden C Schildluizen, die wat
sterker zijn, sneuvelen toch zeker in een tem
peratuur van 50 gr. C
Wolluizen vindt men op Clivia's Zo zijn
kenbaar aan de witte kleur, net hoopjes wol,
die hij stukwrijvcn evenwel rood worden. Ze
zijn zeer goed te verdelgen in heet water als
voorgaand, ook door middel van een sponsje
gedoopt in zeepwater.
Thripa, heele kleine zwarto diertjes, treden
meedtal op in een te hoogo temperatuur en dro
ge atmosphoer en veroorzaken bleeko vlekken
op de bladoren? Als spint, men bestrijdt deze
door een niet te hoogo temperatuur en vochtige
atmoepheor te onderhouden en doorheen op
lossing van X deel Phytophïline op 50 deeien
water, waarmee men. de planten sproeit.
I
DAHLIA'S.
Om groote bloemen aan zijn- Pioen Dahlia's te
krijgen broke men de zijknoppen naast de
hoofdbloem weg.
K. v. KEULEN,
Tuibouwn» Onderw.
EEN" NIEUWE AUTOMAAT.
De massale productie van auto's tegen een
lagen prijs is alleen mogelijk geworden door
dat talrijke automatische machines zijn ge
maakt, die onderdeelen tegen een zeer lagen
prijs kunnen afleveren, omdat ar buitenge
woon weinig loon per stuk op komt. Juist in
een land als N—Amerika, waar de levcns-
standdaard en dus zeker ook het loon van
den geschoolden arbeider zeer hoog is, kan
een dergelijke industrie alleen bestaan door
de automatische machines.
Een nieuw voorbeeld ervan is ©en machine,
die in twee minuten in staat is om zes volle
dig afgedraaide en van ringgroeven voorziene
zuigers voor motoren af te leveren. Om het
belang ervan' in te zien, dient men na «te gaan,
dat do automotoren ten minste vier cylindors
.Zorgt u goed voor mijn paard. Het is 't bes
te dier van do wereld".
De herbergier bekeek het armzalig© dier eens,
maar hij zei niets en bracht Rossinant© naar
den stal. "Poen hij terug kwam, zag hij, dat de
beide meisjes (die nu niet meer hang waren)
bezig waren, den goeden- ridder zijn harnas af
te nemen. Maar, wat ze ook deden, de helm
konden! ze niet weg krijgen, want Don Quichote
had hem met een groen koordje stevig om zijn
hals gebonden.
..Knip door", zei de waard.
,Neen, neen, neen," sprak Don Quichote,
4a: sta ik niet toe".
En zoo bleef hij den heelcn avond met zijn
kapotte helm op zitten. Dat was een grappig
gezicht 1
.Jlaha", sprak Don Quichote,
^Neen, nog nimmer werd een Ridder,
Als vanavond Don Quichote,
Zóó door jonkvrouwen geholpen.
Toen hij uit zijn dorpje kwam."
De eenvoudige meisjes spraken geen woord
Eindelijk zei do ééne:
,.Wilt u niet wat <ften?"
„Ja", sprak Don Quichote, „ik merk, dat *t
roe goed zal doen."
De waard bracht hem nn oen slecht gekookte
kabel jouw. met wat zwart brood. Don Quicho
te begon te eten.
Het was aardig. om dat te zienl Hij ha<ï nog
steeds zijn helm op het hoofd, en omdat hij
ho le handen noodig had, om de vizierklep om
en dus vier zuigers hebben, zóodat een fabriek,
die „slechts" 100.000 auto's per jaar moet afle
veren in 300 werkdagen, dagelijks meer dan
dertienhonderd zuigers kant en klaar moet
krijgen.
Een gegoten zuiger moet langs den cylindrjL
schen wand zeer zuiver afgedraaid worden,
terwijl ook de bovenkant volkomen glad afga.
werkt moet zijn cn er ten minste drie groeven
voor de afsluitende zuigerringen aangebracht
moeten worden. Met gewone draaibanken zou
dit boteekenen, dat de zuiger driemaal in di
verse machines geplaatst moet wordjen, hetgeen
mot het transport er tusschcn voel aan loon en
aan tijd zou kosten.
