DERDE BLAD. kameroverzicht. FEUILLETON. GRAAF RÏCARDO Bij Asthma als veel slijm vastzit, bewijst Akker's Abdijsiroop onschatbare diensten door haar voortreffelijke slijmoplossende eigenschappen. De dingen om ons heen. Tiroler Lodeti Jassen. Zaterdag 29 November 1924. 67sfe Jaargang. No. 7546. De Kamer is er in geslaagd om de ^Jgemeene be schouwingen teneinde te brengen. De conclusie van de vorige week, dat deze tenslotte niet veel belang rijks hebben opgeleverd, kan ook tegenover het twee- do deel dezer beschouwingen gehandhaafd worden. Er is tusschen de partijleiders onderling, de heeren Troelstra, Dresseihuys en Nolend in het hijzonder, wat heen en weer gepraat over de eventueele groepeering die uit de a.s. verkiezingen kan volgen, en er zijn voor den goeden verstaander symptomen te ontdek ken, die op eventueel nieuwe groepeering wijzen, maar in het algemeen is het bij' heen en weerge- praat gebleven, bij verkennen van het terrein, bij tasten naar nieuwe mogelijkheden. De Regeering bij monde van de Ministers Ruys en Colijn had op deze wijze een gemakkelijke taak; veel van het gezegde ging geheel buiten haar om, en slechts een 'klein ge deelte van de aanvallen trof haarzelve. De wekelijksche zitting begon met een hartelijk woord van hulde, door Mr. Kooien gesproken over de 'drie vliegers, die den vorigen dag Batavia had den bereikt. Zoowel deze hulde zelf als de termen waarin het geschiedde, hadden de algemeen© sym pathie van de Kamer. Neen toch, nauwelijks had Mr. Kooien geëindigd, of uit de dicht opeengedrongen afgevaardigden stak de Communist, de heer Van Ra- vesteijn zijn hand op om daarna te betoogen, dat hij en de heer Wijnkoop niets voelen voor, deze hulde, die natuurlijk al weer met het imperialisme en het kapitalisme in verband stond. Hoe dat verband te verklaren viel, heeft Dr. van Ravesteijni ons niet duidelijk kunnen maken, want hem werd door de interrupties, die van alle zijden kwamen, boos en verontwaardigd, het verder spreken vrijwel belet. Zelfs de Kamer van tegenwoordig, die toch .heel wat minder formeel is dan vroeger, kan zich blijkbaar met dergelijk optreden niet vereenigen! Later gaf de heer Duys den Communisten sarcastisch hun optre den terug door de interruptie, tegen denheer Wijn koop: „Jij durft nog niet naar Voorburg te vliegen!" De heer Merchant was ongeveer de eerste spreker geweest; hij hield ook, met den heer Schaper de eerste repliek. Die bijzondere indologische leergang, die vermoedelijk te Utrecht zal worden gesticht, zit hem wel heel hoog; het antwoord van Minister Ruys, overigens nogal afdoende, had hem niet bevredigd, en dat de Minister kon beweren, dat hem formeel nog niets van dezen Utrechtschen leergang bekend was bevreemdde hem zeer. Er is n.1. in den afgeloopen zomer aan de eventueele candidaten voor Indisch ambtenaar de mededeëling gedaan, dat zulk een leer gang „waarschijnlijk" zal worden geopend, en nu is juist in het Voorloopig Verslag op de Indische Be grooting gevraagd van wie of wien deze mededee- ling (afkomstig is. Men zou zeggen, de heer Marchant, die in deze vragen bij de Indische begrooting wel de hand zal hebben gehad, acht vragen onnoodig; hij weet blijkbaar dat die mededeeling van de Regeering is, en hij' vindt blijkbaar tevens, dat de 'Regeering dergelijke mededeelingen van vaststaande feiten niet mag doen! Met den heer Schaper was hij: allerminst voldaan over de antwoorden, hem van de zijde van de regeering gegeven. Integendeel, hij bleef de Chris telijke politiek, gelijk deze door dit Kabinet werd gevoerd, hekelen en er wat over spotten; het was eigenlijk geen Christelijke politiek. Maar niet alleen de Regeering moest