Zalerduy 30 Auguslus 1924.
07ste Jjurgaug. No. 7194.
TWIJKJDe 13LAO,
De dingen om ons heen.
FEUILLETON.
GRAAF RICARDO
Wat men te Parijs zegt.
Binnenlandsch Nieuws.
Het is nu wel zeker, dat alle regeer! ngen, wier
vertegenwoordigers het protocol van Londen on'dey-
teekenden, ook tot ratificeeren zullen overgaan. Zoo
doende kan dus binnen niet al' te langen tijd het be
richt worden verwacht aangaande het uitgeven van
de groote leerling van 800 millioen goudmark.
Naar heth eet zouden Amerikaansche bankiers de
helft van dit bedrag (of iets meer) willen plaatsen,
terwijl in de verschillende Europeesche landen de
rest zou worden bijeen gebracht. De rente zou 7 pet.
(of iets meer) zijn en de koers van uitgifte 93 pet.
(of iets lager).
Nu schijnt het, dat het met deze emissie niet zulk
een vaart zal loopen. Bankierssyndicaten zijn ge
makkelijk genoeg te maken. Natuurlijk. Want zulk
een syndicaat, dat een leening op 93 pet. uitgeeft,
laat zich aardig wat betalen voor de garantie, dat
het geld er komt. Toch lijkt het niet zoo héél ge
makkelijk te gaan. Dit komt, omdat de bankiers, van
Pierpont Morgan af tot het manneke, dat vorige
week schuin over me den winkel van den gefail-
leerden groenteboer huuirde )en toen „Bank voor
Binnen- en Buitenlandsche Waarden" op het raam
liet verven, listiglijk gebruikmakend van1 het feit,
dat de verver nu alleen de woorden „Handel in" en
„Fruiten" moest vervangen) wel veel praats hebben,
maar geen van allen zelf beschikken over de noo-
dige bedragen in verband met zulk een leening.
Als Pierpont Morgan kans zou zien voor een stor
ting van 0.93 X 800 millioen, dus voor 744 millioen
een behoorlijk gewaarborgde schuldbekentenis te
koopen die hem 7 pet. van de 800 millioen garan
deerde, zou hij er geen seconde aan denken, die ze
kere rente van acht percent niet te gaan maken,
Vooral omdat in Amerika van behoorlijke fondsen
geen hooger rente dan 4 pet. wordt verkregen. Het
feit, dat de heeren die 800 millioen niet zelf nemen,
wijst dus op twee mogelijkheden. NL dat zo zelf do
gelden niet hei-er. C.' lat z.] de garantie niet ver
trouwen. Dat zij dus Duit9chïand niet „goed" ge
noeg vinden voor den dienst dier leening.
Wat bedenkelijker is voor het goed verloop van
zaken is niet gemakkelijk te zeggen. Als Morgan en
zijn vrienden de voorwaarden en waarborg goed ge
noeg zouden vinden1, zou het hun niet veel moeite
kosten om op hun eigen handteekening zeg een half
milliard te leen te krijgen, zoodat zij de geheele lee
ning zelf konden opnemen. Met een Amerikaansche
rente van 4 en een Duitsche van 8 zouden zij dus
een genoeglijk slaagje kunnen maken. Deze ma
nier, geldleenen 4 en uitleenen 8 pet, hervalt Mor
gan c.s. niet. Zij zelf zijn niet geneigd te riskeeren
blijkbaar. Doch, tegen genot van commissie, zullen
zij gaarne, o zoo gaarne, hun loketten openstellen
voor inschrijvingen van het publiek.
Natuurlijk zonder eenige garantie hunnerzijds. Dit
spreekt. Want een garantie geven aan een derde,
voor iets; wat je voor jezelf niet vertrouwt, is pre
cies zoo iets al9 gewoon borg spreken: de risico aan
vaarden. zonder eenig voordeel.
Morgan, de Engelsche, straks ook de Nederland-
sche bankiers, zullen hun best doen een leening on
der te brengen, die zij zelf wantrouwen. Althans: die
zij te riskant vinden voor hun eigen geld. Meneer
Publiek mag met zijn geld komen, het geld, dat de
deskundige bankiers niet wagen. Loopt het mis,
dan zit Publiek en loopt het goed of mis, dan heb
ben de bankiers hun commissie. E'n bovendien den
naam van het goede doorzicht in zaken, de faam
van de „groote Duitsche leeningj'e weet wel van
1924", te hebben geëmitteerd.
