Opruiming Winterjassen NEELS' Keizerstr. 62-63 cn 44, Helder. Groolsle Heerenkleedlngmegazijnen hier Ier jplaafse, Zondags tot 12 uur geopend. dat B. »d W. jzöcu ruimer standpunt hebben Inge nomen. Maar B. en W. hebben juist een Beer ruTm standpunt Ingenomen. Wat in do Tweede Kamer la gebeurd, houdt niet in dat Schagen nu moet over gaan tot het in het loven roepen van een dergelijke belasting. De Tweede Kamer heeft door het maken van die wet de mogelijkheid geopend 'v' belasting in te voeren, maar dat wil niet zeggen, dat de be lasting voor iedere kleine plaats noodzakelijk moet worden ingevoerd. B. en W. hebben, zich juist op het standpunt geplaatst, dat Schagen geen plaats is voor een dergelijke belasting en B. en W. baseeren dat op de praktijk. Vasthoudende bijvoorbeeld' aan bet vastgestelde uitbreidingsplan, zouden ver schillende gronden onder deze belasting vallen, dus b.v. het land van den heer Roggeveen, maar ook het land van den heer H. Raven tot aan het Laantje toe en we zullen er toch allen van overtuigd zijn dat dit laatste land in jaren niet bebouwd) zal wor den. B. en W. vragen zich af of het billijk is dat land te belasten en zeggen, neen. En wanneer het land van den heer Roggeveen belast zal worden, dan denken B. en W. er geen oogenblik aan dat daarom dit land voor een goedkonperen prijs zal worden afgestaan. Het gevolg zal niet anders wezen dan dat de belasting verdisconteerd zal worden in den huur prijs en dat de belasting dus wordt gebracht op die categorie van menschon, waar geen der beide voor stellers de belasting) zal willen zien gebracht, n.1. op de huurders der tuintjes. Waar de heer Bregman informeerde welke gronden dan volgens B. en W. onder de verordening zouden vallen die er niet onder behooren. wijst de heer Trapman b.v. op het stuk weiland, dat op het Noord ligt, vanaf het Hoog tot aan het eind van het Nooid. De mogelijkheid bestaat dat er eens een huis op wordt gebouwd, maar zou men. dat weiland nu als bouwterrein willen aanmer ken? De belasting is goed voor plaatsen die zich bui tengewoon snel uitbreiden, maar waar dat. hier lang zaam gaat, moeten we een dergelijke belasting hier niet hebhen. Hoe 'duurder de grond wordt gemaakt, hoe minder er gebouwd zal worden. Wat soort^uizen wordt hior gebouwd? Eenvoudige woningen op goed- koopen grond, en men houdt goedkooperên grond door dien grond zoo min mogelijk te belasten. B. en W. hebben dus in deze een zeer ruim standpunt in genomen. ze hebben den bloei der gemeente op het oog gehad, door het bouwen tq willen bevorderen. De heer Bregman zegt dat zijn uitlegging van de wet anders is tn hij oordeelt dat wanneer de grond belast wordt, de eigenaar tenslotte zal zeggen: „Ik wou dat ik het kwijt was". Spr. meent dat er geen schattingscommissie noodig is, maar dat do Raad, of een raadscommissie de belaéting kan bepalen. Vol gens de wet wijst de Raad) de terreinen aan die voor belasting in aanmerking komen. De Raad bepaalt dan de waarde en misschien zou er dan eens beslag op kunnen worden gelegd, al9 bijv. iemand, zoon'k onlangs, ztjn grond voor verbreeding van den weg niet. wilde afstaan. Zoo -iemand! zou het dan wat zuurder kunnen worden gemaakt. Spreker zou het voorstel nog eens willen aanhouden om nog eens nader te onderzoeken hoe de uitlegging van de wet is. Voorzitter wijst er op dat er voor belastingheffing een vast systeem moet zijn, privilegie wordt niet ge geven op het stuk van belasting en de commissie vaa advies zou geen raadscollogo kunnen zijn. Dat zou den experts moeten zijn, die de waarde der terrei nen kunnen schatten