Zalerduy 30 Auguslus 1924. 07ste Jjurgaug. No. 7194. TWIJKJDe 13LAO, De dingen om ons heen. FEUILLETON. GRAAF RICARDO Wat men te Parijs zegt. Binnenlandsch Nieuws. Het is nu wel zeker, dat alle regeer! ngen, wier vertegenwoordigers het protocol van Londen on'dey- teekenden, ook tot ratificeeren zullen overgaan. Zoo doende kan dus binnen niet al' te langen tijd het be richt worden verwacht aangaande het uitgeven van de groote leerling van 800 millioen goudmark. Naar heth eet zouden Amerikaansche bankiers de helft van dit bedrag (of iets meer) willen plaatsen, terwijl in de verschillende Europeesche landen de rest zou worden bijeen gebracht. De rente zou 7 pet. (of iets meer) zijn en de koers van uitgifte 93 pet. (of iets lager). Nu schijnt het, dat het met deze emissie niet zulk een vaart zal loopen. Bankierssyndicaten zijn ge makkelijk genoeg te maken. Natuurlijk. Want zulk een syndicaat, dat een leening op 93 pet. uitgeeft, laat zich aardig wat betalen voor de garantie, dat het geld er komt. Toch lijkt het niet zoo héél ge makkelijk te gaan. Dit komt, omdat de bankiers, van Pierpont Morgan af tot het manneke, dat vorige week schuin over me den winkel van den gefail- leerden groenteboer huuirde )en toen „Bank voor Binnen- en Buitenlandsche Waarden" op het raam liet verven, listiglijk gebruikmakend van1 het feit, dat de verver nu alleen de woorden „Handel in" en „Fruiten" moest vervangen) wel veel praats hebben, maar geen van allen zelf beschikken over de noo- dige bedragen in verband met zulk een leening. Als Pierpont Morgan kans zou zien voor een stor ting van 0.93 X 800 millioen, dus voor 744 millioen een behoorlijk gewaarborgde schuldbekentenis te koopen die hem 7 pet. van de 800 millioen garan deerde, zou hij er geen seconde aan denken, die ze kere rente van acht percent niet te gaan maken, Vooral omdat in Amerika van behoorlijke fondsen geen hooger rente dan 4 pet. wordt verkregen. Het feit, dat de heeren die 800 millioen niet zelf nemen, wijst dus op twee mogelijkheden. NL dat zo zelf do gelden niet hei-er. C.' lat z.] de garantie niet ver trouwen. Dat zij dus Duit9chïand niet „goed" ge noeg vinden voor den dienst dier leening. Wat bedenkelijker is voor het goed verloop van zaken is niet gemakkelijk te zeggen. Als Morgan en zijn vrienden de voorwaarden en waarborg goed ge noeg zouden vinden1, zou het hun niet veel moeite kosten om op hun eigen handteekening zeg een half milliard te leen te krijgen, zoodat zij de geheele lee ning zelf konden opnemen. Met een Amerikaansche rente van 4 en een Duitsche van 8 zouden zij dus een genoeglijk slaagje kunnen maken. Deze ma nier, geldleenen 4 en uitleenen 8 pet, hervalt Mor gan c.s. niet. Zij zelf zijn niet geneigd te riskeeren blijkbaar. Doch, tegen genot van commissie, zullen zij gaarne, o zoo gaarne, hun loketten openstellen voor inschrijvingen van het publiek. Natuurlijk zonder eenige garantie hunnerzijds. Dit spreekt. Want een garantie geven aan een derde, voor iets; wat je voor jezelf niet vertrouwt, is pre cies zoo iets al9 gewoon borg spreken: de risico aan vaarden. zonder eenig voordeel. Morgan, de Engelsche, straks ook de Nederland- sche bankiers, zullen hun best doen een leening on der te brengen, die zij zelf wantrouwen. Althans: die zij te riskant vinden voor hun eigen geld. Meneer Publiek mag met zijn geld komen, het geld, dat de deskundige bankiers niet wagen. Loopt het mis, dan zit Publiek en loopt het goed of mis, dan heb ben de bankiers hun commissie. E'n bovendien den naam