Aiicicci Nienws-
Mraitmit- Luiliiillil
65.
Prijsverlaging
WYBERT
Donderdag 4 December 1924.
67ste Jaargang. No. 7549.
Uitgevers i N.V, v.h.
Co., Scbagea
EERSTE BLAD.
Zijpe en Hazepolder.
Uil den W.F.V.B.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHAGER
C0D1AIT.
Dit blad vorschljnt viormaal por wook: Dingdag, Woonsdag, Donder
dag on Zatordag. Bij inzending tot 's morgona 8 uur, wordon Advor-
(ontifin nog zoovool mogelijk in hot ooratuKlcomond nummer geplnulat.
POSTREKENING No. 23330.
INT. TELEP no. 20
PrIJa por 8 maandon fl.05. Looao nummora ö.cont. ADVERTGN-
TIöN van 1 tot 5 rogola f 1.10, iodoro gogol moor 20 cont (howljsno,
inbogropon). Grooto lotton wordon naar plaatarulmto borokond»
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Zitting van Maandag" 1 Deoember 1924.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
HET BLEEF ZOOALS HET WAS.
Do eerste beklaagde was Jan Visser, die absent
was en van wiens zaakje wij nu voortgezette
behandeling kregen.
De O.v.J. bleef bij zijn requisitoir volharden en
de Politierechter veroordeelde bekl. wegens op
lichting. tot 8 maanden gev. voorwaardelijk.
KERMISN A VREUGDE. i
De volgende beschuldigde was Cornelis Dal en berg
nit de Zijpe. Aldaar had hij op de kermis te Bur-
Servlotbrug, toen hij door den rijksveldwachter
kranenburg van Warmenhuizen uit het kermis-
lokaal was gezet, dezen beleödigende uitdrukkingen
toegevoegd. Dat gebeurde in den nacht van 28 op
29 September. Wegens eenvoudige belëediging, eén
„dienstdoenden ambtenaar aangedaan, luidde het
vonnis f 10 boete of 10 dagen brommen.
NIET AFGEDRAGEN.
Arie Bakker uit Alkmaar had aldaar in Septem
ber jl. onregelmatigheden gepleegd met de op
brengst van een aantal loten van de Holl. Maat-
schappr van Landbouw, hem door zijn stadsge
noot J". Lind in depot gegeven. Arie moest er de
opbrengst van afdragen, doch was hiermee in
gebreke gebleven, waarvan een strafzaakje heden
net gevolg was. I
Beklaagde was echter absent.
Na verhoor van get. Lind werd gelast dat de
verdere behandeling dezer zaak volgende week zou
pl'aats vinden, onder bevel van medebrenging van
beklaagde, die vandaag in den loop der zitting wei
verscheen, toen na zijn zaakje al' een paarandere
zaakjes berecht waren. Het bleef echter, zooals was
bepaald: volgende week hervatting der behandeling
van het zaakje van bekL Baikker.
HANDEN THUIS.
Dirk Dam en Johannes Floris, de eerste uit
Hoogwoud, de tweede van Spanbroek, jongelui
van achter in) de 20 jaren hadden in den nacht
van Zondag 121 op Maandag 13 Ootober jl'. toen zij
van een bal-avond uit het café van P. de Vries)
uit het Oostëinde van Spanbroek huiswaarts keer
den. een'Under jongmensch, de 25-jarige .Johannes
Theodorus Ursem geslagen. Deze had Dam van
ter zijde met de fiets aangereden, waardoor een
beetje kwestie ontstond. Dam erkende,. maar Flo
ris ontkende geslagen te hebben. Beider vonnis
hield in: f25 boete, subs. 25 dagen hechtenis.
HET RECHT VAN DEN STERKSTE.
Wijbrand Blauw, een 31-jarige slager, had te
Alkmaar 20 October, zooals hem was ten laste ge
legd, den kleinen 33jarigen Johannes Petrus Ja-
cobus Bal mishandeld, wat Zwaar lichamelijk letsel
en behandeling van den dokter ten gevolge had.
