ROMMELKRÜID.
S C H A G E N.
nog meerderen, die een goed adres voor bloem,
bollen wenschen, dan kunnen zdj die door mijn
bemiddeling daar betrekken. Dat de bespui.
iting met Parijsch Groen tegen de rups in de
haagdoorn niet geholpen heeft, zal wel komen,
dat te laat gespoten is. Hebt u ook kalk door
het. Parijsch groen gedaan? Zonder dat krijgt
men biadverbrdanding.
RUPSEN IN HUIS.
Vraag 39. S. te Heerhugowaard. en E. te
Edam klagen over een rupsenplaag in huis.
Overal dringen deze rupsen binnen, tot in het
bed aan toe. Overal kruipen ze over en in. Wat
voor rupsen zijn het en waar komen ze van
daan?
Antwoord: De rupsen, die U zendt waren
gTasrupsen, die bepaald met het hooi binnen
gekomen zijn en nu een plaats voor verpop
ping gaan zoeken. Zet u een plank met rupsen-
lijm besmeerd tusschen het huis en d? hooi
schelf in, don kunnen ze niet meer in uw huis
dringen.
K. VAN KEULEN,
Tuinbouwvak onderwijzer.
kleine bijzonderheden.
De kat heeft een fijnen reuk. Legt men een
stuk vleosch naast een slapende kat, dan is
het dier dadelijk klaar wakker, gewaarschuwd
door zijn reukorganen.
Het tandenknarsen vani woede en het te
bergerijzen der haren bij hevige gemoedsaan
doening is volgens Darministen een bewijs, dat
de menschen van dieren afstammen.
Het Japansche volkslied is reeds meer dan
zeven eeuwen oud.
De stroomsterkte van' een bliksemstraal
wordt geschat op 25000 ampère en de spanning
op 500.000 volt.
In 1850 waren in ons land; nog maan 94 post
kantoren, tegen' 14G6 in het jaar 1908.
Do eerste courant verscheen in het Jaar 1558
te Venetië.
De dochter en de dienstbode maakten voor
Don Quicbote een soort bed klaar op den zol
der, onder de dakpannen. Vroeger was dit
„bed*' een etensruif voor de paarden. Ook
stond op den zolder nog oen krib, waarin een
ezeldrijver sliep, en, hoewel bi) rustte op de
dekken van zijn ezels,, toch zag bet er uog
véél beter uit, als dat van Don Quichote. In de
krib van den Ridder legde de dienstbode een
soort matras, waarvan de veeren zoo hard
waren als kiezelsteenen; verder een laken,
zoo stijf als leer, en een paardendeken, waar
van men de draden kon tellen. *t Was aller
treurigst t
Don Quichote legder zich neer, en da waardin
en haar dochter bepleisterden hem van top tot
teen, terwijl de dienstbode, die Maritornes
heette, met een lampje bijlichtte.
„Maar U zit vol striemen", zei de waarin,
,,'t is alsof U veel slagen hebt gehad."
Waren geen slagen", zei Sancho, „maar
de rots had veel puntige uitsteeksels, begrijpt
U, en die hebben de striemen veroorzaakt. Wilt
U voor mij ook een pleistertje bewaren, Se-
nora?"
„Ren je dan ook gevallen?" vroeg de waar
din.
„Neen, dat niet," zei Sancho, „maar toen ik
mijn goeden Meoster zag vallen, ben ik zoo
geschrokken, dat mijn heele lijf er pijn van
doet, vooral mijn rug cn mijn schouders".
„Dat kan heel goed", zei de dochter, „want 't is
Door de treinen van den ondepgrondschen
spoorweg te Londen wordt dagelijks een af
stand afgelegd van twintig maal den omtrek
der aarde.
i
In 1833 is door den Engelschman Thomas
Rinsworth te Goor een weefschool opgericht
Dit is de grondslag geweest voor de Twentsche
textielnijverheid.
Het Engelsche parlementslid Tapling ver
maakte bij zijn dood in 1891 aan het Britsche
museum zijn schitterende postzegolvorzame-
ling van ruim 100.000 exemplaren ter waarde
van drie millioen gulden.
In den inflatietijd heeft de uitgever van een
Beiersch weekblaadje den abonnementsprijs
per kwartaal vastgesteld op 24 eieren, of 6 pond
meel, of 13/4 pond varkensvleesch, of 1 pon^
reuzel, of 1 pond boter naar de keuze der
abonné'a
Onze aardappelenuitvoer bedroeg in 1923
maar eventjes 361.935 ton, waarvan ongeveer
de helft naar Duitse hl and.
i
Een der oudste kanalen van ons land is dö
Vaartsche Rijn van Utrecht naar Vianen, die
in het jaar 1373 voltooid werd', nadat men er
ruim 200 jaar aan gewerkt had. M.
