Magsr Courant 6RAAF RICARDO MacDonald en het Socialisme. Uil hel hart van Holland. VIERDE BLAD. Gemengd Nieuws, FEUILLETON. Zaterdag 13 September 1924. G7ste Jaargang. No. 7502. DE MOORDZAAK FRANKS, Voor iedereen, die het hortend en «tootend verloop heeft gevolgd van het strafgeding te Chicago, ge- >oerd tegen de beide jeugdige fisdadigers Loeb en Leopold, die een bevrienden jongen knaap, Franks, in oen auto hadden gelokt en hem hadden vermoord, na welke miedaad tevens een poging werd beproefd om geld af te dreigen aan de ouders van den uit den weg geruimden jongen, zal het duidelijk zijn geweest dat de beide schavuiten er niet gemakkelijk zouden afkomen. In de Ver. Staten, waar men nu eenmaal nog anders tegenover de quaestie van het geoorloof de en gewenschte van de doodstraf staat, dan hier 'e lande, waar die straf gelukkig niet moer bestaat, had een deel van het publiek vast op doodvonnissen voor Loeb en Leopold gerekend, en die vonnissen ook gewild. 'Dit is zelfs een element geworden in den woordenstrijd, tusschen rechter en ambtenaar van het O.M. De ambtenaar had er in zijn pleidooi op gewezen, dat het volksgeweten de doodstraf voor do delinquenten ©ischte, en dat indien aan dien eiscli geen gevolg werd gegeven, het publiek wel eens zelf het recht in handen zou kunnen nemen en zich zou kunnen vergrijpen hetzij aan de moordenaars, hetzij aan den te slappen rechter. Deze laatste heeft iedere poging tot intimidatie onmiddellijk krachtig afgewezen en er den ambte naar van bet (XM. gevoelig voor op de vingers ge tikt. Het was voor den rechter een uiterst moeilijks positie. In de eerste plaats al omdat de vaders van de beide daders zeer rijke menschen zijn en dus elk vonnis dat niet de doodstraf was hem zou wor den aangerekend als een daad van klasse-ij ustitie. In de tweede plaats omdat de volksopwinding zoo fel tegen de jonge misdadigers was, en men in ano nieme brieven aan de ouders der beklaagden en aan den rechter, en tevens in openlijke uitlatingen in de bladen zoo kras en krachtig om het leven van de" daders riep, dat een doodvonnis d,eni rechter zou heb ben blootgesteld aan het odium, gezwicht te zijn voor de macht van de publieke opwinding. Degrootste en zwaarste, moeilijkheid was wel deze* dat de rechter heel alleen zonder steun van. en overleg met andere rechters zijn uitspraak moest geven. Indien in de V. St. beklaagden voor den rechter kom«n, neginnen zij met „niet schuldig" te pleiten. Dan wOrdt het een geding, gevoerd, ten over- J staan van de jury die allereerst den rechter ontheft van het bepalen of de beklaagden schuldig zijn of niet en die voorts aangeeft onder welke categorie van misdaad bet vergrijp moet worden gebracht en ook of er wellicht nog verzachtende omstandigheden dienen te worden in rekening gebracht. In het gevalJLeopold-Loeb echter hadden de ad-, vocaten van. de beklaagden hun cliënten geadviseerd zich maar dadelijk schuldig te erkennen. Dit bracht mee, dat er nu geen enkel college stond tusschen den rechter en de beklaagden en dat niemand met den rechter ue verantwoordelijkheid deelde voor het geen hij over het lot der jong© moordenaars zou beslissen. Het gewicht van dl© verantwoordelijkheid heeft voor dra rechter Caverley zeer zwaar gewogen en men behoelt er dan ook niet verbaasd over te zijn, dat Caverley reeds een actie is begonnen om het er toe te leiden dat in den staat Illinois bij de berech ting van hals-misdadigers die „schuldig" hebben ge pleit, voortaan niet één rechter, doch een college van