Magsr Courant
6RAAF RICARDO
MacDonald en het Socialisme.
Uil hel hart van Holland.
VIERDE BLAD.
Gemengd Nieuws,
FEUILLETON.
Zaterdag 13 September 1924.
G7ste Jaargang. No. 7502.
DE MOORDZAAK FRANKS,
Voor iedereen, die het hortend en «tootend verloop
heeft gevolgd van het strafgeding te Chicago, ge-
>oerd tegen de beide jeugdige fisdadigers Loeb en
Leopold, die een bevrienden jongen knaap, Franks,
in oen auto hadden gelokt en hem hadden vermoord,
na welke miedaad tevens een poging werd beproefd
om geld af te dreigen aan de ouders van den uit den
weg geruimden jongen, zal het duidelijk zijn geweest
dat de beide schavuiten er niet gemakkelijk zouden
afkomen. In de Ver. Staten, waar men nu eenmaal
nog anders tegenover de quaestie van het geoorloof
de en gewenschte van de doodstraf staat, dan hier 'e
lande, waar die straf gelukkig niet moer bestaat, had
een deel van het publiek vast op doodvonnissen
voor Loeb en Leopold gerekend, en die vonnissen ook
gewild. 'Dit is zelfs een element geworden in den
woordenstrijd, tusschen rechter en ambtenaar van
het O.M. De ambtenaar had er in zijn pleidooi op
gewezen, dat het volksgeweten de doodstraf voor do
delinquenten ©ischte, en dat indien aan dien eiscli
geen gevolg werd gegeven, het publiek wel eens zelf
het recht in handen zou kunnen nemen en zich zou
kunnen vergrijpen hetzij aan de moordenaars, hetzij
aan den te slappen rechter.
Deze laatste heeft iedere poging tot intimidatie
onmiddellijk krachtig afgewezen en er den ambte
naar van bet (XM. gevoelig voor op de vingers ge
tikt.
Het was voor den rechter een uiterst moeilijks
positie. In de eerste plaats al omdat de vaders van
de beide daders zeer rijke menschen zijn en dus elk
vonnis dat niet de doodstraf was hem zou wor
den aangerekend als een daad van klasse-ij ustitie.
In de tweede plaats omdat de volksopwinding zoo
fel tegen de jonge misdadigers was, en men in ano
nieme brieven aan de ouders der beklaagden en aan
den rechter, en tevens in openlijke uitlatingen in de
bladen zoo kras en krachtig om het leven van de"
daders riep, dat een doodvonnis d,eni rechter zou heb
ben blootgesteld aan het odium, gezwicht te zijn
voor de macht van de publieke opwinding.
Degrootste en zwaarste, moeilijkheid was wel deze*
dat de rechter heel alleen zonder steun van. en
overleg met andere rechters zijn uitspraak moest
geven. Indien in de V. St. beklaagden voor den
rechter kom«n, neginnen zij met „niet schuldig" te
pleiten. Dan wOrdt het een geding, gevoerd, ten over-
J staan van de jury die allereerst den rechter ontheft
van het bepalen of de beklaagden schuldig zijn of
niet en die voorts aangeeft onder welke categorie
van misdaad bet vergrijp moet worden gebracht en
ook of er wellicht nog verzachtende omstandigheden
dienen te worden in rekening gebracht.
In het gevalJLeopold-Loeb echter hadden de ad-,
vocaten van. de beklaagden hun cliënten geadviseerd
zich maar dadelijk schuldig te erkennen. Dit bracht
mee, dat er nu geen enkel college stond tusschen
den rechter en de beklaagden en dat niemand met
den rechter ue verantwoordelijkheid deelde voor het
geen hij over het lot der jong© moordenaars zou
beslissen.
Het gewicht van dl© verantwoordelijkheid heeft
voor dra rechter Caverley zeer zwaar gewogen en
men behoelt er dan ook niet verbaasd over te zijn,
dat Caverley reeds een actie is begonnen om het er
toe te leiden dat in den staat Illinois bij de berech
ting van hals-misdadigers die „schuldig" hebben ge
pleit, voortaan niet één rechter, doch een college
van rechters de zware beslissingen zal hebben te
nemen.