WARE WOORDEN.
I
Het scheppen van droombeelden ia voor ve
len even noodzakelijk als hun dagelijksch
brood.
De geest zonder oordeel is een fakkel in de
hand van een dwaas.
Er zijn oogenblikken waarin het eoo goed
doet zich te kunnen afzonderen.
En ze was zoo bescheiden, dat zij liefst over
zichzelf sprak.
Standvastigheid is een sieraad van het ka
rakter van een man, domheid maakt dit echter
veelal tot koppigheid.
mij dikwijls gebeurd, dat ik droomde, dat ik
van *n hoogen toren afviel. En ik kwam nooit
op den grond terecht. Maar als ik dan wakker
werd, was ik net zoo moe, als was ik werke
lijk gevallen."
„Daar heb je het", zei Sancho, „en nu sliep
ik nog niet eens., maar ik was klaar wakkerl
En daardoor heb ik net evenveel striemen als
mijn Meester, Heer Don Quichote."
„Hoe heet je Meester?" vroeg Maritornea
„Don Quichote van de Manche", zei Sancho,
„hij is een dolende Ridder, en wei de sterkste
en machtigste, die er ooit op deze aarde geleefd
heeft."
„Wat is een dolende Ridder?" vroeg de waar
din.
„Weet u dat niet eens? Een dolende Ridder ls
een ding, dat slaag krijgt en keizer wordt! Van
daag is hij het ongelukkigste schepsel ter we
reld, en morgen geeft hij zijn schildknaap drie
of vier koningskronen", zei Sancho.
„Maar hoe komt het dan, dat Jij, die zijn
schildknaap bent, niet ergens een Graafschap
bezit?" vroeg de vrouw weer.
.Daarvoor is het nog te vroeg", zei Sancho,
„want we zijn nog maar een maand op avon
tuur uit. Maar totnogtoe hebben we nog geen
echt avontuur gehad. Er zijn gevallen, waarin
men het eene zoekt en iets heel anders vindt
Maar dat is waar: als mijn Heer Don Quichote
van zijn wonden geneest, en als ik weer recht
groei, dan zou ik mijn vooruitzichten niet voor
Vervolg.
i
Van later datum is waarschijnlijk wel de
Schager Wiel, want in die tijden legde men
de dijk nog aan de landzijde van het gat, dat
door een doorbraak ontstond. Eerst later, na
vestiging van 'i grafelijk gezag kon een sterke
arm het beletten, dat een ingeslagen „wiel"
een blijvende buit van de zee werd, en dat
dijkverstoeling binnenwaarts noodig was. Dat
toch de historie het ontstaan van de Schager
Wiel niet meldt, is wellicht daaraan te wijten,
dat 't daar ter plaatse toch al zeer moerassig
en waterachtig was
Daarom was de vorming van onze 6 M. diepe
Wiel waarschijnlijk slechts een verdiepen van
een reeds bestaand: water, waardoor het veel
minder indruk op de bewoners gemaakt zal
hebben.
Dat Comelis Bok kordaat de Allerheiligen
vloed als datum v. h. ontstaan van de Wiel
opgeeft, hoeft ons niet van de wijs te brengen.
Hij is een romanschrijver en een dichter en
een stokoud' Duitsch spreekwoord zegt al:
Dicht era zijn leugenaars. (Dichter sind Lügner)
In de kern van zijn scheppingsverhaal had
de oude chronieksohrijver dus wel gelijk, als
we het maar z8Óv willen opvatten, dat Schagen
langzamerhand ontstond, omdat de reeds be
woonde höegten itt belangrijkheid gingen toe
nemen en zoo overwicht kregen op de naaste
omgeving, en er de menschen vandaar naar
zich toelokte.
Dat werkelijk een groot aantal van deze meer
of minder hoog® Kagen aanwezig waren, blijkt
wel uit 't aantal namen, waarvan nog verschei
dene bij de inwoners en vooral bij ingewijden
in polderzaken van dorp en den polder
Schagen bekend zijn. Dirk Burger geeft op de
Schingkaag; Oogter Kaag Wester Kaag, Oude
Neskaag; Nieuwe Neskaag; Ooster Neskaag; La
ge Dijkerkaag; Moasel Kaag; Oude Kaag; Kre-
linger Kaag; Harme Kaag; IJse Kaag; 01-
driaans Kaag; Meer Kaag; Wester Meerkaag;
Ooster Kwartelkaag; Wester Kwartelkaag.