Daar Bal, die dien avond vertoefde in net café van
Jacob Timmer aan de Laat, door den kastelein, die
Bals aanwezigheid niet gewenscht vond, op straat
was gozot waarbij de kleine sinjeur, die koopman
is van beroep, kwam te vallen, was het moeilijk
uit te maken of het zwaar lichamelijk letsel (enkel
breuk) toen is ontstaan, of wel door de misnand|'
ling die Blauw later pleegde. DokterJ. Maafts, uit
Alkmaar, getuige-deskundige, achtte dat niet met
zekerheid uit te maken en te dien opzichte volgde
vrijspraak. Maar al was het zwaar lichamelijk
letsel daarmee „afgewenteld", zoo. bleef voor bekl.
toch nog de gewone" mishandeling, die wel be
wezen was en hem een vonnis tot r 20 boete of 20
dagen brommen bezorgde. i
EEN OUWE KENNIS.
Jacob Meiling, 24 October 1880 geboren te
Broekerhaven on aldaar nog wonende, is al een
goeie ouwe bekende van de rechtbank, waar hij
m vroegere jaren dikwijls metonverstoorbaar fleg
ma zijne opwachting als beklaagde maakte. Zijne
gedrongtene, stevige gestalte en vaste, gezonde
gelaatskleur kwamen ons en andere trouwe zitting
ezoekers zeer bekend voor.
Jaap stond vandaag met zijn medebeklaagde Jan
Kemper, ook 'n stevige boy, schippersknecht aan
boord van het fregat „Westfries", tëreoht wegens
hun gemeenschappelijk verzet tegen de pollitie,
meer officieel wederspannigheid genaamd.
Dat vond plaats te Enkhuizen m den avond van
2 November jl. Beklaagden liepen, elk f20 boete
of even zoovele dagen brommen op.
TOCH WAAR.
Theodoor Lu te en Adriaan Duin, een paar ar
beiders uit Castricum. hadden aldaar een aannemer
met name Johan. Tromp beleedigd en wel op 29
October jl. Ze wilden het nu wel niet best weten,
maar het was toch waar. En elk der beklaagden
kroeg «nu een vonnis tot f15 boete of 15 dagen
de doos in.
BELEEDIGING.
Dan volgde de huisvrouw van zekeren Sterk uit
Enkhuizen, die den weiluidenden naam van Jansje
Slok voert en thans absent was.
Zij had een stadgenoot, den timmerman Dirk
Maurits Ruiter beleedigd en liep daarmee oen
vonnis op tot een tientje boete or 10 dagen brom
men.
GESLAGEN HAD IE.
Francisous Jacobus Fortuin, uit Den Helder,
welbekend aldaar onder den naam van „Sevoe"4
een 53jarig werkman, had een gescheiden 3Sjarig
vrouwtje, Jeanettc v. d. Molen, den 2den Oot. jl.
geslagen en bedreigd.
Beklaagde ontkende de bedreiging. Geslagen had
ie dat wou Fortuin grif erkennen.
Hij is een ouwe bekende van de Justitie en zijne
radheid van tong was bewonderenswaardig, maar
kon hom niet vrijwaren, voor oen vonnis on hij
werd opgeknapt met een maand gevangenisstraf.
DAAR KAN HIJ T MFJ?, DOEN.
Volgt Maurits Dekker, ook uit den Helder, die
aldaar 10 October jl. zich ni*f ontzag de hoogbe
jaarde 74jarige weduwe Buisman, van d'r oige*
Geertje Meijer geheeten, te beleédigén. Zijn vonnis
was f 00 boete of 80 dagen brommen.
Hiermee was 't afgeloopen.
Zitting van Dinsdag 2 Deoember 1924.
