Van dit en vi dat en van alles wat! 1 Yoor de Kinderen! DAMRUBRIEH. 1JÉ üj Hf Hf üf lU H H SP iü HÉ Hf 8 B B B m H B iü 8 i m 8 iü 13 3 lil Hf 1 EI K3 S El 8 Even laehen. fc 0 m 0 0 M m fi m iü m m Bijvoegsel der Schager Courant van Donderdag 30 Oct. 1924. No. 7529. *1 Werd iemand' vroeger plotseling rijk, zonder dat men wist waardoor, dan iheette hot al spoe_ dig, dat hij zijn ziel aan don duivel verkocht had. Voor klokken was de duivel bijzonder bang, voor gewijde klokken althans. Maar ongedoop te klokken waren vaak een welkome buit voor den booze. Zoo wordt verteld van het klooster Sint Odolf bij Stavoren, dat men daar vergeten had de klokken te wijden. En honderd jaar la ter vloog de duivel in woeste vaart naar den toren en slingerde de klokken er uit. Zij kwa men terecht in do Fluessen. En soms hoorden de visschers midden in den nacht een dof go- bim onder het jvater. Dan was de duivel bezig de klokken van Sint Odolf te luiden. Een soortgelijk verhaal vertelt ons, dat de klokken van Driel bi) Locham door den duivel in een paar plassen geslingerd werden, die nog de duivelskolken genoemd woyden. De duivel draagt in den volksmond ook nog andere namen, zooals: zwarte piet, blikskater, bokspoot, deksel, duker, donder, drommel, droes duivehaler,, heintje, hlnkepoot, nikker, joost, pikhointje, d'olle, h&nskcn, enz. Merkwaardig is ook, dat er in volksrijmpjes zoo vaak sprako is van de vrouw, moedor of grootmoeder van den duivel. Een Venloosch aftelrijmpje luidt: Ter duvel zien vrouw ging wortel© schrabt», Ze wist neet woa zo 't mets meus pakko, Ze pagdo 't hij, ze pagde *t doa, Ze pagde ter duvel bij de hoar. M. ANALFABETEN EN DE V. 8. Verschenen is een rapport van de analfa beten-commissie der nationale vereeniging voor opvoeding waaruit blijkt dat er in de Ver- eenigde Staten nog ongeveer 4.932.000 niet kun nen lezen of schrijven. Van dit aantal zullen er 4.333.000 aan de presidentsverkiezing deel- j nemen. Volgens een commissie is de meerderheid van deze analfabeten geboren Amerikaan en niet immigrant. Vastgesteld is dus, dat er bijna 5 millioen analfabeten zijn, dooh waarschijnlijk is bun aantal dubbel zoo groot. Op een inwoneTScijfer van 110 millioen maken zij derhalvo 9 a 10 pet. der bevolking uit. TWEE UITHANGBORDEN. Op een dorp in een der zuidelijke provinciön zag men in 1825 twee uithangborden. Een ervan hing bi), een pruikenmaker, Absa. lon was er op geschilderd, zooals hij met zijn weelderig haar in de takken van een boom verward raakto, waarbij zijn paard doorrende en hij het kind van do rekening werd. Daaronder stond: Zoo moeten zij varen, die geen pruiken dragon. Een eindje verder zag men bij een haarsnijder een drenkeling op het bord geschilderd. Een Newfoundscho hond schoot toe, beet in 's mans pruik en zwom ermee naar den wal, aoodat de man verdronk, terwijl zijn pruik werd gered. Hieronder stond: Zoo moeten zij varen, die pruiken dragen. Man: „Dat weet ik niet, maar ik vermoed wel, dat ik een nachtmerrie zal krijgen van den prijs." TROOSTRIJKE GEDACHTE. Vader tot zijiu schreiend kind, dat niet slapen wil: „God zij dank, dat we niet in Groenland wonen, waar de nacht izes maanden duurt" DE VERKEERDE Bedelaar: „Mijnheer zou u mij een dubbeltje willen geven om iemand van den hongersnood te reddden." Aangesprokene: „Man je bent wel aan een verkeerd adres, ik ben bedienaar ter begrafenis" EEN FORD-MOP. Gestrande automobilist (uren ver van de be woonde wereld): „Neem me niet kwalijk mijn heer, maar m'n wagen is kapot. Weet u iets van Fords af?" Andere automobilist: „Spijt me verschrikke lijk, mijnheer, maar ik weet niets van een Ford af, behalve natuurlijk eer^ paar verduiveld goe de moppen." KLEINE BIJZONDERHEDEN. In 1894 werd de eerste wegwedstrijd met auto's gehouden, op het traject Parijs-Ronaan. Deze afstand werd van 300 KM. werd toen door den winner gereden in 5 uur en 45 min., dus met een gemiddelde snelheid van 53 K.M. per uur. In1 oude geschriften staan soms malle dingen. In een geschrift uit de 17de eeuw wordt in al le ni ennst medegedeeld, dat in1 Schotland eenden en andere vogels als bladeren aan de hoornen groeien. Onder de regeoring van Ladewijk XÏÏV wierp men te Parijs het vuile water en alle huishoudt afval maar zoo uit het raam op straat. Pas in 1780 werd het door de politie verboden, Tn 1868 is de eerste kabelverbinding in 8- schen Engeland en Amerika tot stand geko men; oen kabel van meer dan 4000 KM. lengte. In 1920 is men in den Gelderschen achter hoek opnieuw met peilboringen begonnen van- weg© den Rijksopsporingsdieost van delfstof fen. Men heeft tot 1248 M. diepte geboord en zeven steenkoollagen van meer dan H M. dik te aangeboord-; sommige lagen waren 1.70 M. dik. Er zijn tegenwoordig machines, waarmede de innerlijke emoties van een mensch gemeten en geregistreerd kunnen worden. I I In 1586 ls in ons land de eerste papiermolen opgericht door Hans van Aelst en Jara Lu- paert, te Dordrecht. DAT WAS -T ZELFDE. Matroo9 (pas thuis van een groeten kruis tocht) tot een dame: „H Spijt ine, Hefie, ik heb al m'n best gedaan om een aap voor ]e mee te brengen, maar het is me niet inagge lukken." Opgetogen vrouw: „O, dat doet er niel toe.... Ik heb jou immers." OM VAN* TE DKOOMEN. Vrouw (nieuwe japon aanpassend): „Vind Je het niet om van te droomen, lieve?" Europa verbruikt 2000.000.000 lucifers. eiken dag ongeveer De staat Birma in Achter-ïndië heeft een jaarlijkschen regenval van 15 meter. De diamantindustrie heeft zich na de ver overing van Antwerpen in 1570 van deze stad naar Amsterdam verplaatst De gemiddelde mensch heeft op vijftigjari gen leeftijd 6000 dagen geslapen, 6500 dagen gewerkt, 1500 dagen gegeten, 800 dagen gewanL deld, terwijl hij 500 dagen' ziek is geweest. Als de mieren des zomers hun nesten groot er en sterker maken, is dit een toeken, dat er een koude winter zal komen. In de kathedraal Notre Dame d' Afrique te St Eugène hij Algiers is de Heilige Maagd voorge steld met een zwart gelaat. M. Verzoeke alles betreffende deze rubriek te zenden aan C. Amels Wz, WtakeL Deze week een 2-tal partijfiragmenten uit de Hoofdklasse van den Ned Damband, bord 1 V. A D. en D. O. S., Amsterdam. No V ZWART. g - Ei H im WIT. Stand Zwart, 8 schijven, op: 1 15 17 18 19 22 23 2a Stand Wit, 8 schijven, op: 20 30 82 36 38 39 40 46. Als laatste zet had Wit 34—30 gespeeld. De aangewezen zet was 3227, wat zoor sterk spel gaf. Zwart speelde hier natuurlijk; 13—18. De Witte stand is zeer hachelijk. Het beste is verj moedelijk 26—21, Zwart 17:26, Wit 39-33, Zwart 29-34, Wit 3039, Zwart 26—31, Wit 36 27, Zwart 22:31, waarop Wit 32—27 een offer brengt om nog door 38—32 een remise Ve-ng te maken, i na. a, ZWART. i 0, 5 6 IS 11 11 15 16 0 0 WW, '20 21 25 26 m 30 31 3 'mi m 35 36 40 41 '/JUUA m 45 46 50 WIT. Stand Zwart, 7 schijven, op: 1 15 17 18 19 23 