Foster's Rugpip Nieren Pillen Foster-McCIellan Co. London. Gemengd Nieuws. glazen flacons, geel etiket het terrein op een stoel zitten. Het programma kostte 1 frano en voor 2 frano kooht menigeen» tie bronzen penning, die door lieve meiskens in versierde mandjes aangeboden werd; de penning) draagt de beeltenis van „Elisabeth de Belgique, bienfaitrice d'enfanoe." Deze edele vrouw stichtte nl. hier, als overal in do badplaatsen groote, luchtige, vroolijke gebou wen waar-de oorlogswezens 's zomers vertoeven. De opbrengst der Mana-foestelykheden gaat naar de kas der oorlogswozen en invaliden. Op het erg oneffen terrein, wat niet is afgeplat, maar uit een golvend duinzandweidje bestaat, ston den allerlei hindernissen, muurtjes, losse witte pa len, heggen, een droge sloot, donkere en lichte hekken. De bewonderde 't voortreffelijk rijden en springen der Belgische officieren en onderofficie ren, aie op een 'klein terrein, met weinig uitloop en scherpe draaien, eerst de groote bocht, dan da kleinere op 't middenterrein rondreden en sprongen Twee burgers deden mee, één van hen won nog een derden prijs. De vergulde en zilveren bekers, en verschillende medailles waren uitgereikt door enkele hotels, door de hotelvereeniging en door het Zee brugge-Museum, ook een door de stad Knocke. Het comité' bestond uit den Gouverneur van Oost- Vlaanderen: Baron Janssens de Bisthoven en ande re baronnen. België telt een groot aantal baronnen, veel meer dan Holland. Er waren mooie? tempera mentvolle, fijne paardjes, edel van hoofdje eai zwe vend over de hindernissen. Het Belgische leger heeft craohtige paarden, ook veel meer dan oij ons. Wij z\jn voor dat alles te nuahter. Als bij ons de militairen door de straten trekken is het met zwaar getrappel en zwaarmoedig hoofd- en manenge- schudC De Belgische viervoeters stappen sierlijk, mets nuivende neusgaten door de avenues. De vlaggen der geallieerden wapperden jom het terrein. Men had voor deze gelegenheid' een Fransah militair-orkest uitgenoodjgd en dat speelde fleurig en beschaafd. Zoodoende viel toch, ondanks de paar fiksche regenbuien, het feest niert geheel in het water. Het publiek was wel niet talrijk, maar de verschillende eigen auto's gaven wat cachet aan het geheel en er stond ook een tafel met "besmeerdó broodjes en champagne. De prachtige wolkenluchten waren ook het be wonderen waard. Dat heeft men hier, evenals in Zeeland, de ontzagwekkende wolkenstoeten die óch opstapelen enweer verdeden en 's avonds warm verlicht worden door de ondergaande zon. j Wie ooit een conferentie bijwoonde waarop een teerde echter tegen dit voorstel en eischte dat de aantal staatslieden, tusschen het ontbijt en de lunch, wil van den overledene zou uitgevoerd worden. Nff over het lot van werelddeelen beslisten, wie ooit ge- langen strijd werd besloten het volgende te doen: noraal Dawes zag op het oogenblik, dat bij zijn het testament op het congres niet voor te lezen, secretaris wenkt: The Ruhr-question, pleasel, wie maar eenigen der vooraanstaande leden, een paar mocht constateeren hoe avonturiers van middelma- organisaties en delegaties den inhoud er van onder tig intellect biji dergelijke conferenties hunne parti- geheimhouding mede te deelen. Dit compromisvoor- culiere aangelegenheden naar voren weten te bren- stel werd aangenomen en uitgevoerd. Zooals altijd gen, die vraagt zich af wat de zwijgzame Camer- waren er onder hen, wien de inhoud van het stuk lynck, als hij alleen is, van dit alles denkt. werd medegedeeld, menschen