DERDE BLAD.
kameroverzicht.
FEUILLETON.
GRAAF RÏCARDO
Bij Asthma
als veel slijm vastzit, bewijst
Akker's Abdijsiroop onschatbare
diensten door haar voortreffelijke
slijmoplossende eigenschappen.
De dingen om ons heen.
Tiroler Lodeti Jassen.
Zaterdag 29 November 1924.
67sfe Jaargang. No. 7546.
De Kamer is er in geslaagd om de ^Jgemeene be
schouwingen teneinde te brengen. De conclusie van
de vorige week, dat deze tenslotte niet veel belang
rijks hebben opgeleverd, kan ook tegenover het twee-
do deel dezer beschouwingen gehandhaafd worden.
Er is tusschen de partijleiders onderling, de heeren
Troelstra, Dresseihuys en Nolend in het hijzonder, wat
heen en weer gepraat over de eventueele groepeering
die uit de a.s. verkiezingen kan volgen, en er zijn
voor den goeden verstaander symptomen te ontdek
ken, die op eventueel nieuwe groepeering wijzen,
maar in het algemeen is het bij' heen en weerge-
praat gebleven, bij verkennen van het terrein, bij
tasten naar nieuwe mogelijkheden. De Regeering bij
monde van de Ministers Ruys en Colijn had op deze
wijze een gemakkelijke taak; veel van het gezegde
ging geheel buiten haar om, en slechts een 'klein ge
deelte van de aanvallen trof haarzelve.
De wekelijksche zitting begon met een hartelijk
woord van hulde, door Mr. Kooien gesproken over
de 'drie vliegers, die den vorigen dag Batavia had
den bereikt. Zoowel deze hulde zelf als de termen
waarin het geschiedde, hadden de algemeen© sym
pathie van de Kamer. Neen toch, nauwelijks had Mr.
Kooien geëindigd, of uit de dicht opeengedrongen
afgevaardigden stak de Communist, de heer Van Ra-
vesteijn zijn hand op om daarna te betoogen, dat
hij en de heer Wijnkoop niets voelen voor, deze hulde,
die natuurlijk al weer met het imperialisme en het
kapitalisme in verband stond. Hoe dat verband te
verklaren viel, heeft Dr. van Ravesteijni ons niet
duidelijk kunnen maken, want hem werd door de
interrupties, die van alle zijden kwamen, boos en
verontwaardigd, het verder spreken vrijwel belet.
Zelfs de Kamer van tegenwoordig, die toch .heel wat
minder formeel is dan vroeger, kan zich blijkbaar
met dergelijk optreden niet vereenigen! Later gaf de
heer Duys den Communisten sarcastisch hun optre
den terug door de interruptie, tegen denheer Wijn
koop: „Jij durft nog niet naar Voorburg te vliegen!"
De heer Merchant was ongeveer de eerste spreker
geweest; hij hield ook, met den heer Schaper de
eerste repliek. Die bijzondere indologische leergang,
die vermoedelijk te Utrecht zal worden gesticht, zit
hem wel heel hoog; het antwoord van Minister Ruys,
overigens nogal afdoende, had hem niet bevredigd, en
dat de Minister kon beweren, dat hem formeel nog
niets van dezen Utrechtschen leergang bekend was
bevreemdde hem zeer. Er is n.1. in den afgeloopen
zomer aan de eventueele candidaten voor Indisch
ambtenaar de mededeëling gedaan, dat zulk een leer
gang „waarschijnlijk" zal worden geopend, en nu is
juist in het Voorloopig Verslag op de Indische Be
grooting gevraagd van wie of wien deze mededee-
ling (afkomstig is. Men zou zeggen, de heer Marchant,
die in deze vragen bij de Indische begrooting wel
de hand zal hebben gehad, acht vragen onnoodig; hij
weet blijkbaar dat die mededeeling van de Regeering
is, en hij' vindt blijkbaar tevens, dat de 'Regeering
dergelijke mededeelingen van vaststaande feiten niet
mag doen! Met den heer Schaper was hij: allerminst
voldaan over de antwoorden, hem van de zijde van
de regeering gegeven. Integendeel, hij bleef de Chris
telijke politiek, gelijk deze door dit Kabinet werd
gevoerd, hekelen en er wat over spotten; het was
eigenlijk geen Christelijke politiek. Maar niet alleen
de Regeering moest het-ontgelden, .niet minder na
tuurlijk de Vrijheidsbond, aan wiens leider cum
'grano salis de.' raad werd gegeven zich voortaan:
Nationaal liberale partij te noemen. Ja, als een staal
tje van conservatisme haalde Mr. Marchant zelfs
aan, dat Mejuffrouw van Dorp, de partijgangster van
Mr. van Houten, erover denkt haar lijsten met die
van den Plattelanders-bond te verbinden. H$t was een
ALIAS RICHARD POWER
door C. N. en A. M. WILLIAMSON.