en die laten zich betalen. De heer Van Nnland stelt da goede bedoeling van de voorstanders op prijs, maar waar do heer Breg man er dikwijls op gehamerd hoeft dat de raadsled m zoo duidelijk mogelijk moeten worden ingelicht over do verschillende aanhangige zaken, heeft het hem ge speten dat over deze belangrijke zaak geen mededee- lingen door de voorstellers zijn gedaan. Het is spr. onmogelijk geweest dit in een paar dogen te verwer ken, spreker kan geen oordeel er over uitspreken en hij stelt daarom voor de behandeling van deze zaak te verdagen. De heer Helder toont met een paar voorbeelden aan hoe moeilijk een dergelijke belasting is te hef fen. Tuinen zijn niet aan de belasting onderhevig, maar spr. wijst op het terrein bij de bouwplaats van den heer Gouwenberg, op don tuin bij de boer derij vpn Kooij, terreinen volgens de wet niet aan te slaan, maar toch uitstekend geschikt voor bouwter rein. Daarentegen zou al het land van den heer Ra ven moeten worden aangeslagen, want het komt voor in het, bestaande goedgekeurde uitbreidingsplan. Tot dergelijke eigenaardige dingen komt men door deze wet. In beginsel is spr. voor een dergelijke belasting, maar hij zou het andera geregeld willen zien. De heer Bregman loost nog eens een gedeelte van een wetsartikel voor, om daaruit te concludeeren dat de Raad de gronden zal mogen aanslaan die daar voor in de termen vallen naar 'sRaads oordeel en de heer Trapman meent daarbij dat niet de Raad de te belasten terreinen aangeeft, maar dat in een ge meente als de onze, die een vastgesteld uitbreidings plan heeft, de torreinen belastbaar zijn in den door Ged. Staten aan te geven kring. De heer Trapman acht uitstol van behandeling niet noodig, want het hoofdbezwaar voor B. en W. is dat een dergelijke be lasting voor een kleine gemeente als de onze, onge- wenscht ia. De heer Van Erp is het eens met de meening van den heer Trapman en gelooft ook dat do belasting op de huurders verhaald tal worden, of wanneer de eigenaar het terrein zelf gebruikt de verkoopsom er door zul stijgen. Spr. meent dat de belasting bet bon wen zou tegenwerken en hij kan zich dan ook ver- HOOFDSTUK HL Een Slachtoffer van Verraad. Knallend klonken geweerschoten in het dal en Muriel Roscoe, op de rustbank gelegen, drukte de handen tegen haar oogen en huiverde. Ze kon zich moeilijk voorstellen, dat het einde zóó nabij zou zijn. Ze voelde zich als iemand die in1 een lange nacht merrie van verschrikkingen had gelegen en van den vredigen tijd daarvoor, haar jeugd en kinder jaren. had ze een herinnering zoo vaag, dat ze haar toeschenen, als tot een vorig bestaan te behooren. Ze voelde zich zoozeer veranderd sedert die zonnige dagen, dat ze als het ware een nieuwe persoonlijk heid was geworden. De Muriel Roscoe van dien tijd was een vroolijk, luchthartig meisje geweest, dat genoot van de beweging in de open lucht en van sport. Vlug van hoofd als ze was, hadden haar les sen nooit eenige moeilijkheden voor haar opgele verd. Eeni dapper klein ding was ze geweest, met een vurig verlangen naar het avontuurlijke, waaraan ze toen nooit had kunnen voldoen, een rijke verbeel ding en een teeder, liefhebbend hart. Ze herinnerde zich al de zonnige idealen van dien gulden tijd en haar koortsachtig verlangen naar den dag van vrijheid, den dag, waarop ze haar vader mocht volgen naar hot wonderbare Oo9ten, dat ze zoo dikwijls In haar droomen had gezien. Aan haar moeder, die bij haar geboorte gestorven was had ze geen herinneringen. Haar vader maakte de heele wereld voor haar uit en toen hij eindelijk met verlof thuis kwam