De bankiers hebben, vooral in de eerste fase van
de conferentie van Londen, een groot woord gehad.
Zij vonden allerlei waarborgen terecht onvol
doende. Betere waarborgen zijn niet gegeven, doch
hun oppositie verzwakt en thans zullen zij prach
tig medewerken om de leening te doen slagen*. Zij
zullen met elkander voor een paar mille annonces
plaatsen, circulaires aan de clientèle zenden en ver
derhun commissie op strijken.
De Duitsche leening hoe gaarne wij haar zou
den zien slagen is een uitermate gevaarlijk ding.
De dienst er van: rente en aflossing, heeft prioriteit
op alle andere vorderingen. Jawel. Maar het geld,
waaruit deze dienst en alle andere vorderingen zul
len worden gedekt, moet komen uit de opbrengst
van het Duitsche economische leven. Dat is uit de
winsten van spoorwegen, fabrieken, landbouw, enz.
Die winsten worden gemaakt in marken, die al
leen dan waarde hebben als zij kunnen worden om
gezet in dollars, guldens, ponden. Dat wil zeggen als
Duitschland er in slaagt vorderingen te krijgen op
het buitenland.
ALIAS RICHAED POWER
door C. N. en A. M. WILLIAMS ON.
9.
Zij werkten geregeld door tot half vijf, toen Giu-
seppe met de thee kwam. Hiji droeg een groot zil
veren blad uit den tijd van Koningin Anna met een
dito servies en broze witte kopjes met gouden ran
den en dunne pootjes op smalle schoteltjes. Maar
op het blad lag een gewoon tafellaken in plaat9
van een fijn laken van kant of borduurwerk, dat er
bij behoorde. De thee, welke Esmée verzocht werd
te schenken, was zoo gekookt en bitter, dat zij «ter
stond begreep, dat een buitenlander ze had gezet
de oude knecht mischien! Maar weldra zou zij ver
nemen, dat zij den Italiaan onrecht had aangedaan.
„Giuseppe", zeide Power, „Luisa's thee is slech
ter dan ooit. Ik geloof, dat ik, nu Miss Alton hier
de middagen doorbrengt, haar moet vragen ze te
zetten. Zou dat Luisa's gevoelen kwetsen, denk je?"
„En wat zou dat er toe doen, Eccellenza?" ant
woordde de oude man. yZij is een slechte keuken
meid. Het zou gemakkelijk zijn een betere te vin
den".
„Ja, maar niet een, die uit Venetië komt", zeide
Power. „Wij zullen trachten het met haar uit. te
houden".
Giuseppe zuchte luid. en Esmée had een visioen
van een mooie, hoewel niet zeer bekwame vrouw,
een soort madonna van middelbaren leeftijd, die
tranen stortte, als zij beknord werd en op den drem
pel zou sterven, al9 men haar weerzend. Zij zou wel
dra een geheel anderen indruk krijgen!
Giuseppe stookte het vuur op, bracht ouderwetsche
petroleumlampen met mooie Chineesche kappen
binnen en trok de gordijnen dicht. En toen, terwijl
zijn meester nog bezig was met zijn «thee, kwam
hij terug met een blaadje, waarop een Italiaansche
courant en verscheiden brieven lagen. Ricordo nam
ze op en keek peinzend naar de enveloppes. Hij
scheen weer verstrooid te zijn. Plotseling sprak hij.
„Is er niet een winkel, waar avondbladen worden
verkocht binnen den afstand' van een kwartier,
Giuseppe?" vroeg hij. „Nu Miss Alton ze kan door-
Het hoeft reeds vorderingen noodig voor het aan-
koopen van levensmiddelen, grondstoffen en wat
dies meer zij, vcor de behoefte zijner eigen bevol
king en voor zijn industie. Om die te dekken, is ex
port ncodig. Een zeer omvangrijke export, omdat
Duitschland, nu de vervalschte stemming in Oppor.