Vertaling van Mejuffrouw M. HELLEMA.
£4.
„Later echter kregen de Italianen genoeg van de
Duitsche intriges en verklaarden dat land en Oos
tenrijk den oorlog. Schmoelzer, de Duitsche „finan
cier", zooals hij zich zelf noemde, haastte zich naar
huis teryg te gaan. De Marchesa d'Aruzie was be
zorgd voor de veiligheid van het parelsnoer, maar
vernam in 't geheim van Schmoelzer, dat ze op een
veilige plaats waren. Mïchelangelo had gelukkig ge
speculeerd en zij hoopte de juweeJen bij het einde
van den oorlog te kunnen inlossen. Ongelukkig ech
ter voor haar plan liet de Koningin zich schrik aan
jagen door het gerucht dat er onderzeeërs dicht bij
de kust kwamen en daar een voorraad petroleum en
voedsel van geheime verraders ontvingen. Als zij alles
aan .haar echtgenoot had verteld, zou zij zijne liefde
hebben verbeurd, ofschoon zij voorh em had'gezon
digd. In plaats daarvan biechtte zij het aan Ricardo.
Om haar te redden, verkocht hij alle bezittingen,
welke hij kon verkoopen, en het gelukte hem een
samenkomst te hébben met Schmoelzer,, of in Zwit
serland, of in Duitschland, dat wist de Marchesa niet»
In elk geval, hij loste de juweelen weer in» Maar
toen hij op het. punt was tering te keeren, vernam hij
dat het klooster, waar Altona Amaranti haar toel
vlucht had gezocht, door de Oostenrijkers gebom
bardeerd werd. Hij hoorde ook, dat Altona haar ver
stand had verloren door een hevigen schrik. Zij was
alleen pp de wereld en aan de genade der vijanden
overgeleverd. Ricardo verloor geen tijd, .maar snelde
haar te hulp. Doch toen hij. Altona gevonden- en haar
in dei veilige hoede van een1 ouden bediende had ge
plaatst, ontdekte hij, dat het parelsnoer was verdwe
nen. Ilij was er zeker van, dat Altona het. *hiet kon
hebben genomen, ofschoon, het waar was, dat zij bij
zonder gesteld wa9 op -paarlen. Maar haar goed werd
grondig doorzocht en het onderzoek leverde niets op.
Er bleef Ricardo niets anders over dan zijn tante in
kennis te stellen van de ramp en in haar woede en
wanhoop beschuldigde de Marchesa hem bij de Ko
ningin. dat hij het parelsnoer uit de zee had' gesto
len. U kent Ricardo's ridderlijkheid en u zult begrij
pen. dat hij liever die schandelijke onrechtvaardig
heid wilde verdragen, dan de werkelijke schuldige te
ontmaskeren. De Marchesa zegt nu. dat zij. toen haar
echtgenoot stierf zijn dood beschouwde al9 haar
straf en besloot alles te bekennen. Of zij dit werkelijk
zou hebben gedaan, zoo u niet gekomen was met
het halssnoer der Koningin en uw eigen moed in de
handen, dat weet de Hemel alleen!
De Koningin wenscht u te zien en met u te spre
ken en als u dit gelezen hebt, zult u haar chauffeur
en automobiel vinden wachten om u naar het paleis
te brengen. Om uw spanning ondertusscherw te ver
minderen. wil ik u nu reeds .zeggen, dat Florio terug
is en het hem mogelijk zal worden gemaakt, ter
stond naar Londen te gaan. naar Ricardo. Hij zal de
overbrenger zijn van een brief, van de Koningin en
waarschijnlijk van het bericht, dat de Koning hem
aardig grapje, door den heer Merchant bedacht, dr»t
de Kamer wel dee-1 lachen, maar dat toch
weinig hout snijdt.