die geen geheim kun- Zou hij eigenlijk nog wel denken? Zou hil zich nen bewaren en die zich gehaast hebben het geval nog kwaad kunnen maken? Of spelen zjjn korte, verder te vertellen. dikke vingers maar altijd werktuigelijk met den GODSDIENSTIGE RELLETJES IN ENGELSCH, horlogeketting, terwijl hij zelf, devoot glimlachend, INDIÖ. gedachteloos door het leven wandelt? Omtrent' de reeds in 't kort gemelde onlusten te Toen Nansen den Volkenbond den doodsstrijd van Goilbarga in den staat H/derabad, meldt de corre*. tien millioen hongerlijdende Russen schilderde, toen |-<»ndent te Allahabad van de Daily Telegraph het hij het geld vroeg, noodig om een Engelschen krui- volgende: CAMERLYNCK, „Overal in, Londen", vertelt een medewerker van de „Frankfurter", „overal in Londen heb ik hem ontmoet. Toen ik het Hyde Park Hotel binnenstapte zag ik hem achterover liggen in een. clubfauteuil, in Downing Street liep hij op zijn eentje te wande len, in Wembley flaneerde hij met Herriot. Hoewel geen politicus, is hij toch bij alle confe renties aanwezig. Hij wondt behandeld als een pre mier, beschikt over een salonrijtuig; en krijgt in de luxe-hotels van zelf sprekende de beste apparte menten. Geeft de koning een diner, hij zit mede aan. Zwijgzaam van aard) is hij; en toch ook buiten gewoon welbespraakt. Ofschoon hij geen enkele rol vervult, is hij onontbeerlijk, hij, Camerlynck, de groote Camerlynck, de tolk bij uitnemendheid. Bedaard, gezet, goedgekleed, de oogen verborgen achter groote brilleglazen, een snor neerhangende, ziedaar de man, die men de geheime bergplaats der Europeesche politiek zou kunnen noemen. Zoo weelderig, zoo voornaam als het hem belieft, kan hij zijn leven inrichten. Alles wordt hem immers gratis verstrekt. Niemand weet precies wat hem méér inbrengt, waarvoor hij het best wordt be taald,: voor zijn welsprekendheid; in vele talen dan wel voor het feit, dat hij in alle talen zwijgt. Alles wat in Versailles en Londen werd besproken is hem bekend. Wilson maakte op de groote conferen ties van zijn diensten ooki als tolk een dankbaar gebruik. In Genua kon hij zich de trait d'union tusschen Lloyd George en Bar the u noemen. De ver gaderingen van den Oppersten Raad waren steeds voor hem toegankelijk en in de dagen van strijd was hij het, die de oorlogsconferentie tusschen Pershing, Foch en French mogelijk maakte. Eén ding slechts wordt van dezen Belg, die zijn leerstoel aan de Brusselsche universiteit verliet om zich geheel aan zijn tegenwoordig ambt te wijden, geëischt: stilzwijgendheid. Camerlynck zwijgt in tenser dan< het graf „Hij zwijgt als Camerlynck", pleegt men. sinds de conferentie, in Genua te zeg gen. Niemand! wordt méér achtervolgd door journalis ten dan deze vriend, en niemand is méér verplicht de krantenmenschen op een afstand te houden. Niet slechts zijn ambtseed legt hem dat zwijgen op, maar alle politieke geheimen van Europa eischen dit. Alles wéét hij; alles heeft hij gehoord, zoowel de besprekingen tusschen de meest vooraanstaande staatslieden als de kleine intriguea Bij kleine en groote tragedies tusschen de volkeren verleende hij zijn bemiddeling. verlichte gelaat van het meisje; en toch kon hij zoo tot haar spreken? Het was Esmée, alsof zij plotsoling een ijskoude douche had gekregen. Ofschoon zijn gelaat in de schaduw was, wist ze toch, dat hij het was. Deze man was de Graaf Ricardo, dien zij had ontmoet, en geen ander! Zelfs als zij maar den geringsten twij fel had gekoesterd, dan zou die siem dien hebben verdreven. De