Silezië dit land aan Folen gnf, weinig monden, maar
veel rijkdommen aan Duitschland zlin onttrokken,
waardoor dus het dekken der behoefte nog moeillj.
ker wordt
Maar nadat het onontbeerlijkede voeding van
menschcn en dier en machine uit de export Is ge
kweten, komt de dienst der leening en de rekening
der schadevergoeding. Welkt laatstgenoemde voor-
loopig een milliard en later 2H mililard per jaar is.
Behalve hetgeen noodig is voor het normale econo
mische leven in Duitschland, moet het dus genoeg
grondstof invoeren of voldoende rijkdommen aan
eigen grond onttrekken om een uitvoer mogelijk te
maken, die deze 1—2>X milliard goudmark uit de
winst dekt.
Als men die winst zéér hoog schat: netto 10 pet.,
moet Duitschland -dus binnen eenige jaren alleen
ten behoeve der schadeloosstelling 25 milliard goud
mark uitvoeren. Anders komt men niet aan het ge-
ei9chte cijfer, hetwelk bovendien, volgens de index-
gelallen, automatisch „kan worden verhoogd."
Waar de Duitsche uitvoer naar alle landen voor
den oorlog (in goudmark) -1200 millioen bedroeg
60.000.000 of met inbegrip van prijsstijging thans
100.000.000 of 20000 millioen Gm.) zal diè twee mil
liard moetent worden opgevoerd tot 25 milliard alleen,
vcor de schadevergoeding.
Plus wat erbij komt ter voorziening in eigen be
hoefte, plus wat de leeningen noodig maken, plus....
nog hei. een en ander.
Wil men de winstmarge van 10 pet. op 20 pet. stel-
len^ soit.
Dan wordt het bedrag van den gedwongen uitvoer
van Duitschland 12 milliard.
Altoos nog zes maal meer dan de geheele export
voor 1913. toen heel de wereld al kermde over de
Duitsche concurrentie.
Gelooft men dat een leening m deze omstandig
heden aan Duitschland gegeven, werkelijk verlies
is?
Zelfs de bankiers zeggeni: neen.
Eü de premiers gelooven het ook niet. Als zij
kunnen rekenen!
UITKIJK.
Het was in uw blad van 8 Juli dat ik sprak over
de lichtpunten aan den internaiionalen portieken
horizon en over ac-a verzoenenden jyeost van 'ierriot
en Generaal Noliet.
Ik vertelde hoe mijn vriend Sir William wist dat
er door MacDonaM en Herriot geweldig, gewerkt
werd om tot eene verzoening d'er geallieerden onder
ling en met Duitschland te geraken.
Nu bijna twee maanden later kunnen wij. die voor
alles den vrede lief hebben, juichen over het succes
door MacDonaM, Herriot en Rijkskanselier Marx be
haald.
Ik ben een week in Parijs geweest en heb daar
lieden uit allerlei kringen gesproken en kan U dus
vertellen wat men daar te Parijs over het resultaat
der Londensche conferentie denkt en zegt.
Een der eersten, waarmede ik sprak was een oude
vriend van mij. Franschman in uitterlijk, in wezen
en in uiting.
In den oorlog dapper gevochten en aanvankelijk
pro Poincaré.
„Le Boche payera'" Hij, was voor de Ruhrbezetting.
Ik heb indertijd uren en uren met hem gepraat over
het verkeerde der Ruhrbezetting.
Toen JBonar Law te Parijs kwam confereeren met I
Poincaré was ik ook in Parijs en wees mijn vriend
op de juiste politiek van Bonar Law en de verkeer
de van Poincaré. Hij wilde niet luisteren. Le Boche
payera!
Wij: hebben later altijd druk gecorrespondeerd. Ik
heb steeds gewezen op de fouten die Poincaré maak
te en langzamerhand werd Poincaré minder fel door
hem verdedigd.
Ik wees er o.a. op, hoe het zoontje Charles van
mijn vriend zeker zou moeten vechten, omdat een
politiek als die van Poincaré een revanche-oorlog
van Duitschland uitlokte. Langzamerhand begon
mijin vriend gematigder te worden. Hij' schreef niet
oneer over: Le Bock payera, en klaagde over den
economischen toestand in Frankrijk.