Trouwens, ook wij kennen nog verscheidene
«au de hoogten, als de Oude Kaag, de Dorpen,
't Hoog, de Witte Paal, Krisje-Werf, Hemke-
Werf, Avendorp, en nog meerderen, om de
het grootste riddergoed in Spanje willen rui
len."
Bij dit gesprek luisterde Don Quichote op
merkzaam toe. Hij ging zoo goed hij kon zit
ten, nam de waardin bij de hand en sprak:
„Geloof me, edele burchtvrouwe, en gebied
ster, U kunt U gelukkig prijzen, dat U onder
dak verschaft aan mijn bijzomderen persoon,
dien ik niet zal roemen, want eigen roem
stinkt, zegt men. Mijn schildknaap zal U meer
van mij vertellen. Ik zeg U dit: eeuwig zal de
dienst, dien U mij bewijst, in mijn gedachten
blijven; zoolang ik leef, zal ik U danken!"
De waardin was verbaasd door deze woor
den. Ze begreep er net zooveel van, als had Don
Quichote Grieksch gesproken. Toch meende
ze, dat de Ridder* die zoo sprak, een zeer ge
leerd man moest zijn, en vol eerbied, met een
diepe buiging, ging ze weg, üswijl Maritornea
Sancho ging verbinden.
Na een poos scheen alles in diep® rust,
„Scheen", want nóch Don Quichote, nóch San
cho, konden slapen, zooveel pijn leden ze....
Beneden in den herberg sliep een veldwach
ter. Hij hoorde 't klagen en steunen boven
zijn hoofd en wilde eens gaan kijken, wat er
toch aan de hand was.
Voorzichtig, op zijn teenen, ging hij naaj» bo
ven
I
Wordt vervolgd.
voornaamste, de Hoogzij, niet te vergeten, wel
ke laatste wel tegen de Schager meer, die zich
ten zuiden van 't dorp tot de Witte Paal, de
weg van Bonkelerdijk, Tjallewal en de Bree-
kom uitstrekte.
éniTMCKS A:IOOO-
Nu mogen we natuurlijk ook weer niet te
ver gaan en niet vergeten, dat de menschen,
Ide natuur hier en daar wel oen handje ge-
nolpen zullen hebben met 't maken en H ver-
hoogen van hoogten en kagen, van dijken én
kaaien, 't Is niet te verwonderen, dat ze„ toen
Schagen zich meer en meer tot een dorp be
gon te concentreeren, de Hoogzij verhoogd zul
len hebben, om beter tegen de golven van de
Schager meer beveiligd te zijn. En wat ligt
meer voor de hand, rinrr dat ze de voornaam
ste huizen boven op die Hoogzijde gingen bou
wen, waarvan weer de Heer zich eenige eeu
wen later 't hoogste punt voor z'n adelijk slot
uitkoos. Zoo kunnen we dus de Hoogzij wel
als de oudste „straat" van 't aloude dorp be
schouwen (gracht).
't Is ook wel te begrijpen, dat ook de min
dere man, die niet op de Hoogzij een huis kon
hebben, ervoor begon te voelen, om droog te
wonen, zoodat aan alle bedreigde zijden hooge
kaaien van zeewier werden opgericht, die ge
deeltelijk meteen de sch.;/ rsche toegangswe
gen tot het zich ontwikkelende dorp vormden.
De rooie dijk, de Nes, en de Nesdijk, wellicht
ook de Oude Hoflaan, waarover later meer,
zij vormen er sprekende voorbeelden van. Het
best vertoont nog de Oud® dijk het beeld van
een vroegere wierdijk. Immers, waar elke mo
derne dijk aan den binnenkant stijl is, terwijl
juist de buitenkant een zachte glooiing ver
toont, waarop de golven doodloopen, vóór hun
kracht zich op eenigen tegenstand kan botvie
ren, waren onze vooroudere nog niet zoover in
t maken hunner waterkeeringen en bouwden
zij steile rechte kaden. De doorsnee van den
Oude dijk nu, die iedereen dagelijks kan be
kijken, vertoont op een versch sneevlak duide
lijk hert tegenwoordige dijkprofiel, terwijl juist
de oudste wierkern, dié zich soms zeer duide
lijk van de kleirest afscheidt, gemakkelijk doet
zien, dat de tegenwoordige dijk is opgeworpen
op zoo'n oude, primitieve kaai, die keurig het
beeld geeft, van een heel, heel oud dijkprofiel.