De eerste zaak is met toepaeeing der kinderwetten
mot gesloten deuren.
Vervolgens, als openbare zitting volgt, wordt door
den President, daarna door den O.v.J. en ten slotte
door den advokaat Mr. van Loookeren Campagne
(deze laatste sprekende namens de balie) in zeer
wjaa rdeerende woorden gesproken over den pas
afgestorven verdienstelijken Ambtenaar ter reolas-
seering, den heer Mnhring uit Alkmaar.
FAILLIET.
In buitengewone terechtzitting voor Burgerlijke
zaken wordt nog uitgesproken het faillissement
van J. Kool te Hoorn, met benoeming van Mr.
Ledeboer tot rechter-commissaris en van Mr. P.
Haars tot curator.
EEN HARTIGE BEET.
Beklaagden C. Beets en J. Ooievaar uit Lan-
i gendijk staan terecht ter zake, dat zij in den nacht
van 16 op 17 September jl te Zijdewind ten nadeele
van den Alkmaarschen kermisreiziger Imke Har-
der wederrechtelijk hebben medegenomen eön hoó-
1 veelheid paling en worst Beklaagden willen de
i schade hiervan vergoeden. De O.v.J. eischte tegen
den eersten beklaagde f 40 boete of 40 dagen hecht.
I en tegen nummer twee een maand gev.
t MEDESNOEPERS.
L. F. Berger, ook een Langedijker, had medege
daan aan bovengemelde wederrechtelijke wegne-
neming van paling en worst en erkende zulks ook.
Tofen hem was de eisch f30 of 30 dagen zitten.
J. Frederike, een schippersknecht uit Broek op
Langen dijk, had van diezelfde paling en worst
medegegeten ©n hoorde deswege nu tegen zich
eisch en eveneens f30 boete of 30 dagen hechtenis.
DE ARBEIDSWET.
Theodoor W. de Vries, een slager te Hoorn, had
wegens overtreding der bepalingen van de Arbeids
wet, een kantonrech terlijk vonnis opgeloopen tot
f5 boete .of 3 dagen hechtenis ©n was in appèl
gegaan, evenals de Ambtenaar van het O. M.
De arbeidslijst in beklaagde's zaak gaf aan, dat
de kneoht des Zaterdags werkte tot 's middags 12
uur. Niet langer. Een politieagent had den kneoht,
J. Groot, op een Zaterdag in.October. des nam. t©
2.10 uur, bezig gezien met' het stuksnijden van
vlëesch. Toen nad je de poppen aan 't dansen.
Verbaal volgde. Daarbij bleef de agent volharden.
De O.v.J. vorderde bevestiging van gewezen von
nis. Maar de verdediger, Mr. Leesberg, achtte het
geen hier gebeurd) was, niet vallende onder over
treding der Arbeidswet en concludeerde tot vrij
spraak.
VAN EEN DEPOTHOUDER.
Poortsluiter was de 29-iarige P. J. van Nimwegen,
thans te Alkmaar, voorheen depothouder t© Soha-
gen van de te 'a Gravenhage gevestigde Naamlooze
Vennootschap Rubber Import Compagnie.
Beklaagde was gedetineerd en ter zitting present,
'n Klein, goedgebouwd en netjes gekleed persoon
tje. Hem was verduistering van verschillende in
zjjne functie hem toevertrouwde en door hem niet
verantwoorde, maar ten eigen bat© aangewende
gelden ten laste gelegd.
Hij bekende. Hij is als depothouder ontslagen.
Ten laste waren gelegd ongeveer een tiental bodra
gen, tot een totaal van ruim driehonderd guldon.