echo van die stem klonk haar nog altijd in de ooren. Soms scheen zij die overdag te hooren midden in een gewoon gesprek. Dikwijls had die 's nachts in haar droomen haar zoo duidelijk in de ooren geklonken, dat zij verschrikt wakker werd. Zij wist niet, waarom de man te Milaan niet was ver schenen na zijn belofte aan den trein te komen, om afscheid van haar te nemen; maar toch had zij het denkbeeld nooit geheel laten varen, dat hij had wil len komen, maar was verhinderd'; dat hij den roman niet was vergeten, die haar zoo dierbaar was: dat hij er naar had verlangd haar weer te zien, maar om de een of andere geheimzinnige reden was wegge bleven. In het diepst van haar hart had zij gehoopt die reden nog dezen dag te zullen vernemen; want, inderdaad, het meisje dacht, dat zij zich niet zoo vol komen had kunnen vergissen in Venetië en op hot Comomeer. Zij had het zichzelve nauwelijks durven bekennen, maar in die weinige heerlijke dagen in den zomer van 1914 had' zij werkelijk geloofd, dat hij haar liefhad; dat hij haar den een of anderen dag over zijn liefde zou spreken, en haar misschien zou vra gen zijn vrouw te worden. Als mannenoogen ooit de waarheid konden spreken, dan had hij haar be mind; op zijn minst heel veel belang in haar gesteld. Maar nu, vier jaar en vier maanden later was hij vergeten, hoe zij er uitzag! Zij kon niet veel zijn veranderd. Toch sprak hij op een uiterst onverschil ligen toon, als tot een vreemde, zelfs niet met de warmte, waarmee de meeste mannenstemmen een mooi meisje zouden aanspreken. Zij kon evengoed leelijk en vijftig jaar oud zijn geweest! Esmée voelde zich ellendig te moede. De schok van teleurstelling, van ontgoocheling trof haar zoo diep, dat zij een oogenblik dacht flauw te vallen. Maar haar trotis en zelfbewustzijn kwamen haar te hulp en hielden haar staande. Hot zou al te vernederend zijn, zich zoo zwak te toonen in zijn nabijheid 1 En zij had alle hoop nog niet opgegeven. Misschien zou hij, als Giuseppe weg was, plotseling toonen, dat hij zich haar herinnerde! Maar neen: Giuseppe was weg; de deur was gesloten; zij waren alleen met hun beiden in de kamer vol zonlicht; toch bleef de houding van den man dezelfde: even onverschillig, even koel be leefd. „Wilt u niet plaats nemen, Miss Alton?" zeide hij ser te laten bouwen ten einde die tien millioen stak kerds te kunnen redden, was het Camerlynck die correct en droog, woordelijk de redevoering van den noodkreet vertolkte. En Camerlynck was het ook die correct en droog, woordelijk de weigering van den Volkenbond overbracht, een weigering, gelijk slaande met het uitspreken van een doodvonnis. De Hindoes te Goelbarga bezitten den heiligsten tempel in 't gebied van den Nizam. Het is de ge woonte. dat lederen Maandag van Augustus een hei lig beeld uit den tempel wordt gehaald en in een draagstoel wordt rondgevoerd. In den stoet worden ook beelden van heilige stieren rondgedragen. Dit jaar nu viel Jl. Maandag voor een week samen met Vandaag dineert hij met Herriot en MacDonald, het Mohammedaansche Mohoerram-feest; en de pro gisteren was hij de vertrouweling van Poincaró, en cessie der Hindoe's werd gehinderd door de Mo- wie hem morgen zijn geheimen zal biechten. hammedanen. Den Dinsdag daarop, den grooten Staatslieden vallen en staan op, maar Camer- feestdag van de Mohoerram-viering drong een ben- lynck blijft. I de Mohammedaansch gepeupel den tempel binnen Detectives speuren zijn gangen na. HIJ' kan nooit sloeg de Hindoes, die hun gósddienstplichten