rechters de zware beslissingen zal hebben te nemen. Loeb en Leopold zijn dus niet ter dood veroor deeld. en ieder die zich op het standpunt stelt van do Nederlandsche strafwetgeving dat in vredestijd de doodstraf niet behoort tot de middelen waarmee een beschaafd land kan werken, zal met het vonnis vrede kunnen hebben. Levenslang is voor jonge menschen toch ook een vreselijke straf; en in de Amerikaansche gevangenissen is het verblijf ook heusch zoo aangenaam niet. Toch zal in Chicago zelf en in breede kringen in de Unie ontstemming bestaan over het vonnis. Het bedrijf van de moordenaars was zoo inJaaghartig zoo diabolisch van opzet en uitvoering, de houding van de moordenaars ter terechtzitting en in de ge vangenis was zoo onbeschaamd en cynisch dat er voor de beide jongelieden bij niemand meer eenig medelijden, eenige sympathie kon bestaan. Dat niet temin de rechter zich heeft weten vrij te houden van alle bijoverwegingen en ten slotte trots alles rekening heeft gehouden met de jeugd van de be klaagden, verdient ongetwijfeld een waardeerende beoordeeling. In zekeren zin was hem het vonnis gemakkelijker ALIAS RICHARD POWER door C. N. en A. M. WILLIAMSON. Vertaling van Mejuffrouw M. HELLEMA. 13. ,Dat is interessant!" riep Esmée uit met een be langstelling, welke Mrs. Neale zeer beviel. Zij was gelukkiger dan Rogers en zijn satellieten, die niet9 uit de Neales hadden kunnen krijgen Maar mischien zwegen ze alleen over onderwerpen, waarover za niet wilden praten. Nu waren heidon spraakzaam ge noeg. „Ik zou gaarne de familieportretten zien", ging Esmée voort. „Dat kunt u dezen namiddag nog doen, als u wilt, miss, als u in de muziekkamer gaat met den piano stemmer, wanneer die komt, wat hij zeker zal doen", zeide Mrs. Neale. „Ze hangen daar alle, sedert het landhuis in Ierland is verkocht Het is evengoed een portrettengalerij als een muziekkamer. Ik zal ook komen en u de portretten laten zien. En als u mis schien in de andere kamers een kijkje mocht wil len nemen, dan zal ik u rondleiden. Ze worden ge woonlijk. heel mooi gevonden, en er hebben histori sche gebeurtenissen in plaats gehad, zegt men. Ik ben altijd 's morgens in het huis, maar dan heb ik het te druk. 's Namiddags kom ik er nooit meer, nu Mr. Richard er is. Maar vandaag kan ik er wel heen gaan, als u een half uur vrij hebt". „Ik ben vrij tot vier uur", zeide Esmée. „Ik zal vlug bij den stemmer aanloopen, eer ik naar huis ga, zoodat ik hem nog thuis aan den maaltijd vind. Mijn lunch bestaat alleen uit een ei en gekookte vruchten, zoodat ik kan eten, wanneer ik wil. Om drie uur zal ik hier terug zijn. Ik vind het heel vriendelijk, dat u mij de portretten en de kamers wilt laten zien". „Het zal mij een genoegerf zijn, miss", verzekerde Mrs. Neale haar. „Gisteren na uw komst, zeide ik tot mijn man: „Hoe prettig voor Mr. Richard een Jonge dame, die hij kent, als secretaresse te krij gen". „Maar hoe wist u, dat hij mij kende?" vroeg het meisje verbaasd. „Het was, voor Giuseppe mij zag, en voor gemaakt door den feilen» overmatig geprlkkelden toon van den ambtenaar var? het OM-, dte het er te dik oplegde. 