29. Stand Wit, 7 schijven, op: 26 30 34 38 40 42 45. Als men stand No. 1 nog eens opzet en men speelt het volgende, dan krijgt men de volgen de mooie winst, gemaakt door Zwart, den heer L. Onderwijzer, D.O.S. Wit 34—30 Zwart 13-18, Wït 30-34, Zwart 22—28, Wit 36 31, 7/wart 28 37, Wit 31 42, Zie partijfragment No. 2. Zwart wint nu heel mooi 1721. Wit 26:17, Zwart 16-22, Wit 17:28, Zwart 23 43, Wit 34 14, Zwart 43-48. DE WOONWAGENBOND. (Er is in beginsel besloten tot oprich ting van een bond van bewoners van woonwagens.) Wat gaan julile nu beginnen, Vrije kerels van de straat, Vrijgevochten arme broeders, Wank'le stutten van den Staat? I Vragen jullie „ook al rechten En door middel van een Rond, Laat de maatschappij toch kletsen, Houd je haaks en blijf gezondII Jullie moeten goen statuten. Dat gaat boven jullie pet, Wat heeft nu een toffe jongen Aan een ongezonde wet?! Breng toch niet in je bestaantje Voor je leven lang de klad, En bedenk bij al je armoe, Vrijheid is Je grootste schatl! Laat de and're stumpers tobben, Met hun loon en met hun stand, Met de "honger en het onrecht, •En een weggestooten hand, Bind je niet aan reglement, Met veel dwaasheid volgepropt, Jullie hebben wel je broodje, Waar je trouwe wagen stopt. Recht en wet en al die dingen Zijn voor jullie niet gemaakt. Dacht je, dat je recht op rechten Iemands kou we kleoren raakt? VAN ALLES EN NOG WAT. VL Blijf je eigen heer en meester Op je eigen houten grond, Jullie hebben niemand noodig, Noch een baas en noch een Bond! Vrije kerels wees verstandig, Zet die dwaasheid uit je kop, In zoo'n Bond gebonden leven Blijkt voor jullie toch een strop. Houd je bij je vrije wagen, Trek je meest vrijpostig snuit En lach uit je achter-raampje, De gesjochten wereld uitll October 1924. Alle rechten voorbehouden! KROES. PLANTEN IN KAMER EN TUIN. 60. WIE DOET ER MEE? Er bestaan voor de liefhebbers van bloemen een aantal van die mooie werkjes, die ieder moet lezen. Ik noem hier de titels: Eenjarige sier- en snijbloemen, Bloementeelt in kleine tuinen, Onze mooiste kamerplanten; Tulpen in kamer en tuin; Hyacinthen in kamer en tuin; Iressen; Het rozehboekjo, em, Om die nu onder ieders bereik te brengen, doe ik hier een voorstel. Voor gezamenlijke rekening koopen we een aantal boekjes en teder die zich op geeft, krijgt eens per maand zoo'n boekje thuis gestuurd. Ik zou willen voorstellen, dat men daarvoor 2 dubbeltjes inleggold betaalt Ik ver wacht dus nu vele brieven, inhoudende 2 post zegels van 10 cent. En- hoe meer dat nu sturen, hoe meer boekjes we kunnen aanschaffen EEN INTERESSANTE QUAESTÜK De heer D. Appel Kern. te Wiukel schrijft: „Ik ben van beroep horlogemaker-opticien ea wordt vaak t>ij> mijn klanten ontboden, voor ont denzoek der oogen. In een mijner boeken heb Ik gelezen, dat ar voor het menschelijk oog een gevaarlijke plant bestaat. Die behoort tot de planten familie Pri mula's. De hier bedoelde plant is de Primula Optica en het 9tuifmeel dozer plant hooft de eigenschap ziekte dor oogen to doen ontstaan, Bij de menschcn, die soms onbowust lijklen aam hun oogen, zonder te weten door welke oorzaak dit komt Aangezien ik citeer hetgeen ik golerxjn bob, zou ik toch gaarne willen, dat er iemand! nndorU dan mijn persoon was, die weot mede te don* len, wat hiervan waar is. Ik wend' mij dus tot u of u soms iets ermtnord deze plant weet mede te deelen. Mlssohlon wilt u het in de courant