Aiicicci Nienws- Mraitmit- Luiliiillil 65. Prijsverlaging WYBERT Donderdag 4 December 1924. 67ste Jaargang. No. 7549. Uitgevers i N.V, v.h. Co., Scbagea EERSTE BLAD. Zijpe en Hazepolder. Uil den W.F.V.B. Binnenlandsch Nieuws. SCHAGER C0D1AIT. Dit blad vorschljnt viormaal por wook: Dingdag, Woonsdag, Donder dag on Zatordag. Bij inzending tot 's morgona 8 uur, wordon Advor- (ontifin nog zoovool mogelijk in hot ooratuKlcomond nummer geplnulat. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEP no. 20 PrIJa por 8 maandon fl.05. Looao nummora ö.cont. ADVERTGN- TIöN van 1 tot 5 rogola f 1.10, iodoro gogol moor 20 cont (howljsno, inbogropon). Grooto lotton wordon naar plaatarulmto borokond» DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Zitting van Maandag" 1 Deoember 1924. VOOR DEN POLITIERECHTER. HET BLEEF ZOOALS HET WAS. Do eerste beklaagde was Jan Visser, die absent was en van wiens zaakje wij nu voortgezette behandeling kregen. De O.v.J. bleef bij zijn requisitoir volharden en de Politierechter veroordeelde bekl. wegens op lichting. tot 8 maanden gev. voorwaardelijk. KERMISN A VREUGDE. i De volgende beschuldigde was Cornelis Dal en berg nit de Zijpe. Aldaar had hij op de kermis te Bur- Servlotbrug, toen hij door den rijksveldwachter kranenburg van Warmenhuizen uit het kermis- lokaal was gezet, dezen beleödigende uitdrukkingen toegevoegd. Dat gebeurde in den nacht van 28 op 29 September. Wegens eenvoudige belëediging, eén „dienstdoenden ambtenaar aangedaan, luidde het vonnis f 10 boete of 10 dagen brommen. NIET AFGEDRAGEN. Arie Bakker uit Alkmaar had aldaar in Septem ber jl. onregelmatigheden gepleegd met de op brengst van een aantal loten van de Holl. Maat- schappr van Landbouw, hem door zijn stadsge noot J". Lind in depot gegeven. Arie moest er de opbrengst van afdragen, doch was hiermee in gebreke gebleven, waarvan een strafzaakje heden net gevolg was. I Beklaagde was echter absent. Na verhoor van get. Lind werd gelast dat de verdere behandeling dezer zaak volgende week zou pl'aats vinden, onder bevel van medebrenging van beklaagde, die vandaag in den loop der zitting wei verscheen, toen na zijn zaakje al' een paarandere zaakjes berecht waren. Het bleef echter, zooals was bepaald: volgende week hervatting der behandeling van het zaakje van bekL Baikker. HANDEN THUIS. Dirk Dam en Johannes Floris, de eerste uit Hoogwoud, de tweede van Spanbroek, jongelui van achter in) de 20 jaren hadden in den nacht van Zondag 121 op Maandag 13 Ootober jl'. toen zij van een bal-avond uit het café van P. de Vries) uit het Oostëinde van Spanbroek huiswaarts keer den. een'Under jongmensch, de 25-jarige .Johannes Theodorus Ursem geslagen. Deze had Dam van ter zijde met de fiets aangereden, waardoor een beetje kwestie ontstond. Dam erkende,. maar Flo ris ontkende geslagen te hebben. Beider vonnis hield in: f25 boete, subs. 25 dagen hechtenis. HET RECHT VAN DEN STERKSTE. Wijbrand Blauw, een 31-jarige slager, had te Alkmaar 20 October, zooals hem was ten laste ge legd, den kleinen 33jarigen Johannes Petrus Ja- cobus Bal mishandeld, wat Zwaar lichamelijk letsel en behandeling van den dokter ten gevolge had. Daar Bal, die dien avond vertoefde in net café van Jacob Timmer aan de Laat, door den kastelein, die Bals aanwezigheid niet gewenscht vond, op straat was gozot waarbij de kleine sinjeur, die koopman is van beroep, kwam te vallen, was het moeilijk uit te maken of het zwaar lichamelijk letsel (enkel breuk) toen is ontstaan, of wel door de misnand|' ling die Blauw later pleegde. DokterJ. Maafts, uit