0?k de tijd beeft vóór de moordenaars gewerkt. Zij pleegden hun afschuwelijke daad op 21 Mei, de uitspraak werd pas gegeven op 10 Septem ber. Rechter Cavérly baseerde zijn vonnis op de over weging, dat in Illinois nog nooit een minderjarige die schuld had erkend, ter dood veroordeeld was. Behalve Jiet levenslang voor den moord, werden de daders nog tot een theoretische negen-en-negentig jaar veroordeeld wegens ontvoering van het slacht offer, het 1-Martg baasje Franks. Men zal nu overi gens moeten afwachten hoe de zaken zich verder zul len ontwikkelen. Caverly ontving den laatsten tijd dreigbrieven, die hem den dood aanzegden indien hij de moordenaars ter dood veroordeeld en andere die hem eveneens met den dood bedreigden, indien hij hen niet ter dood veroordeelde. Onder die laatste categorie van brieven waren er waarin werd gezegd dat indien de jongens aan den strop ontkwamen, de gevangenis met bommen zou worden bestookt. Reeds uren voorat het gerechtsgebouw geopend werd, was er -een gedrang om binnen te komen. In verband met de dreigbrieven waren speciale voor zorgsmaatregelen genomen. Het gebouw werd be waakt door een cordon bereden politie; het huis van den rechter werd bewaakt door 12 politieagen ten. In het geheel waren 500 politiemannen in actie. Men had in breede kringen in Chicago reeds vrij groote zekerheid dat de jongelieden aan de doodstraf zouden ontsnappen, dat bleek ook uit den wedden schappen van den laatsten tijd. De beteekenis van levenslang plus nog eens 99 jaar is, dat indien er op grond van lang-onderganen straftijd en goed gedrag van den veroordeelde, een vrijlating vóór den tijd geboden zou zijn, do andere 99 jaa rook nog eerst dienen te worden afgewerkt De beteekenis is dus: levenslang zonder eenige kans op vrijlating voor den dood. N.R.Crt. De verkiezingsbrochure van de Engelsche Labour Partij, die dezer dagen verscheen, bevat ook een bij drage van den Engelschen Minister-President Mac Donald, die in zijn uiting over de tegenwoordige vakbeweging alle aandacht verdient. MacDonald schrijft (het is in Juni 1924): Het belangrijkste in het socialisme schrikt velen nog af, omdat elke nieuwe idee met vooroordeelen te kampen heeft. De onwetendheid en vreesachtig heid worden door onze tegenstanders gebruikt. Er bestaan natuurlijk verschillende graden van verzet tegen het socialisme, van de onzinnige bewering af dat socialisme beteekent: nationalisatie der vrouwen, tot aan de tamelijk verwarde critiek in het parle ment toe, welke er van uitgaat dat het crediet van het land niet voor het algemeen welzijn, maar voor particuliere belangen zou kunnen worden gebruikt. Men kan blijkbaar de socialistische methoden nog niet geheel begrijpen. Het socialisme gaat te werk volgens een duidelijk omschreven methode, maar zonder het maatschappelijk leven door experimenten te willen ophouden of een volkomen nieuw stelsel te willen brengen. Het socialisme brengt geen be loften voor dingen, die morgen in vervulling zullen gaan, maar moet veeleer worden beschouwd als een richtsnoer voor onze daden De socialist zal evolutio.. nist blijven, omdat hij ervan overtuigd ia, dat de revolutionaire methodes haar taak hebt>en volbracht en dat een volk, dat zijn vrijheid heeft verkregen, tot de evolutionaire methodes moet terugkeeren, daar een volk, dat zich een revolutie laat opdringen, daarvan steeds het slachtoffer wordt. Het bolsjewisme in Rusland beschouwt MacDonald slechts als een entre-acte van het tsarisme. Het To- riisme in Engeland noemt hij een obstrueerend complex van belangen. De revolutionaire en mate rialistische stroomingen, welke door den oorlog zijn ontstaan, waren een ernstige bedreiging van het so cialisme. Niet alleen bij de zg. O.W.'ers, maar bij alle groepen der bevolking vindt men egoïstische tendenzen. De arbeiders moeten daartegen strijden en opkomen voor het denkbeeld, dat iedereen ge neigd is te vergeten, nl. dat