van het goede doorzicht in zaken, de faam van de „groote Duitsche leeningj'e weet wel van 1924", te hebben geëmitteerd. De bankiers hebben, vooral in de eerste fase van de conferentie van Londen, een groot woord gehad. Zij vonden allerlei waarborgen terecht onvol doende. Betere waarborgen zijn niet gegeven, doch hun oppositie verzwakt en thans zullen zij prach tig medewerken om de leening te doen slagen*. Zij zullen met elkander voor een paar mille annonces plaatsen, circulaires aan de clientèle zenden en ver derhun commissie op strijken. De Duitsche leening hoe gaarne wij haar zou den zien slagen is een uitermate gevaarlijk ding. De dienst er van: rente en aflossing, heeft prioriteit op alle andere vorderingen. Jawel. Maar het geld, waaruit deze dienst en alle andere vorderingen zul len worden gedekt, moet komen uit de opbrengst van het Duitsche economische leven. Dat is uit de winsten van spoorwegen, fabrieken, landbouw, enz. Die winsten worden gemaakt in marken, die al leen dan waarde hebben als zij kunnen worden om gezet in dollars, guldens, ponden. Dat wil zeggen als Duitschland er in slaagt vorderingen te krijgen op het buitenland. ALIAS RICHAED POWER door C. N. en A. M. WILLIAMS ON. 9. Zij werkten geregeld door tot half vijf, toen Giu- seppe met de thee kwam. Hiji droeg een groot zil veren blad uit den tijd van Koningin Anna met een dito servies en broze witte kopjes met gouden ran den en dunne pootjes op smalle schoteltjes. Maar op het blad lag een gewoon tafellaken in plaat9 van een fijn laken van kant of borduurwerk, dat er bij behoorde. De thee, welke Esmée verzocht werd te schenken, was zoo gekookt en bitter, dat zij «ter stond begreep, dat een buitenlander ze had gezet de oude knecht mischien! Maar weldra zou zij ver nemen, dat zij den Italiaan onrecht had aangedaan. „Giuseppe", zeide Power, „Luisa's thee is slech ter dan ooit. Ik geloof, dat ik, nu Miss Alton hier de middagen doorbrengt, haar moet vragen ze te zetten. Zou dat Luisa's gevoelen kwetsen, denk je?" „En wat zou dat er toe doen, Eccellenza?" ant woordde de oude man. yZij is een slechte keuken meid. Het zou gemakkelijk zijn een betere te vin den". „Ja, maar niet een, die uit Venetië komt", zeide Power. „Wij zullen trachten het met haar uit. te houden". Giuseppe zuchte luid. en Esmée had een visioen van een mooie, hoewel niet zeer bekwame vrouw, een soort madonna van middelbaren leeftijd, die tranen stortte, als zij beknord werd en op den drem pel zou sterven, al9 men haar weerzend. Zij zou wel dra een geheel anderen indruk krijgen! Giuseppe stookte het vuur op, bracht ouderwetsche petroleumlampen met mooie Chineesche kappen binnen en trok de gordijnen dicht. En toen, terwijl zijn meester nog bezig was met zijn «thee, kwam hij terug met een blaadje, waarop een Italiaansche courant en verscheiden brieven lagen. Ricordo nam ze op en keek peinzend naar de enveloppes. Hij scheen weer verstrooid te zijn. Plotseling sprak hij. „Is er niet een winkel, waar avondbladen worden verkocht binnen den afstand' van een kwartier, Giuseppe?" vroeg hij. „Nu Miss Alton ze kan door- Het hoeft reeds vorderingen noodig voor het aan- koopen van levensmiddelen, grondstoffen en wat dies meer zij, vcor de behoefte zijner eigen bevol king en voor zijn industie. Om die te dekken, is ex port ncodig. Een zeer omvangrijke export, omdat Duitschland, nu de vervalschte stemming in Oppor. Silezië dit land aan Folen gnf, weinig monden, maar veel rijkdommen aan Duitschland zlin onttrokken, waardoor dus