het-ontgelden, .niet minder na tuurlijk de Vrijheidsbond, aan wiens leider cum 'grano salis de.' raad werd gegeven zich voortaan: Nationaal liberale partij te noemen. Ja, als een staal tje van conservatisme haalde Mr. Marchant zelfs aan, dat Mejuffrouw van Dorp, de partijgangster van Mr. van Houten, erover denkt haar lijsten met die van den Plattelanders-bond te verbinden. H$t was een ALIAS RICHARD POWER door C. N. en A. M. WILLIAMSON. Vertaling van Mejuffrouw M. HELLEMA. £4. „Later echter kregen de Italianen genoeg van de Duitsche intriges en verklaarden dat land en Oos tenrijk den oorlog. Schmoelzer, de Duitsche „finan cier", zooals hij zich zelf noemde, haastte zich naar huis teryg te gaan. De Marchesa d'Aruzie was be zorgd voor de veiligheid van het parelsnoer, maar vernam in 't geheim van Schmoelzer, dat ze op een veilige plaats waren. Mïchelangelo had gelukkig ge speculeerd en zij hoopte de juweeJen bij het einde van den oorlog te kunnen inlossen. Ongelukkig ech ter voor haar plan liet de Koningin zich schrik aan jagen door het gerucht dat er onderzeeërs dicht bij de kust kwamen en daar een voorraad petroleum en voedsel van geheime verraders ontvingen. Als zij alles aan .haar echtgenoot had verteld, zou zij zijne liefde hebben verbeurd, ofschoon zij voorh em had'gezon digd. In plaats daarvan biechtte zij het aan Ricardo. Om haar te redden, verkocht hij alle bezittingen, welke hij kon verkoopen, en het gelukte hem een samenkomst te hébben met Schmoelzer,, of in Zwit serland, of in Duitschland, dat wist de Marchesa niet» In elk geval, hij loste de juweelen weer in» Maar toen hij op het. punt was tering te keeren, vernam hij dat het klooster, waar Altona Amaranti haar toel vlucht had gezocht, door de Oostenrijkers gebom bardeerd werd. Hij hoorde ook, dat Altona haar ver stand had verloren door een hevigen schrik. Zij was alleen pp de wereld en aan de genade der vijanden overgeleverd. Ricardo verloor geen tijd, .maar snelde haar te hulp. Doch toen hij. Altona gevonden- en haar in dei veilige hoede van een1 ouden bediende had ge plaatst, ontdekte hij, dat het parelsnoer was verdwe nen. Ilij was er zeker van, dat Altona het. *hiet kon hebben genomen, ofschoon, het waar was, dat zij bij zonder gesteld wa9 op -paarlen. Maar haar goed werd grondig doorzocht en het onderzoek leverde niets op. Er bleef Ricardo niets anders over dan zijn tante in kennis te stellen van de ramp en in haar woede en wanhoop beschuldigde de Marchesa hem bij de Ko ningin. dat hij het parelsnoer uit de zee had' gesto len. U kent Ricardo's ridderlijkheid en u zult begrij pen. dat hij liever die schandelijke onrechtvaardig heid wilde verdragen, dan de werkelijke schuldige te ontmaskeren. De Marchesa zegt nu. dat zij. toen haar echtgenoot stierf zijn dood beschouwde al9 haar straf en besloot alles te bekennen. Of zij dit werkelijk zou hebben gedaan, zoo u niet gekomen was met het halssnoer der Koningin en uw eigen moed in de handen, dat weet de Hemel alleen! De Koningin wenscht u te zien en met u te spre ken en als u dit gelezen hebt, zult u haar chauffeur en automobiel vinden wachten om u naar het paleis te brengen. Om uw spanning ondertusscherw te ver minderen. wil ik u nu reeds .zeggen, dat Florio terug is en het hem mogelijk zal worden gemaakt, ter stond naar Londen te gaan. naar Ricardo. Hij zal de overbrenger zijn van een brief, van de Koningin en waarschijnlijk van het bericht, dat de Koning hem aardig grapje, door den heer Merchant bedacht, dr»t de Kamer wel dee-1 lachen, maar dat toch weinig hout snijdt. Van de zijde zoowel ver d«?n heer Schaper alp ven Mr. Marchant, werd hulde gebracht aan de figuur van Mr. Troelstra