vervul, telefoneeren, zonder dat het gesprek wordt gecontro- den en vernielde schilderijen en een beeld van den leerd. Amerikaansche uitgevers hebben hem kapi- heiligen stier. Naar de Hindoe's beweren, was er talen geboden voor zijn memoires en waren bereid politie in de buurt, die echter niets deed om de ont- schriftelijk te verzekeren, dat ze pas over twintig jaar gepubliceerd zouden worden. Maar wat geeft een man als Camerlynck, voor wien alle staatskassen openstaan, om geld? Zijn hersens omvatten, in vakjes gerangschikt, Armenië, Duitschland, Oostenrijk, de Russen. Zou het hem iets kunnen schelen? Er zijn immers dingen wier omvang een zoodanige is, dat het menschelijk verstand ze niet kan omvademen. Eén doode wordt beweend, duizend dooden beklagen wij, een millioen do oden zegt ons nieta Meer dan een goed gekleede machine kan Ca merlynck eigenlijk niet zijn. Als deze man nog kon denken en voelen, hij ware zeer zeker niet meer wie hij is: de tolk Camerlynck. HET TESTAMENT VAN LENIN. heiliging van den tempel te beletten Donderdag ging als een loopend vuur het verhaal door de stad', dat de Hindoe's een moskee hadden beschadigd. Nu werden de Mohammedanen com pleet dol Zij deden aanvallen op alle Hindoe-tem pels vijftien in getal en sloegen er de heiligen beelden kort) en klein. In het eind zag de politie zich genoodzaakt, te schieten. Er volgde een gevecht, en daarin werden drie Mohammedanen, o.w. de hoofdcommissaris van politie, Mohammed Arizoella, gedood. Een dozijn an deren werden gewond. De Hindoe's waagden het niet!, ter bescherming van hun tempels uit hun wo ningen te komen. Vrijdag speelden op straat op nieuw de Mohammedanen den baas; maar het ingrij pen van! politie en soldlaten herstelde de orde. De uitbarsting wordt algemeen geweten aan de ba- In de „SotaiallMItaleaklel Wlestnlek", een goed drlJYi|rhekl \an de Mohammedaansche «ndelingen -Heht hW wil L Zii^JL en de regeering van deni Nliam heelt een commissie van onderzoek benoemd. De Hindoe's beweren, dat ofschoon in het gebied dat door den Nizam wordt geregeerd, 87 pet. van de bevolking bestaat uit Hindoe's, de aanvallen van Mohammedanen op de Hindoe's zoo veelvuldig zijn, ingelicht blad, vonden wij de volgende bijzonderhe den over het testament van Lenin, aldus het Hdbld. Het was in 1922. Lenin voelde dat zijn gezondheid voortdurend: achteruitgaande was en besloot een testament te maken. Het testament werd verzegeld ®,i„ jnoiuuuiueuuuen op <jö niuuuu e zoo vübi vuiuik ziju, hJdat deze laa:aten laTan in vrees voor hun leven en ttonder mij tal be7<t en ve;e Hindoe's uit angst overgaan tot het 'aIeP Mohammedanisme. Daarom hebben de Hindoe's zich Na den dood «in Lenin bracht Kroepskaja (de met beden gewend tot' den onderkoning van Britsch. w r^,Zu r h6t ™™eg8lde testament naar Iudi6 den N1 d<,n mlnUtM. van koloniën te Lon. het Centrale Comité van de Communistische party. dan en den Koning-Keizer om hen ln bescherming De brief werd daar, in strijd met den wil van den overleden leider, geopend en voorgelezen. In het testament staat geschreven, dat Lenin voor den dood aan het partijcongres een schets wilde geven te nemen. HET PANAMA-KANAAL. Den löden dezer was het) tien jaar geleden- dat van. de. karaktereigenschappen van de mogéiyke len^™ candidaten voor 'het leiderschap. Uit deze karakter schetsen geven wij de volgende passages: Kam ene w: onstandvastig, opportunist, hetgeen hij voer en er een scheepvaartroute werd geopend langs welke het ver keer tot grooten bloei geraakte. Enkele dagen later, volgde