het dekken der behoefte nog moeillj. ker wordt Maar nadat het onontbeerlijkede voeding van menschcn en dier en machine uit de export Is ge kweten, komt de dienst der leening en de rekening der schadevergoeding. Welkt laatstgenoemde voor- loopig een milliard en later 2H mililard per jaar is. Behalve hetgeen noodig is voor het normale econo mische leven in Duitschland, moet het dus genoeg grondstof invoeren of voldoende rijkdommen aan eigen grond onttrekken om een uitvoer mogelijk te maken, die deze 1—2>X milliard goudmark uit de winst dekt. Als men die winst zéér hoog schat: netto 10 pet., moet Duitschland -dus binnen eenige jaren alleen ten behoeve der schadeloosstelling 25 milliard goud mark uitvoeren. Anders komt men niet aan het ge- ei9chte cijfer, hetwelk bovendien, volgens de index- gelallen, automatisch „kan worden verhoogd." Waar de Duitsche uitvoer naar alle landen voor den oorlog (in goudmark) -1200 millioen bedroeg 60.000.000 of met inbegrip van prijsstijging thans 100.000.000 of 20000 millioen Gm.) zal diè twee mil liard moetent worden opgevoerd tot 25 milliard alleen, vcor de schadevergoeding. Plus wat erbij komt ter voorziening in eigen be hoefte, plus wat de leeningen noodig maken, plus.... nog hei. een en ander. Wil men de winstmarge van 10 pet. op 20 pet. stel- len^ soit. Dan wordt het bedrag van den gedwongen uitvoer van Duitschland 12 milliard. Altoos nog zes maal meer dan de geheele export voor 1913. toen heel de wereld al kermde over de Duitsche concurrentie. Gelooft men dat een leening m deze omstandig heden aan Duitschland gegeven, werkelijk verlies is? Zelfs de bankiers zeggeni: neen. Eü de premiers gelooven het ook niet. Als zij kunnen rekenen! UITKIJK. Het was in uw blad van 8 Juli dat ik sprak over de lichtpunten aan den internaiionalen portieken horizon en over ac-a verzoenenden jyeost van 'ierriot en Generaal Noliet. Ik vertelde hoe mijn vriend Sir William wist dat er door MacDonaM en Herriot geweldig, gewerkt werd om tot eene verzoening d'er geallieerden onder ling en met Duitschland te geraken. Nu bijna twee maanden later kunnen wij. die voor alles den vrede lief hebben, juichen over het succes door MacDonaM, Herriot en Rijkskanselier Marx be haald. Ik ben een week in Parijs geweest en heb daar lieden uit allerlei kringen gesproken en kan U dus vertellen wat men daar te Parijs over het resultaat der Londensche conferentie denkt en zegt. Een der eersten, waarmede ik sprak was een oude vriend van mij. Franschman in uitterlijk, in wezen en in uiting. In den oorlog dapper gevochten en aanvankelijk pro Poincaré. „Le Boche payera'" Hij, was voor de Ruhrbezetting. Ik heb indertijd uren en uren met hem gepraat over het verkeerde der Ruhrbezetting. Toen JBonar Law te Parijs kwam confereeren met I Poincaré was ik ook in Parijs en wees mijn vriend op de juiste politiek van Bonar Law en de verkeer de van Poincaré. Hij wilde niet luisteren. Le Boche payera! Wij: hebben later altijd druk gecorrespondeerd. Ik heb steeds gewezen op de fouten die Poincaré maak te en langzamerhand werd Poincaré minder fel door hem verdedigd. Ik wees er o.a. op, hoe het zoontje Charles van mijn vriend zeker zou moeten vechten, omdat een politiek als die van Poincaré een revanche-oorlog van Duitschland uitlokte. Langzamerhand begon mijin vriend gematigder te worden. Hij' schreef niet oneer over: Le Bock payera, en klaagde over den economischen toestand in Frankrijk. Nu was zijn stemming bepaald hoopvol. HIJ gaf toe, dat hij ongelijk had gehad in