ilititti Nleifs- Uitgevers i N.V, v.ö. TRAPMAN Co., Scöagea DE HERZIENING DER INDISCHE STAATSINRICHTING. tPONTCS ('MAÏZENA Dinsdag 2 September 1924. 67ste Jaargang. No. 7495. EERSTE BLAD. HET GEHEIM urnn CODEAKT. Dit blad vorschijnt viermaal por wook: Dinsdag, Woensdag, Donder dag on Zaterdag. DIJ inzonding tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tontlön nog zooveel mogelijk in het oorstuilkomend nummer goplaatst. POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEP no. 20 Prijs por 8 manndon f 1.05. Losse nummors 0 cont ADVKRTEN- TIöN van 1 tot 5 rogols f 1.10, iodoro rogol moer 20 cont (bowljsno, inbegrepen). Grooto lettors wordon naar plaatsruimte borokond. dit nummer bestaat uit twee bladen. IL De voorgestelde wijzigingen. Ingevolge de jong9te wijziging van de Grondwet zijn de artikelen, die op het opperbestuur van den Koning over de Koloniën betrekking hebben, aan merkelijk gewijzigd. Art. 61 bepaalt thans, dat „voor zooveel niet bij -de Grondwet of bij de wet beapalde bevoegdheden aan den Koniag zijn voorbehouden, het algemeen bestuur in naam des Konings wordt uitgeoefend, in Ned-Indië door den G.G. en in Suri name en Curagao door de gouverneurs op de wijze door de wet te regelen." Art. 62 bepaalt, dat „de staatsinrichting van de ze drie koloniale gebieden door de wet wordt vast gesteld; idat andere onderwerpen door de wet worden geregeld, zoodra de behoefte daaraan blijkt te be staan. Behoudens bij' de wet te bepalen gevallen, wordt, op de wijze bij de wet te regelen, het vertegen woordigend lichaam van het betrokken gebied ge hoord". En onverminderd dit alles, wordt de regeling van de inwendige aangelegenheden van de drie ko loniale gebieden overgelaten aan aldaar gevestigde organen, op de wijze bij de wet vast te stellen, ten zij de wet zelve de bevoegdheid tot regeling van be paalde onderwerpen of voor bepaalde gevallen aan den Koning heeft voorbehouden. „De verordeningen, op dezen grondslag vastgesteld door de organen der drie koloniale gebieden, kunnen op grond van strijd met de Grondwet, met de wet of met het al gemeen belang bij de wet worden vernietigd; zij kunnen door den Koning worden geschorst op de wijze, bij de wet te bepalen." Dat in deze nieuwe ar tikelen de grondslagen liggen voor eene werkelijke autonomie van ons koloniaal bezit, kan niet worden ontkend; aan den eisch, in de praktijk reeds toege past, dat de aangelegenheden van Indië door Indië en niet door Nederland voor het meefendeel worden geregeld, wordt zoodoende opnieuw in belangrijk grootere mote voldaan. Het gaat voornamelijk, zoo niet uitsluitend om het tempo. Teneinde aan deze nieuwe voorschriften van de Grondwet, gevolg ook van de belofte, in November 1918 in den Volksraad gedaan, te voldoen, is door Minister de Graaff eene wijziging vani het Regeerings reglement voorgenomen. Het desbetreffend vooront werp is door den Volksraad, na behandeling en be spreking, met groote meerderheid aangenomen. Te recht is de opmerking gemaakt, dat een andere vorm had kunnen worden gekozen voor de zeker niet onbelangrijke, ja bijna fundamenteele wijzi ging van de verhouding tusschen Nederland en In dië, die n-u aan de orde is. De wijziging van het be staande reglement om het beleid der Regeering is van dien aard, dat dit laatste, wordt ingevolge het voorontwerp de wet geredigeerd, dit reglement niet alleen zijn naam, maar geheele hoofdstukken moet laten. In wezen wordt het reglement dus eene ge heel nieuwe wet, zoodra de veranderingen zijn1 in gevoegd. Toch wordt er niet ten onrechte de aan dacht op gevestigd, dat de Minister verstandig han delde toen hij1 de wijziging in den gekozen vorm goot. Immers, al zal de R.R. na herziening nog min der overzichtelijk en elegant zijn dan tevoren, op practische gronden is eene spoedige behandeling in de Kamers van eene geheel nieuwe Staatsregeling niet wel denkbaar. Waar ook bij andere onderwer pen