een. Nederlandsch schip het eerste mietL bewezen heeft in de Octobefdagen van 1918, men S" '"LS moet hem onder toezicht houden. Amerikaansche schip dat van het Kanaal gebruik naaTmleM «JdTïïU.. I "stodSdien ia, met enkele kortstondige onderbrekin- worden, I gen, veroorzaakt door grondafstroomtogen het trans- s£] Z aiei.ia, oceanisch verkeer door het Kanaal steeds open ge. wSdln w m m toteal waren tot einde 1923 meer dan eigen i 22.000 schepen het Kanaal doorgevaren. De amb. TV,™ t a? leiderschap. I telijke statistieken ioopen tot eind Juni 1923. In n het tijdvak 15 Aug. 1915 tot 30 Juni voeren 19.802 genaamd geen begrip van dialectiek, ofschoon hy ec hepen het Kanaal door. Daarvan waren 7855 Ame- eTJ™ «f"*» over schrijft en spreekt j rikaan90ha en 6687 Britsche. Trotsky: zeer bekwaam, maar houdt er van te Bi} den bouw van het Kanaal waren 20.000.000 poseeren; de beschuldiging dat hy een verkapte tKxnld OTl)piofbar6 „toffen verbruikt en was uit de mensjewik is, is niet steekhoudend; kan een goed Coelebradoorsteek 260.000.000 ton rotsgrond verzet. lid van het bestuur, zijn. Zooals onze lezers bekend is, ls het Panamaka. Pjatakow. zeer bekwaam, heeft zich de laatse Ja* naaj do verbinding tusschen dén Atlantischen Oceaan 0 teel aan administratief werk gewyd- en de Stille Zuidzee, dwars door Middel-Amerika Bij! hst voorlezen van dit stuk heeft zich een zeer heen. komische scene afgespeeld': iedereen wilde uiteen- BEN ZONDERLINGE WEDREN, zetten, waarom' de ontslapen leider zich zoo ongun- wij, hebben indertijd, melding gemaakt van het stig over hem had geuit. Er werden daarbij oude voornemen van den veteraan-hardlooper C. W. Hart twisten te berde gebracht, die Lenin verkeerd zou qxq het tegen een paard op te nemen, nadat hij den hebben uitgelegd enz. Zinowjew en Statin hebben afstand Londen-Brighton. (als wij ons niet vergissen) zelfs een poging gedaan het testament ongeldig te sneller had afgelegd' dan een harddraver. De zon- verklaren, omdat het door een zieke werd geschre- derlitfge wedstrijd wordt deze week gehouden op het ven, die niet als volkomen toerekenbaar kon be- terrein van het kristallen paleis. Zes dagen lang schouwd worden. Deze> poging den leider krankzin- sullen man en. paard elkaar gedurende 10 uren be nig te verklaren ontmoette echter zooveel verzet, kampen. Het paard is Big Ben, gereden door Arthur dat de twee heeren werden gedwongen hun woorden Nightingall, een bekend jockey. Maandag, den eer- in te slikken. ^ag reeds legde de man ruim 76 mijl af, tegen Nu ontstond de vraag: wat moet er met het testa- het paard 67. Dinsdag vergrootte Hart zijn voor- ment gedaan worden? Er werd voorgesteld het sprong tot ongeveer 14 mijl; hij had toen 139K mijl testament voor kennisgeving aan te nemen, in het afgelegd, het paard! ruim 125 mijl. Hart voedt zich archief der partij over te brengen en verder met onder het loopen met custard, melkspijs en sin&as- niemand hierover te spreken. Kroepskaja pjotes- appelen. PLAN TENZIKKTENLEER. 