Alkmaar, getuige-deskundige, achtte dat niet met zekerheid uit te maken en te dien opzichte volgde vrijspraak. Maar al was het zwaar lichamelijk letsel daarmee „afgewenteld", zoo. bleef voor bekl. toch nog de gewone" mishandeling, die wel be wezen was en hem een vonnis tot r 20 boete of 20 dagen brommen bezorgde. i EEN OUWE KENNIS. Jacob Meiling, 24 October 1880 geboren te Broekerhaven on aldaar nog wonende, is al een goeie ouwe bekende van de rechtbank, waar hij m vroegere jaren dikwijls metonverstoorbaar fleg ma zijne opwachting als beklaagde maakte. Zijne gedrongtene, stevige gestalte en vaste, gezonde gelaatskleur kwamen ons en andere trouwe zitting ezoekers zeer bekend voor. Jaap stond vandaag met zijn medebeklaagde Jan Kemper, ook 'n stevige boy, schippersknecht aan boord van het fregat „Westfries", tëreoht wegens hun gemeenschappelijk verzet tegen de pollitie, meer officieel wederspannigheid genaamd. Dat vond plaats te Enkhuizen m den avond van 2 November jl. Beklaagden liepen, elk f20 boete of even zoovele dagen brommen op. TOCH WAAR. Theodoor Lu te en Adriaan Duin, een paar ar beiders uit Castricum. hadden aldaar een aannemer met name Johan. Tromp beleedigd en wel op 29 October jl. Ze wilden het nu wel niet best weten, maar het was toch waar. En elk der beklaagden kroeg «nu een vonnis tot f15 boete of 15 dagen de doos in. BELEEDIGING. Dan volgde de huisvrouw van zekeren Sterk uit Enkhuizen, die den weiluidenden naam van Jansje Slok voert en thans absent was. Zij had een stadgenoot, den timmerman Dirk Maurits Ruiter beleedigd en liep daarmee oen vonnis op tot een tientje boete or 10 dagen brom men. GESLAGEN HAD IE. Francisous Jacobus Fortuin, uit Den Helder, welbekend aldaar onder den naam van „Sevoe"4 een 53jarig werkman, had een gescheiden 3Sjarig vrouwtje, Jeanettc v. d. Molen, den 2den Oot. jl. geslagen en bedreigd. Beklaagde ontkende de bedreiging. Geslagen had ie dat wou Fortuin grif erkennen. Hij is een ouwe bekende van de Justitie en zijne radheid van tong was bewonderenswaardig, maar kon hom niet vrijwaren, voor oen vonnis on hij werd opgeknapt met een maand gevangenisstraf. DAAR KAN HIJ T MFJ?, DOEN. Volgt Maurits Dekker, ook uit den Helder, die aldaar 10 October jl. zich ni*f ontzag de hoogbe jaarde 74jarige weduwe Buisman, van d'r oige* Geertje Meijer geheeten, te beleédigén. Zijn vonnis was f 00 boete of 80 dagen brommen. Hiermee was 't afgeloopen. Zitting van Dinsdag 2 Deoember 1924. De eerste zaak is met toepaeeing der kinderwetten mot gesloten deuren. Vervolgens, als openbare zitting volgt, wordt door den President, daarna door den O.v.J. en ten slotte door den advokaat Mr. van Loookeren Campagne (deze laatste sprekende namens de balie) in zeer wjaa rdeerende woorden gesproken over den pas afgestorven verdienstelijken Ambtenaar ter reolas- seering, den heer Mnhring uit Alkmaar. FAILLIET. In buitengewone terechtzitting voor Burgerlijke zaken wordt nog uitgesproken het faillissement van J. Kool te Hoorn, met benoeming van Mr. Ledeboer tot rechter-commissaris en van Mr. P. Haars tot curator. EEN HARTIGE BEET. Beklaagden C. Beets en J. Ooievaar uit Lan- i gendijk staan terecht ter zake, dat zij in den nacht van 16 op 17 September jl te Zijdewind ten nadeele van den Alkmaarschen kermisreiziger Imke Har- der wederrechtelijk hebben medegenomen eön hoó- 1 veelheid paling en worst Beklaagden willen de i schade hiervan vergoeden. De O.v.J. eischte tegen den eersten beklaagde f 40 boete of 40 dagen hecht. I en tegen nummer twee een maand gev. t