Deze hee.'t nog eens uiteengezet, wat het principieel standpunt is. dat hij ten aanzien van de partijgroepeering inneemt. Samenwerking met de S.D.A.P., zoo meende hij uit de rede van Mgr. Nolens te mogen opmerken, wordt niet meer afgewetzen, terwijl als eerste criterium wordt ge steld de practi9che mogelijkheid. Maken nu de door Mgr. Nolens gestelde voorwaarden die samenwerking onmogelijk? Op die vraag wilde Mr. Troelstra nog niet antwoorden; wij zitten nog niet aan de confe rentie-tafel. In elk geval kan de vraag pas na de verkiezingen aan de orde komen, en ook daarom, wijl de verkiezingen invloed kunnen hohben op de samenstelling van de RoomschJKtihoIieke Partij Geen partij toch waar zoo weinig homogeniteit is als in deze. Daarbij kon nog herinnerd worden aan het geen juist den dag tevoren was geschied; de aan vankelijke samenwerking tusschen het opstandige St. Michaël en den Bond van R.K. Kiesvereenigingen, aanvankelijk gelegd, bleek weer verbroken. Daarbij komt, dat de S.D.A.P. nog niet haar standpunt heeft bepaald ten aanzien van eventueele deelneming aan de Regeering. Mr. Troelstra gaf toe, dat een derge lijke deelneming de propaganda belemmert. Desniet tegenstaande 'hebben de S.D.A.P.-parlementaire lei ders in 1913 geen bezwaar gezien om die deelneming aan te bevelen. Het Partij-Congres, buitengewoon bij- gengeroepen, heeft er toen niet naar geluisterd, en zoo, zeide Mr. Troelstra, kan het nog wel eens ge schieden. tyr. Dresseihuys had ten aanzien van St. Michaël deze karakteristieke vergelijking, dat Mgr. Nolens z.i. eenwaskaars op het altaar van S't. Michaël brandde en dat hij thans ook tot de zwevende poli tici behoorde. Er bestond blijkbaar eenig versdhil van meening tusschen Mr. Dresselhuijs en dien heer Nolens over de uitlegging van het katholiek program van 1922, dat door den katholieken leider naast de meer actueele punten onverkort is gehandhaafd. Terwijl de heeren het daarover niet eens konden wor den, bleek het, natuurlijk onder gelach van de Ka mer, dat zij ieder in een verschillende editie zaten testudeeren! Overigens constateerde Mr. Dresseihuys met voldoening dat zijn gedachte van nationale po litiek weerklank heeft gevonden, al is de tijd er dan ook niet rijp voor. Wat hij had willen hekelen was vooral het optreden van een man als Stenhuis. die een kreet durfde aanheffen: weg mot het par lement. en macht boven recht, hetgeen z.i. verderfe lijk moet 'heeten. Ten aanzien van de ontwapening handhaafde hij zijn kritiek op het beleid van Prof. van Embden, en hij kwam onmiddellijk te-staan te genover Mr. Marchant wat betreft de uitlegging van het Protocol van Gèneve. Deze laatste toch heeft nog eens betoogd, dat dit Protocol "Nederland niet bepaald militaire verplichtingen oplegt; £ij citeerde daartoe een zin uit de Memorie van Antwoord van de Regee ring. Mr. Dresselhuijs daarentegen weesop den plicht tot zelfverdediging, die bij het Protocol, blijkens de daarop gegeven toelichting, voorop staat. Z.i. zal het stelsel dat Prof. van Embden ons wil opdringen, duurder uitkomen dan het stelsel, dat de Volkenbond biji rationeele toepassing van het Protocol eischt. Het blijkt nu wel reeds, dat er verschil van meening te dezen aanzien is. Als zoo straks hot Protocol werke lijk aan de orde komt de Minister heeft inmiddels het eerste deel van het Verdrag van de Volkenbonds vergadering bij de Kamer ingediend zal wel blij ken op welke punten. Tenslotte het antwoord van Mgr. Nolens. De alge meen© beschouwingen, zoo zeide hij op de hem eigen nuchtere wijze, moeten teleurgesteld hebben degenen, die verwachtten dat men elkaar zou overtuigen Als Mr. Dresselhuijs'b.v. denkt, dat