en haar had meegenomen uit het kalme leven in Engeland, naar het vreemde bestaan in 'het land van zijn ballingschap, liep baar hart over van geluk. Maar toch had ze zich niet laten meesleepen door de venmaken' van deze nieuwe wereld. Bals en gvmkhana hadden geen bekoring voor haar. Het genot bij haar vader te zijn wa9 haar te heilig, te kostbaar om voor mindere genoegens te worden opgeofferd, en zoo gaf ze spoedig alle pretjes op, waarheen hij haar niet kon vergezellen. Ze reed paard met hem, kampeerde met hem en werd zijn onafscheidelijke gezellin. Onontwikkeld in velerlei opzichten, verlegen in gezelschap van vreemden, vergat ze spoedig haar vroegere ambitie om de we reld-te willen zien en te leeren kennen. «enigé# vooïtetei vast B. en W. Mevr. Roos-Breedi meent dat de uitbreiding van buowen is tegengegaan door het op peil houden van den grondprijs. Spr. kan niet zeggen dat de uitbrei ding de laatste jaren zoo heel langzaam) is gegaan cn als we straten hadden gehad, zouden we de behoefte om te bouwen hebban gesteund. De heer Trapman vindt dat de uitbreiding lang zaam is gegaan. Wanneer er heele wijken worden gebouwd, dan noemt spr. dat een vlugge uitbreiding, maar waar hier, uitgezonderd' de wijk van de bouw- vereeniging, huis na huis wordt bijgebouwd, meent spr. dat een dergelijke wijze van uitbreiding lang zaam genoemd moet worden. Spr. wijst er verder op dat plaatsen b.v. als Alkmaar en Purmerend een dergelijke belasting niet hebben ingevoerd, zouden wij in Schagen dan nu zulk een belasting moeten hebben? y De heer Bregman is met het oog op den uitleg van de wet inzake de terreinen behoorende tot het uit breidingsplan voor uitstellen van behandeling en wijst er op dat wel meer besluiten zijn genomen die een betere voorlichting behoefden. De heer Trapman merkt op dat het niet de schuld van B. en' W. is als er hior onvoldoende wordt voor gelicht, maar de schuld van den hoer Bregman zelf. Op "de beide voorstellers tocht rustte de plicht hun voorstel zoo uitvoerig mogelijk toe te lichten. Het voorstel-Van Nulandi om de beslissing over het voorstel van mevr. Roos-Breed en den heer Breg man te verdagen, wordt in stemming gebracht. Voor stemmen de heeren Helder, Roggeveen, Bregman, Van Nuland en mevr. Roös^Breed, tegen de heeren Timmerman. Trapman, Van Erp, Overtoom en Hui- berts. De stemmen staken dus en de beslissing of het voorstel zal worden verdaagd of niet, zal in de volgende vergadering vallen. Voorzitter zegt, dat het dan opnieuw in bespreking kan komen, terwijl de heer Trapman oordeelt dat zonder debat eerst zal worden gestemd over het voorstel-Van Nuland verdaging of niet en eerst na aanneming van verdaging, het voorstel later in be handeling komt. Aan de orde is thans de behandeling der begroo tingen. De commissie door den Raad benoemd en bestaan de uit mevr. Roos-Breed em de heeren Overtoom' en Timmerman, had de volgende opmerkingen: Post Presentiegelden leden van den Raad. De min derheid der commissie acht het presentiegeld van f2 per lid per bijgewoonde vergadering te laag, te meer omdat voor het bijwonen van vergaderingen voor commissies geen presentiegeld wordt ontvangen. B. en W. merken ten opzichte post presentiegel den raadsleden op ,dat waar de meeste raadsverga deringen 'savonds worden belegd, van tijdverlies geen sprake kan zijn. Ditzelfde geldt, ook voor de slechts hoogst enkele malen per jaar gehouden wor dende commissievergaderingen. B. en W. achten f2 per veigadering voldoende. Mevr. Roos-Breed, die zich bekend maakt als de minderheid van de begrootingscommissie, oordeelt, dat