110. Belanghebbenden bericht ik hierbij^at ik waar schijnlijk van 18 Augustus tot 1 September afwezig zal zijn. AARDAPPEL-ONTSMETTING. De heer D. Vriend Nzn. te Andijk bericht mij het volgende: „Ik had verleden jaar een veld goedge. keurde blauwe aardappelen, welke voor zoover ik kon beordeelen, vrij waren van Rhizoctonia. en bo vendien een partij selectie-stammen idem. Do laat ste partij heb ik zelf voor pootgoed gehouden en wijl ik deze weer afzonderlijk wilde pooten, ging het bezwaarlijk de ongeveer 80 verschillende stam men met sublimaat te behandelen, dio zijn daarom zonder ontsmetting uitgepoot. De eerste partij heb ik met een sublimaat-oplossing behandeld. Het resultaat is als volgt: Het gewas van de niet ontsmette selectiestammen was vrij van Rhizocto nia. Ze stonden op veld, waar verleden jaar spinazie- zaad was verbouwd. Ook het gewas van de ontsmette aardappels, die op hetzelfde veld stonden, was vrij, Maar van dezelfde ontsmette poters op veld, waar verleden jaar bietenzaad en reseda is geteeld, daar deden zich reeds vroeg verschijnselen voor, die aan Rhizoctonia deden denken. Wageningen heeft er dan ook Rhizoctonia op geconstateerd. Na dien tijd is het niet toegenomen en er worden geen, of bijna geen stammen gevonden, die ernstig zijn aangetast. Zoo is dus bij mij het eene veld zuiver en het andere niet en voor zoover ik er van hoorde of zag is het ook zoo bij de bouwers, die van deze partij hebben uitge poot. Hoewel de eindconclusie, wegens het flinke ge was. eerst getrokken kan worden, wanneer het loof wat begint af te sterven, lijkt het mij nu toe, dat die poters niet besmet waren, alzoo van achteren be- zien is de ontsmetting voor deze partij niet noodig geweest wijl de niet behandelden ook vrij waren. Voorts geloof ik dat veel Rhizoctonia door bodem- besmetting voorkomt. Voorts wil ik nog een mededeeling doen. Door abuis was verleden jaar een zak poters een nacht over in de oplossing gebleven. Na 17 uur werd do zak weer boven gebracht Ik vreesde het ergste. Ik heb er een deel van uitgepoot. maar ze staan niet si-echter dan de overigen. Misschien is het goed op te merken, dat het water toen, begin September, nog niet zoo koud was." i Tot zoover dit schrijven van den heer Vriend, wien wij voor zijn mededeelingen dank zeggen. Een paar opmerkingen wou ik even maken, j Zooals de heer Vriend ook wel weet, kan men van te voren reeds uitmaken of ontsmetting noodig is. Bevinden zich zwarte korstjes op de knollen, die j onafwaschbaar zijn, dan is ontsmetting aan te ra- den, men neme den proef. I Voorts is het een feit, dat Rhizoctonia in den gTond achterblijft. SLAKVORMIGE BASTAARDRUPS. Vraag 145 van P. te Hoorn. Uw peren- en ook uw linden-boom zijn aangetast door de slakvormige bas- taardrups, die de opperhuid der bladeren wegvreet. Bespuiting met Parijsch groen, zoodra u de bescha- 1 diging ziet, is aan te bevelen. Lezers, die deze slak- j achtige rupsen ook op hun peren waarnemen, kun_ 1 nen hiermede rekening houden. Parijsch groen is een zwaar vergif, dat in de verhouding van 1 ons op 100 L. water gebruikt wondt. Men zij er zeer voor- zichtig mee, want het stuift erg. j De Controleur b.d. Plantenziektenk. Dienst te Hoorn, K. VAN KEULEN. Wij vestigen er de aandacht op dat thans uitsluitend verkocht worden in verpakt in met zwarten opdruk. Weigert alle andere verpakkingen. op een vriendelijken toon. welke Esmée's zenuwen nog meer schokte dan lompheid kon hebben gedaan. Was hij barsch geweest, dan kon zij hebben gehoopt, dat hij boos op haar was om iets, waarmee zij hem onbewust had beleedigd iets dat zijn vreemd ge drag te Milaan zou verklaren, iets dat kon worden uitgelegd en vergeven. Maar hij: sloeg alleen den juisten toon aan van een patroon tegen zijn aan staande secretaresse. Beleefd, maar er op berekend de vreemde dame te toonen, dat zij geen poging behoefde te doen met hem te flirten. Esmée stamelde een woord van dank, (het eerste woord, dat zij had gesproken) en nam op eenigen af stand plaats, nog steeds in het licht. Hij