Foster's Rugpip
Nieren Pillen
Foster-McCIellan Co. London.
Gemengd Nieuws.
glazen flacons,
geel etiket
het terrein op een stoel zitten. Het programma
kostte 1 frano en voor 2 frano kooht menigeen»
tie bronzen penning, die door lieve meiskens in
versierde mandjes aangeboden werd; de penning)
draagt de beeltenis van „Elisabeth de Belgique,
bienfaitrice d'enfanoe."
Deze edele vrouw stichtte nl. hier, als overal in
do badplaatsen groote, luchtige, vroolijke gebou
wen waar-de oorlogswezens 's zomers vertoeven. De
opbrengst der Mana-foestelykheden gaat naar de
kas der oorlogswozen en invaliden.
Op het erg oneffen terrein, wat niet is afgeplat,
maar uit een golvend duinzandweidje bestaat, ston
den allerlei hindernissen, muurtjes, losse witte pa
len, heggen, een droge sloot, donkere en lichte
hekken. De bewonderde 't voortreffelijk rijden en
springen der Belgische officieren en onderofficie
ren, aie op een 'klein terrein, met weinig uitloop
en scherpe draaien, eerst de groote bocht, dan da
kleinere op 't middenterrein rondreden en sprongen
Twee burgers deden mee, één van hen won nog een
derden prijs. De vergulde en zilveren bekers, en
verschillende medailles waren uitgereikt door enkele
hotels, door de hotelvereeniging en door het Zee
brugge-Museum, ook een door de stad Knocke. Het
comité' bestond uit den Gouverneur van Oost-
Vlaanderen: Baron Janssens de Bisthoven en ande
re baronnen. België telt een groot aantal baronnen,
veel meer dan Holland. Er waren mooie? tempera
mentvolle, fijne paardjes, edel van hoofdje eai zwe
vend over de hindernissen. Het Belgische leger
heeft craohtige paarden, ook veel meer dan oij
ons. Wij z\jn voor dat alles te nuahter. Als bij ons de
militairen door de straten trekken is het met zwaar
getrappel en zwaarmoedig hoofd- en manenge-
schudC De Belgische viervoeters stappen sierlijk,
mets nuivende neusgaten door de avenues.
De vlaggen der geallieerden wapperden jom het
terrein. Men had voor deze gelegenheid' een Fransah
militair-orkest uitgenoodjgd en dat speelde fleurig
en beschaafd. Zoodoende viel toch, ondanks de paar
fiksche regenbuien, het feest niert geheel in het
water. Het publiek was wel niet talrijk, maar de
verschillende eigen auto's gaven wat cachet aan het
geheel en er stond ook een tafel met "besmeerdó
broodjes en champagne.
De prachtige wolkenluchten waren ook het be
wonderen waard. Dat heeft men hier, evenals in
Zeeland, de ontzagwekkende wolkenstoeten die óch
opstapelen enweer verdeden en 's avonds warm
verlicht worden door de ondergaande zon.
j Wie ooit een conferentie bijwoonde waarop een teerde echter tegen dit voorstel en eischte dat de
aantal staatslieden, tusschen het ontbijt en de lunch, wil van den overledene zou uitgevoerd worden. Nff
over het lot van werelddeelen beslisten, wie ooit ge- langen strijd werd besloten het volgende te doen:
noraal Dawes zag op het oogenblik, dat bij zijn het testament op het congres niet voor te lezen,
secretaris wenkt: The Ruhr-question, pleasel, wie maar eenigen der vooraanstaande leden, een paar
mocht constateeren hoe avonturiers van middelma- organisaties en delegaties den inhoud er van onder
tig intellect biji dergelijke conferenties hunne parti- geheimhouding mede te deelen. Dit compromisvoor-
culiere aangelegenheden naar voren weten te bren- stel werd aangenomen en uitgevoerd. Zooals altijd
gen, die vraagt zich af wat de zwijgzame Camer- waren er onder hen, wien de inhoud van het stuk
lynck, als hij alleen is, van dit alles denkt. werd medegedeeld, menschen die geen geheim kun-
Zou hij eigenlijk nog wel denken? Zou hil zich nen bewaren en die zich gehaast hebben het geval
nog kwaad kunnen maken? Of spelen zjjn korte, verder te vertellen.