Loeb en Leopold zijn dus niet ter dood veroor
deeld. en ieder die zich op het standpunt stelt van
do Nederlandsche strafwetgeving dat in vredestijd
de doodstraf niet behoort tot de middelen waarmee
een beschaafd land kan werken, zal met het vonnis
vrede kunnen hebben. Levenslang is voor jonge
menschen toch ook een vreselijke straf; en in de
Amerikaansche gevangenissen is het verblijf ook
heusch zoo aangenaam niet.
Toch zal in Chicago zelf en in breede kringen in
de Unie ontstemming bestaan over het vonnis. Het
bedrijf van de moordenaars was zoo inJaaghartig
zoo diabolisch van opzet en uitvoering, de houding
van de moordenaars ter terechtzitting en in de ge
vangenis was zoo onbeschaamd en cynisch dat er
voor de beide jongelieden bij niemand meer eenig
medelijden, eenige sympathie kon bestaan. Dat niet
temin de rechter zich heeft weten vrij te houden van
alle bijoverwegingen en ten slotte trots alles
rekening heeft gehouden met de jeugd van de be
klaagden, verdient ongetwijfeld een waardeerende
beoordeeling.
In zekeren zin was hem het vonnis gemakkelijker
ALIAS RICHARD POWER
door C. N. en A. M. WILLIAMSON.
Vertaling van Mejuffrouw M. HELLEMA.
13.
,Dat is interessant!" riep Esmée uit met een be
langstelling, welke Mrs. Neale zeer beviel. Zij was
gelukkiger dan Rogers en zijn satellieten, die niet9
uit de Neales hadden kunnen krijgen Maar mischien
zwegen ze alleen over onderwerpen, waarover za
niet wilden praten. Nu waren heidon spraakzaam ge
noeg. „Ik zou gaarne de familieportretten zien",
ging Esmée voort.
„Dat kunt u dezen namiddag nog doen, als u wilt,
miss, als u in de muziekkamer gaat met den piano
stemmer, wanneer die komt, wat hij zeker zal doen",
zeide Mrs. Neale. „Ze hangen daar alle, sedert het
landhuis in Ierland is verkocht Het is evengoed een
portrettengalerij als een muziekkamer. Ik zal ook
komen en u de portretten laten zien. En als u mis
schien in de andere kamers een kijkje mocht wil
len nemen, dan zal ik u rondleiden. Ze worden ge
woonlijk. heel mooi gevonden, en er hebben histori
sche gebeurtenissen in plaats gehad, zegt men. Ik
ben altijd 's morgens in het huis, maar dan heb ik
het te druk. 's Namiddags kom ik er nooit meer, nu
Mr. Richard er is. Maar vandaag kan ik er wel heen
gaan, als u een half uur vrij hebt".
„Ik ben vrij tot vier uur", zeide Esmée. „Ik zal
vlug bij den stemmer aanloopen, eer ik naar huis
ga, zoodat ik hem nog thuis aan den maaltijd vind.
Mijn lunch bestaat alleen uit een ei en gekookte
vruchten, zoodat ik kan eten, wanneer ik wil. Om
drie uur zal ik hier terug zijn. Ik vind het heel
vriendelijk, dat u mij de portretten en de kamers
wilt laten zien".
„Het zal mij een genoegerf zijn, miss", verzekerde
Mrs. Neale haar. „Gisteren na uw komst, zeide ik
tot mijn man: „Hoe prettig voor Mr. Richard een
Jonge dame, die hij kent, als secretaresse te krij
gen".
„Maar hoe wist u, dat hij mij kende?" vroeg het
meisje verbaasd. „Het was, voor Giuseppe mij zag,
en voor
gemaakt door den feilen» overmatig geprlkkelden
toon van den ambtenaar var? het OM-, dte het er te
dik oplegde. 0?k de tijd beeft vóór de moordenaars
gewerkt. Zij pleegden hun afschuwelijke daad op 21
Mei, de uitspraak werd pas gegeven op 10 Septem
ber.
Rechter Cavérly baseerde zijn vonnis op de over
weging, dat in Illinois nog nooit een minderjarige
die schuld had erkend, ter dood veroordeeld was.