de politiek van Poincaré, het ideaal voor Frankrijk te zien en voelde dat ten slotte die politiek Frankrijk slechts schade had gebracht en hoe niet alleen geen finantieel suc ces bereikt was door de Ruhrbezetting, maar een finantieel débacle. Hij had ook bemerkt hoe eigen lijk de geheele wereld zich van Frankrijk afwendde, zooals men een obstinaat-kind links laat liggen. Hij begreep ook, dat men de haat der Duitschers tegen Frankrijk en de Franschen onnoodig aanwak kerde en men inplaats van een zekerheid tegen een aanval te scheppen bezig was een nieuwen- aanval der Duitschers te voeden. Wat is nu de algemeen© indruk van de Franschen over het resultaat van Londen? Over het algemeen zeer gunstig. Men voelt dat zien, terwijl ik rook, en mij zoo moeite kan be sparen, wil ik weer Londensche couranten hebben". „Giebs heeft ze altijd, Eccellenza", zeide de knecht.. „Ik kan zijn Evening News nu wel halen". „Doe dat, als hij het uit heeft", beval Power op een wel wat barschen toon. „Morgen kan je begin nen, couranten voor mij te 'koopen". Esmée ging voort met haar thee te drinken en de zware, zacht gebakken cake nog slechter dan de slechtste oorjogscake! te verkruimelen. „Verbeeld je, dat hij' in deze veelbewogen tijden geleefd heeft zonder Engelsche couranten", dacht zij, „en wachtte tot het oudbakken nieuws van de wereld over Rome hem bereikte! Indien hij nooit uitgaat, behalve voor een avondwandeling, zooals Mr. Rogers zegt, kan hij er niet veel om geven, wat er gebeurt." Zij besloot dit niet te noemen in het dagboek, dat zij voor den detective moest houden. Hij zou er waar schijnlijk de gevolgtrekking uit maken, dat zijn erg ste vermoedens omtrent Graaf Ricardo, alias Ri etland Power, gegrond waren. Toen het Evening News van den hofmeester (dat naar sterke tabak rook), haar was overhandigd, was heis meisje te vol van belangstelling in: den inhoud om haar lui in een stoel liggeniden en rookenden patroon een kort overzicht te geven, zooals deze had voorgesteld. Zij las voluit het verslag van de prach tige overwinningen der Geallieerden van October 1918, en het gerucht dat Duitschland om vrede zou vragen, zooals Oostenrijk reeds had gedaan. Nu en dan keek zij op van het blad en zag naar Power, die onder het voorlezen was opgestaan en heen en weer liep. Zijn gelaat stond alles behalve onverschil lig; toch was dit blijkbaar de eerste Engelsche cou rant, die hij' in lang had- gezien. Wat het Italiaansche blad betreft, dat had Giuseppe meegenomen. Mis schien was het zijn plicht, het door te zien voor zijn luien meester, die meer hield van rooken dan van lezen, en beide niet tegelijk wilde doen. Maar waarom zag hij er zoo belangstellend uit? Waarom vroeg hij voort te gaan, als zij „niet te vermoeid" was en „niet te veel haast had om naar 'huis te gaan?" Hij was onverzadelijk en zij las tot zes uur Toen decht hij er aan, dat het buiten bijna donker zou zijn. Hij was onbedachtzaam geweest. Hij had haar te lang opgehouden! Esmée moest hem geruststellen en verzekeren, dat de afstand tot haar woning maar kort was. Bovendien had zij een electrisch lantaren tje. Maar Power was niet gerust. Hij gaf bevel, dat men np meer kan» cp vrede met Duitschland ver kregen .'jeeft dan met al het geprikke! en -net a! de obatinatlfr. Wij moeten met de I>uitach6r6 een handelsverdrag maken, opdat wij van elkaar tullen profiteeren. Wij moeten dan langzamerhand gereken tot de Vereenigde Staten van Europa. Doen dat zullen En geland en Amerika wel willen verhinderen, omdat zij