dikke vingers maar altijd werktuigelijk met den GODSDIENSTIGE RELLETJES IN ENGELSCH,
horlogeketting, terwijl hij zelf, devoot glimlachend, INDIÖ.
gedachteloos door het leven wandelt? Omtrent' de reeds in 't kort gemelde onlusten te
Toen Nansen den Volkenbond den doodsstrijd van Goilbarga in den staat H/derabad, meldt de corre*.
tien millioen hongerlijdende Russen schilderde, toen |-<»ndent te Allahabad van de Daily Telegraph het
hij het geld vroeg, noodig om een Engelschen krui- volgende:
CAMERLYNCK,
„Overal in, Londen", vertelt een medewerker van
de „Frankfurter", „overal in Londen heb ik hem
ontmoet. Toen ik het Hyde Park Hotel binnenstapte
zag ik hem achterover liggen in een. clubfauteuil,
in Downing Street liep hij op zijn eentje te wande
len, in Wembley flaneerde hij met Herriot.
Hoewel geen politicus, is hij toch bij alle confe
renties aanwezig. Hij wondt behandeld als een pre
mier, beschikt over een salonrijtuig; en krijgt in de
luxe-hotels van zelf sprekende de beste apparte
menten. Geeft de koning een diner, hij zit mede aan.
Zwijgzaam van aard) is hij; en toch ook buiten
gewoon welbespraakt. Ofschoon hij geen enkele rol
vervult, is hij onontbeerlijk, hij, Camerlynck, de
groote Camerlynck, de tolk bij uitnemendheid.
Bedaard, gezet, goedgekleed, de oogen verborgen
achter groote brilleglazen, een snor neerhangende,
ziedaar de man, die men de geheime bergplaats der
Europeesche politiek zou kunnen noemen. Zoo
weelderig, zoo voornaam als het hem belieft, kan
hij zijn leven inrichten. Alles wordt hem immers
gratis verstrekt. Niemand weet precies wat hem
méér inbrengt, waarvoor hij het best wordt be
taald,: voor zijn welsprekendheid; in vele talen dan
wel voor het feit, dat hij in alle talen zwijgt. Alles
wat in Versailles en Londen werd besproken is
hem bekend. Wilson maakte op de groote conferen
ties van zijn diensten ooki als tolk een dankbaar
gebruik. In Genua kon hij zich de trait d'union
tusschen Lloyd George en Bar the u noemen. De ver
gaderingen van den Oppersten Raad waren steeds
voor hem toegankelijk en in de dagen van strijd
was hij het, die de oorlogsconferentie tusschen
Pershing, Foch en French mogelijk maakte.
Eén ding slechts wordt van dezen Belg, die zijn
leerstoel aan de Brusselsche universiteit verliet om
zich geheel aan zijn tegenwoordig ambt te wijden,
geëischt: stilzwijgendheid. Camerlynck zwijgt in
tenser dan< het graf „Hij zwijgt als Camerlynck",
pleegt men. sinds de conferentie, in Genua te zeg
gen.
Niemand! wordt méér achtervolgd door journalis
ten dan deze vriend, en niemand is méér verplicht
de krantenmenschen op een afstand te houden. Niet
slechts zijn ambtseed legt hem dat zwijgen op, maar
alle politieke geheimen van Europa eischen dit.
Alles wéét hij; alles heeft hij gehoord, zoowel de
besprekingen tusschen de meest vooraanstaande
staatslieden als de kleine intriguea Bij kleine en
groote tragedies tusschen de volkeren verleende hij
zijn bemiddeling.
verlichte gelaat van het meisje; en toch kon hij
zoo tot haar spreken?
Het was Esmée, alsof zij plotsoling een ijskoude
douche had gekregen. Ofschoon zijn gelaat in de
schaduw was, wist ze toch, dat hij het was. Deze
man was de Graaf Ricardo, dien zij had ontmoet, en
geen ander! Zelfs als zij maar den geringsten twij
fel had gekoesterd, dan zou die siem dien hebben
verdreven. De echo van die stem klonk haar nog
altijd in de ooren. Soms scheen zij die overdag te
hooren midden in een gewoon gesprek. Dikwijls had
die 's nachts in haar droomen haar zoo duidelijk in
de ooren geklonken, dat zij verschrikt wakker werd.