Behalve Jiet levenslang voor den moord, werden de
daders nog tot een theoretische negen-en-negentig
jaar veroordeeld wegens ontvoering van het slacht
offer, het 1-Martg baasje Franks. Men zal nu overi
gens moeten afwachten hoe de zaken zich verder zul
len ontwikkelen. Caverly ontving den laatsten tijd
dreigbrieven, die hem den dood aanzegden indien hij
de moordenaars ter dood veroordeeld en andere die
hem eveneens met den dood bedreigden, indien hij
hen niet ter dood veroordeelde. Onder die laatste
categorie van brieven waren er waarin werd gezegd
dat indien de jongens aan den strop ontkwamen,
de gevangenis met bommen zou worden bestookt.
Reeds uren voorat het gerechtsgebouw geopend
werd, was er -een gedrang om binnen te komen. In
verband met de dreigbrieven waren speciale voor
zorgsmaatregelen genomen. Het gebouw werd be
waakt door een cordon bereden politie; het huis
van den rechter werd bewaakt door 12 politieagen
ten. In het geheel waren 500 politiemannen in actie.
Men had in breede kringen in Chicago reeds vrij
groote zekerheid dat de jongelieden aan de doodstraf
zouden ontsnappen, dat bleek ook uit den wedden
schappen van den laatsten tijd. De beteekenis van
levenslang plus nog eens 99 jaar is, dat indien er op
grond van lang-onderganen straftijd en goed gedrag
van den veroordeelde, een vrijlating vóór den tijd
geboden zou zijn, do andere 99 jaa rook nog eerst
dienen te worden afgewerkt De beteekenis is dus:
levenslang zonder eenige kans op vrijlating voor
den dood. N.R.Crt.
De verkiezingsbrochure van de Engelsche Labour
Partij, die dezer dagen verscheen, bevat ook een bij
drage van den Engelschen Minister-President Mac
Donald, die in zijn uiting over de tegenwoordige
vakbeweging alle aandacht verdient.
MacDonald schrijft (het is in Juni 1924):
Het belangrijkste in het socialisme schrikt velen
nog af, omdat elke nieuwe idee met vooroordeelen
te kampen heeft. De onwetendheid en vreesachtig
heid worden door onze tegenstanders gebruikt. Er
bestaan natuurlijk verschillende graden van verzet
tegen het socialisme, van de onzinnige bewering af
dat socialisme beteekent: nationalisatie der vrouwen,
tot aan de tamelijk verwarde critiek in het parle
ment toe, welke er van uitgaat dat het crediet van
het land niet voor het algemeen welzijn, maar voor
particuliere belangen zou kunnen worden gebruikt.
Men kan blijkbaar de socialistische methoden nog
niet geheel begrijpen. Het socialisme gaat te werk
volgens een duidelijk omschreven methode, maar
zonder het maatschappelijk leven door experimenten
te willen ophouden of een volkomen nieuw stelsel
te willen brengen. Het socialisme brengt geen be
loften voor dingen, die morgen in vervulling zullen
gaan, maar moet veeleer worden beschouwd als een
richtsnoer voor onze daden De socialist zal evolutio..
nist blijven, omdat hij ervan overtuigd ia, dat de
revolutionaire methodes haar taak hebt>en volbracht
en dat een volk, dat zijn vrijheid heeft verkregen,
tot de evolutionaire methodes moet terugkeeren,
daar een volk, dat zich een revolutie laat opdringen,
daarvan steeds het slachtoffer wordt.
Het bolsjewisme in Rusland beschouwt MacDonald
slechts als een entre-acte van het tsarisme. Het To-
riisme in Engeland noemt hij een obstrueerend
complex van belangen. De revolutionaire en mate
rialistische stroomingen, welke door den oorlog zijn
ontstaan, waren een ernstige bedreiging van het so
cialisme. Niet alleen bij de zg. O.W.'ers, maar bij
alle groepen der bevolking vindt men egoïstische
tendenzen. De arbeiders moeten daartegen strijden
en opkomen voor het denkbeeld, dat iedereen ge
neigd is te vergeten, nl. dat allen deel uitmaken
van één sociale eenheid en dat men daarom zich
zelf schade doet, wanneer men andere leden van de
maatschappij onbillijk behandelt. Be georganiseer
de arbeider heeft in dit opzicht dezelfde verplichtin
gen als de kapitalist. Hij mag zijn belangen niet be
hartigen ten koste van de maatschappij.