Hoewel 't land hier dus nooit werd ingepol
derd, wat ook blijkt, omdat de polder aan den
O-kant heele maal open is, en t geheel tot 't
zoogenaamde „oude land" gerekend wordt, zoo
als aan de grillig kronkelende hooggelegen
wegen, die zich als he<t ware een baan. moesten
breken door het water, duidelijk te zien is,
ontstond toch, als direct en noodzakelijk ge
volg van den groei van het dorp de welbe.
schermde, weldra bemalen polder Schagen, die
een veilige woonplaats bood,, wat op zichzelf
weer niet weinig bijdroeg tot den groei van het
dorp.
*t Hoeft ons dan ook niet to verwonderen,
dat het reeds in de tiende eeuw officieel ge
noemd wordt, als Graaf Dirk II in 989 de Ab
dij van Egmond, een stuk land geeft, bij Scha
gen gelegen.
Nog een andere reden, was er, die Schagen
van1 een gehucht zonder beteekenis tot een
werkelijk dorp zal hebben verheven. Bn dat is
z'n politiek gunstige ligging, een natuurlijk
stersterkte vesting, een (West-Friesqjie waterli
nie in optima forma.
Toch was t deze gunstige, ligging, die de
Schagenaren tot 'n politieken weerstand ver
leidde, die het voor vele eeuwen, eigenlijk tót
nu toe, onmogelijk maakte, dat het zich tot een
echte stad ontplooide.
Wordt vervolgd.
het dagelijksch werk in cijfers.
Wij vormen er ons meestal geen juiste voor
stelling van, welke arbeidsprestatie er noodig
is, om de dingen voor dagelijksch gebruik,
onze kleeren, huizen, enz. te vervaardigen.
Daarover worden in een Amerikaansch tijd
schrift merkwaardige dingen verteld, en paar
gebreide sokken, gelijk die door mannen ge
dragen worden, bevat gemiddeld 100 rijen ma
zen, waarvan elke ongeveer twaalf centimeter
lang is. Iedere rij maakt gemiddeld 102 bewe
gingen met de breinaald noodig, zoodat voor
het breien van een paar sokken met de hand
ongeveer 40.000 verschillende bewegingen met
de naald moeten worden gemaakt De vervaar
diging van lange kousen vereischt natuurlijk
nog veel meer werk. De sleep, die koningin
Mary van Engeland bij haar kroning ten ge
schenke werd gegeven, bevatte 51/4 millioen
steken. Op een tentoonstelling werd onlangs
te Londen een toilet geëtaleerd voor welks
vervaardiging 30 K.M. draad' was gebruikt.
Een schilder, die zijn schilderijen maakt met
afzonderlijke streken vah het penseel, brengt
het daarbij tot een zeer aanzienlijke arbeids
prestatie. Een heer, die zijn portrdt door twee
verschillende kunstenaars liet schilderen, ge
troostte zich de moeite, het aantal streken, dat
ieder met zijn penseel deed, vast te stellen en
bij kwam tot de slotsom, dat ieder van hen
ongeveer 20.000 streken met het penseel op het
doek had aangebracht. Bij een typiste heeft men
waargenomen, dat zij dé toetsen 775 maal per
minuut met haar vinger» aanraakte. Een be
kend advocaat hield eens een redevoering dl®
14 uur duurde, en waarbij hij 9000 woorden per
uur sprak. Hij had dus na afloop van - dez®
oratorische prestatie 124800 woorden over zijn
toehoorders uitgesprocid. Door het meten van
de passen, die bij bepaald werk worden ge
daan, heeft men waargenomen, dat een keuken
meid, om dagelijks drie eenvoudige maaltijden
te bereiden 2093 stappen moet doen; het ont
bijt eischt er 446, het twaalfuurtje 661 en die
voornaamste maaltijd' 998.
het gebruiken van postduiven df
den ouden tijd.
De Egyptenaren schijnen reeds in de grijze
oudheid postduiven gebruikt te hebben, zij na
men op hun zeereizen duiven mee en zonden
ze op hun terugtocht naar het vaderland voor
uit om hun komst te melden.