Van de zijde zoowel ver d«?n heer Schaper alp ven
Mr. Marchant, werd hulde gebracht aan de figuur
van Mr. Troelstra Deze hee.'t nog eens uiteengezet,
wat het principieel standpunt is. dat hij ten aanzien
van de partijgroepeering inneemt. Samenwerking
met de S.D.A.P., zoo meende hij uit de rede van
Mgr. Nolens te mogen opmerken, wordt niet meer
afgewetzen, terwijl als eerste criterium wordt ge
steld de practi9che mogelijkheid. Maken nu de door
Mgr. Nolens gestelde voorwaarden die samenwerking
onmogelijk? Op die vraag wilde Mr. Troelstra nog
niet antwoorden; wij zitten nog niet aan de confe
rentie-tafel. In elk geval kan de vraag pas na de
verkiezingen aan de orde komen, en ook daarom,
wijl de verkiezingen invloed kunnen hohben op de
samenstelling van de RoomschJKtihoIieke Partij
Geen partij toch waar zoo weinig homogeniteit is als
in deze. Daarbij kon nog herinnerd worden aan het
geen juist den dag tevoren was geschied; de aan
vankelijke samenwerking tusschen het opstandige
St. Michaël en den Bond van R.K. Kiesvereenigingen,
aanvankelijk gelegd, bleek weer verbroken. Daarbij
komt, dat de S.D.A.P. nog niet haar standpunt heeft
bepaald ten aanzien van eventueele deelneming aan
de Regeering. Mr. Troelstra gaf toe, dat een derge
lijke deelneming de propaganda belemmert. Desniet
tegenstaande 'hebben de S.D.A.P.-parlementaire lei
ders in 1913 geen bezwaar gezien om die deelneming
aan te bevelen. Het Partij-Congres, buitengewoon bij-
gengeroepen, heeft er toen niet naar geluisterd, en
zoo, zeide Mr. Troelstra, kan het nog wel eens ge
schieden.
tyr. Dresseihuys had ten aanzien van St. Michaël
deze karakteristieke vergelijking, dat Mgr. Nolens
z.i. eenwaskaars op het altaar van S't. Michaël
brandde en dat hij thans ook tot de zwevende poli
tici behoorde. Er bestond blijkbaar eenig versdhil
van meening tusschen Mr. Dresselhuijs en dien heer
Nolens over de uitlegging van het katholiek program
van 1922, dat door den katholieken leider naast de
meer actueele punten onverkort is gehandhaafd.
Terwijl de heeren het daarover niet eens konden wor
den, bleek het, natuurlijk onder gelach van de Ka
mer, dat zij ieder in een verschillende editie zaten
testudeeren! Overigens constateerde Mr. Dresseihuys
met voldoening dat zijn gedachte van nationale po
litiek weerklank heeft gevonden, al is de tijd er
dan ook niet rijp voor. Wat hij had willen hekelen
was vooral het optreden van een man als Stenhuis.
die een kreet durfde aanheffen: weg mot het par
lement. en macht boven recht, hetgeen z.i. verderfe
lijk moet 'heeten. Ten aanzien van de ontwapening
handhaafde hij zijn kritiek op het beleid van Prof.
van Embden, en hij kwam onmiddellijk te-staan te
genover Mr. Marchant wat betreft de uitlegging van
het Protocol van Gèneve. Deze laatste toch heeft nog
eens betoogd, dat dit Protocol "Nederland niet bepaald
militaire verplichtingen oplegt; £ij citeerde daartoe
een zin uit de Memorie van Antwoord van de Regee
ring. Mr. Dresselhuijs daarentegen weesop den plicht
tot zelfverdediging, die bij het Protocol, blijkens de
daarop gegeven toelichting, voorop staat. Z.i. zal het
stelsel dat Prof. van Embden ons wil opdringen,
duurder uitkomen dan het stelsel, dat de Volkenbond
biji rationeele toepassing van het Protocol eischt. Het
blijkt nu wel reeds, dat er verschil van meening te
dezen aanzien is. Als zoo straks hot Protocol werke
lijk aan de orde komt de Minister heeft inmiddels
het eerste deel van het Verdrag van de Volkenbonds
vergadering bij de Kamer ingediend zal wel blij
ken op welke punten.
Tenslotte het antwoord van Mgr. Nolens. De alge
meen© beschouwingen, zoo zeide hij op de hem eigen
nuchtere wijze, moeten teleurgesteld hebben degenen,
die verwachtten dat men elkaar zou overtuigen Als
Mr. Dresselhuijs'b.v. denkt, dat het door hem ont-
wikkelde programma bestemd was voor „gegadig-
heeft gedecoreerd, wat Ricardo veel zal vergoeden
en hij zal alles aan u te danken hebben."