bij herhaling gebleken is, dat partieele wijzi gingen meer kans van verwezenlijking hebben dan groote, in het oog loopende herzieningen, hebben verschillende leden van den Volksraad zich bij den vorm der herziening op bet standpunt van de Re geering gesteld. Anderen daarentegen betreurden, dat niet de geheel nieuwe grondslag van het Indische Staatswezen ook in een geheel nieuwen vorm is ge goten. Met algeheele omwerking van het bestaande R.R. had eene meer stelselmatige uitwerking van de artt. 61, 62 en 62bis der Grondwet beproefd kun nen worden, waarbij dan ook aandacht aan de grondrechten had kunnen worden gegeven. Even goed. zoo heeft men geredeneerd, als door de Her- rieningscommissie een volledig ontwerp en door de heeren Oppenheim c.s. eene welverzorgde Proeve voor een nieuwe staatsregeling werd samengesteld, had de Regeering een systematisch ontwerp eeher geheel nieuwe wet kunnen produceeren. Te eerder had dit verwacht mogen worden, omdat naar men meende de bewoordingen en do bedoeling van het nieuwe art. 62 geen anderen uitleg toelaten dan het R.R. zoo spoedig als maar eenigszins mogelijk is te vervangen door eene wet op de staatsinrichting van Ned. Indië, zóó ver ging zelfs de gedachte van enkele leden in die richting dat zij in ernst overwogen om ©r bij de Regeering op aan te dringen, het definitieve ontwerp in den vorm van eene geheel nieuwe wet gelegener tijd aan den Volksraad om advies aan te bieden. De geringe (9ic) vertraging, die van deze werkwijze het gevolg zou zijn, achtten zij van min der belang in vergelijking met de belangrijke voor- Z0U(ien worden verkregen door de ver vanging van het sedert 1854 reeds zoo vaak opge lapte R. R. Dat deze opvatting niet de door de meerderheid gedeelde is. heeft de eindstemming in den Volksraad Lmïi a^etTeden hernieuwd) duidelijk doen blijken! De Minister heeft in zooverre aan den na- 5eï ^em. geoefenden aandrang gevolg gegeven, dat hij herziening van geheel de wet op de Indische Staatsinrichting in overweging wil nemen, na tot standkoming van> dit ontwerp. Intusschen, wel niemand die zal ontkennen, dat deze wijziging van het R:R. behoort tot de belangrijk ste, die in den loop der jaren zijn beproefd. Nog kort tevoren heeft de heer Ritsema van Eek er bij zijne inleiding in het Indisch Genootschap op gewezen, dat het huidig koloniaal beleid de herinnering te \oorschijn roept aan den tijd dat de zeilvaart ten ©inde liep en een nieuw beginsel van voortstuwing, Q© stoomkracht, op het punt stond zijne intrede te «oen. Ook toen zocht men verbetering in het be staande, in andere optuiging, in vergrooting van het zeiloppervlak, in verandering van den bouw van het schip. Soms waren die veranderingen kleine verbe teringen, al brachten zij de stabiliteit in gevaar, maar eene werkelijke verbetering konden zij niet brengen, omdat de mogelijkheden van het oude be ginsel waren uitgeput. Zoo oordeelde deze spreker ook over de huidige koloniale staatkunde. Al wat door de regeeringen, door commissies, door afzon derlijke personen is gewrocht, hoe verdienstelijk op zichzelf, is toch niet anders dan wijziging van het zeilschip. Het nieuwe beginsel, dat weder eene nieu we stuwkracht kan brengen zonder de stabiliteit aan te tasten, achte hij de invoering van het nationali teitenbeginsel der Indische volken een vervanging van het huidige onderdaanschap, met het rascrite rium, door het bijzonder burgerschap der nationa liteiten, Zoowel de taak ten aanzien van de interna tionale functie der koloniën als die ten aanzien van de ontwikkeling der koloniale volken te verlichten, acht deze 3preker daarmède naar behooren te vol brengen. Zonder zijne meening, wat de oplossing der moeilijkheden aangaat, te deeien kan men zijne in zichten over do geheel nieuwe periode, die is aange broken, Juist achten. Maar, Juist wanneer men zich op het standpunt stelt, dat wij thans staan voor eene geheel nieuwe periode