In geen enkel stelsel, aldus vervolgt MacDonald,
met uitzondering van het socialisme, gaat de erken
ning van deze verplichtingen gepaard met het stre
ven naar een rechtvaardige behandeling der arbei
ders. Ik kan niet vaak genoeg herhalen, dat lief
dadigheid, „poplarisme", stakingen voor hocger
loon, beperking van de productie e.d. niet alleen
geen socialistische methodes zijn, maar dat zit ook
slechts den geest en de politiek van het socialisme
op een dwaalspoor kunnen brengen. Het socialisme
verlangt, dat de arbeiders met handen en geest hun
volle werkkracht zullen geven ln ruil voor een be
hoorlijke belooning, die rekening houdt met de le
vensbehoeften. Daarom ziet de socialist met eenige
ontevredenheid de conflicten tusschen kapitaal en
arbeid, zooals die zich in den' laatsten tijd hebben
ontwikkeld. Dergelijke conflicten zijn in strijd met
den geest van het socialisme, zij zijn immoreel en
„O, dat hebben mijn eigen oogen mij' verteld, miss",
verzekerde de oude vrouw. „Het is dat mooie ivoren
portretje van u in het zilveren reliquieënkastje, dat
ik zag, toen ik Mr. Richard hielp uitpakken. Ik
dacht toen, dat het een fantasieportret was. Het leek
te mooi voor een werkelijke vrouw. Of anders moest
zij lang geleden geleefd hebben toen vrouwen mooier
waren dan in deze dagen, nu ze rondloopen in
khaki en wijde broek, evenals mannen. Maar na
tuurlijk, zoodra ik u zag, wist ik, wie het portret
voorstelde. De kleeding is echter heel vreemd, het
is zeker gemaakt in den carnavals tijd, nietwaar,
miss?"
„Dat dat weet ik niet meer", stamelde Esmée.
„Maar ik ben blij, dat ik hier ben en ik hoop mij
nuttig te kunnen maken. Mr. Power was vriendelijk
voor mij in Italië vóór den oorlog. Nu moet ik mij
haasten, nietwaar?"
Zij ging weg, even blij. de portierswoning te kun
nen verlaten als zij eenige oogenblikken geleden blij
was geweest ze te betreden. Haar portret in dit re
liquieënkastje, dat de oorzaak was geweest, dat
Gibbs in ongenade was gevallen! Zij kon het niet
gelooven. Graaf Ricardo kon toch geen miniatuur-
portret op ivoor van haar hebben geteekend uit zijn
herinnering. Zij had nooit gehoord, dat hij schilderde.
En dat portret moest wel bijzonder goed zijn, anders
zou een oude vrouw als Mrs. Neale het origineel
niet dadelijk hebben herkend. Esmée begon te vree
zen, dat de verleiding te groot voor haar zou zijn als
zij ooit de deuren van dat lijstje op een kier zag
staan.
Maar ofschoon zij ongeloovig was, vond zij de ge
dachte toch heel aangenaam: een miniatuur, dat op
haar geleek, op zijn schrijftafel zorgvuldig bedekt
voor onbescheiden oogen, terwijl het portret der trot-
sche Miss Harford ver weg op den schoorsteenman
tel stond tusschen een dozijn andere!
Zij vond zonder moeite het huis van den piano
stemmer. Hij was een bejaard man, zoo ver over den
militairen leeftijd, dat de oorlog hem niet in zijn be
roep had gehinderd. Zijn eerste woorden waren, dat
hij den geheelen namiddag bezet was en onmoge
lijk nog een nieuwe opracht kon aannemen; maar
toen hij hoorde, dat men hem noodig had te Can-
non Wood, schitterden zijn vermoeide oude oogen
van belangstelling.
„Cannon Woodl' riep hij uit „Wel, ik heb ge
hoord, dat ze daar de oude piano stuk gehamerd had-
1 onmaatschappelijk en «ouden tot een catastrofe
kunnen leiden.