Nu was zijn stemming bepaald hoopvol. HIJ gaf
toe, dat hij ongelijk had gehad in de politiek van
Poincaré, het ideaal voor Frankrijk te zien en voelde
dat ten slotte die politiek Frankrijk slechts schade
had gebracht en hoe niet alleen geen finantieel suc
ces bereikt was door de Ruhrbezetting, maar een
finantieel débacle. Hij had ook bemerkt hoe eigen
lijk de geheele wereld zich van Frankrijk afwendde,
zooals men een obstinaat-kind links laat liggen.
Hij begreep ook, dat men de haat der Duitschers
tegen Frankrijk en de Franschen onnoodig aanwak
kerde en men inplaats van een zekerheid tegen een
aanval te scheppen bezig was een nieuwen- aanval
der Duitschers te voeden.
Wat is nu de algemeen© indruk van de Franschen
over het resultaat van Londen?
Over het algemeen zeer gunstig. Men voelt dat
zien, terwijl ik rook, en mij zoo moeite kan be
sparen, wil ik weer Londensche couranten hebben".
„Giebs heeft ze altijd, Eccellenza", zeide de
knecht.. „Ik kan zijn Evening News nu wel halen".
„Doe dat, als hij het uit heeft", beval Power op
een wel wat barschen toon. „Morgen kan je begin
nen, couranten voor mij te 'koopen".
Esmée ging voort met haar thee te drinken en de
zware, zacht gebakken cake nog slechter dan de
slechtste oorjogscake! te verkruimelen. „Verbeeld
je, dat hij' in deze veelbewogen tijden geleefd heeft
zonder Engelsche couranten", dacht zij, „en wachtte
tot het oudbakken nieuws van de wereld over Rome
hem bereikte! Indien hij nooit uitgaat, behalve voor
een avondwandeling, zooals Mr. Rogers zegt, kan
hij er niet veel om geven, wat er gebeurt."
Zij besloot dit niet te noemen in het dagboek, dat
zij voor den detective moest houden. Hij zou er waar
schijnlijk de gevolgtrekking uit maken, dat zijn erg
ste vermoedens omtrent Graaf Ricardo, alias Ri
etland Power, gegrond waren.
Toen het Evening News van den hofmeester (dat
naar sterke tabak rook), haar was overhandigd, was
heis meisje te vol van belangstelling in: den inhoud
om haar lui in een stoel liggeniden en rookenden
patroon een kort overzicht te geven, zooals deze had
voorgesteld. Zij las voluit het verslag van de prach
tige overwinningen der Geallieerden van October
1918, en het gerucht dat Duitschland om vrede zou
vragen, zooals Oostenrijk reeds had gedaan. Nu en
dan keek zij op van het blad en zag naar Power,
die onder het voorlezen was opgestaan en heen en
weer liep. Zijn gelaat stond alles behalve onverschil
lig; toch was dit blijkbaar de eerste Engelsche cou
rant, die hij' in lang had- gezien. Wat het Italiaansche
blad betreft, dat had Giuseppe meegenomen. Mis
schien was het zijn plicht, het door te zien voor
zijn luien meester, die meer hield van rooken dan
van lezen, en beide niet tegelijk wilde doen. Maar
waarom zag hij er zoo belangstellend uit? Waarom
vroeg hij voort te gaan, als zij „niet te vermoeid" was
en „niet te veel haast had om naar 'huis te gaan?"
Hij was onverzadelijk en zij las tot zes uur Toen
decht hij er aan, dat het buiten bijna donker zou
zijn. Hij was onbedachtzaam geweest. Hij had haar te
lang opgehouden! Esmée moest hem geruststellen
en verzekeren, dat de afstand tot haar woning maar
kort was. Bovendien had zij een electrisch lantaren
tje. Maar Power was niet gerust. Hij gaf bevel, dat
men np meer kan» cp vrede met Duitschland ver
kregen .'jeeft dan met al het geprikke! en -net a! de
obatinatlfr.
Wij moeten met de I>uitach6r6 een handelsverdrag
maken, opdat wij van elkaar tullen profiteeren.
Wij moeten dan langzamerhand gereken tot de
Vereenigde Staten van Europa. Doen dat zullen En
geland en Amerika wel willen verhinderen, omdat
zij zullen begrijpen, dat In dien Europeeeehen Sta
tenbond Frankrijk de grootste rol zal spelen en <lat
gunnen de Engelschei] en Amerikanen ons niet.
liet 1» werkelijk merkwaardig om altijd weer te
moeten constateeren <iat do Franschen onbewust im
perialisten zijn. Ze ontkennen het ten sterkste en ik
geloof te goeder trouw, Ik geloof heusch dat de
Franschman overtuigd is dat hij zoowel als Individu
on als volk zeer vredelievend en bescheiden is, maar
hij verbeet dat hij altijd Frankrijk zien wi) in eene
bevoorrechte positie. Hij kan zich geen toekometlge
wereld donken zonder Frankrijk, spelende de meest
belangrijke rol.