maakte een gebaar als 't ware verontschul digend naar de schrijfmachine op zijn schrijfta fel. „Ik heb mijn eigen brieven trachten te typen", zeide hij. „Het resultaat ia niet schitterend!" Hij lachte even. (Hoe goed herinnerde Esmée stich zijn lach! Het was dezelfde en toch ook weer niet. In dien zomer voor vier jaar was het een gelukkige, zorgelooze lach geweest. Nu klonk hijs dat verheeld- de zij zich tenminste, droevig en bitter.) „Inderdaad, het gelukt mij niet", voegde hij er bij, toen de zwijgen de nieuwe secretarese geen opmerking maakte, „ik heb besloten wat hulp te nemen voor mijn correspon dentie hulp van iemand, die verscheidene talen kent. Fransch en Italiaansch in de eerst plaats. Maar er is iemand, die mij schrijft uit Zwitserland. Kennis van Duitsch zou mij aangenaam zijn. Ik heb van mijn hofmeester, die naar uw agentschap ging, vernomen, dat u zeer bedreven is in vreemde talen". Dit was geen eigenlijke vraag, en Esmée maakte gaarne gebruik van dat excuus om te blijven zwijgen. Zij was nog niet zeker, of ze haar stem goed in be dwang zou kunnen hmden! Maar toen zij niets zeide, ■viel de man onverwacht uit, zoodat zij, schrikte en de 1» uning omklemde van den armstoel, waarin zij zat. „Zeg toch iets, als 't u blieft, Miss Alton! Ik wil gaarne uw stem hooren. Men kent den persoon, met wien men te (Joen heeft, niet, eer men zijn stem heeft gehoord". Neem mij niet kwalijk", zeide Esmée met sidde rende stem. Ik wachtte. Ik dacht, dat u u liever wilde uitspreken". Een blik van verbazing verscheen op zijn gelaat. Esmée's hart stond een oogenblik stil. Herkende hij haar misschien toch? Maar weer lachte hij flauw tjes. „Ik hoop, dat ik u geen schrik heb aange jaagd. Dat bedoelde ik niet. Juist het tegendeel! Wer kelijk. ik ben het, die bang voor u is. Of liever was, tot u sprak. U hebt Juist de zachte, vrouwelijke stem, waarop ik hoopte bij een secretaresse de soort stem, die vertrouwen inboezemt. En indien wij samen zullen werken, moet ik u kunnen vertrou wen onbepaald". „Ik kan niet beloven, dat u mij dat vertrouwen waardig zult vinden", zeide het meisje. „Daarvan begin ik mij al zeker te gevoelen", ant woordde de man opgewekter. „Het is wel vreemd, uw stem komt mij bekend voor. Ze herinnert miji aan een vriendin, die ik eens had." „Daar ben ik blij om", zeide Esmée en smoorde een snik. Zij hoopte, dat hij het niet bemerkte. Er lag een vreemde, peinzende uitdrukking op zijn ge laat en vooral in zijn donkerblauwe oogen, die zulk een contrast vormden met de donkere huidskleur, de zwarte wenkbrauwen en het zwarte haar. Wat zou er gebeuren, als zij uitriep: „Ik ben die vriendin, waar van u spreekt?" Maar neen, zoo zwak en dwaas wilde zij niet zijn. Indien haar gelaat en persoonlijk heid zoo weinig indruk op hem nadden gemaakt, dat alleen haar stem een- vage heinnering bij hem opriep, dan wild© zij niet trachten het verleden terug te roe- i Pen* j „Dat dat gebeurt wel meer'waagde zij op te merken. Een stem maakt soms een vreemden indruk". „Ik ben blij, dat uw stem mij bevalt", zeide hij. „Dat zal er toe bijdragen ons werk aangenaam te ma ken voor mij. Ik waarschuw u, dat u heel wat werk zult krijgen als ui het namelijk op u wilt nemen?" Was het mogelijk, dat hij haar toch herkende dat hij trachtte haar karakter te leeren kennen en te onderzoeken, of zij de proef zou doorstaan? Wat zou dat wreed zijn! En hij had nooit den indruk op haar gemaakt, dat te zijn. Zij kon niet gelooven, dat het waar was. Maar indien het zoo was, dan zou hij