Bij de Grieken werden er duiven meegeno
men naar de Olympische spelen om door haar
den uitslag van de wedstrijden te laten over
brengen. In een vers van den Griekschen dich
ter Ahacreon, die in de zesde eeuw voor onze
telling leefde, wordt de postduif genoemd.
Ook de oude Romeinen gebruikten duiven
voor het overbrengen van berichten. De Ro_
meinsche schrijver Aelianus vertelt, dat Tau.
rosthenes, toen hij naar Griekenland rclwto,
om aan de Olympische spelen doel te nemen,
een duif uit haar nest medenam, die hij na
afloop van den wedstrijd, als het toeken, dat
hij de overwinning had behaald, een strook
purper om den hals bond. Hierop liet hij ze
vliegen, en nog denzelfden dag vernam de va.
dér van den overwinnaar do goede tijding. Ook
hadden de toeschouwers vaak duiven bij zich,
die zij met een bericht naar hun huisgenooten
zonden.
Do Romeinsche schrijver Plinius de Oude
vermeld* het gebruik van „briefduiven" in
den oorlog. Toen namelijk in 43 voor Christus
Antonius de stad Mutina belegerde en Decinua
Brutus ingesloten hield, onderhield deze brief,
wisseling met Hirtus, een ander tegenstander
van Antonius, die zich op eenigen afstand van
die plaats bevond. Plinius schrijft hierover.:
„Wat baatten Antonius de diepte der grachten,
de waakzaamheid der troepen, de netten, die
over de geheel© breedte der rivier waren uit
gespannen, als de bode zijn weg door de lucht
nam?"
Algemeen beroemd: was de inrichting van
het duiven-postwezen in de oude Syrische han
delsstad AUppo.
Van de volken in Europa maakten deTu ken
wel 't meest gebruik van den kleinen gevleu-
gelden brievenbode. Sultan Soliman» liet *n'
duivenpost tuaschen Konstantinopel en de
Hongaarsche stad: Ofen, die hijin 1541 veroverd
had, inrichten. De afstand tuaschen deze beid»
steden, welke 170 mijl bedraagt, werd door de
postduiven in 24 uur afgelegd.
Toen de Spanjaarden in 1573 Haarlem had
den ingesloten, onderhield Prins Willem ver
standhouding met de belegerden door middel
van postduiven, en evenzoo in bet volgende
jaar bij het beleg van Leiden. R. NwbldL
oude uit leisteen,
In het American Engenoering and Mening
Journal, komt een artikel voor over de olie
winning uit leisteen. De schrijver, mr. G. Wae_
lace, geeft daarin een overzicht van den stand
van zaken in verschillende landen, waar h|)
leisteenbeddingen bezocht.
In Engeland komt oliehoudend leisteen voor
in verbinding met steenkool. De beddingen sijs
van geringe dikte en exploitatie kan alleen t*
zamen met het winnen van steenkool loonend
worden. Toch leveren sommige terreinen 60 a
80 gallons olie per ton.
De leisteenvoorraden in Schotland zijn bij
na uitgeput
In Frankrijk bestaan verschillende bekends
leisteenvelden, bet belangrijkste is dat in hel
bassin d'Autumois, met een oppervlakte van
ongeveer 24.000 HA. De voornaamste ader heeft
een dikte van 9 voet, en levert circa 23 gallons
olie per ton. Zij omvat 150.000.000 ton leisteen,
die voor exploitatie in aanmerking komen.
In Spanje zijn verschillende beddingen, die
de nu'gelijkheid' van exploitatie bieden, dank
zij de hooge invoerrechten op petroleumpro-
ducten. Het belangrijkste terrein ligt in de na
bijheid van de haven van Castello; het heeft
een lengte van 1H mijl en wisselt in breedte
van 1/4 tot 11/4 mijl. Hier levert de leisteen on
geveer 20 gallons olie per ton.
De belangrijkste leisteen-beddingen ln Euro
pa vindt men ln Estland. De lel is hier rijk aan
olie. maar de explotatie is moeilijk, omdat de
leisteen zich niet leent voor een bewerking in
retorten, waarin hij zacht wordt en een on
doordringbare massa vormt. Proeven die er ge
nomen werden beloven goede resultaten en
het is wel waarschijnlijk, dat Estland In de
naaste toekomst belangrijke hoeveelheden ruwe
leistoen.olie zal produceeren.
De leisteen-voorraden hier strekken zich uH
over 772 vierkante mijlen. De regeering exploi
teert een gedeelte, en gebruikt de steen als
brandstof in cementfabrieken «nop de spoorweL