zullen begrijpen, dat In dien Europeeeehen Sta tenbond Frankrijk de grootste rol zal spelen en <lat gunnen de Engelschei] en Amerikanen ons niet. liet 1» werkelijk merkwaardig om altijd weer te moeten constateeren <iat do Franschen onbewust im perialisten zijn. Ze ontkennen het ten sterkste en ik geloof te goeder trouw, Ik geloof heusch dat de Franschman overtuigd is dat hij zoowel als Individu on als volk zeer vredelievend en bescheiden is, maar hij verbeet dat hij altijd Frankrijk zien wi) in eene bevoorrechte positie. Hij kan zich geen toekometlge wereld donken zonder Frankrijk, spelende de meest belangrijke rol. Toen ik in Veirsailles die duizenden Franschen die afschuwelijke, smakelooze zalen zag bewonderen, elke zaal weer eene verheerlijking van den oer-im. périalist Lodewijk XIV, voelde ik zeer levendig dat al die oer-burgerlijke Franschen van de 3e Repu bliek in hun hart en ziel groote bewondering hebben voor dien koning der Parvenus en Parvenu-Koning. Later in de zalen van het Eerste Keizerrijk voelt men weer die bewondering voor den man die Frank rijk werkelijk bezorgde een domineerende positie op het vasteland van Europa. De Franschman denkt altijd minder aan de de bacle van hun Napoleon in Rusland dan aan het ge weldige verzet dat Napoleon ondervond door Enger land. Ware Engeland er niet geweest dan zou Frank rijk wel inderdaad en voor goed de domineerende rol in Europa gespeeld hebben. Zoo ziet men ook thans weer in Engeland het struikelblok voor Frankrijk's groei en bloei. Men smult eigenlijk in de woorden van Philip Snowden, den Britschen Kanselier, van de Schatkist. De Franschman is verheugd dat hij nu kan zeg gen: Zie je wel dat Engeland tegen ons la, bang voor ons is. Een Franschman zei tegen ml) dat het bewijs hoe bang de Engelschen zijn om hun macht te verliezen •blijkt uit hun tegenstand om een tunnel tusschen Frankrijk en Engeland te bouwen. Ik vroeg om na dere uitlegging, maar wacht daar nog op. De socialist Philip Snowden ziet in een handels verdrag tusschen Frankrijk en Duitschland een ge vaar -toor den Britschen handel en industrie, ergo vooi den Britschén arbeider. De Fransche bladen sparen Mr. Snowden hun cri- tiek r.'-e' en spieken smalend ven den klei-ten du- reaucr ai.» c*&a? met. kan vergeten dat. üi. oau dat zeilde Ministerie van Finantièn, waarvan- hij nu oppermachtig Kanselier is, zijn carrière begon als kleine pennenlikker. Wijl moeten met de Duitschers niet alleen in vre de leven, wij moeten ook met hen samenwerken^ zeggen de Franschen nu. Wanneer wij niet samen werken dan overvleugelen zij ons. Werken wij samen dan zullen wij beiden profiteeren. Een Franschman ging nog verder en sprak met mij over Elzas-Lotiharingen. Kijk eens, zei hij, wij moeten omtrent Jilizas- Lotharingen ook tot een andere regeling komen met de Duitaohers. Er zijn gedeelten die typisch Duitsch zijn. Die moeten wij teruggeven. Er zijn echter ook gedeelten, waarvan zelfs de meest natio nalistische^ Pruis zal1 toegeven, dat ze typisch- Fransöh zijn, die gedeelten behouden wij. Zoo be hoeft Elzas-Lotharingen geen twistappel meer tus schen Duitsch er en Franschman te zijn en aal er werkelijk vrede kunnen wezen in de toekomst. Ik ben dat geheel eens. Ik ben kort geleden door den .Elzas gespoord en kan niet anders zeggen dan dat daar de geheele atmospheer even absurd is, nu ohtier Fransche heerschappij als jaren geleden on der Pruisische administratie. Er zijn gedeelten waar men tevreden zou zijn onder Fransche en anderen onder Duitsche