Zij wist niet, waarom de man te Milaan niet was ver
schenen na zijn belofte aan den trein te komen, om
afscheid van haar te nemen; maar toch had zij het
denkbeeld nooit geheel laten varen, dat hij had wil
len komen, maar was verhinderd'; dat hij den roman
niet was vergeten, die haar zoo dierbaar was: dat hij
er naar had verlangd haar weer te zien, maar om
de een of andere geheimzinnige reden was wegge
bleven. In het diepst van haar hart had zij gehoopt
die reden nog dezen dag te zullen vernemen; want,
inderdaad, het meisje dacht, dat zij zich niet zoo vol
komen had kunnen vergissen in Venetië en op hot
Comomeer. Zij had het zichzelve nauwelijks durven
bekennen, maar in die weinige heerlijke dagen in den
zomer van 1914 had' zij werkelijk geloofd, dat hij haar
liefhad; dat hij haar den een of anderen dag over
zijn liefde zou spreken, en haar misschien zou vra
gen zijn vrouw te worden. Als mannenoogen ooit de
waarheid konden spreken, dan had hij haar be
mind; op zijn minst heel veel belang in haar gesteld.
Maar nu, vier jaar en vier maanden later was hij
vergeten, hoe zij er uitzag! Zij kon niet veel zijn
veranderd. Toch sprak hij op een uiterst onverschil
ligen toon, als tot een vreemde, zelfs niet met de
warmte, waarmee de meeste mannenstemmen een
mooi meisje zouden aanspreken. Zij kon evengoed
leelijk en vijftig jaar oud zijn geweest!
Esmée voelde zich ellendig te moede. De schok van
teleurstelling, van ontgoocheling trof haar zoo diep,
dat zij een oogenblik dacht flauw te vallen. Maar
haar trotis en zelfbewustzijn kwamen haar te hulp en
hielden haar staande. Hot zou al te vernederend zijn,
zich zoo zwak te toonen in zijn nabijheid 1 En zij had
alle hoop nog niet opgegeven. Misschien zou hij, als
Giuseppe weg was, plotseling toonen, dat hij zich
haar herinnerde! Maar neen: Giuseppe was weg; de
deur was gesloten; zij waren alleen met hun beiden
in de kamer vol zonlicht; toch bleef de houding van
den man dezelfde: even onverschillig, even koel be
leefd.
„Wilt u niet plaats nemen, Miss Alton?" zeide hij
ser te laten bouwen ten einde die tien millioen stak
kerds te kunnen redden, was het Camerlynck die
correct en droog, woordelijk de redevoering van den
noodkreet vertolkte. En Camerlynck was het ook
die correct en droog, woordelijk de weigering van
den Volkenbond overbracht, een weigering, gelijk
slaande met het uitspreken van een doodvonnis.
De Hindoes te Goelbarga bezitten den heiligsten
tempel in 't gebied van den Nizam. Het is de ge
woonte. dat lederen Maandag van Augustus een hei
lig beeld uit den tempel wordt gehaald en in een
draagstoel wordt rondgevoerd. In den stoet worden
ook beelden van heilige stieren rondgedragen. Dit
jaar nu viel Jl. Maandag voor een week samen met
Vandaag dineert hij met Herriot en MacDonald, het Mohammedaansche Mohoerram-feest; en de pro
gisteren was hij de vertrouweling van Poincaró, en cessie der Hindoe's werd gehinderd door de Mo-
wie hem morgen zijn geheimen zal biechten. hammedanen. Den Dinsdag daarop, den grooten
Staatslieden vallen en staan op, maar Camer- feestdag van de Mohoerram-viering drong een ben-
lynck blijft. I de Mohammedaansch gepeupel den tempel binnen
Detectives speuren zijn gangen na. HIJ' kan nooit sloeg de Hindoes, die hun gósddienstplichten vervul,
telefoneeren, zonder dat het gesprek wordt gecontro- den en vernielde schilderijen en een beeld van den
leerd. Amerikaansche uitgevers hebben hem kapi- heiligen stier. Naar de Hindoe's beweren, was er
talen geboden voor zijn memoires en waren bereid politie in de buurt, die echter niets deed om de ont-
schriftelijk te verzekeren, dat ze pas over twintig
jaar gepubliceerd zouden worden.