Dó nieuwe automaat hoeft zes stollen van
drie boiols van speciaal staal, die zelfs bij zeer
groots draaisn el beden bijna onmerkbaar afslij
ten. Zo zijn) gevat in drie houdere, terwijl de
af te werken zuiger vastgehouden wordt op
een klauwplaat, die snel ronddraait. De vlakke
bovenkant van den zuiger en de cylindrische
wand worden tegelijk afgedraaid, en als de
cylindrische wand ongeveer half klaar is, wordt
automatisch oen derde houder togen den
draaienden zuiger gedrukt In dien houder zijn
drie gelijke Kitels boven elkaar aangebracht,
zoodat op de juiste afstanden drie gleuven in
den cylindrischen wond gedraaid worden.
Tijdens die bewerkingen draait hot geheels
toestel met de zes onderhanden zijnde zuigers
rond en na twee minuten zijn de zaa stuks
klaar en hoeft de geheele automaat ook een
omwenteling gemaakt. Nu dient even gezegd
te worden, dat de stellen beitels het werk be
ginnen op tijdstippen, die telkens 90 seconden
verschillen. Na een volle omwenteling van het
geheele toestel is dus slechts de eerst erin ge
zette zuiger klaar en is deze weer op de plaats
gekomen, waar hij in het toestel is gezet. Dan
houdt deze afdeoling van het toestel op te wer
ken, de beitels worden automatisch van het
werkstuk afgetrokken en een werkman heeft
gelegenheid het afgewerkte stuk weg te nemen
en een nieuw te bewerken stuk erin te zetten.
Na twintig seconden is weer ©en nieuw afgeu
werkt stuk bij dien arbeider gearriveerd, zoo
dat deze juist tijd genoeg heeft om de ruwe
stukken, die op een band zonder oinde bij hem
komen, in de automaat te zetten ea de afge
werkte op een anderen band ite deponoeren.
hoog te houden, kon hij zeil niets in zijn mond
steken, en daarom hiolpen d© beide meisjes
hem. Maar hoe moest hij drinken? De waard
vond er wat op! Hij nam de loop van oen oud
geweer. Don Quichote nam het eene eind in
zijn mond en de waard goot door het andera
eind de wijn, die zoo door den loop in den
mond van den ridder terecht kwam! Toevallig
blies de varkenshoeder nog vier maal op zijn
horen.
„Ha', zei Don Quichote, „tafelmuziek!" Nu
was hij er zéker van, dat hij in een prachtig
kasteel logeerde en kostelijke spijzen at Eén
ding vond hij nog jammer: dat hij nog niet
tot ridder geslagen was! Maar hij zou 't dade
lijk aan den waard vragen.
Don Quichote vroeg den waard, hem te vol
gen. Ze gingen den stal binnen. De ridder viel
voor den waard op de knieèn en zei:
„Nu sta ik niet op, edele ridder, voor ge mi)
belooft, oen dienst te bewijzen, die alle ment.
Bchon ten goede zal komen!"
„Maar sta toch op", zei de waard, die veda.
gen word.
„Eerst beloven" zei Don Quichote.
„Ik beloof het," antwoordde de waard.
„Dat is goed," zei Don Quichote, „dit wilde ik
u vragen: sla mij morgen tot ridder. Dezen
nacht zal ik waken in uw kasteel cn als moru
gen gebeurt, wat ik u vraag, zal ik alle wereld
deel en doortrekken tot heil van do menach-
heid."
De waard, die nu begon te begrijpen, hoe M
De geheel o machine weegt ruim 9000 Kg. en
heeft een midellij-n van ongeveer 170 c.M.„ ter
wijl de hoogte iets meer is dan drie meter. Er
is gezorgd voor automatische wegvoering van
alle draaispanen, voor automatische smering
en zuivering van de olie, terwijl natuurlijk elk
der draaiend© assen apart stop gezet kan wor
den. Daar een zoo'n machine per uur 180 stuks
zuigers precies op maat afgewerkt kan leve-
ren, is het gemakkelijk in te zien, dat enkele
dier machines zelfs do grootste fabriek kunnen
bedienen en dat, al is ook de prijs van zoo'n
automaat vermoedelijk zeer hoog, de kosten
per stuk tot een minimum gereduceerd zijn.