admi nistratie. Ik sprak tin ét el en Duitsch er in deni Etzaa over die atmospheer. Deze. een gematigd' man sprak over de ellende van dat land om altijdl weer twistappel te zijn tusschen twee groote vol ken. Konden Frankrijk en Duitschland het maar eens worden om Elzas-Lotharingen neutraal te maken en door den Volkenbond te laten admi- nistreeren zei hij. Tk vertelde dat nu verleden week aan mijn Franschman, nadat die gesproken had over het verdeelen der gebieden. Hij vond dat denkbeeld van den Elzasser lang niet dwaas en in elk geval beter dan alles te laten zooals het thans is met het ontzettend! groo te gevaar van Revanohe. Men wil in Parijs geen oorlog meer, men wil er Vrede. De couranten spreken van Vrede, behalve natuur lijk die van de partij van Poincaré Een der Pa- njsohe bladen heeft al een woordspeling op Poin- paix (vrede)e n slaagde weL De eerst was de advocaat voot „paie" (betaling) maar daagde niet. de tweede is de advocaat voor paix (vrede)e n slaagde weL In de Kamer heeft Herriot een succes behaald en zag zijne plannen met eene meerderheid van ruim 120 stemmen goedgekeurd. Gibbs haar naar huis zou brengen en later mocht zij niet weer zoo lang blijven. Het meisje had liever Giuseppe als geleider gehad, als ze toch niet alleen'mocht gaan. Zij moest echter gehoorzamen en wensche Mr. Power goeden nacht, na te hebben afgesproken, dat zij den volgenden dag om half elf zou terugkeeren. Er was geen gelegenheid voor .een woord met Giuseppe, want Gibbs wachtte Miss Alton in de vestibule. Hij- stond daar met den hoed in de hand, dienstvaardig als een acteur, die de rol van knecht vervult; en Esmée meende een sarcastischen blik in zijn uitpuilende oogen te zien, toen hij de voor deur voor haar- opende. Toen zij de deur uit was, zag zij nog even om.. Misschien wilde zij zien, of Giuseppe haar nakeek. Hij stond daar; maar achter hem op eenigen afstand stond een vrouw. Zij gluur de naar de nieuwe secretaresse van achter een ge beeldhouwd eiken scherm; en het licht van een lampje met rooden kap, gedragen door een gehar naste viel op haar donker hoofd en gelaat. Toen Esmée omzag, trok zij zich haastig terug, als een schildpad in zijn schaal; maar het meisje had een eenigszins zonderlingen indruk van haar persoon gekregen. „Is dit misschien de vrouw, met wie hij uit Oostenrijk is gevlucht, naar men zegt?" vroeg zij zich angstig af. Maar weldra glimlachte zij om die gedachte. Een man zou niet wegloopen met zulk een schepsel! Niet dat de vrouw leelijk was. Evenmin was zij oud. Esmée schatte haar leeftijd tusschen vijf en dertig en veertig jaar. Zij was mager en lang, dat had het meisje met één blik gezien, met vreemdge- vormde vierkante kaken, een dikken neus, en wijd uiteenstaande geelbruine oogen, die haar den blik van een tijgerin gaven. Maar het meest in het oog vallende van die vrouw was haar haar. Ofschoon zij nauwelijks den middelbaren leeftijd had bereikt, en het vreemdgevormde, olijfkleurige gelaat geen rimpels vertoonde, was het haar sneeuwwit. Het leek bijzonder dicht, en dikke vlechten waren om het hoofd gewonden, een paar duim boven de rechte zwarte wenkbrauwen. Esmée had geen tijd op te merken, hoe zij gekleed was. maar ze had den in druk van iets leelijks en donkers, met een lagen, witten en niet al te schoonen kraag. Het meisje was van plan geweest niet het eerst te spreken op weg naa-r haar woning. Zij wilde het aan Gibbs overlaten, al of niet te beginnen. Maar haar De Franschen behalve natuurlijk de Fran- eohe Diehards zijn