Maar wat geeft een man als Camerlynck, voor
wien alle staatskassen openstaan, om geld?
Zijn hersens omvatten, in vakjes gerangschikt,
Armenië, Duitschland, Oostenrijk, de Russen. Zou het
hem iets kunnen schelen? Er zijn immers dingen
wier omvang een zoodanige is, dat het menschelijk
verstand ze niet kan omvademen. Eén doode wordt
beweend, duizend dooden beklagen wij, een millioen
do oden zegt ons nieta
Meer dan een goed gekleede machine kan Ca
merlynck eigenlijk niet zijn. Als deze man nog kon
denken en voelen, hij ware zeer zeker niet meer wie
hij is: de tolk Camerlynck.
HET TESTAMENT VAN LENIN.
heiliging van den tempel te beletten
Donderdag ging als een loopend vuur het verhaal
door de stad', dat de Hindoe's een moskee hadden
beschadigd. Nu werden de Mohammedanen com
pleet dol Zij deden aanvallen op alle Hindoe-tem
pels vijftien in getal en sloegen er de heiligen
beelden kort) en klein.
In het eind zag de politie zich genoodzaakt, te
schieten. Er volgde een gevecht, en daarin werden
drie Mohammedanen, o.w. de hoofdcommissaris van
politie, Mohammed Arizoella, gedood. Een dozijn an
deren werden gewond. De Hindoe's waagden het
niet!, ter bescherming van hun tempels uit hun wo
ningen te komen. Vrijdag speelden op straat op
nieuw de Mohammedanen den baas; maar het ingrij
pen van! politie en soldlaten herstelde de orde.
De uitbarsting wordt algemeen geweten aan de ba-
In de „SotaiallMItaleaklel Wlestnlek", een goed drlJYi|rhekl \an de Mohammedaansche «ndelingen
-Heht hW wil L Zii^JL en de regeering van deni Nliam heelt een commissie
van onderzoek benoemd.
De Hindoe's beweren, dat ofschoon in het gebied
dat door den Nizam wordt geregeerd, 87 pet. van de
bevolking bestaat uit Hindoe's, de aanvallen van
Mohammedanen op de Hindoe's zoo veelvuldig zijn,
ingelicht blad, vonden wij de volgende bijzonderhe
den over het testament van Lenin, aldus het Hdbld.
Het was in 1922. Lenin voelde dat zijn gezondheid
voortdurend: achteruitgaande was en besloot een
testament te maken. Het testament werd verzegeld
®,i„ jnoiuuuiueuuuen op <jö niuuuu e zoo vübi vuiuik ziju,
hJdat deze laa:aten laTan in vrees voor hun leven en
ttonder mij tal be7<t en ve;e Hindoe's uit angst overgaan tot het
'aIeP Mohammedanisme. Daarom hebben de Hindoe's zich
Na den dood «in Lenin bracht Kroepskaja (de met beden gewend tot' den onderkoning van Britsch.
w r^,Zu r h6t ™™eg8lde testament naar Iudi6 den N1 d<,n mlnUtM. van koloniën te Lon.
het Centrale Comité van de Communistische party. dan en den Koning-Keizer om hen ln bescherming
De brief werd daar, in strijd met den wil van den
overleden leider, geopend en voorgelezen. In het
testament staat geschreven, dat Lenin voor den
dood aan het partijcongres een schets wilde geven
te nemen.
HET PANAMA-KANAAL.
Den löden dezer was het) tien jaar geleden- dat
van. de. karaktereigenschappen van de mogéiyke len^™
candidaten voor 'het leiderschap. Uit deze karakter
schetsen geven wij de volgende passages:
Kam ene w: onstandvastig, opportunist, hetgeen hij
voer en er een
scheepvaartroute werd geopend langs welke het ver
keer tot grooten bloei geraakte. Enkele dagen later,
volgde een. Nederlandsch schip het eerste mietL
bewezen heeft in de Octobefdagen van 1918, men S" '"LS
moet hem onder toezicht houden. Amerikaansche schip dat van het Kanaal gebruik
naaTmleM «JdTïïU.. I "stodSdien ia, met enkele kortstondige onderbrekin-
worden, I gen, veroorzaakt door grondafstroomtogen het trans-
s£] Z aiei.ia, oceanisch verkeer door het Kanaal steeds open ge.
wSdln w m m toteal waren tot einde 1923 meer dan
eigen i 22.000 schepen het Kanaal doorgevaren. De amb.