allen deel uitmaken van één sociale eenheid en dat men daarom zich zelf schade doet, wanneer men andere leden van de maatschappij onbillijk behandelt. Be georganiseer de arbeider heeft in dit opzicht dezelfde verplichtin gen als de kapitalist. Hij mag zijn belangen niet be hartigen ten koste van de maatschappij. In geen enkel stelsel, aldus vervolgt MacDonald, met uitzondering van het socialisme, gaat de erken ning van deze verplichtingen gepaard met het stre ven naar een rechtvaardige behandeling der arbei ders. Ik kan niet vaak genoeg herhalen, dat lief dadigheid, „poplarisme", stakingen voor hocger loon, beperking van de productie e.d. niet alleen geen socialistische methodes zijn, maar dat zit ook slechts den geest en de politiek van het socialisme op een dwaalspoor kunnen brengen. Het socialisme verlangt, dat de arbeiders met handen en geest hun volle werkkracht zullen geven ln ruil voor een be hoorlijke belooning, die rekening houdt met de le vensbehoeften. Daarom ziet de socialist met eenige ontevredenheid de conflicten tusschen kapitaal en arbeid, zooals die zich in den' laatsten tijd hebben ontwikkeld. Dergelijke conflicten zijn in strijd met den geest van het socialisme, zij zijn immoreel en „O, dat hebben mijn eigen oogen mij' verteld, miss", verzekerde de oude vrouw. „Het is dat mooie ivoren portretje van u in het zilveren reliquieënkastje, dat ik zag, toen ik Mr. Richard hielp uitpakken. Ik dacht toen, dat het een fantasieportret was. Het leek te mooi voor een werkelijke vrouw. Of anders moest zij lang geleden geleefd hebben toen vrouwen mooier waren dan in deze dagen, nu ze rondloopen in khaki en wijde broek, evenals mannen. Maar na tuurlijk, zoodra ik u zag, wist ik, wie het portret voorstelde. De kleeding is echter heel vreemd, het is zeker gemaakt in den carnavals tijd, nietwaar, miss?" „Dat dat weet ik niet meer", stamelde Esmée. „Maar ik ben blij, dat ik hier ben en ik hoop mij nuttig te kunnen maken. Mr. Power was vriendelijk voor mij in Italië vóór den oorlog. Nu moet ik mij haasten, nietwaar?" Zij ging weg, even blij. de portierswoning te kun nen verlaten als zij eenige oogenblikken geleden blij was geweest ze te betreden. Haar portret in dit re liquieënkastje, dat de oorzaak was geweest, dat Gibbs in ongenade was gevallen! Zij kon het niet gelooven. Graaf Ricardo kon toch geen miniatuur- portret op ivoor van haar hebben geteekend uit zijn herinnering. Zij had nooit gehoord, dat hij schilderde. En dat portret moest wel bijzonder goed zijn, anders zou een oude vrouw als Mrs. Neale het origineel niet dadelijk hebben herkend. Esmée begon te vree zen, dat de verleiding te groot voor haar zou zijn als zij ooit de deuren van dat lijstje op een kier zag staan. Maar ofschoon zij ongeloovig was, vond zij de ge dachte toch heel aangenaam: een miniatuur, dat op haar geleek, op zijn schrijftafel zorgvuldig bedekt voor onbescheiden oogen, terwijl het portret der trot- sche Miss Harford ver weg op den schoorsteenman tel stond tusschen een dozijn andere! Zij vond zonder moeite het huis van den piano stemmer. Hij was een bejaard man, zoo ver over den militairen leeftijd, dat de oorlog hem niet in zijn be roep had gehinderd. Zijn eerste woorden waren, dat hij den geheelen namiddag bezet was en onmoge lijk nog een nieuwe opracht kon aannemen; maar toen hij hoorde, dat men hem noodig had te Can- non Wood, schitterden zijn vermoeide oude oogen van belangstelling. „Cannon Woodl' riep hij uit „Wel, ik heb ge hoord, dat ze daar de oude