tevreden en sden da tqskx n t wat optimistischer in. Het Iaat *oen twijfel of Poincaré had den Staatawagen led'ifk naar den ooo- nomiseheu afgrond gereden. Het te iï 2fc*.»rer ifC* komen dat de Franoohun kal a tegen U zeggec; De «--hulden aan de Geallieerden on Giatjsooi^er den? We denken er niet aan die té b»»tftlen. Vvji moeten aan on» zelf donken. Miaadiitfi kun hot later als of vrede ia en onze overeenkomsten ïant Duiteehland goed workan en wen ia Frankrijk weer gein verdient en jrooart. Het bleek mü dat hot heuaoh voor Frankrijk geen luxe is om vrede te maken, het is een drin gende noodzakelijkheid. De Fransche natie ziet dat in en daarom zal er vrede koanen, ondanks Poincaré en MiJl'erand en Marin on ondanks de Duitsche Diehards. De tijd dat Diehards kunnen dwingen is voorbij. Treffend is ook een spotprent in een Parjjsoh blad. Men ziet drie verontwaardigde personen, die zeggenwat heeft die Herriot nu ons spelletje te bederven. Het zijn drie iheel' verschillende typen: een ia een militaire vechtersbaas, een ander een_ Joodsche handelaar, (O.W.'er), de derde een bolsjewist. Het blad zegt: Ondanks deze drie, die van den onvrede bestaan, moet er vrede komen. Laten wij het hopen. Wij zijn op den goeden weg. WAB MEN HUIZEN. Uit het verslag van den toestand en de exploitatie der gemeente-gasfabriek blijkt ons het volgende: Ge produceerd werd 446.934 M3. gas of wel 39.817 M3. meer als het voorgaande jaar. Het gebruik over den gewonen meter bedroeg voor Warmenhuizen 110.209 M3., voor Schoorldam 21,473 M3„ Krabbendam 9993 M3., Harenkarspel 88.565 M3., de Stroet 14.563 M. en het Rijpjo 8075 M3. gas. Over den muntgasmoter be droeg dit respectievelijk 52,697, 11,673, 10.348, 57.833, 13.701 en 1047 M3. gaa Door motoren werd verbruikt 5404 M3. De grootste etmaal aflevering bad plaats op 31 Dec. met 1691 MS., de kleinste op 20 Mei met 854 M3. In de gemeente Warmenhuizen brandde ge durende het winterhalfjaar 71 lantaarn», in Dirka horn 29. De gasprijs bedroeg voor gas over den gewonen meter 15 ct., over den muntmeter 16 et, en voor in- dustriegas 12 ct Het totaal aantal geplaatste meters bedraagt 925 stuks. Gedistilleerd werd 1.285.728 Kg. steenkolen, de gemiddelde prijs per ton franco lood» is geweest f 20.80. De gemiddelde calorische waarde van het gas was ruim 5000 caloriën. Geproduceerd' werd 19.52-' HJL cokes en 762 H.L teer en 2.292 II.L, £FiE.cniak v-atcr Fine.Trïitel gedeelte. Aan rente van bet kapitaal werd betaald f9.755.88, aan rente opgenomen kas geld f 934,77, de aflossingen bedroegen f 9.935, terwijl een bedrag van f 10.574.95 werd afgeschreven. De netto-winst bedroeg 3.564,81. ST. PANCRAS. Het is den heer J. Groen, eigenaar der kweekerij „De Dahlia", wederom gelukt een certificaat van ver dienste op een door hem zelf gekweekte dahlia 4b verkrijgen. Thans te Heemstede in den „proeftuin voor algameene bloembollencultuur in Nederland." De nieuwe dahlia, van een licht oranje kleur, zal den naam „Miss van Campen" bekomen. ST. PANCRAS. Bij een paar landbouwers zijn in de afgeloopen week te veld staande kolen ontvreemd. Naar men ons mededeelde, bij; een hunner wel een 100 stuks gele kool en bij een andere bloemkool, wat in ver band met den f linken prijs, die er voor gemaakt wordt, spoedig een belangrijke schadepost is. ST. PANCRAS. Woensdagavond werden ten overstaan van de nota rissen Kruimel van- Oterleek en J. W. C. Kroon van Zuidscharwoude in het lokaal'van den heer Gerrit sen, overeenkomstig art. 1223 B. W„ verkocht de per- ceelen: Een