Aan beklaagde waren in 1923 diverso betalingen
gedaan, die hij niet had verantwoord. Dit betrof
bedragen als van Cornelis Wit, rijwielhandel az^r
te Schagen f 109.20, van Nioolaas Jonker, rijwiel
handelaar te Anna Paulowna f54.50, van Johanna
Beentjes, wed. Thomas Langodijk te Wijk aan
Zee £8.70, van Fl. Mulder, rijwielhandelaar te
Hoorn f56.20, van Jan Boekestein, rijwielhandelaar
te Heerhugowaard f2.27, van K. Smit, idem te
Schagen f 5.83, van Bastiaan Bongaard, idem te
Sohoten f 11.45, van Simon Vriens, idem te Abbe-
kerk f32.05. van Pieter Cornelis Roozekrans. idem
te Helder f35 en van J. Vermeulen, poelier op
Texel f10.
Zij werden achtereenvolgens als getuigen gehoord,
waarna de heer Officier het woord kreeg en het
gebeurde een ernstig deliot achtte, waarvoor Z.
E.Gestr. 6 maanden gev. vorderd©.
Verdediger Mr. Smal, ging dan levensloop van
bekl., waarop wel wat te zeggen viel» na, wees
op eenige gunstige getuigschriften, die beklaagde ik.
vroeger werkkringen had verworven en drong ©a
tenslotte op aan, alsnog een nader onderzoek in
te stellen. v
A.s. Dinsdag uitspraken.
Vergadering van Dijkgraaf, Heemraden ©n Hoofd
ingelanden van den Züpo en llazepolder, op
Woensdag 3 Deoember 1924, in „Het Wapen van
de Zijpe van den heer J. Broer.
Alle leden zijn' aanwezig, 1 vacature.
Voorzitter de heer Jb. Bos Oz., dijkgraaf, secre
taris de heer J. J. Bleek.
Na opening volgt goedkeuring der notulen.
Voorzitter deelt mede, dat op 16 October 1.1.
boeken, kas en bescheiden door oen nieuw benoem
den secretaris-penningmeester van den heer
Steijn zijn overgenomen. Medodeeling wordt ge
daan, wat er in kas is bevonden, terwyl voorts een
uitvoerig rapport is ontvangen van den accountant,
den heer Keesom, die boeken en bescheiden heeft
onderzocht. Uit het rapport blijkt, da het kassaldo
in overeenstemming was met het batig saldo van
den dienst 1924, tot aan den datum van overname.
Zoowel wat betreft de ontvangsten als de uitga
ven worden een paar bemerkingen gemaakt, van
een tweetal uitgaven büv. waren geen quitanti.ee.
Bovendien was opgemerkt, dat ©r veel mandaten
blanco waren getoekend en al bedoelde de, héér
Steijn daar geen kwaad mee- de raad werd gegeven
dat de nieuwbenoemde functionaris dit niet zou
laten doen. Niettegenstaande den hoogen leeftijd
van den heer Steijn, was d© boekhouding op de
moest accurate wijze gemaakt De boekhouding
wag primitief en de verwachting werd uitgespro
ken. dat ze nu moer overzichtelijk zal worden,
gemaakt Er wordt verder op gewezen dat alleen
over 1924 een onderzoek was ingesteld.
Voorzitter zegt, dat het Dag. Bestuur een onder
zoek over 1923 met noodig oordeelt; we zijn allen
wel overtuigd, dat de boekhouding van dén heer
Steijn accuraat was, al zijn er dan een paar kleine
foutjes. Met het oog op ae overdracht van de kas,
enz. vonden we het gewenscht een accountant te
raadplegen.
Voorzitter deelt mede, dat van den heer O. Oos-
terman een verzoek! is ingekomen. Met het bouwen
is door de heeren Kreijger en Hayerkorn wat te
ver vooruit gebouwd en hebben zij zich daardoor
grond van den polder toegeëigend. De heer Oos
terman verzoekt nu, zijn hekje iets vooruit te
mogen zetten om in gelijke lijn te komen. In dat
geval zou Oosterman 52Vt meter grond krijgen,
terwijl Hqverkorn 44' en Kreijger 27 meter hebben.