piano stuk gehamerd had- 1 onmaatschappelijk en «ouden tot een catastrofe kunnen leiden. Direct na da verschijning uit zich de ontstemming over deae meening van MacDonald ln de Engel sche vakvereenlgingskringen en het oordeel over hun rooden minister is lang niet vriendelijk. Lansbury verklaarde, dut hij eenvoudig niet kAn hegrijpen, hoe MacDonald Iets dergelijks heeft kun nen schrijven. De premier moet W6l zeer vermoeid geweest zijn, dat hij zulke dingen kon neerschrij ven, zegt. Lansbury, want ik ken niemand uit de vakbeweging, die gedurende de laatste vier of vijf jaar in die beweging Iets onverstandigs heeft gezien of die van oordeel zou zijn, dat de arbeiders meer j hebben gekregen dan hun rechtens toekomt. De le vensstandaard der mijnwerkers en landarbeiders moet op een redelijk peil worden gehouden en in dien dit alleen mogelijk mocht zijn wanneer allen daarvoor lasten dragen, dan moet dit gebeuren. Enz., enz. HET VERMOGEN VAN HET HUIS HO HEN ZOL- LERN. De Pruisische minister van financiën, dr. Richter, heeft den Landdag een memorandum doen toeko men, waarin do quaestie betreffende het geschil tus schen den Pruisischen staat en het huis Hohenzol- lern over het vermogen van den ex-keizer uitvoerig wordt behandeld. Uit dit memorandum 9tippen we aan, dat de Pruisische regeering den keizer voor het aankoopen van een woongelegenheid in Holland de opbrengst van eenige panden in de Wilhelm- sirasse, die de staat Pruisen aan den rijksficus heeft verkocht, ter beschikking heeft gesteld. Tot Mei 1920 heeft de keizer 32.000.000 Mark en in het Jaar 1923 de tegenwaarde van 24.000 Hollandsche guldens ontvangen. De overige leden van het vroe gere koninklijke huis kregen slechts de rente van hun vrij gering particulier vermogen. Sedert 1 Januari 1924 ontving de gevolmachtigde van het koninklijk huis uit het overschot der „Hof- kammer" ter bestrijding van de ko9ten van onder houd van de leden van het koninklijke huis een be drag van 50.000 goudmark per maand. Zeer uitvoe rig schildert het memorandum het verloop van de moeilijke onderhandelingen, die totdusver naar men weet nog niet tot een •overeenkomst hebben geleid. Bij de in den winter van 1923 weer begonnen on derhandelingen werd van de zijde van de Pruisische regeering een contract voor een nieuwe overeen komst ontworpen, volgens hetwelk de Pruisische staat een groot aantal kasteelen en paleizen in Ber lijn, Potsdam, Koningsbergen, Marienburg. Coblenz. Homburg, Wiesbaden, Hannover, Wilhelmshöhe bij Cassel en vier jachtsloten in zijn bezit krijgt. Het koninklijk huis behoudt in Potsdam het kasteel, verschillende villa's en de burcht Hohen- zollern, eenige kleinere kasteelen en een landgoed. Het bezit van het vroegere koninklijke huis, aan kunstwerken en kunstschatten, die in musea zijn ondergebracht, vervallen aan den Staat. LAGER SPOORTARIEVEN IN BELGIS. In verband met dé aanstaande daling der steen- kol enprijzen overweegt het departement van spoor wegen de mogelijkheid om de sooorwegtarieven bin nenkort te verlagen. Deze verlaging zou ten minste 10 procent bedragen. BROODPRIJZEN EN OVERHEIDSMAATREGE LEN IN DUITSCHLAND. Uit Berlijn, 11 Sopt. De minister voor de volks voeding heeft tot do afzonderlijke staten een cir culaire gericht .waarin hij- vraagt maatregelen te treffen om de stijging dier. broodprijzen met alle middelen tegen te gaan. „8i j'étais roa De woorden zijn bekend genoeg. Zg behoorel thuis bil „ze moesten" en „we zouden". Doch tfei wijl d© zucht naar „ze moesten" wel eeuwig zaü