Toen ik in Veirsailles die duizenden Franschen die
afschuwelijke, smakelooze zalen zag bewonderen,
elke zaal weer eene verheerlijking van den oer-im.
périalist Lodewijk XIV, voelde ik zeer levendig dat
al die oer-burgerlijke Franschen van de 3e Repu
bliek in hun hart en ziel groote bewondering hebben
voor dien koning der Parvenus en Parvenu-Koning.
Later in de zalen van het Eerste Keizerrijk voelt
men weer die bewondering voor den man die Frank
rijk werkelijk bezorgde een domineerende positie op
het vasteland van Europa.
De Franschman denkt altijd minder aan de de
bacle van hun Napoleon in Rusland dan aan het ge
weldige verzet dat Napoleon ondervond door Enger
land. Ware Engeland er niet geweest dan zou Frank
rijk wel inderdaad en voor goed de domineerende
rol in Europa gespeeld hebben.
Zoo ziet men ook thans weer in Engeland het
struikelblok voor Frankrijk's groei en bloei.
Men smult eigenlijk in de woorden van Philip
Snowden, den Britschen Kanselier, van de Schatkist.
De Franschman is verheugd dat hij nu kan zeg
gen: Zie je wel dat Engeland tegen ons la, bang
voor ons is.
Een Franschman zei tegen ml) dat het bewijs hoe
bang de Engelschen zijn om hun macht te verliezen
•blijkt uit hun tegenstand om een tunnel tusschen
Frankrijk en Engeland te bouwen. Ik vroeg om na
dere uitlegging, maar wacht daar nog op.
De socialist Philip Snowden ziet in een handels
verdrag tusschen Frankrijk en Duitschland een ge
vaar -toor den Britschen handel en industrie, ergo
vooi den Britschén arbeider.
De Fransche bladen sparen Mr. Snowden hun cri-
tiek r.'-e' en spieken smalend ven den klei-ten du-
reaucr ai.» c*&a? met. kan vergeten dat. üi. oau
dat zeilde Ministerie van Finantièn, waarvan- hij nu
oppermachtig Kanselier is, zijn carrière begon als
kleine pennenlikker.
Wijl moeten met de Duitschers niet alleen in vre
de leven, wij moeten ook met hen samenwerken^
zeggen de Franschen nu. Wanneer wij niet samen
werken dan overvleugelen zij ons. Werken wij samen
dan zullen wij beiden profiteeren.
Een Franschman ging nog verder en sprak met
mij over Elzas-Lotiharingen.
Kijk eens, zei hij, wij moeten omtrent Jilizas-
Lotharingen ook tot een andere regeling komen
met de Duitaohers. Er zijn gedeelten die typisch
Duitsch zijn. Die moeten wij teruggeven. Er zijn
echter ook gedeelten, waarvan zelfs de meest natio
nalistische^ Pruis zal1 toegeven, dat ze typisch-
Fransöh zijn, die gedeelten behouden wij. Zoo be
hoeft Elzas-Lotharingen geen twistappel meer tus
schen Duitsch er en Franschman te zijn en aal er
werkelijk vrede kunnen wezen in de toekomst. Ik
ben dat geheel eens. Ik ben kort geleden door den
.Elzas gespoord en kan niet anders zeggen dan dat
daar de geheele atmospheer even absurd is, nu
ohtier Fransche heerschappij als jaren geleden on
der Pruisische administratie.
Er zijn gedeelten waar men tevreden zou zijn
onder Fransche en anderen onder Duitsche admi
nistratie. Ik sprak tin ét el en Duitsch er in deni
Etzaa over die atmospheer. Deze. een gematigd'
man sprak over de ellende van dat land om altijdl
weer twistappel te zijn tusschen twee groote vol
ken. Konden Frankrijk en Duitschland het maar
eens worden om Elzas-Lotharingen neutraal te
maken en door den Volkenbond te laten admi-
nistreeren zei hij.