Natuurlijk is gezorgd, dat de machine in
staat is om alle cylinders, waarvan de maten
liggen binnen, bepaalds limieten, te bewerken.
Die grenzen zijn 25 c.M. middellijn en 35 c.M.
lengte, terwijl de cylindore voor auto's kleinera
maten dan de genoemde hebben.
EEN ZOUTSTAD ONDER DEN GROND.
Zout is de ecnige minerale stof, die den
mensch tot voedsel dient En leest men zoo
voor en na al eens verontrustende berichten,
dat een of ander mineraal langzamerhand uit
geput zal raken, de hoeveelheid zout is zoo ge
weldig groot, dat van uitputting der voorraad
wel haast geen sprake kan zijn.
Vooreerst zijn daar de groote wereldzeeën, in
wier water geweldig veel zout in opgelosten
toestand voorradig ia. Maar daarenboven zijn
er zoutmijnen, in verschillende doelen der aar
de. Daarbij zijn er, die onuitputtelijke voorra
den bevatten.
In G&Iicië bij de stad Wieliczka wordt de
zoutlaag geschat «een lengte te hebben van 800
K.M. bij een breedte van 3 KLM. en een dikte
van 360 M.
Van de vroegste tijden af heeft men hier hel
bergzout opgedolven uit den schoot der aard*
roet het gevolg, dat ar groote onderaardsche
ruimten ontstaan zijn. Door bekwame kunste
naarshanden is hieraan gewerkt, de onder»,
aardsche ruimten vormen een soort stad, een
prachtige stad met wegen, huizen, kerken, res
taurant*. Alles is uitgehouwen in het beigzouk
Vele geslachten hebben er aan gewerkt, zoodat
hun kunstvermogen in deze onderaardsche stad
is vastgelegd.
Het aantal toeristen, dat elk jaar een bezoek
met den ridder gesteld was, besloot om op
alles ernstig te antwoorden, „maar", vroeg hij
„hebt u geld bij u gestoken?"
„Nog nooit heb ik gelezen", zed Dom Quichote,
„dat een dolend ridder geld, hij zich had!"
„Maar dat spreekt toch vanzelf", zei de
waard, „geld en schoone kousen, nietwaar? En
ook zalf, om wonden te genezen! Gewoonlijk
dragen de schild knapen alles mee. Maar ook
dikwijls dragen de ridders alles zelf in een groo
ten zak. Ik geef u dien raad, oma niet zondes
geld van hier te gaan!"
„Ik beloof u, dat ik alles zal doen, wat a
zegt! Maar nu wil lk op wacht gaan staan", kol
Don Quichote. Hij nam zijn harnas me* en
met zijn speer in de hand wandelde hij met
deftige stappen het straatje voor den herberg
op en neer.
Nu brak de nacht aan.
De waard, vertelde al zijn gasten, wat de rid
der Don Quichote gezegd had en weldra be
gluurden tien paar oogen don armen ridder.
De maan scheen en allen konden hem goed
aden-
Eten van de ezeldrijvers waren er een paar
die in den herberg bleven overnachten) nam
voor de grap het harnas van Don Quichote
weg. Had hij het maar niet gedaan! Don Qui
chote, die alle» ernstüe opvatte, gaf hem met
zijn speer zoo'n slag op 1 hoofd, dat de man
buiten kennis neerviel....
Wordt vervolgd.
brengt aan de zoutstad' is zoo groot, dat er een
geregelde dienst met liften onderhouden wordt
en tal van gidsen in dienst genomen zijn om
den stroom van bezoekers rond te leiden.
De eerste zaal, die men bij het afdalen be
reikt, is de zoogenaamd©! Letower halzaal, een
kamer 66 M. beneden de aardoppervlakte ge
legen. In 1750 is de zaal voor 't eerst geopend.