TV,™ t a? leiderschap. I telijke statistieken ioopen tot eind Juni 1923. In
n het tijdvak 15 Aug. 1915 tot 30 Juni voeren 19.802
genaamd geen begrip van dialectiek, ofschoon hy ec hepen het Kanaal door. Daarvan waren 7855 Ame-
eTJ™ «f"*» over schrijft en spreekt j rikaan90ha en 6687 Britsche.
Trotsky: zeer bekwaam, maar houdt er van te Bi} den bouw van het Kanaal waren 20.000.000
poseeren; de beschuldiging dat hy een verkapte tKxnld OTl)piofbar6 „toffen verbruikt en was uit de
mensjewik is, is niet steekhoudend; kan een goed Coelebradoorsteek 260.000.000 ton rotsgrond verzet.
lid van het bestuur, zijn. Zooals onze lezers bekend is, ls het Panamaka.
Pjatakow. zeer bekwaam, heeft zich de laatse Ja* naaj do verbinding tusschen dén Atlantischen Oceaan
0 teel aan administratief werk gewyd- en de Stille Zuidzee, dwars door Middel-Amerika
Bij! hst voorlezen van dit stuk heeft zich een zeer heen.
komische scene afgespeeld': iedereen wilde uiteen- BEN ZONDERLINGE WEDREN,
zetten, waarom' de ontslapen leider zich zoo ongun- wij, hebben indertijd, melding gemaakt van het
stig over hem had geuit. Er werden daarbij oude voornemen van den veteraan-hardlooper C. W. Hart
twisten te berde gebracht, die Lenin verkeerd zou qxq het tegen een paard op te nemen, nadat hij den
hebben uitgelegd enz. Zinowjew en Statin hebben afstand Londen-Brighton. (als wij ons niet vergissen)
zelfs een poging gedaan het testament ongeldig te sneller had afgelegd' dan een harddraver. De zon-
verklaren, omdat het door een zieke werd geschre- derlitfge wedstrijd wordt deze week gehouden op het
ven, die niet als volkomen toerekenbaar kon be- terrein van het kristallen paleis. Zes dagen lang
schouwd worden. Deze> poging den leider krankzin- sullen man en. paard elkaar gedurende 10 uren be
nig te verklaren ontmoette echter zooveel verzet, kampen. Het paard is Big Ben, gereden door Arthur
dat de twee heeren werden gedwongen hun woorden Nightingall, een bekend jockey. Maandag, den eer-
in te slikken. ^ag reeds legde de man ruim 76 mijl af, tegen
Nu ontstond de vraag: wat moet er met het testa- het paard 67. Dinsdag vergrootte Hart zijn voor-
ment gedaan worden? Er werd voorgesteld het sprong tot ongeveer 14 mijl; hij had toen 139K mijl
testament voor kennisgeving aan te nemen, in het afgelegd, het paard! ruim 125 mijl. Hart voedt zich
archief der partij over te brengen en verder met onder het loopen met custard, melkspijs en sin&as-
niemand hierover te spreken. Kroepskaja pjotes- appelen.
PLAN TENZIKKTENLEER.
110.
Belanghebbenden bericht ik hierbij^at ik waar
schijnlijk van 18 Augustus tot 1 September afwezig
zal zijn.
AARDAPPEL-ONTSMETTING.
De heer D. Vriend Nzn. te Andijk bericht mij het
volgende: „Ik had verleden jaar een veld goedge.
keurde blauwe aardappelen, welke voor zoover ik
kon beordeelen, vrij waren van Rhizoctonia. en bo
vendien een partij selectie-stammen idem. Do laat
ste partij heb ik zelf voor pootgoed gehouden en
wijl ik deze weer afzonderlijk wilde pooten, ging
het bezwaarlijk de ongeveer 80 verschillende stam
men met sublimaat te behandelen, dio zijn daarom
zonder ontsmetting uitgepoot. De eerste partij heb ik
met een sublimaat-oplossing behandeld.