MEDESNOEPERS. L. F. Berger, ook een Langedijker, had medege daan aan bovengemelde wederrechtelijke wegne- neming van paling en worst en erkende zulks ook. Tofen hem was de eisch f30 of 30 dagen zitten. J. Frederike, een schippersknecht uit Broek op Langen dijk, had van diezelfde paling en worst medegegeten ©n hoorde deswege nu tegen zich eisch en eveneens f30 boete of 30 dagen hechtenis. DE ARBEIDSWET. Theodoor W. de Vries, een slager te Hoorn, had wegens overtreding der bepalingen van de Arbeids wet, een kantonrech terlijk vonnis opgeloopen tot f5 boete .of 3 dagen hechtenis ©n was in appèl gegaan, evenals de Ambtenaar van het O. M. De arbeidslijst in beklaagde's zaak gaf aan, dat de kneoht des Zaterdags werkte tot 's middags 12 uur. Niet langer. Een politieagent had den kneoht, J. Groot, op een Zaterdag in.October. des nam. t© 2.10 uur, bezig gezien met' het stuksnijden van vlëesch. Toen nad je de poppen aan 't dansen. Verbaal volgde. Daarbij bleef de agent volharden. De O.v.J. vorderde bevestiging van gewezen von nis. Maar de verdediger, Mr. Leesberg, achtte het geen hier gebeurd) was, niet vallende onder over treding der Arbeidswet en concludeerde tot vrij spraak. VAN EEN DEPOTHOUDER. Poortsluiter was de 29-iarige P. J. van Nimwegen, thans te Alkmaar, voorheen depothouder t© Soha- gen van de te 'a Gravenhage gevestigde Naamlooze Vennootschap Rubber Import Compagnie. Beklaagde was gedetineerd en ter zitting present, 'n Klein, goedgebouwd en netjes gekleed persoon tje. Hem was verduistering van verschillende in zjjne functie hem toevertrouwde en door hem niet verantwoorde, maar ten eigen bat© aangewende gelden ten laste gelegd. Hij bekende. Hij is als depothouder ontslagen. Ten laste waren gelegd ongeveer een tiental bodra gen, tot een totaal van ruim driehonderd guldon. Aan beklaagde waren in 1923 diverso betalingen gedaan, die hij niet had verantwoord. Dit betrof bedragen als van Cornelis Wit, rijwielhandel az^r te Schagen f 109.20, van Nioolaas Jonker, rijwiel handelaar te Anna Paulowna f54.50, van Johanna Beentjes, wed. Thomas Langodijk te Wijk aan Zee £8.70, van Fl. Mulder, rijwielhandelaar te Hoorn f56.20, van Jan Boekestein, rijwielhandelaar te Heerhugowaard f2.27, van K. Smit, idem te Schagen f 5.83, van Bastiaan Bongaard, idem te Sohoten f 11.45, van Simon Vriens, idem te Abbe- kerk f32.05. van Pieter Cornelis Roozekrans. idem te Helder f35 en van J. Vermeulen, poelier op Texel f10. Zij werden achtereenvolgens als getuigen gehoord, waarna de heer Officier het woord kreeg en het gebeurde een ernstig deliot achtte, waarvoor Z. E.Gestr. 6 maanden gev. vorderd©. Verdediger Mr. Smal, ging dan levensloop van bekl., waarop wel wat te zeggen viel» na, wees op eenige gunstige getuigschriften, die beklaagde ik. vroeger werkkringen had verworven en drong ©a tenslotte op aan, alsnog een nader onderzoek in te stellen. v A.s. Dinsdag uitspraken. Vergadering van Dijkgraaf, Heemraden ©n Hoofd ingelanden van den Züpo en llazepolder, op Woensdag 3 Deoember 1924, in „Het Wapen van de Zijpe van den heer J. Broer. Alle leden zijn' aanwezig, 1 vacature. Voorzitter de heer Jb. Bos Oz., dijkgraaf, secre taris de heer J. J. Bleek. Na opening volgt goedkeuring der notulen. Voorzitter deelt mede, dat op 16 October 1.1. boeken, kas en bescheiden door oen nieuw benoem den secretaris-penningmeester van den heer Steijn zijn overgenomen. Medodeeling wordt ge daan, wat er in kas is bevonden, terwyl voorts een uitvoerig rapport is ontvangen van den accountant, den heer Keesom, die boeken en