ROMMELKRÜID.
leen. Ik laat liet dus aan de jeugd o,ver om
moe te doen, anders vervallen do raadsels
voortaan. Hier volgt nu:
PRIJSRAADSEL 2.
Van do nieuwe serie. De prijzen bestaan
thans weer uit de mocie boekjes over Planten
in Kamer en Tuin. Bij het opzenden der op
lossingen moet men maar weer opgeven wel
ke van de boekjes men wenscht. Ik zal dan in
tijds bekend maken, tuschen welke men kie
zen kan.
Het geheel bestaat uit 26 letters en is een
sp rook woord aan den land- en tuinbouw ^ont
leend. i
De meeste groenten moet men voor het eten
20 18 20 5 26.
De 7 2 14 21 is een visch, die toebereid heer
lijk smaakt.
In- Noordholland 1 13 9 24 11 het bijna altijd.
3 22 8 10 vleesch smaakt niet.
Men moet weten te geven en te 6 16 4 25 17.
De meeste kinderen hebben de 15 23 12 25 14
5 17 gehad.
Gij- 19 18 20?
MEDEDEELINGEN.
Do hoer W. Roggeveen te Lutjewinkel schrijft:
Namens mijn vrouw dank voor uw raad in
de Schagcr Crt. Zij heeft op 't oogenblik een
Cyclamen in vollen bloei. Verleden jaar heeft
ai} u de behandeling gevraagd.
Degelijke mededeelingen doen den moed er
weer in houden. Laat ieder schrijven hoe hij
of zij het maken met hun planten. Dat is pret
tig voor schrijver en lezers.
K. VAN KEULEN,
Tuinbouwvakonderwijzer.
WARE WOORDEN.
Dengenen die wij het hoogst en dengenen
die wiji het laagst taxeeren nemen wij niets
kwalijk.
Menigeen houdt van dieren alleen omdat
hij" ©r geen mededingers in ziet
v
Op de Jacht naar eer verliest menigeen zijn
eigen eer.
I
Waarom eet gij alleen aardappelen?
Clisieren regende het, maar heden heldert
dc iucht op.
C plcasingen zenden naar L. Roggeveen, Spui
07. den Haag.
I
De avonturen van Jonker
Don Quichote.
Vervolg.
XV.
„Waar zal ik mijn ezeltje zetten, zoodat ik
bet na den slag terugvinden kan?" vroeg San-
cho. „Want het is toch geen gewoonte, zou ik
denken, om op een ezel gezeten, te gaan strij
den!"
„Dat is zool" zei Don Quichote. „Laat het
beest maar loopen. Het doet er niet toe, of we
hem na den slag terugvinden, want we zullen
zooveel paarden veroverd hebben, dat ik hard
begin te vreezen, dat Rossmante kans heeft
Dm voor een ander ros verruild te worden.
Maar luister nu goed, Sancho, dan zal ik je
de voornaamste ridders uit beide legers noe
men; ga met me mee op dat heuveltje; dan
kunnen we beter zien!"
Zoo dedon ze. Don Quichote en Sancho konden
nu duidelijk de beide troepen schapen waar-
hemen. Don Quichote sprak:
„Do Ridder die je daar vooraan ziet rijden,
in die gele wapenrusting, met een leeuwenkop
Beter dat 't kind. schreit, dan dat de moedor
zucht
i
Het leven is een heuvel. Zoolang men stijgt
ziet men slechts den top en gevoelt men zich
gelukkig. Maar als men de kruin bereikt heeft
en de helling ziet naar beneden, beseft men
dat men het einde tfadert: den dood. Het stij
gen gaat langzaam, het dalen snel.
De ware liefde uit zich minder door woor
den dan door daden.
DE STAMVADER VAN MENS OH EN AAP.
Die moet volgens een oude Timoreesche le
gende dezelfde geweest zijn.
Men vertelt er, dat heel lang geleden een
volkshoofd met drie zoons op Timor woonde.