Eerst na haar heerlijk onderhoud, met Koningin
Margherita besefte Esmée hoe uitgeput zij was na
die langdurige spanning. Lichamelijk was zij gebro
ken; maar geestelijk genezen. Zij was ver boven
haar verwachting geslaagd. Graaf Ricardo's onschuld
was bewezen; Florio was op weg naar hem toe
zijn gezicht zou hem wordën teruggegeven. ,0,
daarvan was zij zeker! Bij al die zegeningen had zij
Ricardo's dankbaarheid nog kunnen voegen, als zij
het had gewild. Maar zij had de Kqningin, d'Allegri
en Dr. Florio gesmeekt Ricardo niet te laten weten,
dar haar hand zijn lot had bestuurd. Zij was slechts
een gewoon meisje, dat hem liefhad en zijn weder
liefde begeerde; doch zij meende, die door haar
eigen bekentenis van te hebben gespionneerd voor
altijd te hebben verbeurd. Zij wilde niet. dat hij zou
denken, dat zij voor hem had gewerkt om zijn dank
te verdienen. Daarom, liet. zij zich de belofte geven,
dat het tenminste een tijdlang een geheim zou blij
ven, hoe het parelsnoer bij de Koningin was terug
gekomen. Esmée schreef ook aan Rogers en vroeg
hem ook, te willen zwijgen.
Wat haar zelve betrof, haar wensch was vervuld.
Zij had werk gevonden, niet door d'Allegri, maar
door de Koningin. De betrekking van secretaresse en
stenographiste van een liefdadigheidsgesticht voor
oorlogsweezen1 werd haar aangeboden. Heb salaris
was goed. Zij stond onder bescherming der Koning
gin en behoefde zich niet bezorgd te maken voor do
toekomst. Zij behoorde gelukkig te zijn geweest, en
als zij in plaats daarvan rusteloos was,z eide zij tot
zichi zelve, dat die toestand' wel zou voorbijgaan,
wanneer zij van Dr. Florio bericht over Ricardo had
ontvangen. Florio had beloofd te zullen schrijven,
als hij. iets bepaalds kon zeggen. Maar toch was 'do
eerste brief niet van hem. Die waa van ,3™" Ho
gers.
„Lief gekkinnetje", begon hij, „wees nu geen kop
pige ezel, maar kom thui9, Ik heb het heel goed
naar mijn zin te Camion Woed, waar ik jo vroeger
werk verricht, niet het geheime (daarvan is nu geen
sprake meer) maar het gewone, alledaagsche: typen
en süenografeeren. Daardoor ben ik goed op de
hoogte. En als ik zeg, kom, spreek ik een woord van
wijsheid. Weldra zal ik hier niet langer noodig zijn,
want je Graaf Ricardo, alias Richard Power, is reeds
veel beter geworden onder de behandeling van dien
wonderman, den oogart9 uit Rome. Je zult wel van
hem hooren, maar mannen zijn traag in het schrij
ven van brieven, daarom wil ik niet wachten. Florio
ontdekte terstond wat er aan scheelde. Beste kind,
je had gelijk. Het was vergif. Er bestaat iets. naar
het schijnt, dat Scarpapena heet, naar Scarpa. een
lievelingsdokter van die zachte Catharina de Medici
Hij ontdekte de vergiftige eigenschappen van de een
of andere Oostersche plant, en bereidde een drankje
voor Cafiherina, om aan ieder te geven, wiens oogen
te scherp waren om in den gfaaak dier dame te val
len. Het verlamt eenvoudig de kristallens, niet op
eens. maar langzamerhand. Na Catherina's tijd werd
de Scarpapena heel populair in Spanje en Italië, maar
zij was bijna vergeten tot 'n dokter in Turijn be
wees. dat een weinig er van heilzaam was bij het
lichten van de grauw staar. Mr. Power mag zijn be
schermengel danken, dat jij en de arme oude Mrs.
den" van links, dan vergiste hij zich. Neen, het pro
gram van blijft gehandhaafd. Eerst-ne de stem
bus doet _.ich de vraag voor hoe een parlementaire
meerderheid gevormd moet «en kan worden. Daarbij
denkt de' heer Nolens eerst aan de beide recht9ch9
K:oeptn. Op dat punt moet men zich niet vergissen.