Het Dag. Bestuur wil ze over iéén kam .scheren
en voor ieder de erfpacht op f 1 per jaar stellen.
Algemeen gaat de vergadering daarmee aoooord.
Voorzitter zegt, dat, zooals bekend is, d© heer
Nieuwland bedankt heeft als heemraad en omdat
binnen 2 maanden in deze vacature moet worden
voorzien, is deze spoed eisch ande vergadering uit
geschreven. Spr. zegt, dat dus tot stemming zal
worden overgegaan.
De beer Raaeanakor vraagt of er een schrijven
van den heer Nieuwland is ingekomen.
Voorzitter antwoord bevestigend,^ hij heeft eoh-
st rouwens
ontslag in,
meer niet.
ter den brief niet bij zich. De brief wast i
heel' kort de heer Nieuwland vraagt er onl
groote doozen
TABLETTEN
Bij Apothekers
en Drogisten
Tot stemming overgaande, worden 15 stemmen
uitgebracht en wel! als volgt: H. ReZelmlani 3 stem
men, G. Rademaker 2 stemmen, O. Hooij 3 stem
men. K. Francis 5 stemmen, J. Brak 1 stem en
J Bruin 1 stem
De tweede vrije stemming heeft tot uitslag: H.
Rezdman 2 stemmen, G. Rademaker 2 st., C. Hopij
4 stemmen en K. Francis 7 stemmen.
Er is duS herstemming tussohen de heeren Hooij
en Franois, en daarbij worden 9 stemmen uitge
bracht op den heer Francis, zoodat de. heer Fran
cis gekozen is.
Op de vraag van den voorzitter of de heer
Fraijcis de benoeming aanneemt, antwoordt deze
bevestigend, doch het apet hem leed, dat hij daarbij
de plaats vervult van iemand, dien hij hier graag
had blijven zien.
Hii hoopt echter de belangen van den polder
naar beste willen en weten te behartigen.
Voorzitt erfeliciteert d©n hoer Francis en hoopt,
dat de heer Francis nog lang de belangen van
den polder zal behartigen.
Algemeen© felicitatie volgt.
Bij de rondvraag zegt de heer Hooij, dat bij de
laatste vorst door de jongens in den .Boschweg en
Belkmerweg een "tamelijke massa steen en op het
ijs zijn gegooid. Spr. vraagt of daar niet op toe
gezien kan worden.
Voorzitter oordeelt, dat het moet treffen, als
het gezien wordt.
De heer Hooij. meent, dat or een beetje op geloo-
pen dient te worden. In d©n Belkmerweg was ©r
een geheele dam» van zoden en dat keert hot water.
Voorzitter doet toezegging, dat er op gelet zal
worden. De dam is verwijderd. Die baldadigheid
heeft wat in, laatst is er we©r een bord van êen
brug .totaal afgerukt. Hierna sluiting.
VAN DEN ALG SECRETARIS.
Het B.B. heeft na uitgebracht rapport van do
commissie van onderzoek aangaande de incidenten
fedurende den wedstrijd W.F.G. I versus B.F.C.
gespeeld te Wieringerwaard, op Zondag 12 Oot.
1924. o.a. besloten: don speler Hendriks van B.F.C.
te Breezand een .zeer ernstige berisping toe te
dienen, met hetMiitzicht op strenge straf, wanneer
zich weder incidenten van dien aard en hem be
treffende mochten voordoen.
De vereeniging „Succes" te Wielingen, heeft aan
hare verplichting genoemd in art. 2 H.R, voldaan.
L. F. KLEITERP.
VAN DEN COMPETOTELEIDER.
I Programma voor Zondag 14 December.
H.F.C. I—N.V.V. I, 2 uur,C. Klink,
Succes IExcelsior I> 2 uur, C. .Boorman.
D.O.S.K.O. IConcordia I; 2 uur, D. Duinker.