Verder vindt men op deze eerste verdieping de
St. Anthooius kapel, die in 1698 reeds uitge
houwen. is in het bergkristal, en waar duizen
den vromen een bezoek komen brengen.
Op bijzondere feestdagen en ook op verzoek
van rijke bezóekers, die het betalen kunnen,
wordt de onderaardsche stad schitterend ver
licht door duizenden gloeilampjes. Het ontste
ken van vuurwerk maakt alles nog meer
sprookjesachtig. Het lichtgeflikker wordt dui
zendvoudig weerkaatst door al de kristal muren.
Van de eerste naar de tweede mijtnverdie
ping lijdt een in het zout uitgehouwen trap,
een machtige trap, die men vroeger heeft aan
gelegd, toen liften nog onbekend waren. De
trap voert den bezoeker naar een groote ruim
te van 28 M. lengte, 18 M. breedte en 36 M.
hoogte. Deze kamer werd in 1761 voltooid en
heet de Michalowice_kamor. In het midden aan
de zoldering hangt een lichtkroon van' zout,
waarin- 300 electrische lampjes, die de geheele
kamer schitterend verlichten.
Door gangen en langs trapjes komt men in
verschillende kleinere vertrekjes, sommige zijn
gewijd aan de gedachtenis aan vorstelijke per
sonen der oude Donaumonarchieën.
Op de derde verdieping is het station van de
onderaardsche spoorbaan, daar is ook het res
taurant op een diepte van 210 M. onder de
aardoppervlakte.
Hier zijn ook verechillendo meren, waarvan
er slechts één bezocht mag worden. Hat water
is natuurlijk verzadigde pekel, het is dik en
traag en ziet zwart. Doodsche stilte heerscht or
Ten gerieve der bezoekers laat men er bootjes
varen, die langs een paar kabels voortgetrok
ken worden door den schipper. Het gaat lang
zaam, heen en weer duurt hert reisje twintig
minuten.
Merkwaardige echo)s rijn er, een roep van
den schipper wordt luid teruggekaatst, een
schot midden op het moer veroorzaakt oen
heele reeks echo's in de overigens stille een-
saamheid, ingesloten door de prachtigste zout
branden.
Deze derde verdieping is de laagste, welko
door toeristen bezocht mag worden. Er zijn er
nog vier lagere, alleen toegankelijk voor de
ongeveer duizend mijnwerkers, die er het zout
loshakken cn weer werken aan nieuwe zout-
paleizen„ die vermoedelijk door ons nageslacht
bewonderd kunnen worden. M.
MCA.
Mica is de meest buigzame delfstof, die et* op
aarde gevonden wordt. Bovendien heeft het de
eigenschap, dat het tot heel dunne vellen ge
spleten kan worden.
Vroeger leverde alleen Rusland mica. Rus
land werd vaak Mosoovië genoemd, en zoo
doende betitelde men mica, met den naam
Moscovisch glas. Dunne vellen zijn nl. bijna
zoo doorzichtig als glas.
Tegenwoordig zijn de vindplaatsen vele, In
bijna alle granietsoorten. Maar vooral in Per-
matit-rotsen, welke men aantreft in Rusland,
Engelsch-IndiS en de Vereen igde Staten. In
deze rotsformaties komt de delfstof voor in
korte prismatische kristallen, welke men „boe
ken" noemt. Als een ordelooze menigte op el
kaar gestapelde boeken, zoo liggen de kristal
len op en door elkaar tusschen het rotsgesteen
te.
Vooral in Bengalen rijn uitgestrekt® mica-
lagen. Olm ze te bereiken moet men de rotsfor
matie eerst met dynamiet laten springen, waar
door menig kostbaar „boek" vernield wordt
Tot op 100 M". diepte werken de mijnwerken*
in de uitgehouwen gangen, ook wel in diepe
putten. In groote putten worden eenvoudige
ladders aangebracht, waarlangs vrouwen op cn
r.eer klimmen om de micapakken naar hoven
te brengen. De groote brokken worden met
bastvezels samengebonden en op het hoofd
naar boven gedragen, de kleinere schilfers in
manden verzameld en zoo naar boven ge
bracht
Eau groot deel van de bevolking loeft van
hot werken in de micamijnen en mkaputten.