In zijn rode stond de coalitie voorop, en deze zal blij
ven vooropstaan. Hij erkende intusschen dat zijn
standpunt aangaande de samenwerking met. de S.D.
A.P. iets anders uiteengezet werd dan na de crisis.
Hij had ook toen echter anders gesproken en ver
wees naar een rede in 1922 te Utrecht gehouden. Er
zijn groote moeilijkheden, geweldige belemmeringen
voor de samenwerking tusschen rechts en links. Zou
men ter linkerzijde er niet eens moer aan denken
tot eenheid komen? aidus vriendelijk naiei de vraag
van den. heer Nolens. Aan onze zijde, zoo zette hij
uiteen, zijn er geen vleugels; het woord democratie
wordt, in allerleibeteekenis gebruikt, maar daarom
niet altijd in de juiste. In den. zin van de groote en
cyclieken zijn wij allen goede d'emocraten, en nie
mand van ons wil zich bij andere democraten laten
indeelen!
Toen hebben wij nog gekregen een pleidooi van
Mr. Rutgera voor de instelling eener Commissie tot
herziening van de Lageronderwijswet. die notabene
nauwelijks herzien i9; een debat, waarbij de heer
Schouten zich met de hem eigen bekwaamheid' weer
de tegen aanvallen, waaraan hij van de zijde van dë
heeren Schaper en Dresselhuijs blootstond; een re
devoering van den heer Schokking, waarbij deze zijn
■standpunt ten opzichte van de coalitie uiteenzette.
Toen kwamen nog even de Ministers aan het. woord,
waarbij' Minister Colijn in' het bijzond'er over de toe
komst sprak. Het is moeilijk te voorspellen hoe deze
zal zijn. Hier geldt het spreekwoord:. Hebben is heb
ben en krijgen is de kunst. De financieele beschou
wingen van Mr. Marchant werden bestreden en be
toogd, dat er inderdaad 1834 millioen bezuinigd ia
Verder bezuinigen zal moeilijk zijn, want dë uitga
ven werdën reeds gedrukt met f 62 millioen, waar
weldra nog f 45 millioen zullen bijkomen. De arbeid
van de Bezuinigingscommissie zal waarschijnlijk
hoogstens nog een f 5 millioen opbrengen. Wil men
komen tot een beteekenende verlaging van uitgaven,
dan zijn er slechts drie objecten, waarop deze t.e vin
den is: defensie, onderwijs en sociale verzekering.
Aan welke van deze drie de Minister dë voorkeur
•geeft, zei hij intusschen niet.
In de avondzitting is de Arbeidsbegrooting, waar
mede reeds een vorige week, ook in avondzittingen
werd aangevangen, verder behandeld. Vooral de af-
deelingen betreffende hygiëne en woningbouw had
den de aandacht van de afgevaardigden, M.
Het zag er d'ezer dagen zeer sterk naar uit, alsof
de wereld voor een nieuwen oorlog stond en of de
moord op den Sirdar Sir Lee Stack. evenals die van
Serajevo, nu ruim tien jaar gelegen, opnieuw alles
in vuur en vlam zou zetten. Nog 9teeds is het gevaar
niet geheel en al afgewend en een uitbarsting kan in
weerwil der oogenschijnlijke kalmte, die nu heerscht,
langs den Nijl, toch nog elk oogenblik volgen.
Voor een deel is het gevaar bezworen door het af
treden van Zagloel Pasja, die door zijn nationalisti
sche redevoeringen en zijn spechen, die nu en dan
volmaakte ophitserij waren, een groote persoonlijke,
zij het indirecte verantwoordelijkheid torst voor het
gebeurde.
Men mag het draaien en wenden zooals men wil,
het staat vast, dat. de moord op den. Sirdar niet. de
daad is vain een groepje lieden, die den opperbevel
hebber haatten, doch wel degelijk van politieke fa
natici, die in hem het gehaat, regime der Britten
poogden te treffen. En dat dit regime zoo gehaat is
ligt niet zoozeer aan dë Eingelscben, doch veel meer
aan de ophitsers, de menschen, die wat. kraaien over
half of in het geheel niet begrepen woorden, van
zelfbeschikkingsrecht der volken en wat dies meer
zij, van algeheele onafhankelijkheid en dergelijke
termen, die fraai zijn op een meeting, doch die pas
beteekenis krijgen als zij worden uitgesproken te
midd'en van een volk, dat rijp iis voor zulke dingen
en dat met zijn zelfbeschikkingsrecht en onafhanke
lijkheid iets weet uit te voeren. Een. volk, dat pole
miseert met bom en revolver, hoewel het een parle
ment heeft, is nog niet rijp voor zelfstandigheid en
een leider, die dergelijk optreden aanmoedigt door
zijn frasen en klinkklank, hoort ergens anders thuis
Neale de schoone Violetta in1 haar slaapkamer be
trapten en het spel van haar en Silvers stoorden.