Blauw Wit I-—Voorwaarts I, 2 uur, P. Keet.
B.F.C. JB.V.V. I,2 uur, H. W. Freeke,
N.V.V. IISparta III, 2 uur, "H. Helleman.
P.S.V. IW.P.CL I, 2 utstfi C. van Oorschot"
Sparta IVSucces ÏL 12 uur, B. Visser.
Èxcelsior IID.O.S.K.O. II, 2 uur, J. Nap.
K.F.C. I—B.F.C. II, 2 uur, G. Simts*
B.F.C. III—W.F.C. III, 12 uur, J. Noorman,
N.V.V. IHHF.C. H, 10 uur, L. Koster.
Als scheidsrechter is aangesteld de heer H. W.
Freeke, p.a. den heer D. Duinker, Jan in 't Veld-
straat 9, Helder. i
Uitslagen van 80 November:
Excelsior I—DH.S.K.O. I, 1—L
Voorwaarte I—N.V.V. I, 1—6.
H.F.O. ISuooee I, 20.
Blauw Wit IConcordia I, 18.
N.V.V. II—B.F.C. I, 2—2.
B.V.V. I—Sparta lil, 1—4.
W.F.O. I—P.S.V. I, 6—0
B.F.C. II—D.0.8.K).0, II, 8—0,
Suoces IIVoorwaarts II, niet gespeeld.
Sparta IVExoelsior II, 05.
N.V.V. IH—Concordia li, 2—0-
ILF.G. HW.F.C. H, 13—L
Door ledengebrek kan „Voorwaarts" op 't oogem
blik geen 2de elftal formeeren. De voor dit elftal
vastgestelde wedstrijden word©n dus voorloopig uit
gesteld.
Opgelegde boete's: De boete van P.S.V. wordt
verhoogd tot f8.50, wegens te late inzending van
f 2.50 boete w.n.o., tegen N.V.V H, Excelsior, H.
F.C. en P.S.V. hebben elk f 1 boete, wegens te laat
opzenden van wedstrijd formulieren. P.S.V. moet
dus f 4.50 opzenden. De boete moet binnen zijn
voor 11 December, anders verhooging.
J VAN ZOONEN.
DE LANGE BROEK.
Men schreef dezer dagen aan de NJR.Ct.:
In de symboliek der kleederdrachten heeft de
broek groote beteekenis. Wanneer een gewestelijk
volksspreekwoord zegt, dat Jan gaandeweg in de
broek komt, duidt dit op de geleidelijke ontwikke
ling van kind tot volwassene. Een jongen, die voor
het eerst in de lange broek verschijnt, toont hiermee
zijn ontvoogding, zijn meerderjarigheid; hij is een
zelfstandig, zelfbewust wezen geworden, dat meetelt
in ihet ouderlijk huis en in de maatschappij daarbui
ten. Mag men in verband met deze symboliek het
besluit beschouwen van bet jongste provinciaal con
cilie der Roomsch Katholieke geestelijkheid in Ne
derland, dat de kleeding der pastoors aldus heeft ge
wijzigd, dat dezen, na de ln gebruik zijnde kleeding
te hebben afgedragen, zullen verschijnen in gekleede
jas, lange pantalon, opengesneden vest, opstaande
boord, waaraan zwart zijden collaarI
Men heoft zich weliswaar afgevraagd, waarom het
bisdom Haarlem tegen de nieuwe kleeding bezwaar
maakt, en waarom voor Noord-Brabant en Limburg
de toog behouden meet blijven. Allicht zijn dit slechts
voorloopige maatregelen, die louter den overgangs
tijd betreffen. Zooveel is zeker, dat men binnenkort
ook de Nederlandsche geestelijkheid in hetzelfde
costuum zal zien wandelen, waarin de Roomsch-
katholieke priesters in Engeland en andere noorde
lijke landen zich reeds sinds jaren vertoonen. Ook
zal het nieuwe hoofddeksel, de bolhoed, die men in
Duitschland gewend is, hier te lande allicht eerst
nog opzien baren.