Direct na da verschijning uit zich de ontstemming
over deae meening van MacDonald ln de Engel
sche vakvereenlgingskringen en het oordeel over hun
rooden minister is lang niet vriendelijk.
Lansbury verklaarde, dut hij eenvoudig niet kAn
hegrijpen, hoe MacDonald Iets dergelijks heeft kun
nen schrijven. De premier moet W6l zeer vermoeid
geweest zijn, dat hij zulke dingen kon neerschrij
ven, zegt. Lansbury, want ik ken niemand uit de
vakbeweging, die gedurende de laatste vier of vijf
jaar in die beweging Iets onverstandigs heeft gezien
of die van oordeel zou zijn, dat de arbeiders meer
j hebben gekregen dan hun rechtens toekomt. De le
vensstandaard der mijnwerkers en landarbeiders
moet op een redelijk peil worden gehouden en in
dien dit alleen mogelijk mocht zijn wanneer allen
daarvoor lasten dragen, dan moet dit gebeuren.
Enz., enz.
HET VERMOGEN VAN HET HUIS HO HEN ZOL-
LERN.
De Pruisische minister van financiën, dr. Richter,
heeft den Landdag een memorandum doen toeko
men, waarin do quaestie betreffende het geschil tus
schen den Pruisischen staat en het huis Hohenzol-
lern over het vermogen van den ex-keizer uitvoerig
wordt behandeld. Uit dit memorandum 9tippen we
aan, dat de Pruisische regeering den keizer voor
het aankoopen van een woongelegenheid in Holland
de opbrengst van eenige panden in de Wilhelm-
sirasse, die de staat Pruisen aan den rijksficus
heeft verkocht, ter beschikking heeft gesteld. Tot
Mei 1920 heeft de keizer 32.000.000 Mark en in het
Jaar 1923 de tegenwaarde van 24.000 Hollandsche
guldens ontvangen. De overige leden van het vroe
gere koninklijke huis kregen slechts de rente van
hun vrij gering particulier vermogen.
Sedert 1 Januari 1924 ontving de gevolmachtigde
van het koninklijk huis uit het overschot der „Hof-
kammer" ter bestrijding van de ko9ten van onder
houd van de leden van het koninklijke huis een be
drag van 50.000 goudmark per maand. Zeer uitvoe
rig schildert het memorandum het verloop van de
moeilijke onderhandelingen, die totdusver naar men
weet nog niet tot een •overeenkomst hebben geleid.
Bij de in den winter van 1923 weer begonnen on
derhandelingen werd van de zijde van de Pruisische
regeering een contract voor een nieuwe overeen
komst ontworpen, volgens hetwelk de Pruisische
staat een groot aantal kasteelen en paleizen in Ber
lijn, Potsdam, Koningsbergen, Marienburg. Coblenz.
Homburg, Wiesbaden, Hannover, Wilhelmshöhe bij
Cassel en vier jachtsloten in zijn bezit krijgt.
Het koninklijk huis behoudt in Potsdam het
kasteel, verschillende villa's en de burcht Hohen-
zollern, eenige kleinere kasteelen en een landgoed.
Het bezit van het vroegere koninklijke huis, aan
kunstwerken en kunstschatten, die in musea zijn
ondergebracht, vervallen aan den Staat.
LAGER SPOORTARIEVEN IN BELGIS.
In verband met dé aanstaande daling der steen-
kol enprijzen overweegt het departement van spoor
wegen de mogelijkheid om de sooorwegtarieven bin
nenkort te verlagen. Deze verlaging zou ten minste
10 procent bedragen.
BROODPRIJZEN EN OVERHEIDSMAATREGE
LEN IN DUITSCHLAND.
Uit Berlijn, 11 Sopt. De minister voor de volks
voeding heeft tot do afzonderlijke staten een cir
culaire gericht .waarin hij- vraagt maatregelen te
treffen om de stijging dier. broodprijzen met alle
middelen tegen te gaan.
„8i j'étais roa
De woorden zijn bekend genoeg. Zg behoorel
thuis bil „ze moesten" en „we zouden". Doch tfei
wijl d© zucht naar „ze moesten" wel eeuwig zaü
klinken zoolang er een klein groepje is, dat «k
dingen in naam van allen regelt, en terwijl er
kans is, dat de man van het „we zouden" bü ge
legenheid terecht komt in de categorie van hen,
die „moeeten", is er al heel weinig kans voor den
man, die er voor uit durft komen, diat hij'1 wed
graag koning zou willen zijn.