De oudste zoon werd door zijn vader als
boodschaplooper gebruikt. Steeds was de jonge
man in touw. Hij moest voor zijn vader beve
len overbrengen naar de verschillende stam
hoofden en naar ander© onderhoorigen.
Dit voortdurend druk bozig zijn, dit heen en
weer loopen, altijd maar her. en derwaarts
gezonden te warden, beviel hem, volstrekt niet.
Het begon hem geducht te vervelen en zoo nu
en dan bleef hij opzettelijk lang weg. De vader
vond dit heel erg en onderhield hem er meer
malen over, zonder dat het veel hielp.
Toen het.nu eens gebeurde, dat de zoon een
paar maanden uitbleef, werd het volkshoofd
zoo boos, dat bij zijn geweer nam om hem
dood te schieten.
Terwijl bij op den ongehoorzamen eoon aan
legt, leunt deze met zijn achterste op een
stokje. Het schot gaat af, maar tot zijn groot©
verbazing ziet bet volkshoofd, dat zijn zoon
niet dood; neervalt Hij ziet wel een groot© ver
andering. HeC stookje, waarop de deugniet
steunde, verandert in een staart en hot lichaam
begroeit plotseling met haar. De jongen Is in
een aap veranderd, die spoedig in den top van
een hoogen boom geklommen Is en met zijn
in zijn schild, is Laurcalo, heer van de rijve
ren brug. En daar heb je
XVX
Zoo noemde onze goede Ridder ik weet niet
hooveel Ridders op, en daarbij! bleef het niet
Ook reuzen en draken beschreef hij. Sancho
hing aan zijn lippen en keek link© en rechts,
voor. en achterwaars, maar hij zag natuurlijk
niets dan schapen! Eindelijk zei hij:
„Genadige Heer, ik zie geen enkelen reus en
ook geen Ridders, ik geloof vast, dat er weer
tooverij in het spel is!"
„Hoe kun je dat beweren, Sancho?" ant-
woorde Don Quichote, „hoor je dan het hin
niken van de paarden; het blazen van d©
trompetten en het geratel van <f« trommels
niet?"
„Ik hoor alleen maar t geblaat van schapen
en bokken!"
„Je bent bang, Sancho", zei Don Quichote,
„en daarom hoor en zie je niet goed. Ga maar
wat achteruit! Ik alleen ben mans genoeg om
de partij die ik zal helpen, te laten overwin
nen. Daar ga ik!"
En met deze woorden gaf hij Rossinant© de
sporen, en mot- gevelde speer reed hij als de
wind den heuvel af. Sancho riep: „Koer terug,
Heer Don Quichote, het zijn bokken en schapen,
keer terug! Wees niet zoo dol!"
Maar Don Quichote luisterde nlot; hij riep:
„Kom top, Ridders van Pentapolin, volgt mijl
soortgenooten wedijvert in hard schreeuwen.
Dit voorval had op de beide andere zoons
een geheel tegenovergestelde uitwerking.
De tweede zoon had er uit geloerd, dat er
niet te spotten viel met den strengen vader,
en hij volgde trouw zijn bevelen op. Hij bleef
zijn vader onderdanig en bleef wonen in het
dorp.
Maar de derde zoon, die zag aankomen, dat
hij evenals zijn oudste broeder ook voor bood-
schappenlooper gebruikt zou worden, verliet
de ouderlijke woning. Hij trok de wijde we
reld in, over de groote zee, en werd een blank
mensch, de stamvader der Hollanders.
Volgens deze Timoreesche legende hebben
dus de apen, de bruine Maleiers en de blanke
Hollanders denzelfden stamvader. M.
t
DE GROOTSTE GEWAPEND BETONNEN
BRUG VAN DE WERELD.