het door hem ont- wikkelde programma bestemd was voor „gegadig- heeft gedecoreerd, wat Ricardo veel zal vergoeden en hij zal alles aan u te danken hebben." Eerst na haar heerlijk onderhoud, met Koningin Margherita besefte Esmée hoe uitgeput zij was na die langdurige spanning. Lichamelijk was zij gebro ken; maar geestelijk genezen. Zij was ver boven haar verwachting geslaagd. Graaf Ricardo's onschuld was bewezen; Florio was op weg naar hem toe zijn gezicht zou hem wordën teruggegeven. ,0, daarvan was zij zeker! Bij al die zegeningen had zij Ricardo's dankbaarheid nog kunnen voegen, als zij het had gewild. Maar zij had de Kqningin, d'Allegri en Dr. Florio gesmeekt Ricardo niet te laten weten, dar haar hand zijn lot had bestuurd. Zij was slechts een gewoon meisje, dat hem liefhad en zijn weder liefde begeerde; doch zij meende, die door haar eigen bekentenis van te hebben gespionneerd voor altijd te hebben verbeurd. Zij wilde niet. dat hij zou denken, dat zij voor hem had gewerkt om zijn dank te verdienen. Daarom, liet. zij zich de belofte geven, dat het tenminste een tijdlang een geheim zou blij ven, hoe het parelsnoer bij de Koningin was terug gekomen. Esmée schreef ook aan Rogers en vroeg hem ook, te willen zwijgen. Wat haar zelve betrof, haar wensch was vervuld. Zij had werk gevonden, niet door d'Allegri, maar door de Koningin. De betrekking van secretaresse en stenographiste van een liefdadigheidsgesticht voor oorlogsweezen1 werd haar aangeboden. Heb salaris was goed. Zij stond onder bescherming der Koning gin en behoefde zich niet bezorgd te maken voor do toekomst. Zij behoorde gelukkig te zijn geweest, en als zij in plaats daarvan rusteloos was,z eide zij tot zichi zelve, dat die toestand' wel zou voorbijgaan, wanneer zij van Dr. Florio bericht over Ricardo had ontvangen. Florio had beloofd te zullen schrijven, als hij. iets bepaalds kon zeggen. Maar toch was 'do eerste brief niet van hem. Die waa van ,3™" Ho gers. „Lief gekkinnetje", begon hij, „wees nu geen kop pige ezel, maar kom thui9, Ik heb het heel goed naar mijn zin te Camion Woed, waar ik jo vroeger werk verricht, niet het geheime (daarvan is nu geen sprake meer) maar het gewone, alledaagsche: typen en süenografeeren. Daardoor ben ik goed op de hoogte. En als ik zeg, kom, spreek ik een woord van wijsheid. Weldra zal ik hier niet langer noodig zijn, want je Graaf Ricardo, alias Richard Power, is reeds veel beter geworden onder de behandeling van dien wonderman, den oogart9 uit Rome. Je zult wel van hem hooren, maar mannen zijn traag in het schrij ven van brieven, daarom wil ik niet wachten. Florio ontdekte terstond wat er aan scheelde. Beste kind, je had gelijk. Het was vergif. Er bestaat iets. naar het schijnt, dat Scarpapena heet, naar Scarpa. een lievelingsdokter van die zachte Catharina de Medici Hij ontdekte de vergiftige eigenschappen van de een of andere Oostersche plant, en bereidde een drankje voor Cafiherina, om aan ieder te geven, wiens oogen te scherp waren om in den gfaaak dier dame te val len. Het verlamt eenvoudig de kristallens, niet op eens. maar langzamerhand. Na Catherina's tijd werd de Scarpapena heel populair in Spanje en Italië, maar zij was bijna vergeten tot 'n dokter in Turijn be wees. dat een weinig er van heilzaam was bij het lichten van de grauw staar. Mr. Power mag zijn be schermengel danken, dat jij en de arme oude Mrs. den" van links, dan vergiste hij zich. Neen, het pro gram van blijft gehandhaafd. Eerst-ne de stem bus doet _.ich de vraag voor hoe een parlementaire meerderheid gevormd moet «en kan worden. Daarbij denkt de' heer Nolens eerst aan de beide recht9ch9 K:oeptn. Op dat punt moet men