Vooral omdat zijn vsi j'étais roi" onvermijdelijk
beteekent: Koning, idïe iets te zoggen heeft, Ko
ning bij (die genade Gods en niet bij' de gena
de van een (al dan niet toeVallige) volksmeerderi
heid; v
Het vak van „vliegwiel" of ..ornament" is verre
van amusant. Vandaag een recntschen, morgen een
linkschen riem te mogen draaien is niet zeer op
wekkend.* -Ook niet om „ornament" te zijn. Van
daag op 'n fier fregat, morgen op 'n modderpraam.
Er behoort een zeer speciale opvatting van het
leven voor, om heden „mijn geliefd parlement" sa
men te roepen voor het aannemen van een redks
felrood© en morgen van een serie zwart-reactiom-
naire wetten. Vooral om dit met oenigo blijmoedig
heid! te doen.
Want zelfs iemand1, die er op is getraind, consti
tutioneel vorst te zijn heeft toch eigen gedachteiX
den en dat een dame er boven op danste om een
weddenschap!"
De verschrikte oogen van het meisje brachten hem
echter terstond weer tot kalmte. „Pardon" miss", zei
hij, „dat moest ik niet hebben gezegd. Maar ik en de
piano te Cannon Wood zijn jarenlang vrienden ge
weest Het was een mooi instrument en het deed mij
eenige maanden geleden zeer, toen een van de be
dienden, die ontslagen was, mij' vertelde hoe er nu
mee omgesprongen werd. Ik kon' het eerst nauwelijks
C' x>ven, omdat ik voor den oorlog meer dan eens
.ontboden door den fcegenwoordigen eige
naar. Bij een gelegenheid was hij tegenwoordig,
toen ik daar kwam. En hü praatte een poos met
mii. Mijn indruk was, dat hu bijzonder veel hield
van goede muziek, en een mooie piano wel zou
kunnen waardeeren. Maar jongelieden blijven jon
gelieden, en 'deze oorlog heeft heel wat dingen en
menschen omgekeerd. Ik vrees, naar wat ik ge
hoord heb, toen al die bedienden ontslagen wor
den. dat de piano werkelijk is stukgeslagen. In dat-
geval kan ik er niet veel meer aan doen. Maar ik
zal gaarne naar Cannon Wood gaan om er JiaAr
te men."
Na zijn scherpen uitval was de man vriendelijk en
beleefd: en Esmée kon men, dat hij" brandde van
van nieuwsgierigheid. Zij was ook nieuwsgierig, en
besloot in de muziekkamer te rijn met Mrs. Neale,
als de stemmer daar kwam. "Zü liep snel naar
huis at haar lunch zoo haastig, als alleen eed
jong schepseltje met een gezonde maag ongestraft
kan doen, en was vóór drie uur terug in de por
tierswoning.
Mrs. Neale wachtte reeds op haar, en samen
gingen rij naar het huis, terwijl de oude vrouw
naar met trots allerlei bijzonderheden^ aanwees.
Esmée verwachtte, dat haar geleidster bij het huls
van haar zou scheiden en langs de achterdeur bin
nengaan maar zii zeide, dat rij dien kant niet
wenschte binnen te komen. „Ik sta niet op een
goeden voet met Lusia," zeide zij. „Ik heb liever,
dat dat schepsel mii niet ziet binnengaan en mefkt,
dat ik u het huis laat zien, miss. Zij zou zeggen,
dat dat mijn werk niet is, en onaangename opmer
kingen maken. Gibbs is ae eerste uren niet thuis,
dat weet ik toevallig, omdat hü bleef staan om een
paar woorden te zeggen, eer hü wegging. Giuseppe
zal de deur opendoen in rijn afwezigheid. Er zal
«oker niemand anders komen dan u en ik en de
dtfen Indrukken eigen opvattingen "Eb zoodoende
moet een vorst, die zeg nu maar historie li
socialist is,i rich voortdurend ergeren aan het feit,
dat hem ministers worden voorgezet, die alles Z'jn,
behalve dat rij juist de partij aanhaiupm, dip r\
zolf de eenig goede vindt om het wclrlm van rijx
volk te behartigen.