De grootst© gewapendbetonnenbrug van de
wereld is thans die in SainJPierre du Naur-
ray over de Seine. Zij overspant deze rivier) met
een brug van 131,80 M. in den dag gemeten
en 25 M. hoogte tot de kruin.
Het brugdek is opgehangen aan de bogen.
De afstand der bogen bedraagt 8,90 M. hart op
hart. De doorsnede daarvan is rechthoekig, z©
zijn bij de geboorte tot bovenkant brugdek
massief en daarboven kokervormig geconstru
eerd. De buitenwerksche breedte der bogen be
draagt over de geheele lengte 2,50 M. de hoog
te verloopt van 4,10 M. aan den voet tot 2,50
M in de kruin, de dikte 'van den boven, en
benedenwand van het kokervormig gedeelte
verloopt van 0,60 M. tot 033 ML De zijwanden
van dit gedeelte zijn 0,20 M. dik. De aslijn van
de boog valt ongeveer samen met de druklijn.
Hierdoor kon de bewapening vrij licht geno.
men worden. Deze bestaat uit nauw verdeeld
rondijzer van geringe dikteafmetingen. Het in
wendige van de bolle gedeelten der bogen is
begaanbaar.
De bogen zijn alleen aan de beide brugeinden
door een hollen dwarsligger verbonden. Dez©
i9 aan de bovenzijde 5, aan de onderzijde 4 M.
breed en heeft wanden van 0.08 tot 0,10 M.
dikte
Het profiel der hangstijlen is kwadraatvormig
0,14 X 0,14 M. met 40 rondijzers van 0.010 M.
We zullen samen strijden en overwinnen!"
•Hij drong midden tusschen de schapen en
stak met zijn speer links en rechts tusschen de
schapen, als waren het werkelijk zijn doods
vijanden.
„Hou op, hou op!" riepen de herders, maar
Don Quichote luisterde niet, en ging verder.
Toen begonnen de herders hem met steenen
te bekogelen. Don Quichote hield nog niet op,
tot een groote steen hem in de zij trof en hem
een paar ribben kwetste. Nu viel de arme do
lende Ridder op den grond. Haastig haalde hij
het fleschje met den drank voor den dag, wil
de ervan drinken, maar een groote steen sloeg
hem het fleschje uit de hand, verbrijzelde het
fleschje, sloeg hem 3 tanden uit den mond en
verwondde hem aan twee vingers.
De herders, die den gewonden Ridder zagen
liggen, riepen haastig de schapen bij elkaar
en gingen verder.
Al dien tijd stond Sancho op den heuvel d©
dwaasheden van zijn meester aan te zien. Hij
holde naar beneden en ®ei:
„Goede meester, heb ik 't u niet gezegd, dat
't schapen waren?"
„Dat heeft mijn vijand, de toovenaar, weer
gedaan," zei Don Quichote met zwakke stem.
„Hij heeft de Ridders in schapen omgetooverd.
Maar kom hier, Sancho, en tel mijn tanden en
kiezen even na. want ik heb een gevoel, alsof
Ik niets meer in mijn mond heb!"
Wordt vervolgit
Het beton dient alleen tot bekleeding van het
ijzer.
De dwarsliggers zijn vakwerken van gewa
pend beton op afstanden van 5,24 M.
De breedte van het rijvlak bedraagt 535 M..
waarbij nog aan beid© zijden een trottoir van
1,35 M. breedte.
Het fundeeren der landhoofden geschiedde
door middel van een caisson van 14 M. lengte,
uitgevoerd in gewapend beton. De druk op
den bodem blijft beneden 7 K.G. per c.M2.
Merkwaardig was de, montage der bogen.
Daar de scheepvaart gedurende de uitvoering
van het werk zoo weinig mogelijk mocht wor
den belemmerd werd het formeel voor d© bo
gen behalve aan de beide oevers op slech:s
twee plaatsen ondersteund. Do forineelstutten
stonden waaiervormig op de ondersteunings-
hoofd enopgesteld, zoodat de doorvaart vrij
bleef.