klinken zoolang er een klein groepje is, dat «k dingen in naam van allen regelt, en terwijl er kans is, dat de man van het „we zouden" bü ge legenheid terecht komt in de categorie van hen, die „moeeten", is er al heel weinig kans voor den man, die er voor uit durft komen, diat hij'1 wed graag koning zou willen zijn. Vooral omdat zijn vsi j'étais roi" onvermijdelijk beteekent: Koning, idïe iets te zoggen heeft, Ko ning bij (die genade Gods en niet bij' de gena de van een (al dan niet toeVallige) volksmeerderi heid; v Het vak van „vliegwiel" of ..ornament" is verre van amusant. Vandaag een recntschen, morgen een linkschen riem te mogen draaien is niet zeer op wekkend.* -Ook niet om „ornament" te zijn. Van daag op 'n fier fregat, morgen op 'n modderpraam. Er behoort een zeer speciale opvatting van het leven voor, om heden „mijn geliefd parlement" sa men te roepen voor het aannemen van een redks felrood© en morgen van een serie zwart-reactiom- naire wetten. Vooral om dit met oenigo blijmoedig heid! te doen. Want zelfs iemand1, die er op is getraind, consti tutioneel vorst te zijn heeft toch eigen gedachteiX den en dat een dame er boven op danste om een weddenschap!" De verschrikte oogen van het meisje brachten hem echter terstond weer tot kalmte. „Pardon" miss", zei hij, „dat moest ik niet hebben gezegd. Maar ik en de piano te Cannon Wood zijn jarenlang vrienden ge weest Het was een mooi instrument en het deed mij eenige maanden geleden zeer, toen een van de be dienden, die ontslagen was, mij' vertelde hoe er nu mee omgesprongen werd. Ik kon' het eerst nauwelijks C' x>ven, omdat ik voor den oorlog meer dan eens .ontboden door den fcegenwoordigen eige naar. Bij een gelegenheid was hij tegenwoordig, toen ik daar kwam. En hü praatte een poos met mii. Mijn indruk was, dat hu bijzonder veel hield van goede muziek, en een mooie piano wel zou kunnen waardeeren. Maar jongelieden blijven jon gelieden, en 'deze oorlog heeft heel wat dingen en menschen omgekeerd. Ik vrees, naar wat ik ge hoord heb, toen al die bedienden ontslagen wor den. dat de piano werkelijk is stukgeslagen. In dat- geval kan ik er niet veel meer aan doen. Maar ik zal gaarne naar Cannon Wood gaan om er JiaAr te men." Na zijn scherpen uitval was de man vriendelijk en beleefd: en Esmée kon men, dat hij" brandde van van nieuwsgierigheid. Zij was ook nieuwsgierig, en besloot in de muziekkamer te rijn met Mrs. Neale, als de stemmer daar kwam. "Zü liep snel naar huis at haar lunch zoo haastig, als alleen eed jong schepseltje met een gezonde maag ongestraft kan doen, en was vóór drie uur terug in de por tierswoning. Mrs. Neale wachtte reeds op haar, en samen gingen rij naar het huis, terwijl de oude vrouw naar met trots allerlei bijzonderheden^ aanwees. Esmée verwachtte, dat haar geleidster bij het huls van haar zou scheiden en langs de achterdeur bin nengaan maar zii zeide, dat rij dien kant niet wenschte binnen te komen. „Ik sta niet op een goeden voet met Lusia," zeide zij. „Ik heb liever, dat dat schepsel mii niet ziet binnengaan en mefkt, dat ik u het huis laat zien, miss. Zij zou zeggen, dat dat mijn werk niet is, en onaangename opmer kingen maken. Gibbs is ae eerste uren niet thuis, dat weet ik toevallig, omdat hü bleef staan om een paar woorden te zeggen, eer hü wegging. Giuseppe zal de deur opendoen in rijn afwezigheid. Er zal «oker niemand anders komen dan u en ik en de dtfen Indrukken eigen opvattingen "Eb zoodoende moet een vorst, die zeg nu maar historie li socialist is,i rich