woonhuis met aangebouwd schuurtje, kantoor en tuin, aan den Bovenweg No. 195, kadas ter sectie A, No. 2179, groot 7A., 35 c.A^ aan den heer J. Kloosterboer Pz., voor f3450. Een flink Burgerwoonhuis met schuur en erf, ka daster sectie A, No. 2256, groot 11.92 Aren, aan den heer W. Klomp voor f4600, het terrein aan den heer De Ruiter, voor f 450. WARMENHUIZEN. De ijik en herijk-' voor deze gemeente zal plaats hebben op 9 September a.s., van 1012 uur en van 1—4 uur in de kolfbaan vani den heer Slikker (zo mertijd). WARMENHUIZEN. De loting voor de dienstplichtigen van de lichting 1925 uit deze gemeente zal op 9 Sept a.s. plaats heb ben te Alkmaar, in de voorzaal van het Stadhuis, des nam. ten Vn uur. WARMENHUIZEN. De rekening dezer gemeente, dienst 1923, zpoals die den Raad ter voorloopige vaststelling is aangeboden, vermeldt de navolgende totaalcijfers: Gewone inkomsten f 115.913.36, gewone uitgaven- f 100.839.64. batig slot f 15.073,72. Buitengewone in komsten f 8.724,30, buitengewone uitgaven f2.724.30, batig slot f6000. WARMENHUIZEN. Door het kiescollege der NecL Herv, Gem. is toe zegging van beroep gedaan aan Ds. Honstra, thans gevestigd te Belllngwolde. nieuwsgieringheid omtrent de gedaante achter het scherm was te groot. Toen de deur dicht ging, vroeg zij: „Wie was die vrouw in de vestibule?" „Een vrouw?" herhaalde de hofmeester, blijkbaar verbaasd. „Wel, miss, er is geen vrQuw in het huis voor zoover ik weet, behalve de keukenmeid. Hebt u een vrouw gezien? Indien dat het geval is en op uw eersten dag nog wel is u gelukkiger dan ik in bijna twee- maanden ben geweest". „Ik heb zeker een gezien", hield Esmée vol. „Ten zij het een geest was".* „Wel, ik ben niet bijgeloovig". hernam Gibbs, ..maar werkelijk ik ben er niet zeker van, dat er geen spoken zijn te Cannon Wood. Het is een won derlijk oud'huis, en ik heb er meer dan genoeg van. Het zal mij niet spijten, als ik den een of anderen dag mijn congé krijg (hij sprak het woord trotsch uit als „conggee"). „Hoe ziet uw geest of vrouw er uit?" „Het was een lange, magere, bruin? geeloogige tijgerin met prachtig wit haar", antwoordde Esmée landz&am. „O", lachte Gibbs. „Dat is de keukenmeid maar, Luisa, een Italiaansche van Venetië, zegt zij. En ik denk, dat het waar is, want het is een heel zonder ling dialect, waarin zij met Giuseppe ^preekt. Het is, al^of er geen klinkers in zijn. En hij is een Vene- tiaan, en zou het wel weten, als zij loog." Esmée dacht aan het beeld, dat zij zich had ge vormd van de aardige, dikke, Italiaansche keuken meid, die zulke slechte thee zette en oneetbare cake bakte. Dat beeld vormde een contrast met Luisa. Zij ziet er boosaardig uit", dacht bet meisje. „Alsof zij in staat zou zijn, vergif in het eten te doen, als men haar aanmerkingen maakte en haar toorn op wekte. Maar ik veronderstel, dat haar uiterlijk be- driegelijk is. Zij schijnt al eenigen tijd in het huis te zijn geweest en zij heeft nog niemand vergiftigd!" „Ik wist niet, dat zij om een hoekjo gluurde", ging Gibbs voort. „Zoo'n nieuwsgierig Aagje! Ik wist zelfs niet, dat zij vernomen had, dat u verwacht werd. Giuseppe moet het haar hebben verteld. Zij zijn anders geen vrienden". „Hoe is ze dan als keukenmeid in dienst geko men, als zij en Giuseppe geen vrienden zijn?" vroeg het meisje, ofschoon zij uit Giuseppe's woorden om trent Luisa wel had begrepen, dat die twee het niet met elkaar konden vinden. „Heeft. Mr. Power haar zelf in dienst genomen?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 5