Een poosje langer, en dan was het misschien t.e laat
geweest voor genezing. Nu zegt Dr. Florio, is 'het
9lechts een kwestie van tijd en zijn behandeling met
electriciteit geeft verbazend snelle resultaten.
„Had je die twee wreede duivela dien man en die
vrouw, niet kunnen vermoorden? Je zult wel van
vreugde opspringen, als je hoort, dat mijn .slimme
papa Luisa hepft gesnapt. Hij kreeg Silvers ook te
pakken, maar die lafaard heeft, na alle schuld op
de vrouw te hebben geworpen, zich zelf gedood. Dat
klink: als 'n tegenstrijdigheid. Maar dat is het niet,
want hij was niet van plan' zelfmoord te plegen. Hij
trachtte te ontsnappen, en was al een heel eind ge
komen, toen hij uitgleed op een nat dak en Humpty
Dumpty viel neer en brak zijn nek! Ik zal jo een
courant zenden, om je te laten zien, hoe handig va
der het heeft weten aan te leggen om de familie Po
wer voor een schandaal te behoeden. Ik herinnerde
hem er aan, dat jij daar misschien, eens toe zult ba-
hooren en ik dan gaarne op de lijst van jebezoekers
wil komen!
Toen Violetta, of Luisa vernam, hoe haar partner
alle schuld op haar had willen schuiven, verklapte
zij alles. Silvers had een prachtig denkbeeld, als
hij het maar had#kunnen uitvoeren. Ilij wilde dat
Luisa Graaf Ricardo zou vergiftigen, maar zij wilde
geen moord op haar geweten hebben. Dan was het
maar het beste hem blind te maken. Silvers hoogte,
dat Power zoo wanhopig zou worden door zijn toe
stand en andere dingen, dat hij met een kogel een
eind aan de zaak zou maken. Hij zou liet lijk ver
bergen, eer het kon worden gevonden. Dan' was er
niets meer in den weg. dat 'hem kom beletten voor
taan voor Graaf Ricardo, alias Richard' Power te
spelen. Dat zou hem wel gelukt zijn, wegens zijn
groote gelijkenis met Power en zijn kennis van diens
zaken. Het schijn't, dat *hij een anoniemen brief maar
Scotlarid Yard zond, waarin hij Richard Power aan
klaagde als een verrader en spion, die met den
En den geheel en tijd had hij dat zelf gedaan en
zoo heeft hij Lyons ontmoet. Ik weet niet precies,
wat er gebeuren zal met de twee „L's" (Luisa en
Lyons); maaj; ik wed; dat' het. niet veel goeds zal zijn.
Silvers had staatspapieren, befhoorende aan de vijan
den in de geheime kamer ie Cannom Wood (een
aardige, moderne kleinë suite, lieve!) verbolgen,
toen hij daar woonde; en toen hij werd weggejaagd,
had hij geen gelegenheid ze mee te nemen. Nu ik
van die gèheir&e kamer spreekt, denk ik aan wat ik
ie 't eerst van alles moest hebben meegedeeld; doch
ik wilde niet beginnen met je droevig te stemmen:
de mooie dame is dood. Dat zal je niet erg verwonde
ren. Vader zeide dat Jij dacht, dat zij zou sterven,
en vond het de gelukkigste oplossing voor haar.
Maar zij stierf niet, toen JU den val hoorde en haar
hoorde gillen. Toen viel ze alleen maar flauw. Ri
chard Power liet den ouden familiedokter halen en
ook een priester, want zij was katholiek. Zij leefde
nog tot na je vertrek naar Italië, maar zij is nooit
weer bij kennis gekomen, geloof ik.
„Nu zal ik je een bijzondere reden noemen, waar
om je dadelijk thuis moet komen.