zich niet vergissen. In zijn rode stond de coalitie voorop, en deze zal blij ven vooropstaan. Hij erkende intusschen dat zijn standpunt aangaande de samenwerking met. de S.D. A.P. iets anders uiteengezet werd dan na de crisis. Hij had ook toen echter anders gesproken en ver wees naar een rede in 1922 te Utrecht gehouden. Er zijn groote moeilijkheden, geweldige belemmeringen voor de samenwerking tusschen rechts en links. Zou men ter linkerzijde er niet eens moer aan denken tot eenheid komen? aidus vriendelijk naiei de vraag van den. heer Nolens. Aan onze zijde, zoo zette hij uiteen, zijn er geen vleugels; het woord democratie wordt, in allerleibeteekenis gebruikt, maar daarom niet altijd in de juiste. In den. zin van de groote en cyclieken zijn wij allen goede d'emocraten, en nie mand van ons wil zich bij andere democraten laten indeelen! Toen hebben wij nog gekregen een pleidooi van Mr. Rutgera voor de instelling eener Commissie tot herziening van de Lageronderwijswet. die notabene nauwelijks herzien i9; een debat, waarbij de heer Schouten zich met de hem eigen bekwaamheid' weer de tegen aanvallen, waaraan hij van de zijde van dë heeren Schaper en Dresselhuijs blootstond; een re devoering van den heer Schokking, waarbij deze zijn ■standpunt ten opzichte van de coalitie uiteenzette. Toen kwamen nog even de Ministers aan het. woord, waarbij' Minister Colijn in' het bijzond'er over de toe komst sprak. Het is moeilijk te voorspellen hoe deze zal zijn. Hier geldt het spreekwoord:. Hebben is heb ben en krijgen is de kunst. De financieele beschou wingen van Mr. Marchant werden bestreden en be toogd, dat er inderdaad 1834 millioen bezuinigd ia Verder bezuinigen zal moeilijk zijn, want dë uitga ven werdën reeds gedrukt met f 62 millioen, waar weldra nog f 45 millioen zullen bijkomen. De arbeid van de Bezuinigingscommissie zal waarschijnlijk hoogstens nog een f 5 millioen opbrengen. Wil men komen tot een beteekenende verlaging van uitgaven, dan zijn er slechts drie objecten, waarop deze t.e vin den is: defensie, onderwijs en sociale verzekering. Aan welke van deze drie de Minister dë voorkeur •geeft, zei hij intusschen niet. In de avondzitting is de Arbeidsbegrooting, waar mede reeds een vorige week, ook in avondzittingen werd aangevangen, verder behandeld. Vooral de af- deelingen betreffende hygiëne en woningbouw had den de aandacht van de afgevaardigden, M. Het zag er d'ezer dagen zeer sterk naar uit, alsof de wereld voor een nieuwen oorlog stond en of de moord op den Sirdar Sir Lee Stack. evenals die van Serajevo, nu ruim tien jaar gelegen, opnieuw alles in vuur en vlam zou zetten. Nog 9teeds is het gevaar niet geheel en al afgewend en een uitbarsting kan in weerwil der oogenschijnlijke kalmte, die nu heerscht, langs den Nijl, toch nog elk oogenblik volgen. Voor een deel is het gevaar bezworen door het af treden van Zagloel Pasja, die door zijn nationalisti sche redevoeringen en zijn spechen, die nu en dan volmaakte ophitserij waren, een groote persoonlijke, zij het indirecte verantwoordelijkheid torst voor het gebeurde. Men mag het draaien en wenden zooals men wil, het staat vast, dat. de moord op den. Sirdar niet. de daad is vain een groepje lieden, die den opperbevel hebber haatten, doch wel degelijk van politieke fa natici, die in hem het gehaat, regime der Britten poogden te treffen. En dat dit regime zoo gehaat is ligt niet zoozeer aan dë Eingelscben, doch veel meer aan de ophitsers, de menschen, die wat. kraaien over half of in het geheel niet begrepen woorden, van zelfbeschikkingsrecht der volken en wat dies meer zij, van algeheele onafhankelijkheid en dergelijke termen, die fraai