Een president van 'n republiek staat, als zijn
diensttijd langer is dan een wetgevende periode,
voor dezelfde akeligheid, doch hij heeft niet „levens
lang^' zooals een vorst. Bovendien wordt hij als
„eminent staatshoofd" naar boven gewerkt duor
zijn eigen partij menschen, die hem geen rol toever
trouwen op het wetgevend terrein, doch alleen op
dat van het uitvoerend gezag, waar 'n handtoeke-
ning en een vriendelijk voord yoldoende rijn.
Een vorst hoeft „levenslang" (of tot nem do
dienst wordt opgezegd) een hij moet derhalve voort
durend rekening houden met allerlei ótroomingen
en richtingen in de politiek, die elk op hun beurt
rijn fiat vragen voor hun speciale Wensohen en
doeleinden.
Een president is een werktuig .ter ondeerteeke-
ning in de handen der meerderheid en in^ het zeer
zeldzame geval, dat hij dit niet blijkt to willen zijn£
in hü een vergissing. Zooals volgens het ver
haal Gregorius da Groote als Paus er een was
voor hot consistorie dat hem koos en zooal9
Rooeevelt en Wilson, beide als vioe-president ge/
kozen; een strop waren voor de politiek© hoeren^
die uit den aard der zaak het allerhoogst gezag
liever toevertrouwen aan een registreor-machine
dan aan een levende kracht.
Een vorst, als troonopvolger opgevoed, biedt ze
kere kansen op bohoorlüke ontwikkeling, op ont
vankelijkheid Idee gamoeds, op toegankelijkheid voor
inrichten van anderenkortom op het kunnen W
ooardeelen van toestanden, menschen en dingen. Dit
is riin training.
En elk sportbeoefenaar weet, dat training zélfs
van een oorspronkelijk, bijna ongeschikt, menschen-
lichaam ten slotte iets dragelijks maakt.
EeÏÏ president, daarentegen, is ongeschikt als zoo
danig in het oog der leiders, zoodra hü ooit blük
zou hebben gegeven van anders te kunnen den
ken dan het centrale partijbestuur had beslist Als
hq ooit bewü's van initiatief heeft verraden, is hij
zoo al verloren 1
Si j'étais .roi!
Koning, die iets mag doen en zoggen.
Koning, die niet is gedwongen élke daad van elk
ministerie, dat hij op rijn dak krijgt, to oontrasig-
neeren.
Koning die fcot_ rijn raadslieden kan en durft
zeggen„Zóó en niet anders. En maak dat Ue Volks
vertegenwoordiging inziet, (dat dit de juiste, de
eenige fweg is! Verdedig dit in mijn naam! Zoo niet,
dan zal ik het zelf doen!".
.Si j'étais roi!
Maar zulke koningen rijn er niet meer. En wat
erger is: mogen er niet meer rijn-
Koning rijn beteekent in onze dagen: teekeneö
wat wordt voorgelegd. Rondreizen en vKendelü'k
zijn. Lachen en speechen a&nhoaren, al verga je
Van kiespün. Allerlei pakjes aan trekken. Allerlei
diners en thee's en dergelijke dingen méemakén.
Geld geven voor allerlei doeleinden, die als goed!
worden uitgebazuind.
En vooral niet laten merken, dat je zelf eenige
overtuiging, eenige voorkeur, eenl r gevoel hebt
Straks, voor de zesde maai, zal de heer Ruys aan
de Koningin de troonrede overhandigen en voor de
zesde maal zal de Koningin verklaren, dat Zij zoo
bu zonder verheugd je de heerena te rien en té
hopen dat ri» zullen meddwtarken om.... heit een
of ander.