in de koloniale staatkunde, is men geneigd de vraag te stellen of deze nieuwe periode den grootsten invloed, zal ondervinden van de vraag, in welken vorm de noodzakelijke wette lijke wijzigingen worden gegoten. Wat zijn de hoofdtrekken van het in den Volks raad behandelde voorontwerp? Ook in het nieuwe systeem is de G.G. de vertegenwoordiger van liet opperbestuur; hü moet Nederlander zijn, in tegen stelling met de leden van dein Raad van Indië, ten aanzien van wie, zelfs voor den vice-president, die tijdelijk den G.G. kan vervangen, deze eisoh niet ia gesteld. Vaardigde tot nu toe do .G.G. in overeenstemming met den Raad van Indië onder den naam van ordonnantiën producten vah liidi- sche wetgeving uit, in de toekomst zal' dlit overleg slechts kunnen leiden tot het vaststellen van z.g. Regeeringswerordeningen, nl. die maatregelen, waar van de uitvaardiging bij ordonnantie ot ingevolge de wettelijke bepalingen, voorzien in de artt. 61 en 62 van de Grondwet, daaraan -opgedragen is. Voor het overige is nu de wetgevendle macht in N.O.I. gelegd in handen van Landvoogd) en Volks raad samen, waarbij echter de wetgevende taak van laatstbedoeld orgaan zal worden uitgeoefend door een oommissie uit zijn midden, voor vier jaren gekozen en wetgevende raad geheeten. Dé Volks raad zelf zal in ledental worden uitgebreid. De or donnantie, tot stand komende dus kraachtens over leg van G.G. en wetgevende- of Volksraad, wordt in het nieuwe stelsel net gewone product van wet geving, en het gebied, dat zij bestrijkt, is slechts beperkt door die grens krachtens art 62 Gr., wel ke eene bepaalde opdracht aan andere wetgevendé ^organen, in dat geval het opperbestuur of de Sta- ten-Generaal, trekt. In de overgangsbepalingen is aan de ordonnantie zelfs de mogelijkheid geopend om wetten en koninklijke besluiten van vroeger dagen, voorzoover zij niet uitdrukkelijk zijn uitge zonderd, te veranderen, af te schaffen ot te ver vangen door nieuwe regelingen. Daaruit blijkt dus wel, %dat de Nederlandsehe wetgevende macht re gelt de staatsinrichting en .de onderwerpen, die het naar noodig voorkomt zelf ter hand te nemendat de Kroon zich slechts vindt toegewezen wat haar bij de wet wordt opgedragen of waaraan in Indië conflicten tussohen de s amenwerkende autoriteiten Volksraad en G.G., ontstaan. Duidelijk blijkt dus ook, dat andere wetgevende regeling dan per ordon nantie, tusschen Volksraad en G.G. in overleg tot stand gekomen, uitzondering is: deze uitzonderin zal in de eerste plaats slaan op die 'onderwerpen, die van overwegend belang voor geheel het koloni aal leven en bezit mogen worden gerekend; en de fundamenten even of bijna even belang- is te leiden door een AJgemeene Secretarie of welk ambtelijk bureau ook. De uitvoerige oritiek, die het voorontwerp in In dië heeft gevonden, nog voordat het in den Volks raad in behandeling kwam, culmineert dan ook in deze beide punten: ©enerzijds, dat de keuze van den wetgevenden raad uit het midden van een Volksraad zoo is geregeld, maar anderzijds, dat men heeft nagelaten om eene regeling van het kiesrecht in het voorontwerp op te nemen. Aan j dit laatste zijn velé woorden gewijd. Het heeft I ongetwijfeld der Indische Regeering aanleiding ge geven om den Regeeringsgemachtigde voor Alge meen© Zaken, Mr. Schrieke, op te dragen een kiee- rechfcreglement te ontwerpen, dat inmiddels door don Volksraad is aanvaard en mede in deze voor stellen tot herziening is opgenomen. Te spreken echter van een onherstelbare leemte, nu het ont werp was zondér een kiesrechtregeling, ging veel te ver. Voorop staat dat van 't vertegenwoordigend Echaam in den ruimsten zin des woords, zooals de parlementaire landen van het Westen dat kennen, ïnlndië zelfs in tientallen van jaren nog geeh sprake zal en kan zijn. Het is bovendien niet moge lijk, ©enigerlei regeling van weikon aard' ook te ontwerpen, die inderdaad door verkiezing iets tot stand