„Je Graaf Ricardo wachtte niet, tot vadej hem je
goede beweegredenen had uitgelegd, voor hij je ver
gaf en weer in je geloofde. Hij schijnt slechts een
oogenblik te hebben getwijfeld en daar was hij epoe
HEEREN EN DAMES,
Wij verkoopen de echte
Deze jassen zijn waterdicht, heerlijk in 't
dragen en vervangen de Demisaison- of
Herfst-Mantel.
Er is veel namaak in dit artikel.
Koopt het in vertrouwen bij
SPAANDER Co. Alkmaar.
De prijzen zijn f 32.50, f 37.50. f 47.50.
dan in' een minJsterszetel. Hetgeen de heer Zagloel
dan ook begrepen heeft, toen lord Allenby het hem
©enigszins dringend duidelijk maakte en niet ondui
delijk liët doorschemeren, dat' het spoedig en zoo niet
goedschiks dan kwaadschiks had te gebeuren.
Het is echter de vraag of dit vrijwel gedwongen
ontslag van Zagloel een onverdeeld gunstig ding is.
We zouden er bijna aan willen twijfelen. Want Zag
loel kan al9 leider der oppositiepartij, als gewoon par
ticulier, nu het parlement naar huis is. precies doen
wat hij wil. Dat wil zeggen: hij heeft de handen veel
vrijer nu, dan tijdens zijn ministerschap,-toen hij aan
bepaalde algemeene regelen van' diplomatiek fatsoen
was gebonden.
Als men het geschil nagaat, hetwelk door het op
do spits drijven door de nationalisten' aan Stack het
leven kostte, moet men tot de conclusie komen, dat
hec feitelijk niet zeer de moeite waard iar Engeland
heeft ten koste van groote offers van geld en men
schen en tijd' het land van den khedive uit de ellende
en achterlijkheid gehaald. Hei heeft een behoorlijk
bestuur ingevoerd, en veiligheid verzekerd van per
sonen en bezittingen. Het 'heeft den Soedan- gepa
cificeerd en zoodoende een eind gemaakt aan de sla
venjachten, de raids dor Arabieren. Kortom, het heeft
een land, dat zijn oude beschaving geheel kwijt was
en sedert zestien of zeventien eeuwen volmaakt was
blijven stilstaan, op iedër gebied tot nieuw leven ge
wekt en voorspoed gegeven. Zoo zelfs, dat het meen
de zijn taak te hebben volbracht en toen uit eigen
beweging afstand deed van het volkomen protecto
raat en daarvan slechts enkele bevoegdheden voor
zich reserveerde. Zooals het toezicht op de buiten,
landsche politiek, de bescherming der buitenlanders
en minderheden, toezicht op de gemengde recht
spraak en op sommige financieele aangelegenheden.
Bovendien behield Engeland zich zijn rechten: voor
op den door de Britten veroverden Soedan en op de
bescherming van het kanaal van' Suez.
Men kan hoewel dit elders vaak het geval is
geweest hier Engeland niet betichten van baat
zucht van het onderste uit den kan te willen hebben
voor zich zelf. Een behoorlijk bestuur in den Soedan
is een zegen voor de Egyp te naren, die bij vertrek
der Engëlschen vermoedelijk dadelijk door de Soe-
daneezen onder den voet zouden worden geloopen,
zcoals reeds herhaaldelijk geschiedde. Dat het ka
naal van Suez wordt bewaakt is een algemeen be
lang voor alle zeevarende mojgendheden. volstrekt
niet alleen voor Engeland. Wie zich de dagen van
den oorlog herinnen, toen het kanaal was gesloten,
en wie denkt aan de reizen om de Kaap. zal besef
fen,* dat het kanaal een algemeen belang is. Maar
een ding komt er toch bij en dat is de kwestie der
bevloeiing, de irrigatie van Egypte. Men weet, dat
het vruchtbaar deel van. dit land slechs zeer klein
is. niet meer dan' het feitelijk Nijldal, het gebied, dat
elk jaar wordt overstroomd gedurende een zekeren
tijd en dus vmchtbaar wordt gemaakt. Nu wil het
geval, dat de Soedan, langs den Blauwen Nijl gele
gen, buitengewoon goed geschikt zou kunnen wor
den voor de katoenteelt. Als er maar water was.
Dit water is or: in den Nijl en als men nu in den
i bovenloop d'aar een deel van aftapt, kan de Soedan
geschikt worden gemaakt voor vrijwel het eenig\>
product, dat binnen de palen van het Britsche Rijk
niet in. voldoende -hoeveelheid groeit, nl. kantoen.