Tk vertelde dat nu verleden week aan mijn
Franschman, nadat die gesproken had over het
verdeelen der gebieden.
Hij vond dat denkbeeld van den Elzasser lang
niet dwaas en in elk geval beter dan alles te laten
zooals het thans is met het ontzettend! groo
te gevaar van Revanohe.
Men wil in Parijs geen oorlog meer, men wil er
Vrede.
De couranten spreken van Vrede, behalve natuur
lijk die van de partij van Poincaré Een der Pa-
njsohe bladen heeft al een woordspeling op Poin-
paix (vrede)e n slaagde weL
De eerst was de advocaat voot „paie" (betaling)
maar daagde niet. de tweede is de advocaat voor
paix (vrede)e n slaagde weL
In de Kamer heeft Herriot een succes behaald
en zag zijne plannen met eene meerderheid van
ruim 120 stemmen goedgekeurd.
Gibbs haar naar huis zou brengen en later mocht zij
niet weer zoo lang blijven.
Het meisje had liever Giuseppe als geleider gehad,
als ze toch niet alleen'mocht gaan. Zij moest echter
gehoorzamen en wensche Mr. Power goeden nacht,
na te hebben afgesproken, dat zij den volgenden
dag om half elf zou terugkeeren.
Er was geen gelegenheid voor .een woord met
Giuseppe, want Gibbs wachtte Miss Alton in de
vestibule. Hij- stond daar met den hoed in de hand,
dienstvaardig als een acteur, die de rol van knecht
vervult; en Esmée meende een sarcastischen blik
in zijn uitpuilende oogen te zien, toen hij de voor
deur voor haar- opende. Toen zij de deur uit was,
zag zij nog even om.. Misschien wilde zij zien, of
Giuseppe haar nakeek. Hij stond daar; maar achter
hem op eenigen afstand stond een vrouw. Zij gluur
de naar de nieuwe secretaresse van achter een ge
beeldhouwd eiken scherm; en het licht van een
lampje met rooden kap, gedragen door een gehar
naste viel op haar donker hoofd en gelaat. Toen
Esmée omzag, trok zij zich haastig terug, als een
schildpad in zijn schaal; maar het meisje had een
eenigszins zonderlingen indruk van haar persoon
gekregen. „Is dit misschien de vrouw, met wie hij
uit Oostenrijk is gevlucht, naar men zegt?" vroeg
zij zich angstig af. Maar weldra glimlachte zij om
die gedachte. Een man zou niet wegloopen met zulk
een schepsel!
Niet dat de vrouw leelijk was. Evenmin was zij
oud. Esmée schatte haar leeftijd tusschen vijf en
dertig en veertig jaar. Zij was mager en lang, dat
had het meisje met één blik gezien, met vreemdge-
vormde vierkante kaken, een dikken neus, en wijd
uiteenstaande geelbruine oogen, die haar den blik
van een tijgerin gaven. Maar het meest in het oog
vallende van die vrouw was haar haar. Ofschoon
zij nauwelijks den middelbaren leeftijd had bereikt,
en het vreemdgevormde, olijfkleurige gelaat geen
rimpels vertoonde, was het haar sneeuwwit. Het
leek bijzonder dicht, en dikke vlechten waren om
het hoofd gewonden, een paar duim boven de rechte
zwarte wenkbrauwen. Esmée had geen tijd op te
merken, hoe zij gekleed was. maar ze had den in
druk van iets leelijks en donkers, met een lagen,
witten en niet al te schoonen kraag.
Het meisje was van plan geweest niet het eerst te
spreken op weg naa-r haar woning. Zij wilde het aan
Gibbs overlaten, al of niet te beginnen. Maar haar
De Franschen behalve natuurlijk de Fran-
eohe Diehards zijn tevreden en sden da tqskx n t
wat optimistischer in. Het Iaat *oen twijfel of
Poincaré had den Staatawagen led'ifk naar den ooo-
nomiseheu afgrond gereden. Het te iï 2fc*.»rer ifC*
komen dat de Franoohun kal a tegen U zeggec;
De «--hulden aan de Geallieerden on Giatjsooi^er
den? We denken er niet aan die té b»»tftlen. Vvji
moeten aan on» zelf donken. Miaadiitfi kun hot
later als of vrede ia en onze overeenkomsten ïant
Duiteehland goed workan en wen ia Frankrijk
weer gein verdient en jrooart.