Het resultaat is als volgt: Het gewas van de niet
ontsmette selectiestammen was vrij van Rhizocto
nia. Ze stonden op veld, waar verleden jaar spinazie-
zaad was verbouwd. Ook het gewas van de ontsmette
aardappels, die op hetzelfde veld stonden, was vrij,
Maar van dezelfde ontsmette poters op veld, waar
verleden jaar bietenzaad en reseda is geteeld, daar
deden zich reeds vroeg verschijnselen voor, die aan
Rhizoctonia deden denken. Wageningen heeft er dan
ook Rhizoctonia op geconstateerd. Na dien tijd is het
niet toegenomen en er worden geen, of bijna geen
stammen gevonden, die ernstig zijn aangetast. Zoo is
dus bij mij het eene veld zuiver en het andere niet
en voor zoover ik er van hoorde of zag is het ook zoo
bij de bouwers, die van deze partij hebben uitge
poot. Hoewel de eindconclusie, wegens het flinke ge
was. eerst getrokken kan worden, wanneer het loof
wat begint af te sterven, lijkt het mij nu toe, dat die
poters niet besmet waren, alzoo van achteren be-
zien is de ontsmetting voor deze partij niet noodig
geweest wijl de niet behandelden ook vrij waren.
Voorts geloof ik dat veel Rhizoctonia door bodem-
besmetting voorkomt.
Voorts wil ik nog een mededeeling doen.
Door abuis was verleden jaar een zak poters een
nacht over in de oplossing gebleven. Na 17 uur werd
do zak weer boven gebracht Ik vreesde het ergste.
Ik heb er een deel van uitgepoot. maar ze staan niet
si-echter dan de overigen. Misschien is het goed op te
merken, dat het water toen, begin September, nog
niet zoo koud was."
i Tot zoover dit schrijven van den heer Vriend, wien
wij voor zijn mededeelingen dank zeggen. Een paar
opmerkingen wou ik even maken,
j Zooals de heer Vriend ook wel weet, kan men
van te voren reeds uitmaken of ontsmetting noodig
is. Bevinden zich zwarte korstjes op de knollen, die
j onafwaschbaar zijn, dan is ontsmetting aan te ra-
den, men neme den proef.
I Voorts is het een feit, dat Rhizoctonia in den gTond
achterblijft.
SLAKVORMIGE BASTAARDRUPS.
Vraag 145 van P. te Hoorn. Uw peren- en ook uw
linden-boom zijn aangetast door de slakvormige bas-
taardrups, die de opperhuid der bladeren wegvreet.
Bespuiting met Parijsch groen, zoodra u de bescha-
1 diging ziet, is aan te bevelen. Lezers, die deze slak-
j achtige rupsen ook op hun peren waarnemen, kun_
1 nen hiermede rekening houden. Parijsch groen is
een zwaar vergif, dat in de verhouding van 1 ons op
100 L. water gebruikt wondt. Men zij er zeer voor-
zichtig mee, want het stuift erg.
j De Controleur b.d. Plantenziektenk. Dienst te Hoorn,
K. VAN KEULEN.
Wij vestigen er de aandacht
op dat
thans uitsluitend verkocht worden in
verpakt in
met zwarten opdruk.
Weigert alle andere verpakkingen.
op een vriendelijken toon. welke Esmée's zenuwen
nog meer schokte dan lompheid kon hebben gedaan.
Was hij barsch geweest, dan kon zij hebben gehoopt,
dat hij boos op haar was om iets, waarmee zij hem
onbewust had beleedigd iets dat zijn vreemd ge
drag te Milaan zou verklaren, iets dat kon worden
uitgelegd en vergeven. Maar hij: sloeg alleen den
juisten toon aan van een patroon tegen zijn aan
staande secretaresse. Beleefd, maar er op berekend de
vreemde dame te toonen, dat zij geen poging behoefde
te doen met hem te flirten.
Esmée stamelde een woord van dank, (het eerste
woord, dat zij had gesproken) en nam op eenigen af
stand plaats, nog steeds in het licht.