Gevaarlijk is dit werk in hoogo mate, want de
mijnen en putten liggen verspreid in de dichte
oerwouden-, waar het krioelt van tijgers, lui
paarden, wolven en ander verscheurend ge
dierte. Elk jaar worden er heel wal inlanders
een prooi van deze roofdieren.
De vrouwen, die de ladders op en neer gaan
om de gedolven mica naar boven te brengen,
zorgen tevens voor het verwijderen van- het
overtollige water in de mijnen. Dit gebeurt ook
langs do ladder» in een soort primitieve em
mers.
's AVonds tegen zonsondergang werken alle
mijnarbeiders en de vrouwen samen om de
verzamelde micnblokken naar de* factorij te
dragen. Dit geschiedt eveneen» door dragen op
het hoofd of in manden.
In de factorij zijn de sorteerders, die de boe
ken tot platen splitsen van ongeveer 3 milli
meter dikte. Verder sorteeren zij de platen naar
grootte, kwaliteit en kleur.
De helderste platen rijn hc ïurst Maar
de minder heldere soorten hebben soms uit ank
deren hoofde groote waarde. De mindere hel
derheid wordt namelijk veroorzaakt, doordat
andere minerale stoffen tusschen de platen
ingesloten zijn. En daaronder zijn soms tour-
mal ijn en granaat, beide dure delfstoffen. Die
dure stoffen worden er door de splijtere uitge
haald en zoo kan het gebeuren, dat de soorten
van mindere kwaliteit juist door de ingesloten
stoffen van groote woardo nog veel voordeel
opleveren.
Voor de filmindustrie wordt mica zeer veel
gebruikt. Door bekwame kinderhanden wordt
de delfstof ter plaatse tot film gespleten. De
vraag naar kinderen voor dit werk is bijzonder
groot, op sommige plaatsen zelfs zoo groot, dat
de kinderen van het gezin de koet verdienen en
de ouders leegloopen, dus leven vam de ver
diensten hunner kinderen.
Doordat mica een uitstekend isolatiemiddel is
wordt er ook in do eloctritechniek veel gebruik
van gemaakt. Mica-afval wordt met oen gom-
soort hij hoogo temperatuur samengeperst on
der zwaren druk cn isoleert zoo sterk, dat een
plaatje van- 0.(185 m.M. nog een spanning van
1000 volt weerstaat Deze stof noemt men mi-
caniet.
De heiderats micaplaten doen dienst voor
kijkglazen in ovens en fornuizen, worden aan
gewend voor automobielbrillen, vensters in
duikershelmen, voor roddingsmaskere, enz.
Maar vooral de fihn en de el eotrotecbnlek
hebben de vraag naar mica de laatste jaren
enorm verhoogd. Zander mica zouden zoowel
de filmindustrie als de cloctrotechniek welhaast
onmogelijk zijn. M.
HET HART VAN DE ATKLETEN.
In vorige nummers van ons blad hebben
wij iets medegedeeld, over onderzoekingen van
ademhaling en bloedsuikergehalte van de nth_
leten; thans willen wij iets vertollen over on
derzoekingen van den toestand van het hart
van dé Marathonloop©!» in Aknerika. Bij deze
onderzoekingen moet men twee soorten athle-
ten onderscheiden: degenen, die een kort oogen
blik groote spierinspanning noodig hebben (bv.