Het bleek mü dat hot heuaoh voor Frankrijk
geen luxe is om vrede te maken, het is een drin
gende noodzakelijkheid.
De Fransche natie ziet dat in en daarom zal er
vrede koanen, ondanks Poincaré en MiJl'erand en
Marin on ondanks de Duitsche Diehards. De tijd
dat Diehards kunnen dwingen is voorbij. Treffend
is ook een spotprent in een Parjjsoh blad. Men ziet
drie verontwaardigde personen, die zeggenwat
heeft die Herriot nu ons spelletje te bederven.
Het zijn drie iheel' verschillende typen: een ia
een militaire vechtersbaas, een ander een_ Joodsche
handelaar, (O.W.'er), de derde een bolsjewist.
Het blad zegt: Ondanks deze drie, die van den
onvrede bestaan, moet er vrede komen.
Laten wij het hopen.
Wij zijn op den goeden weg.
WAB MEN HUIZEN.
Uit het verslag van den toestand en de exploitatie
der gemeente-gasfabriek blijkt ons het volgende: Ge
produceerd werd 446.934 M3. gas of wel 39.817 M3.
meer als het voorgaande jaar. Het gebruik over den
gewonen meter bedroeg voor Warmenhuizen 110.209
M3., voor Schoorldam 21,473 M3„ Krabbendam 9993
M3., Harenkarspel 88.565 M3., de Stroet 14.563 M. en
het Rijpjo 8075 M3. gas. Over den muntgasmoter be
droeg dit respectievelijk 52,697, 11,673, 10.348, 57.833,
13.701 en 1047 M3. gaa Door motoren werd verbruikt
5404 M3. De grootste etmaal aflevering bad plaats op
31 Dec. met 1691 MS., de kleinste op 20 Mei met
854 M3. In de gemeente Warmenhuizen brandde ge
durende het winterhalfjaar 71 lantaarn», in Dirka
horn 29.
De gasprijs bedroeg voor gas over den gewonen
meter 15 ct., over den muntmeter 16 et, en voor in-
dustriegas 12 ct Het totaal aantal geplaatste meters
bedraagt 925 stuks. Gedistilleerd werd 1.285.728 Kg.
steenkolen, de gemiddelde prijs per ton franco lood»
is geweest f 20.80. De gemiddelde calorische waarde
van het gas was ruim 5000 caloriën. Geproduceerd'
werd 19.52-' HJL cokes en 762 H.L teer en 2.292 II.L,
£FiE.cniak v-atcr
Fine.Trïitel gedeelte. Aan rente van bet kapitaal
werd betaald f9.755.88, aan rente opgenomen kas
geld f 934,77, de aflossingen bedroegen f 9.935, terwijl
een bedrag van f 10.574.95 werd afgeschreven. De
netto-winst bedroeg 3.564,81.
ST. PANCRAS.
Het is den heer J. Groen, eigenaar der kweekerij
„De Dahlia", wederom gelukt een certificaat van ver
dienste op een door hem zelf gekweekte dahlia 4b
verkrijgen. Thans te Heemstede in den „proeftuin
voor algameene bloembollencultuur in Nederland."
De nieuwe dahlia, van een licht oranje kleur, zal den
naam „Miss van Campen" bekomen.
ST. PANCRAS.
Bij een paar landbouwers zijn in de afgeloopen
week te veld staande kolen ontvreemd. Naar men
ons mededeelde, bij; een hunner wel een 100 stuks
gele kool en bij een andere bloemkool, wat in ver
band met den f linken prijs, die er voor gemaakt
wordt, spoedig een belangrijke schadepost is.
ST. PANCRAS.
Woensdagavond werden ten overstaan van de nota
rissen Kruimel van- Oterleek en J. W. C. Kroon van
Zuidscharwoude in het lokaal'van den heer Gerrit
sen, overeenkomstig art. 1223 B. W„ verkocht de per-
ceelen: Een woonhuis met aangebouwd schuurtje,
kantoor en tuin, aan den Bovenweg No. 195, kadas
ter sectie A, No. 2179, groot 7A., 35 c.A^ aan den
heer J. Kloosterboer Pz., voor f3450.