Engeland heeft den Soedan een stuwdam laten
aanleggen, waardoor het geheel e gebied van Gezirah
behoorlijk van water zou kunnen wordën voorzien.
Tevens hebben deskundigen uit verschillende lan
den uitgemaakt, dat Egypte zelf zeer veel zou profi-
teeren- van het bestaan van dezen stuwdam, omdat
daardoor een vrijwel onuitputtelijk reservoir van
water werd verkregen, zoodat het mogelijk zou zijn
ook in jaren, dat dë Nijl niet zorgde voor een be
hoorlijke overstrooming tot het vruchtbaar maken
dig over heen. Hij heeft de oude portiersvrouw je
bruidskleed en sluier en witte kousen en schoentjes
naar het huis laten brengen. Ofschoon hij bijna Diet
kon zien, liet hij ze in een kastje- leggen, waarvoor
hij nu dikwijls te vinden is. Lieve, het is zoo pathe
tisch! Zoo was het, eer vader op het tooneel ver
scheen. Toen hij kwam, had uw arme, geduldige,
verlaten minnaar geen verdediging van je meer noo
dig. Al wat hij verlangde, was. over je te praten en
te luisteren, terwijl vader dat deed. Vader heeft zijn
belofte aan jou gehouden en hem je adres niet ge
geven, maar Mr. Power vroeg hem. je een brief van
-hem te willen zenden, waarin vader toestemde. Hij
had er zijn hart op gezet dien zelf te schrijven. En
nu moet ik bekennen, dat ik geen geheimen meer
kon verdragen zonder te barsten, daarom heb ik
bem verteld, waarheen je waart gegaan, en wat je
had gedaan, de Koningin en Tiorio inbegrepen. Nu
ik je dit heb verteld, zal je wel kunnen begrijpen,
wat die gesloten en gezegelde enveloppe bevat. Ik
heb den inhoud zelf niet gelezen. Die was te heilig
voor mijn oogen, maar ik kan het wel raden.
„Indien je hart niet verstijfd is. meisje, telegrafeer
dan en vertrek morgen naar Engeland. Bekommer
je niet om je nieuwe betrekking. Hare Majesteit zal
je wel excuseeren, En nog iets. Ik las zooeven in' een
nummer van de isev» Yorksche „Town Tattle", dat
eenr zekere Mi9S Harford van San Francisco, eens
verloofd met Graaf Ricardo van Venetië, later in den
steek gelaten door een Amerikaan, Horne-Johnstono
genaamd, naar Engeland is vertrokken met haar
moeder. Haar photo staat op Mr. Power's schoor
steenmantel in de bibliotheek. Zi| zal wel spoedig
zich in persoon aanmelden.
„Nu, heb ik je nog geen redenen genoeg gegeven
omi thuis te komen?"
Dat, had ze zeker. Maar zelfs in het tegengestelde
geval zou het ingesloten briefje voldoende zijn ge
weest.
Het bevatte slechts vier regels, maar nauwelijks
leesbaar, die over elkaar heen liepen.
„Mijn leven is geen leven zonder jou. Als tk kie
zen moest tusschen blind zijn voor altijd met één
kus yan jou, of mijn g"ezichtsvermogen en het verlies
van jou, dan zou ik het eerste kiezen» Om Godswil,
kom bij mij."
Vier dagen later tikte Esmée aan de deur der bi
bliotheek.
Een diert>are, bekende stem riep JBhnienr
Zij trad de kamer binnen.
Evenals op haar laatsten dag te Canmon Wood,
begon de schemering juist te vallen. ,jWie is daar?"
vroeg Power, in het halfdonker starend met oogen,
die niet langer blind waren. „Het is zoo donker, ik
kan niet zien, wie het is, die daar in de voorkamer
blijft, staan. Ben jij het, Florio?"
„Neen", antwoordde Esmée. „Ik ben het Graaf
Ricardo. Zal ik binnenkomen?"
Hij sprong op. zag haar. sloot haar in zijn armen
en droeg haar de kamer in.
„Ik keek Juist naar je wit bruidskleed", zeide hij
tot het meisje. En' toen kuste hij haar. Maar het zou
niet „één ku9 en blind voor al lijd" zijn. Neen, kus
sen voor altijd, en alleen de blindheid der liefde,
zeide Esmée.
l
EINDE.