zijn op een meeting, doch die pas beteekenis krijgen als zij worden uitgesproken te midd'en van een volk, dat rijp iis voor zulke dingen en dat met zijn zelfbeschikkingsrecht en onafhanke lijkheid iets weet uit te voeren. Een. volk, dat pole miseert met bom en revolver, hoewel het een parle ment heeft, is nog niet rijp voor zelfstandigheid en een leider, die dergelijk optreden aanmoedigt door zijn frasen en klinkklank, hoort ergens anders thuis Neale de schoone Violetta in1 haar slaapkamer be trapten en het spel van haar en Silvers stoorden. Een poosje langer, en dan was het misschien t.e laat geweest voor genezing. Nu zegt Dr. Florio, is 'het 9lechts een kwestie van tijd en zijn behandeling met electriciteit geeft verbazend snelle resultaten. „Had je die twee wreede duivela dien man en die vrouw, niet kunnen vermoorden? Je zult wel van vreugde opspringen, als je hoort, dat mijn .slimme papa Luisa hepft gesnapt. Hij kreeg Silvers ook te pakken, maar die lafaard heeft, na alle schuld op de vrouw te hebben geworpen, zich zelf gedood. Dat klink: als 'n tegenstrijdigheid. Maar dat is het niet, want hij was niet van plan' zelfmoord te plegen. Hij trachtte te ontsnappen, en was al een heel eind ge komen, toen hij uitgleed op een nat dak en Humpty Dumpty viel neer en brak zijn nek! Ik zal jo een courant zenden, om je te laten zien, hoe handig va der het heeft weten aan te leggen om de familie Po wer voor een schandaal te behoeden. Ik herinnerde hem er aan, dat jij daar misschien, eens toe zult ba- hooren en ik dan gaarne op de lijst van jebezoekers wil komen! Toen Violetta, of Luisa vernam, hoe haar partner alle schuld op haar had willen schuiven, verklapte zij alles. Silvers had een prachtig denkbeeld, als hij het maar had#kunnen uitvoeren. Ilij wilde dat Luisa Graaf Ricardo zou vergiftigen, maar zij wilde geen moord op haar geweten hebben. Dan was het maar het beste hem blind te maken. Silvers hoogte, dat Power zoo wanhopig zou worden door zijn toe stand en andere dingen, dat hij met een kogel een eind aan de zaak zou maken. Hij zou liet lijk ver bergen, eer het kon worden gevonden. Dan' was er niets meer in den weg. dat 'hem kom beletten voor taan voor Graaf Ricardo, alias Richard' Power te spelen. Dat zou hem wel gelukt zijn, wegens zijn groote gelijkenis met Power en zijn kennis van diens zaken. Het schijn't, dat *hij een anoniemen brief maar Scotlarid Yard zond, waarin hij Richard Power aan klaagde als een verrader en spion, die met den En den geheel en tijd had hij dat zelf gedaan en zoo heeft hij Lyons ontmoet. Ik weet niet precies, wat er gebeuren zal met de twee „L's" (Luisa en Lyons); maaj; ik wed; dat' het. niet veel goeds zal zijn. Silvers had staatspapieren, befhoorende aan de vijan den in de geheime kamer ie Cannom Wood (een aardige, moderne kleinë suite, lieve!) verbolgen, toen hij daar woonde; en toen hij werd weggejaagd, had hij geen gelegenheid ze mee te nemen. Nu ik van die gèheir&e kamer spreekt, denk ik aan wat ik ie 't eerst van alles moest hebben meegedeeld; doch ik wilde niet beginnen met je droevig te stemmen: de mooie dame is dood. Dat zal je niet erg verwonde ren. Vader zeide dat Jij dacht, dat zij zou sterven, en vond het de gelukkigste oplossing voor haar. Maar zij stierf niet, toen JU den val hoorde en haar hoorde gillen. Toen viel ze alleen maar flauw. Ri chard Power liet den ouden familiedokter halen en ook een priester, want zij was katholiek. Zij leefde nog tot na je vertrek naar Italië, maar zij is nooit weer bij kennis gekomen, geloof ik. „Nu zal ik je een bijzondere reden noemen, waar om je dadelijk thuis moet komen. „Je Graaf Ricardo wachtte niet, tot