Een flink Burgerwoonhuis met schuur en erf, ka
daster sectie A, No. 2256, groot 11.92 Aren, aan den
heer W. Klomp voor f4600, het terrein aan den heer
De Ruiter, voor f 450.
WARMENHUIZEN.
De ijik en herijk-' voor deze gemeente zal plaats
hebben op 9 September a.s., van 1012 uur en van
1—4 uur in de kolfbaan vani den heer Slikker (zo
mertijd).
WARMENHUIZEN.
De loting voor de dienstplichtigen van de lichting
1925 uit deze gemeente zal op 9 Sept a.s. plaats heb
ben te Alkmaar, in de voorzaal van het Stadhuis,
des nam. ten Vn uur.
WARMENHUIZEN.
De rekening dezer gemeente, dienst 1923, zpoals die
den Raad ter voorloopige vaststelling is aangeboden,
vermeldt de navolgende totaalcijfers:
Gewone inkomsten f 115.913.36, gewone uitgaven-
f 100.839.64. batig slot f 15.073,72. Buitengewone in
komsten f 8.724,30, buitengewone uitgaven f2.724.30,
batig slot f6000.
WARMENHUIZEN.
Door het kiescollege der NecL Herv, Gem. is toe
zegging van beroep gedaan aan Ds. Honstra, thans
gevestigd te Belllngwolde.
nieuwsgieringheid omtrent de gedaante achter het
scherm was te groot. Toen de deur dicht ging, vroeg
zij: „Wie was die vrouw in de vestibule?"
„Een vrouw?" herhaalde de hofmeester, blijkbaar
verbaasd. „Wel, miss, er is geen vrQuw in het huis
voor zoover ik weet, behalve de keukenmeid. Hebt
u een vrouw gezien? Indien dat het geval is en
op uw eersten dag nog wel is u gelukkiger dan ik
in bijna twee- maanden ben geweest".
„Ik heb zeker een gezien", hield Esmée vol. „Ten
zij het een geest was".*
„Wel, ik ben niet bijgeloovig". hernam Gibbs,
..maar werkelijk ik ben er niet zeker van, dat er
geen spoken zijn te Cannon Wood. Het is een won
derlijk oud'huis, en ik heb er meer dan genoeg van.
Het zal mij niet spijten, als ik den een of anderen
dag mijn congé krijg (hij sprak het woord trotsch
uit als „conggee"). „Hoe ziet uw geest of vrouw
er uit?"
„Het was een lange, magere, bruin? geeloogige
tijgerin met prachtig wit haar", antwoordde Esmée
landz&am.
„O", lachte Gibbs. „Dat is de keukenmeid maar,
Luisa, een Italiaansche van Venetië, zegt zij. En ik
denk, dat het waar is, want het is een heel zonder
ling dialect, waarin zij met Giuseppe ^preekt. Het is,
al^of er geen klinkers in zijn. En hij is een Vene-
tiaan, en zou het wel weten, als zij loog."
Esmée dacht aan het beeld, dat zij zich had ge
vormd van de aardige, dikke, Italiaansche keuken
meid, die zulke slechte thee zette en oneetbare cake
bakte. Dat beeld vormde een contrast met Luisa.
Zij ziet er boosaardig uit", dacht bet meisje. „Alsof
zij in staat zou zijn, vergif in het eten te doen, als
men haar aanmerkingen maakte en haar toorn op
wekte. Maar ik veronderstel, dat haar uiterlijk be-
driegelijk is. Zij schijnt al eenigen tijd in het huis
te zijn geweest en zij heeft nog niemand vergiftigd!"
„Ik wist niet, dat zij om een hoekjo gluurde",
ging Gibbs voort. „Zoo'n nieuwsgierig Aagje! Ik wist
zelfs niet, dat zij vernomen had, dat u verwacht
werd. Giuseppe moet het haar hebben verteld. Zij
zijn anders geen vrienden".
„Hoe is ze dan als keukenmeid in dienst geko
men, als zij en Giuseppe geen vrienden zijn?" vroeg
het meisje, ofschoon zij uit Giuseppe's woorden om
trent Luisa wel had begrepen, dat die twee het niet
met elkaar konden vinden. „Heeft. Mr. Power haar
zelf in dienst genomen?"