zal kunnen brengen, 'dat op een vertegen woordigend Echaam voor een gebied zoo groot als half Europa, met een oneindig gevarieerde bevol king, ook maar in de verte lijkt. Het criterium Egt dan ook niet iri Üe verkiezing maar in de vertegen^ woordiging. Waar de .onmogelijkheid van doel treffende vertegenwoordiging door verkiezing .dui delijk is» moet benoeming aanvullen wat op geen andere wijze is te bereiken. De kiesrechtregeling voor den Volksraad, van hoe veel belang ook, blijft al daarom voorloopig op het tweede plan. Zij is van beteekenis voor de samen stelling der lagere autonome organen, waar eigen wetgeving en bestuur kan steunen op kennis van zaken in het betrekkelijk ressort. Slaagt de proef met de zelfstandigmaking van deze lagere organen, dan is wellicht door een organisch kiesrecht de op. I lossing te vinden van de enorme moeilijkheden van het vertegenwoordigingsprobleem in Indië. Het kies recht voor den Volksraad echter, hoe ook geregeld kan binnen afzienbaren tijd nog niet leiden tot het doel, dat het bestaan van eene regeling motiveert: een beeld te geven van wat er in de bevolking leeft. Zooveel mogelijk dient ook door verkiezing te wor den bevorderd, dat de bevolking „een zoo groot mo gelijken invloed"' op de samenstelling van den Volksraad oefent: de politieke scholing, da vorming j een er vrije en op eigen verantwoordelijkheid aange- i wezen oppositie kan er slechts bij winnen. Maar i zoodanige regeling ter zake geeft thans geene op lossing voor het probleem der vertegenwoordiging. In de veelheid van plannen en meeningen ten aan zien van het individueel kiesrecht demonstreert zich slechts duidelijk deze onmogelijkheid om eene af doende oplossing te vindent De Indische Regeering heeft zich dan ook in hare Memorie van Antwoord op het standpunt gesteld, dat do Grondwet niets voorschrijft inzake kiesrechtherziening, welke voor behouden is aan den Indischen wetgever; dat een volledig Indisch Parlement niet mogelijk is, wijl een parlement is de georganiseerde volkswil, die nog niet bestaat in Indië. wijl de bevolking politiek niet rijp is! rijk zün als die van de staatsinrichting zelve. Het gaat dus niet aan te zeggen, dat aan de belofte van autonomie, in 1918 en bij de jongste Grondwets wijziging, niet is voldaan; integendeel' is in het nieuwas telsel een ver gaande autonomie denkbaar. De ordonnantie ontstaat dus voortaan door sa menwerking van G.G. en Volksraad. De Volksraad zal uit ten hoogste 75 leden bestaanminstens de helft zijner leden zal gekozen worden en de helft van deze laatste moet tot de Inlandsche bevolking behooren. Hoe hebben deze afgevaardigden zich te beschouwen? Is het de bedoeling, zoo is reeds ge vraagd, dat zij zuUen zijn vertegenwoordiers van een ondersteld geheel, zooals de Proeve der héërén Oppenheim c.s. het wilde, die hen immers „de ge heele bevolking van Ned. Indië" liet vertegen woordigen? Of zullen zij bepaalde belangen verte genwoordigen? In het voorontwerp is daarvan niets te vinden; een verwijting naar do ordon nantie, die de verkiezingen zal regelen, is alles. Daarnevens is bepaald, dat uit den Volksraad zal worden gekozen de wetgevende naad. Niet ten onrechte zegde de Memorie van ToeEehting. dat in Indië de mannen van dusdanige bekwaamheid, die hun oordeel' in zaken van wetgeving op pry's doet ertellem geen tijd kunnen afzonderen om in deh Volksraad zitting te nemen, indien deze steeds met wetgevenden arbeid zon moeten bezig zijn, Het is zeer iuist gezien, maar het daartegen gekozen mid del, de eigenlijke den Volksraad toegedachte taak opgedragen aan een commissie uit zijn midden, maakt het naar het algemeen oordeel niet vef»l beter. Het gaat toch niet uitsluitend om aan tal', maar om de maatschappelijke verhoudingen, die nn eenmaal den bekwaamsten man wedni"- tüd laten voor zulken arbeid, of beter gezegd, die hem op meer vruchtdragende wijze in net economi ambtelijke leven