ze aan hetgeen opgemerkt wordt, niets heeft toe te voegen. Zij wijst op de verschillende plaatsen in de omgeving, waar een hooger presentiegeld wordt gegeven. De heer Van Nuland zegt, dat 2 jaar geleden de heer Brog-man een dergelijk voorstel heeft inge diend, verleden jaar heeft spr. dat om gegronde re denen gedaan en waar nu de situatie onveranderd is, wil spr. niet meer op deze z$ak terugkomen. Spr. zal dus voor het voorstel van B. en W. stemmen. Op de desbetreffende vraag van den voorzitter stelt mevr. Roos-Breed voor, het presentiegeld op f 3 te bepalen. Dit) voorstel wordt verworpen met 7 te gen 3 stemmen, voor mevr. Roos-Breed en de hee ren Van Erp en Bregman. Post contributie der vereeniging tot 'behoud' van molens. In verband met dit lidimaatschap dringt de commissie er op aan, dat B. en W. pogingen in het werk zullen stellen o«m den laatsten molen in deze gemeente nl. dien aan de Korte Snevert. te behou den. iWlat het behouden van den molen betreft zeg gen B. en W. gaarne t)oe, hieraan zooveel mogelijk mee te werken. De heer Van ^"uland vraagt, of B. enrW. iets heb ben gedaan voor het behoud van den molen aan de Lange Snevert. Voorzitter zegt, dat toen hij terug kwam van zijn uitstapje hij verbaasd was dat de molen afgebroken' Het gezelschap van haar vader was haar voldoen de en het was voor haar geen opoffering zich van de buitenwereld af te wenden en afgezonderd met hem te leven. En wat haar vader betrof, hij wenschte haar ni6t geheel voor zich alleen, maar toch was het hem een verlichting, dat een voortdurende maalstroom van vermaken haar weinig aantrok. Hij had haar graag bij zich en het was weldra de natuurlijkste zaak ter wereld, dat ze hem op al zijn expedities ver gezelde. Zij genoot kinderlijk van zijn inspectierei zen, die ze als heerlijke pic-nics beschouwde. En zoo gebeurde het, dat, terwijl ze zich tusschen de heuvelen van het grensgebied bevonden, de op stand. van de inboorlingen losbrak, zóó onverwacht en zóó snel, dat hun troepje met totale -vernieti ging bedreigd werd. Horden zwarten hadden plot seling van het zuiden uit een aanval gedaan, de blanken ingesloten en hen langzamerhand terugge drongen in het gebergte. Eerst had de generaal ge meend, dat hij' enkel een rooverbende tegenover zich had, maar eer hiji het fort bereikte, waarheen hij gedwongen werd zijn toevlucht te nemen, wist hij, dat hij reddeloos verloren was, daar zijn krijga. voorraad ontoereikend zou zijn. De telegraafdraden waren afgesneden, de water voorraad liep ten einde, en zijn mannen moesten te vreden zijn met een rantsoen, nauwelijks voldoende om in leven te blijven. Ze stierven van gebrek, door ziekte, of door kogels van' den vijand totdat einde lijk hun aantal tot vier was geslonken, hemzelf mee gerekend, en hij inzag, dat zijn einde nabij was. Dit alles had Muriel Roscoe mee doorgemaakt, zon der er lichamelijk onder te lijden, doch geestelijk was ze zwaar geschokt geworden door verdrietv en ellende. Roerloos liggend op de rustbank, luisiterde ze naar de schoten en het wilde geschreeuw, in de verte, wel wetend, dat de munitie ten»einde liep; de kanonnen werden immers nog slechts bij lange tusschenpoo- zen gehoord. Toen gedurende een stitle hoorde ze den vastberaden tred van een man haar deur naderen, onder het onverschillige neuriën van een deuntje. Ze hield haar adem in, toen een hand luide op haar deur klopte. Ze wist wie het was en kon er niet toe komen „binnen" te roepen. Ben plotselinge vrees beving haar. die haar belette te spreken of was?. Had hi$ geweten dat daartoe plannen beertxaï-i den, dan