De toetreding van de Nederlandsche geestelijkheid,
die zich tot nog toe bij de Romaansche kleeder
dracht had aangesloten, tot het verbond der noorde
lijke landen, welker synoden in tegenstelling met de
zuidelijke een kleeding. meer overeenkomstig de al-
gemeene burgerlijke mode toestaan, behoeft nog geen
stap in de richting van secularisatie te beteekenen,
om toch gekenschetst te worden als oen belangrijke
gebeurtenis in de geschiedenis der kerkelijke klee
ding.
Want de geschiedenis der kleederdrachten vormt
een gewichtig onderdeel van de kerkgeschiedenis.
Zij is veel meer dan het droge relaas van wisselingen
in uiterlijke gedaante, die bewijzen, dat zelfs ook de
dienaren der kerk aan mode onderhevig zijn. Haar
belangwekkendheid is gelegen in de motieven, die
aan de wijzigingen ten grondslag liggen en de reac
ties, welke zij bij de betrokkenen en bij het publiek
verwekken. Men stelt zich den godsdienststrijd veel
te beperkt voor, wanneer men uitsluitend aan dog
ma's denkt; ook de kleeding heeft haar ketterijen
en de geloofstwisten omtrent kleedingstukken heb
ben vaak een feller karakter gedragen dan die over
de leer.
Ware dit toch zoo belangrijke onderdeel van de
kerkgeschiedenis zoo bekend als het behoorde te zijn,
dan zou men zich herinneren, hoe reeds Tertullianus
een verhandeling heeft gehouden „Over den mantel",
waarin hij uiteenzet, waarom hij zich genoodzaakt
ziet als christen de toga uit te trekken om dit ge
waad voor het pallium te ruilen. En als tegenhan
ger zou men uit zijn eigen vaderlandsche geschiede
nis onmiddellijk denken aan den verbitterden strijd
over het lange en korte haar, waarbij de Dordtsche
predikant Jacobus Borstius zich verdienstelijk heeft
gemaakt, met zijn „tijdpreek" naar aanleiding van
1 Cor. 11:14.
Meestal hangt, de geloofsstrijd om do kleeding sa
men met opvattingen omtrent de zedelijkheid. Ge
woonlijk betreffen de bezwaren de vrouwenkleeding;
wij behoeven hiervoor niet tot in het verre verleden
terug, daar wij Juist het voorrecht bezitten, een tijd
perk te beleven, waarin de geestelijkheid van aller
lei 8ohakeerini? zich verbindt in den strijd tegen bloo
ts armen en doorzichtige kousen. Maar weet men,
dat ook de mannenklecding als bedenkel^k uit zede
lijk oogpunt wel is veroordeeld geworden? Het is ons
onbekend, wat de beweegredenen van het provinciaal
concilie van thans zijn geweest, maar misschien
heeft ook herderlijke omzichtigheid meegewerkt, om
de korte broek met de gespschoenen door de lange
pantalon te vervangen.
Een strijd van de zedelijkheid tegen de pofbroek
heeft in het midden der 16e eeuw in Duitschland
veel beweging gewekt. „Men zondigt", zegt een be
zorgd zedemeester, die in 1566 te Frankfort aan den
Oder een geschrift tegen de kortê broek in het licht
deed zien. „door het dragen dezer broeken tegen de
schaamte, goede tucht en eerbaarheid, tegen God,
zijne instellingen en orde; tegen het bondzegel des
H. Doops: tegen het vierde gebod, tegen den gods
dienst. want Adam maakte zich een schort van vij
genbladen. maar de jonge lieden ontblooten zich door
hun pofbroeken, ter booze verlokking en onkuisch-
heid meer dan wanneer zij naakt gingen".