plaatsen. Dan kunnen art, deren er ook hun ervaringen eens van modo- deelen." Ik voldoe hierbij aan het verzoek vaö don heer Appel, omdat deze quaestie mij wel ir*. teressant lijkt Ik wil hierbij het volgende opc merken:D© Primula Obconica (niet Primula Op tica„ zooals de heer A. schrijft, 'l>ohoort tot do Primulncrae). De naam 01>oonica botook.cn t omgekeend eivormig, wat op de bladeren ziet De plant heeft inderdaad het vermogen ontste king der huid te veroorzaken, maar dat zij hel speciaal op de oogen1 zou voorzien hébben, daarvan is mij niets bekend. De volgende woorden beginnen allemaal met een b: Bij bekwame bierbrouwers, bekomt Bart Bek kers best belegen Bockbier. Bierhatonde broe ders beweren bewijlen bijster brutaal: Beiersch Bockbier bekomt beroerd, benevelt, bedwelmt, brengt buiten benul, bevordert breedo bolle bcmbuiken. Bacchushatende broeders beschim pen boosaardig Bart Bekkers Beiersch bock bier! Bier-minnende broeders, blijft bestellen, blijft begunstigers, blijft bier drinken bij Bart Bek kers. bierhuishouder bij Baden. Ingezonden door A H. to O. Niedorp. Volgende week plaats ik de zinnen van do vriendinnen van Oudkarspel. i Op verzoek van velen pen nieuwe „wandje. Mnfl" door Schagenl Tk sta bij de overblijfselen van eon oud bouw werk. Ik ga rechtuit, en vervolgens rechtsom. Tk kom in een' breede straat en ga na een poos. je weer een hoek om. Ik kom langs een paar bruggen, ga steeds verder, tot ik eindelijk wei landen zie, en in, de verte een paar torens. De weg begint te bulgen. Tk ga steeds verder, sla weer een hoek om en kom op een weg, waar weinig huizen staan, hoewel er toch aardig ge bouwd wordt. Steeds rechtuitgaande, kom ik langs een bank, een groot gebouw, mooie hui- j zen, ga eindelijk rechtsom, en kom^veer buiten H dorp. Als ik doorloop, zou ik terecht komen in...? 1. Waar ben ik begonnen? 12. Welke straten heb ik gevolgd? 3. Welke bruggen bedoel ik? 4. Welke torens zie ik? 5. Waar buigt de weg? 6.* Welk gebouw passeer ik? 7. Waar eindig ik ongeveer? TOEGEZONDEN LIEDJES. Pinkster: Een edel jonkheer, Hij was weldersgemoed, En hij droeg er oen gouden krans ommer zijn hoed, HIJ droeg er eon gou-gouden krans ommer zijn hoed, Hupsch en de tweede was fijn, De derde schonk mij er een kransje olijn, De derde schonk mij, mij er een kram je olijn. De klokjes, die luiden, Luiden van klein erf'lot groot, En ze zeiden: de goudesmidsdochter is dood. Ze zeiden: de gou-goudoamidsdochUir ia dood I Hij had er een wan Wandelstok inder zijn hand, Daar reee hij mee door t Morgenland. i We zullen haar begraven. Begraven die schoono blom, Zij is er gewasschen met bladen rondom En keer je nou nog ere is om, Is dat geen mooie Pinksterblom? (Dit laatste versje wordt ook nog wel oer* anders gezongen. Er komt iets in voor v<m S'rooi over die schoöne bruid. Wio weet ft jatu des?) Sint Maarten. 1. Sinte Maartenskeuveltje, Met je rood-rood reuveltje, Met je rood-rood rokje aan, Dan kamt Sinte Maarten n/yn, Door 't Mo rr ogen land, 't Land' leit voorder mijn deur, DY staane drie hupsche mooi meisjes veur, D'r staan drie hup-hupsche mooimeisjee veur. De eene was hupsch. Sinte Maarten had een koe, Die kwam alle Heiligen toe, Niet te vroeg of niet te laat, Als de klok zes uren slaat Zes, zes uren, De meisjes moeten sohuren, De jongens moeten water halen, Want de kippetjes moeten drinken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 5