voortdurend ergeren aan het feit, dat hem ministers worden voorgezet, die alles Z'jn, behalve dat rij juist de partij aanhaiupm, dip r\ zolf de eenig goede vindt om het wclrlm van rijx volk te behartigen. Een president van 'n republiek staat, als zijn diensttijd langer is dan een wetgevende periode, voor dezelfde akeligheid, doch hij heeft niet „levens lang^' zooals een vorst. Bovendien wordt hij als „eminent staatshoofd" naar boven gewerkt duor zijn eigen partij menschen, die hem geen rol toever trouwen op het wetgevend terrein, doch alleen op dat van het uitvoerend gezag, waar 'n handtoeke- ning en een vriendelijk voord yoldoende rijn. Een vorst hoeft „levenslang" (of tot nem do dienst wordt opgezegd) een hij moet derhalve voort durend rekening houden met allerlei ótroomingen en richtingen in de politiek, die elk op hun beurt rijn fiat vragen voor hun speciale Wensohen en doeleinden. Een president is een werktuig .ter ondeerteeke- ning in de handen der meerderheid en in^ het zeer zeldzame geval, dat hij dit niet blijkt to willen zijn£ in hü een vergissing. Zooals volgens het ver haal Gregorius da Groote als Paus er een was voor hot consistorie dat hem koos en zooal9 Rooeevelt en Wilson, beide als vioe-president ge/ kozen; een strop waren voor de politiek© hoeren^ die uit den aard der zaak het allerhoogst gezag liever toevertrouwen aan een registreor-machine dan aan een levende kracht. Een vorst, als troonopvolger opgevoed, biedt ze kere kansen op bohoorlüke ontwikkeling, op ont vankelijkheid Idee gamoeds, op toegankelijkheid voor inrichten van anderenkortom op het kunnen W ooardeelen van toestanden, menschen en dingen. Dit is riin training. En elk sportbeoefenaar weet, dat training zélfs van een oorspronkelijk, bijna ongeschikt, menschen- lichaam ten slotte iets dragelijks maakt. EeÏÏ president, daarentegen, is ongeschikt als zoo danig in het oog der leiders, zoodra hü ooit blük zou hebben gegeven van anders te kunnen den ken dan het centrale partijbestuur had beslist Als hq ooit bewü's van initiatief heeft verraden, is hij zoo al verloren 1 Si j'étais .roi! Koning, die iets mag doen en zoggen. Koning, die niet is gedwongen élke daad van elk ministerie, dat hij op rijn dak krijgt, to oontrasig- neeren. Koning die fcot_ rijn raadslieden kan en durft zeggen„Zóó en niet anders. En maak dat Ue Volks vertegenwoordiging inziet, (dat dit de juiste, de eenige fweg is! Verdedig dit in mijn naam! Zoo niet, dan zal ik het zelf doen!". .Si j'étais roi! Maar zulke koningen rijn er niet meer. En wat erger is: mogen er niet meer rijn- Koning rijn beteekent in onze dagen: teekeneö wat wordt voorgelegd. Rondreizen en vKendelü'k zijn. Lachen en speechen a&nhoaren, al verga je Van kiespün. Allerlei pakjes aan trekken. Allerlei diners en thee's en dergelijke dingen méemakén. Geld geven voor allerlei doeleinden, die als goed! worden uitgebazuind. En vooral niet laten merken, dat je zelf eenige overtuiging, eenige voorkeur, eenl r gevoel hebt Straks, voor de zesde maai, zal de heer Ruys aan de Koningin de troonrede overhandigen en voor de zesde maal zal de Koningin verklaren, dat Zij zoo bu zonder verheugd je de heerena te rien en té hopen dat ri» zullen meddwtarken om.... heit een of ander. En dan mag Zü aan het touw trekken ter ont hulling van het standbeeld van Haar Grootvader, Rui ter koning, wiens klungelstandbeeld nu wordt vervangen door een afgietsel van hot ding, dat op de Markt in Luxemburg ook al leelnk is. Neder land. dat toch waarlijk niet te