Over de rivier werd een kabel gespannen van
170 M. lengte op twoe hooge masten bevestigd.
Het beton-storten geschiedde gelijktijdig op
vier plaatsen, zoodat het formeel niet ongelijk
tijdig werd belast: Voor 1 M3. bton gebruikte
men 350 Kg. cement. Het ontkisten geschiedde
niet door laten zakken van de formeelen doch
door d© bogen t© laten rijzen. In de kruin wer
den hydraulisch© pompen ingebouwd die na
voldoende beharding van het beton in. werking
werden gesteld, daarbij de beide booghelften
van elkaar drukten, hetgeen een omhoog gaan
daarvan ten gevolge had. In de kruin werden
daarna zware betonblokken gebouwd, waar
door de hoog tusschen de beide booghelften
gesloten werd. Hierna ging men over tot het
aanbrengen van de dwarsverbindingen en het
ophangen van het brugdek.
Aan beide brugeinden is het dek onderbro
ken om ©en vrije uitzetting bi) wisselend© tem
peratuur mogelijk te maken.
Bij de belastingproef met 400 Kg. per M2. op
de geheele brug bedroeg de grootste doorbui
ging der bogen 12 mAL en die van het brugdek
14 m3L
EEN PAD-SPOORWEG.
Teneinde d© boeren op de Springbokvlakte
in het district Waterberg, Transvaal, gelegen
heid te geven tot het vervoer hunner land
bouwproducten, heeft de spoorweg administra
tie bij wijze van proefneming een zoogenaam
de pad-spoorweg aangelegd, ter lengt© van 20X
Mijl en gaande van Naboomspruit, een van de
stations van den spoorweg Pretoria—Pieters
burg, naar Singlewood. Voor den aanleg is
licht materiaal gebruikt, waardoor de kosten
slechts 1.100 pat. per mijl bedragen. De rails
hebben slechts het gewicht te dragen van de
geladen wagens, terwijl het gewicht van de
zware locomotief hoofdzakelijk gedragen wordt
door de breede, met rubber bekleede, achter
wielen, die over het aan beide zijden van de
rails aangelegd© wagenpad loopen. De locomo
tief is een tweeslachtige machine. Wordt zij
gebruikt om den trein voon te trekken, dan
worden de met rubber bekleede voorwielen
omhoog getrokken, en rust het voorste gedeelte
op een soort wagentje, voorzien van spoorweg-
wielen, die de rails volgen. Wil men de ma
chine buiten het spoor gebruiken, dan wordt,
door middel van een paar dommekrachten,
bet voorste gedeelte van de locomotief van
het wagentje gelicht, d© met rubber bekleede
voorwielen neergelaten en kan men van de
nabij de lijn gelegen plaatsen de geladen wa
gens of trolleys halen.
Het denkbeeld van den pad_spoorweg is af
komstig van Majoor Frank Duffon, een van
de spoorwegambtenaren. Dez© combinatie is
wel opvallend. Bij het toepaseen van hetzelfde
denkbeeld hier te lande op paardentrams,
waarbij echter niet van stoom-, doch van mo
torkracht werd gebruik gemaakt, heeft, men
het heelemaal niet noodig geacht en is het
ook niet noodig gebleken, het trekkende voor
tuig, anders dan door de gewone stuurinrich
ting, in de juiste richting te houden, en dat,
ondanks dat de snelheid waarmede gereden
wordt, hier wel grooter zal zijn dan bij het
goederenvervoer in Zuid-Afrika.
Bij de feestelijke opening van de lijn door
den Ministor van Spoorwegen en Havens, den
heer C. W. Malan, wees deze er op, hoe de
trekdieren tot nu toe gebruikt voor het ver
voeren van de producten, thans gebezigd kun
nen worden uitsluitend tot ontwikkeling van
de plaatsen. Verder bepleitte hij het wenscheliju
ke, dat de landbouwers zooveel mogelijk ge
bruik zouden maken van blanken arbeid.