had bij moeite willen doen, den molen te behouden, boe wel hij niet gelooft dati die poging veel succes zou hebben gehad. Waar den heer Van Nuland blijkt, dat B. en W. geen pogingen hebben gedaan dien molen te behou den, wil hij den post contributie schrappen. J>e beer Trapman zegt, dat de burgemeester in dien tijd afwezig was en wanneer hier sprake kan zijn van schuld, dan is het dus de 6chuld van den heer Helder en spreker. Wij wisten evenwel dat er pnJctisohe bezwaren bij' den polder waren om dezen mol er.' te behouden, want de polder kon die molen niet laten staan, als hij de werken uitvoerde die thans zijn gemaakt. En om nu een mooi gebaar te maken, door desondanks toch pogingen te doen tot behoud van den molen, dat achtten wij niet go- wenscht. De heer Helder voegt hier nog aan' toe, dart., waar een der leden van de begrootingscommissie, welke commissie bovengenoemde opmerking maakt, tevens lid- is van het polderbestuur, spr. de overtuiging heeft, dat dit lid in het polderbestuur op zijn ach terste beenen1 zou gaan staan', wanneer getracht werd ook de molen aan de Korte Snevert te doen verdwijnen. En juist die molen doet het 't allerbest in het landschap. Post: kosten eierenveiling. De commissie vestigt de aandacht van B. en W. op de omstandigheid, dat de heer De Vries als veilimgsmeester der eierenvei ling, belangrijk meer werk heeft te verrichten dan hij voorheen had bij het wegen der varkens. De commissie verzoekt, indien vergoeding nood zakelijk wordt geacht, deze te verleenen met terug, werkende kracht, tot den aanvang der veiling. Wat de de hoogere salarieering van' 'De Vries be treft, met het oog op zijn werk aan de eierenveiling zeggen B. en W. dat zij eerst gaarne definitief wil len weten den omvang der werkzaamheden van' den veilingsmeester, aan de veiling verbonden. Wan neer daaromtrent voldoende zekerheid is verkregen zullen) den Raad de noodige voorstellen bereiken. Post: brandstoffen en onderhouden van school boeken, leermiddelen, en schoolbehoeften.' De commissie zal voortaan gaarne bij de begroo ting zien oveTgelegd een opgaaf van het hoofd der school van de benoodigde schoolboeken, leermidde len en schoolbehoeften. Dit geldt ook voor bowaar- school «n U.L.Ü. Wat de aanschaffing der schoolboeken en leermid delen voor de scholen betreft, meenen B. en W. dat het bestellen daarvan een zaak ia die tot da be voegdheid van hun college behoort. Mevr. RoosJBreed merkt op, dat op deze manier de raad iedere controle mist. Het) H. cL S. kan wel meer leermiddelen willen bestellen en- het zou kun nen wezen dat er een college van B. en W. was dat zeer schriel ten opzichte van aanschaffing van leer middelen was. Voorzitter merkt op, dat! wanneer een lid den uitge trokken post te laag vindt, hij, natuurlijk kan voor stellen, om den post te verhoogen, maar om nu de lijst van leermiddelen over te leggen, dat is een zaak die B. en W. aangaat. Mevr. RoosJBreed; acht hét zeer wel doenlijk, an dere begrootingen, van den opeichter, worden ook bij de begrooting overgelegd, zelfs kachelpijpen wor den opgegeven. Voorzitter wijst er nog op, dat op 't oogenblik B. en W. ook een kwestie hebben met den Inspecteur, en B. en W. komen daaraan al reeds zooveel moge lijk tegemoet. Op de begrooting van het electrlciteitsbedrijf wordt döor de commissie gemist een leening van f 10.000. En op de begrooting van het gasbedrijf ia niet vermeld de inkomsten verkregen door rente en aflossing van de leening, groot f 10.000 aan' het elec- triciteitsbedrijf en de post huur fitterswoningen. Wat het niet voorkomen betreft der