veel geld heeft verdaan aan salaris voor zün Koningen, had toch werkeluk aan de Koningin den smaad dienen te besparen, thans een beeld in Haar hofstad te ont hullen. dat in het kleine Luxemburg tot aanden ken aan eten Groothertog reeds zooveel jaren staat. jV8ta?dbeeld van 'n heer te paard mét. de hoed in de hand. zooals er in Londen ook uit den heel- erg democrafaschen tijd, een staat van Prins Albert en een voor Koning George... Uitnoodiiing voor de jeugd om korfbal te spelen. Een standbeeld, door een van de modeheeren op 8 j noer gezet op een plek waar nie mand dan een zelf moorden aar-m-spe het zal kunnen zien. Op (te plaats waar de practisohe zin onzt^ vaderen eerst feen paarden wed en later een urinoir had neer gezet. >fEen standbeeld, waarvan het duidelijk schijnt te znn, dat de neerzettere zelf hert leelük en ontoon-< baar vinden. Si j'étais roi! Welnu dan onthulde jk het niet. Weigerde ik, mik eem,.holde" op 'n koopje. Sfctehfte ik zelf standbeelden yoor mgn voorvaderen, voor zoover ik meende, dat zij er voor in aanmerking kwamen, als middel tot opvoeding van mijn volk in maatschap pelijke en christelijke deugden. Maar ik heb nu eenmaal geen kans! Zelfs niet op het raadsmanschap Rm-- A(h) pianostemmer Tredwell; maar Giuseppe houdt evenveel van rijn landgenoot© als ik, en hü zal er haar niete van vertellen, als ik met u binnen kom." Terwijl rii een oogenblik bü de voordeur wacht ten, tot Giuseppe zou opendoen, kwam de piano stemmer de .laan op en alle drie wenten tezamen binnengelaten. 'Mrs. Neale ging haastig vooruit naar de muziekkamer om ae gordgnen open te trekken, alsof zij nog huisbewaarster was van het oude huis, waaraan zü blijkbaar gehecht was. ioen alles gereed was, werd Miss Alton geroepen; en als de oude vrouw haar zin had gekregen, zou tten de portretten eerst rijn bezichtigd. Tredwell was haar echter gevolgd en was terstond naar do laano gegaan. Esmée hoorde hem diep zuchten en wendde rich van haar cicerone af om te vragen, wat hora scheelde. .*Zie 1dat prachtige jozehcrat nu eens," kermde de paanostommer. „Het varhaal was waar. Kijk, hier zün de afdrukken van hakken. Ik zou zeggen, dat er een olifant op de piano had gedanst." „Onzin, Mr. Tredwell," snauwde de portiers- viouw. ,Blifanten dansen niet op piano's in heeren huizen. Er is eens op een avond een ongeluk met dit instrument gebeurd, doch gelukkig ia alleen de kast beschadigd, dat weet Ik zeker. Begin maar aan uw werk, dan zult u wol rien, dat daar alleft in orde is. D behoeft u niet'te bekommeren om do kast. En nu, iniss, moeten wij beginnen me(t de portretten, of hot zal te duister worden. In den goeden, ouden tijd werden hier lichtkronen mot wel honderd gaskaareen aangestoken, maar dia hebben we nu niet." Esmée gehoorzaamde haar aanmaning. Een blik op de prachtige lichtkronen bewees haar echter, dat de kamer nog niet lang geleden door kaarsen was verlicht, tenminste het kaarsvet was cr nog niet geheel uit verwijderd. Enkele der prisma's waren gebroken. Het leek wel, dacht Esmée, als of er met een steen was gemikt, of dat ze door een kogel waren verbrijzeld. „Het laatste is het waar- 8chünlükste", zeide zü tot zich zelve. „Door een kogel versplinterd. Doch evenmin als er olifanten dansen in hoerenhuizen, gebruiken de menschen lichtkronen als schietschijven." „Dit is het portret van Mr. Richard's vader in jachtkostuum op een leeftijd van een en twintig jaar." legde Mrs. Neale uit, terwijl zü Miss Alton

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 11