bescheiden heeft onderzocht. Uit het rapport blijkt, da het kassaldo in overeenstemming was met het batig saldo van den dienst 1924, tot aan den datum van overname. Zoowel wat betreft de ontvangsten als de uitga ven worden een paar bemerkingen gemaakt, van een tweetal uitgaven büv. waren geen quitanti.ee. Bovendien was opgemerkt, dat ©r veel mandaten blanco waren getoekend en al bedoelde de, héér Steijn daar geen kwaad mee- de raad werd gegeven dat de nieuwbenoemde functionaris dit niet zou laten doen. Niettegenstaande den hoogen leeftijd van den heer Steijn, was d© boekhouding op de moest accurate wijze gemaakt De boekhouding wag primitief en de verwachting werd uitgespro ken. dat ze nu moer overzichtelijk zal worden, gemaakt Er wordt verder op gewezen dat alleen over 1924 een onderzoek was ingesteld. Voorzitter zegt, dat het Dag. Bestuur een onder zoek over 1923 met noodig oordeelt; we zijn allen wel overtuigd, dat de boekhouding van dén heer Steijn accuraat was, al zijn er dan een paar kleine foutjes. Met het oog op ae overdracht van de kas, enz. vonden we het gewenscht een accountant te raadplegen. Voorzitter deelt mede, dat van den heer O. Oos- terman een verzoek! is ingekomen. Met het bouwen is door de heeren Kreijger en Hayerkorn wat te ver vooruit gebouwd en hebben zij zich daardoor grond van den polder toegeëigend. De heer Oos terman verzoekt nu, zijn hekje iets vooruit te mogen zetten om in gelijke lijn te komen. In dat geval zou Oosterman 52Vt meter grond krijgen, terwijl Hqverkorn 44' en Kreijger 27 meter hebben. Het Dag. Bestuur wil ze over iéén kam .scheren en voor ieder de erfpacht op f 1 per jaar stellen. Algemeen gaat de vergadering daarmee aoooord. Voorzitter zegt, dat, zooals bekend is, d© heer Nieuwland bedankt heeft als heemraad en omdat binnen 2 maanden in deze vacature moet worden voorzien, is deze spoed eisch ande vergadering uit geschreven. Spr. zegt, dat dus tot stemming zal worden overgegaan. De beer Raaeanakor vraagt of er een schrijven van den heer Nieuwland is ingekomen. Voorzitter antwoord bevestigend,^ hij heeft eoh- st rouwens ontslag in, meer niet. ter den brief niet bij zich. De brief wast i heel' kort de heer Nieuwland vraagt er onl groote doozen TABLETTEN Bij Apothekers en Drogisten Tot stemming overgaande, worden 15 stemmen uitgebracht en wel! als volgt: H. ReZelmlani 3 stem men, G. Rademaker 2 stemmen, O. Hooij 3 stem men. K. Francis 5 stemmen, J. Brak 1 stem en J Bruin 1 stem De tweede vrije stemming heeft tot uitslag: H. Rezdman 2 stemmen, G. Rademaker 2 st., C. Hopij 4 stemmen en K. Francis 7 stemmen. Er is duS herstemming tussohen de heeren Hooij en Franois, en daarbij worden 9 stemmen uitge bracht op den heer Francis, zoodat de. heer Fran cis gekozen is. Op de vraag van den voorzitter of de heer Fraijcis de benoeming aanneemt, antwoordt deze bevestigend, doch het apet hem leed, dat hij daarbij de plaats vervult van iemand, dien hij hier graag had blijven zien. Hii hoopt echter de belangen van den polder naar beste willen en weten te behartigen. Voorzitt erfeliciteert d©n hoer Francis en hoopt, dat de heer Francis nog lang de belangen van den polder zal behartigen. Algemeen© felicitatie volgt. Bij de rondvraag zegt de heer Hooij, dat bij de laatste vorst door de jongens in den .Boschweg en Belkmerweg een "tamelijke massa steen en op het ijs zijn gegooid. Spr. vraagt of daar niet op toe gezien kan worden. Voorzitter oordeelt, dat het moet treffen, als het gezien wordt. De heer Hooij. meent, dat or een beetje op geloo- pen dient te