f 10.000, op den schuldenstaat van het electriciteitsbedrijf en bij de inkomsten van' het gasbedrijf deelen B en W. mee, dat voor het electriciteitsbedrijf rente en aflos sing komen ten laste der exploitatierekening. Bei de bedragen zullen dus, gelijk ia geschied, in de be grooting van het bedrijf moeten worden opgenomen onder de gewone exploitatieuitgaven. Bij het gasbedrijf is de bewuste leening, gelijk be kend, niet anders dan een belegging van een ge deelte van het vernieuwingsfonds, waarvan de rente, zooals gebruikelijk, moet worden aangewend' tot versterking van dit fonds en de aflossing bij ont vangst moet worden teruggebracht op de kassareke ning. Een en ander is op de exploitatierekening niet van. invloe<L B. en fW. hebben echter geen bezwaar de f 10000 nog aan den schuldenstaat van het elec triciteitsbedrijf toe te voegen. De huur der fitters, woningen zal in de begrooting worden opgenomen. De heer Van Nuland. vraagt, of voortaan bij de begrooting naast den staat van schulden ook een taxatielijst' van bezittingen kan worden overgelegd. Voorzitter zegt, dat B. en W. daartoe niet verplicht *tfn De beer Vin Nulandi erkent dat Spr. verzoekt het alleen maar. B. en W. hebben geen bezwaar Do hoer Bregman informeert nog! naar een paar posten rente en afl'assing g-oldJeeningeai, waarop door den sooretaria toelichting wordt gegeven. Do heer Bregman misfc ook oen pcwfc bijdrage buitengemeen ton aan de VakteekonsohooL Voorzatter zogfc, dat dit een bagatel' ia en B. en W". willen, als het bedragje binnenkomt, het voq- zich te bewegen. Gespannen bleef ze luisteren, ho pend tegen alle verwachting in, dat hij zou denken, dat ?e sliep, en' weg zou gaan. Het kloppen herhaalde zich niet Alles bleef dood stil .Toen werd de deur snel en beslist geopend on Nick Ratcliffe vertoonde zich op den drempel, zijn gelaat beschenen door het lamplicht. Het was een schrander gezicht, een maskerg el ijk, dat elke hoe danigheid goed of kwaad zou kunmen verbergen. „Mag ik binnenkomen, juffrouw Roscoe?" vroeg hij, want' ze had zich niet bewogen, geen spier van haar gezicht vertrokken. Bij het geluid van zijn stem staarde ze hem aan met een wilden schrik in haar oogen. Zonder verdere plichtplegingen sloot hij de deur achter zich. In het schemerlicht schenen zijn trek. ken zich te bewegen alsof hij wilde glimlachen, zoo kwam het haar tenminste voor. Begeerig keek hij een oogenblik naar het) "bord rijst, dat op de tafel stond. „Groote goedheid! wat een weelderig maal!" zei hij Het totale gebrek aan' gedwongenheid, waarmee hij deze opmerking maakte, gaf, tot op zekere hoog te, het meisje haar zelfbeheersching terug. Ze richt te zich op, voldoende bekomen van den schrik om te bedenken, dat ze dezen man niet. mocht. „iNeem er wat van, als u trek heeft", zei ze koel. Inplaats van op haar woorden in te gaan, keerde •hij de rijst vastberaden den rug toe. „Neen, breng mij niet In verzoeking", zei hij. „Het is vandaag vastendag bij mij. Waarom eet u het zelf niét op?" Hij keek met raadsel ach tigen blik' op haar neer onder vlugknippende oogleden. Zij zweeg, van ganscher harte wenschend, dat hij weg zou .gaan. Niets lag minder in zijn bedoeling. Bedaard nam hij op den stoel plaats, waarop een uur tevoren de generaal gezeten had, vlak naa9t haar en met een' instinctmatige beweging van af keer trok ze zich een weinig van hem terug. Maar Nick deed, alsof Üij niets van deze beweging begreep. „Luister eens, juffrouw Roscoe," zei hij kortaf „u moet geen opium gebruiken. Die stomme Ayha moest weten, dat ze die u niet geven mag." Muriel schrok