gewichten heffen), de anderen, die spierinspan
ning gedurende zeer langen tijd volhouden, al
is de inspanning tijdelijk niet zoo geweldig als
bij de eerste. (Voorbeeld: Marathonloopera, fiet
sers op langen afstond). Men heeft zich vaak
afgevraagd of athleten van de laatste categorie
ook een vergroot hart hebben; immers derge
lijke hart vergrooting verschaft de bezitters in-
derdaad de mogelijkheid van grootere inspan
ning en zij is ook vaak geconstateerd bij roera
ten, die zware oefeningen moesten doen. Welis
waar is het de vraag of zulk een hartvergroo-
ting ook in het later leven van nut is men
meent van niet maar tijdelijk zou ze volgers
do onderzoekingen van den physioloog Hew
lett, waarde hebben. Dit is van belang voor de
vraag of athleten later een nortnalen levens
duur hebben dan wel een verkorten, wat wel
beweerd is. Zij, die de bevordering van de ath-
letiek voorstaan, zullen verheugd rijn te ver
nemen, dat hij de deelnemers aan de AmeriL
kaansche Marathonwedloopen geenhartver-
grooting werd vastgesteld. Alle deelnemers, de
boste loopers uit de Vereenigde Staten en Ca
nada, hadden eenige maanden vóór den wed
strijd geregeld geoefend en de meesten hadden
deze sport reeds 5 tot 15 jaar beoefend. Dö
te loopen afstand 40 K.M. eischt geen ge
ringe p ra ©staties van het hart der mededinger»
en men kan dus wel zeggen dat, zoo eigens, bij
deze groep hartveigrootrng moest gevonden
wonden, mocht deze het gevolg zijn van lang
durige arbeidsinspanning. Do grootte van het
hart werd bepaald met Röntgenstralen; mij
bleek volkomen normaal; eveneens hadden de
deelnemers geen vergroot© vitale capaciteit
van de longen.
Natuurlijk gelden deze waarnemingen niet
voor jonge menscben, die zich overmatig in
spannen; trainen bestaat juist in het vasthou
den aan de goede maat.
EEN PAAR CIJFERS OVER ONZEN
LANDBOUW.
Hert is waar, dat de industrie den landbouw
oenigszins verdringt en de landbouw in het
economische leven niet meer zulk een alles
overheerschende plaats inneemt als vroeger,
maar de landbouw zal toch wel een hoogslbe-
laDgrijke functie blijven vervullen, zoolang
men niet langs scheikundigen weg de verschil
lende elementen weet te fabriceeren, waaruit
het menschel ijk voedsel moet bestaan. Kunst
eieren, vleesch, aardappelen en granen zullen
er wel nooit komen. De landbouw geeft ons di
rect de goede gaven der natuur evenals de
tuinbouw; de veeteelt doet het meer indirect.
De eersten bieden ons aan, wat er gegroeid is.
de laatste doet dit via de koe en ander vee.
Volgens het officieele verslag over den land
bouw in Nederland, over *23 is 272 pet, der to
tale oppervlakte bouwland-, 38.2 grasland. 3
tuingrond, 7.6 bosch en 13.7 woeste grond. Men
vergete bij de geringe oppervlakte tuingrond
niet, dat daarop zeer intensief gebouwd wordt
en bijzonder veel werkkrachten bezig zijn. Nie
mand haalt meer uit den grond en geeft meer
werk dan de tuinman. In geen provincie is
meer weiland dan in Friesland, nergens meer
bouwland dan ie Zeeland. De tuingronden heb
ben de grootste oppervlakte in Zuid-Holland-,
zeker een gevolg van de groote steden aldaar,
die veel groenten en vruchten noodig hebben;
het Weatland produceert bovendien ook voor
den export. De meeste bosschen vindt men in
Gelderland, dan Limburg, Utrecht en Noord-
Brabant In *23 werden 7536 RA. grond ontgon
nen en droog gemaakt Ren oppervlakte van
2855 HA. daarvan werd bosch. Wat do vruch
ten betreft neemt rogge de eeroto plaats in, de
tarwetee.lt is sterk verminderd. Reusachtig is
de toename der teelt van aardappelen en sui
kerbieten.
Buitengewoon sterk te do opbrengst van den
bodem in de laatste vijf en zeventig jaar toege
nomen. Men zorgt beter voor den grond en
doet roet kunstmest wonderen. De wetenschap
heeft den landbouw groote diensten bewezen.
De productie van! aardappelen was in het mid
den der vorige eeuw per H.A. 120 H.L.; thans
meer dan tweemaal zooveel, nl. 280 H.L.
Een berg aardappelen en bieten brengt 0112»