worden. In d©n Belkmerweg was ©r een geheele dam» van zoden en dat keert hot water. Voorzitter doet toezegging, dat er op gelet zal worden. De dam is verwijderd. Die baldadigheid heeft wat in, laatst is er we©r een bord van êen brug .totaal afgerukt. Hierna sluiting. VAN DEN ALG SECRETARIS. Het B.B. heeft na uitgebracht rapport van do commissie van onderzoek aangaande de incidenten fedurende den wedstrijd W.F.G. I versus B.F.C. gespeeld te Wieringerwaard, op Zondag 12 Oot. 1924. o.a. besloten: don speler Hendriks van B.F.C. te Breezand een .zeer ernstige berisping toe te dienen, met hetMiitzicht op strenge straf, wanneer zich weder incidenten van dien aard en hem be treffende mochten voordoen. De vereeniging „Succes" te Wielingen, heeft aan hare verplichting genoemd in art. 2 H.R, voldaan. L. F. KLEITERP. VAN DEN COMPETOTELEIDER. I Programma voor Zondag 14 December. H.F.C. I—N.V.V. I, 2 uur,C. Klink, Succes IExcelsior I> 2 uur, C. .Boorman. D.O.S.K.O. IConcordia I; 2 uur, D. Duinker. Blauw Wit I-—Voorwaarts I, 2 uur, P. Keet. B.F.C. JB.V.V. I,2 uur, H. W. Freeke, N.V.V. IISparta III, 2 uur, "H. Helleman. P.S.V. IW.P.CL I, 2 utstfi C. van Oorschot" Sparta IVSucces ÏL 12 uur, B. Visser. Èxcelsior IID.O.S.K.O. II, 2 uur, J. Nap. K.F.C. I—B.F.C. II, 2 uur, G. Simts* B.F.C. III—W.F.C. III, 12 uur, J. Noorman, N.V.V. IHHF.C. H, 10 uur, L. Koster. Als scheidsrechter is aangesteld de heer H. W. Freeke, p.a. den heer D. Duinker, Jan in 't Veld- straat 9, Helder. i Uitslagen van 80 November: Excelsior I—DH.S.K.O. I, 1—L Voorwaarte I—N.V.V. I, 1—6. H.F.O. ISuooee I, 20. Blauw Wit IConcordia I, 18. N.V.V. II—B.F.C. I, 2—2. B.V.V. I—Sparta lil, 1—4. W.F.O. I—P.S.V. I, 6—0 B.F.C. II—D.0.8.K).0, II, 8—0, Suoces IIVoorwaarts II, niet gespeeld. Sparta IVExoelsior II, 05. N.V.V. IH—Concordia li, 2—0- ILF.G. HW.F.C. H, 13—L Door ledengebrek kan „Voorwaarts" op 't oogem blik geen 2de elftal formeeren. De voor dit elftal vastgestelde wedstrijden word©n dus voorloopig uit gesteld. Opgelegde boete's: De boete van P.S.V. wordt verhoogd tot f8.50, wegens te late inzending van f 2.50 boete w.n.o., tegen N.V.V H, Excelsior, H. F.C. en P.S.V. hebben elk f 1 boete, wegens te laat opzenden van wedstrijd formulieren. P.S.V. moet dus f 4.50 opzenden. De boete moet binnen zijn voor 11 December, anders verhooging. J VAN ZOONEN. DE LANGE BROEK. Men schreef dezer dagen aan de NJR.Ct.: In de symboliek der kleederdrachten heeft de broek groote beteekenis. Wanneer een gewestelijk volksspreekwoord zegt, dat Jan gaandeweg in de broek komt, duidt dit op de geleidelijke ontwikke ling van kind tot volwassene. Een jongen, die voor het eerst in de lange broek verschijnt, toont hiermee zijn ontvoogding, zijn meerderjarigheid; hij is een zelfstandig, zelfbewust wezen geworden, dat meetelt in ihet ouderlijk huis en in de maatschappij daarbui ten. Mag men in verband met deze symboliek het besluit beschouwen van bet jongste provinciaal con cilie der Roomsch Katholieke geestelijkheid in Ne derland, dat de kleeding der pastoors aldus heeft ge wijzigd, dat dezen, na de ln gebruik zijnde kleeding te hebben afgedragen, zullen verschijnen in gekleede jas, lange pantalon, opengesneden vest, opstaande boord, waaraan zwart zijden collaarI Men heoft zich weliswaar afgevraagd, waarom het bisdom Haarlem tegen de nieuwe kleeding bezwaar maakt, en waarom voor Noord-Brabant en Limburg de toog behouden meet blijven. Allicht zijn dit slechts voorloopige maatregelen, die louter den overgangs tijd betreffen. Zooveel is zeker, dat men