En dan mag Zü aan het touw trekken ter ont
hulling van het standbeeld van Haar Grootvader,
Rui ter koning, wiens klungelstandbeeld nu wordt
vervangen door een afgietsel van hot ding, dat op
de Markt in Luxemburg ook al leelnk is. Neder
land. dat toch waarlijk niet te veel geld heeft
verdaan aan salaris voor zün Koningen, had toch
werkeluk aan de Koningin den smaad dienen te
besparen, thans een beeld in Haar hofstad te ont
hullen. dat in het kleine Luxemburg tot aanden
ken aan eten Groothertog reeds zooveel jaren staat.
jV8ta?dbeeld van 'n heer te paard mét. de hoed
in de hand. zooals er in Londen ook uit den heel-
erg democrafaschen tijd, een staat van Prins Albert
en een voor Koning George... Uitnoodiiing voor de
jeugd om korfbal te spelen.
Een standbeeld, door een van de modeheeren op
8 j noer gezet op een plek waar nie
mand dan een zelf moorden aar-m-spe het zal kunnen
zien. Op (te plaats waar de practisohe zin onzt^
vaderen eerst feen paarden wed en later een urinoir
had neer gezet.
>fEen standbeeld, waarvan het duidelijk schijnt te
znn, dat de neerzettere zelf hert leelük en ontoon-<
baar vinden.
Si j'étais roi!
Welnu dan onthulde jk het niet. Weigerde ik,
mik eem,.holde" op 'n koopje. Sfctehfte ik zelf
standbeelden yoor mgn voorvaderen, voor zoover ik
meende, dat zij er voor in aanmerking kwamen, als
middel tot opvoeding van mijn volk in maatschap
pelijke en christelijke deugden.
Maar ik heb nu eenmaal geen kans!
Zelfs niet op het raadsmanschap
Rm-- A(h)
pianostemmer Tredwell; maar Giuseppe houdt
evenveel van rijn landgenoot© als ik, en hü zal
er haar niete van vertellen, als ik met u binnen
kom."
Terwijl rii een oogenblik bü de voordeur wacht
ten, tot Giuseppe zou opendoen, kwam de piano
stemmer de .laan op en alle drie wenten tezamen
binnengelaten. 'Mrs. Neale ging haastig vooruit
naar de muziekkamer om ae gordgnen open te
trekken, alsof zij nog huisbewaarster was van
het oude huis, waaraan zü blijkbaar gehecht was.
ioen alles gereed was, werd Miss Alton geroepen;
en als de oude vrouw haar zin had gekregen, zou
tten de portretten eerst rijn bezichtigd. Tredwell
was haar echter gevolgd en was terstond naar do
laano gegaan. Esmée hoorde hem diep zuchten en
wendde rich van haar cicerone af om te vragen,
wat hora scheelde.
.*Zie 1dat prachtige jozehcrat nu eens," kermde de
paanostommer. „Het varhaal was waar. Kijk, hier
zün de afdrukken van hakken. Ik zou zeggen, dat
er een olifant op de piano had gedanst."
„Onzin, Mr. Tredwell," snauwde de portiers-
viouw. ,Blifanten dansen niet op piano's in heeren
huizen. Er is eens op een avond een ongeluk met
dit instrument gebeurd, doch gelukkig ia alleen de
kast beschadigd, dat weet Ik zeker. Begin maar
aan uw werk, dan zult u wol rien, dat daar alleft
in orde is. D behoeft u niet'te bekommeren om do
kast. En nu, iniss, moeten wij beginnen me(t
de portretten, of hot zal te duister worden. In den
goeden, ouden tijd werden hier lichtkronen mot
wel honderd gaskaareen aangestoken, maar dia
hebben we nu niet."
Esmée gehoorzaamde haar aanmaning. Een blik
op de prachtige lichtkronen bewees haar echter,
dat de kamer nog niet lang geleden door kaarsen
was verlicht, tenminste het kaarsvet was cr nog
niet geheel uit verwijderd. Enkele der prisma's
waren gebroken. Het leek wel, dacht Esmée, als
of er met een steen was gemikt, of dat ze door een
kogel waren verbrijzeld. „Het laatste is het waar-
8chünlükste", zeide zü tot zich zelve. „Door een
kogel versplinterd. Doch evenmin als er olifanten
dansen in hoerenhuizen, gebruiken de menschen
lichtkronen als schietschijven."
„Dit is het portret van Mr. Richard's vader in
jachtkostuum op een leeftijd van een en twintig
jaar." legde Mrs. Neale uit, terwijl zü Miss Alton