werkzaam doen zijn. Voor den wetgevenden raad zullen tich dus beschikbaar stel len óf ambtenaren, die hierin een goede toekomst tient óf beroepspoEtici, die tich door het land be zoldigd zullen weten óf partieuEeren. die elders feen zoo goed betaald emplooi als de Minister un hier toedenkt, lmnnen vinden. Maar veel meer nog, welke waarborg is er op de anuvankeRik gedachte wijze, dat deze wetgevende raad, die> eenr» zoo VI ineriflce fun^tV orrtww-f een afspiegeEng zal zijn van /die samenleving? Is hii dat m'ét. dan is hij Aen "Raad van Indië 5n andere gedaante, die veel gemakkelijker dan dezé van «en lekkere sans ligt in het ge bruik van 'n zeer zuivere groodatof. Met HONIG'S MAÏZENA bereidt men de heerlijkste sausen voor ver» schillende gerechten. Daarom wordt de onovertroffen Honig's Maïzena voor velerlei doeleinden gebruikt en steeds meer gevraagd. L**t op de shiitzegels met Bijenkorf. vraagt ic urwmkeüar NOORDSCHARWOUDE. Water, water en nog eens water. Wat zal dat ver keerd afkomen, wat zal dat een geld kosten, wat zal er van de producten terecht komen! Dit zijn kreten, die we dagelijks vernemen. Wat ons betreft, we staan er verwonderd over hoe het mogelijk is, dat ondanks dat dagelijks zoo veel producten aan de markt komen, zelfs in toenemende mate; hoe men het klaar speel: met dit weer zon_ veel producten van het land en aan de markt <e krijgen, hoe het mogelijk 19 dat met name het arti kel aardappelen nog toonbaar kan worden aange boden. De aanvoer van aardappelen was zelfs nog een tikje grooter dan de vorige week, toen bijna 13 en nu ruim 13^ wagon. De prijs van de Schotsche muizen was, dooreen- genomen, ongeveer een gulden lager dan de vorig; week. Alle aardappelen brachten trouwens een tame lijk wat lageren prijö op dan de vorige week. De schoolmeesters, waarvan de aanvoer niet groot is, kon de vorige week nog als hoogste 7 gulden ha len en nu slechts f 5.30, de duken brachten toen ten hoogste f4.80 op en nu slechts f3.80; de gewone eigenheimers wisten toen steeds boven de f 6 te blij ven en zelfs eenmaal f7 te halen; deze week werd slechts eenmaal de prijs van f6 gemaakt en liepen de prijzen verder tusschen de f 3.20 en de i 4.70. Blauwe eigenheimers worden bijna niet meer aan. gevoerd. Gewone blauwe worden ook nog weinig aange voerd. Ook hierna waren de prijzen belangrijk lager, de vorige week steeds flink boven de zes gulden en eenmaal f 6.90, nu van f 5 tot f 5 50 en eenmaal f 6.20. Ideaal konden slechts 2 maal f 3-70 a 3.80 opbren gen en bleven verder beneden de 3 gulden, wat ook veel lager is dan de vorige week. De aanvoer van deze soort aardappel is zoo klein, dat er niet eens dagelijksche aanvoer van is. Wortelen werden meer aangevoerd dan de vorige week. De losse peen kon ten hoogste f2.10 per 100 100 Kg. halen en de boswortelen brachten ten hoog ste f3.70 per 100 bos op. De gemiddelde prijs was on geveer 50 cent hooger dan de vorige week. De bloemkool brengt een prijs op, die nooit ge kend is. De hoogste noteering was deze week 50 gul den, tegen f 45 de vorige en f 35 de voorlaatste week. De dagelijksche prijzen liepen aardig uiteen, was Maandag de prijs van f24—36, Dinsdag liepen ze tot f38, Woensdag tot f50, Donderdag tot f56, Vrijdag tot f 55.70 en Zaterdag tot f 50.30. De aanvoer was on geveer een derde minder dan de vorige week; toen bijna 23000 stuks en nu ruim 15000. De zilveruien zijn op. De laatste 4 dagen werden deze niet meer aangevoerd. De aanvoer van gewone uien was veel grooter dan de vorige week, toen ruim 7 wagons en nu bijna 11 wagons. De grove uien waren belangrijk goedkooper dan de vorige week. Was toen de hoogste noteering f 11J20 nu is dit slechts f8. De drielingen daalden van ten hoogste f 10.30 tot f 8.50 en ds nep, waarvoor we de v rige week ten hoogste f 24.50 zagen genoteerd, had nu een hoogste noteering van f2730. Dit wa9 echter Maandag, dagelijks werden de prijzen minder, tot dat