Hij maakte een gebaar als 't ware verontschul
digend naar de schrijfmachine op zijn schrijfta
fel. „Ik heb mijn eigen brieven trachten te typen",
zeide hij. „Het resultaat ia niet schitterend!" Hij
lachte even. (Hoe goed herinnerde Esmée stich zijn
lach! Het was dezelfde en toch ook weer niet. In
dien zomer voor vier jaar was het een gelukkige,
zorgelooze lach geweest. Nu klonk hijs dat verheeld-
de zij zich tenminste, droevig en bitter.) „Inderdaad,
het gelukt mij niet", voegde hij er bij, toen de zwijgen
de nieuwe secretarese geen opmerking maakte, „ik
heb besloten wat hulp te nemen voor mijn correspon
dentie hulp van iemand, die verscheidene talen
kent. Fransch en Italiaansch in de eerst plaats. Maar
er is iemand, die mij schrijft uit Zwitserland.
Kennis van Duitsch zou mij aangenaam zijn. Ik
heb van mijn hofmeester, die naar uw agentschap
ging, vernomen, dat u zeer bedreven is in vreemde
talen".
Dit was geen eigenlijke vraag, en Esmée maakte
gaarne gebruik van dat excuus om te blijven zwijgen.
Zij was nog niet zeker, of ze haar stem goed in be
dwang zou kunnen hmden! Maar toen zij niets zeide,
■viel de man onverwacht uit, zoodat zij, schrikte en de
1» uning omklemde van den armstoel, waarin zij zat.
„Zeg toch iets, als 't u blieft, Miss Alton! Ik wil
gaarne uw stem hooren. Men kent den persoon, met
wien men te (Joen heeft, niet, eer men zijn stem heeft
gehoord".
Neem mij niet kwalijk", zeide Esmée met sidde
rende stem. Ik wachtte. Ik dacht, dat u u liever
wilde uitspreken".
Een blik van verbazing verscheen op zijn gelaat.
Esmée's hart stond een oogenblik stil. Herkende hij
haar misschien toch? Maar weer lachte hij flauw
tjes. „Ik hoop, dat ik u geen schrik heb aange
jaagd. Dat bedoelde ik niet. Juist het tegendeel! Wer
kelijk. ik ben het, die bang voor u is. Of liever
was, tot u sprak. U hebt Juist de zachte, vrouwelijke
stem, waarop ik hoopte bij een secretaresse de
soort stem, die vertrouwen inboezemt. En indien
wij samen zullen werken, moet ik u kunnen vertrou
wen onbepaald".
„Ik kan niet beloven, dat u mij dat vertrouwen
waardig zult vinden", zeide het meisje.
„Daarvan begin ik mij al zeker te gevoelen", ant
woordde de man opgewekter. „Het is wel vreemd,
uw stem komt mij bekend voor. Ze herinnert miji aan
een vriendin, die ik eens had."
„Daar ben ik blij om", zeide Esmée en smoorde
een snik. Zij hoopte, dat hij het niet bemerkte. Er
lag een vreemde, peinzende uitdrukking op zijn ge
laat en vooral in zijn donkerblauwe oogen, die zulk
een contrast vormden met de donkere huidskleur, de
zwarte wenkbrauwen en het zwarte haar. Wat zou er
gebeuren, als zij uitriep: „Ik ben die vriendin, waar
van u spreekt?" Maar neen, zoo zwak en dwaas
wilde zij niet zijn. Indien haar gelaat en persoonlijk
heid zoo weinig indruk op hem nadden gemaakt, dat
alleen haar stem een- vage heinnering bij hem opriep,
dan wild© zij niet trachten het verleden terug te roe-
i Pen*
j „Dat dat gebeurt wel meer'waagde zij op te
merken. Een stem maakt soms een vreemden indruk".
„Ik ben blij, dat uw stem mij bevalt", zeide hij.
„Dat zal er toe bijdragen ons werk aangenaam te ma
ken voor mij. Ik waarschuw u, dat u heel wat
werk zult krijgen als ui het namelijk op u wilt
nemen?"
Was het mogelijk, dat hij haar toch herkende dat
hij trachtte haar karakter te leeren kennen en te
onderzoeken, of zij de proef zou doorstaan? Wat zou
dat wreed zijn! En hij had nooit den indruk op haar
gemaakt, dat te zijn. Zij kon niet gelooven, dat het
waar was. Maar indien het zoo was, dan zou hij er
geen voldoening van hebben. Als zij hun krachten
moeten meten, dan nam Esmée zich voor, zou hij
I het niet winnen. „Ik heb reeds besloten, de betrekking
aan te nemen", zeide zij. „Dat wil zeggen, als u het
goed vindt, Mr. Power".