De pad_spoorweg is tevens zeer geriefelijk
om bereden te worden met automobielen. Aan
d" epoorwegadministratie is het onderhoud op
gedragen.
SLAAPCENTRA.
Het vraagstuk, -hoe het komt, dat mensch
en dier van den wakenden in den slapenden
toestand kunnen overgaan, is nog-niet opge
lost» „The Lancet' geeft hierover eenige be
schouwingen, naar aanleiding van enkele me
dedeelingen In de medische literatuur van den
laat sten -tijd.
Mautner is de eerste geweest, die heeft aan
genomen, dat er een plaats in de groote her
senen moest zijn, van waaruit de slaap gere
geld wordt, een zoogenaamd slaapcentrum.
Hij kwam hierop naar aanleiding van enkelen
gevallen va nzeer langdurigen slaap tijdens
de influenza-epidemie in 1890. Werd dat cen
trum, dat in de grijze masa van de derde ven
trikel moest liggen, beschadigd, en waren de
wegen, die van de periferie van het lichaam
naar de hersenschor» voerden, onderbroken,
dan trad de slaap in. Dicht bij dit hypotheti
sche slaapcentrum liggen de kernen van de ze
nuwen der oogspieren en Mautner wees erop,
dat er verband bestaat tusschen het gaan sla
pen en het sluiten van de oogleden.
Toen eenige Jaren geleden een nieuwe ziek
te in Europa Intrad, de zgn. slaapziekte, waar
Mi de patiënten vaak heele weken lang sla
pen of slaperig rijn, werd de aandacht weer
op de bovengenoemde hypothese gevestigd en
de meeste Duitsche en Oostdnrifksehe geleer
den gingen meü de hypothese van Mautner me
de.
Een anderre Duitsche gearde, Trommer,
neemt eveneens een slaapcentrum aan. maar
nlaatst het in een ander deel van de hersenen.
Tijdens den slaap worden alerlei lichaams
functies anders geregeld: de pupillen worden
nauw. de ademhaling langzamer, de bloed-
verdeellng verandert en tegelijk neemt het li
chaam een stelling in, zAÓ dat zoo min moge-
lifk prikkels uit de buitenwereld' tot hem kun
nen komen. Vooral de stelling van de oogen
schiint belangrijk te zijn; de oogen kijken in
den slaap naar boven en divergeeren, terwijl
tijdens den wakenden toestand dit juist an
dersom ia
Nu is Inderdaad waargenomen, dat bij be
schadiging van bepaalde deelen van de herse
nen, door een abces, de patiënt in slaap valt
en in slaap blijft. Bij de bovengenoemde slaap,
ziekte is verder bij de lijkschouwing inderdaad
gebleken dat het zoogenaamde slaapcentrum
sterk ziekelijk was veranderd. Latere onder
zoekers meenen zelfs, dat er twee centra zijn,
maar hierover zijn de onderzoekingen nog aan
dtn gang. Belangrijk is In ieder geval, dat de
anatomische gegevens over pathologische slaap
toestanden ons hebben geleerd, dat inderdaad
bepaalde deelen van de hersenen iets met slaap
te maken hebben.
Tn do toekomst zal deze verhouding zeker
gepreciseerd worden.
1
DRONKENSCHAP DOOR INADEMING VAN
EEN GAS.
Voor een der Londensche politierechters
stond dezer dagen de directeur van een fabriek
terecht, waar oen artikel wordt vervaardigd,
deels uit leer, deels uit rubber bestaand©,
llem was ten laste gelegd, dat hi) dronken waa
geweest, terwijl hij een auto bestuurde en dat
hij door zijn rijden de veiligheid van het ver
keer in gevaar had gebracht. De beklaagd©
vertelde, dat hij den avond van zijn arrestatie
in zijn fabriek, te Croydon was geweest en g©
durende twee uur een vertek was in_ en uit-
geloopen, waar het te vervaardigen artikel (het
betrof een proefneming) werd blootgesteld aan
de dampen van trichloorethyleen. De werkli©-
den ,die hiermee bezig waren, droegen steeds
maskers, doch hij had er geen voorgedaan.