Zaterdag de hoogste noteering slechts f 17.20 was. De koolaanvoer was deze week zeer belangrijk. Roode kool 44 wagons tegen 33 de vorige week, wit te kool 45 wagons tegen de vorige week ruim 37, gele kool bijna 10 wagons tegen de vorige week ruim 8. Totaal werd dus ruim 107 wagons kool aan gevoerd, tegen do vorige week 80, De prijzen waren flink wat hooger. De roode konden zelfs enkele ma len de f 5.20 halen, terwijl de vorige week als hoog ste eenmaal f 4.10 genoteerd werd. f 1.10 was toen de laagste prijs en nu is beneden de f2 bijna niets ver kocht. De witte waren ook even hooger, echter niet in die mate. De hoogste prijs was nu f2.60 tegen de vorige week f2.10. Ook met de gele ging het ondanks de sterk toege nomen aanvoer veel beter. Brachten ze de vorige week als hoogste slechts eenmaal 4 gulden op, deze week werd eenmaal f5.40 besteed. Dooreengenomen was de prijs ongeveer f 1.25 per 100 Kg. hooger. Spercieboonen hadden een flinke aanvoer, vrij pre cies als de vorige week. Do prijzen daarvan zijn eveneens vrijwel gelijk gebleven. Wel is de hoogste noteering f 3 lager dan de vorige week, doch dooreen genomen was het verschil niet zoo groot, Wel is het percentage dat voor lagere prijzen verkocht is groo ter dan toen, zoodat dooreengenomen deze week minder goed gemarkt is. Snijboonen werden bijna niet aangevoerd; nog geen 200 kilo. De prijzen liepen in den loop van de week sterk terug, van f 21.90 tot f 1030. Ook deze week werden kroten slechts eenmaal aangevoerd voor een iets lagere prijs. De geheele aanvoer was deze week ongeveer 138 wagons, alzoo veel meer dan de vorige week. RIJWIELPADEN IN HET DUINTERREIN TE CASTRICUM. In de in Juli gehouden zitting der Staten van Noordholland is bij de behandeling van het plan tox verharding van den Schulpweg onder de gemeente Castricum le. aangedrongen op den aanleg van een rijwiel pad langs dezen weg en 2o. gevraagd om rijwielpaden te doen aanlej&en door andere Ideelen van hét bijna geheel uit duin- terrein bestaande Provinciale landgoed onder ge. noemde gemeente; De aanleg vfcn het sub le. genoemde rijwielpad zal in overweging worden genomen, maar vele bezwa ren zijn geopperd tegen de sub 2e. genoemde rij wielpaden, in verband met de mulheid van het duin terrein, waardoor die paden, naar men meende, moeilijk zouden zijn aan te leggen. Deze bezwaren zijn echter slechts denkbeeldig, omdat op verschillende plaatsen in ons land reeds dergelijke rijwielpaden met succes werden aange legd, o.a. in de duinen op Terschelling en bij Meyen- del onder de gemeente Wassenaar. In het belang van het rijwiel verkeer moet ook de aanleg van vorengenoemde rijwielpaden zeer ge- wenscht worden geacht. Om deze redenen heeft het Dagelijksch Bestuur van den AN.W.B.. Toeristenbond voor Nederland, zich tot Ged. Staten van Noordholland gewend met het verzoek wel te willen besluiten tot den aanleg van de gevraagde rijwielpaden. DE VERHOOGING VAN DEN TABAKSACCIJNS. Volgens het Eindhovensch Dagblad zal de voor genomen verhooging van de acijns op tabak niet worden toegepast op sigaren, doch alleen op sigaret ten en tabak. Met ingang van heden heeft het personeel van de 'sigarenfabrieken van de N.V. Gebr. Majoor te Beverwijk ontsflag gekregen, behalve het verkoops- en expeditiepersoneel. De directie van' de fabriek is hiertoe overgegaan, omdat zij vreest, dat bij aanne ming van het wetsontwerp tot verhooging van de tabaksbelasting de geheele nog aanwezige voorraad sigaren opnieuw gemanderolleerd moet worden. De aanmaak is nu stop gezet. Door dezen maatregel komen e^nige honderden arbeiders zonder werk. RIJKSWEG NAAR DEN HELDER. Naar wij vernemen, zal nog dit najaar een gedeel te onder Schoorldam verbeterd worden. Een verblij dend bericht voor fiets- en motorrijders, die weten, in welk een treurigen toestand deze weg. voorname lijk door Schoorldam. verkeert.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 1