vadej hem je goede beweegredenen had uitgelegd, voor hij je ver gaf en weer in je geloofde. Hij schijnt slechts een oogenblik te hebben getwijfeld en daar was hij epoe HEEREN EN DAMES, Wij verkoopen de echte Deze jassen zijn waterdicht, heerlijk in 't dragen en vervangen de Demisaison- of Herfst-Mantel. Er is veel namaak in dit artikel. Koopt het in vertrouwen bij SPAANDER Co. Alkmaar. De prijzen zijn f 32.50, f 37.50. f 47.50. dan in' een minJsterszetel. Hetgeen de heer Zagloel dan ook begrepen heeft, toen lord Allenby het hem ©enigszins dringend duidelijk maakte en niet ondui delijk liët doorschemeren, dat' het spoedig en zoo niet goedschiks dan kwaadschiks had te gebeuren. Het is echter de vraag of dit vrijwel gedwongen ontslag van Zagloel een onverdeeld gunstig ding is. We zouden er bijna aan willen twijfelen. Want Zag loel kan al9 leider der oppositiepartij, als gewoon par ticulier, nu het parlement naar huis is. precies doen wat hij wil. Dat wil zeggen: hij heeft de handen veel vrijer nu, dan tijdens zijn ministerschap,-toen hij aan bepaalde algemeene regelen van' diplomatiek fatsoen was gebonden. Als men het geschil nagaat, hetwelk door het op do spits drijven door de nationalisten' aan Stack het leven kostte, moet men tot de conclusie komen, dat hec feitelijk niet zeer de moeite waard iar Engeland heeft ten koste van groote offers van geld en men schen en tijd' het land van den khedive uit de ellende en achterlijkheid gehaald. Hei heeft een behoorlijk bestuur ingevoerd, en veiligheid verzekerd van per sonen en bezittingen. Het 'heeft den Soedan- gepa cificeerd en zoodoende een eind gemaakt aan de sla venjachten, de raids dor Arabieren. Kortom, het heeft een land, dat zijn oude beschaving geheel kwijt was en sedert zestien of zeventien eeuwen volmaakt was blijven stilstaan, op iedër gebied tot nieuw leven ge wekt en voorspoed gegeven. Zoo zelfs, dat het meen de zijn taak te hebben volbracht en toen uit eigen beweging afstand deed van het volkomen protecto raat en daarvan slechts enkele bevoegdheden voor zich reserveerde. Zooals het toezicht op de buiten, landsche politiek, de bescherming der buitenlanders en minderheden, toezicht op de gemengde recht spraak en op sommige financieele aangelegenheden. Bovendien behield Engeland zich zijn rechten: voor op den door de Britten veroverden Soedan en op de bescherming van het kanaal van' Suez. Men kan hoewel dit elders vaak het geval is geweest hier Engeland niet betichten van baat zucht van het onderste uit den kan te willen hebben voor zich zelf. Een behoorlijk bestuur in den Soedan is een zegen voor de Egyp te naren, die bij vertrek der Engëlschen vermoedelijk dadelijk door de Soe- daneezen onder den voet zouden worden geloopen, zcoals reeds herhaaldelijk geschiedde. Dat het ka naal van Suez wordt bewaakt is een algemeen be lang voor alle zeevarende mojgendheden. volstrekt niet alleen voor Engeland. Wie zich de dagen van den oorlog herinnen, toen het kanaal was gesloten, en wie denkt aan de reizen om de Kaap. zal besef fen,* dat het kanaal een algemeen belang is. Maar een ding komt er toch bij en dat is de kwestie der bevloeiing, de irrigatie van Egypte. Men weet, dat het vruchtbaar deel van. dit land slechs zeer klein is. niet meer dan' het feitelijk Nijldal, het gebied, dat elk jaar wordt overstroomd gedurende een zekeren tijd en dus vmchtbaar wordt gemaakt. Nu wil het geval, dat de Soedan, langs den Blauwen Nijl gele gen, buitengewoon goed geschikt zou kunnen wor den voor de katoenteelt. Als er maar water was. Dit water is or: in den Nijl en als men nu in den i bovenloop d'aar een deel van aftapt, kan de Soedan geschikt worden