er geen voldoening van hebben. Als zij hun krachten moeten meten, dan nam Esmée zich voor, zou hij I het niet winnen. „Ik heb reeds besloten, de betrekking aan te nemen", zeide zij. „Dat wil zeggen, als u het goed vindt, Mr. Power". „Uw stem heeft het voor mij beslist", zeide hij. „Ik heb van het agentschap vernomen, dat voor zoover het uw bekwaamhe'den betreft, u alles bezit, wat ik vroeg meer zelfs dan ik durfde verwachten. En het is heel noodzakelijk voor mij, zoo spoedig mogelijk een secretaresse te krijgen. Ik heb den noodlottigen dag al te lang verschoven. Neen dat meen ik natuurlijk niet. Vergeef mij, ik bedoelde alleen, dat ik gewoon ben zelf rnljh correspondentie af te doen, en en „U kunt miji werkelijk vertrouwen", hielp zij hem heen over zijn verlegenheid. En zij verwonderde zich over zich zelf. Zij, wier ©enige groote roman deze man was geweest; zij, die hem mepf dan vier Jaar half bewust had aangeboden, had nu medelijden met hem, terwijl zij het met zich zelve alleen moest hebben! Hij was haar vergeten of speelde een wreed spel met haar. Toch was zij niet boos. Om de een of andere raadselachtige reden, die zij volstrekt niet kon be grijpen, ging haar hart tot hem uit in groot mede lijden, even groot als haar ongevraagde liefde was geweest, Giuseppe had. van verdriet gesproken, en ofschoon het meisje de oorzaak daarvan niet kon raden, voelde zij toch het bestaan er van. Het werd haar eigen verdriet. Zij verlangde vurig, Mr. Richard Power te kunnen helpen, die voor haar niet meer Graaf Ricardo kon zijn. Ik ben benieuwd, of u weet, hoeveel die woorden „werkelijk vertrouwen" kunnen beteekenen?" vroeg de man; en die vraag scheen een- deel uit te maken van haar eigen gedachten. „Ik weet het niet", antwoordde zij. „Maar dit weet ik. Wat ze ook beteekenen, ik zou ze niet willen herroepen. U kunt mij alles vertrouwen, wat u wilt. Zou u nu een beetje Fransch, Italiaansch cn mis schien Duitsch met mij willen praten zoodat u kunt beoordeelen, in hoeverre ik daarvan op de hoogte ben? En als u mij dan brieven wilt dicteeren, zal ik u een proefje geven van mijn bekwaamheid als stenographiste en typiste. Ik heb zelf geen schrijf machine. U weet, ik ben geen typiste van beroep! Mijn bloedverwante, voor wie ik werkte, bezat een schrijfmachine en toen zij stierf, werd- die evenals al het andere nagelaten aan een ander. Dat heeft mij gehinderd in het vinden van een betrekking. Maar als ik uw machine mag gebruiken (ik zie, dat het een merk is, dat ik ken) misschien mag ik ze naar een tafel in deze kamer brengen, waar ik kan zitten werken?" „U naoogt ze niet optillen; het ding is veel te zwaar voor een vrouw", protesteerde Richard Po wer. Dit zeggende stond! hij op en deed, alsof hij zelf de machine wilde verplaatsen Maar hij be dacht zich plotseling. „U zit dicht bij de bel, meen ik", zei hij. „Bel even, als 't u blieft". De bel was echter even dicht bij de schrijftafel al9 bij haar stoel. Het was een ouderwetsohe bel met een dik koord en een kwast, en ze was heel dicht bij de deur. Esmée vond het vreemd, dat hij niet liever de machine zelf had verplaatst of dat hij anders zelfs nfiét had gebeld. Maar toch, hij was de meester, zij de secretaresse! Misschien zou zij, als hun gesprek niet zulk een eigenaardige wending had genomen al dat pra ten over „werkelijk vertrouwen" en wat dat kon beteekenen! niet zoo verbaasd zijn geweest, plot seling weer aan haar ondergeschiktheid te worden herinnerd. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 6