hevig. „Dat doe ik ook niet", stotterde ze. „Ikik Hij schudde bet hoofd tegen baar. als tegen een stout kind. antwoorden alö „antvangeten uieft hlervaren ver meld". De heer Bregman ar voorts op, dat van het Lau dbouwhu i sn o u d on d erwijs geen rekening on begrooting is overgelegd. Spr. wil eerst de rekening zien, alvorens 2fijhi stem te kunnen geven aan het voorstel tot het geven van een subsidie van f2150. Ook nu vraagt spr. naar de bijdrage van de buitem gemeenten. Voorzitter wil in comi tévergaderrng mededeolin gen doen; de le ambtenaar ter secretarie is naar Haarlem geweest voor informaties. Do heer Bregman aoht hot noodig, deze zaak in het openbaar te bespreken. Spr. wijst er op, dat geen overzicht aanwezig is, tot hoever de schuld gevorderd is. Wel' leest men advertenties van houden cursussen, maar er staat nooit bijv dat do school toegankelijk is voor onvermogenden. Spr. vraagt ook, waarom B. en W. nooit met het voorstel znjn gekomen om 2 gedelegeerden in het Bestuift dier vereeniging te benoemen. Spr. leest te dién aanzien een desbetreffend artikel' van de Nüver heddsorfderwijsrwet en zegt, dat de iheer HeldeaJ vroeger gezegd heeft, dat we blij' moesten wezan, do stiohfingskosten iiieti te hebben. Spr. oordeeÜ eohter, dat dan de gemeente na verloop van tyd eigenares van het_ gebouw zou zijn geworden. AJLs we gedelegeerden in1 de Vereeniging hadden, zouden we van aReö op de hoogte jsij'n geweest. Spr. zal stemmen tegen de subsidie aan ideale boerendooh terssohool, want een standenschool ia heb. Voorz. zegt, dat' hij niet wist, dat de gemeente een. paar gedelegeerden kon benoemen. Spr. hé:ft wel de Nijverheidsonderwijswet bestudeerd:, waar het betrof de bijdragen aan Alkmaar en Helder, maar niet in dit verband. Wat bet finantieiefe. gedeelte betreft, de secretaris kan de gegévéna' verstrekken. De heer Helder, wijst er uitvoerig óp, hoe hier een eigenaardige toestond is ontstaan. Voor dit onderwijs zou, profiteer en de van een .gunstige rijks' bepaling ten aanzien van het verkrijgen van sub siaie, het gebouw bij de opslagplaats op de Laan werden bestemd. Daarna is de bezuiniging bij het Rijk gekomen, waardoor niet van de voordeelige rijksregeling kan worden geprofiteerd. Hettegen, woordige schoolgebouw kwam inmiddels in publieke veiling en dat ia toen gekocht door den heer Nobel, niet door de Vereeniging van Landbouwhuishoud onderwijs. De vereeniging geeft dus onderwij-s in een gebouw dat zy huurt en er kan dus niet gesproken worden van een bijzondere school in de beteekenis der wet. Sr. wijst er op, dat de heer Bregman zioh op 'de hoogte had kunneni stellen van de cijfers,-want die zijn met het jaarverslag ter secretarie ©n de secretaris is altijd' zeer Welwillend met het verstrek ken van inlichtingen. De heer Bregman spreekt er ifijin verwondering over uit, dat van deze standenschool geen begroo ting en rekening worden overgelegd. Spar. blijft aandringen op meer gegevens. De heer Helder protesteert er tegèn, dat dé heer Bregman den indruk wil1 doen vestigen, als Zouden B. en W. opzettelijk deüe gegevens niet overleggen. De heer Bregman hoeft alle golegenhéidi gehad ter secretarie naar de cijfers te inforraeeran. De heer Trapman, graag erkennend, dat* de heer Bregman het recht heeft tegen het geven van deze subsidie te stemmen meent toch te moeten opkomen tegen de wij^e waarop de heer Bregman hier de zaken .behandelt. Stel eens, 'dat -alle elf raadsleden deze wijze van debattoeren volgdeit dan zou het er al bijzonder vreemd toe gaan. Waarom, zoo vraagt spr., wordt er eigenlijk een commissie voor. de