gemaakt voor vrijwel het eenig\> product, dat binnen de palen van het Britsche Rijk niet in. voldoende -hoeveelheid groeit, nl. kantoen. Engeland heeft den Soedan een stuwdam laten aanleggen, waardoor het geheel e gebied van Gezirah behoorlijk van water zou kunnen wordën voorzien. Tevens hebben deskundigen uit verschillende lan den uitgemaakt, dat Egypte zelf zeer veel zou profi- teeren- van het bestaan van dezen stuwdam, omdat daardoor een vrijwel onuitputtelijk reservoir van water werd verkregen, zoodat het mogelijk zou zijn ook in jaren, dat dë Nijl niet zorgde voor een be hoorlijke overstrooming tot het vruchtbaar maken dig over heen. Hij heeft de oude portiersvrouw je bruidskleed en sluier en witte kousen en schoentjes naar het huis laten brengen. Ofschoon hij bijna Diet kon zien, liet hij ze in een kastje- leggen, waarvoor hij nu dikwijls te vinden is. Lieve, het is zoo pathe tisch! Zoo was het, eer vader op het tooneel ver scheen. Toen hij kwam, had uw arme, geduldige, verlaten minnaar geen verdediging van je meer noo dig. Al wat hij verlangde, was. over je te praten en te luisteren, terwijl vader dat deed. Vader heeft zijn belofte aan jou gehouden en hem je adres niet ge geven, maar Mr. Power vroeg hem. je een brief van -hem te willen zenden, waarin vader toestemde. Hij had er zijn hart op gezet dien zelf te schrijven. En nu moet ik bekennen, dat ik geen geheimen meer kon verdragen zonder te barsten, daarom heb ik bem verteld, waarheen je waart gegaan, en wat je had gedaan, de Koningin en Tiorio inbegrepen. Nu ik je dit heb verteld, zal je wel kunnen begrijpen, wat die gesloten en gezegelde enveloppe bevat. Ik heb den inhoud zelf niet gelezen. Die was te heilig voor mijn oogen, maar ik kan het wel raden. „Indien je hart niet verstijfd is. meisje, telegrafeer dan en vertrek morgen naar Engeland. Bekommer je niet om je nieuwe betrekking. Hare Majesteit zal je wel excuseeren, En nog iets. Ik las zooeven in' een nummer van de isev» Yorksche „Town Tattle", dat eenr zekere Mi9S Harford van San Francisco, eens verloofd met Graaf Ricardo van Venetië, later in den steek gelaten door een Amerikaan, Horne-Johnstono genaamd, naar Engeland is vertrokken met haar moeder. Haar photo staat op Mr. Power's schoor steenmantel in de bibliotheek. Zi| zal wel spoedig zich in persoon aanmelden. „Nu, heb ik je nog geen redenen genoeg gegeven omi thuis te komen?" Dat, had ze zeker. Maar zelfs in het tegengestelde geval zou het ingesloten briefje voldoende zijn ge weest. Het bevatte slechts vier regels, maar nauwelijks leesbaar, die over elkaar heen liepen. „Mijn leven is geen leven zonder jou. Als tk kie zen moest tusschen blind zijn voor altijd met één kus yan jou, of mijn g"ezichtsvermogen en het verlies van jou, dan zou ik het eerste kiezen» Om Godswil, kom bij mij." Vier dagen later tikte Esmée aan de deur der bi bliotheek. Een diert>are, bekende stem riep JBhnienr Zij trad de kamer binnen. Evenals op haar laatsten dag te Canmon Wood, begon de schemering juist te vallen. ,jWie is daar?" vroeg Power, in het halfdonker starend met oogen, die niet langer blind waren. „Het is zoo donker, ik kan niet zien, wie het is, die daar in de voorkamer blijft, staan. Ben jij het, Florio?" „Neen", antwoordde Esmée. „Ik ben het Graaf Ricardo. Zal ik binnenkomen?" Hij sprong op. zag haar. sloot haar in zijn armen en droeg haar de kamer in. „Ik keek Juist naar je wit bruidskleed", zeide hij tot het meisje. En' toen kuste hij haar. Maar het zou niet „één ku9 en blind voor al lijd" zijn. Neen, kus sen voor altijd, en alleen de blindheid der liefde, zeide Esmée. l EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 9