Toen hjj de fabriek verliet, voelde hij zich
onwel en dronk twee glazen cognac, waarna
hi; naar Londen reed. In de Mali slipte hij en
merkte toen voor het eerst, dat hjj dronken
waa Hij veronderstelde dat dit kwam door den
schrik van 'tslippen. Hij herinnerde zich niet
meer, wat er na dien tijd gebeurd was en wat
hij gezegd had.
Een geneesheer van het departement van.
binnenlandsche zaken, verklaarde, dat inadeu
ming van trichloorethyleen in voldoende hoe
veelheid de uiterlijke verschijnselen van dron
kenschap kon veroorzaken. De uitwerking van
het gas kon -tijdelijk zijn te niet gedaan door
den cognac, dien bekl. dronk, maar kan zich
weer doen gelden nadat de drank uitgewerkt
had.
D© politierechter sprak bekl. vrjj van de aan
klacht van dronkenschap, doch veroordeeld©
hem tot een boete van 5^pond en 5 pond 5 shil
ling kosten wegens onvoorzichtig rijden, omldat
de opzichter der fabriek hem gewaarschuwd
had voor de gevolgen van het gaa
i
DE MOUNT EVEREST-jEXPEDirnX
Majoor Hingston, die als officier van go-
zondheid de Mount Everest-expeUitie mede
maakte, onder luitenant-kolonel Norton, di©
brigadier-generaal Bruce als leider opvolgde»
schetste voor de leden van de Royal Geogra—
phical Society de geweldige physiologisch©
moeilijkheden, die gepaard gingen met de pa.
ging om den top van den Mount Everest te beu*
reiken. Hingston zeide, dat op groot© hoogt©
de ademhaling eerder sneller was ds-o dieper.
Op 27.00 voet moesten zeven, acht of tien keer
ten volle adem worden gehaald voor eiken
stap voorwaarts. Zelfs bij dit langzame tempo
van vooruitgang moest men na elk© twintig
of dertig meter ©en of twee minuten rusten. Op
28.000 voet hoogte steeg Norton in den tijd
van een uur slechts ongeveer tachtig voet Dit
was het hoogste punt, dat zonder behulp van
een zuurstofapparaat was bereikt Wanneer
men bedenkt, aldus Hingston, dat de vooraad
zuurstof slechts een derde was van di© ba-
schikbaar op zeepeil, moet het verwondering
baren, dat de menschen deze inspannende po
gingen konden ondernemen. Groot© hoogten
zeide Hingston, tastten de werking van den
geest aan. Een lid der expeditie voelde zijn
wilskracht verminderen en had, hoe hoog er
hij kwam, «des te minder den wensch om den
top te bereiken.
EEN WOLKENKRABBER TE ROME.
Tot nu toe was het hoogste bouwwerk ter
wereld het Woolworth Building te New.York,
dat zich tot 225 meter boven de aarde ver
heft.
Maar Europa schijnt dit record te willen
slaan. Er is ernstig sprake van, -dat er ©en
wolkenkrabber, die de hoogste ter wereld zijn
za 1,gebouwd zal worden in de Eeuwige Stad,
Het bouwwerk, ontworpen door den archi
tect Pallanti, moet 335 meter hoog worden
met een gevelbreedte van 300 meter. Tachtig
verdiepingen zullen bij elkaar 4500 kamer©
bevatten en honderd groote zalen.
Het ontwerp wordt thans op het ministerie
van buitenlandsche zaken te Rome tentoon*,
gestold, maar voor de uitvoering doen zich
nog wel enkele bezwaren gelden.