binnenkort ook de Nederlandsche geestelijkheid in hetzelfde costuum zal zien wandelen, waarin de Roomsch- katholieke priesters in Engeland en andere noorde lijke landen zich reeds sinds jaren vertoonen. Ook zal het nieuwe hoofddeksel, de bolhoed, die men in Duitschland gewend is, hier te lande allicht eerst nog opzien baren. De toetreding van de Nederlandsche geestelijkheid, die zich tot nog toe bij de Romaansche kleeder dracht had aangesloten, tot het verbond der noorde lijke landen, welker synoden in tegenstelling met de zuidelijke een kleeding. meer overeenkomstig de al- gemeene burgerlijke mode toestaan, behoeft nog geen stap in de richting van secularisatie te beteekenen, om toch gekenschetst te worden als oen belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis der kerkelijke klee ding. Want de geschiedenis der kleederdrachten vormt een gewichtig onderdeel van de kerkgeschiedenis. Zij is veel meer dan het droge relaas van wisselingen in uiterlijke gedaante, die bewijzen, dat zelfs ook de dienaren der kerk aan mode onderhevig zijn. Haar belangwekkendheid is gelegen in de motieven, die aan de wijzigingen ten grondslag liggen en de reac ties, welke zij bij de betrokkenen en bij het publiek verwekken. Men stelt zich den godsdienststrijd veel te beperkt voor, wanneer men uitsluitend aan dog ma's denkt; ook de kleeding heeft haar ketterijen en de geloofstwisten omtrent kleedingstukken heb ben vaak een feller karakter gedragen dan die over de leer. Ware dit toch zoo belangrijke onderdeel van de kerkgeschiedenis zoo bekend als het behoorde te zijn, dan zou men zich herinneren, hoe reeds Tertullianus een verhandeling heeft gehouden „Over den mantel", waarin hij uiteenzet, waarom hij zich genoodzaakt ziet als christen de toga uit te trekken om dit ge waad voor het pallium te ruilen. En als tegenhan ger zou men uit zijn eigen vaderlandsche geschiede nis onmiddellijk denken aan den verbitterden strijd over het lange en korte haar, waarbij de Dordtsche predikant Jacobus Borstius zich verdienstelijk heeft gemaakt, met zijn „tijdpreek" naar aanleiding van 1 Cor. 11:14. Meestal hangt, de geloofsstrijd om do kleeding sa men met opvattingen omtrent de zedelijkheid. Ge woonlijk betreffen de bezwaren de vrouwenkleeding; wij behoeven hiervoor niet tot in het verre verleden terug, daar wij Juist het voorrecht bezitten, een tijd perk te beleven, waarin de geestelijkheid van aller lei 8ohakeerini? zich verbindt in den strijd tegen bloo ts armen en doorzichtige kousen. Maar weet men, dat ook de mannenklecding als bedenkel^k uit zede lijk oogpunt wel is veroordeeld geworden? Het is ons onbekend, wat de beweegredenen van het provinciaal concilie van thans zijn geweest, maar misschien heeft ook herderlijke omzichtigheid meegewerkt, om de korte broek met de gespschoenen door de lange pantalon te vervangen. Een strijd van de zedelijkheid tegen de pofbroek heeft in het midden der 16e eeuw in Duitschland veel beweging gewekt. „Men zondigt", zegt een be zorgd zedemeester, die in 1566 te Frankfort aan den Oder een geschrift tegen de kortê broek in het licht deed zien. „door het dragen dezer broeken tegen de schaamte, goede tucht en eerbaarheid, tegen God, zijne instellingen en orde; tegen het bondzegel des H. Doops: tegen het vierde gebod, tegen den gods dienst. want Adam maakte zich een schort van vij genbladen. maar de jonge lieden ontblooten zich door hun pofbroeken, ter booze verlokking en onkuisch- heid meer dan wanneer zij naakt gingen".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 1