begrooting benoemd, waarin elke raadsfractie een vertegenwoordiger heeft? Toch zeker om een behoorlijke behandeling der begrooting mogelijk tö maken. De heer Bregman haa alles wat hij nu hier zoo klakkeloos in de ver gadering brengt, aan zijn partijgenoote in de be grootingscommissie ter onderzoek kunnen opdragen en alle inliohtingen hadden gogeven kunnen wor den. Bovendien waren aan den secretaris al d© Segevens te vragen geweest, daarvoor is toch niet e raadsvergadering de aangewezen plaats.. Mevr. RoosBreed zegt, dat nu uit de inlioh tingen blijkt, dat de nooaige gegevens ter secre tarie afijn, zij! aoeoord kan gaan met den uitgetrok ken poet». f De besprekingen*- wqrden nog voortgezet, wat tenslotte den heer "Trapman ,de opmerking ontlokt, dat wanneer op deze wijze wordt voortvergaderdj noodig wordt, dat de Voorzitter het reglement van orde handhaaft en' elk lid over de zelfde zaak niet meer dan 2 maal' het wioord voort. Voorzitter zegt prijs te stellen op een gemoede lijke bespreking. De heer Trapman: Zeker, maar daarvan moet vgeon misbruik worden' gemaakt. Voorzitter brengt dezen subsidiepoat eindelijk in stemming* hij wordt aangenomen met 9 tegen 1 stem, die van den heer Bregman. De beer Van, Erp zegt, dat f 5200 uitgetrokken, is voor het vers traten van het marktplein. Spr. lijkt dat bedrag hoog en vraagt of dit wérk niet in aanmerking komt voor, aanbesteding. Voorzit;ter on de heer Trapman ontraden dit m de heer Trapman wijst er op, dat het verstratcti van bet marktplein nogal overleg vraagt on spr. Wijst op het. uitstekend werk, dat onze gemeente stratenmaker levert. „Ayha is er niet, dus ik kan hot haar niet vra gen, maar, heusch, dac moet u niet doen. U is altijd zoo'n dappere meid geweest, en nu is uw heele ze- nuwgesteld in de war." Er was een soort vaderlijk verwijt in zijn toon. Hem aanziende, verwonderde het haar, dat ze hem ooit jong en koppig had kunnen vinden. En bijna in weerwil van zichzelf, begon ze allerlei veront»- schuldigingien te stamelen. „Ik kan het niet helpen.Ik moet iets hebben Ik slaap nietlig uren te luisteren naar bet ge vecht Dat houd ik niet uit' Haar stem trilde en ze wendde haar gezicht af, niet in staat haar aandoening' te verbergen en boos op zichzelf, dat ze die toonde. Nick sprak geen woord tot troost en dat hinderde haar. Na een korte pauze zei hij, alsof bij de heele kwestie vergeten had: „U moet mij een9 vertellen, juffrouw Roscoe, hoe u over mij denkt; ik geloof niet, dat u veel met mij op hebt, maar u is toch niet bang voor mij, wel? U weet toch, dat u mij kunt toevertrouwen?" Dit was haar eenige kans op wraak en ze maakte daarvan gebruik. „Mijn vader heeft het mij tenminste op zijn woord van eer. verzkerd", zei ze. Hij knikte peinzend, doende, alsof hij' de bedoeling niet begreep ,Jfa, uw vader kent mij. En dus hij' glimlachte tegen haar „dus is u bereid mij op zijn aanbeve ling te vertrouwen? Mij blindelings te volgen door het gevaar als ik u mijn -hand geef, om u te lei den?" Ze rilde. Wat was het, dat hij van haar vroeg? Wat beteekenden zijn woorden? Jk weet het niet", zei ze. „Ik zie niet in, dat mijn gevoelens in deze meetellen." „Toch wel", verzekerde hij haar. „En dat is het juist, waarover ik met u wilde spreken. Juffrouw Roscoe, wilt u het fort met mij verlaten onder de een of andere vermomming? Ik heb het plan met zorg uitgedacht, en het kan zonder veel moeite ten uitvoer worden gebracht. Ik behoef u niet *e zeg gen, dat uw vader dit plan volkomen heeft goedge keurd." 9 Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1924 | | pagina 10