„Uw stem heeft het voor mij beslist", zeide hij. „Ik
heb van het agentschap vernomen, dat voor zoover
het uw bekwaamhe'den betreft, u alles bezit, wat ik
vroeg meer zelfs dan ik durfde verwachten. En het
is heel noodzakelijk voor mij, zoo spoedig mogelijk
een secretaresse te krijgen. Ik heb den noodlottigen
dag al te lang verschoven. Neen dat meen ik
natuurlijk niet. Vergeef mij, ik bedoelde alleen, dat
ik gewoon ben zelf rnljh correspondentie af te doen,
en en
„U kunt miji werkelijk vertrouwen", hielp zij hem
heen over zijn verlegenheid. En zij verwonderde zich
over zich zelf. Zij, wier ©enige groote roman deze man
was geweest; zij, die hem mepf dan vier Jaar half
bewust had aangeboden, had nu medelijden met hem,
terwijl zij het met zich zelve alleen moest hebben!
Hij was haar vergeten of speelde een wreed spel met
haar. Toch was zij niet boos. Om de een of andere
raadselachtige reden, die zij volstrekt niet kon be
grijpen, ging haar hart tot hem uit in groot mede
lijden, even groot als haar ongevraagde liefde was
geweest, Giuseppe had. van verdriet gesproken, en
ofschoon het meisje de oorzaak daarvan niet kon
raden, voelde zij toch het bestaan er van. Het werd
haar eigen verdriet. Zij verlangde vurig, Mr. Richard
Power te kunnen helpen, die voor haar niet meer
Graaf Ricardo kon zijn.
Ik ben benieuwd, of u weet, hoeveel die woorden
„werkelijk vertrouwen" kunnen beteekenen?" vroeg
de man; en die vraag scheen een- deel uit te maken
van haar eigen gedachten.
„Ik weet het niet", antwoordde zij. „Maar dit weet
ik. Wat ze ook beteekenen, ik zou ze niet willen
herroepen. U kunt mij alles vertrouwen, wat u wilt.
Zou u nu een beetje Fransch, Italiaansch cn mis
schien Duitsch met mij willen praten zoodat u
kunt beoordeelen, in hoeverre ik daarvan op de
hoogte ben? En als u mij dan brieven wilt dicteeren,
zal ik u een proefje geven van mijn bekwaamheid
als stenographiste en typiste. Ik heb zelf geen schrijf
machine. U weet, ik ben geen typiste van beroep!
Mijn bloedverwante, voor wie ik werkte, bezat een
schrijfmachine en toen zij stierf, werd- die evenals
al het andere nagelaten aan een ander. Dat heeft
mij gehinderd in het vinden van een betrekking.
Maar als ik uw machine mag gebruiken (ik zie, dat
het een merk is, dat ik ken) misschien mag ik ze
naar een tafel in deze kamer brengen, waar ik kan
zitten werken?"
„U naoogt ze niet optillen; het ding is veel te
zwaar voor een vrouw", protesteerde Richard Po
wer. Dit zeggende stond! hij op en deed, alsof hij
zelf de machine wilde verplaatsen Maar hij be
dacht zich plotseling. „U zit dicht bij de bel, meen
ik", zei hij. „Bel even, als 't u blieft". De bel was
echter even dicht bij de schrijftafel al9 bij haar stoel.
Het was een ouderwetsohe bel met een dik koord en
een kwast, en ze was heel dicht bij de deur. Esmée
vond het vreemd, dat hij niet liever de machine zelf
had verplaatst of dat hij anders zelfs nfiét had gebeld.
Maar toch, hij was de meester, zij de secretaresse!
Misschien zou zij, als hun gesprek niet zulk een
eigenaardige wending had genomen al dat pra
ten over „werkelijk vertrouwen" en wat dat kon
beteekenen! niet zoo verbaasd zijn geweest, plot
seling weer aan haar ondergeschiktheid te worden
herinnerd.
Wordt vervolgd.